Vous êtes sur la page 1sur 8

Assignment 3 | Ruben Bos, 3988007 | Meertalige competenties en interculturele mediation

Introductie

Dit assignment maakt deel uit van een groter onderzoek naar zogenaamde intergroup relations. Zoals
de term reeds doet vermoeden, gaat het hierbij om relaties tussen verschillende groepen. Binnen ons
onderzoek hebben mijn groepsleden en ik de focus gelegd op een drietal factoren die bepalend
kunnen zijn voor relaties tussen groepen. Deze factoren zijn intergroup anxiety, negatieve stereotypes
en (perceived) symbolic threats. Bij gebrek aan een goede vertaling heb ik ervoor gekozen de Engelse
term te hanteren voor de eerste en de derde factor.

Bij intergroup anxiety is er sprake van het opzien tegen contact met een andere groep, bijvoorbeeld
uit angst voor misverstanden, voor moeizame communicatie door beperkte taalcompetenties of uit
onzekerheid in het algemeen (Mak, Brown & Wadey, 2014; Spencer-Rodgers & McGovern, 2002).
Negatieve stereotypes zijn projecties van negatieve eigenschappen op de andere groep. Deze
negatieve eigenschappen worden toegekend aan de hele groep, waardoor er verwachtingen van
conflict en vervelende situaties ontstaan (Stephan, Stephan & Gudykunst, 1999; Spencer-Rodgers &
McGovern, 2002). De laatste factor die in ons onderzoek wordt meegenomen is symbolic threats.
Hierbij gaat het om de vermeende verschillen in normen, waarden, standaarden en gewoontes tussen
beide groepen. Deze verschillen kunnen ervoor zorgen dat iemand het gevoel krijgt zich anders te
moeten gedragen dan hij binnen de ingroup zou doen of dat hij zijn gedrag moet onderdrukken door
bepaalde dingen niet te doen of te zeggen. Het gaat bij deze vermeende verschillen dus met name om
handelingen, gewoontes of uitingen die door de ingroup geaccepteerd zouden worden, maar door de
outgroup (vermoedelijk) niet (Spencer-Rodgers & McGovern, 2002).

Symbolic threats: een interview met een uitwisselingsstudente

In dit assignment zal ik mij voornamelijk richten op de laatstgenoemde factor, de symbolic threats.
Naast de literatuur is er ook empirische data verzameld. Ik heb een interview afgenomen met een 24-
jarige Nederlandse studente die in het collegejaar 2016-2017 zes maanden in Florence heeft
gestudeerd. In het interview (voor het volledige transcript, zie Bijlage 1) gaf ze aan dat ze een bachelor
Italiaanse taal en cultuur heeft behaald, en dat ze de Italiaanse taal redelijk goed beheerst. Door haar
bachelor Italiaanse taal en cultuur en haar eerdere (vakantie)verblijven in Itali had ze naar eigen
zeggen en redelijk goed beeld van Itali, waarbij ze niet erg veel stereotypes had. Toen haar werd
gevraagd of ze een verschil in waarden kon benoemen tussen de Nederlandse en Italiaanse cultuur,
merkte ze op dat het Italiaanse universiteitssysteem veel hirarchischer werkt dan het Nederlandse
systeem. Ze gaf daarbij de volgende anekdote:

