Vous êtes sur la page 1sur 23

NLT Module Medicijnen

Door
Robin Uitbeijerse

Mas

L5B

2016
Titel van opzet

Inleiding:
I. Aantekeningen

A. Hoofdstuk 1 Blz. 3-6

B. Hoofdstuk 2 Blz. 6

C. Hoofdstuk 3 Blz.

D. Hoofdstuk 4 Blz. N.v.t.

E. Hoofdstuk 5 Blz. N.v.t.

F. Hoofdstuk 6 Blz. N.v.t.

II. Opdrachten

G. Hoofdstuk 1 Blz. 7-10

H. Hoofdstuk 2 Blz. 11

I. Hoofdstuk 3 Blz.

J. Hoofdstuk 4 Blz. N.v.t.

K. Hoofdstuk 5 Blz. N.v.t.

L. Hoofdstuk 6 Blz. N.v.t.

III. Excursie

IV. Practica

A. Invloed metoprolol op watervlo Blz.

2
AANTEKENINGEN

Hoofdstuk 1.

1+2 Fasen en effecten

25-08-2016
Farmacie: bereiden van medicijnen, zalfbereider (apotheker)

Farmacologie: ontwikkelen van medicijnen, uitvinden/onderzoeken/testen

Toxicologie: bestuderen van de werking van giftige stoffen (onderdeel van

Farmacologie)

Er zijn verschillende opleidingen:


Farmacognosie, farmacotherapie, biofarmaceutische analyse, farmacologie,

farmacochemie en farmaceutische technologie

1. Vroeger waren er geen dokters: Medicijnen uit de natuur, kruidendokters, niet heel

betrouwbaar (dosering)

2. Wat is effectiever, synthetisch of natuurlijk: Synthetisch, het is een zuivere stof

(alleen die stof die helpt wordt in het pilletje gedaan)

3. Werkt alles even goed: Kan verschillen met vulstoffen, glansmiddel, enzovoorts

(ligt aan de fabrikant) Het medicijn zelf is altijd hetzelfde.

4. Bijwerkingen: Uitproberen op proefpersonen/dieren/cellen

5. Patent: Patent op medicijnen is langer dan op bijvoorbeeld elektrotechniek en


logos. Kost veel geld vanwege onderzoek en het aanvragen zelf

6. Biologische actieve verbinding = een stof die een biologisch effect heeft op het

lichaam. Bijvoorbeeld een geneesmiddel (verminderd/stopt een ziekte) en nicotine

(genot)

7. Hoe lang duurt het voor een medicijn wordt uitgebracht: Vaak rond de 15 jaar

3
8. Is het medicijn veilig: Het medicijn is uitgebreid getest, maar er kunnen altijd

bijwerkingen zijn. Die bijwerkingen kun je melden bij bedrijven zoals Lareb en het

EMEA (post marketing surveillance).

9. Hoe verdient de fabrikant geld: Door de verkoop van de medicijnen. Soms moet

een medicijn meer kosten, omdat het genvesteerde geld anders niet wordt

terugverdiend. Zonder winst kunnen er geen nieuwe medicijnen op de markt worden

gebracht

10. Reclame: Mag niet, alleen voor simpele medicijnen (zonder recept)

29-08-2016
Opdracht: Site en App leren gebruiken

Vinden en Optimaliseren

1. Targetfinding: Eiwit-/enzymfout zoeken naar de fout/het ontbreken/te veel zijn

van het eiwit/enzym

2. Leadfinding: Proberen het eiwit/enzym met iets te benvloeden (hoeft niet positief

te zijn)

3. Patent aanvragen: Niet te uitgebreid omschrijven (komt openbaar) vanwege

concurrentie. Patent op de stof die zorgt voor het benvloeden

4. Lead optimisation: Optimaliseren van het medicijn (beter maken)

Stereo-isomeren: Gespiegelde vorm, gelijke molecuulformule, maar verschillende

structuurformule

Medicijn wordt nog niet getest op de mens: alleen in lab

Eerst preklinisch: Voor het in de kliniek komt


- Weefselkweek: Vaak met kankercellen, omdat die blijven delen

- Dierenexperimenteel: Ratten, watervlooien, varkens, enzovoorts (afhankelijk van


het soort medicijn

4
Placebo: Niet werkend medicijn dat werkt (of niet), omdat je geloofd dat het werkt

Dubbelblind: Arts en patint weten allebei niet of het een placebo is of niet

Post marketing surveillance: Het controleren van medicijnen terwijl ze op de markt

zijn.

