Vous êtes sur la page 1sur 16

Inbedding

veiligheidsrisico’s
Lokale Zaken

Concentratie
financiële
administraties

Enthousiasme
voor WIS

Voorjaar 2004
Intake voor
werkende jongeren in
Dordrecht

Column
Martin van der Krogt
Inhoud Voorwoord
2 Voorwoord In dit nummer een breed palet aan onderwerpen. In een aan-
tal interviews wordt teruggekeken op een succesvol afgerond
3 Bestuurlijke inbedding van ontwikkelingstraject. In Zoetermeer zijn de financiële admini-
straties samengevoegd in een shared service center. Het orga-
veiligheidsregio’s nisatieontwikkelingsproces van de gemeente West Maas en
Waal bracht met zich mee dat het functiehuis opnieuw moest
5 Ruimtelijke basisgegevens zijn bouw- worden ingericht. Besloten werd een nieuw functieboek op te
stellen om binnen de gemeente een evenwichtige opbouw van
steen voor de ‘andere gemeente’ het functiehuis te realiseren. Vanuit de gemeente Dongen
wordt uitgelegd waarom er veel enthousiasme is voor het
6 Concentratie financiële administraties aldaar ingevoerde Web Intake Systeem, om een beter op het
publiek afgestemde dienstverlening te ondersteunen via inter-
in Zoetermeer net. Tevens wordt ingegaan op de rol die Egem wil gaan
spelen in de verdere uitnutting van WIS voor de Nederlandse
8 Functiefamilies en competenties in gemeenten.

West Maas en Waal Don Berghuijs, regionaal commandant/algemeen directeur


Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond, geeft
10 Enthousiasme voor Web Intake zijn visie op veiligheidsregio’s. Martin van der Krogt, vice
president Werk & Inkomen van CGE&Y gaat in op de
Systeem onverminderd groot ‘ondernemende’ sociale dienst. Hij doet dat in een nieuwe
rubriek in Lokale Zaken: de column.
12 Risico’s Amsterdams Gemeentearchief
Wij bieden u een groot aantal gemeentelijke onderwerpen,
in kaart die interessant zijn om kennis van te nemen. Wij wensen u
veel leesplezier toe!
13 Een gemeenschappelijke intake voor
Ton de Jong
werkende jongeren in Dordrecht Monique de Meyere
Dick Nederend
14 Naar de ‘ondernemende’ sociale Wim Schotman

dienst Practice Lokale Overheid


Cap Gemini Ernst & Young
15 In de pers / publicaties & agenda

2
Bestuurlijke inbedding van veiligheidsregio’s

Overpeinzingen van Don Berghuijs


vanuit het World Port Centre
Bas Eenhoorn en Dennis Straat In februari 2003 heeft in een opiniërende brochure met de titel Overpeinzingen van-
uit het WPC, verwijzend naar zijn werkplek op de 23e etage.
de Raad voor het Openbaar Bestuur haar advies over de De inspirerende vergezichten over de regio Rotterdam-Rijn-
mond en het bestuurlijke centrum in Den Haag zette hem aan
bestuurlijke inbedding van de veiligheidsregio’s uitge- tot de stelling dat er, naast het geformuleerde kabinetsbeleid
na de rampen in Enschede en Volendam, een urgente behoefte
bracht. In januari 2004 is het concept kabinetsstandpunt is aan een bestuurlijk verankerde visie op de veiligheidsregio.

gekomen om de kwaliteit van de rampenbeheersing en Komt het huidige kabinetsstandpunt tegemoet aan uw visie?
Berghuijs: “Ja, gelukkig komt het kabinet met een aanzet voor
de brandweerzorg te verbeteren. Het kabinet wil de deze visie die doorbraken wil forceren, zodat er niet meer
wordt geredeneerd vanuit het eigen territoir. Er is een andere
besturen van de brandweer en geneeskundige hulpverle- werkwijze nodig, die niet gebaseerd is op de takendiscussie in
het kader van verlengd lokaal bestuur. Lokale vertegenwoordi-
ning bij ongevallen en rampen (GHOR) integreren, het gers zijn nog steeds de lokale belangenbehartigers. Maar de
gemeenten zijn zo ongelijk, dat oplossingen geboden zijn om
gezag over de brandweer lokaal laten en het beheer de kwaliteit van de brandweerzorg, crisisbeheersing en ram-
penbestrijding te borgen. Dat vergt meer regie op regionaal
regionaliseren. Op termijn wil het kabinet kijken naar het niveau. Wie scherp kijkt, kan tot geen andere conclusie
komen dan dat wij het geheel aan elkaar hebben geweven met
bestuurlijk eindperspectief van een veiligheidsregio waar- bestuurlijk-juridisch correcte coördinatiestructuren. De kriti-
sche succesfactor in tijden van crises is eenvoud. Het is de
in ook de politie bestuurlijk geïntegreerd wordt vraag of de bestuurlijk-juridische complexiteit is opgewassen
tegen de barre werkelijkheid. Of we moeten bereid zijn de
consequenties van die keuze te accepteren. Namelijk dat het
Visie op veiligheidsregio in de praktijk altijd (een beetje) fout zal gaan.
Don Berghuijs is regionaal commandant/algemeen directeur
van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond. Het kabinetsstandpunt is in de eerste plaats vooral een kans
Hij anticipeerde eind 2003 op de bestuurlijke ontwikkelingen voor de toekomst. Het maakt echter onvoldoende duidelijk