Op een gegeven moment hadden we een tentamen. Het systeem is daar sowieso anders; je hebt iets
van drie momenten om het tentamen te maken, en je mag zelf kiezen wanneer je gaat. En als je naar
de eerste gaat, dan mag je dus twee keer herkansen. Je hebt dus drie kansen, maar je mag zelf weten
wanneer je gaat. Als je pas naar de derde gaat, moet je het dus halen. En ik was van plan om naar de
tweede te gaan, en een ander meisje ging ook op dat moment. Zij had haar terugvlucht al geboekt.
We kwamen samen aan op de universiteit, zij helemaal zenuwachtig voor haar herkansing. Ik ging pas
voor het eerst, maar zij was bij de eerste keer al geweest. Dan moet je eerst vragen waar het tentamen
is, want dat is superonduidelijk allemaal. Je moet dan gewoon op de gang wachten totdat je aan de
beurt bent. Dan word je naam geroepen, en dan mag je eindelijk komen. Het kan zijn dat je uren zit te
wachten op de gang, echt bizar. Je kunt ook niet weggaan, want dadelijk ben je aan de beurt. Dus dat
is al een probleem. Toen kwamen we daar, en toen vroegen we waar het tentamen was, en toen was
zij [de docent] dus gewoon ziek, blijkbaar. En wat zeiden ze toen? Ze gaat t niet doen vandaag. En zij
[de andere student] moest dus die middag vliegen. Ze stond daar met haar koffers! Ze moest het maken.
Ik dacht dan leer ik nog wel een dag of twee en ga ik naar het derde moment. [] We kwamen daar
aan en we hadden ons voorbereid op dat moment. Dan ben je superzenuwachtig, ik had totaal niet
geslapen, en zij stond daar dus gewoon met haar koffer, klaar om naar huis te vliegen, naar Hongarije
of zo. Toen werden we doorgestuurd vanaf de balie naar de directeur. Alleen was die ook een examen
aan het afnemen. Toen stonden we daar te wachten, en naar ons was gecommuniceerd dat we naar
binnen mochten gaan bij die man. Op een gegeven moment ging er iemand weg uit zijn lokaal en toen
zijn we naar binnen gelopen. En het was ook wel heel onhandig, want zij liep met al die koffers en ze
gooide er nog eentje om en zo, ze maakte er ook wel een beetje een zooitje van. We gingen dus
trouwens naar de directeur om te vragen of zij het tentamen alsnog bij iemand anders mocht maken,
omdat ze weg moest. Ze moest echt weg. En haar Italiaans was echt belabberd, dus ik dacht ik regel
dat voor haar. Ik stond op voor mijn medeleerling, zeg maar. En toen ging die directeur echt compleet
uit zn plaat. Want we hadden geen toestemming gevraagd om naar binnen te komen en we hadden
ook geen toestemming gevraagd aan de leerlingen die een examen moesten afleggen. Dus toen begon
hij onwijs te schreeuwen en dat andere meisje barstte in tranen uit. Ik ook bijna, gewoon van de schrik.
Toen moest ik dus toestemming gaan vragen aan de mensen op de gang die stonden te wachten voor
het examen, of wij even met hem mochten praten. Zo hirarchisch! Als leerling beteken je gewoon niks,
ben je gewoon een slaaf van het systeem. Hier [in NL] kun je in gesprek gaan met je docent, je hebt
een studieadviseur op wie je je kunt beroepen, bij een noodgeval kun je echt wel binnenrennen bij zo
iemand en zeggen Sorry, maar we hebben echt even een dringend probleem. Maar daar word je
gewoon gelijk de grond in gestampt, de mond gesnoerd. Heel kwaad en zo. Uiteindelijk heb ik het wel
voor elkaar gekregen dat zij dat kon doen, maar met de grootste moeite. En dan belde hij, en dan was
het ook gelijk geregeld. Het werkt wel zo, hij kan alles. Dus ook dat hebben we weer meegemaakt. Dat
zou in Utrecht waarschijnlijk weer niet kunnen, dat het nog diezelfde dag kan worden geregeld. Dat
was echt zon ervaring dat ik dacht Dat zou hier echt zo anders zijn.

De genterviewde komt in bovenstaand fragment in aanraking met een fenomeen dat volgens haar
minder aanwezig is op Nederlandse universiteiten, namelijk een sterke hirarchie. Uit het fragment
wordt duidelijk dat zij hiermee twee dingen bedoelt, namelijk een grotere afstand tussen studenten
en docenten/directieleden aan de ene kant, en de mogelijkheid van de directeur om een beslissing
met een enkel telefoontje tot uitvoering te brengen aan de andere kant. Het respecteren en in stand
houden van deze hirarchie is volgens haar een Italiaanse waarde. Volgens Spencer-Rodgers en
McGovern (2002) kunnen dergelijke vermeende verschillen in normen en waarden leiden tot
aanpassingen van het gedrag, bijvoorbeeld door dingen niet of anders te doen. De volgende anekdote,
die gaat over dezelfde situatie, geeft aan hoe de genterviewde met het verschil in waarden is
omgegaan.

