Vous êtes sur la page 1sur 60

Funshoppen in het

Nederlands
Woordenlijst onnodig Engels

Samenstelling en redactie
Bert-Jaap Koops
Pim Slop
Paul Uljé
Kees Vermeij
Dick van Zijderveld

Stichting Nederlands
Colofon

© 2009 Bert-Jaap Koops, Pim Slop, Paul Uljé, Kees Vermeij, Dick van Zijderveld

ISBN 978 90 351 3506 2

Stichting Nederlands
Postbus 75357
1070 AJ Amsterdam
W www.stichting-nederlands.nl
E info@stichting-nederlands.nl

2
Inleiding
“Vandaag zijn we gaan funshoppen met de kids in de summer sale. Maar echt fun was het niet: er waren
wel dramatisch veel winkels – Mexx, We, DKNY, Steppin’ Out, Miss Etam, Worldkidswear – maar echte
koopjes misten volledig. Alleen de Big Macs en milkshakes hielden de spirit er nog in. Toch was de dag
uiteindelijk geslaagd: een folder van TIO (hogeschool hospitality en toerisme) die we in de hand kregen
gedrukt, gaf onze dochter Kimberly voedsel voor nadenken. Tot vandaag was ze aan het twijfelen tussen
Liberal Arts in Tilburg en Communicatie wetenschap aan de Wageningen Universiteit, maar ze zag toch
wat op tegen een hele Engelstalige Bachelor of Master, ook al heeft ze dan tweetalig VWO gedaan. En
toerisme is helemaal haar ding. Op de reis terug reed John – een uitkomst dat tegenwoordig zeventien
jarigen een rijbewijs kunnen halen! – onze SUV net hard genoeg naar huis om, met een takeaway pizza
op de bank, op tijd aan te schuiven voor RTL Nieuws en de Postcodeloterij: Deal or no Deal. We hadden
weer niks gewonnen, bij de weg. Maar oké, met een sixpack cola-light en een family-size zak Lay’s chips
(cheese & onion) werd het toch nog gezellig.”

Ook als je niet gaat funshoppen kom je vandaag de dag voortdurend Engels tegen in Nederland. De
overvloedige aanwezigheid van het Engels komt in allerlei vormen naar voren: in leenwoorden
(‘summer sale’, ‘sixpack’) en anglicismen (‘dramatisch veel’, ‘koopjes misten volledig’, ‘Wageningen
Universiteit’); het invoegen van spaties in samenstellingen (‘communicatie wetenschap’, ‘zeventien
jarigen’); in merknamen, bedrijfsnamen en reclameleuzen; als voertaal in bedrijven en organisaties; en
niet in de laatste plaats in toenemende mate als voertaal in het onderwijs. Deze opmars van het
Engels is weliswaar verklaarbaar door de toegenomen mondialisering, maar daarom nog niet in alle
gevallen even wenselijk. Gebruik van het Engels in de diverse vormen kan bijdragen aan betere
(internationale) communicatie en duidelijk taalgebruik; bij overmatig, onnadenkend of anderszins
onnodig gebruik kan het echter ook juist ten koste gaan van de uitdrukkingsvaardigheid in het
Nederlands, en daarmee van de begrijpelijkheid en precisie van onze taal.
De Stichting Nederlands probeert op een constructieve manier bij te dragen aan de vitaliteit en de
rijkdom van de Nederlandse taal door het gebruik van onnodig Engels in Nederland ter discussie te
stellen. Bijvoorbeeld door regelmatig een TaalSof uit te reiken aan een persoon of instelling die het al
te Engels bont maakt, en een TaalLof voor een taalgebruiker die zich juist opvallend mooi of creatief
van het Nederlands in plaats van het Engels bedient. Het boek dat u nu in handen heeft is ook een
product van de Stichting Nederlands. Het beoogt onnodig Engels ter discussie te stellen door de
aandacht te richten op één veelvuldig voorkomend verschijnsel: het overvloedige gebruik van Engelse
woorden in het Nederlands.

Veel mensen gebruiken gedachteloos Engelse leenwoorden, zonder zich af te vragen of ze hetzelfde
niet ook, of misschien zelfs beter, met Nederlandse woorden kunnen zeggen. Dit geldt voor informele
conversatie evenzeer als voor serieuze betogen die voor de vuist weg worden gehouden. Maar ook in
teksten die op schrift worden gesteld, of ze nu zullen worden uitgesproken of alleen maar gelezen, is
deze trend al langere tijd aanwezig. Als het in het volgende over het gesproken woord gaat, wordt ook
op geschreven teksten gedoeld (en omgekeerd).
In het verleden zijn het Latijn en het Frans eveneens van grote invloed geweest op het
woordgebruik in Nederland. Hoewel het verschijnen van woorden uit een vreemde taal in de onze dus
allerminst nieuw is, bekruipt ons toch het gevoel dat dit in deze tijd met het Engels wel erg sterk het
geval is. Waardoor komt dit? En is ergernis of ongerustheid daarover terecht of misplaatst? In het
volgende gaan wij eerst in op de motieven voor het gebruik van Engelse leenwoorden. De motieven
zijn globaal gerangschikt naar toenemende mate van ergernis waartoe ze naar onze indruk leiden.
Van lang niet alle motieven zijn de gebruikers zich altijd bewust, en trouwens ook niet altijd van de
ergernis die het gebruik van de Engelse woorden bij anderen kan oproepen.