3
wat we met de centralisatie van het beheer oplossen. Er zijn te regelen. Eerst moeten de prioriteiten worden afgehandeld,
nog te weinig verankeringen in het model. Daarnaast heerst zoals de evaluatie van het politiebestel, de invoering van
nog te veel de opinie dat de centralisatie van het beheer ten prestatiecontracten en de discussie over welke taken lande-
koste gaat van de lokale inbedding of de vrijwilligers bij de lijk moeten worden georganiseerd. Bij de integratie van het
brandweer. Gevoed door praktijkervaringen word ik steeds bestuur op termijn moet goed gekeken worden naar de rela-
kritischer op het verweer dat er niks aan de brandweer kan tie tussen de hulpverlenings- en politieregio’s. Van belang is
veranderen. Neem bijvoorbeeld het korps Hoek van Holland. dat de voorzitter van de veiligheidsregio vooral een primus
Met uitzondering van de commandant, bestaat het geheel uit interparis is, terwijl de korpsbeheerder een eigenstandige
vrijwilligers. Bovendien is het goed ingebed in de regionale verantwoordelijkheid heeft met een bepaalde doorzettings-
structuur en heeft het nog steeds een eigenstandige positie macht. Bij een eventuele samenvoeging zal er, mede in het
met een sterke lokale inbedding. De commandant blijft het perspectief van de gekozen burgemeester, een keuze moeten
boegbeeld voor het korps en de vrijwilligers. Uiteraard houdt worden gemaakt over de nieuwe rol van de korpsbeheerder.”
de regionale commandant rekening met die identiteit. Anders
zou het draagvlak kunnen verdwijnen.” Rol korpsbeheerder
“Het lijkt vooralsnog niet verstandig de gekozen burgemees-
Financiering ter van de centrumgemeente ook te handhaven als korpsbe-
Het kabinet wil bezien in hoeverre directe financiering heerder in een ingewikkelde verantwoordelijkheidsstructuur
door het rijk aan de regionale besturen mogelijk is ten naar de kiezers, de overige burgemeesters in de regio en de
aanzien van een wettelijk voorgeschreven minimum- ministers. Bij een benoemde burgemeester vereist deze dub-
takenpakket en vindt het belangrijk dat daarnaast een belrol al bijzondere attentie om goede bestuurlijke verhou-
deel van de financiering via gemeentelijke weg wordt dingen te handhaven. De gemeenten moeten in de toekomst
georganiseerd. wel invloed houden op het gebied van de lokale openbare
Berghuijs waarschuwt voor een hybride financiering: “Dat heeft de orde en veiligheid, wat pleit voor een aanvullende lokale
afgelopen jaren geleid tot een verlammende situatie waarbij Rijk financiering. Het zal immers niet werken om in de campag-
en gemeente naar elkaar bleven wijzen over wie welk deel van de ne als gekozen burgemeester te gaan voor veiligheid om ver-
veiligheidsregio moest betalen. Als de regionale brandweerzorg uit volgens te wijzen naar onvoldoende middelen als de beleids-
de lokale lasten gefinancierd blijft worden, terwijl het beheer ambities niet worden waargemaakt.
wordt geregionaliseerd, verergert die situatie. Ik pleit voor directe
financiering van de regionale besturen door een brede doeluitke- Het is overigens de vraag of de gekozen lokale burgemeester
ring. Dat is een harde discussie, want het betekent een graai uit evenveel tijd en aandacht heeft voor de openbare orde en
het gemeentefonds van ongeveer s 500 miljoen. Daar staat tegen- veiligheid. Het is goed denkbaar dat hij in de toekomst ook
over dat de lasten ook niet meer lokaal worden opgevangen. Het zijn aandacht wil richten op andere belangrijke portefeuilles.
is vooral een kwestie van lokaal verantwoordelijkheid af willen In dat scenario is er ruimte voor een ‘veiligheidsgraaf’ als
staan en een keuze om de ingewikkelde bovenlokale besluit- benoemde bestuurder door de Kroon die het vertrouwen
vormingsstructuren te vereenvoudigen.” heeft van de lokale gezagsdragers. De lokale gezagsdragers
zijn dan verantwoordelijk voor de fysieke veiligheid, terwijl
Besturen de regionale afstemming van politie, brandweer en gezond-
Hoe kijkt u naar de integratie van de besturen van de heidszorg door de ‘veiligheidsgraaf’ moet plaatsvinden
GHOR en de brandweer? in overeenstemming met de prioriteiten van de bewinds-
Berghuijs: “Het is vooral een positieve impuls. In de ontwik- lieden.”
keling van zogenaamde klassieke rampen naar moderne crises
speelt de openbare gezondheidszorg een steeds grotere rol Is er hier geen sprake van veel beweging en weinig
(denk aan SARS, pokken, vogelpest, MKZ en BSE), wat een vooruitgang?
multidisciplinaire aanpak vereist. Het vraagt om een herdefini- Berghuijs: “Er is in bestuurlijk Nederland sprake van een
tie van de grenzen van de verzorgingsstaat op het gebied van strategie met kleine stappen. Het concept kabinetsstandpunt
de openbare gezondheidszorg, over de meer brede zorgtaken is vooral bedoeld om de reacties te peilen, zodat de toekom-
die van lieverlee onderdeel zijn geworden van de GGD. De stige stappen kunnen worden uitgestippeld. Deze voorzichti-
centrale vraag in dit kader is of wij ervoor kiezen om de open- ge strategie kan dus wel degelijk een bestuurlijke doorbraak
bare gezondheidszorg te plaatsen in het perspectief van de betekenen. Wat mij betreft gaan we via deze weg naar een
publieke taak en verantwoordelijkheid of meer in het perspec- sterker bestuurlijk model waarbij aandacht blijft voor een
tief van een brede publiekprivate zorgtaak. Oftewel: zijn expliciete rol voor de (gekozen) burgemeester, in de context
ambulances ‘ziekenhuizen op wielen’ of rekenen we de van nieuwe bestuurlijke verhoudingen en met een centrale
beschikbaarheid van de spoedeisende hulp tot de integrale focus dat we de goede dingen ook gewoon goed doen.”
verantwoordelijkheid van het openbaar bestuur?”

Hoe moet het nu verder met de relatie met de politie?


Berghuijs: “De minister is verstandig door te kiezen voor Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dennis Straat,
kleine stapjes, om pas op termijn de integratie met de politie (030) 689 91 43, of via dennis.straat@cgey.nl.

4
Ruimtelijke basisgegevens zijn bouw-
steen voor de ‘andere gemeente’
Marcel Rietdijk en Harry Zonderland In het programma opgave. Welke bestuurder wil zich afficheren met een onder-
werp dat op het eerste oog bij de bedrijfsvoering thuishoort
‘Andere Overheid’ van minister De Graaf van Bestuurlijke en waarvan de resultaten niet op korte termijn zijn te ver-
wachten? En welke manager investeert in basisgegevens waar-
Vernieuwing zet het kabinet in op een beter presterende van vooral anderen de baten ondervinden?

overheid. Ruimtelijke basisgegevens kunnen daaraan een Bouwsteen ‘andere gemeente’


Toch kunnen goede ruimtelijke basisgegevens veel voor
belangrijke bijdrage leveren. Dit zal nog wel de nodige gemeenten betekenen. De snel veranderende behoeften uit de
maatschappij vragen om nieuwe, flexibel te ontwikkelen dien-
energie vragen. Het lijkt tegenstrijdig in deze tijden van sten. Hiervoor is een stabiel informatiefundament onontbeer-
lijk. Ook de gewenste vermindering van de administratieve
bezuinigingen, maar toch liggen er nieuwe kansen. lastendruk, deregulering en het vergroten van zelfregulering
vragen om een gedegen informatiepositie van de overheid.
Er zijn instrumenten beschikbaar waarmee kan worden
aangetoond dat ruimtelijke basisgegevens de bestuurlijke
Ruimtelijke objecten effectiviteit aanmerkelijk verbeteren en de bedrijfsvoering veel
Wat hebben bestuurlijke onderwerpen als vermindering van efficiënter maken. Ruimtelijke basisgegevens zijn niet voor
administratieve lasten, crisismanagement, handhaving en toe- niets bouwsteen voor de ‘andere gemeente’.
zicht, dienstverlening aan de burger en gebiedsgerichte ont-
wikkeling met elkaar gemeen? Antwoord: ze hebben veelal
betrekking op een beperkt aantal ruimtelijke objecten. Dit zijn
objecten die op een kaart zijn terug te vinden. Wat we onder
deze objecten (zoals gebouw of adres) precies verstaan is, ech-
ter niet of nauwelijks duidelijk. Talloze definities doen de
ronde. De gevolgen kunnen de gemeente (letterlijk) duur
komen te staan: niet actuele en onbetrouwbare informatie kan
effectief handelen in de weg staan en burgers of bedrijven
kunnen door verkeerde informatie schade lijden.