Nou ja, ik ben echt een heel beleefd iemand. In mijn klas in Utrecht zeggen heel veel mensen je
tegen de docent, en dat vind ik echt raar. En in mijn beperking dat ik geen native speaker ben in het
Italiaans probeer ik altijd heel beleefd te zijn, maar ik merkte dat dat in enkele gevallen, zoals dit, dus
misging. En misschien is dat heel normaal, dat je toestemming vraagt om binnen te komen, maar daar
miste ik echt een stukje culturele kennis of zo. Dat heeft me wel benadeeld, zeg maar.
Uit het tweede fragment kan worden afgeleid dat de genterviewde zich bewust was van de door haar
beschreven waarde van hirarchie en dat ze handelde met de intentie zich zo goed mogelijk aan te
passen aan de situatie. Ze laat echter ook weten dat ze niet helemaal wist hoe ze dit moest doen, door
aan te geven dat ze een stukje culturele kennis miste en dat het gebrek aan die kennis haar in deze
situatie benadeeld heeft. De genterviewde lijkt zich dus aan te willen passen; niet alleen omdat het
moet, maar omdat het in haar voordeel kan werken.

Stephan en Stephan (1996) spreken bij symbolic threats van een outgroup die de waarden van de
ingroup bedreigt. Opvallend hieraan is dat er in veel onderzoeken die op deze theorie voortbouwen
(bijvoorbeeld Stephan, Stephan & Gudykunst, 1999; Spencer-Rodgers & McGovern, 2002) sprake is
van een situatie waarbij de ingroup bestaat uit mensen die deel uitmaken van de populatie van het
gastland. De outgroup zijn in hun onderzoeken steeds buitenlandse studenten. Doordat de
genterviewde in dit assignment een uitwisselingsstudent was, worden de noties van ingroup en
outgroup in het kader van dit assignment omgedraaid; de ingroup (de genterviewde en eventueel
andere uitwisselingsstudenten) is dan ook aanzienlijk kleiner dan de outgroup (in Itali wonende
Italianen), in tegenstelling tot in de geciteerde literatuur. Deze realisatie is belangrijk, omdat deze naar
mijn idee kan verklaren waarom een verschil in waarden in haar situatie niet zozeer leidt tot het
afzetten tegen de andere groep, maar eerder tot het willen aanpassen van het gedrag om niet
benadeeld te worden. De genterviewde lijkt zich er namelijk van bewust dat ze zich, in de door haar
beschreven situatie, begeeft te midden van de Italiaanse cultuur. De normen en waarden die bij de
Italiaanse cultuur horen zijn daarmee de normen en waarden die als meetstandaarden gelden voor
de personen met wie de genterviewde communiceert. De genterviewde uit de wens beleefd te zijn,
waarbij ze aangeeft dat meer culturele kennis haar in staat zou hebben gesteld zich zodanig aan te
passen, dat ze door de directeur als beleefd gezien zou zijn.

Conclusie

Aan de hand van een interview met een Nederlandse studente die voor zes maanden in Itali heeft
gestudeerd, is het concept van symbolic threats als factor van relaties tussen groepen geanalyseerd.
Hieruit blijkt dat een vermeend verschil in normen en waarden tussen een ingroup en outgroup door
beide groepen kan worden ervaren, met mogelijk gedragsaanpassingen tot gevolg. Ook blijkt echter
dat dit niet met dezelfde emoties gepaard hoeft te gaan. Waar in eerdere literatuur voornamelijk
gesproken wordt van een angst om zich te moeten aanpassen of niet meer te kunnen doen wat men
gewoon is te doen, geeft de door mij genterviewde studente juist aan zich aan te willen passen om
op die manier hetzelfde over te kunnen komen als in Nederland, namelijk beleefd. Naar mijn idee leidt
dit tot nieuwe vragen, met name op het gebied van de intenties bij het aanpassen van gedrag. Dit kan
wellicht het onderwerp zijn van (uitgebreider) vervolgonderzoek.

