Vous êtes sur la page 1sur 15

Product individuele leerlijn

Lars Faro
BSK1B
Studentnummer 2108571

1. Beeld van het beroep

Gastcollege 1:

Annemarie Vrijenhoek en Natascha Peers


Gemeente Bergen op Zoom

Het eerste gastcollege van periode 2 was van Annemarie Vrijenhoek en Natascha Peers. Zij
deden aan privaatontwikkeling en waren beide directeur van deze organisatie. Zij hebben te
maken met veel maatschappelijke problemen die een bepaald maatschappelijk effect
opleveren. Zij kijken met welke bedrijven je kunt samenwerken om een maatschappelijk
probleem te kunnen oplossen. Ook kijken ze of je financile hulp nodig hebt van hogere
overheden zoals het rijk en de provincie.

Ze hebben ons twee praktijkvoorbeelden gegeven waar zij mee te maken hebben gehad. Het
eerste praktijkvoorbeeld was over Philip Morris. 1200 mensen hebben hun baan verloren
toen deze fabriek failliet ging. Zij hebben toen met behulp van een Taskforce deze mensen
weer aan een baan kunnen helpen. Door bedrijven naar hun regio te halen en deze werkloze
mensen extra scholing te geven wat geheel vergoed werd.

Ook hebben zij gekeken hoe ze het centrum van Bergen op Zoom weer aantrekkelijk kunnen
maken, ook voor mensen van buitenaf. Door het oprichten van een binnenstadlab proberen
zij burgers en ondernemers te vragen: Wat is goed En wat kan beter? Zo komt er veel
samenwerking tussen burgers en ondernemers en krijgen startende ondernemers een
duwtje in de rug.

Mijn mening:

Ik vond het best een interessant gastcollege, het was erg duidelijk en er zaten erg veel
aspecten van agendavorming in. Ook lieten zij zien dat samenwerking erg belangrijk is bij het
oplossen van een maatschappelijk probleem. Zij lieten zien dat samenwerking essentieel is
om een probleem op te lossen, simpelweg omdat het alleen soms niet lukt.

Ook vond ik dat ze op een duidelijke manier lieten zijn hoe het proces van een
maatschappelijk proces verliep. Dit vond ik erg interessant omdat zij verschillende
praktijkvoorbeelden hebben gebruikt om dit proces toe te lichten. Daarom vond ik het een
interessant gastcollege.
Gastcollege 2:

Leon van der Elsen

Leon van der Elsen heeft politicologie gestudeerd (niet afgemaakt) en geschiedenis. Leon
van der Elsen werkt bij de FNV en is journalist. Door deze twee banen heeft hij zowel
bestuurlijke als journalistieke kwaliteiten. Hij doet op dit moment onderzoek naar langdurige
zorg. Hij heeft onderzocht dat als mensen verantwoordelijkheid krijgen, zij daar zelden of
nooit misbruik van maken. Dit onderzoek gebruikt hij voor de FNV om dit op de politieke
agenda te plaatsen.

Als vakbond is het erg belangrijk om bepaalde onderwerpen te agenderen op de politieke


agenda. Omdat het anders simpelweg niet op de politieke agenda komt. Zo werd de burger
niet/weinig betrokken met politiek in gemeente. Dit kwam wel op de media agenda. Als iets
op de media agenda komt, komt het volgens hem vanzelf ook op de politieke agenda.

Mijn mening:

Het interessante aan dit gastcollege vond ik dat hij de link heel goed uitlegde tussen de
media agenda en de politieke agenda. Hij gaf een duidelijk beeld dat de media agenda
eigenlijk de politieke agenda bepaald. Dit feit heb ik ook meegenomen in mijn
beroepsproduct. Ik wist wel dat er invloed was van media agenda, en dat deze heel groot
was. Maar doordat hij het duidelijk kon uitleggen aan de hand van een voorbeeld zorgde
ervoor dat dit veel duidelijk werd.

Ik vond het een relatief kort gastcollege en had eigenlijk gehoopt dat hij nog wat meer
informatie kon geven over zijn werk als journalist en de media agenda. Ik denk namelijk dat
hier nog veel meer informatie over te vinden is. Nu hield hij zich eigenlijk maar bij 1 punt,
dat was namelijk de zorg. Ik denk dat je als medewerker van de FNV nog veel meer
informatie kunt geven over agendavorming. Dit vond ik dus wel jammer. Maar toch heb ik
een beter, duidelijk beeld gekregen over agendavorming en het verband tussen
verschillende agendas. Dit maakte het voor mij een relevant gastcollege.

Gastcollege 3:

Jasper Ragetlie

Jasper Ragetlie heeft 4 jaar bij defensie gewerkt, vervolgens is hij bestuurskunde gaan
studeren. Hij is 6 jaar wethouder geweest van gemeente Deurne. Ook is hij bezig om
bestuurskunde te betrekken bij defensie. Hij ziet agendavorming als onderdeel van de
beleidscyclus.