Bij gemeenten groeit de laatste jaren de belangstelling voor


ruimtelijke basisgegevens. Deze groei wordt versterkt door
lopende landelijke ontwikkelingen. De totstandkoming van de
Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen op onroe-
rende zaken (Wkpb), de uitwisseling van digitale ruimtelijke
plannen (DURP) en de ontwikkeling van basisregistraties voor
gebouwen (BGR) en adressen (BRA) zijn daarvan de belang-
rijkste. Ontwikkelingen die een grote impact zullen hebben
op de bestaande gemeentelijke gegevenshuishouding en
manier van werken.

Meer dan inhoudelijke standaardisatie


Cap Gemini Ernst & Young is nauw bij deze landelijke ont-
wikkelingen betrokken. Daarbij wordt intensief samengewerkt
met de gemeentelijke praktijk. Dat levert niet alleen veel
inhoudelijke kennis op, maar maakt ook duidelijk dat er voor
een goede aanpak meer nodig is dan inhoudelijke standaardi-
satie en technische oplossingen. Vooral bestuurders en
management zullen er van overtuigd moeten worden dat vele Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry
processen in hun organisatie van een goede gegevenshuishou- Zonderland of Marcel Rietdijk, (030) 689 81 02, of via
ding over ruimtelijke objecten afhankelijk zijn. Een moeilijke harry.zonderland@cgey.nl en marcel.rietdijk@cgey.nl

5
Wilfried van Montfoort en Alex Lambrechts, gemeente Zoetermeer

Concentratie financiële administraties in Zoetermeer

De inrichting van een


shared service center
Erwin Derks In 2003 heeft de gemeente In 2001 heeft de gemeente Zoetermeer een oriëntatie-
onderzoek laten doen naar de mogelijkheden van con-
Zoetermeer gewerkt aan de samenvoeging van de centratie van de decentrale financiële administraties.
Wat was daarvoor de aanleiding?
decentrale financiële administraties tot een nieuw sha- “Zoetermeer heeft sinds begin jaren ’90 een concernmodel
waarbij een aantal financiële beleidstaken centraal is belegd.
red service center. Per 1 januari van dit jaar is de nieuwe Het financiële beheer is destijds gedecentraliseerd naar de
diverse hoofdafdelingen”, steekt Wilfried van Montfoort van
afdeling Financieel Administratieve Dienstverlening (FAD) wal. “Reden daarvoor was versterking van het decentrale
integrale management. Uit een evaluatieonderzoek dat in
daadwerkelijk van start gegaan. Een goed moment om een van de jaren daarna heeft plaatsgevonden, bleek dat de
gemeente Zoetermeer een relatief grote formatie inzette voor
met Alex Lambregts (directeur van de hoofdafdeling de financiële administratieve taken. Hierop volgend ont-
stond in 2001 de wens om de mogelijkheden voor concen-
Bestuur), Wilfried van Montfoort (afdelingshoofd), beiden tratie van de financiële administraties te laten onderzoeken.”
Niek van der Ploeg vult aan: “Op dat moment is Cap Gemini
gemeente Zoetermeer, en Niek van der Ploeg (project- Ernst & Young betrokken geraakt. Als onderdeel van het
oriëntatieonderzoek zijn de financiële administraties opnieuw
leider) van Cap Gemini Ernst & Young, op het invoe- gebenchmarkt. Hieruit bleek dat in Zoetermeer nog steeds
sprake was van een grotere formatie dan in vergelijkbare ande-
ringsproces terug te kijken. re gemeenten en dat er concrete besparingsmogelijkheden
waren. Daarnaast is in dit onderzoek nagegaan welke voor-

6
en nadelen een concentratie van financiële administraties in overigens niet dat een projectleider tot op het laagste detail-
Zoetermeer zou hebben. Tevens is beoordeeld hoeveel inspan- niveau kennis moet hebben van de werkprocessen zoals die
ningen een concentratie zou vragen, bezien vanuit de organi- in Zoetermeer verlopen”. Daarin kan Van der Ploeg zich vin-
satorische kant en vanuit de informatiesysteem-technische den: “In een veranderingstraject is het goed om gebruik te
kant. Uiteraard is ook aandacht besteed aan het draagvlak maken van de kennis die binnen de organisatie beschikbaar
voor deze organisatieverandering onder medewerkers.” is. Als projectleider moet je er rekening mee houden dat je
aanwezigheid tijdelijk is en dat de staande organisatie verder
Wat was de grootste hobbel die moest worden genomen kan met een verbeterde werkwijze die ook ‘de hunne’ is.”
om een concentratie van de financiële administraties te Van Montfoort is het met deze zienswijze eens: “Doordat we
realiseren? gedurende het project continu hebben overlegd en ik in de
“Concentratie was – technisch gezien – in Zoetermeer relatief laatste fase als toekomstig afdelingshoofd ben aangesteld als
gemakkelijk, omdat er al sprake was van één financieel sys- kwartiermaker, heb ik het stokje van de projectorganisatie
teem”, geeft Van Montfoort aan. “Daarnaast waren financieel- geleidelijk kunnen overnemen. Zo is het echt ‘onze’ afdeling
administratieve functies weinig vermengd met de planning -& geworden.”
controlfuncties. Hierdoor was de grootste barrière het draag-
vlak voor concentratie bij een deel van de medewerkers én bij Betekent dit dat weer voor eenzelfde projectorganisatie
een aantal budgethouders. Veel medewerkers betoogden dat gekozen zou worden?
verbeteringen – zowel efficiëntie als effectiviteit – ook binnen “We hadden een ambitieuze projectorganisatie neergezet om
de decentrale financiële administraties tot stand zouden kun- een maximaal draagvlak te creëren”, geeft Lambregts aan.
nen komen. Uiteindelijk is toch tot concentratie besloten, “Zo hadden we bijvoorbeeld een klankbordgroep in het
omdat dit de meeste mogelijkheden bood voor vermindering leven geroepen. Daarvan was de toegevoegde waarde echter
van de kwetsbaarheid, gemeentebrede uniformering van beperkt. Door de samenstelling van de werk-, project- en
werkprocessen en grotere efficiëntie.” stuurgroepen, gecombineerd met de brede verspreiding van
de stuurgroepstukken, werd al gegarandeerd dat veel men-
Het plan van aanpak voor het invoeringsproces gaf sen actief betrokken waren.”
een zeer gedetailleerde beschrijving van wat er gedaan
moest worden, welke mijlpalen er in het traject werden In het begin van dit gesprek is aangegeven dat de
onderscheiden en wanneer deze moesten worden bereikt. gemeente Zoetermeer de financiële functie ooit heeft
Op welke manier is in het traject aandacht besteed aan gedecentraliseerd om het integraal management te
het draagvlak van medewerkers voor de verandering? versterken. Doet concentratie van de financiële admini-
Alex Lambregts: “Tijdens het project is ontzettend veel aan- straties hieraan dan geen afbreuk?
dacht besteed aan het informeren van en het praten met men- Wilfried van Montfoort meent van niet: “De hoofdafdelingen
sen, zowel in groeps- als in individueel verband. Iedereen is blijven verantwoordelijk voor de financiële informatievoor-
open tegemoet getreden. Ook hebben we de flexibiliteit ziening. Om deze verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk
getoond om voor individuele problemen oplossingen op maat inhoud te geven, zijn dienstverleningsovereenkomsten
aan te bieden.” (DVO’s) afgesloten. Hierin is bepaald op welke dienstverle-
ning de hoofdafdelingen mogen rekenen, maar is ook aange-
Welke effect heeft dat gehad voor de planning? geven waaraan de hoofdafdelingen zich moeten houden om
“Met de opdrachtgever en de stuurgroep is in het begin afge- te zorgen voor een tijdige, juiste en volledige financiële
sproken dat strak de hand zou worden gehouden aan de plan- administratie. In feite functioneert de FAD als een shared
ning”, geeft Van der Ploeg aan. “Het realiseren van de plan- service center waaraan de hoofdafdelingen hun financieel-
ning draagt bij aan het vergroten van het draagvlak”, vervolgt administratieve taken hebben uitbesteed. Het afsluiten van
Alex Lambregts. “Als medewerkers gedurende het project een DVO is daarvoor een goed hulpmiddel, omdat de relatie
constateren dat alles volgens planning verloopt, groeit het tussen de integraal manager als klant en de FAD als leveran-
vertrouwen. Daarnaast is steeds vooraf helder aangegeven cier daarin is vastgelegd. Nu we vanaf 1 januari 2004 echt
wanneer er welke stappen met betrekking tot de nieuwe gestart zijn met de nieuwe afdeling, komt het er in het
organisatie, de functies en de waardering daarvan zouden komende jaar op aan om het principe ‘afspraak is afspraak’,
worden gezet.Verder heeft bijgedragen dat we voor dit project zoals vastgelegd in de DVO, ook echt waar te maken. Het
een stuurgroep hadden ingesteld, waarin het CMT was verte- geeft ons een concreet doel waar we met z’n allen voor
genwoordigd, waardoor de besluitvormingslijnen kort waren. gaan!”