Bibliografie

Mak, A. S., Brown, P. M. and Wadey, D. (2014). Contact and Attitudes Toward International Students
in Australia: Intergroup Anxiety and Intercultural Communication Emotions as Mediators. Journal of
Cross-Cultural Psychology, 45(3), pp. 491-504. DOI: 10.1177/0022022113509883.
Spencer-Rodgers, J., & McGovern, T. (2002). Attitudes toward the culturally different: the role of
intercultural communication barriers, affective responses, consensual stereotypes, and perceived
threat. International Journal of Intercultural Relations, 26(6), pp. 609-631. DOI: 10.1016/S0147-
1767(02)00038-X

Stephan, W. G., & Stephan, C. W. (1996). Predicting prejudice. International Journal of Intercultural
Relations, 20(3), pp. 409-426. DOI: 10.1016/0147-1767(96)00026-0

Stephan, W. G., Stephan, C. W. and Gudykunst, W. B. (1999). Anxiety in intergroup relations: a


comparison of anxiety/uncertainty management theory and integrated threat theory. International
Journal of Intercultural Relations, 23, pp. 613-626. DOI: 10.1016/S0147-1767(99)00012-7

Bijlage 1 Transcript interview

I: Interviewer / P: Participant / Date interview: 6-12-2017, around 5 pm

I: Het interview is dus in het kader van de master ICC, zoals je wellicht al weet, en het vak gaat over
interculturele vaardigheden, hoe mensen met elkaar omgaan als ze zich in andere culturen
voortbewegen in het dagelijks leven, voor studie, voor werk. Samen met mijn groepje interview ik een
paar mensen tussen de 20 en de 25 jaar ongeveer, die een halfjaar tot een jaar in het buitenland
gestudeerd of gewerkt hebben. Daarbij gaat het niet om goed/fout of feitelijke dingen, maar meer om
je eigen ervaringen, je eigen mening. Daarbij moet ik ook zeggen dat je deelname vrijwillig is en dat je
die op ieder punt mag beindigen

P: Oh wauw, wat officieel!

I: - en als je wil kun je natuurlijk ook een kopie ontvangen van het eindverslag. De data zal daarnaast
volledig anoniem worden getranscribeerd. Ok Zou je me kunnen vertellen waar je in je jeugd hebt
gewoond, waar je bent opgegroeid?

P: In Leiden.

I: En je moedertaal is dan ook Nederlands?

P: Ja.

I: En welke talen spreek je daarnaast nog meer, en hoe goed ongeveer?

P: Ik spreek goed Engels, ooit redelijk goed Duits en vrij slecht Frans.

I: En Italiaans?

P: Oh, en Italiaans, haha. Vrij goed Italiaans, ja. Beter dan Duits wel.

I: En wat was je reden om naar Itali te gaan tijdens je studietijd?

P: Ik had eigenlijk altijd al in Itali willen wonen voor een tijdje, maar dit was ook wel heel erg met de
insteek om mn Italiaans te verbeteren. Dat was nodig omdat ik merkte dat ik niet genoeg input kreeg
vanuit de studie. Dat dat niet genoeg was voor mij om echt goed Italiaans te leren. Dat is wel de
belangrijkste factor geweest.

I: Dus je hebt dan ook veel contact gehad met Italianen?


P: (lacht) Ja, dat zou je denken h? Maar dat viel heel erg tegen. Ik woonde niet met Italianen, al wilde
ik dat eerst wel. En ik deed Erasmus, en ik heb vaker gehoord dat je uiteindelijk dan toch het meest
contact hebt met erasmusstudenten, omdat de Italianen toch al hun eigen clubjes hebben en zo. Die
laten je niet echt toe. En dat is best wel gek misschien, maar ik heb hier in Utrecht eigenlijk ook
niemand die niet Nederlands is, een erasmusstudent of zo. Dus dat is eigenlijk ook wel logisch. Maar
ik had wel het voordeel dat ik omging met een groepje meisjes die allemaal vrij goed Italiaans spraken.
Ze kwamen uit heel Europa, maar de voertaal was Italiaans.

I: Dus je sprak wel redelijk wat Italiaans, maar dan met name met andere buitenlandse studenten?

P: Ja, ja.

I: En in welke situaties had je contact in het Italiaans met native speakers?

