Vous êtes sur la page 1sur 17

TAAL EN MUZIEK

Lesvoorbereiding en verantwoording

Adriënne Egelmeers

H1EH16VB

LA 5B
Inhoud
Introductie ............................................................................................................................................... 3
Lesvoorbereiding ..................................................................................................................................... 4
Persoonlijke reflectie ............................................................................................................................. 12
Reflectie werkplekbegeleider ................................................................................................................ 12
Vakspecifieke verantwoording .............................................................................................................. 13
Bronnenlijst ........................................................................................................................................... 17
Introductie
In dit bestand kun je de lesvoorbereiding, reflecties, verantwoordingen en bronnenlijst vinden die ik
gebruikt heb bij het maken van mijn vakintegratie van taal en muziek.
We hadden verschillende keuzes bij het maken van onze lessen. Voor taal en muziek heb ik voor
keuze 4 gekozen; eigen voorstel.

In dit bestand toon ik geen kritische handelingen aan. Ik heb in al mijn andere bestanden alle criteria
al aangetoond. Volgens mijn klassendocent Esther was het niet nodig om criteria meerdere keren
aan te tonen. Wel heb ik een verantwoording geschreven waarin ik vertel wat ik gebruikt heb en
waarom ik dit gebruikt heb.
Lesvoorbereiding
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven
Bron: Didactisch model ‘van Gelder’

Student(e) Adriënne Egelmeers Mentor Manon Kessels


Klas H1EH16VB Datum 12-12-2016
Stageschool Sint Jan Groep 8
Plaats Duizel Aantal lln 21
Vak- vormingsgebied: Taal en muziek
Speelwerkthema / onderwerp: Expressieve teksten schrijven (rap)
Persoonlijk leerdoel:
- Aan het einde van dit kwartaal ben ik in staat om voor mij een goede manier van lesgeven aangeleerd te hebben: tussen consequent en
aardig/grappig/gezellig in. Ik weet op het einde van dit kwartaal wat ik van de kinderen verwacht en wat ze van mij kunnen verwachten.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
Productdoel: Productdoel:
- Kerndoel 7 Aan het einde van de les hebben alle kinderen in een groep van 3 kinderen op het stukje
De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te muziek dat ik ze geef een rap geschreven die talig klopt en een betekenis over op
beoordelen in verschillende teksten. vakantie gaan weergeeft.
en
Kerndoel 8
De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het Procesdoel:
schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. De kinderen omschrijven hun ervaringen van de les op het einde van de les. Aan de hand
Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een hiervan bekijk ik of dit lesdoel behaald is.
leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen
en kleur.
 Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om in een
groep een rap te schrijven die te maken heeft met op vakantie
gaan. Dit doen ze op het juiste ritme. In het gemaakte stuk
komt duidelijk naar voren welke betekenis het lied heeft. Ook
de spelling en de zinsbouw klopt.

Procesdoel:
- Kerndoel 9
De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen
bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.
 De kinderen ervaren hoe het is om een stuk tekst (rap) te
schrijven.
Beginsituatie:
Niveau kinderen:
De kinderen hebben dit halve jaar al vaker muziekles van mij gehad. Ik neem vaak mijn gitaar mee om de kinderen liedjes aan te leren. Ik geef ook vaker
methodelessen waarbij het gaat over klank, vorm en betekenis (KVB-model).
De kinderen hebben door de methodelessen al door wat de begrippen klank, vorm en betekenis betekenen. Ze hebben nog niet eerder een vrije les gehad waarbij ze
zelf teksten mogen ontwerpen op een ritme.

Actualiteit:
Het thema in dit kwartaal is op de Sint Jan ‘de kaart’. In deze les gaan de kinderen een stuk tekst schrijven over op vakantie gaan. Hierbij is het van belang dat ze de
tekst goed schrijven en het op het ritme van de muziek maken.

Huidige niveaus en fasen van groep 8:


o Kohlberg: Conventioneel niveau  De kinderen nemen de normen van hun directe omgeving over. Wat de directe omgeving als goed bestempelt, zal
het kind ook als zodanig benoemen. Kinderen richten zich tijdens en rond de puberteit niet meer op de directe omgeving, maar op hun vriendengroep.
Wat daarbinnen als norm of waarde valt, zullen zij ook zo bestempelen.
o Erikson: Arbeidzaamheid v.s. minderwaardigheid  Door kinderen te prijzen krijgen ze meer zelfvertrouwen, door ze te straffen of te kleineren krijgen
ze een minderwaardigheidsgevoel.
o Fowler: Fase 2: mythisch–letterlijk geloven  verhalen als echt gebeurd ervaren.