Motieven
Eén motief voor het gebruik van Engelse leenwoorden ligt voor de hand. Veel zaken en begrippen die
uit het buitenland komen, nemen hun Engelse benaming mee. Daardoor hebben vooral in de werelden
van het internet, de economie, de sport en de moderne muziek erg veel Engelse termen bij ons ingang
gevonden (computer, accountant, basketbal, rock). En omdat de internationale ontwikkelingen op
deze terreinen vaak snel gaan, is het niet altijd haalbaar of zinvol om daarvoor Nederlandse
vervangers te willen invoeren.
Het kan ook zijn dat er voor een Engels woord met de beste wil van de wereld geen goed
dekkende of goed bekkende Nederlandse vervanger kan worden gevonden. Er zit als het ware een

3
‘gat’ in onze taal. Ook tegen het gebruik van Engelse woorden op grond van dit motief kan rationeel
niet veel worden ingebracht; het wekt over het algemeen ook geen grote ergernis op.
Tot op zekere hoogte is het eveneens te billijken om Engelse woorden te gebruiken uit stilistische
overwegingen. Een Nederlands woord kan soms – naar het gevoel van een schrijver – niet helemaal
bevredigend weergeven wat hij bedoelt. Een Engels woord heeft dan misschien een net iets andere
betekenisschakering, het past beter in het gekozen stijlregister of het is kernachtiger. Het kan ook
worden gebruikt voor de afwisseling. Het verkozen gebruik van Engelse termen op deze gronden komt
voornamelijk voor in geschreven teksten, en kan zeker worden verdedigd. Wanneer echter de
schrijver de enige is die zijn eigen taalgebruik waardeert, is bij de lezer de opkomende ergernis niet
ver weg. De nuancebewuste schrijver dient ook te beseffen dat door het gebruik van Engelse woorden
en uitdrukkingen de begrijpelijkheid van het geschrevene gevaar loopt. Ook al meent men vaak van
wel, bijna niemand in Nederland is voldoende doorkneed in het Engels om alles te begrijpen wat in die
taal wordt gezegd of geschreven. Dat geldt ook voor losse woorden.
Maar er is in deze gevallen tenminste over nagedacht. Het wordt iets anders, als tekstschrijvers uit
gemakzucht niet de moeite nemen om goede (en soms specifiekere) Nederlandse woorden of termen
te zoeken, wanneer ze deze niet paraat hebben. Een verwant verschijnsel is dat mensen, vooral
tijdens het spreken, niet meer zo gauw op het Nederlandse woord voor iets kunnen komen en dan
maar, vaak zonder er zelf erg in te hebben, een Engels woord gebruiken.
Bedenkelijker nog vinden wij het gebruik van Engelse woorden en uitdrukkingen met het meer of
minder bewuste doel zich vaag of verhullend uit te drukken, om onkunde te verbergen of om te
vermijden dat men al te nadrukkelijk op z’n woorden kan worden aangesproken. Men kan dan niet
meer van gedachteloos gebruik spreken. Het kan zelfs zijn dat in zulke gevallen de spreker of schrijver
erop speculeert dat de toehoorder of de lezer niet precies weet wat de Engelse term inhoudt. Dit kan
ertoe leiden dat een spreker voor zichzelf een arsenaaltje aan ‘smurfwoorden’ aanlegt, die hij telkens
weer van stal haalt (input, pool, scope). Zou de toehoorder of lezer in zo’n geval willen nagaan wat
er precies wordt bedoeld, dan kan ook een goed woordenboek geen uitsluitsel geven. Daar komt nog
bij dat sommige woorden in het Nederlands een andere betekenis kennen dan ze in het Engels
hebben (cake, smoking), wat ook verwarrend kan werken.
Ten slotte gebruiken veel mensen Engelse woorden vooral omdat in hun ogen het Engels in hoger
aanzien staat dan het Nederlands. Zij menen dat ze pas serieus worden genomen of dat ze meer
status krijgen, als ze Engels gebruiken. Je hoort het bij jongeren, op straat en op de tv, maar je ziet het
vooral in de reclame: in vergelijking met twintig, dertig jaar geleden krijgen nieuwe producten steeds
vaker een Engels klinkende naam en gebruikt men in opvallend veel advertenties Engelse slagzinnen,
ook al zijn er doodgewone Nederlandse woorden beschikbaar (kids, sale). Ook namen van bedrijven
of onderdelen daarvan worden tegenwoordig met dit oogmerk vaak in het (pseudo-)Engels gesteld.
Er kan worden tegengeworpen dat taal in dienst staat van de communicatie. Zo beschouwd zijn
alle middelen die een schrijver of spreker uit de kast haalt om zijn boodschap over te dragen,
eerzaam, ook het gebruik van vreemde woorden. Als hij daarbij zijn doel voorbijschiet en woorden
gebruikt die niet of niet goed worden begrepen, is dat zijn verantwoordelijkheid, waar anderen zich niet
om zouden hoeven te bekommeren. Wil een landelijk dagblad zichzelf te kijk zetten door zijn
dagelijkse puzzels te onderscheiden in ‘light’ en ‘heavy’, dan hebben buitenstaanders daar verder
niets mee te maken, want de bedoeling zal bij de meeste lezers wel overkomen. Ook andere uitingen
van aanstellerij behoort eigenlijk het lot beschoren te zijn dat ze verdienen: geen aandacht aan
schenken. Maar hoewel de bereidheid van de desbetreffende auteurs om hun taalgebruik te
veranderen naar onze verwachting nog geringer zal zijn dan bij de vorige genoemde motieven, menen
wij toch ook tegen dit verschijnsel in het geweer te moeten komen.