30-08-2016

3 Geld

Blockbusters: Meer dan 1 miljard per jaar aan omzet

Medicijnen zijn duur, maar de productie is vaak goedkoop. Reden: onderzoek kost

veel geld

Merknaam: Bedacht door de fabrikant (maakt er iets moois van), bijvoorbeeld

aspirine

Generiek naam: internationaal, bijvoorbeeld acetylsalicylzuur

Spcialit: Het origineel

Locopreparaat: Identieke namaak

Me-too preparaat: Vergelijkbaar

5
4 Geneeskracht uit de natuur

Alles is giftig > de dosering bepaalt het effect

Bijvoorbeeld:

- De Taxus levert Taxol > tegen kanker


- De Maagdenpalm levert vincristine > tegen kanker
- Gif van Gilamonster (exendin-4) > bevordert insuline afgifte
- Gif van Gifkikkers > voor pijlpunten en als drugs

Hoofdstuk 2.

5-09-2016

1 Farmacologie

In de farmacologie leveren veel verschillende wetenschappen een bijdrage


(multidisciplinair):

- Scheikunde: Op moleculair niveau ontwerpen/meten


- Biologie: Interactie/aangrijpingspunten/stofwisseling
- Wiskunde: Resultaatanalyse en statistiek
- Natuurkunde: Radioactieve tracers/speciale technieken
- Informatica: Modelleren en stimuleren

Meten op verschillende niveaus:

- Orgaan
- Weefsel
- Cellulair
- Populatie
- DNA

Hoofdstuk 3.

1 Communicatie

Kikker is dood, maar organen/weefsel (nog) niet

- Kikkerpoten, elektrostimulatie/curare (ontdekt door Claude Bernard)

6
Er zijn 3 manieren om een celrespons te krijgen

1. Door eiwitpoorten (receptoren/slot)


2. Vet oplosbaar hormoon, gaat door membraan, klikt aan eiwit, gaat de kern in, geeft
gegevens voor mRNA, maakt nieuw eiwit (celrespons)
3. (wateroplosbare) Stof, koppelt aan eiwit (buiten de cel, hoeft niet naar binnen),
eiwit begint een proces, zorgt voor een reactie

2 Ligand receptor complex

- Acetylcholine = Neurotransmitter
- Acetylcholinesterase = Neurotransmitter afbraak
- Acetylcholinesteraseremmer = Blockt afbraak (niet
werkende sleutel

Gebruikt als insecticide en bestrijding Alzheimer

Botulisme

Gif van de Botulinetoxine bacterie, wordt gebruikt als


botox

3 Drug targets

GPCR (G-protein coupled receptor) vangt een sleutel van buiten op en zet een reactie
op gang in de cel.

-Helix = spiraal
-Sheet = plaat

Enzym = Benvloed de aanmaak/afbraak van moleculen (katalysator)


Kanalen en pompen = Benvloeden de concentraties van moleculen

Drugs die niet direct op eiwit target aangrijpen

- Cel processen anders laten lopen


- Bepaalde ionen wegvangen
- PH wijzigen

Neurotransmitter opent het kanaal > Ion gaat door > Reactie in cel

7
8-09-2016

4 Kwantitatieve beschrijving

Agonist

Te lage PH > Hoge concentratie H+

- Protonpost gen
- Eiwit
- Ca2+ concentratie
- ACH, histamine, gatine receptor

12-09-2016

L + R LR

Moleculair biologisch effect

X = Dosis
Y = Effect

Logaritmische grafiek

Effectieve dosis 50 (%)


ED-50

Antagonist

2 evenwichten

L+ LR
R
C+ CR

Metoprolol

- Btablokker
- Werking op het hart
1. Hersenprikkels tegenhouden (lagere hartfrequentie)
2. Tragere AV-prikkelgeleiding > daling tensie

Wordt toegepast voor een verlaging van de bloeddruk

8
19-09-2016

Geoefend met practicum watervlo (zie PRACTICA).