Betrokkenheid:
Ik verwacht dat de kinderen een hoge betrokkenheid hebben en snel aan de slag willen. Rap is echt iets van deze generatie. Ik haal de actualiteit in de school door aan
te sluiten bij het thema. Hierdoor wil ik de kinderen zo snel mogelijk aan de slag zetten met het maken van de rap.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar   leergedrag leerling(en)
Introductie Verschillende - Ik laat de kinderen het lesdoel zien - De kinderen kijken naar de twee filmpjes op - Digibord
filmpjes en vertel kort wat we in de les gaan Youtube. Ze bedenken wat het verschil is tussen de - Filmpjes met
doen. verschillende filmpjes. muziekfragmenten
+/- 10 Luisteren naar - Ik vertel de kinderen dat ik de les - De kinderen beantwoorden mijn vragen. Lange Frans laten
minuten vorm en start met twee filmpjes op Youtube. zien.
betekenis De kinderen krijgen de opdracht om
de twee filmpjes te bekijken en
(werken aan daarna te vertellen wat het verschil
kerndoel 7) is.
o Filmpje 1:
https://www.youtube.com/
watch?v=yayMuZxlttc
o Filmpje 2:
https://www.youtube.com/
watch?v=2n860FFKjFU
- Ik vraag de kinderen om de
verschillen tussen de twee filmpjes
(2e filmpje is negatief). Hierbij stel ik
ze de volgende vragen:
o Hoe kun je dit zien?
o Hoe kun je dit horen?
o Wat is het verschil qua tekst?
Kern Rap verder - Ik vertel de kinderen dat we eerst - De kinderen luisteren naar mijn uitleg. - CD met
bekijken klassikaal een rap gaan maken. - De kinderen klappen mee op hun knieën op de drummuziek
15 minuten - Ik begin het laten horen van een twee verschillende ritmes. - CD speler
stukje drummuziek (CD). Ik vraag de - De kinderen gaan per groep aan de slag met de - Tekst op het bord
kinderen om de eerste keer te twee verschillende ritmes en wisselen daarna om. (eerste zin)
luisteren. Daarna zet ik de muziek - De kinderen vertellen wat kenmerkend is aan rap.
nog een keer aan en mogen ze - De kinderen maken samen met mij de algemene
proberen om mee te klappen op hun rap.
knieën. - De kinderen rappen het uiteindelijke stuk samen
met mij.

- Wanneer dit goed gaat, mogen de


kinderen het volgende ritme ook
meeklappen met de opname.