P: Ik had natuurlijk les aan de universiteit van native speakers Italiaans, al was dat niet veel interactie
natuurlijk, maar met name hoorcolleges. Maar goed, alles daaromheen, alles wat geregeld moest
worden met de universiteit was in het Italiaans. Van de supermarkt tot op de roeivereniging. De
dagelijkse dingen.

I: En op het moment dat je met Italianen sprak, in het dagelijkse leven, sprak je dan ook wel eens
Engels met ze? Of een andere taal dan Italiaans?

P: Nee, nooit. Sommige Italianen probeerden dat, maar ik bleef altijd volhardend weet je wel, als je
ergens in een caf zit en dan bestel je in het Italiaans en dan antwoorden ze in het Engels, maar dacht
ik spreek gewoon Italiaans en ik blijf het praten ook, tot jij het ook doet. (lacht) Af en toe een Engels
woord misschien, als je het echt niet weet, maar dat was dan meer in situaties met docenten.

I: Precies, ja, dat je het Italiaans echt als voertaal gebruikte.

P: Ja. Oh, en de tentamens natuurlijk. Die zijn in het Italiaans, en een op een, mondeling.

I: En voordat je naar Itali ging had je misschien al een bepaald beeld van de Italiaanse cultuur. Kun je
wat voorbeelden noemen van hoe je naar de Italiaanse cultuur keek, naar hoe mensen met elkaar
omgaan bijvoorbeeld?

P: Hmm, van daarvoor? Het idee dat ik daarvoor had?

I: Ja, al weet ik dat je natuurlijk al vaker in Itali bent geweest daarvoor.

P: Ja, het is natuurlijk een heel levendige cultuur, waarin lastig om zo een-twee-drie te beschrijven,
maar het is natuurlijk vaak heel uitbundig en familiegerelateerd. En ook wel dat je opgelicht wordt
waar je bijstaat, dat hoort er ook allemaal bij.

I: Zijn er beelden die je van tevoren had, die tijdens je verblijf in Itali echt veranderd zijn?

P: Ik kan nu niet meer echt het beeld dat ik van tevoren had voor de geest halen, maar wat me heel
erg opviel was dat er dingen waren waarvan ik wel wist dat ze zo waren, zoals bureaucratie, sterke
hirarchie, met name op de universiteit, dat dat soort dingetjes nog zoveel meer waar bleken te zijn
dan ik had gedacht, zoveel erger eigenlijk.

I: Dingen waarvan je denkt dat het misschien stereotypen zijn, maar dan zie je het toch.

P: Ja, stereotype comes true, zeg maar. Zoals dat je bij de huur gewoon keihard opgelicht wordt en zo.
Dat je een afspraak hebt gemaakt en dan is het gas toch ineens 6x duurder dan je gedacht had. Dat
soort viezigheden weet je wel. Dat zijn dan met name de negatieve dingen, die dan toch erger blijken.
I: Ok. Merkte je ook wel eens dat mensen een bepaald beeld hadden van jou, wanneer je zei dat je
uit Nederland komt?

P: (lacht) Ja, namelijk Aaah, cannabis, Amsterdam, smoke. Iedereen dacht dat wij heel de dag stoned
zijn. Heel treurig, maar dat is echt waar. Vooral alle jongeren denken dat.

I: En had dat invloed op jullie contact? Had je het gevoel dat je dat moest ontkrachten of dat je er
soms in meeging?

P: Ik heb het wel ontkracht, want het is gewoon niet waar. Het grappige is dat de enige keer dat ik
wiet heb gerookt in Itali was, tijdens mijn Erasmus. (lacht) Dat heb ik dan als grappig tegenargument
gebruikt. Kijk, als ik Amsterdam inkom merk ik het ook, maar vervolgens zie ik al die toeristen smoken.
Dan denk ik Ja, hoe komt dat [beeld] nou? Maar goed, ik heb ook wel vrienden die het ook veel doen,
dus het gebeurt ook wel natuurlijk. Maar dat is echt zon stereotypering. Maar ik weet ook, en dat
merkte ik voornamelijk bij volwassenen, dat ze weten dat je netjes en beleefd bent, en dat je duidelijk
bent, bijvoorbeeld met de huurbaas.