20-09-2016

Practicum watervlo

22-09-2016 Les van Faa

Uitwerken resultaten en verslag

Hoofdstuk 4.

26-09-2016

Dynamiek = Wat doet het middel met het lichaam


Kinetiek = Wat doet het lichaam met het middel

Medicijn toedienen via:

- Huid (zalf)
- Suppositorium (zetpil)
- Slijmvliezen (oogdruppels, onder de tong en neusspray)
- Aders (injectie)
- Mond (pil/tablet)

Er zijn vaak verschillende toedieningswijze voor 1 middel omdat:

- Misselijk (je houdt het niet binnen)


- Het moet snel/zelf te doen zijn

Farmacologische fasen

- Farmaceutische fase
- Absorptie fase
- Metabolische fase
- Distributie fase
- Farmacodynamische fase
- Eliminatie fase

ADMET = Absorptie, distributie, metabolisch, eliminatie en toxiciteit

Farmaceutische fase

9
Hoe wordt het toegediend?

Niet alle manieren zijn altijd mogelijk

- Via ondoordringbare huid kan je een stof toevoegen die de huid door-
dringbaar maakt
- Geen oraal en rectaal bij misselijkheid en diarree

Slow release preparaten (achtervoegsel Retard)

Sluit een molecuul in, in een andere. Gevolg: Frequentieverlaging en


bloedspiegeldemping

Absorptiefase

First pass effect

- Heeft invloed op dosering


- Interactie met andere stoffen zoals alcohol en grapefruit

Metabolische fase

Als de lever te goed zou zijn zouden er geen medicijnen door heen komen. Er komt
niet in je lichaam

Soms maakt de lever de werkzame stof = prodrug, de stof wordt in het lichaam
omgezet in een biologische actieve stof.

Plasmaconcentratie verschilt door toedieningswijze (drank, tablet, injectie)


De stof kan dus langer/beter werken bij een andere toedieningswijze

Distributie fase

Medicijn zit niet alleen los in het lichaam, maar is ook weggevangen. Daardoor
worden lagere bloedspiegelwaarden gemeten (het lijkt alsof het medicijn (bijna) niet
meer aanwezig is).

Wat je toedient / plasmavolume = concentratie

Schijnbaar verdelingsvolume = De hoeveelheid geneesmiddel in het lichaam

Verdelingsvolume groot betekent:

10
- Veel weggevangen
- Je bereikt pas laat de gewenste bloedspiegelwaarde
- Forse oplaaddosis

Eliminatie fase

Lever breekt af, nieren verwijderen

Groot verdelingsvolume lijkt op verwijdering, maar de stof is pas echte verwijdert na


de afbraak of het verplaatsen naar extern milieu

Eerste orde kinetiek

- Normaal kan het lichaam de afbraak aan


- Hogere concentratie betekent meer afbraak
- Loopt volgens halfwaardetijd van de stof

Steady state

- Nieuwe dosis voor alles weg is


- Na 5 halfwaardetijden dosis 1 weg
- Binnen die tijd een nieuwe dosis = gehalte in je bloed stijgt, afbraak gaat
sneller, door accumulatie bereik je de gewenste steady state

Nulde orde kinetiek

- Abnormaal veel stof


- Lichaam kan de afbraak niet normaal aan
- Alles draait op topcapaciteit
- Verval niet meer afhankelijk van concentratie

Voorbeelden: Ibuprofen en alcohol

Dipyridamol

- Gaat bloedklontering tegen


- Sterk wisselende opname uit darmkanaal
- Opname afhankelijk van PH
- Polaire uitsteeksels en basische binnenkant

11
OPDRACHTEN

Hoofdstuk 1.