- Nadat de kinderen beide ritmes


onder de knie hebben, verdeel ik de
klas in twee groepen. De ene groep
klapt het eerste ritme, de tweede
groep de tweede. Daarna wisselen
de kinderen om en klappen ze het
andere ritme.
- Ik vraag de kinderen eerst waar rap
herkenbaar door is (rijmen, op de
maat van de muziek).
- Ik vertel de kinderen het volgende:
‘We gaan straks met de hele klas een
raptekst bedenken. Deze bestaat uit
4 regels. Ik geef je de eerste zin:
"Lekker op vakantie, met de auto
weg.” Wie weet er een leuke zin die
hierop rijmt?'
- Ik schrijf deze zin op het bord en
spreek de tekst zelf ritmisch uit. Ik
geef de kinderen de tijd om even iets
te bedenken. Ik overleg samen met
de kinderen wat goed zou passen en
waarom.
- Ik rap het stuk samen met de
kinderen.
Kern (2) Maken rap - Ik vertel de kinderen dat we nu zelf - De kinderen gaan aan de slag met het schrijven van - 7 groepjes van 3
een rap gaan maken. Wat gebeurt er een rap. Ze houden zich aan de punten die - Gynzy
nog meer deze vakantie? Maak nog 4 hiernaast staan. - Digibord
+/- 15 eigen rapregels in groepjes van 3. - De kinderen stellen eventueel vragen aan mij over - Papier en pen
minuten - Ik vertel de kinderen dat ze een de opdracht.
kwartier de tijd hebben voor de - De kinderen werken samen aan de opdracht.
opdracht. - De kinderen ruimen op en gaan op hun eigen plek
- Ik geef de kinderen de volgende terug zitten.
punten mee:
o De zinnen die je maakt
moeten rijmen.
o Er zitten geen schunnige
woorden in je tekst.
o De tekst die je voor de rap
maakt moet zonder
spelfouten geschreven
worden.
o De rap moet in
verhaalstructuur geschreven
worden.
o Lees je rap nog een aantal
keren door voordat je klaar
bent.
- Ik vraag de kinderen om in de
groepen te gaan zitten die ik op
Gynzy heb staan. Ik deel de lege
vellen papier uit om de kinderen op
te laten schrijven.
- Ik loop rond om de vragen van de
kinderen te beantwoorden.
- Ik vraag de kinderen om de laatste
dingen af te ronden.
Slot Presentatie - Ik vraag de 7 groepen één voor één - De kinderen presenteren hun gemaakte rap. - 7 groepen van 3
+/- 15 rap om naar voren te komen en het stuk - De kinderen geven per groep steeds een positieve kinderen
minuten dat ze geschreven hebben, te reactie op de rap. - Gynzy: lesdoel
presenteren. Ze rappen de tekst die - De kinderen beschrijven wat ze vonden van het terugkoppelen
ze gemaakt hebben. schrijven van een rap. Ook vertellen ze waarom ze
- Ik vraag de rest van de klas steeds daar zo over denken.
om de groep een positieve reactie te - De kinderen bekijken samen met mij of we het
geven op de rap. leerdoel behaald hebben en waarom.
- Ik vraag de kinderen wat ze van het
schrijven van de rap vonden. Vond je
het leuk/niet leuk? Waarom dan?
- Ik kijk samen met de kinderen terug
naar het lesdoel. Hebben we het
behaald? Waarom?
Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
Aan het einde van dit kwartaal ben ik in staat om voor mij een goede manier van lesgeven aangeleerd te hebben: tussen consequent en
aardig/grappig/gezellig in. Ik weet op het einde van dit kwartaal wat ik van de kinderen verwacht en wat ze van mij kunnen verwachten.

Wat deed ik?


Toen ik begon met de les waren de kinderen zeer betrokken. We hadden het er al vaker over gehad over dat de kinderen een keer een rap wilden maken.
Toen ik ze de beginopdracht gegeven had, gingen de kinderen meteen aan de slag. Ze vonden het in eerste instantie lastig om op het goede tempo de
tekst te maken. Na wat aanwijzingen van mij, konden ze weer verder. Hierdoor werd het een beetje onrustig, maar toen ik klassikaal had terug gepakt
hoe de ritmes ook alweer gingen, konden alle groepen weer verder met het schrijven van de tekst.

Welke betekenis heeft het voorafgaande voor mij?


Ik vind het leuk dat ik met deze les bij de belevingswereld van de kinderen aan kon sluiten. Hierdoor merkte ik dat ze enthousiast met de opdracht aan de
slag gingen. Ook ben ik blij dat ik de twee vakken geïntrigeerd heb. Hierdoor krijg je een andere kijk op zaken. Ook hebben de kinderen nu een
interactievere manier van werken met taal. Het heeft nu ook een doel, ze moeten hun geschreven tekst namelijk presenteren.

Hoe nu verder?
Ik wil in de toekomst vaker vakintegratie doen. Hierdoor zijn kinderen actief met de lesstof bezig. Ook vind ik het leuk als de kinderen met ideeën komen,
waarna we die samen uitvoeren.

Reflectie werkplekbegeleider
Je hebt de les mooi opgebouwd en uiteindelijk beide doelen behaald. Door muziek aan taal te koppelen, zorg je ervoor dat de kinderen interactief met de
lesstof aan de slag gaan. Je merkte meteen dat het rapgedeelte meteen aansloeg bij de kinderen. Ik hoorde zelfs een aantal kinderen ‘yes’ zeggen toen je
verteld had wat ze in de les gingen doen.

Ik zie dat je erg bezig bent met het bespreken van de doelen. Je blikt na de les kort terug op de doelen die je in het begin met de kinderen besproken had.

Hierdoor zorg je ervoor dat de kinderen weten waar ze aan werken en kunnen ze in dit geval ook hun mening geven.
Vakspecifieke verantwoording
Verantwoording
lesontwerp
Welke vakdidactiek heb Taal:
je gebruikt? Stellen:
In deze les heb ik met de kinderen gekeken naar het schrijven van een
muzikale tekst (rap). Hiervoor heb ik naar de vakdidactiek van stellen
gekeken.

