Vous êtes sur la page 1sur 44

EUROPESE POLITIEK

Project Algemene Vakken

Naam: ……………………………………………….
Klas: …………………………………………………..
Mevr. Van de Velde | Karel de Grote |
Schooljaar 2017 - 2018
Inleiding

Deze bundel ‘Europese politiek’ neemt jullie mee in de wondere wereld van de Europese
politiek. Hoeveel weet ik over de Europese politiek? Hoeveel weet ik over de politiek in
België? Wat is de invloed van de Europese unie op ons dagelijks leven? Hoe moet ik gaan
stemmen? Op wie kan ik stemmen? Welke bestuursvormen zijn er? Wat doet het
Vlaamse Parlement? Wat is de werking van de parlementaire besluitvorming? Hoe
vergaat het met de politiek in de andere landen? Waar vinden we autoritaire regimes?
Hoe is de Europese unie ontstaan? Welke internationale instellingen zijn er en wat doen
ze? In deze bundel gaan we op zoek naar antwoorden op al deze vragen en nog veel
meer.

Aan het einde van deze bundel kunnen jullie:

De basisbegrippen van een parlementaire democratie in eigen woorden


uitleggen.
Relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken.
Informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken.
Zelfstandig leren en oefenen in een door ICT ondersteunde omgeving.
Met behulp van ICT digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
Met een voorbeeld aangeven dat democratie moeilijk te verwerven is,
voortdurend evolueert en daarom bewaakt moet worden.
De rol van controle en evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht in ons democratisch bestel erkennen.
Diverse informatiebronnen en – kanalen kritisch kiezen en raadplegen met
het oog op te bereiken doelen.
Op grond van de actualiteit en de eigen ervaringen aantonen dat er een
verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst en dat er culturele
verschillen zijn tussen het dagelijks leven van mensen.
Het samenleven in ons democratisch bestel aan het samenleven onder
andere regeringsvormen toetsen.
Bij groepsopdrachten kunnen overleggen en actief deelnemen, instructies
uitvoeren, reflecteren en bijsturen.
ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
Verschillende standpunten in parlementaire debatten van elkaar kunnen
onderscheiden en kritisch met elkaar kunnen vergelijken n.a.v. politieke
beslissingen jouw leven rechtstreeks beïnvloeden.
Ingewonnen informatie mondeling gebruiken
Illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en
rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende
betrokkenen.
Informatie samenvatten.
Opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien
nodig bijsturen.
Het belang van maatschappelijk relevante formulieren en procedures
omschrijven.
Maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren.
De feitelijke werking van de parlementaire besluitvorming beschrijven.
Het eigen leerproces sturen, beoordelen op doelgerichtheid en het zo nodig
aanpassen.
Feedback geven en ontvangen over leerervaringen.
Illustreren dat democratische besluitvorming in de wereld sterk verschilt en
het dagelijks leven grondig beïnvloedt.
De rol van internationale instellingen illustreren.
Het belang aantonen van internationale organisaties en instellingen.
Voorbeelden geven van keuzes die gemaakt moeten worden om jouw
dagelijks leven te organiseren.
De impact van de Europese unie in jouw dagelijks leven illustreren.
Europese samenwerking, van het beleid en de instellingen van de Europese
Unie de betekenis voor de eigen leefwereld toelichten.
Symbolen

Doorheen de bundel maken we gebruik van symbolen. Zo weet je meteen met wat voor
opdracht je te maken hebt.

Lijst met symbolen

Schrijven Spreken

Lezen Kijken

Zoek iets op Gebruik de


computer

In groep Per twee


samenwerken samenwerken

Alleen werken Extra werk


België als een parlementaire democratie
België is een parlementaire democratie. Maar wat is dat nu eigenlijk
en wat komt daar allemaal bij kijken? Dat gaan we onderzoeken aan
de hand van een webquest. Een webquest is een educatieve
speurtocht waarbij je zelfstandig opzoek gaat naar antwoorden op
onderstaande vragen.

1. Start de computer op;


2. Surf naar
3. Beantwoord onderstaande vragen.

a. Wat is de grondwet?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………..

b. Welke gebeurtenis heeft gezorgd voor het ontstaan van de grondwet?

…………………………………………………………………………

Leg uit: ……………………………………………………………………………………………………………………………………

c. Wat is democratie?

Democratie

dèmos kratein
........ ..........

Is een bestuursvorm, betekent letterlijk “………………………………………………….”.


d. Hoe is de democratie ontstaan?

De democratie zoals we deze nu kennen, ontwikkelde zich in ………………………. in de stad


………………. rond ………….v.Chr.
Daar mochten enkel mannen van alle afkomst (behalve slaven) meebeslissen over
……………………………………… en de uitvoering daarvan.

e. Wat is het verschil tussen de democratie van vroeger en nu?

Vroeger Nu

Wie beslist?

Wie stemt?

f. Wat zijn de vier pijlers van de democratie?


g. Wat is de politieke structuur van België?

Ons land wordt bestuurd op 3 Niveaus:

………………………………….
bevoegdheden: justitie, defensie
en sociale zekerheid

Wetten maken Wetten uitvoeren

…………………………. ………………………….