Mijn mening:

Ik vond dit gastcollege meer een les dan iemand die kwam vertellen over zijn ervaringen in
de praktijk. De twee vorige gastcolleges die wij hadden gehad waren mensen die juist alleen
maar over hun praktijkervaringen hebben gesproken, iets wat mij wel aanspreekt. Jasper
Ragetlie besloot minder te spreken over zijn eigen ervaringen en meer agendavorming als
onderdeel van de beleidscyclus uit te leggen. Iets wat ik wel erg interessant vond.

In de les hadden wij agendavorming eigenlijk nog niet echt besproken als onderdeel van de
beleidscyclus. Door zijn gastcollege werd mij duidelijk dat agendavorming dit wel is. Het is
eigenlijk het begin van wat de beleidscyclus in gang zet. Daarom vond ik zijn gastcollege wel
interessant, hij gaf hier wel voorbeelden bij maar niet zozeer eigen praktijkvoorbeelden. Dit
vond ik wel jammer, maar ondanks dat gaf hij een interessante presentatie. Ook maakte hij
gebruik van heel veel illustraties en grafieken, wat mijn aandacht bij het gastcollege hield.

Gastcollege 4:

Judith Hendriks
Bossche Groenen

Judith Hendriks is actief in de lokale politiek van Den Bosch, zij is partijleider van lokale partij
Bossche Groenen. In eerst instantie zat Judith Hendriks bij GroenLinks. Zij heeft veel gedaan
met bevolking waardoor zij een eigen partij is begonnen. Zij vindt dat de gemeente meer in
contact moet zijn met burgers. Mensen zijn namelijk volgens haar klaar met landelijke lokale
partijen. Daarom heeft zij ervoor gekozen om een eigen lokale partij op te richten.
Mijn mening:

Ik vond dit gastcollege niet zo heel erg interessant. Ik mistte veel informatie over
agendavorming wat ik wel kreeg bij de vorige 3 gastcolleges. Ook had ik een beetje het
gevoel dat ze hier stond om reclame te maken voor haar lokale partij, wat niet erg is maar ik
had in principe meer informatie gewild over agendavorming. Het enige wat zij heeft
aangekaart is dat volgens haar burgers klaar zijn met landelijke lokale partijen. Dit duidt wel
op de publieke agenda. Helaas ging zij hier niet echt op in maar begon ze meer aandacht te
geven over haar eigen politieke partij. Daarom vond ik vergeleken met de vorige 3
gastcolleges deze de mindere. Ik heb niet heel veel geleerd over agendavorming. Wel vond
ik het interessant om haar mening over lokale politiek te horen.
Excursie Antwerpen

Op donderdag 12 januari zijn wij met de bus s morgens vroeg vertrokken naar Antwerpen.
Als eerste gingen wij naar een afvalwerkingsbedrijf net buiten het centrum van Antwerpen.
Dit bedrijf heette ISVAG. Zij zetten afval om naar groene stroom. Zij beschouwen dus afval
niet als afval, maar als materialen. Als eerste kregen wij een algemeen praatje van de
algemeen directeur van ISVAG, vervolgens een rondleiding door het afvalverwerkingsbedrijf.
Ik vond het wel een erg interessante rondleiding. Dit omdat ik nog nooit in zon bedrijf ben
geweest en totaal niet wist hoe zoiets eraan toe ging.

In het praatje van de Algemeen Directeur van ISVAG kwam te boven dat zij nauw
samenwerken met gemeente Antwerpen. Ook vond ik het erg interessant hoe zij afval
omzetten naar energie waardoor zij enorm veel huishoudens per jaar kunnen voorzien van
stroom. Zo zorg je ervoor dat iets wat schadelijk voor het milieu is, omgezet wordt naar iets
wat goed voor het milieu is. Ik vind dit dus ook een goed initiatief van gemeente Antwerpen
en ik denk dat veel landen, waaronder Nederland daar wat van kunnen leren.

Vervolgens kregen wij een presentatie van een secretaris van een district van Antwerpen.
Antwerpen is namelijk verdeeld in districten die allemaal een eigen bestuur hebben. Toch is
er n centraal stadsbestuur die gevestigd is in Antwerpen, zij nemen beslissingen over
grote onderwerpen. Ik vond dit wel een hele interessante presentatie om zo meer te komen
te weten over het bestuur in Belgi. Omdat dit allemaal nieuw voor mij was, was het soms
best wel lastig te volgen. Wat ik ervan op heb gemaakt is dat het bestuur in Belgi veel
gecompliceerder ligt als bij ons in Nederland. Ik heb het gevoel dat het daar niet echt als n
geheel over komt. Het lijkt mij daarom ook moeilijker om tot besluiten te komen.

Wel was het interessant om hier meer over te weten te komen en ik vond dat zij het ook
goed heeft uitgelegd, op een korte, makkelijke en begrijpbare manier. Wel zou het misschien
fijner zijn geweest om bijvoorbeeld tijdens een tutor uur alvast een inlichting te krijgen over
het bestuur in Belgi. Dan zou de presentatie misschien iets beter te volgen zijn.

