Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
modulecode : ribOTP01p
auteur : P.W. Scheurwater
datum : 17 augustus 2010
Versie : 3.0
Studielast : 4 ECTS / 112 uren
Bouwkunde
Inhoudsopgave
1. Onderwijs inhoud
1.1. Casus/context............................................................................................................2
1.2. De opdracht ...............................................................................................................4
2. Werkwijze en ondersteuning
2.1. Lesprogramma ..........................................................................................................6
2.2. Literatuur ...................................................................................................................6
3. Beoordeling
3.1. Beoordelingsprocudure .............................................................................................7
3.2. Herkansingsregeling..................................................................................................7
3.3. Fraude & Plagiaat......................................................................................................8
4. Organisatie
4.1. Module-informatie......................................................................................................9
4.2. Studiebelasting ..........................................................................................................9
4.3. Werkafspraken ..........................................................................................................9
4.4. Inleverdata.................................................................................................................9
4.5. Klachten ....................................................................................................................9
6. Bijlagen …………………………………………………………………………………… 12
1
1. Onderwijs inhoud
1.1. Casus/context
Het gebouw staat nu leeg en is volledig gestript. De toren wordt herontwikkeld, maar de
economische situatie doet de vraag rijzen of het programma dat nu ontwikkeld is, voldoende
realistisch is.
Hergebruik van het casco is een uitgangspunt.
Het project “Optoppen” biedt de mogelijkheid ideeen te genereren ter revitalisering van het
complex aangezien de projectontwikkelaar het idee heeft opgevat om, naast de ontwikkeling
zoals deze nu plaatsvindt, een tweede lijn te volgen met een afwijkend programma.
Onderzocht moet worden hoe dit programma kan worden ingepast in dit gebouw.
2
3
.
1.2. De opdracht
Programma:
Het belangrijkste uitgangspunt van dit project is het ontwikkelen van een gebouw waarin
diverse gebruiksfuncties hun plek vinden.
De ontwikkelaar verwacht:
- Een studie om inzicht te krijgen in de haalbaarheid van het project:
- stedenbouwkundige inpassing van de opgetopte toren
- keuze en motivatie van de positionering van de functies
- ontsluitingsprincipes van de diverse functies / routing
rekening houdend met vluchtwegen en gescheiden exploitaties,
- ruimtelijke reservering voor de installaties
- installatieadvies
- bestemmingsplantoets
- parkeren
- financiële toetsing: - opbrengsten verkoop woningen
- opbrengsten verhuur m2 horeca / hotel
- opbrengsten verhuur m2 kantoren
- opbrengsten verhuur m2 detailhandel
- Een studie naar: - constructieprincipes voor de optopping
- referentieprojecten
- studie naar toepassing geveltypen
- Een verslaglegging van de bestaande toestand.
- Schetsontwerp - schetsontwerp, per student een schetsvoorstel
(plattegronden, gevels, doorsneden. situatietekening)
De optopping dient een bijdrage te leveren in de verhoging
van de belevingswaarde van het gebouw
- Een definitief ontwerp van de optopping bestaande uit plattegronden, relevante doorsneden,
relevante gevels en details (minimaal 4 per persoon)
- Een constructierapport en tekeningen van de optopping op basis van vuistregels
4
- Analyseren van de bouwfysische eigenschappen van het gebouw en ontwikkelen van
ingrepen die noodzakelijk zijn om het gebouw te laten voldoen aan de huidige
milieueisen.
- Analyseren en beoordelen van het bestaande gebouw op de mogelijkheid van
uitbreiding van het volume bovenop de bestaande constructie.
- Ontwerpen, ruimtelijk en technisch van een gebouwuitbreiding op bestaande bouw.
- Ontwerpen en ontwikkelen van een draagconstructie van de gebouwuitbreiding.
- Ontwerpen en ontwikkelen van de bouwtechnische knooppunten van de
gebouwuitbreiding.
- Ontwikkelen van technisch adequate aansluitingen tussen bestaande bouw en
nieuwbouw.
- Ontwikkelen van de gevels van zowel de optopping als het bestaande gebouw in
samenhang met en die reageren op de architectonische kwaliteiten van de omgeving.
- Rapporteren en presenteren van een renovatie/optop plan.