Voorbijgaande aard?
Dezelfde mechanismen hebben in voorbije tijden gewerkt met betrekking tot het Frans, maar het
Nederlands heeft dat toen glansrijk doorstaan. Zo kan ook de Engelse rage voorbijgaan, waarna het
Nederlands, wellicht uitgebreid met enkele mooie leenwoorden en -uitdrukkingen, des te sterker zou
kunnen voortbestaan. Aan de andere kant heeft het Engels zich inmiddels een stevige positie
verworven als dé wereldtaal – meer dan het Latijn of het Frans ooit heeft gehad. Het is daarom maar
de vraag of het overvloedig gebruik van het Engels in Nederland ook een voorbijgaand verschijnsel zal
zijn. Is onze taal veerkrachtig genoeg om in de toekomst voor nieuwe begrippen nog zelf nieuwe
woorden te kunnen scheppen, of om aan bestaande Nederlandse woorden nieuwe betekenissen te
kunnen geven? Of, relevanter nog, is ze wel bestand tegen het Engels dat ook oprukt voor zaken of
begrippen waarvoor al lang goede Nederlandse woorden bestaan (bodyguard, zoo)? Met andere
woorden, houdt het Nederlands zijn rijke woordenschat en voldoende inventieve taalgebruikers om

4
zich ook op langere termijn als zelfstandige taal te handhaven? En het belangrijkste: is de
Nederlandstalige gemeenschap wel bereid om zich hiervoor in te zetten?
Het zou niet de eerste keer zijn dat de taal van een gemeenschap door een andere wordt
verdrongen. Onze vrees daarvoor wordt versterkt doordat het binnendringen van Engelse woorden,
zoals eerder aangestipt, niet het enige onrustbarende verschijnsel is. Misschien wel ernstiger is dat
het Nederlands als voertaal heeft te kampen met domeinverlies: in maatschappelijke sectoren als het
onderwijs, het bedrijfsleven, de reclame- en de kunstwereld neemt het Engels steeds meer de
vanzelfsprekende positie van het Nederlands over. Wij beperken ons in deze publicatie echter tot de
woordenschat, en willen op die manier proberen het Nederlands althans in dit opzicht zo vitaal en
innovatief mogelijk te houden.

De lijst
Om taalgebruikers te helpen het Nederlands veerkrachtig te houden, geven wij in deze publicatie een
lijst van ongeveer 4500 Engelse woorden en uitdrukkingen waarvan wij menen dat ze vaak onnodig
worden gebruikt. Onnodig omdat er al lang een Nederlands equivalent voor bestaat, zoals lijfwacht
voor bodyguard, en streepjescode voor barcode; of omdat er een prachtig vervangend Nederlands
woord voor kan worden gemaakt, zoals valreepreis voor last-minutereis, en sleutelgatserie voor real-
life soap. Voor deze woorden geven we een of meer Nederlandse vervangers.
Onder ‘Engelse woorden’ verstaan wij in de eerste plaats woorden die aan het Engels zijn
ontleend en die bij ons ook meestal op z’n Engels (of wat daarvoor moet doorgaan) worden
uitgesproken (pokerface, website). ‘Engels’ vinden wij ook woorden die een Engelse stam hebben
met een Nederlandse uitgang, vaak een werkwoordsuitgang (piercen, playbacken); en voorts
samenstellingen waarvan ten minste één deel uit het Engels afkomstig is (infodesk). Bij verschil
tussen Britse en Amerikaanse spelling hanteren wij bij deze woorden doorgaans de Amerikaanse
spelling (center, colorfilm, organizer).
Niet opgenomen zijn woorden die voor sommigen wellicht Engels lijken maar die rechtstreeks
aan andere talen zijn ontleend, bijvoorbeeld aan het Duits: pulli, kitten (ww.); aan het Frans:
helikopter, tour; of aan het Latijn: arbiter, forum. Woorden die (soms mede) via het Engels aan een
andere taal zijn ontleend (zoals essay of slogan) komen echter wel in de lijst voor. De lijst is bedoeld
voor een breed publiek; daarom ontbreken woorden die gewoonlijk alleen maar in specialistische
(bijvoorbeeld natuurkundige of medische) teksten worden aangetroffen (quantifier, cardiac output).
Verder hebben we samengestelde woorden weggelaten waarvan mogelijke vervangers eenvoudig
kunnen worden gevormd door combinatie van de vervangers van de samenstellende woorden
afzonderlijk (business deal: zakelijke overeenkomst).
Tevens hebben we ervoor gekozen de lijst te beperken tot leenwoorden. Betekenisontleningen
(album in de betekenis plaat; controleren in de betekenis beheersen) en anglicismen (globaliseren
voor mondialiseren; inzweren voor beëdigen) kunnen evenzeer ergernis oproepen als Engelse
leenwoorden. Hierbij spelen echter deels andere mechanismen een rol dan gemakzucht, verhullend
taalgebruik of vermeende statusverhoging door gebruik van Engelse woorden. Daarom laten wij in
deze uitgave betekenisontleningen en anglicismen achterwege, in afwachting van zelfstandige
behandeling elders.