Heeft een projectleider voor een concentratietraject


inhoudelijke kennis nodig op financieel-administratief Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Niek van
gebied, of kan ook volstaan worden met een proces- der Ploeg, (030) 689 8104, of via niek.vander.ploeg@cgey.nl.
begeleider zonder kennis van de inhoud?
Alex Lambregts: “Inhoudelijke kennis van het vakgebied
leidt ertoe dat de positie als projectleider heel natuurlijk
overkomt.” Van Montfoort speelt hierop in: “Dat betekent

7
Van links naar rechts: Reijer van der Gaag (CGE&Y), Theo Niënhaus (gemeente-
secretaris), Mariël de Vries (senior adviseur P&O) en Chifae Raissouni (CGE&Y)

Functiefamilies en
competenties
in West
Maas
en Waal

we aan de nieuwe organisatie stellen. Ik wilde een nieuwe,


Sonja Wekema Het organisatieontwikkelings- gezonde basis leggen.” Het tijdpad om de gewenste ambities
te realiseren was erg kort, maar de gemeente West Maas en
proces van de gemeente West Maas en Waal bracht met Waal en Cap Gemini Ernst & Young pakten samen de hand-
schoen op om zorgvuldig én in hoog tempo de klus te kla-
zich mee dat het functiehuis opnieuw moest worden inge- ren. Reijer van der Gaag van CGE&Y legt uit hoe dit is aan-
gepakt: “In onderling overleg besloten we de volgende stap-
richt. Besloten werd een nieuw functieboek op te stellen pen te zetten: (1) het opstellen van functiefamilies, (2) het
organiseren van een workshop voor het managementteam
om binnen de gemeente een evenwichtige opbouw van over competenties, (3) het geven van voorlichting aan de
medewerkers en (4) het waarderen van functies met het
het functiehuis te realiseren. ODRP-functiewaarderingssysteem.”

Functiefamilies en competenties
“Het voordeel van werken met functiefamilies is dat je
De start gedwongen wordt om in hoofdlijnen te blijven denken,
Sinds 1 maart 2003 is Theo Niënhaus gemeentesecretaris zodat je niet verzandt in details en snel tot een totaalplaat-
van de gemeente West Maas en Waal. “In het organisatie- sing van de medewerkers kunt overgaan”, vertelt Niënhaus.
ontwikkelingsproces kwamen we er al snel achter dat het “Als ik nu terugkijk, dan hebben we in een hele korte tijd
bestaande functiehuis niet meer goed paste bij de eisen die veel bereikt. Zelf hadden we nog relatief weinig zicht op de