………………………….

= =

……………………………. …………………………….

……………………………..
………………………………
Bevoegdheden: taalbeleid,
gezondheid en onderwijs

…………….

…………………………………. …………………………………. ………………………………….


…………………………………. …………………………………. ………………………………….

Wetten maken Wetten uitvoeren


…………………………. ………………………….

= =
……………………………. …………………………….
…………………………………
…………………..
Bevoegdheden: economie,
huisvesting en milieu

…………………………………… …………………………….. ………………………………..

……………………………………

Wetten maken Wetten uitvoeren

…………………………. ………………………….

= =

……………………………. …………………………….
Politieke bestuursvormen

Welke andere bestuursvormen zijn er?

Ondanks het feit dat de democratie de meest gekende bestuursvorm is,


komt het niet wereldwijd voor. Onderstaande oefening biedt een
overzicht en kennismaking met de overige bestuursvormen. Plaats na
de benaming van de politieke systemen opgenomen in het raster het
cijfer dat de juiste definitie geeft en de letter die het historische
voorbeeld aangeeft.

Definities:

1. De politieke macht is in handen van één persoon.


2. De politieke macht is in handen van één persoon die zijn macht verwerft door erfenis.
3. De politieke macht is in handen van één persoon die zijn macht verwerft door
verkozen te worden.
4. De politieke macht is in handen van een kleine, gesloten groep. Aristocratie (rijken) en
timocratie (grond- en geldbezit) zijn hier voorbeelden van.
5. De politieke macht in handen van religieuze leiders, die beweren hun macht te hebben
gekregen van God.
6. De politieke macht berust bij de politieke partijen die onder elkaar de macht verdelen
zonder al te veel inspraak van het volk.
7. De politieke macht berust bij de gehele bevolking.

Historisch voorbeeld:

A. De Griekse polis Athene


B. Sparta
C. Saoedi-Arabië
D. Antwerpen in de 16de eeuw
E. Nazi-Duitsland
F. Oostenrijk-Hongarije
G. …

Definitie Historisch voorbeeld

Democratie

Dictatuur/tirannie

Monarchie

Oligarchie

Particratie

Republiek

Theocratie
Het Vlaams Parlement

Wat is het Vlaams Parlement?

Jullie kennen hoogstwaarschijnlijk allemaal het Vlaams parlement. Maar


wat gebeurt er precies in dat glazen gebouw dat je af en toe op de
televisie ziet? Wat doet het Vlaams parlement nu eigenlijk? Dit mag je
eens alleen uitzoeken op de website van het Vlaams Parlement. Als je
klaar bent mag je jouw antwoorden met die van je buurman of vrouw
vergelijken.

1. Start de computer op;


2. Surf naar: https://www.vlaamsparlement.be/
3. Beantwoord onderstaande vragen.

a. In wat is de Belgische staatsstructuur vastgelegd?


………………………………………………………………………………………………………………………..

b. In welke twee grote bevoegdheidsgroepen kunnen we de Vlaamse beslissingen


verdelen?
………………………………………………………………………………………………………………………..

c. Wat zijn gemeenschapsmateries?


………………………………………………………………………………………………………………………..

d. Wat zijn gewestmateries?


………………………………………………………………………………………………………………………..

e. Geef twee voorbeelden van gemeenschapsbevoegdheden die rechtstreeks van invloed


zijn op jou?

o …………………………………………………………………………………………………………………..
o …………………………………………………………………………………………………………………..

f. Geef twee voorbeelden van gewestbevoegdheden die rechtstreeks van invloed zijn op
jou?

o …………………………………………………………………………………………………………………..
o …………………………………………………………………………………………………………………..

g. Wat zijn de hoofdtaken van het Vlaams Parlement?

o ………………………………………………………………………………………….
o ………………………………………………………………………………………….
o ………………………………………………………………………………………….
Belgische politieke partijen

Welke politieke partijen worden vertegenwoordigd in het


Vlaams Parlement?

Jullie zullen ongetwijfeld wel al eens gehoord hebben van NVA of SP.a dit zijn maar
enkele van de politieke partijen die worden vertegenwoordigd worden in het Vlaams
Parlement. Maar waar staan zij juist voor? Wat zijn hun standpunten? Wat is hun logo?
Dit gaan jullie in groepjes van drie onderzoeken. Jullie krijgen per drie een politieke
partij toegewezen die jullie mogen uitdiepen aan de hand van hun Fakebook account die
je aan de hand van een QR-code in deze bundel kan terug vinden. Met behulp van deze
informatie maak je een poster die je zal moeten voorstellen aan de rest van de klas.

Hoe maak ik een poster?

a. Surf naar de website van Postermywall:

b. Klik op ‘Create A Design’

c. Om te beginnen moet je kiezen van waar je vertrekt: hierbij kiezen we voor een
blanco poster.

d. Kies een designtype naar keuze.


e. Kies een bijpassende achtergrond:

f. Als je zelf een afbeelding wilt uploaden, druk je op ‘upload an image’

Photo: voor afbeeldingen mee toe te voegen

Video: niet van toepassingen voor deze opdracht

Text: voor tekstjes toe te voegen

Layout: voor verschillende menus, tabellen en lijsten toe te voegen

Clipart: via clipart kan je verschillende simpele figuurtjes toevoegen

Background: Aanpassen van je achtergrond

Undo / Redo: Als je per ongeluk iets verkeerds doet, kan je dat via deze
stap terug weg doen.
g. Je affiche downloaden:

H. Eerst druk je op de ‘download’ knop. Vervolgens druk je in het volgende menu hier
opnieuw op.
Hoe werk ik met een QR-code?