I: En wat zijn volgens jou verschillen in waarden tussen de Nederlandse en Italiaanse cultuur? Zijn er
bepaalde dingen die daar of bij ons hoog in het vaandel staan, waarvan je denkt dat het niet helemaal
gelijkloopt?

P: Ja, oh, absoluut. Moet even bedenken wat, hoor. (lacht) Maar er zijn grote verschillen, dat zeker.
Bijvoorbeeld, een verschil op macrogebied is dat het universitaire systeem heel hirarchisch is. Op een
gegeven moment hadden we een tentamen. Het systeem is daar sowieso anders; je hebt iets van drie
momenten om het tentamen te maken, en je mag zelf kiezen wanneer je gaat. En als je naar de eerste
gaat, dan mag je dus twee keer herkansen. Je hebt dus drie kansen, maar je mag zelf weten wanneer
je gaat. Als je pas naar de derde gaat, moet je het dus halen. En ik was van plan om naar de tweede te
gaan, en een ander meisje ging ook op dat moment. Zij had haar terugvlucht al geboekt. We kwamen
samen aan op de universiteit, zij helemaal zenuwachtig voor haar herkansing. Ik ging pas voor het
eerst, maar zij was bij de eerste keer al geweest. Dan moet je eerst vragen waar het tentamen is, want
dat is superonduidelijk allemaal. Je moet dan gewoon op de gang wachten totdat je aan de beurt bent.
Dan word je naam geroepen, en dan mag je eindelijk komen. Het kan zijn dat je uren zit te wachten
op de gang, echt bizar. Je kunt ook niet weggaan, want dadelijk ben je aan de beurt. Dus dat is al een
probleem. Toen kwamen we daar, en toen vroegen we waar het tentamen was, en toen was zij [de
docent] dus gewoon ziek, blijkbaar. En wat zeiden ze toen? Ze gaat t niet doen vandaag. En zij [de
andere student] moest dus die middag vliegen. Ze stond daar met haar koffers! Ze moest het maken.
Ik dacht dan leer ik nog wel een dag of twee en ga ik naar het derde moment.

I: Dat was jullie dus niet van tevoren verteld?

P: Nee, niks. We kwamen daar aan en we hadden ons voorbereid op dat moment. Dan ben je
superzenuwachtig, ik had totaal niet geslapen, en zij stond daar dus gewoon met haar koffer, klaar om
naar huis te vliegen, naar Hongarije of zo. Toen werden we doorgestuurd vanaf de balie naar de
directeur. Alleen was die ook een examen aan het afnemen. Toen stonden we daar te wachten, en
naar ons was gecommuniceerd dat we naar binnen mochten gaan bij die man. Op een gegeven
moment ging er iemand weg uit zijn lokaal en toen zijn we naar binnen gelopen. En het was ook wel
heel onhandig, want zij liep met al die koffers en ze gooide er nog eentje om en zo, ze maakte er ook
wel een beetje een zooitje van. We gingen dus trouwens naar de directeur om te vragen of zij het
tentamen alsnog bij iemand anders mocht maken, omdat ze weg moest. Ze moest echt weg. En haar
Italiaans was echt belabberd, dus ik dacht ik regel dat voor haar. Ik stond op voor mijn medeleerling,
zeg maar. En toen ging die directeur echt compleet uit zn plaat. Want we hadden geen toestemming
gevraagd om naar binnen te komen en we hadden ook geen toestemming gevraagd aan de leerlingen
die een examen moesten afleggen. Dus toen begon hij onwijs te schreeuwen en dat andere meisje
barstte in tranen uit. Ik ook bijna, gewoon van de schrik. Toen moest ik dus toestemming gaan vragen
aan de mensen op de gang die stonden te wachten voor het examen, of wij even met hem mochten
praten. Zo hirarchisch! Als leerling beteken je gewoon niks, ben je gewoon een slaaf van het systeem.
Hier [in NL] kun je in gesprek gaan met je docent, je hebt een studieadviseur op wie je je kunt beroepen,
bij een noodgeval kun je echt wel binnenrennen bij zo iemand en zeggen Sorry, maar we hebben echt
even een dringend probleem. Maar daar word je gewoon gelijk de grond in gestampt, de mond
gesnoerd. Heel kwaad en zo. Uiteindelijk heb ik het wel voor elkaar gekregen dat zij dat kon doen,
maar met de grootste moeite. En dan belde hij, en dan was het ook gelijk geregeld. Het werkt wel zo,
hij kan alles. Dus ook dat hebben we weer meegemaakt. Dat zou in Utrecht waarschijnlijk weer niet
kunnen, dat het nog diezelfde dag kan worden geregeld. Dat was echt zon ervaring dat ik dacht Dat
zou hier echt zo anders zijn.