Nadat wij deze presentatie hadden gehad vertrokken wij weer met de bus naar het centrum
van Antwerpen. Hier kregen wij een rondleiding door de binnenstad van Antwerpen. In het
bijzonder door het schipperskwartier in Antwerpen. Met deze rondleiding kregen wij een
goed beeld van de geschiedenis van Antwerpen en ook van de geschiedenis van het
schipperskwartier en de prostitutie in Antwerpen. Ook kwamen we er gaandeweg de
rondleiding achter dat de gemeente Antwerpen steeds meer is gaan doen om het
schipperskwartier goed te gaan regelen in Antwerpen, in het bijzonder het regelement.
Daarin stond waar een raam allemaal aan moest voldoen. Dit maakte het dat dit best een
interessant bestuurskundig probleem is waar je veel over kunt vertellen. Door deze
rondleiding ben ik hier wel meer te weten over komen. Ook laat het zien hoe belangrijk dit is
en hoe serieus gemeente Antwerpen dit probleem neemt.

Nadat wij deze rondleiding hadden gehad vertrokken wij een uurtje later weer richting Den
Bosch.
Ervaringen workshops:

In periode 2 hebben wij tijdens de tutor uren twee workshops gehad met betrekking tot het
brein en leren. De eerste workshop ging vooral de plasticiteit van het brein en mindset. Bij
plasticiteit van het brein keken we hoe bepaalde delen van ons brein zijn ontwikkeld.
Waarom is de een beter in iets als de ander? En kun je met behulp van oefening je brein
stimuleren? Kan bijvoorbeeld een vmbo- leerling een vwo-leerling worden door veel te
leren.

Ik vond dit best een interessant onderwerp. Naar mijn mening kan dit, maar in zeker mate. Ik
geloof er namelijk niet in dat als ik bijvoorbeeld elke dag 5 uur op het voetbalveld ga staan,
ik net zo goed word als Ronaldo. Ik vond het wel interessant om hier eens over na te denken.
Ook de manier waarop we dit met de klas bespreken vond ik leuk. Door middel van
interactie en stellingen.

Het tweede gedeelte ging over mindset. Dit vond ik iets minder. Ik vond het een beetje
zweverig en voor mijn gevoel ook voor de hand liggend. Het gaat er naar mijn mening over
dat je iets gewoon gaat doen in plaats van dat je tegen jezelf zegt dat het toch niet lukt. Deze
informatie over mindset heeft mij wel geholpen om een betere zelfreflectie te maken voor
bijvoorbeeld beroepsvaardigheden.

Bij de tweede workshop kon ik helaas niet bij zijn omdat ik theorie-examen had voor auto.
Wel heb ik op blackboard de bijbehorende presentatie teruggekeken en ook aan
klasgenoten gevraagd wat de workshop inhield. Ik vond het opzich wel interessant om terug
te kijken. Ik heb namelijk mijn eigen manier van leren wat voor mij erg goed werkt.

Ik vond het grappig om te lezen dat er stond dat een samenvatting uitschrijven niet efficint
is en lang duurt. Deze manier van leren gebruik ik namelijk altijd. Ik pak mijn boek, sheets en
papier en ga een samenvatting uitschrijven. Het duurt inderdaad lang maar omdat ik actief
met de stof bezig ben leer ik al enorm veel met het maken van deze samenvattingen. Ik
gebruik deze manier van leren nog steeds maar vond het ook interessant om naar andere
manieren te kijken die misschien nog effectiever voor mij zouden zijn.
Beeld van het beroep:

Ik denk dat je als bestuurskundige kennis moet hebben van heel veel gebieden. Ik denk dat
politicologie, organisatiekunde, recht, economie maar ook onderzoek vaardigheden erg
belangrijk zullen zijn. Ik denk dat je als bestuurskundige erg allround moet zijn, van alles iets
moet weten.

Ik denk ook dat objectiviteit en goed onderzoek essentieel zijn voor een bestuurskundige. Je
moet namelijk goede beslissingen maken om een bepaald vraagstuk of probleem om te
kunnen lossen. Daarbij moet je met verschillende aspecten rekening houden om tot een
goed besluit te komen.

Een bestuurskundige kan naar mijn mening op heel veel gebieden aan de slag. Bij gemeente,
provincie, landelijk bestuur. Bij adviesbureaus, politie en in de zorg. Ook denk ik dat
bestuurskunde een hele goede basis is om eventueel nog verder te studeren.

Wat ik later wil gaan doen weet ik nog niet. Ik zit ook altijd nog in mijn hoofd om na de
opleiding bestuurskunde verder te gaan studeren op de universiteit. Ik merk wel dat grotere
vraagstukken mij interessant lijken, vooral politiek en economie spreken mij erg aan. Ik merk
vooral dat grote vraagstukken die bijvoorbeeld betrekking hebben op de hele stad of
gemeente mij meer aanspreken dan vraagstukken met betrekking tot een kleine groep
mensen. Er ligt daar naar mijn mening een grotere uitdaging. Ik zit dus nu te kijken bij het
werken in een grote organisatie of adviesbureaus. Werken binnen de gemeente spreekt mij
op dit moment nog niet erg aan.