Beroepsproducten:
De volgende beroepsproducten dienen minimaal te worden vervaardigd:
- Tekeningen bestaande toestand (overzichten en eventuele details, DO niveau)
- Opnamerapport bestaande toestand
- Constructie rapport bestaande toestand
- Tekeningen renovatieplan (plattegronden, relevante doorsneden, gevels en
relevante details). Eerst als VO, vervolgens als DO.
- Optop voorstel (plattegronden doorsneden gevels en details, DO niveau)
- Constructietekeningen renovatieplan (Overzichten en details, DO niveau)
- Aansluitdetails bestaand en nieuw
Vaak is het onduidelijk wat een voorlopig- en een definitief ontwerp inhoudt.
Op Natschool is een document geplaatst waarin dit precies is omschreven
RRB rapport 130 : kwaliteit van tekenwerk in de bouw
Dit boekje moet je hanteren om vast te stellen wat er op een bepaalde soort tekening moet
staan.
Ook bij de beoordeling worden deze criteria gehanteerd.
5
2. Werkwijze en ondersteuning
2.1. Lesprogramma
Een lesgroep bestaat uit 12 personen die verdeeld wordt in drie projectgroepen van 4
personen en vergadert minimaal een keer per week . Daarnaast, eens in de veertien
dagen, vindt volgens rooster overleg met de docent plaats om deze informeren over de stand
van zaken en de aanpak.
Planning is dus altijd een vast onderwerp op de agenda voor die bijeenkomst.
De andere vergaderingen zijn bedoeld als werkoverleg tussen de studenten onderling.
- de 3e week vindt de tussenrapportage over de bestaande toestand plaats.
- de 8e week leveren alle deelnemers een individueel voorstel voor een opbouw in
waaruit in overleg een voorstel wordt gekozen en uitgewerkt.
- het schetsvoorstel is in de 10e week gereed.
- van de uitgewerkte variant worden in de 12e week de principe details ingediend,
waarop in
- de 14e week commentaar geleverd wordt.
- de afronding vindt plaats in de 18e week door middel van een kritische bevraging
door docenten en medestudenten (20 minuten) op basis van de complete rapportage
met tekenwerk.
De groepjes studenten presenteren hun resultaten in de vorm van een A3 boekje,
en geven een toelichting aan hun medestudenten en begeleiders aan de hand van
een Powerpoint presentatie.
- In de 19e week wordt het definitieve oordeel uitgesproken en becommentarieerd.
- Herkansing / aanvullingen dienen te worden ingeleverd in week 20
- Eindbeoordeling vindt plaats in uitloopweek 1
2.2. Literatuur
6
3. Beoordeling
3.1. Beoordelingsprocedure
De beoordeling bestaat uit drie delen:
a. een groepsbeoordeling voor de ingeleverde eindproducten;
b. een individuele beoordeling van elke student van zijn bijdrage aan het project die
bestaat uit:
1. tijdens de eindafronding wordt iedere individuele student bevraagd over alle
aspecten van het eindproduct.
Van iedere student wordt verwacht inzicht in en kennis te hebben van alle
onderdelen van het project. Ook de onderdelen waarvoor betreffende student
niet als eerste verantwoordelijk is geweest.
2. een door de student gemaakt individueel verslag waarin de student uitlegt:
- wat er geleerd is in het project.
- wat de bijdrage geweest is aan het project.
- hoeveel tijd er is besteed aan het project en of dit voldoende tijd is geweest.
- of er meer gedaan is dan verwacht mag worden en gevraagd was in het project.
3. de eindbeoordeling.
Er zijn voor zowel het groepsproduct als het individuele verslag 3 cijfers beschikbaar:
- 2 : het product is onvoldoende en voldoet op geen enkele wijze aan datgene wat de
opdrachtgever verwacht, het project moet opnieuw gedaan worden.
- 4 : het product is nog niet af, maar er zit een goede mogelijkheid in om het op een
acceptabel niveau te krijgen. Er worden aanvullende reparatieopdrachten gegeven.
- 6 : het project is voldoende gemaakt.
De projectbegeleider heeft de mogelijkheid om extra punten te geven voor zaken die de
projectgroep bijzonder goed gedaan heeft.