A. Ga naar app store. B. Download een QR-code scanner

C. Maak een foto van een QR-code.

Welke politieke partijen worden vertegenwoordigd in het Europees Parlement?

CD&V GROEN Open vld

CD&V

NVA SP.a
Vlaams Belang
Contractwerk: stemmen

Binnenkort moet je voor de eerste keer gaan stemmen


of misschien ben je al eens gaan stemmen maar
begreep je er echt niets van. Voor alles is er een eerste
keer en om jullie eerste keer zo vlot mogelijk te doen
verlopen ga je vandaag op de meest belangrijke vragen
alvast een antwoord zoeken. Dit doe je helemaal
zelfstandig, stemmen doe je namelijk ook helemaal alleen. welke
opdracht je begint of eindigt maakt niet uit. Dat beslis je helemaal
zelf.

Wie mag stemmen?


a. Lees aandachtig de tekst voor je begint aan de opdrachten.

Verkiezingen zijn een belangrijke moment in een


democratie. Partijen stellen kandidatenlijsten op en
proberen de kiezers te overtuigen om voor hen te
stemmen. De gemeenteraadsverkiezingen gebeuren om de 6
jaar op de tweede zondag van oktober. In België hebben
de inwoners opkomstplicht dat betekent dat je verplicht bent om te
stemmen als je in het stemhokje staat.
o Je moet 18 jaar zijn op de dag van de verkiezingen.
o Niet-Belgen die in België wonen, mogen stemmen als ze uit een
land van de Europese Unie komen (EU).
o Andere buitenlanders mogen stemmen als ze 5 jaar in ons land
wonen. Je moet het vooraf aanvragen.
o Als je niet gaat stemmen, kan je een boete krijgen van de
rechter.
o Er zijn redenen om niet te moeten stemmen:
o Je bent in het buitenland
o Je ligt in het ziekenhuis
o Je bent te oud om je huis te verlaten
Die mensen kunnen een andere laten stemmen in hun plaats.
o Sommige Belgen die 18 jaar of ouder zijn, mogen niet stemmen
omdat ze geschorst of uitgesloten zijn.

b. Duidt aan wat correct is. Wat past bij de gemeenteraadverkiezingen?

o De tweede zondag van november


o In 2020 zijn weer gemeenteraadsverkiezingen
o Om de 6 jaar
o De tweede zondag van oktober
o Om de 4 jaar

c. Waar/niet-waar. Duidt aan wat van toepassing is.

In België is er stemplicht.

Waar Niet waar


Als ik geboren ben in 1993 mag ik niet gaan stemmen.

Waar Niet waar

Ik ben een Zwitser en woon al drie jaar in België. Ik mag gaan stemmen.

Waar Niet waar

Ik kom uit Angola en woon als zeven jaar officieel in België. Ik mag gaan stemmen.

Waar Niet waar

Ik lig in het ziekenhuis en kan mij niet verplaatsen. Ik kan stemmen.

Waar Niet waar

Sommige Belgen die 18 jaar of ouder zijn, mogen niet stemmen. µ

Waar Niet waar

Wat is een oproepingsbrief?


Voor je gaat stemmen krijg je een oproepingsbrief toegestuurd. Op je
oproepingsbrief staat het nummer van het stembureau waar je moet gaan
stemmen. De kiezer toont zijn oproepingsbrief en identiteitskaart. Hij
ontvangt zijn stembiljet. Op dit formulier staan alle kandidaten per partij op
een lijst. De stemming is geheim. Niemand mag kunnen zien op wie je stemt.
Daarom gebeurt dit in een hokje. Als je klaar bent stop je het stembiljet in de
juiste stembus. Je krijgt je identiteitskaart en je afgestempelde oproepingbrief
terug van de voorzitter als bewijs dat je naar het stembureau bent gekomen.

a. Bekijk de oproepingsbrief en vul de juiste cijfers in.

De persoon die moet gaan stemmen.

Welke verkiezingen het zijn.


Wie er moet gekozen worden op een verkiezingsdag.

Waar je moet zijn op de dag van de verkiezing.

Hoe stem je geldig?

a. Bekijk het filmpje.

https://jongerengids.be/vraag/hoe-stem-ik-geldig

a. Welk soort stem? Vul in.

1. Lijststem 4. Ongeldige stem

2. Voorkeurstem

3. Blancostem
Hoe stem je digitaal?

a) Surf naar:

https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=4msYbPEEuIg

b) Maak een stappenplan.

Wat is stemmen per volmacht?

In België is er opkomstplicht, wat wil zeggen dat u als Belg verplicht bent
om deel te nemen aan de verkiezingen, ook al verblijft u in een ander land.