Je kunt taal gebruiken om met anderen te communiceren, om greep te


krijgen op de werkelijkheid en om iets op een bijzondere manier uit te
drukken. Er zijn daarom drie verschillende functies van taal. Deze heb ik
hieronder kort uitgeschreven.
1. Communicatieve functie
Je gebruikt een tekst om iemand iets duidelijk te maken. Het kan
zijn dat je bepaalde informatie wilt overbrengen, dat je iets wilt
uitleggen of dat je je mening wilt geven.
2. Conceptualiserende functie
Hierbij gebruik je taal om greep te krijgen op de werkelijkheid.
Door dingen voor jezelf te verwoorden worden ze duidelijk.
Kinderen moeten de taal ook kunnen gebruiken als een middel om
hun gedachten, ervaringen en gevoelens te ordenen.
3. Expressieve functie
Mensen gebruiken taal om te experimenteren, om hun gevoelens
te uiten, om iets te zeggen dat anderen nog niet eerder zo hebben
gezegd.

In mijn les komen de eerste en de derde functie van taal terug. De kinderen
proberen in hun rap duidelijk te maken wat zij denken dat er gaat
gebeuren met op vakantie gaan. Ze willen hier informatie over
overbrengen. Ook de expressieve functie van taal komt terug. De kinderen
uiten hun gevoelens over op vakantie gaan in de rap. Zo kunnen ze
bijvoorbeeld vertellen waarom bepaalde dingen wel of niet leuk waren op
vakantie.
Dit is van belang omdat kinderen op deze manier hun mening durven te
vormen over een bepaald onderwerp.

Muziek:
Rappen
Rappen is een vorm van tekstimprovisatie. Wanneer je gaat rappen met de
kinderen in je klas, is het de bedoeling dat je een basisritme laat horen op
een cd.
Ik heb dit gedaan door de kinderen eerst een beat te laten horen die ze
daarna na moeten klappen. Op die manier zorg ik ervoor dat de kinderen al
weten hoe het ritme ongeveer gaat. Ze gaan later actief aan de slag met dit
ritme door hierop een rap te maken.
Waarom heb je deze Stellen
vakdidactiek gebruikt? In deze les heb ik de vakdidactiek van stellen gebruikt om mijn les weer te
geven. De kinderen schrijven zelf een rap. Hierdoor is het van belang dat ze
weten met welk doel de rap geschreven moet worden. Dit heb ik ze laten
zien door het lesdoel met ze te bekijken.
Verder is het van belang dat ik weet hoe ik stellen aan moet bieden aan de
kinderen. Dit heb ik verder beschreven onder het kopje ontwerptheorie.

Rappen
Door de informatie die ik gezocht heb over het aanbieden van rappen in de
klas, wist ik dat ik een muziekfragment moest zoeken waarbij het ritme te
horen was. Op die manier ben ik in staat om het onderdeel rappen goed
aan de kinderen aan te bieden. Ook de verdere verwerking hiervan heb ik
beschreven onder het kopje ontwerptheorie.
Welke leertheorie heb je Bij deze les heb ik gebruik gemaakt van de leertheorie van het
gebruikt? constructivisme. Kennis komt volgens deze theorie tot stand door eigen
invulling, maar ook door invulling en opvattingen van anderen. Door de
kennis die een kind heeft te spiegelen aan een ander, wordt deze verrijkt.
Ik heb dit in mijn les terug laten komen door de kinderen in groepen aan de
slag te zetten met de rap. Er zijn altijd kinderen die meer inbreng in een
groep zullen hebben dan anderen, maar wanneer deze ideeën gedeeld
worden, zullen kinderen die dingen nog niet wisten dit op deze manier
oppakken.
Waarom heb je deze Bij deze opdracht is het van belang dat de kinderen uit verschillende
leertheorie gebruikt? ideeën uiteindelijk op één ontwerp komen. Daarvoor moeten de kinderen
samenwerken. Op die manier wordt het niveau van de kinderen verhoogd
doordat ze eigen vaardigheden kunnen uitbreiden en kunnen vergelijken
met anderen.
Welke ontwerptheorie Taal
heb je gebruikt?
Bij het schrijven van een tekst, maak je gebruik van verschillende
strategieën. Daarbinnen zitten verschillende vaardigheden. Ik heb de
stelvaardigheden opgeschreven en daar kort achter gezet waar in mijn les
je dit terug ziet.
1. Bepalen van het doel, het publiek en de tekstsoort
Dit heb ik al voor de kinderen bepaald omdat ze doorgaan op het
stuk dat we samen geschreven hebben. Het doel is het maken van
een rap, het publiek is de klas en de tekstsoort is amuseren. Hierop
gaan de kinderen door met het verder schrijven van de tekst.
2. Verzamelen, selecteren en ordenen van de inhoud
Hierbij is het van belang dat de kinderen eerst gaan inventariseren
wat ze allemaal in de tekst zouden kunnen verwerken. Ze gaan met
de groep aan de slag en bedenken eerst verschillende ideeën die ze
in de tekst zouden kunnen verwerken. Ze gaan daarna aan de slag
met de tekst en wat ze er wel en niet in willen zetten.
3. Structureren van de tekst
Het is hier van belang dat de kinderen de tekst die ze geschreven
hebben, gaan structuren. De tekst moet in een logische volgorde
worden geordend.
4. Formuleren
De kinderen zetten bij deze stap hun ideeën omzetten in worden.
Ze moeten de juiste woorden kiezen en goede zinnen maken.
Wanneer de kinderen een goede woordenschat hebben, hebben ze
meer kans op slagen. Ze kunnen namelijk hun woorden goed onder
woorden brengen.
5. Reviseren
De kinderen herlezen hun tekst bij deze stap. De kinderen vragen
zich af of de luisteraar snapt wat er gezegd wordt in de rap. Voor
kinderen is dit een moeilijke vaardigheid. Ze zijn al snel tevreden
met het eerste product. Daarom heb ik in de opdracht gezet dat de
kinderen moeten terugkijken naar hun tekst en alles nog een keer
over moeten lezen.
6. Verzorgen van de tekst
Bij deze vaardigheid gaat het om de lay-out van de tekst. Deze stap
komt niet echt naar voren in de opdracht die ik de kinderen
gegeven heb. Het gaat namelijk over de tekst zelf en niet over de
opmaak van de tekst.