Let wel:
- Je kunt alleen een bonus verdienen als het werk met een 6 is beoordeeld; dus niet: het is
eigenlijk onvoldoende, maar een paar dingen zijn extra goed, dus wordt het toch voldoende.
- Alléén bij een cijfer 4 kan gerepareerd worden. Een cijfer 2 is niet reparabel.
Differentiatie in cijfers
De beoordeling van het groepsproduct geldt voor alle studenten en is dus voor alle studenten
gelijk. De beoordeling van het individuele verslag is ook echt individueel. Hier kunnen
onderlinge verschillen optreden die uiteindelijk voor alle studenten een ander eindcijfer van
het project op kan leveren. Op deze manier worden „hardwerkers” beloond en kunnen
„meelifters” worden afgestraft. Om die reden moet het individuele verslag inzicht geven in de
werkzaamheden van iedere student, moeten de individuele verslagen gezamenlijk (tegelijk)
worden ingeleverd en moeten de verslagen in relatie tot elkaar gelezen worden. Alleen op die
manier kan duidelijk worden of de weergave van werkzaamheden onderling correct is.
7
3.2. Herkansingsregeling
e
1. De 1 becijfering van de module vindt uiterlijk plaats in week 18 van het 2e kwartaal. Op
dat moment is ook bekend wie in aanmerking komt voor een herkansing en wanneer dat
plaats vindt (zie ook het toetsrooster). Dit wordt bekend gemaakt in de geroosterde
feedbackles. Het behaalde cijfer wordt ingeleverd op het bedrijfsbureau en verwerkt in
Osiris.
Bij constatering van fraude en/of plagiaat wordt de Examencommissie IBB direct
geïnformeerd met het verzoek tot het nemen van een maatregel. Na een hoorzitting legt de
Examencommissie IBB een maatregel op die bindend is.
Voor de juistheid wordt verwezen naar artikel 9.5 van de Hogeschoolgids van het instituut
IBB.
8
4. Organisatie
4.1. Studiebelasting
Het project duurt een semester en bestaat uit 20 lesweken.
De studiebelasting bedraagt 4 ECT’s dat zijn 4 x 28 = 112 studiebelastingsuren verdeeld over
18 effectieve lesweken, betekent dit dus gemiddeld 6,2 uur per week.
4.2. Werkafspraken
In alle vergaderingen is steeds één student (roulerend) voorzitter en maakt één student de
notulen.
De notulist is de daaropvolgende vergadering voorzitter.
De voorzitter maakt voor de vergadering een agenda die vooraf aan alle deelnemers
(studenten en begeleider) per e-mail toegestuurd dient te worden.
Zonder agenda kan er niet vergaderd worden.
De notulist zorgt ervoor dat de notulen (samen met de agenda voor de volgende vergadering)
voor de eerstvolgende vergadering zijn uitgewerkt en per e-mail aan alle deelnemers
(studenten en begeleider) verzonden.
De dag, de tijd en de plaats waarop de projectgroep bij elkaar komt is aangegeven in het
rooster. De eerste taak van de projectgroep is het maken van een Plan van Aanpak.
Aanwijzingen voor het maken van een plan van aanpak vind je in het het Projectboek (zie
Natschool)
Tijdens de eerste bijeenkomst dienen de deelnemers ook gegevens met elkaar uit te wisselen
zoals telefoonnummers, e-mailadressen.
4.3. Inleverdata
Zie lesprogramma
4.4. Klachten
Het Instituut voor Bouw & Bedrijfskunde hanteert het reglement klachtenregeling. Deze
klachtenregeling is verwoord in de bijlage van de Hogeschoolgids van het Instituut IBB.
Is er een klacht over een tentamen of examen dan dient de student de klacht eerst te
bespreken met de uitvoerende docent en modulehouder/onderwijsmanager. Leidt die
bespreking niet tot een oplossing, dan bestaat de mogelijkheid in beroep te gaan bij de
Examencommissie IBB (zie hiervoor artikel 3 van het reglement klachtenregeling).
Het beroepschrift dient geadresseerd te zijn aan de voorzitter van de examencommissie en
wordt ingeleverd bij het Bedrijfsbureau IBB.