Als u niet kunt gaan stemmen, kunt u toch uw stem uitbrengen door
iemand een volmacht te geven. U moet wel bewijzen of attesten kunnen
voorleggen die uw afwezigheid verantwoorden.

Als u zelf niet gaat stemmen en u geeft geen volmacht, dan komt u terecht op de lijst
van kiezers die niet hebben gestemd. De vrederechter bepaalt welke boete u krijgt als u
wordt vervolgd. Maar hoe moet ik juist stemmen per volmacht?

a. Surf naar: https://www.vlaanderen.be/nl/vlaams-parlement/verkiezingen/stemmen-


met-een-volmacht

b. Beantwoord de onderstaande vragen

o Wat moet de persoon, die in u plaats stemt, meenemen naar het stembureau?

o ………………………………………………….

o ………………………………………………….

o ………………………………………………….

o ………………………………………………….

o ………………………………………………….
o Als ik te ziek ben, welk bewijs van afwezigheid heb ik dan nodig?

……………………………………………………………………………………………………….

o Welk bewijs van afwezigheid heb ik nodig als ik niet kan gaan stemmen vanwege
studieredenen?

………………………………………………………………………………………………………

o Welk bewijs van afwezigheid heb ik nodig als ik niet kan gaan stemmen omdat ik
op vakantie ben?

………………………………………………………………………………………………………..

o Aan wie kan een Belgische kiezer alleen volmacht geven?

………………………………………………………………………………………………………..

o Aan welke voorwaarden moet de volmachtkrijger voldoen?

o …………………………………………………………………………………………….

o …………………………………………………………………………………………….

Wat is het verschil tussen stemrecht en stemplicht?

a) Surf naar: https://www.vlaanderen.be/nl/vlaams-


parlement/verkiezingen/stemrecht-en-stemplicht-bij-verkiezingen

b) Verbind de juiste term met de juiste verklaring.

Stemplicht Het recht om te stemmen.

De verplichting voor de burger om na de oproep


Stemrecht
tot de verkiezingen zich aan te melden bij een
kiesbureau om deel te nemen aan de
verkiezingsverrichtingen.
Jigsaw: na het stemmen

Wat gebeurd er als iedereen is gaan stemmen


zowel digitaal als op papier. Dat gaan jullie nu
onderzoeken. In groepjes van 3 à 4 leerlingen krijg
je een vraag toegewezen die je gaar verdiepen aan
de hand van de bronnen die je achter de QR-code
vindt. Wanneer elk groepje klaar is worden er
nieuwe groepjes gevormd. Deze nieuwe groepjes bestaan uit telkens één
leerling die expert is over een andere vraag. Je deelt je kennis met elkaar
en probeert vervolgens een antwoord te vormen op alle vragen.

Hoe worden de stemmen geteld?

a. Noteer je notities hier.

Hoe worden de zetels verdeeld en toegewezen?

a. Noteer je notities hier.


Hoe wordt de coalitie gevormd?

a. Noteer je notitities hier

Maak een samenvatting

b. Maak een schematische voorstelling van alle notities.


Uitstap plannen

Vandaag gaan jullie een uitstap plannen. De bestemming van deze


uitstap is Brussel. Jullie gaan namelijk op bezoek in het Vlaams
Parlement. Het is aan jullie om deze uitstap te organiseren aan de hand
van enkele opdrachten. We spreken af om 8.15 aan het station in
Antwerpen. We zijn terug omstreeks 17.00.

Bij het plannen van deze uitstap moet je uiteraard met verschillende zaken rekening
houden nl.

o Lay-out bundel
o Reservatie
o Vervoer
o Kostenplaatje
o Dagindeling

Praktische afspraken

Maar je moet dit alles niet alleen doen. Jullie worden in groepjes van 4 verdeeld en
krijgen een specifieke opdracht. Aan het einde van de les vormen de door jullie gemaakte
opdrachten de ideale uitstap. Op OneDrive vind je de bundel die je samen moet gaan
invullen. Je werkt dus allemaal samen in één document. Elk groepje maakt zijn opdracht
daar op de voorziene plaats. Je maakt de opdracht dus op de PC.

Je gaat met heel de klas samenwerken dat wil dus zeggen dat er een planning
moet zijn zodat iedereen precies weet wat hij moet doen.

Groepsnummer Namen van de groepsleden Opdracht

1 Lay-out bundel

2 Reservatie

3 Vervoer

4 Kostenplaatje

5 Dagindeling
Groep 1: lay-out bundel
1. In de koptekst vermelden jullie:

Jullie klas aan de rechterzijde

lettertype en- grootte: Verdana, 8pt

2. In de voettekst vermelden jullie:

Schooljaar aan de linkerzijde

“PAV” aan de rechterzijde

3. Je maakt een voorblad met daarop volgende informatie:

Logo van de school: rechts bovenaan

Titel van de opdracht: Uitstap Brussel: midden, gecentreerd, verdana, 12pt

4. De overige tekst

Verdana, 10pt

Een titel maak je vet en onderlijn je. De lettergrootte blijft 10pt

De regelafstand (interlinie) bedraagt 15

Groep 2: Reservatie

1. Omdat reserveren is aangewezen telefoneer je voor een afspraak naar de toeristische


dienst van het Vlaams Parlement. Om zeker te zijn dat je al het nodige vermeld maak
je eerst een voorbereiding waarin je volgende gegevens vermeld:

Aantal bezoekers (klas + begeleidende leerkrachten)

De datum waarop we het museum zullen bezoeken

Aan welk dagprogramma we willen deelnemen (rondleiding + simulatiespel)

Vraag om een bevestiging van de reservatie via e-mail

Groeten en afscheid nemen

2. Ga naar de website:

https://www.dekrachtvanjestem.be/

Zoek het telefoonnummer op

3. Voer het eigenlijke telefoongesprek.

h Neem je voorbereiding erbij zodat je niets vergeet te zeggen


t Maak notities van wat er aan de telefoon gezegd wordt
t
p
s
:
/
/
Groep 3: Vervoer

1. Ga naar de website
https://www.dekrachtvanjestem.be/

Zoek het adres op van het Vlaams parlement

2. Ga naar Google Maps

Zoek de route uit om naar het Vlaams parlement te gaan

Kopieer en plak de route in het document (+ kaart)

3. Ga naar NMBS

Zoek uit welke trein je moet nemen om van en naar het Vlaams parlement te gaan

Zoek uit om hoe laat je de trein heen en terug moet nemen

Zoek uit op welk spoor we vertrekken en aankomen

Groep 4: Kostenplaatje
Kleef een afbeelding die gegevens in het document

1. Ga naar de website

https://www.dekrachtvanjestem.be/

Zoek op hoeveel het dagprogramma kost voor de gehele groep

2. Ga naar de website van de NMBS

Zoek de voordeligste prijs op voor een ticket van en naar het Vlaams parlement voor
de gehele groep

3. Ga naar de website van de lijn

Zoek de voordeligste prijs op voor een ticket van en naar het Vlaams parlement voor
de gehele groep

4. Bereken de individuele kosten

Bereken de kosten voor het dagprogramma voor één persoon

Bereken de kosten van het treinticket voor één persoon

Bereken de kosten van het tram/bus ticket voor één persoon

Bereken de totale individuele prijs per leerling


Groep 5: Dagindeling

1. Zoek de volgende gegevens op

De dag waarop de uitstap plaats vindt (heen-en terugreis)

Het uur van afspraak in het centraal station van Antwerpen (heenreis)

Het uur van aankomst in het centraal station van Antwerpen (terugreis)

Het uur van aankomst in het centraal station van Brussel (heenreis)

Het uur van vertrek in het centraal station van Brussel (terugreis)

Het uur van vertrek met de bus vanuit het centraal station van Brussel (heenreis)

Het uur van aankomst met de bus vanuit het centraal station van Brussel (heenreis)

Het uur van vertrek met de bus vanuit het Vlaams Parlement (terugreis)

Het uur van aankomst met de bus vanuit het Vlaams Parlement (terugreis)

Het uur van de start van de rondleiding in het Vlaams Parlement

Het uur van het einde van de rondleiding in het Vlaams Parlement

Het uur van de start van het simulatiespel in het Vlaams Parlement

Het uur van het einde van het simulatiespel in het Vlaams Parlement

2. Noteer bovenstaande gegevens, in chronologische volgorde, in de tabel die je


terugvind in het document.

Extra: voor het snelle groepje

1. Stel een brief op voor de ouders met volgende gegevens:

Het logo van de school

Het adres van de school

De contactgegevens van de school

De datum van de uitstap

Het uur van afspraak van vertrek in het centraal station van Antwerpen

Het uur van afspraak van aankomst in het centraal station van Antwerpen

De plaats van de uitstap

De activiteiten tijdens de uitstap


Nabespreking Vlaams Parlement
De noodzaak van een lunchpakket
1. Vul de evaluaties in.

Zelfevaluatie

1=minder dan het gemiddelde van de groep; 2= gemiddelde van de groep; 3= meer dan het
gemiddelde van de groep

Ik was steeds aanwezig op de afgesproken momenten.

Ik nam voldoende initiatief bij het uitwerken van de uitstap.

Ik was steeds in orde met de taken die aan mij waren toegeschreven.

Ik stond steeds open voor feedback.

Ik ben steeds vriendelijk en beleefd gebleven.

Peerevaluatie

1=minder dan het gemiddelde van de groep; 2= gemiddelde van de groep; 3= meer dan het
gemiddelde van de groep

Naam groepslid:

Ik was steeds aanwezig op de afgesproken


momenten.

Ik nam voldoende initiatief bij het uitwerken


van de uitstap.

Ik was steeds in orde met de taken die aan


mij waren toegeschreven.

Ik was steeds in orde met de taken die aan


mij waren toegeschreven.

Ik stond steeds open voor feedback.

Ik ben steeds vriendelijk en beleefd gebleven.