Muziek
KVB-model
KVB staat voor klank, vorm en betekenis. IN dit model wordt de essentie
van muziek (klank, vorm en betekenis) gecombineerd met de ring van de
vijf verschillende domeinen (zingen, luisteren, muziek maken, muziek lezen
en noteren, bewegen op muziek). De buitenring vertelt iets over de manier
waarop mensen bezig zijn met muziek.

Klank kun je op gehoor onderscheiden: muziek klinkt hard, zacht, hoog,


laag, snel of langzaam. Muziek kan variëren in toonduur, toonhoogte,
sterkte en klankkleur.
De vorm van de muziek wordt bepaald door herhaling, contrast en variatie.
Hier hoort ook het akkoordenschema en melodie bij.
Onder betekenis verstaan we het feit dat muziek iets kan vertellen. Muziek
doet iets met mensen.

In mijn les komt betekenis sterk terug. De kinderen maken zelf een tekst
voor een rap over op vakantie gaan. Ze gaan aan de slag met het vertellen
van een verhaal in hun stuk tekst. Ook zijn de kinderen aan de slag met
klank. Ze gaan aan de slag met tempo. Dit doen ze aan de hand van de
klapopdracht.
Ik heb in mijn les verder gebruik gemaakt van de buitenkring. Ik ga met de
kinderen aan de slag met zingen, luisteren en maken. De kinderen
zingen/rappen het stuk dat ze geschreven hebben, luisteren naar het
introductiefilmpje van Lange Frans en maken zelf de tekst van de rap die ze
uiteindelijk uit gaan voeren.
Waarom heb je deze Door deze theorieën aan elkaar te koppelen, krijg ik een zeer rijke les. Ik
ontwerptheorie(ën) combineer de theorie van muziek en taal, waardoor ik beide vakgebieden
gebruikt? uitgebreid aan bod laat komen. Op deze manier kan ik gemakkelijk een
vakintegratie uitvoeren. Ik wissel de theorie van muziek af met die van taal.
Hierdoor kan ik ook al mijn lesdoelen behalen.
Bronnenlijst
Theorie muziek:
Vrolijk, R. (2013). Nieuw Geluid. Groningen/Houten, Nederland: Noordhoff.
Lei, R. van der, & Haverkort, F. (2013). Muziek Meester! (3e ed.). Amersfoort, Nederland:
ThiemeMeulenhoff.

Theorie taal:
Huizenga, H., & Robbe, R. (2013). Basiskennis taalonderwijs. Groningen/Houten, Nederland:
Noordhoff.

Informatie leertheorie:
Veen, T. van der, & Wal, J. van der. (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk.
Groningen/Houten, Nederland: Noordhoff.

Vous aimerez peut-être aussi