Met deze lijst beogen wij twee dingen. Ten eerste willen we bij taalgebruikers een bewustwording op
gang brengen, of verder ontwikkelen, van de mogelijkheden die het Nederlands biedt, onder het
motto: het hóéft niet in het Engels. Ten tweede bieden we met deze lijst een hulpmiddel aan degenen
die zoeken naar Nederlandse vervangers voor veelgebruikte of nieuwe Engelse leenwoorden. Er
bestaan in het Nederlands genoeg flitsende, nauwkeurige, grappige of pakkende woorden, slagzinnen
en productnamen. En waar ze niet zijn, vallen ze bijna altijd te maken (Rail away: Spoor wég).
In onze lijst geven wij voor veel Engelse woorden nieuw gevormde Nederlandse – het ene
geslaagder dan het andere – waarvan wij hopen dat een aantal hun Engelse tegenhangers die we nu
vaak tegenkomen, kunnen gaan vervangen. Daarnaast bevat de lijst ook vervangers die al lang
bestaan, maar in onbruik dreigen te raken.
In hoeverre u, lezer, bereid zult zijn de door ons voorgestelde vervangers te gebruiken, zal onder
meer afhangen van de eerder genoemde motieven die u – al of niet bewust – voor uzelf hanteert,
wanneer u geneigd bent naar een Engels woord te grijpen. Daarnaast zal zeker ook uw persoonlijke
voorkeur voor bepaalde woorden heel goed kunnen afwijken van de door ons gemaakte keuze. Ook
onze keuzen hebben een persoonlijk karakter en zijn daardoor voor discussie vatbaar. Elke lezer zal
vervangers aantreffen waarmee hij niet uit de voeten kan, naast vervangers die voor hem de
ontdekking inhouden: ja, zo kan het ook!

5
Geen purisme
Uit het bovenstaande blijkt al dat wij het gebruik van Engelse woorden zeker niet helemaal willen
uitbannen. Wij benadrukken dat wij onszelf niet als puristen beschouwen; ons taalgebruik in deze
inleiding mag daarvan getuigen. In bepaalde contexten, zoals in vaktaal, in jongerentaal, bij informeel
taalgebruik of voor de afwisseling, kan een Engels woord wel degelijk een functie hebben. Ons
bezwaar geldt hoofdzakelijk de omvang die het ‘Engelse verschijnsel’ heeft aangenomen – een
omvang die wij onnodig en onwenselijk vinden. En ook verzetten we ons tegen de kritiekloosheid,
waarmee dit gebeurt.
Onze opstelling heeft ertoe geleid dat er ook woorden zijn die we – om uiteenlopende redenen –
niet hebben opgenomen. Deze horen vooral thuis in de volgende categorieën:
 namen van muziekstijlen (house, minimal music);
 namen van sporten (hockey, rugby, maar bijvoorbeeld wel baseball: honkbal);
 eigennamen (Aboriginal, Gay Games); echter wel als het zaakaanduidingen zijn geworden
(jacuzzi: bubbelbad);
 merknamen (Cityhopper); echter wel als het zaakaanduidingen zijn geworden (post-it:
memoplakker(tje));
 namen van organisaties (Amnesty International); echter wel als deze een gebruikelijke
Nederlandse vertaling hebben (World Trade Center: Wereldhandelscentrum).
Dan zijn er woorden die, hoewel ontleend aan het Engels, een Nederlands voorkomen hebben. Deze
woorden worden op z’n Nederlands uitgesproken en geschreven. Wie alleen afgaat op de uitspraak en
de schrijfwijze kan daaruit niet afleiden dat het een Engels leenwoord betreft. Voorbeelden hiervan
zijn: blunder, bulk, drum, fit. Wij verwachten niet dat taalgebruikers geestdriftig zullen zijn om dit
soort Engelse leenwoorden door een Nederlands woord te vervangen. Hoewel we voor sommige van
zulke woorden toch wel vervangers aanbieden, kunnen we hierin beslist meevoelen. In het verlengde
hiervan vermelden wij zonder schroom bijvoorbeeld voor het oprukkende socket het oorspronkelijk
even Engelse woord fitting als vervanger – omdat dat Nederlandser aandoet en al heel lang wordt
gebruikt.
Er zijn ook woorden die we acceptabel vinden, ofschoon ze wat schrijfwijze en uitspraak betreft
(nog) niet zijn vernederlandst. Het betreft dan woorden die zodanig zijn ingeburgerd dat ze een vaste
plaats in onze taal hebben veroverd, zoals baby, computer en lunch.
Ook zijn er enkele leenwoorden die we in de ene betekenis wel, maar in de andere betekenis niet
aanvaardbaar achten. Zo vinden we folder in de betekenis van vouwblad wel acceptabel, maar in die
van map [ICT] niet. Hetzelfde geldt voor hit, dat in de betekenis van succesnummer door ons wel
aanvaard wordt, maar in de betekenis van treffer niet. Of film: als rolprent acceptabel, maar niet als
afdeklaagje. Het verschil heeft vooral te maken met de mate van inburgering.
Om duidelijkheid te verschaffen over onze opstelling in dergelijke gevallen, hebben we bij een
aantal ingangen uitdrukkelijk aangegeven dat wij ze als 'aanvaardbaar Nederlands' beschouwen
(aangeduid met ☼). In sommige gevallen leveren we daar dan ook geen vervangers bij; in andere
gevallen, als er prima alternatieven voorhanden zijn, wel. Wanneer wij woorden aanvaardbaar achten,
gebruiken we ze ook wel als onderdeel van vervangers bij andere ingangen, zoals in chipkaart voor
chipcard, fitheid voor fitness, en setpunt voor setpoint.
We hebben voorts niet geaarzeld om soms vervangers te kiezen met een herkenbare geheel of
gedeeltelijk anderstalige oorsprong, zoals hausse voor boom, of mentor voor coach.
Kortom, de lezer moet geen door en door consequente lijst verwachten. We beogen vooral een
hanteerbare lijst te bieden die de lezer keuzemogelijkheden geeft. Iedereen kan eruit oppikken wat
hem of haar aanspreekt, ingegeven door eigen smaak en subjectieve beleving van wat onnodig en
wat aanvaardbaar Engels is. Daarbij zal de opsteller van schriftelijke teksten naar behoefte bepaalde
Engelse woorden in onze lijst willen opzoeken om te zien welke vervanger(s) wij aanbieden. Voor
mondeling taalgebruik zal men met de lijst zijn voordeel kunnen doen door er zo nu en dan in te
bladeren zonder specifiek naar een woord op zoek te zijn, maar om zich op ideeën te laten brengen
om te onthouden.