2. Beantwoord onderstaande vragen. (Je beantwoord de vragen in volzinnen.)

a. Wat vond jij leuk of niet leuk toen je de excursie zelf moest voorbereiden?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

b. Wat vond jij ervan dat je eens samen moest werken met de hele klas?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

c. Wat vond jij van de rondleiding in het Vlaams Parlement?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

d. Wat vond jij van het simulatiespel in het Vlaams Parlement?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

e. Wat heb jij bijgeleerd over het Vlaams Parlement?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

f. Wat had jij in gedachte om de uitstap nog leuker te maken?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

g. Wat is jouw algemeen gevoel over de gehele opdracht? ‘kleur de juiste smiley’
Wat met de politiek in de andere landen?

Zoals jullie weten organiseert elk land zijn politiek op zijn eigen manier. Veel van jullie hebben ouders die afkomstig zijn uit ander land.
Aan jullie om op onderzoek te gaan en te gaan achterhalen hoe de politiek in dat land wordt georganiseerd. De informatie die je tijdens je
onderzoek hebt gevonden noteer je in de fiche onderaan deze pagina.

Naam land: Je geeft je fiche een titel.


Logischerwijs bevat deze de
naam van het land.
Geografische gegevens
Geografische gegevens
In dit onderdeel staan alle
Hoofdstad: Buurlanden: geografische gevens van het
land.
Werelddeel:

Oppervlakte:

Basisgegevens
In dit onderdeel staan alle
basisgegevens van het land.
Basisgegevens Bestuur gegevens

Officiële landstaal: Regeringsvorm: Bestuur gegevens


Hier geef je infomatie over de
Inwoners: Regeringsleiders: wijze waarop het land bestuurd
wordt.
Religie: Staatsvorm:

Munteenheid: Staatshoofd:

Huidige situatie in het land:


Je gaat de gevonden informatie presenteren aan de hand van een PowerPoint. Volgende
zaken moeten in de presentatie aan bod komen.

Dia 1 Dia 2 Dia 5

- Titel van het land - Situering op de kaart - Huidige situatie in het land
o Hoofdstad - filmpje die de situatie aantoont
o Werelddeel
o Buurlanden
o Oppervlakte

Hoe maak je een


Dia 3 Dia 4 powerpoint?

- Vlag van het land - Regeringsvorm


- Officiële landstaal - Regeringsleiders
- Inwoners - Staatsvorm
- Religie - Staatshoofd
- Munteenheid

Evalueer de presentaties van je klasgenoten. Vink aan wat er gezegd wordt.

Naam Naam Geografische Huidige Basisgegevens Bestuur


gegevens situatie in gegevens
het land
Hoe wordt de politiek weergegeven in de media?

Bij de volgende cartoon zullen we gebruik maken van de KIAM- methode. Maar waarvoor
staat de afkorting KIAM?

K …………………………………………………………………..

I ……………………………………………………………………

A ………………………………………………………………….

M ………………………………………………………………..

Stap 1: Ik kijk.

Bekijk de cartoon volgens de KIAM-methode.

Welke twee bekende personen zie je duidelijk in de cartoon?

1. ……………………………………………………………………………………………………
2. …………………………………………………………………………………………………..

Naar waar wijst de man met het witte kleed?

…………………………………………………………………………………………………………

Waar denk je dat de personages zijn?

…………………………………………………………………………………………………………
Stap 2: Ik interpreteer.

Probeer aan de hand van de volgende vragen te achterhalen welke boodschap er achter
de cartoon schuilt. Probeer elk beeld aan het juiste tekstje te koppelen.

1 2 3 4

1 A Dit is God. Van God wordt door


de Christenen aangenomen dat
Hij de eigenschappen heeft van
heiligheid, rechtvaardigheid,
almacht, alwetendheid, allen
liefhebbend,
alomtegenwoordigheid en
onsterfelijkheid.

2 B Een politieke partij is een groep


mensen die zich heeft verenigd op
basis van gemeenschappelijke
politieke uitgangspunten met als
doel deel te nemen aan het
bestuur.

3 C Volgens deze tekst moet je bij de


duivel zijn als je zoekt naar
politieke partijen.

4 D De duivel of Satan is de leider van


de rebellerende gevallen engelen,
die onder zijn aanvoering God
verlaten hebben en wordt gezien
als de verpersoonlijking van het
kwaad. De duivel staat gelijk aan
onrust, chaos, jaloezie, ruzie,
wraakzucht, liegen, egoïsme,
oorlog …
Even testen of je het echt wel begrepen hebt. Kan je aan de hand van deze foto in enkele
zinnen uitleggen wat er bedoelt wordt met de cartoon?

……………………………………………………

…………………………………………………..

…………………………………………………..

…………………………………………………..

…………………………………………………..

…………………………………………………..

Stap 3: Actualiseren
Zoek op in het woordenboek of maak gebruik van het internet.

Woord Verklaring
Mandaat

Profijt

Soeverein

Autonoom

Proletariaat

Is de cartoonist het eens met de mening van Walter Zinzen?

Ja Nee

Stap 4: Ik heb een mening

Vind jij dat de politieke partijen weg moeten?