8
totale organisatie en leidinggevenden stroomden gedurende Samenwerking
het proces in. Van de leidinggevenden hebben we vernomen Over de onderlinge samenwerking is Niënhaus erg te spre-
dat ze het als erg positief hebben ervaren, dat ze op deze ken. “Het traject is tijdig en snel verlopen. Het opstellen van
wijze het proces hebben kunnen meemaken. Een beter het functieboek heeft minder dan vier maanden geduurd. En
inwerktraject hadden ze zich niet kunnen wensen.” wat ik erg belangrijk vind is dat we constant met dezelfde
consultants gewerkt hebben. Doordat de sfeer zo goed was
Naast functiefamilies heeft de gemeente West Maas en Waal en doordat de snelheid erin zat, was iedereen gemotiveerd
gekozen voor de invoering van competenties, die aan de om de eindstreep te halen. Daarnaast was het voor ons erg
verschillende functiefamilies zijn gekoppeld. “We hebben belangrijk dat er een onafhankelijke, objectieve adviseur
de competenties in een workshop aan de functies toebedeeld. aanwezig was, die zijn toegevoegde waarde heeft waarge-
Om met verschillende mensen op die manier een gemeen- maakt”, aldus Niënhaus. “Wat voor ons ook heel prettig
schappelijke deler te vinden en uiteindelijk keuzes te maken, werkte, was dat er ‘chemie’ was en dan is het leuk om vaart
vond ik erg plezierig”, zegt Niënhaus. Chifae Raissouni van te zetten. Dit was voor beide partijen ontzettend stimule-
CGE&Y merkt hierbij op: “De vervolgsessies met het MT, die rend”, aldus Van der Gaag. “Bovendien was het plezierig dat
naar aanleiding van de workshops zijn gehouden, waren bij- tijdens de workshop ter plekke knopen konden worden
zonder nuttig. Hierin zijn de inhoud van de functieprofielen doorgehakt. Dat is heel essentieel, want als je dat in zo’n
en de bijbehorende bandbreedtes zorgvuldig besproken, met workshop laat liggen, heb je kans op tussentijdse ruis en
als grote voordeel dat de overgang van mensgerichte functies dan kan het weken duren voordat je vervolgstappen kunt
naar organieke functies veel soepeler kon worden bewerkstel- zetten.” Ook volgens De Vries was er echt sprake van een
ligd.” Dat het geheel van functiefamilies en competenties een gezamenlijke ambitie en aanpak. “Jullie lieten ons onze eigen
basis heeft gelegd voor de toekomst, blijkt uit de opmerking keuzes maken, maar stuurden wel bij op het moment dat
van Mariël de Vries, senior adviseur P&O van de gemeente het echt nodig was. Daardoor is het echt ons eigen stuk
West Maas en Waal: De competenties fungeren als een soort geworden en niet zomaar een voorbeeld uit de kast.”
kapstok, waaraan de verschillende HRM-instrumenten zullen
worden gehangen. Denk hierbij aan beoordelen, werving & Tips voor andere gemeenten
selectie en POP-gesprekken.” Wanneer de vraag wordt gesteld of Niënhaus nog tips heeft
voor andere gemeenten, antwoordt hij: “Ik zou willen mee-
Voorlichting geven dat je in een kort tijdsbestek een behoorlijke inspan-
Niënhaus constateert dat het geven van voorlichting een ning moet leveren, zodat je er goed ‘in’ blijft en de voortgang
essentieel onderdeel uitmaakt van het gehele traject: “Samen kunt bewaken. Probeer vooral ook te bewaken dat je voor
met CGE&Y hebben we voorlichting gegeven aan het perso- de lange termijn een goed rendement kunt halen uit je
neel over de in te voeren functiefamilies en competenties. inspanningen”, aldus Niënhaus.
Daarnaast werden de medewerkers tussentijds ook op de
hoogte gehouden van de ontwikkelingen in het traject. Last
but not least hebben de goede contacten met de OR – waar Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Chifae
we tweewekelijks mee spraken – er mede toe geleid dat het Raissouni of met Reijer van der Gaag, (030) 689 54 11, of via
traject zonder belemmeringen tot een succesvol eind is vol- chifae.raissouni@cgey.nl en reijer.vander.gaag@cgey.nl
bracht.” Ook Chifae Raissouni is van mening dat het belang-
rijk was de medewerkers continu te informeren: “Op die
wijze wordt de kans op weerstand en onbegrip verkleind,
zodat de organisatieverandering kan slagen”.

Functiefamilies
Een functiefamilie is een groep functies met een gemeenschappelijk
grondpatroon. Het is een beschrijving van de (aard van de) werkzaam-
heden die karakteristiek zijn voor een groep functies. De organisatie-
brede toepassing wordt gerealiseerd door werkzaamheden op een
hoger abstractieniveau te beschrijven en niveaubepalende bestand-
delen op te nemen in de zogenaamde ‘bandbreedtes’. Het aantal
bandbreedtes in een functiefamilie wordt met name bepaald door
de interne niveauverhoudingen (rangordening) en de visie van de
organisatie op de beloningsverhoudingen (uitgangspunten belonings-
beleid).

9
Relatie Egem en WUG
Peter ter Telgte, tot voor kort communicatieadviseur bij de gemeente Dongen en nu projectmanager bij Egem

Enthousiasme voor Web Intake


Systeem onverminderd groot
Floor Lekkerkerker en Hylke Wierda “Mijn enthousiasme Eerste gemeente
Dongen was de eerste gemeente die – na de ontwikkeling
voor het Web Intake Systeem is nog even groot”, aldus door Dordrecht - voor WIS koos. Peter ter Telgte vertelt wat
de reden voor Dongen was om met WIS aan de slag te gaan.
Peter ter Telgte, tot voor kort communicatieadviseur bij “Bij Dongen was de belangrijkste overweging, nadat de orga-
nisatiewijziging was uitgesproken, dat de gemeente zich
de gemeente Dongen en nu projectmanager bij Egem. moest omvormen tot een vraaggerichte organisatie, aange-
stuurd op basis van vraagpatronen. In de gemeenteraad is
Dongen was de eerste afnemer van het Web Intake een ICT-visie vastgesteld met als belangrijkste uitspraak dat
in 2007 75% van de producten op transactieniveau via het
Systeem (WIS), dat tot doel heeft de gemeentelijke frontoffice beschikbaar moet zijn. Dat is een forse ambitie en
daar moet je ook flink wat voor doen. We wilden dat toe-
dienstverlening via internet te ondersteunen. Oorspron- passen op het gebied van de digitale dienstverlening, maar
ook voor de fysieke dienstverlening.” Vervolgens kwam
kelijk ontwikkeld door de gemeente Dordrecht, is WIS Dongen voor de keuze te staan wat eerst te doen; de achter-
kant of de voorkant. De gemeente besloot eerst de voorkant
inmiddels ter beschikking gesteld aan andere gemeen- op te tuigen. Op deze manier is inzichtelijk gemaakt wat
vraaggericht werken voor de organisatie betekent. “Aan de
ten. Hoe kijkt Peter ter Telgte, vanuit zijn oude rol bij de burgers wilden we laten zien welke kant we als organisatie
op willen. Destijds was het systeem van Dordrecht het eerst
gemeente en zijn huidige rol bij Egem, tegen WIS aan? werkende, zichtbare systeem in ‘gemeenteland’. Een systeem
dat ook zover was dat digitale formulieren via internet inge-

10
vuld en verzonden kunnen worden, aanvragen via de inter-
netkassa kunnen worden betaald en tevens de burger de WIS
mogelijkheid biedt de status van de aanvraag te volgen. Dus Het Web Intake Systeem is ontwikkeld en geïmplemen-
veel extra functionaliteiten die wij als gemeente ook graag teerd door de gemeente Dordrecht, met als doel de
wilden en die we bij Dordrecht al in de praktijk zagen wer- gemeentelijke dienstverlening via internet te onder-
ken. Dat heeft dus meegespeeld bij de keuze van Dongen steunen. WIS vormt de schakel tussen de website en
voor WIS. En, daar ben ik van overtuigd, WIS gaat in de de achterliggende gemeentelijke processen, door aan-
organisatie en aan de burgers laten zien wat de ambitie van sluiting op de backofficesystemen. Burgers kunnen
Dongen is om de vraaggerichte dienstverlening echt waar te WIS-producten en -diensten via internet aanvragen en
maken. Dat kan met het gebruik van WIS, met alle haken en betalen, maar ook on-line inzicht krijgen in de status van
ogen die er natuurlijk ook aan zitten, relatief gemakkelijk.” de aanvraag.

