Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Kennis over (kinderen in) de Voor het vastleggen van mijn beginsituatie, heb ik
groep is nadrukkelijk verwerkt in mijn typering en overdenking gebruikt. In de
de omschrijving van de beginsituatie heb ik een pedagogisch en didactisch
beginsituatie van de groep, component verwerkt.
zowel in pedagogische zin Het pedagogische component is vooral in mijn
(gedrag, groepsverhoudingen, typering duidelijk geworden. Zo heb ik in de
groepsdynamiek) als in beginsituatie ook de groepsdynamiek beschreven.
didactische zin (vakspecifieke Dit heb ik gedaan, zodat je je kan aanpassen naar
beginsituatie). hoe de klas is. Hiervoor heb ik gesprekken met mijn
mentor gehad. Door de stelopdracht te bestuderen
die de kinderen eerder hebben gehad, ben ik te
weten gekomen dat ze nog niet goed weten hoe je
een tekst moet schrijven. Om ze op weg te helpen,
geef ik de kinderen een blad met de vragen die ze
kunnen beantwoorden op een goede tekst te krijgen.
1
schrijven hebben verwerkt (expressieve
functie van taal).
individueel een verhaal schrijven.
een verhaal voordragen aan de klas
(communicatieve functie van taal).
2
De stappen 5 en 6 heb ik weggelaten. Het doel van
de les was namelijk het schrijven van een waar
gebeurd- of fantasieverhaal. Hierbij vind ik het bij
deze les niet van belang dat ieder woord geheel
correct geschreven wordt. De les was bedoeld om te
kijken of de kinderen hun gedachten en gevoelens
op een logische manier op papier konden zetten.
Werk- en groeperingsvormen X
zijn afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n op
specifieke kenmerken van
vakdidactiek.
Werk- en groeperingsvormen X
zijn functioneel ondersteunend
bij het behalen van de
lesdoelen.
3
Didactiek stellen
Taal heeft verschillende functies: Je kunt taal gebruiken om met anderen te communiceren,
om greep te krijgen op de werkelijkheid en om iets op een bijzondere manier uit te drukken.
Dit zijn ook wel de communicatieve, de conceptualiserende en de expressieve functies van
taal.
De communicatieve functie van taal gebruik je om aan iemand anders iets duidelijk te
maken. Het kan zijn dat je bepaalde informatie wilt overbrengen, dat je iets wilt uitleggen of
dat je je mening wilt geven. De conceptualiserende functie van de taal is het op papier zetten
van gedachten en deze formuleren in schemas, steekwoorden of kant-en-klare zinnen.
Hierbij schrijf je een tekst voor jezelf. De expressieve functie van taal gebruik je om met taal
te experimenteren, om je gevoelens te uiten, om iets te zeggen dat andere nog niet eerder
zo gezegd hebben. Je schrijft als middel om de taal te verkennen en te ontwikkelen.
De drie functies van het schrijven kun je nooit helemaal los van elkaar zien. Als je een tekst
schrijft, ben je altijd bezig de taal te gebruiken om zaken helder en duidelijk te krijgen. In de
meeste gevallen zal je ook schrijven voor een ander en dan speelt de communicatieve
functie van de taal een rol. In deze les stellen zijn dus vooral de communicatieve en
expressieve functies van taal aan de orde. De kinderen moeten aan de hand van drie
afbeeldingen een tekst schrijven. Deze tekst mag zowel fantasie als werkelijkheid zijn. De
kinderen zijn hierbij bezig met het op papier zetten van hun gevoelens en gedachten
(expressieve functie). Tevens moeten de kinderen het verhaal schrijven voor de rest van de
klas, de kinderen zijn hierbij bezig met het schrijven van een verhaal voor een ander
(communicatieve functie). De kinderen willen namelijk iets duidelijk maken aan de hand van
de afbeeldingen die ze moesten gebruiken.