Ja Nee

Waarom:

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hoe is de Europese unie ontstaan?
Jullie gaan in groepjes van vier uitzoeken hoe de Europese unie
is ontstaan aan de hand van Expertgroepen. De eerste groep
onderzoekt de Tweede Wereldoorlog, de tweede groep
onderzoekt de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de
derde groep onderzoekt de Europese Economische
Gemeenschap en de vierde groep onderzoekt de Europese
unie. In elke groep ligt een tekst die de groep helpt bij het antwoorden van de vragen en
het bekomen van echte experten. Wanneer elke groep zijn vragen heeft beantwoord
worden er nieuwe groepen gevormd die bestaan uit telkens één expert over één bepaald
onderwerp. Deze expert probeert zijn nieuwe groepsleden ook expert te laten worden
over zijn onderdeel.

Hoek 1: Wat is er gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog?

a. Welk verdrag kwam tot stand na de Eerste Wereldoorlog?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

b. Welke straffen kreeg Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?

1. ……………………………………. 4. …………………………………….…………………

2. ……………………………………. 5. ……………………………………………………….

3. …………………………………….

c. Wat was de partij van Hitler?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

d. Hoe kwam Hitler aan de macht?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

e. Wat was het doel van Hitlers politiek?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

f. Hoe probeerde Hitler zijn doel te verwezenlijken?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

g. Hoe verloor Hitler de Tweede Wereldoorlog?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Hoek 2: Wat is de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal?

a. Waarom moest er een plan worden bedacht?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

b. Wie bedacht dit plan?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

c. Wat heeft een land nodig om oorlog te voeren?

o ………………………………………………………………….

o ………………………………………………………………….

d. Wat hield dit nieuwe plan in?

…………………………………………........................................................................................

............................................................................................................................

e. Bij wie ging Jean Monnet aankloppen om zijn idee uit te werken?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

f. Welke landen vormde de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal?

o ……………………………………………………….. o ………………………………………………………

o ……………………………………………………….. o ……………………………………………………..

o ……………………………………………………….. o ………………………………………………………
Hoek 3: Wat is de Europese Economische Gemeenschap?

a. Met wat heeft de Europese Economische gemeenschap te maken?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

b. Wat was één van de belangrijkste ideeën?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

c. Wat was de bedoeling van een gemeenschappelijke markt?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

d. Welk probleem had Europa na de Tweede Wereldoorlog?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

e. Wat is het gemeenschappelijk landbouwbeleid?

……………………………………………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………………………………..
Hoek 4: Wat is de Europese Unie?

a. Voor wat zorgde de gemeenschappelijke markt?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

b. Welke landen werden er na jarenlang gepraat ook lid?

o ………………………………….. o …………………………………..

o ………………………………….. o …………………………………..

o ………………………………….. o ……………………………………

o ………………………………….. o ……………………………………

o ……………………………………

c. Wat kreeg de club tegen het einde van 1992?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………

d. Welke andere dingen gebeurde er ook nog?

o …………………………………………………………..

o …………………………………………………………..

o …………………………………………………………..

o …………………………………………………………..

e. Wat werd er gedaan om de reizigers het leven makkelijker te maken?

…………………………………………………………………………………………………………………

f. Over wat spraken de regeringen ook nog?

………………………………………………………………………………………………………………..
Welke impact heeft de Europese Unie op ons dagelijks
leven?
Om na te gaan welke impact de Europese Unie op ons dagelijks
leven heeft gaan we memory spelen. Het is bij memory de
bedoeling dat je zoveel mogelijk paren van kaartjes maakt door
kaartjes die bij elkaar horen om te draaien. Diegene die de
twee kaartjes die bij elkaar horen heeft omgedraaid wint die
kaartjes. Diegene die aan het einde van het spel de meeste
kaartjes heeft, heeft het gehele spel gewonnen.

a. Speel het spel.

b. Noteer in onderstaande tabel concreet wat de Europese Unie doet.

1 Het milieu

2 Het klimaat

3 De euro

4 Vrijheid

5 Banen

6 Hulp voor moeilijke regio’s

7 Hulp voor armere landen

8 Etiketten op voedsel

9 CE label

10 Veiligheidsgordel

11 Boeken

12 Bijsluiter
c. lees het artikel en duidt aan wat we niet meer zouden hebben als de
Europese Unie er niet meer is.

Wat als...de Europese Unie niet bestond?

Het is bon ton om zurig te doen over de


Europese Unie. En inderdaad, het gaat erg
slecht in Europa en het leven is hier bittere
ellende. Behalve dan als we de vergelijking
maken met vorige generaties. Of met andere
plekken.

Het is bon ton om zurig te doen over de Europese


Unie. En inderdaad, het gaat erg slecht in Europa en
het leven is hier bittere ellende. Behalve dan als we de
vergelijking maken met vorige generaties. Of met
andere plekken.

Nergens in de wereld zijn een half miljard mensen gemiddeld zo welvarend als hier in de Europese
Unie. Nooit eerder en op geen enkele andere plek leven ze gemiddeld zo lang, zijn ze zo goed sociaal
beschermd of reizen ze zo makkelijk als wij hier, van Helsinki tot Nicosia. En wie zich toch ergert,
tweet zijn frustratie de ether in, zonder dat subiet de militaire politie aan de deur staat.