Studiehouding:

Ik heb het gevoel dat ik tot nu toe op de goede weg ben met betrekking tot mijn
studiehouding. In periode 1 heb ik namelijk al mijn studiepunten behaald en wil dit ook zo
voortzetten in periode 2 en verder. Met betrekking tot mijn tentamens ben ik daarom op
dezelfde voet verder gegaan als in periode 1. Wel merk ik dat de hoeveelheid stof wel meer
is als voorgaande periode. Daarom denk ik dat ik in periode 3 ervoor kies om eerder te
beginnen met samenvatten om zo de relevante stof eruit te halen.

Met betrekking tot mijn studiehouding ten opzichte van het beroepsproduct ben ik ook wel
tevreden. Ik heb wel gemerkt dat ik in het begin meer moeite had om aan de slag te gaan.
Als je in groepsverband werkt wordt je namelijk ook door je groepsleden gemotiveerd en
gestimuleerd om te werken aan je beroepsproduct. Als je individueel een beroepsproduct
maakt heb ik hier wel meer moeite mee. Maar over het algemeen is mijn studiehouding ten
opzichte van periode 1 niet veel verandert.
Persoonlijke analyse beroepsvaardigheden:

JOHARI venster
Bekend aan jezelf Onbekend aan jezelf
Bekend aan anderen Rustig Toegewijd
Nuchter
Ontspannen
Respectvol
Onbekend aan anderen Vriendelijk