Opdracht 1
Fase 0; ontdekking van het medicijn door

- Screening van stoffen

- Moleculaire modificatie

- Rationeel ontwerp

- Toevallige ontdekking

Testen op proefdieren

Patent aanvragen

Fase 1; testen op gezonde vrijwilligers, bijwerkingen en afbraak

Fase 2; testen op patinten, dosis en veiligheid bepalen

Fase 3; wereldwijd, uitgebreid testen op patinten voor inzicht in effectiviteit

Daarna; op de markt brengen

Opdracht 2 (practicum)
Niet gedaan

Opdracht 3
.1

12
.2

a. De dokter en de patint weten allebei niet of het om een medicijn of een placebo

gaat

b. Beide behandelgroepen zijn dan vergelijkbaar, betreffende de factoren die invloed

zouden kunnen hebben (leeftijd, geslacht, gewicht, enzovoorts)

.3

Klinisch onderzoek obesitas


Advertentietekst:

Geneesmiddelenonderzoek naar een nieuw middel voor de behandeling van

overgewicht

Eisen:
- Voor dit onderzoek zoeken wij gezonde mannen en vrouwen tussen de 18 en 45 jaar

oud die niet roken

- Je BMI is tussen de 23 en 30 kg/m2

- Vrouwen kunnen alleen deelnemen als je niet instaat bent om kinderen te krijgen

- Om te bepalen of je geschikt bent voor deelname, wordt je eerst medisch gekeurd

Vergoeding:
Je krijgt een bruto vergoeding van 1297,-

Locatie:
Gouda

Opdracht 4
.1 Een blockbuster is een middel/bedrijf met een omzet van meer dan 1miljard euro
per jaar

.2 Waterintoxicatie houdt in dat er een te veel water en te weinig elektrolyten worden


ingenomen. De concentratie zouten in het bloed vermindert.

13
De osmose die optreedt zorgt voor een stijgende druk in de lichaamscellen, wat

resulteert in een verhoogde druk in de schedel. Eventuele zwelling kunnen ervoor

zorgen dat de doorbloeding verstoord wordt wat weer kan leiden tot een coma/dood.

Opdracht 5
a. Patenten goedkoper/langer maken en zorgen voor een snellere verwerking van het

testen van de medicijnen.

b. Vergelijkbaar met het origineel, maar vaak beter gemaakt. Het medicijn hoeft

bijvoorbeeld minder te worden ingenomen (de doseerfrequentie) of hoeft niet meer

genjecteerd te worden, omdat er een tabletvorm is gemaakt. Er moeten wel weer

nieuwe experimenten gedaan worden voor effectiviteit en eventuele bijwerkingen.

Opdracht 6
.1

a. Paracetamol, neusspray, morning after pil, ibuprofen, keeltableten

b.

Paracetamol: tegen hoofdpijn, koorts, verkoudheid en na vaccinatie. Werkt dankzij

een afbraakproduct dat een eiwit op het oppervlak van zenuwcellen in het ruggenmerg

activeert. Hierdoor worden pijnprikkels niet meer doorgegeven aan de hersenen

Ibuprofen: tegen allerlei soorten pijn, migraine en verkoudheid. Werkt dankzij de

remming van het COX-eiwit wat normaal gesproken het pijngevoel stimuleert.
Morning after pil: Voorkomt zwangerschap. Werkt dankzij een hormoon dat ervoor

zorgt dat de eicel zich niet kan innestelen in het baarmoederslijmvlies.

c. Acetaminophen of paracetamol

d. Niet gevonden

e. Ja, alle medicijnen hebben bijwerkingen


.2

Wordt toegepast bij erectiele disfuncties. Bijwerkingen zijn bijvoorbeeld:


misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en diarree

14
Opdracht 7 (practicum)
Niet gedaan

Opdracht 8
1. Onderzoek naar de samenstelling van de taxusnaalden bij verschillende taxus

soorten (welke soort bevat de stof)

2. De beste taxussoort kweken en kijken en zo de productietijd bepalen. (Hoe lang

moeten we wachten tot de soort gegroeid is)

3. Met een taxusnaald beginnen en kijken hoelang het proces van begin tot eind duurt

en hoe effectief het is. (Hoe groot kan/moet de productielijn zijn om voldoende te

kunnen leveren)

4. Zoeken naar betere opties die goedkoper/effectiever zijn (kan het

goedkoper/effectiever)

5. Testen voor eventuele bijwerkingen en het bepalen van de samenstelling/manier

van innemen van het medicijn.

Opdracht 9.
a. Opium, wordt gebruikt om te roken (als drugs) en voor morfine. Het is pijnstillend,

slaapverwekkend, hoestonderdrukkend en darmwerking vertragend.

b. Meer betalen voor de opium zodat de mensen die nu illegaal handelen meer

verdienen aan de eerlijke verkoop dan aan de drugshandel

Hoofdstuk 2.