Geen woordenboek
Het zal inmiddels duidelijk zijn dat deze lijst geen woordenboek is – geen verklarend woordenboek en
ook geen vertaalwoordenboek Engels-Nederlands. Het is eerder bedoeld als hulpmiddel voor
diegenen die hun (mondeling of schriftelijk) taalgebruik minder willen laten beheersen door Engelse
leenwoorden.
Wij hebben ons voorts in meer dan een opzicht beperkt. Allereerst in de keuze van de ingangen:
alleen die Engelse woorden en uitdrukkingen zijn opgenomen die min of meer algemeen worden
gebruikt. Ook in de keuze van de vervangers hebben wij ons beperkt. Een goed woordenboek geeft zo

6
nauwkeurig mogelijk aan welke vertalingen in aanmerking komen. Wie een Engels-Nederlands
woordenboek raadpleegt, zal altijd op een van de daarin vermelde vertalingen uitkomen. Ons streven
is alleen maar het onnodige gebruik van Engelse woorden tegen te gaan door de lezer Nederlandse
vervangers voor te leggen, maar wij zouden niemand willen verplichten deze te gebruiken. Daarbij
hebben we een middenweg bewandeld. Enerzijds wilden wij voor elk woord zo mogelijk meer dan één
vervanger onder de aandacht van de lezer brengen, als het even kan thuishorend in verschillende
stijlregisters. Anderzijds hebben wij lang niet alle alternatieven vermeld die bij het samenstellen van de
lijst de revue zijn gepasseerd.
Het resultaat is een merkwaardig mengelmoes geworden, waarin als uitersten nostalgisch
overkomende woorden zijn opgenomen die wij nieuw leven zouden willen inblazen (spotprent voor
cartoon; cursiefje voor column), bestaande woorden waaraan wij een nieuwe betekenis zouden
willen toevoegen (berichtje voor mailtje; blikopener  voor eye-opener), alsook vervangers die in het
Nederlands helemaal nog niet bestaan, maar die tijdens onze beraadslagingen spontaan of ook wel
na lang piekeren zijn bedacht (vliegkater voor jetlag, repeteergrap voor running gag). Maar het
merendeel bestaat toch uit vervangers waarvan niemand opkijkt.
Een andere reden waarom we beslist niet van een woordenboek willen spreken, is dat we bij
deze woordenlijst alleen hebben gekeken naar betekenissen waarin de Engelse woorden in het
Nederlands worden gebruikt. Zo wordt het woord city in het Nederlands niet gebruikt voor stad in het
algemeen, maar alleen in de betekenis van binnenstad of stadshart. De lijst bevat zelfs woorden die in
het huidige Engels helemaal niet voorkomen (lunchroom) of niet in de betekenis die ze bij ons
hebben gekregen (camping, occasion).
Bij sommige woorden zijn verschillende geschikte samenstellingen mogelijk die we niet allemaal
hebben opgenomen. De lezer kan naar eigen inzicht andere combinaties maken. Waar bijvoorbeeld bij
casestudy praktijkstudie en gevalsanalyse worden genoemd, kan men zelf ook praktijkanalyse en
gevalsstudie vormen.
Kan het leenwoord – ook in het Nederlands – meer dan één betekenis of betekenisschakering
hebben, dan lichten we dat alleen toe [tussen rechte haakjes], als we dat nodig vinden wegens gevaar
voor verwarring; de lezer wordt geacht mee te denken. Bij een heus woordenboek komt het juist vaak
op deze verhelderende toevoegingen aan om de goede vertaling te kunnen kiezen.
Voor de volledigheid vermelden we dat bij vervangers voor woorden die een persoon aanduiden,
niet steeds ook de vrouwelijke nevenvorm is opgenomen.

Leeswijzer
Behalve dat we, zoals vermeld, sommige ingangen als – voor ons – aanvaardbaar Nederlands
beschouwen, hanteren we in de woordenlijst nog een aantal aanduidingen om aan te geven hoe de
ingangen of de vervangers gebruikt of gezien moeten worden. Het betreft de volgende aanduidingen:
☼ Deze ingang beschouwen wij (soms alleen in een bepaalde betekenis) als aanvaardbaar
Nederlands.
 Deze vervanger vereist een aanpassing van de zinsconstructie.
 Deze vervanger kan dienst doen in een minder serieuze of humoristische context.
¿ Deze vervanger(s) vinden wij niet helemaal bevredigend.
¶ Probleemwoord, waarvoor wij geen bevredigende vervanger hebben kunnen vinden.
Als woorden verschillende betekenissen hebben, worden deze in de lijst door volgnummers van elkaar
onderscheiden. Kleinere betekenisverschillen duiden we aan door de vervangers van elkaar te
scheiden met een puntkomma.