Jamaar, zeggen critici, dat is eerder ondanks dan dankzij dat logge ding dat Europese Unie heet. Dat
valt nog te bezien. Een goeie halve eeuw geleden begonnen we met het gezamenlijke beheer van kolen
en staal. Daarna kwamen de landbouw en de gemeenschappelijke markt. En steeds meer andere zaken.
Dat creëerde een diepe band. Veel van onze belangen raakten zo sterk aaneengeklonterd dat we nu
verplicht zijn om onze problemen gezamenlijk aan te pakken. Als Duitsland instemt met een
hulppakket voor Griekenland, is dat alleen omdat Duitsland daar ook zelf belang bij heeft. Zo sterk is
vandaag de verwevenheid, die zich geleidelijk in de Unie heeft voltrokken.

Wat zou er dan gebeuren bij een shutdown van de Unie? Gaat het licht dan uit, en rollen er dra weer
tanks door de straten? Gaan we kapot aan grauwe armoede, terwijl de Chinezen de wereld besturen?
De kans is klein dat het zover komt, want we zullen die Unie niet opbreken. De grondstroom gaat juist
de andere kant op.

Daar is een simpele reden voor. De uitdagingen van vandaag en morgen zijn van die aard dat we ze als
landen apart niet meer efficiënt kunnen aanpakken. Of het nu gaat om klimaat, economie, energie of
misdaadbestrijding: Europese landen zijn afzonderlijk niet meer in staat om hier een beleid rond te
voeren. Wie dat niet erkent, houdt een illusie over van nationale soevereiniteit, maar degradeert in
werkelijkheid naar de marge van de geschiedenis. De wereld organiseert zich in grotere blokken, en in
vergelijking met Amerika, China of Indonesië is zelfs Duitsland straks een lilliputter. Daar ligt de
bestaansreden van de Europese Unie: gezamenlijk hebben we wél het gewicht om nog mee te spelen.
Daarom associëren zelfs landen als Zwitserland of Noorwegen zich vandaag zo diep met de Unie dat ze
er de facto ook lid van zijn.

Zeker en vast, in onze oase van rust, stabiliteit en welvaart loopt niet alles op wieltjes. Elke
beleidskeuze is een compromis en dus per definitie weinig ideaal. Maar wie erkent dat we de dingen
beter samen aanpakken, moet ook aanvaarden dat landen en partijen met andere belangen en
gedachten mee op het beleid hun stempel drukken. Dit mag er ons evenwel niet van weerhouden om
het debat aan te gaan.

Integendeel, want de antwoorden op de uitdagingen van morgen, staan niet vast. Europa kan veel
kanten op, en daar mag best discussie over zijn. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de Europese
verkiezingen. Of laten we die opnieuw ondersneeuwen door onze regionale verkiezingen? Houden we
het in de campagne straks bij de vraag waar we een panda huisvesten en of we dat voortaan federaal,
dan wel confederaal zullen regelen? Of hebben we het over de uitdagingen die er echt toe doen?
Welke internationale instellingen zijn er?
Om na te gaan welke internationale instellingen er zijn gaan we
een spel spelen nl. Slangen en ladders. In dit spel is het de
bedoeling zo snel mogelijk beide finish te geraken. Het probleem
is dat je enkel en alleen een stap mag voorruit zetten als je de
vraag die je moet beantwoord correct hebt beantwoord. Hieronder
zie je de vragen die je tijdens het verloop van het spel moet
beantwoorden.

De VN

a. Voor wat staat de afkorting VN?

………………………………………………………………………………………………………………

b. Wat zijn de Verenigde naties?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

c. Hoe ziet de structuur van de VN eruit?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………

d. Wat is de Europese Unie met betrekking tot de VN?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………

e. Wat bepaald het handvest van de Verenigde Naties?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

f. Geef twee doelstellingen van de VN?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

g. Hoeveel landen zijn er lid van de VN?

………………………………………………………………………………………………………………

h. Hoe worden de Verenigde Naties gefinancierd?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
De NAVO

a. Voor wat staat de afkorting NAVO?

………………………………………………………………………………………………………………

b. Wat is het doel van de oprichting van de NAVO?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

c. Op wat is de samenwerking binnen de NAVO gericht?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

d. Hoe realiseert de NAVO haar doelstellingen?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

e. Wat is de kern van het verdrag?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

f. Wat is de structuur van de NAVO?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

g. Met wie werkt de NAVO samen?

………………………………………………………………………………………………………………

h. Hoeveel leden heeft de NAVO?

………………………………………………………………………………………………………………
De EU

a. Hoeveel leden telde de EU bij het begin van de samenwerking?

………………………………………………………………………………………………………………

b. Hoeveel landen binnen de EU gebruiken de EURO?

………………………………………………………………………………………………………………

c. Wat is één van de grootste prestaties van de EU?

………………………………………………………………………………………………………………

d. Hoe kan een land lid worden van de EU?

………………………………………………………………………………………………………………

e. Geef twee kandidaat-lidstaten.

………………………………………………………………………………………………………………

f. Hoeveel leden telt de EU vandaag?

………………………………………………………………………………………………………………

g. Geef twee doelstellingen van de EU.

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

h. Geef twee waarden die onmisbaar zijn voor de Europese levenswijze.

………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Vous aimerez peut-être aussi