Opdracht 10
Een specifiek(e) onderwerp, studieaanpak, kennis en beroepsgroep

Opdracht 11
Het ontwikkelen van medicijnen, uitvinden/onderzoeken/testen

15
Opdracht 12
a.

b. Niets speciaals. Bijna alles wat in de video gezegd wordt wist ik al of staat in het

boek.

Vraag: Welk beroep in de farmaceutische industrie spreekt jou het meest aan?
Over het algemeen lijkt het mij niet leuk om een beroep te hebben binnen de

farmaceutische industrie, maar als ik moet kiezen dan spreekt het ICT-gedeelte mij

het meest aan, omdat ik graag bezig ben met computers.

Opdracht 13
.1
Morfine
Gi-eiwit
Opiod-receptor
Minder kalium ionen (cel uit)
Minder cAMP
Minder calcium ionen (cel in)

Prikkel overdracht in
hersenen verlaagd Minder neurotransmitters

.2

a. Nee, omdat het oor erg gevoelig is en bij een beschadiging niet (of nauwelijks)
herstelt
b. Omdat het evenwichtsorgaan in het oor zit zal bij gebruik van het medicijn er dus
ook een grote kans zijn dat het evenwichtsorgaan wordt benvloed.
c. er voor zorgen dat op een of andere manier de calcium niet in overmaat wordt door
gelaten.

Opdracht 14

.1
X

16
2.
Door het remmen van de serotonine gaat het lichaam meer maken

3.

a. De verlammende botuline zorgt ervoor dat belangrijke spieren die bijv. de


ademhaling regelen niet meer werken (ze worden op non-actief gezet/verlamd)

b. Antirimpel, migraine en kaakgewrichtsklachten

c. Er wordt zo goed mogelijk geprikt en de juiste dosis wordt toegediend

Opdracht 15

Er is natrium nodig om het signaal door te geven. Als er geen natrium is ervaar je dus
ook geen pijn.

Opdracht 16

Lichaamseigen Naam slot Naam signaal Effect


1 ACh ACh receptor cAMP Calcium
concentratie
verhogen
2 Histamine H2-Receptor cAMP Stuurt signaal-
Drager cAMP
3 Gastrine Gastrinereceptor cAMP Ion kanaaltjes
openzetten

Opdracht 17

Grotere kans op ziektes vanwege verminderde weerstand, verhoogt risico op het


ontwikkelen van aandoeningen en verminderde absorptie

Opdracht 18

Dit practicum hebben wij niet gedaan

Opdracht 19

.1
.2

Opdracht 20

a.
b.
c.
d.
e.

17
f.
g.
h.
i.
j.

Opdracht 21

a.
b.

Opdracht 22

a. Je hebt minder nodig om het effect te halen. Alle Prazosine bindt met de receptoren

b. Verhoogde bloeddruk

Opdracht 23

a. samentrekken boezems, samentrekken kamers en dan weer ontspannen

b. Bij een open bloedvatenstelsel wordt het bloed los door het lichaam gepompt, bij
een gesloten bloedvatenstelsel gaat dit via aders en slagaders

c. De AV-prikkelgeleiding zorgt voor het samentrekken van de boezems en kamers

d. Het is hartslag verlagend, het zorgt er ook voor dat je minder zuurstof nodig hebt.
Als je gaat sporten ben je dus minder snel uitgeput en kan je beter presteren.

Opdracht 24

a. open bloedvatenstelsel

b. stress, omgeving, temperatuur

Opdracht 25

.1
X

.2
Makkelijk in gebruik, overal in te nemen en zelf toe te dienen

18
19
PRACTICA

Invloed metoprolol op watervlo

Inhoudsopgave
1. Inleiding en hypothese
2. Materialen
3. Werkwijze
4. Resultaten
5. Conclusie
6. Discussie

Inleiding
Bij dit onderzoek wil ik te weten komen wat de invloed van een bepaalde concentratie
metoprolol is op de hartslag. Voor dit onderzoek gebruik ik meerdere Daphnias
(watervlo). Metoprolol is een selectieve btablokker die wordt gebruikt voor de
behandeling van verschillende hart aandoeningen. Het medicijn werd voor het eerst
geregistreerd onder de naam Selokeen.
Hypothese: Hoe hoger de concentratie metoprolol hoe lager de hartslag
Materialen
- Objectglaasje met uitgeslepen holte
- Pipet
- Watervlo in waterbad
- 5 verschillende concentraties Metoprolol
- Dekglaasje
- Pincet
- Microscoop
- Papier
- Telefoon (stopwatch)
- Water
- Reageerbuizen
- Bekerglas
- Papier (noteren van resultaten)