7
Aanduidingen en afkortingen

( ) weglaatbaar woord of woorddeel


[ ] toelichting
☼ aanvaardbaar
 zinsconstructie aanpassen
☺ frivole vervanger
¿ twijfelvervanger(s)
¶ probleemwoord
1, 2 enz. verschillende betekenissen
; nuanceverschil in betekenis
afk. afkorting
alg. algemeen
b.nw. bijvoeglijk naamwoord
bw. bijwoord
deelw. deelwoord
E-uitspr. Engels uitgesproken
fig. figuurlijk
form. formeel
inform. informeel
ICT informatie- en communicatietechnologie
in samenst. in samenstellingen
jur. juridisch
luchtv. luchtvaart
med. medisch
mil. militair
mv. meervoud
NL-uitspr. Nederlands uitgesproken
pej. pejoratief
pred. predicatief gebruikt bijvoeglijk naamwoord
spec. specifiek
uitdr. uitdrukking
ww. werkwoord
z.nw. zelfstandig naamwoord

8
De woordenlijst
@ teken [in netpostadres] per adres, apenstaart(je), bij agreement z.nw. afspraak, overeenkomst,
overeenstemming
agree to disagree uitdr. berusten in onenigheid
A boriginal z.nw. inheemse, inlander airbag z.nw. veiligheidsballon, botsballon
airbrush z.nw. 1 fijnschilderspuit, spuitpenseel;
abstract z.nw. uittreksel, samenvatting, excerpt retoucheerspuit; 2 spuitschilderwerk; spuitretouche
Academy Award z.nw. Oscar airbrushen ww. spuitschilderen; spuitretoucheren
academy z.nw. academie airconditioned b.nw. geklimatiseerd, met
access z.nw. toegang klimaatregeling
accident waiting to happen uitdr. ongeluk dat alleen airco(nditioning) z.nw. klimaatregeling,
nog hoeft te gebeuren, recept voor problemen luchtbehandeling(sinstallatie), klimaatbeheersing
account z.nw. 1 rekening; registratie; 2 airhostess z.nw. hofmeester, (boord)gastvrouw
(internet)abonnement; toegangsrecht(en), airline z.nw. 1 lucht(vaart)lijn; 2
autorisatiegegevens; 3 (vaste) klant, (vaste) cliënt, luchtvaartmaatschappij
(vaste) opdrachtgever airmail z.nw. luchtpost
accountability z.nw. (financiële) verantwoording, air marshal z.nw. vluchtbegeleider, boordbeveiliger
(financiële) verantwoordelijkheid airplay z.nw. ethertijd, gedraaid worden §, speeltijd
accountant z.nw. ☼ airport z.nw. luchthaven, vliegveld
accountmanager z.nw. relatiebeheerder, airstrike z.nw. luchtaanval, bombardement
contactpersoon airstrip z.nw. landingsstrook, vliegveldje
account number z.nw. klantnummer, air traffic controller z.nw. luchtverkeersleider
registratienummer alcopop z.nw. alcofris, tikker, tikfris
accounts department z.nw. (afdeling) financiële alert z.nw. waarschuwing(ssignaal), alarm(bericht)
administratie alien b.nw. buitenaards
ace z.nw. 1 [tennis] aas; 2 kei alien z.nw. ruimtewezen, buitenaards wezen
a.c.-stroom/spanning z.nw. wisselstroom/spanning alive and kicking uitdr. springlevend
act z.nw. 1 nummer, stukje; 2 attractie, all uitdr. [tennis] beiden, gelijk
(publieks)trekker; 3 daad, handeling; 4 pose, manier all-in uitdr. alles inbegrepen
van doen, maniertje all in the game, it's ~ uitdr. dat hoort er( allemaal )bij,
-act in samenst. -nummer, -optreden, -kunstje het hoort bij het spel
acten ww. handelen, fungeren all-risk b.nw. met volledige dekking, volledig, geheel
actionpainter z.nw. actieschilder all-riskverzekering z.nw. verzekering tegen alle
actionpainting z.nw. actieschilderkunst risico's, totaalverzekering, volverzekering; [auto]
adapter z.nw. 1 omvormer, omzetter; laadstekker; 2 (w.a.- en) cascoverzekering
verloopstekker, koppelstukje allround b.nw. 1 [personen] veelzijdig, al(om)kundig,
added value z.nw. toegevoegde waarde, meerwaarde compleet; 2 [zaken] veelzijdig
addict z.nw. verslaafde allrounder z.nw. 1 alleskunner, duizendpoot; 2 [sport]
additive z.nw. 1 toevoegsel, toevoeging; 2 klassementsrijder, generalist, allesrijder
toevoegstof; 3 hulpstof all-season b.nw. seizoenbestendig, seizoenvast, voor
administration z.nw. regering alle seizoenen
adult movie z.nw. pornofilm all terrain bike (atb) z.nw. terreinfiets,
advanced nursing practice z.nw. dikkebandenfiets (dbf) ☺
expertiseverpleegkunde all time high z.nw. recordhoogte, historisch(e)
advantage z.nw. voordeel hoogte(punt), (hoogte)record
adventure z.nw. 1 avonturenspel, ontdekkingsspel, all-weather b.nw. weerbestendig, weervast, voor alle
speurspel; 2 avontuur, avonturentocht weersomstandigheden
advertising z.nw. 1 reclame; 2 reclamebureau ambush marketing z.nw. hinderlaagcampagne,
advertising agency z.nw. reclamebureau sluipreclame
advertising manager z.nw. reclamechef, amplifier z.nw. versterker
reclameleider anchorman z.nw. 1 boegbeeld, gezicht, ankerman; 2
advertorial z.nw. artikeladvertentie, advertikel laatste loper, eindloper; 3 [touwtrekken] ankerman
advisor z.nw. adviseur, raadgever angry young man z.nw. rebel
advocacy strategy z.nw. publiciteitsstrategie anyhow bw. hoe dan ook
adware z.nw. advertentiewaar, reclamatuur anyway bw. hoe dan ook, in elk geval, hoe het ook zij
afchecken ww. afvinken, afkruisen appeal z.nw. aantrekkingskracht, aantrekkelijkheid
afkicken ww. ☼ ontslaven, afwennen appeasement z.nw. concessiepolitiek, lieve-
after-lunch-dip z.nw. middagdip vredebeleid
afterparty z.nw. nafeest(je), aanhaakfeest(je), appetizer z.nw. 1 smaakmaker(tje); aperitief(je); 2
(ver)volgfeest(je), staartfeest(je) opwarmertje
aftersales z.nw. naverkoopdienst(en), nazorg approach z.nw. 1 benadering, benaderingswijze,
aftershave z.nw. scheerlotion, kinfris aanpak; 2 [tennis] aanloopbal, opkomer
aftersun z.nw. na-zonmiddel aquaplanen ww. waterslippen, asfaltzeilen
agency z.nw. 1 agentschap, kantoor, bureau; 2 aquaplaning z.nw. waterslip, watergladheid
afdeling; 3 orgaan