Zoals in het JOHARI venster te zien is zijn er al veel eigenschappen van mij die ik zelf zie en
die andere ook bij mij kunnen zien. Rustig, nuchter en ontspannen zijn 3 voorbeelden
hiervan die ik zelf erg op elkaar vind lijken. Op school ben ik eigenlijk altijd rustig. Ik ben niet
iemand die snel op de voorgrond zal treden in de klas en met groepswerk. Ook nuchter en
ontspannen passen erg goed bij mij. Uiteindelijk komt alles goed is wel een uitspraak die
in zekere zin bij mij past. Ik raak nooit echt snel in paniek. Nuchter en ontspannen passen mij
niet in hetzelfde straatje als nonchalant en niks doen. Ik vind wel dat met groepswerk ieder
persoon zijn taken moet doen en gewoon netjes op tijd alles af moet hebben. Op het begin
wacht ik alleen gewoon af, ik ben wel benieuwd wat er gebeurt binnen de groep als alles
naar mijn mening goed gaat vind ik het niet nodig om in te grijpen. Ik heb het liefste dat er
gewoon een ontspannen sfeer heerst binnen de groep.
Zelf ben ik erg blij dat andere ook respectvol terugzien bij mij. Ik probeer altijd negatieve
kritiek op een zo respectvolle manier over te brengen op andere. Ook als ik het ergens echt
niet mee eens ben of zelfs tegen het boze aan zit probeer ik dit niet van mij te laten merken.
Dit omdat ik de sfeer in een groep niet wil verpesten. Bij mensen die ik beter ken (vrienden)
ben ik wel eerder geneigd om boosheid/ontevredenheid te uiten. Toch probeer ik dit altijd
op een zo respectvolle manier over te brengen. Dit past denk ik ook bij de opvoeding die ik
vanuit thuis meegekregen heb.
Iets wat onbekend aan mijzelf was, maar bekend aan anderen was toegewijd zijn aan iets. Ik
kreeg deze kwaliteit uitgedeeld bij het maken van de papieren toren. Ik had dit juist niet
verwacht. Ik denk, zeker op het begin van een groepsopdracht dat andere leden juist denken
dat ik totaal niet toegewijd ben aan een opdracht. Vaak tijdens de opdracht vinden ze dan
dat ik veel toegewijder ben dan op het begin. Dit heeft denk ik als oorzaak dat ontspannen,
rustig en nuchter eigenschappen van mij zijn.
Iets wat onbekend aan anderen is, maar bekend is aan mijzelf is vriendelijk. Ik probeer altijd
vriendelijk tegen anderen te zijn en wil ook zeker altijd naar andermans verhaal luisteren. Ik
denk dat je dit ook weer kunt koppelen aan respectvol, wat ik wel heb toegewezen
gekregen. Ik denk dat vriendelijk onbekend is aan anderen omdat ik juist een rustig persoon
ben. Ik ben namelijk niet het type dat snel op iemand afgaat. Maar als ik een gesprek met
iemand heb probeer ik wel altijd vriendeliik over te komen.
Kernkwadranten
Kernkwadrant 1:
Kernkwaliteit: Rustig Valkuil: Eigen mening wordt niet gehoord Uitdaging: Meer mijn
stem laten horen in klas / binnen groepswerk Allergie: Te nadrukkelijk aanwezig
Ik herken dit wel in groepswerk. Ik ben hier altijd rustig. Een valkuil kan in bepaalde groepen
zijn dat mijn mening niet zal worden gehoord binnen die groep. Dit zal dan vooral een groep
zijn waar juist veel personen zitten die aanwezig zijn. Een uitdaging voor mij zal dan zijn om
mijn stem vaker te laten horen binnen groepswerk en de leiding te nemen. De allergie voor
mij zou kunnen zijn dat ik te nadrukkelijk en geforceerd aanwezig zal zijn. Iets wat ik juist
totaal niet fijn vind als andere dat zijn.
Kernkwadrant 2:
Kernkwaliteit: Vriendelijk Valkuil: Door t vriendelijk te zijn tegen anderen gaan mensen
van je profiteren Uitdaging: Voor mezelf opkomen en vriendelijkheid in bepaalde situaties
achter wegen laten Allergie: Ik word een vervelend persoon en mensen gaan mij niet
aardig vinden.
Ik heb op de middelbare school weleens meegemaakt dat er in groepswerk in zekere mate
gebruik werd gemaakt dat ik te vriendelijk was. Ik zat toen namelijk in een groep met 3
mensen voor een project en 1 persoon deed totaal niks. Doordat ik en mijn andere groepslid
veel te vriendelijk waren hebben wij niks tegen hem gezegd, zijn wij niet naar een leraar
gestapt en zo heeft hij uiteindelijk bijna niks gedaan aan het project. De uitdaging bij deze
kernkwaliteit heb ik in zekere zin al in bepaalde mate voltooid. Ik heb hier namelijk veel van
geleerd en durf nu ook eerder er iets van te zeggen. Wel probeer ik dit niet zo te doen dat ik
onvriendelijk overkom en dat mensen mij onaardig gaan vinden.
Kernkwadrant 3:
Kernkwaliteit: Ontspannen Valkuil: Nonchalant worden Uitdaging: Feller, drukker
worden. Eerder met bepaalde dingen beginnen, niet uitstellen maar meteen aanpakken.
Allergie: Iets creren wat totaal niet bij me past.
Ik ben zelf erg ontspannen en nuchter, niet alleen op school maar ook thuis. Ik ben niet
iemand die meteen dingen aanpakt maar de tijd neemt. Ik neem dan liever de tijd en doe
iets goed dan dat ik overhaast beslissingen neem. Soms krijgen mensen wel de indruk dat die
ontspannenheid overslaat in nonchalant gedrag, wat vaak totaal niet mijn bedoeling is, maar
dit wekt wel de indruk van mensen. Een uitdaging kan zijn om meer van het
tegenovergestelde te laten zien. Ik denk dat het wel moeilijk zal zijn voor mij om dat te
creren. Omdat ik totaal niet van mensen hou met heel veel stress, ik snap ook vaak niet
waarom mensen zich om bepaalde, kleine dingen zich zo druk kunnen maken. Een allergie
van mij zou dus kunnen zijn dat ik dingen ga doen die totaal niet bij mij passen.
Belbin teamrollen
Reflectie op team rol:
Mijn Belbin team rol was op de eerste plaats de monitor, ten tweede kwam groepswerker bij
mij uit de test. Deze twee lagen niet echt ver uit elkaar. Ik kan mij best goed in deze
teamrollen vinden. Monitor vooral omdat ik rustig blijf in verschillende situaties, objectief
blijf en analyseer en overweeg. Ik ben namelijk niet snel iemand die zich laat meeslepen
door emoties. Als er een bepaald probleem is in een groep tussen meerdere personen
probeer ik mij altijd op de achtergrond te houden en het zo op te lossen dat beide personen
tevreden zijn. De sfeer in de groep vind ik erg belangrijk. Een goede sfeer zorgt ook voor een
beter product naar mijn mening.
Ook ben ik objectief als het komt op groepswerk. Ik zorg er eigenlijk altijd voor dat ik een van
de laatste ben die het hele groepswerk nog een keer naleest. Ik probeer er dan zo objectief
mogelijk naar te kijken en samen met mijn andere groepsleden het te verbeteren. Ook vraag
ik altijd of iemand anders naar mijn eigen werk objectief kan kijken. Kritiek op elkaar leveren
is goed naar mijn mening. Als je bijvoorbeeld geen kritiek durft te geven, terwijl je wel
verbetering ziet in andermans stuk is dat zonde naar mijn mening. Dit heb ik namelijk ook
gedaan tijdens het eerste beroepsproduct op deze opleiding. Uiteindelijk had dit wel als
resultaat dat we een goed product hebben afgeleverd. Misschien kwam dit ook doordat wij
denk ik veel verschillende teamrollen binnen ons groepje hadden. Ik denk dat het belangrijk
dat je binnen een groep verschillende teamrollen moet hebben. Dit bevordert denk ik de
diversiteit van je product, wat weer goed is voor je kwaliteit. Doordat wij allemaal
verschillende teamrollen hadden konden wij ieders kwaliteiten bundelen in ons
beroepsproduct.
Ik denk dat dit ook weer aansluit op mijn andere team rol, namelijk de groepswerker. Ik vind
het belangrijk dat dat er een goede sfeer in de groep is en dat iedereen bijdraagt aan het
proces. In mijn eigen omgeving heb ik dit ook wel. In mijn vriendengroep vind ik het ook
belangrijk dat uiteindelijk iedereen er mee eens is. Ik heb ook weleens dat ik soms met het
ene instem terwijl ik eigenlijk voor het andere was om de sfeer in de groep goed te houden.
Het is uiteindelijk toch een kwestie van geven en nemen vind ik. Soms botst dit wel als er
iemand bij zit die juist zijn eigen mening doordramt.
Ik denk dat deze team rollen goed zijn om naar jezelf te kijken. Deze team rollen hebben mij
op verschillende punten bevestiging gegeven wat ik al dacht, maar hebben mij ook nieuwe
inzichten gegeven waarover ik ben gaan nadenken. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik in
toekomstige groepsverbanden een beter inzicht heb van mijn eigen team rol. Maar ook kun
je nu gedrag van andere groepsleden koppelen aan een bepaald team rol om beter te
begrijpen waarom ze iets doen in bepaalde situaties. Zo kun je naar mijn mening ook van
elkaar leren denk ik.
STARR model + 5G model
Reflectie 1: Tentamenweek periode 1
Situatie:
In periode 1 heb ik mijn eerst tentamenweek gehad van deze opleiding. Wij hadden deze
periode 5 verschillende vakken waar wij tentamen over hadden. Elke dag zouden wij 1
tentamen hebben. Voor deze tentamenweek hadden wij 1 week vrij.
Taak:
Ik wilde al mijn studiepunten halen door al mijn tentamens in 1 keer te halen.
Actie:
Ik ben daarom de maandag van deze vrije week begonnen met het leren voor deze examens.
Ik had voordat ik begon met leren een planning gemaakt. Elk dag van de week zou ik 1
verschillend vak leren en in het weekend zou ik alle vakken nog eens doornemen. Ik dacht
dat dit een goede manier zou zijn om me voor te bereiden op mijn examens.
Resultaat:
Ik heb mij ook aan deze planning gehouden, ik was hier erg blij mee omdat ik meestal een
planning maak en me vervolgens daar niet aan hou. Deze keer ben ik gestructureerd te werk
gegaan en heb me ook niet laten afwijken van mijn originele planning. Dit heeft er mede
voor gezorgd dat ik een goede voorbereiding had voor mijn tentamens. Ik heb voor alle
vakken voldoende gehaald en hoef ook geen herkansing meer te doen in periode 2. Iets
waar ik heel erg blij mee was omdat dit mijn eerste tentamenweek is.
Reflectie:
Ik heb dan ook niet echt heel veel verbeterpunten ten opzichte van mijn tentamenweek. Het
enige is dat ik de tentamenweek zelf meer moet leren in de middag en niet in de avond. Nu
zat ik een paar avond vaak tot s avonds laat te leren terwijl we de volgende ochtend vroeg
al tentamens hadden. Achteraf vind ik dit niet heel erg omdat ik alles met een voldoende
heb kunnen afsluiten. Het was dus de moeite waard geweest.