Metoprolol

20
Werkwijze

Om de invloed van metoprolol te bepalen doe ik eerst een test in natuurlijke


omstandigheden. Daarna voeg ik steeds hogere concentraties metoprolol toe.
Meting 1
Als eerste gebruik ik een objectglaasje met uitgeslepen holte om de watervlo
(inclusief water) met een pipet in te leggen. De pincet en het dekglaasje worden
gebruikt om bovenop het gevulde objectglaasje te leggen. Ik leg het preparaat onder
de microscoop en met behulp van een stopwatch tel ik gedurende 20 seconden het
aantal hartslagen en noteer de resultaten. Dit herhaal ik 3 keer.
Meting 2
Ik voeg een paar druppels van de eerste concentratie (0,00001g/ml) toe door een paar
druppels te pipetteren aan de rand van het dekglaasje en aan de andere kant het water
weg te zuigen (met papier) en zo de concentratie onder het dekglaasje te trekken. met
behulp van een stopwatch tel ik gedurende 20 seconden het aantal hartslagen en
noteer de resultaten. Dit herhaal ik 3 keer.
Meting 3
Ik voeg een paar druppels van de eerste concentratie (0,0001g/ml) toe door een paar
druppels te pipetteren aan de rand van het dekglaasje en aan de andere kant de vorige
concentratie weg te zuigen (met papier) en zo de nieuwe concentratie onder het
dekglaasje te trekken. met behulp van een stopwatch tel ik gedurende 20 seconden het
aantal hartslagen en noteer de resultaten. Dit herhaal ik 3 keer.
Meting 4
Ik voeg een paar druppels van de eerste concentratie (0,001g/ml) toe door een paar
druppels te pipetteren aan de rand van het dekglaasje en aan de andere kant de vorige
concentratie weg te zuigen (met papier) en zo de nieuwe concentratie onder het
dekglaasje te trekken. met behulp van een stopwatch tel ik gedurende 20 seconden het
aantal hartslagen en noteer de resultaten. Dit herhaal ik 3 keer.
Meting 5
Ik voeg een paar druppels van de eerste concentratie (0,01g/ml) toe door een paar
druppels te pipetteren aan de rand van het dekglaasje en aan de andere kant de vorige
concentratie weg te zuigen (met papier) en zo de nieuwe concentratie onder het
dekglaasje te trekken. met behulp van een stopwatch tel ik gedurende 20 seconden het
aantal hartslagen en noteer de resultaten. Dit herhaal ik 3 keer.
Meting 6
Ik voeg een paar druppels van de eerste concentratie (0,1g/ml) toe door een paar
druppels te pipetteren aan de rand van het dekglaasje en aan de andere kant de vorige
concentratie weg te zuigen (met papier) en zo de nieuwe concentratie onder het
dekglaasje te trekken. met behulp van een stopwatch tel ik gedurende 20 seconden het
aantal hartslagen en noteer de resultaten. Dit herhaal ik 3 keer

Afronden
Dekglaasje weggooien, watervlo doden, preparaat schoonmaken en overige spullen
opruimen

21
Resultaten

Grafiek gegevens en opbouw zijn eigendom van Jan-Mark Dannenberg en Robin Uitbeijerse

22
Conclusie
De hartslag wordt zichtbaar lager bij een hogere
concentratie metoprolol. Dit betekent dat metoprolol ervoor
zorgt dat de hartslag verlaagt. Hoe hoger de concentratie
hoe groter de verlaging. De hypothese kan dus aanvaard
worden.

Discussie
Er zijn echter een paar punten die eventueel onbedoelde
invloed hebben gehad op de resultaten:
- De watervlo raakt gestrest en gaat daardoor
langzaam dood
- De concentratie is niet goed ingetrokken
- De omstandigheden zijn niet ideaal (te warm/koud)

23

Vous aimerez peut-être aussi