Verdere ontwikkeling Om het systeem zo goed mogelijk aan andere gemeen-


Ook na zijn overstap naar Egem blijft Peter ter Telgte actief ten beschikbaar te stellen, is de WIS User Group (WUG)
betrokken bij de ontwikkeling van WIS. Met name op het opgericht. De WUG beheert de WIS-software en stelt
gebied van de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden deze aan haar leden ter beschikking: gemeenten die
en het ontwikkelen van gemeenschappelijke diensten, ziet WIS willen implementeren. Door de vrije beschikbaar-
hij een hele duidelijke relatie tussen Egem en de WIS User heid krijgen gemeenten de mogelijkheid een stap te
Group (WUG), de groep waar de WIS-gebruikers bij elkaar zetten naar productontwikkeling op basis van open
moeten komen. “Ja, het is logisch dat Egem binnen de WUG standaarden.
een actieve rol zal spelen.” Doelstelling van de WUG is stu-
ring te geven aan strategische en tactische ontwikkelingen
van WIS. Door het toepassen van WIS in diverse gemeenten
ontstaat een groeiende verzameling modules, bijvoorbeeld
de uitbreiding van de bestaande koppelingen met backoffi-
cesystemen. Deze modules zullen via de WUG worden toe-
gevoegd aan de WIS-standaard en beschikbaar zijn voor de
WIS-gebruikers. “Egem hamert op het gebruik van open
standaarden en op samenwerking, zodat het opnieuw uitvin- wat de kwantitatieve besparingen zijn die worden behaald
den of ‘beter maken’ van het wiel, geen verspilde energie is.” met de inzet van WIS. “De business case is heel aardig om
inzichtelijk te maken wat je als organisatie de komende jaren
Samenwerking kunt winnen in je bedrijfsvoering. Wat mij betreft is de dis-
Samenwerking is een thema dat steeds terugkeert. Ook kleine cussie die daar meteen op aansluit, wat ga je met die winst
gemeenten kunnen daar hun voordeel mee doen. “Wat we bij doen? Die papieren winst is relatief snel inzichtelijk
kleine gemeenten zien, is dat ze hun bedrijfsvoering niet meer gemaakt. Dat het winst oplevert daar ben ik van overtuigd.
adequaat op peil kunnen houden. Als de organisatie vervol- Alleen al het feit dat de papieren niet meer van het ene naar
gens toch die kwaliteitsslag naar een klantgerichte organisatie het andere bureau hoeven, levert veel tijd op. Dat is heel
wil maken, dan zit zij op een bepaald moment tegen haar snel verdiend.”
plafond qua tijd en middelen. Dus een logische stap is dat ze
samenwerking zoeken met buurgemeenten, een grote-broer- Door de voordelen die WIS biedt, is het één van de praktijk-
gemeente of een andere organisatie die de stap wel kunnen voorbeelden die Egem komend jaar wil ontsluiten. “Dat WIS,
zetten.” net als bijvoorbeeld de superpilot-gemeenten en een initiatief
als Burgerpin, een goed voorbeeld is, dat is de realiteit.” Eén
Ook op het brede gebied van digitale dienstverlening is van de belangrijke elementen binnen het toetsingskader voor
samenwerking belangrijk, vindt Peter ter Telgte. Hij gelooft een best practice is, in hoeverre het door andere gemeenten
in ketensamenwerking. Op het moment dat een gemeente gemakkelijk toe te passen is. “Ofwel, is het generiek toepas-
de producten vraaggericht ontsluit, komt op enig moment baar en wordt gebruikgemaakt van open standaarden?”
de vraag op of de gemeente deze producten nog moet aan-
bieden, of dat de gemeente die bij een andere organisatie Ter Telgte besluit:“WIS is een mooi product. Vanuit Dongen
mee laat aanbieden, omdat de klant daar eerder komt. “Als vond ik het al een mooi product en vanuit Egem zal ik het
je als gemeente de digitale dienstverlening en de vraagge- ook zeker blijven volgen. Het is een van de goede voorbeel-
richte ontsluiting op orde hebt, kun je dat ook vrij gemak- den die in het land aanwezig zijn.”
kelijk realiseren.”

Extra impuls Voor meer informatie over WIS of (elektronische) dienstverlening,


Dat WIS een extra impuls geeft aan een vraaggerichte orga- kunt u contact opnemen met Floor Lekkerkerker of Hylke
nisatie en besparingen realiseert, blijkt uit de business case Wierda, (030) 689 81 02, of via floor.lekkerkerker@cgey.nl en
die door CGE&Y is opgezet. In deze case wordt berekend hylke.wierda@cgey.nl. Egem heeft een website: www.egem.nl.

11
Risico’s Amsterdams
Gemeentearchief in kaart
Jacob van Kokswijk Het Gemeentearchief in Amster- en gewijzigde gegevens. Binnen het Gemeentearchief
wordt momenteel gebruikgemaakt van meerdere systemen
dam ontvangt jaarlijks zo’n 30.000 bezoekers die daar een waarbij de afdelingen verantwoordelijk zijn voor hun eigen
systeem. Daarnaast is er een archief- en collectiesysteem dat
duik nemen in het verleden. Een aanzienlijk deel van de door meerdere afdelingen wordt gebruikt. Van belang is ook
dat medewerkers weten wat er ingevoerd wordt en wie er
collectie is digitaal beschikbaar. De vraag is hoe deze goed gegevens mogen wijzigen, waarbij de autorisaties regelmatig
moeten worden gecontroleerd. Er dienen dus kwaliteitseisen
te beveiligen is. te worden gesteld waarbij ook duidelijk moet zijn hoe die
eisen kunnen worden geborgd.

Digitaal registratiesysteem Bij de risicoanalyse is met name gekeken naar de kwetsbaar-


Veel overheidsarchieven hebben een digitaal registratiesysteem heid, bedreigingen en te nemen maatregelen. De verdergaande
ingevoerd, waarbij naam- en adresgegevens van de bezoeker penetratie van ICT in de bestaande bedrijfsprocessen en de
gekoppeld worden aan een persoonlijk bezoekersnummer. Ter toenemende onderlinge verwevenheid van informatieverwer-
beveiliging van de archiefstukken werken bijvoorbeeld de kende processen leiden tot een toenemende onderlinge afhan-
Koninklijke Bibliotheek, het Centraal Bureau voor Genealogie kelijkheid en een toenemende complexiteit in de informatie-
en het Amsterdams Gemeentearchief al enige tijd met pasjes verwerkende processen. Deze afhankelijkheid en complexiteit
waarmee bezoekers zich moeten legitimeren. Originele leiden tot grotere risico’s op het gebied van betrouwbaarheid,
archiefstukken worden alleen nog ter inzage gegeven aan per- integriteit en continuïteit van de informatieverwerking. De
sonen van wie de identiteit onomstotelijk vaststaat. De vraag noodzaak van beveiligingsmaatregelen om die risico’s af te
is hoe het staat met de beveiliging van de archieven. dekken neemt toe.