Bovenstaand verslag heb ik gearceerd volgens het 5G model:


- GEBEURTENIS (geel)
- GEDACHTEN (groen)
- GEVOEL (lichtblauw)
- GEDRAG (paars)
- GEVOLG (grijs)
Reflectie 2: Interview met wethouder beroepsproduct periode 2
Situatie
In periode 2 moesten wij een beroepsproduct maken ten opzichte van agendavorming. Ik
heb toen gekozen voor een lokaal probleem binnen mijn eigen gemeente.
Taak
Wij moesten hierbij 3 verschillende interviews houden. Ik heb eerst gekeken naar wie ik
graag wilde gaan interviewen.
Actie:
Ik heb toen uiteindelijk gekozen voor een wethouder, voor de bestuurlijke/politieke kant van
het probleem. Lid van een belangengroep voor de publieke kant en een journalist van een
lokale omroep voor de media agenda. Ik heb dit gedaan omdat ik zo alle 4 de agendas in
mijn interviews kon gaan bespreken. Mijn eerste interview had ik met wethouder Johan van
den Brand. Ik vond dit eerste interview best spannend omdat ik nog nooit een interview heb
gehouden. Tevens was dit met een wethouder die natuurlijk heel veel verstand heeft van dit
onderwerp. Ik als een relatief leek veel minder.
Resultaat:
Tot mijn verbazing ging dit interview heel erg goed. Het interview voelde spontaan aan, wat
voor mij heel belangrijk is. Ik voelde mij op mn gemak tijdens het interview en heb alles aan
hem kunnen vragen. Wat ik heel belangrijk vond. Op deze manier heb ik super veel
informatie gekregen wat ik toen kon gaan gebruiken in mijn beroepsproduct. Ook ben ik mij
gaan beseffen dat het houden van interviews super nuttig is om aan informatie te komen.
Reflectie:
Voor dit beroepsproduct heb ik nog nooit iemand moeten interviewen voor school. Nu zal ik
eerder besluiten om een interview te gaan houden ondanks dat het niet verplicht is. Wel
vond ik het soms lastig om in te grijpen als hij aan een lang verhaal bezig was. Soms had ik
een vraag gesteld en begon hij daar een heel verhaal bij te vertellen wat eigenlijk niet nuttig
was voor mijn verhaal. Ik had dan soms moeite om van dit onderwerp af te wijken. Dit zou ik
dus mee willen nemen als verbeterpunt voor een volgend interview.