9
5. Verantwoording
Renovatie en revitalisering passen in een bouwpraktijk waarin rekening gehouden wordt met
milieuvraagstukken en het in stand houden van cultureel erfgoed. Deze aanpak zal voor een
groot deel van de toekomstige bouwopgave in beslag nemen.
De werkzaamheden die binnen dit project moeten worden uitgevoerd behoren tot de
werkzaamheden die door een groot deel van de hbo bouwkundigen de eerste jaren na hun
afstuderen zullen worden uitgevoerd, ten dele in dienst van een architectenbureau /
bouwbureau.
10
Dublin descriptoren – niveau- en toetsingscriteria voor de student:
Kennis en inzicht:
K1 Kennis Heeft gebruik gemaakt van relevante kennis van het vakgebied zoals
aangeboden in de opleiding
K2 Concepten & Heeft getoond kennis te hebben van concepten en werkwijzen van het
werkwijzen vakgebied zoals aangeboden in de opleiding
K3 Actualiteit Heeft zich verdiept in nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied relevant voor de
kennis opdracht
K4 Beheersing Heeft bij de verdediging van de opdracht de begeleiders overtuigd dat hij het
onderwerp beheerst, zowel de relevante theoretische concepten als de gang
van zaken in het bedrijf
Oordeelsvorming:
O1 Brongebruik Heeft relevante gegevens verzameld uit schriftelijke bronnen en deze correct
geïnterpreteerd
O2 Gegevens Heeft relevante gegevens verzameld door middel van veldonderzoek in
verzamelen bedrijf en/of markt en deze correct geïnterpreteerd
O3 Probleem- en Heeft een heldere probleem- en doelstelling geformuleerd op basis van een
doelstelling oriëntatie op relevante aspecten, betrokken partijen en concepten uit het
vakgebied
O4 Aanpak Heeft een heldere en passende (onderzoeks)aanpak geformuleerd
O5 Conclusie en Heeft heldere conclusies en aanbevelingen geformuleerd en deze met valide
advies argumenten onderbouwd
O6 Afwegen In de oordeelsvorming zijn alle relevante aspecten meegenomen en
aspecten meegewogen zoals technisch, effectiviteit en efficiency, maar ook
implementatieaspecten en relevante sociaal-maatschappelijke en ethische
aspecten
O7 Beheersing Heeft bij de verdediging van de opdracht de begeleiders overtuigd dat alle
relevante aspecten bij de oordeelsvorming aan de orde zijn gekomen en met
elkaar in verband zijn gebracht
Communicatie:
C1 Aandacht Heeft in de projectgroep bij alle direct en indirect betrokkenen aandacht
onderwerp weten te verkrijgen en te behouden voor het onderwerp
C2 Aandacht Heeft de direct en indirect betrokkenen in de projectgroep overtuigd van de
kwaliteit kwaliteit van het onderzoek en de haalbaarheid van de ontwikkelde
oplossingen
C3 Effectief Het toegepaste communicatiemiddel is geëigend en van de juiste kwaliteit
communicatie- voor het vakgebied en voor de presentatie van de resultaten (o.a.
middel tekeningen en berekeningen)
C4 Effectief De (schrijf)stijl en structuur van het eindrapport zijn effectief om de inhoud
eindrapport over te brengen en overeenkomstig de gebruiken in het beroep en de eisen
11
van de opleiding
C5 Presentatie Heeft een boeiende presentatie van 25 minuten gehouden over de inhoud,
de aanpak en de resultaten en het procesverloop van de opdracht
afgestemd op een publiek van lagere jaars studenten (eindpresentatie)
C6 Beheersing Heeft de begeleiders overtuigd van zijn kennis en inzicht, professionele
aanpak, oordeelsvorming, oplossings- en implementatie- en
presentatievaardigheden (verdediging)
Leervaardigheden:
L1 Verwerven kennis Heeft gedurende het traject nieuwe kennis en vaardigheden verworven en
en inzicht de leerdoelen bereikt
L2 Ingewerkt Is snel ingewerkt in de relevante aspecten en onderdelen van de
projectgroep
L3 Expertgedrag Heeft zich binnen de projectgroep ontwikkeld tot een expert op het
onderwerp
6. Bijlagen
De tekeningen zijn beschikbaar op Natschool in de map van deze module.
12