Landelijke archiefkaart
Een aantal archiefinstellingen in Nederland heeft inmiddels de
landelijke archiefkaart ingevoerd, waarmee fysieke toegang Het Gemeentearchief Amsterdam is een histo-
wordt verkregen tot de betreffende archieven. Ook het risch documentatiecentrum in de breedste zin
Gemeentearchief Amsterdam heeft de elektronische bereik- van het woord. Archieven van de stedelijke
baarheid van de opgeslagen materialen uitgebreid. Twee jaar overheid, maar ook van veel particuliere instel-
geleden is gestart met het digitaliseren van de foto’s en het lingen en bedrijven worden er bewaard. Tevens:
bouwen van een beeldbank. Honderdduizend historisch- verzamelingen van boeken, kranten, tijdschriften
topografische foto’s en vijftienduizend bouwtekeningen zijn en ander klein drukwerk, tekeningen, prenten,
al op het internet gezet. Ook archiefbestanden, zoals gezins- foto’s, kaarten en plattegronden, bouwtekenin-
kaarten en marktkaarten staan op het web. gen, affiches en prentbriefkaarten. Daarnaast zijn
film, video, platen, cd’s, radio- en tv-opnamen
Risicoanalyse te raadplegen. Het Gemeentearchief adviseert
Hoe zorg je dat al die informatie ongewijzigd, beschikbaar en ook de stadsdelen, diensten en bedrijven hoe
zonodig vertrouwelijk blijft? Het Gemeentearchief Amsterdam de ambtenaren het beste om kunnen gaan met
zag gevaren in die opgeslagen informatie, al die toegangen en analoge en digitale archieven, zodat deze
raadpleegmogelijkheden. Cap Gemini Ernst & Young heeft bescheiden in goede en geordende staat kunnen
daarom op verzoek van het Gemeentearchief een risicoanalyse worden geraadpleegd.
uitgevoerd. Hoofddoel was om het bewustzijn van de mede-
werkers voor de risico’s te vergroten, waarbij duidelijk moest
worden welke systemen voor het Gemeentearchief de belang-
rijkste zijn, welke eisen daaraan gesteld worden en hoe deze
eisen gewaarborgd kunnen worden. Belangrijk was ook wat je Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dick Nederend,
moet regelen om de informatie te borgen, hetgeen kan inhou- (030) 689 10 36, of via dick.nederend@cgey.nl.
den dat je hoge eisen stelt aan degenen die nieuwe informatie Het Gemeentearchief Amsterdam is elektronisch bereikbaar via
invoeren. Tevens is een controle nodig op de ingevoerde www.gemeentearchief.amsterdam.nl.

12
Een gemeenschappelijke intake voor
werkende jongeren in Dordrecht
Michel de Visser “Ketensamenwerking? Begin moeten zorgen dat minder jongeren instromen en meer jon-
geren uitstromen.
er niet aan!” Zo zou Wim Sterk (afdeling Onderwijs,
Spannend
gemeente Dordrecht) tot voor kort hebben gereageerd Volgens Sterk is het opzetten van ketensamenwerking span-
nend. “Iedereen kijkt mee en het initiatief staat in het mid-
wanneer zijn mening over ketensamenwerking zou zijn delpunt van de belangstelling. Tegelijkertijd moet er ver-
trouwen ontstaan. Alle partners moeten in beweging komen
gevraagd. Toch is op 1 februari jl. in Dordrecht ‘Route en als er eens iets misgaat moeten er niet meteen Zwarte
Pieten worden uitgedeeld. Als gemeente moet je steeds je
23’ van start gegaan om middels ketensamenwerking eigen rol in de gaten houden, ten opzichte van de andere
partners, maar ook ten opzichte van de extern betrokken;
de jeugdwerkloosheid te lijf te gaan. Cap Gemini Ernst & Young. Wat moeten we zelf doen en
wat moeten we laten doen? Wanneer is het het voorstel van
de externe partij en wanneer wordt het ons eigen ding? Dat
Terugdringen jeugdwerkeloosheid zijn vragen die spelen. Ook dien je goed om te gaan met de
Route 23 is een aanpak die samen met Cap Gemini Ernst & dubbelrol van de gemeente. We willen regievoerder zijn,
Young ontwikkeld is waarin CWI, Bureau Jeugdzorg, ROC, maar vaak zijn we ook partner en die beide belangen moe-
RMC, afdeling Onderwijs, sociale dienst en werkgevers ten goed worden afgewogen. Het samen iets maken in een
nauw samenwerken bij het terugdringen van de jeugdwerk- keten is overigens ook keet maken. Je moet dingen scherp
loosheid. Over een jaar moeten de aantallen jeugdige werk- met elkaar kunnen bespreken, maar soms ook lol kunnen
zoekenden, jongeren met een uitkering en voortijdig school- maken. Aldus werken we met elkaar aan een gezamenlijk
verlaters met 10% zijn teruggebracht. Een pittige, maar vol- doel. Ketensamenwerking is dus zeker het proberen waard!”
gens Sterk ook leuke klus. “Ketensamenwerking is natuurlijk
een hot item, waar de meesten, en ikzelf aanvankelijk ook,
een beetje omheen draaiden. De instanties hebben voor een Voor meer informatie kunt u contact opnemen met David van
groot deel allemaal met dezelfde jongeren te maken, maar Maanen, 06 12964189, david.van.maanen@cgey.nl of
hebben elk hun eigen aanpak en dat gaat niet altijd goed. Je Michel de Visser, 06 15027849, michel.de.visser@cgey.nl.
kunt dan met elkaar de problemen doodzwijgen, of met
elkaar de handen proberen ineen te slaan. Wij hebben dat
laatste gedaan, maar dat vergt wel lef en is niet altijd gemak-
kelijk.”

De snelle stijging van de jeugdwerkloosheid en de invoering


van de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB) hebben tot
gevolg dat gemeenten de bakens moeten verzetten. In
Dordrecht krijgen jongeren nu via één loket bij Route 23 een
gemeenschappelijke intake. Na deze intake bespreekt een
multidisciplinair team, dat bestaat uit medewerkers van de
deelnemende instanties, de jongere. Er wordt dan een per-
soonlijk ontwikkelplan opgesteld en een casemanager aange-
wezen. Uiteindelijk wordt de jongere binnen acht kalender-
dagen begeleid naar werk, scholing, zorg of een combinatie
daarvan. Voordelen van deze aanpak zijn dat er minder
dubbel werk gedaan wordt en dat kennis en informatie over
jongeren optimaal tussen instanties worden uitgewisseld.
Jongeren vallen minder snel tussen de wal en ’t schip en
‘loketshoppen’ kan niet meer. Daarnaast is er een gezamen-
lijke preventieaanpak en een werkgeversaanpak die ervoor

13
COLUMN

Naar de ‘ondernemende’ sociale dienst

Op 1 januari jl. is de Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking


getreden. De WWB vormt naar mijn mening een trendbreuk in
de historie van de bijstandsuitvoering. Er is niet alleen sprake
van volledige decentralisatie, maar ook van een financieel volle-
dig eigen risicodragerschap. Werk gaat boven uitkering. Slechts
in gevallen waarin geen sprake kan zijn van arbeidsparticipatie
staat de mogelijkheid van bijstand open.