5G model:
Bovenstaand verslag heb ik gearceerd volgens het 5G model.
- GEBEURTENIS (geel)
- GEDACHTEN (groen)
- GEVOEL (lichtblauw)
- GEDRAG (paars)
- GEVOLG (grijs)
SMART doelen
Twee doelen om te ontwikkelen:
- Eerder beginnen met maken beroepsproduct
Namelijk: Ik wil dit ontwikkelen omdat ik bij mijn laatste beroepsproduct over
agendavorming op het begin heel veel voorbereiding heb gedaan. Het probleem was dat ik
dit niet had opgeschreven en verwerkt in een document. Waardoor ik bij het maken van
mijn toelichtingsrapport geen document had waar ik alle informatie al voorhanden had.

SMART doel: Ik begin vroegtijdig aan het maken van mijn beroepsproduct, ik verwerk mijn
informatie zodat ik een goede voorbereiding heb voor het maken van mijn verslag.
- Durven in te grijpen als een interview afwijkt van het daadwerkelijke onderwerp.
Namelijk: Omdat bij mijn interview met een wethouder hij weleens de neiging had om met
een verhaal af te wijken van het onderwerp. Ik durfde dan niet een andere vraag te stellen
omdat ik niet onbeleefd wilde zijn. Maar doordat ik dat niet deed, kreeg ik ook een hoop
informatie waar ik niet zoveel aan had.
SMART doel: Ik durf degene die ik interview te onderbreken, zodat ik op deze manier bij het
onderwerp blijf en nuttige, relevante informatie krijg van mijn genterviewde.
Bijlage:
Voorbereidende opdracht training 2:
Situatie:
Het maken van een beroepsproduct, in dit geval het maken van een informatieboekje met
als onderwerp de leegstand van winkelcentra.
Taak:
Ik heb de bestuurskundige kant van ons maatschappelijk probleem onderzocht en
uitgewerkt, Verder heb ik ons informatieboekje gecontroleerd op spelling en taalfouten en ik
heb de eindconclusie van ons beroepsproduct geschreven.
Actie:
Ik heb op het begin niet meteen de leiding gepakt, ik heb afgewacht wat er ging gebeuren en
hoe de taken zouden worden verdeeld. Wel heb ik gekeken welke kant van het probleem mij
interessant lijkt en die wilde ik ook wel graag uitwerken. Tijdens de afrondende fase van het
beroepsproduct heb ik wel mijn best gedaan om de controlerende taak uit te voeren. Ik heb
namens de groep ieders werk gecontroleerd en hier ook feedback op gegeven, ik heb ook
kritisch gekeken naar het werk van andere. Omdat de samenwerking erg goed verliep had ik
weinig moeite om in deze groep samen te werken. Het was daarom ook niet direct nodig om
in te grijpen.
Resultaat: De actie die ik heb ondernomen was zeker effectief. We hebben uiteindelijk een
goed beroepsproduct afgeleverd waar iedereen tevreden op heeft terug kunnen kijken.
Daarom was ik erg tevreden met de actie die ik heb ondernomen.
Reflectie: Omdat de samenwerking erg goed verliep ben ik niet echt op bepaalde punten
vastgelopen in de samenwerking. Misschien dat ik de volgende keer me iets meer mag
mengen met de planning van de groep. Ik ben zelf niet echt iemand die snel de leiding geeft
en wacht meestal af om te kijken hoe het gaat in een groep. Als ik merk dat er problemen
zijn of er niks gedaan wordt ben ik juist wel iemand die meteen ingrijpt. Dat is waarom ik er
nu voor heb gekozen om mij redelijk afzijdig te houden maar de volgende keer is het
natuurlijk ook mogelijk dat de samenwerking wel minder gaat, ik zou dan dus iets meer de
leiding willen nemen. Over de inhoudelijke kwaliteit van mijn eigen werk ben ik wel
tevreden. Ik kan denk ik de volgende keer wel iets vaker aan mijn medestudenten vragen
wat zij van mijn stuk vinden en of ze me verder kunnen helpen als ik ergens vast zit.