9
area manager z.nw. districtshoofd, regioleider, babysit(ter) z.nw. (kinder)oppas, wiegenwacht,
rayonchef bengelbewaarder ☺
area salesmanager z.nw. districtsverkoopleider, Bachelor z.nw. ☼ baccalaureus
regionaal verkoopleider bachelor z.nw. vrijgezel
art director z.nw. hoofd vormgeving, creatief directeur bacheloropleiding z.nw. ☼ baccalaureaatsopleiding
arthouse z.nw. filmhuis, kunst(film)theater, cultureel bachelor's z.nw. ☼ baccalaureaat(sopleiding)
centrum Bachelor’s degree z.nw. ☼ baccalaureaat(sdiploma)
artificial intelligence z.nw. kunstmatige intelligentie, bachelor's party z.nw. vrijgezellenfeest, hengstenbal
artificiële intelligentie (AI) back z.nw. verdediger, achter(hoede)speler
artist z.nw. kunstenaar backbencher z.nw. achterbanklid, (tweede)kamermuis
artist('s) impression z.nw. visualisatie, artistieke backbone z.nw. 1 ruggengraat; 2 kernnetwerk,
indruk hoofdnet, basisnetwerk
artwork z.nw. 1 kunstwerk; 2 grafische vormgeving, back-country skiing z.nw. wildskiën, vrij skiën
grafisch ontwerp; artistieke vormgeving, backen ww. (onder)steunen
kunstzinnige vormgeving; 3 beeldmateriaal, backhand z.nw. achterhand
afbeeldingen, illustraties backing z.nw. 1 ondersteuning, (ruggen)steun,
asap bw./afk. z.s.m. rugdekking; 2 begeleiding, achtergrondzang; 3
as is uitdr. in deze vorm, in de huidige staat (financiële) dekking; 4 medestanders, achterban
assessment z.nw. 1 geschiktheidstest, profieltoets, backinggroup z.nw. begeleidingskoortje,
geschiktheidsonderzoek; 2 taxatie achtergrondkoortje
asset z.nw. sterk punt, waardevolle eigenschap, backing vocals z.nw. achtergrondzang,
kwaliteit achtergrondkoor
assetmanagement z.nw. vermogensbeheer back-issue z.nw. eerder nummer, voorgaand nummer
assetmanager z.nw. vermogensbeheerder back office z.nw. binnenkantoor, kernkantoor,
asshole z.nw. hufter, klootzak (kantoor) interne verwerking
assist z.nw. aangever, (beslissende) voorzet backorder z.nw. (met) nalevering; vooruitbestelling,
as we speak uitdr. op dit(zelfde) moment bestelling op voorhand
at uitdr. [in netpostadres] per adres, apenstaart(je), bij backpack z.nw. rugzak
atomizer z.nw. verstuiver backpacker z.nw. rugzaktoerist, trekker
at random bw. willekeurig, aselect back-service z.nw. naleveringsmogelijkheid
attachment z.nw. bijlage; [ICT] aanhangsel backslash z.nw. terugschrap
auction z.nw. veiling backspace z.nw. terugwistoets, linkswis
audience z.nw. publiek, gehoor, toeschouwers backstage bw. achter de schermen, in de coulissen
audiorack z.nw. geluidstoren, stereotoren back to business uitdr. (nu) weer aan de slag
audioset z.nw. geluidsinstallatie back to (the) basics uitdr. terug naar de bron, terug
audiotape z.nw. geluidsband naar de basis; terug naar de kern, terug naar de
audiovisual b.nw. audiovisueel, beeld-geluid- essentie, terug naar het wezen
audiovisual z.nw. beeld-geluidpresentatie, back-up z.nw. 1 ruggensteun, achtervang; 2 [ICT]
audiovisuele presentatie reservekopie, veiligheidskopie; 3 reservesysteem; 4
audit z.nw. (bedrijfs-, veiligheids-, enz.)doorlichting, [mil.] rugdekking
inspectie, controle back-up- in samenst. reserve-
auditen ww. (bedrijf) doorlichten back-uppen ww. veiligstellen, een reservekopie
auditor z.nw. doorlichter, inspecteur, controleur maken
autocue z.nw. spiektekst bacon z.nw. gerookt spek
autoload z.nw. oplaadpunt badge z.nw. 1 naamkaartje; 2 speldje, penning,
automation, automatization z.nw. automatisering insigne; 3 onderscheidingsteken, embleem; 4
auxiliary b.nw. hulp-, aanvullend, extra- legitimatiepas(je), legitimatiekaart(je); 5
availability z.nw. beschikbaarheid identificatiepas(je), personeelspas(je),
award z.nw. onderscheiding, prijs toegangspas(je)
awareness z.nw. bewustwording, besef, bewustzijn bad guy z.nw. schurk, slechterik, smiecht,
kwade/kwaaie pier
bad hairday z.nw. (kapsel)pechdag, haarbaaldag
B abe z.nw. poes, stoot, pop(je) bagel z.nw. beigel, ringelbroodje
bake-offproduct z.nw. afbakproduct
baby z.nw. 1 ☼ kleine, kleintje, boreling, zuigeling; 2 bakery z.nw. bakkerij, bakker, bakkerswinkel
schatje, liefje balance of power z.nw. machtsevenwicht
babyblues z.nw. kraamvrouwentranen ballad z.nw. ballade, gevoelslied
babyboom z.nw. geboortegolf ballpoint z.nw. balpen
babyboomer z.nw. geboortegolver banana-split z.nw. bananenschuitje, bananencoupe
babydoll z.nw. 1 poppiepon; 2 poppiejurkje, band z.nw. ☼ (muziek)groep, formatie
niemendalletje bandrecorder z.nw. bandopnemer, bandspeler,
babyface z.nw. melkmuil, gladwang(etje), kleuterkop bandopnameapparaat
babyleaf z.nw. jongebladsla, krielsla banner z.nw. webwimpel, banier
babyshower z.nw. 1 buikfuif, buikborrel; 2 luierfuif, bar z.nw. 1 ☼ toog, tapkast; ☼ café, kroeg; 2 stang,
kraamfeest, kraamborrel staaf; 3 (snoep-, chocolade-, enz.)reep
babysitten z.nw. oppassen