De sociale dienst heeft van oudsher drie kernfuncties. Allereerst


is er de inkomensfunctie. Dat zijn alle activiteiten die te maken
hebben met uitkeringsverstrekking. Vervolgens is er de zorg-
functie. Hierbij gaat het om activiteiten die tot doel hebben
uitkeringsgerechtigden bij ziekte of gebrek weer geschikt te
maken voor de arbeidsmarkt dan wel bij het niet kunnen wer-
ken een zinvolle bestemming in hun bestaan te geven. Tot slot
is er de reïntegratiefunctie. Dit omvat alle activiteiten die tot
doel hebben de uitstroom uit de bijstand te bevorderen door
(her)intreding op de arbeidsmarkt.

Sinds 1965, toen de Armenwet uit 1912 vervangen werd, heb-


ben deze kernfuncties in de bijstandspraktijk een wisselende op regievoering, outputsturing en opdrachtgeverschap door
prioriteit gekend. In de uitvoering lag het accent vooral op een regionale samenwerking of uitbesteding aan marktpartijen. Niet
adequate uitkeringsverstrekking. De wijze van financiering van alleen van zorg- en reïntegratie-activiteiten, maar met name ook
bijstand speelde immers altijd een belangrijke rol in de priori- van onderdelen van het uitkeringsproces. De gemeente gaat
teitskeuzes door gemeenten. Het Rijk betaalde lang 90% van zodoende de rol van organizer vervullen, in plaats van provider.
de kosten. Waarom dan de nek uitsteken? Pas de laatste jaren Er zijn geen wettelijke belemmeringen voor een sociale dienst
is met het Fonds van Werk & Inkomen getracht méér financiële om als ‘onderneming’ te opereren. Daarbij doel ik niet op de
prikkels in te bouwen. Gevolg was dat gemeenten het accent sociale dienst als private entrepreneurs, maar op de sociale
gingen verleggen naar vooral arbeidsgerelateerde zorg en reïn- dienst als maatschappelijk ondernemer die in vrijheid van
tegratie. Het is volgens mij vooral de verdienste geweest van handelen en direct geconfronteerd met de financiële gevolgen
bijvoorbeeld voorhoedegemeenten als Den Bosch en Emmen daarvan, maximaal rendement in termen van reïntegratie pro-
en staatssecretaris Mark Rutte van SZW dat de laatste nu de beert te bereiken. Daarmee wordt door sociale diensten een
lijn heeft doorgetrokken en 40 jaar na dato de financiële prikkels economische bijdrage geleverd aan de productiviteit van de
voor 100% bij gemeenten heeft gelegd. Uiteraard met inacht- BV Nederland. Dat is voor de sociale diensten wat je noemt
neming van een aantal waarborgen, maar met het duidelijke een omslag van historische betekenis.
oogmerk dat de gemeentelijke uitvoering volledig gefocust raakt
op het bevorderen van arbeidsparticipatie.
Mr. Martin van der Krogt
Mijns inziens noodzaakt dat tot een turn around in het gemeen- Vice president Cap Gemini Ernst & Young
telijk handelen van zowel bestuurders als ambtenaren. De WWB Practicemanager Werk & Inkomen
heeft voor beide geledingen forse consequenties. De wet is
gebaseerd op ketensturing en veronderstelt o.a. de aanwezig- Voor reacties en/of meer informatie kunt u contact opnemen
heid van een professionele inkooporganisatie en bestuurlijk net- met Martin van der Krogt, (030) 689 84 17, of via
werkmanagement. Dat betekent logischerwijs een concentratie martin.vander.krogt@cgey.nl

14
In de pers Trouw, 20-11-2003

Het Financieele Dagblad, 15-10-2003

Prov. Zeeuwse Courant, 08-01-2004

Binnenlandsbestuur, 16-01-2004 Automatisering Gids, 30-01-2004

Publicaties
Titel Auteurs Bron

Berg van gegevens of goudmijn vol informatie? Claudia Goed en Auke Huistra Overheidsmanagement

Adres al bekend? Authentieke basisregistratie


adressen Marcel Rietdijk Geodesia

Vijftig vragen over vraagfinanciering Michiel de Weger, Martien Hols, Boekvorm, VNG uitgeverij
André Postema en Wim Schotman

Agenda
Titel Datum Lokatie

Congres crisismanagement voor 24 maart 2004 Congresgebouw CGE&Y Utrecht


bestuurders (i.s.m. Grontmij)

Seminar Woningcorporaties 25 maart 2004 Congresgebouw CGE&Y Utrecht

Vakbeurs Overheid & ICT 27, 28 en 29 april 2004 Jaarbeurs Utrecht

15
Redactiesecretariaat
Cap Gemini Ernst & Young
Practice Lokale Overheid
T.a.v. Pieta Bunt
Postbus 2575
3500 GN Utrecht
Telefoon : (030) 689 81 04
Fax : (030) 689 86 68
E-mail : lokalezaken@cgey.nl

Colofon
De uitgave Lokale Zaken is een driemaal per jaar verschijnend
informatiebulletin voor cliënten en relaties van Cap Gemini Ernst & Young.
De teksten worden samengesteld onder verantwoordelijkheid van
Cap Gemini Ernst & Young.
Vormgeving en productie: Drost, creatief in communicatie.

Lokale Overheid
drs. H. (Bas) B. Eenhoorn, tel. (030) 689 88 06
drs. A. C. (Ton) de Jong RC, tel. (030) 689 81 04
T.J.M. (Dick) Nederend, tel. (030) 689 68 51

Cap Gemini Ernst & Young behoort wereldwijd tot de grootste


managementadvies- en IT-servicesorganisaties. De onderneming
is in meer dan dertig landen actief op het gebied van business-
en IT-strategie, managementconsulting, technologieontwikkeling
en outsourcing. Deze diensten worden geïntegreerd aangeboden
vanuit marktgerichte sectoren waarin branchgerichte kennis is
gebundeld. Meer informatie over specifieke dienstverlening,
kantoren en research is beschikbaar op: www.nl.cgey.com.

Hoewel bij het redigeren van Lokale Zaken de grootst mogelijke


zorgvuldigheid wordt betracht, bestaat de mogelijkheid dat
bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd of niet juist
meer is. Cap Gemini Ernst & Young is dan ook niet aansprakelijk
voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op
basis van deze uitgave.

Overname van artikelen is alleen toegestaan met toestemming


dr/8D-025.24/3000

van CGE&Y, mits integraal en met bronvermelding.

Vous aimerez peut-être aussi