Een strategie levert altijd een product op, bij stellen is dat een schriftelijke tekst. De basis van
de schrijfontwikkeling ligt in de mondelinge taalvaardigheid en hierbij gaat het vertellend
schrijven langzaam over in het denkend schrijven (Bereiter & Scardamalia, 1987). Bij deze
stelopdracht werd gebruik gemaakt van het vertellend schrijven. De kinderen moeten aan
de hand van drie (uiteenlopende) afbeeldingen een verhaal schrijven. De afbeeldingen
passen niet bij elkaar, waardoor de kinderen al snel geneigd zijn om een fantasie verhaal te
schrijven. De kinderen zullen hierdoor vooral op papier praten. Zij hanteren een wat
eenvoudigere vorm van schrijven, die we vertellend schrijven zouden kunnen noemen. De
kinderen zullen na het krijgen van de schrijfopdracht bijna meteen aan de slag gaan met het
schrijven van het verhaal. Hierbij zullen ze geen of nauwelijks veranderingen aanbrengen.
Tevens weten de kinderen al een hoop over de afbeeldingen en hoeft er geen proces vooraf
te gaan van wikken en wegen, zorgvuldig plannen, zoeken naar nieuwe informatie of het
nauwkeurig vaststellen van een schrijfdoel. De kinderen zullen beginnen met schrijven en
bedenken telkens een stukje van het verhaal. Doordat de kinderen in tweetallen dit verhaal
moeten schrijven zal er toch voor een klein deel denkend schrijven aan bod komen. De
kinderen moeten samen overleggen waar de tekst over gaat. Hierbij gaan de kinderen
samen nadenken waar de ze de tekst over willen laten gaan. De opdracht zal hierdoor een
combinatie van beide schrijfstrategien zijn, waarbij het vertellend schrijven duidelijker terug
te zien zal zijn dan het denkend schrijven.
4
Instructie, strategien en vaardigheden
Ik heb ervoor gekozen om de kinderen n gezamenlijke instructie te geven (zoals ik heb
toegelicht bij het kopje kennis van kinderen niveau). Na de instructie gaan de kinderen
zelfstandig aan het werk. Ik zal tijdens het zelfstandig werken rondlopen en kijken of alle
kinderen zich houden aan de opdracht. Na de instructie zal ik de leerling met dyslexie apart
aanspreken en uitleggen hoe hij deze opdracht kan uitvoeren.
Tijdens het zelfstandig werken zal ik de kinderen ook observeren. Hoe gaat het
samenwerken in tweetallen? Zijn alle kinderen betrokken? Overleggen de kinderen goed met
elkaar? Daarnaast geef ik kinderen die goed aan het werk zijn complimenten. Dit doe ik
zowel verbaal als non-verbaal. Op deze manier hoop ik dat alle kinderen gemotiveerd blijven
bij het schrijven van het verhaal.
Activiteit
Ik heb er bij deze les voor gekozen de les niet aan te laten sluiten bij het huidige
onderwijsaanbod en thema. De kinderen hebben de afgelopen weken alleen maar gewerkt
aan dit soort lessen, waardoor het voor de kinderen ook fijn is om lessen te hebben buiten
het thema.
Hierdoor heb ik ervoor gekozen een les stellen uit te voeren waarbij de kinderen vrij zijn in
het uitvoeren van de opdracht. De opdracht heeft weinig regels, waardoor de kinderen alle
kanten op kunnen. Bij de introductie vertel ik de kinderen dat we een les stellen gaan doen.
Ik vertel de kinderen hierbij dat de les niet zal aansluiten bij het thema, hierdoor kan ik
misconcepten voorkomen. Door de introductie zorg ik voor een sfeer, maak ik de doelen
bekend en informeer en instrueer ik de kinderen.
Literatuur
- Huizenga, Henk., Robbe, Rolf,. (2013). Basiskennis taalonderwijs, (1e druk). Noordhoff
Uitgevers Groningen / Houten.
- Paus, Harry,. (red.). Portaal, praktische didactiek voor het basisonderwijs, (2014). Uitgeverij
Coutinho
- http://tule.slo.nl/Nederlands/F-KDNederlands.html