Kernkwadrant uit les:


Kernkwaliteit: Toegewijd
Valkuil: Te toegewijd zijn aan iets dat je alleen maar aan datgene denkt
Uitdaging: Minder toegewijd zijn aan iets
Allergie: Ervoor zorgen dat je het niet interesseert, wat irritatie gaat opleveren bij je
groepsgenoten.
Andere gaven aan mij als kwaliteit dat ik toegewijd ben. Het kan een valkuil zijn dat ik te
toegewijd aan iets ben en ik mezelf daardoor alleen focus op 1 specifiek iets. Uitdaging voor
mij zou dan zijn dat ik ook naar andere dingen ga kijken en niet naar 1 specifiek iets. Allergie
zou kunnen zijn dat ik daardoor nonchalant wordt en dingen op zijn beloop laat. Dit zal
irritatie gaan opleveren als je groepswerk gaat doen. Mensen krijgen dan het gevoel dat je er
niks aan wil doen.
Brief voor de toekomst:

Aan: Lars Faro

Vandaag heb ik mijn diploma ontvangen, er is veel veranderd sinds ik begon met de
opleiding.

Op dag 1 dat ik hierbinnen kwam begon ik voor het eerst met de hbo. Ik was de middelbare
school gewent, Ik ging naar school, kwam thuis en deed verder niks bijzonders. Een dag voor
mijn proefwerk begon ik met leren voor school en met projecten en opdrachten begon ik
een paar dagen van tevoren.

Sinds het moment dat ik hier binnen kwam ben ik steeds gedisciplineerder omgegaan met
school. Ik begin op tijd met mijn schoolwerk, begin eerder met het leren voor tentamens en
heb geleerd te plannen. Wel ben ik altijd de relaxte persoon gebleven die zichzelf niet snel
gek zal laten maken. Ik blijf altijd rustig en ik heb dit nu ook ontwikkeld als een kwaliteit van
mij.

Het was voor mij wel een hele omschakeling om van de middelbare school, waar ik alles met
twee vingers in mijn neus deed naar een volwassen persoon te gaan op het hbo. Door mijn
studie heb ik hier wel ontzetten veel van geleerd. Ik ben nu een bestuurskundige die veel
kennis heeft over verschillende aspecten die je nodig hebt om in het beroepenveld aan de
slag te gaan.

Het meest waardevolle aan deze studie vind ik dat ik alles wat ik in de lessen heb geleerd
kon terugkoppelen naar de praktijk. Met behulp van projecten en stages. Door de projecten
en stages ben ik nu klaar om gelijk in het beroepenveld dit uit te gaan oefenen. Zo ben ik
gelijk een waardevolle werknemer van een organisatie.

Ook heb ik nu besloten of ik gelijk aan de slag ga in het beroepenveld of dat ik nog een
vervolgopleiding ben gaan doen op de universiteit. In beide gevallen heb ik enorm veel
gehad aan de opleiding bestuurskunde.

Ik hoop dat ik door mijn opleiding bestuurskunde door mijn kennis en vaardigheden in de
praktijk een waardevolle bijdrage kan leveren aan het beroepenveld.

Lars Faro
Actieplan P3:

In periode 3 wil ik of gaan meelopen bij een organisatie of ik wil een onderzoek op zetten. Ik
wil dit gaan doen om een betere orintatie te krijgen wat nu echt bij mij past. Ik vind het
namelijk nog erg moeilijk om te zeggen wat ik later in de toekomst wil gaan doen in het
beroepenveld. Daarom wil ik deze tijd gaan gebruiken om te onderzoeken wat nu echt bij mij
past.

Waar ik eventueel zal gaan meelopen maakt mij niet heel veel uit. Ik wil gaan kijken waar op
dit moment mijn interesse ligt en wat mij op dit moment leuk lijkt om verder te
onderzoeken.

Ik denk dat dit enorm veel kan bijdragen aan de ontwikkeling als bestuurskundige. Omdat ik
op deze manier meer praktijkervaring kan op doen. Ook kan ik op deze manier nader
bekijken wat mij erg leuk lijkt om te doen en wat niet. De enige manier om te kijken of iets je
aanspreekt is denk ik om het gewoon uit te proberen.

Ik wil namelijk dingen kunnen afstrepen die totaal niet bij me passen en dingen kunnen
toevoegen die ik juist wel erg leuk vind om te doen. Op deze manier kan ik kijken wat mij
later leuk lijkt om te doen. Of dit nou door middel van meelopen met iemand vanuit het
beroepenveld is of door het houden van een onderzoek. Ook kan ik op deze manier kijken
hoe de lesstof nu daadwerkelijk in het beroepenveld terugkomt, ik ben daar namelijk erg
benieuwd naar. Ik denk dus dat dit mij erg zal helpen bij mijn ontwikkeling als
bestuurskundige.

Ik wil daarom of 1 2 dagen/middagen gaan meelopen bij iemand uit het beroepenveld of ik
wil een onderzoek opzetten. Ik vind het onderzoeken namelijk nu erg interessant in mijn
opleiding en ik wil kijken of ik dit kan koppelen aan het beroepenveld. Door zon onderzoek
zou ik dus bijvoorbeeld erachter kunnen komen wat wel en wat niet bij mij past. Met het
houden van dit onderzoek ben ik denk ik ongeveer 3 4 uur in de week mee kwijt. Ik wil wel
een kwalitatief goed onderzoek gaan houden. Dit alles om meer te weten te komen wat ik in
de toekomst als bestuurskundige wil gaan doen.

Vous aimerez peut-être aussi