I: Had je ook wel eens dat er bepaalde dingen waren die je door soort van andere waarden niet kon
doen, niet kon zeggen, dat je je anders moest gedragen dan je hier zou doen?

P: Nou ja, ik ben echt een heel beleefd iemand. In mijn klas in Utrecht zeggen heel veel mensen je
tegen de docent, en dat vind ik echt raar. En in mijn beperking dat ik geen native speaker ben in het
Italiaans probeer ik altijd heel beleefd te zijn, maar ik merkte dat dat in enkele gevallen, zoals dit, dus
misging. En misschien is dat heel normaal, dat je toestemming vraagt om binnen te komen, maar daar
miste ik echt een stukje culturele kennis of zo. Dat heeft me wel benadeeld, zeg maar. En een heel
klein dingetje is nog dat ze in Florence echt al na twee uur of zo Buonasera zeggen in plaats van
Buongiorno. Dat soort dingetjes struikel je even over in het begin. Dat mensen goedenavond
zeggen om twee uur en jij denkt Huh?! Dat jij denkt het is nog vet licht. Dat is natuurlijk helemaal
niet erg, maar goed, je merkt wel dat het echt anders is.

I: Is er verder nog iets wat je graag kwijt wilt over je ervaring met Italianen, over je verblijf in Itali,
of?

P: Dat het eigenlijk heel erg leuk was als je contact had, leuk contact, bijvoorbeeld met de huisbaas.
Hij regelde bijvoorbeeld graag dingen met mij, want ik kon goed Italiaans. Hij kon ook wel Spaans, en
ik woonde met Spanjaarden, maar die waren dan toch niet zo betrouwbaar en zo, omdat het toch
Spanjaarden zijn. Dan waren ze bijvoorbeeld te laat met dingen, en zo. Ja, dat is ook echt onwijs een
stereotype, maar ook een die waar is gebleken. Ze maken ook echt een gigantische zooi van alles. Of
misschien had ik gewoon pech hoor. Ze waren wel onwijs lief. Maar ik regelde dus vaak dingen met
hem [de huisbaas]. Dan had hij hen aan de telefoon, en dan wilde hij toch mij spreken. Dus dat altijd
ook wel leuk. En je merkt dat Italianen oprecht genteresseerd zijn, maar dat het moeilijk persoonlijk
wordt.

I: Dat het een bepaalde vorm van oppervlakkig blijft?

P: Ja, inderdaad. Ik had dan een iemand die ik via een vriend kende, of nou ja, hij had me verteld dat
die vriend van hem in Florence woonde, en hij heeft zich echt opengesteld en mij wat dingetjes geleerd
over de Italiaanse cultuur. Ik praatte bijvoorbeeld in het begin veel te schools buiten school. Ook
logisch, maar dat soort dingen heeft hij me geleerd. Ook wat voor drankjes je daar drinkt; we zijn een
paar keer uit geweest, gewoon gezellig. Dat was onwijs leuk, en met hem heb ik echt persoonlijk
contact gehad. Maar dat was denk ik de enige Italiaan met wie het echt persoonlijk is geworden.

I: Denk je dat het daarbij nog invloed had dat jullie Italiaans spraken, en niet bijvoorbeeld Engels?
P: Ja, dat denk ik wel. Hij sprak ook wel Engels, maar voor hem was het juist leuk om iemand uit het
buitenland wat te leren, in plaats van dat hij iets moest leren. Dus ik denk dat dat voor hem juist heel
leuk was.

I: Nou, dan heb ik nu een heleboel interessante antwoorden gekregen, en dan wil ik je heel graag
bedanken!

P: Nou, youre welcome!

Vous aimerez peut-être aussi