10
barbecue z.nw. 1 (houtskool)rooster, braairooster, best of three z.nw. twee van drie
vleesrooster; 2 roosterfeest, braai; 3 geroosterd best practice(s) z.nw. goed(e) praktijkvoorbeeld(en),
vlees, aan het spit § succesvolle praktijkervaring(en),
barcode z.nw. streepjescode praktijksucces(sen), beproefde methode(s)
barebacking z.nw. Griekse roulette bestseller z.nw. 1 verkoopsucces, succes(boek,
barkeeper z.nw. 1 kastelein, kroegbaas, caféhouder; 2 -artikel, -product), verkooptopper, kassucces; 2
barman, barvrouw successchrijver
barrel z.nw. vat bias z.nw. 1 systematische afwijking, vertekening; 2
baseball z.nw. honkbal vooroordeel, vooringenomenheid, partijdigheid
baseballcap z.nw. honkbalpetje biased b.nw. 1 met systematische afwijking §,
baseline z.nw. achterlijn vertekend; 2 bevooroordeeld, vooringenomen,
bashen ww. (af)kraken, afzeiken, afgeven op partijdig
-basher in samenst. -(af)kraker, -beuker, -hater bible belt z.nw. bijbelband, geloofsgordel,
-bashing in samenst. -(af)kraken, -meppen, -rammen zwartekousenband ☺
basic b.nw. eenvoudig, primair, elementair; sober, big bag z.nw. transportzak, vervoerszak, kuubzak
basaal, primitief big bang z.nw. 1 oerknal; 2 aardverschuiving,
basics z.nw. 1 (grond)beginselen; basisgegevens, kentering, (grote) ommezwaai
kernpunten; 2 onderkleding; 3 basiskleding big boss z.nw. 1 hoge piet, grote baas, leider; 2
basics, back to (the) ~ uitdr. terug naar de bron, terug bovenbaas(je), hele pief, dikdoener
naar de basis; terug naar de kern, terug naar de big boss, the ~ z.nw. de hoogste baas, het
essentie, terug naar het wezen opperhoofd
batch z.nw. 1 [ICT] bundel, partij; 2 [goederen] partij, Big Brother z.nw. Grote Broer, Loerbroer
lading, stapel Big Brother is watching you uitdr. Grote Broer
batsman z.nw. slagman koekeloer
battledress z.nw. gevechtspak, gevechtstenue, big business z.nw. uiterst winstgevend §, vette zaak,
gevechtskleding gouden handel
bazooka z.nw. raketwerper big deal! uitroep tsjongejonge (zeg)!, wat een
beachparty z.nw. strandfeest probleem!, nou en?!
beachshelter z.nw. strandscherm, schuilscherm, bigshot z.nw. hoge ome, (hoge) pief, kopstuk
strandschut(ter) big smile z.nw. grote grijns, brede glimlach
beach soccer z.nw. strandvoetbal big spender z.nw. geldsmijter, het breed laten
beachvolleybal z.nw. strandvolleybal hangen §, op grote voet leven §
beamer z.nw. videoprojector, beeldschermprojector, bike z.nw. fiets
computerprojector biken ww. fietsen
beanbag z.nw. 1 klapkogel; 2 korrelzak biker z.nw. 1 motorrijder; 2 fietsagent, fietssurveillant
beanbag- in samenst. korrel-, … met korrelvulling § bike shop z.nw. fietsenwinkel
beans, kidney ~ z.nw. nierbonen billboard z.nw. reclamebord
beauty z.nw. juweeltje, schoonheid, parel, pracht(-) billing z.nw. (het) declareren, facturering
beautycase z.nw. toiletkoffertje, opmaakkoffertje, bin z.nw. vuilnisbak, bak
cosmeticakoffertje bingedrinken ww. comazuipen, excesdrinken,
beauty contest z.nw. schoonheidswedstrijd stootzuipen, slempen
beautyfarm z.nw. schoonheidshoeve, bingedrinker z.nw. comazuiper, excesdrinker,
schoonheidsboerderij, plamuurschuur  stootzuiper, slemper
beauty lies in the eye of the beholder uitdr. biopic z.nw. filmbiografie, levensverfilming,
schoonheid schuilt in het oog van de aanschouwer, bio(grafie)film
schoonheid zit in het oog van de aanschouwer birdwatchen ww. vogels observeren, vogelen
beautymilk z.nw. schoonheidsmelk birthmark z.nw. moedervlek
beautyparlor z.nw. schoonheidssalon, bitch z.nw. feeks, kreng (van een wijf), teef
schoonheidsinstituut bitchy b.nw. venijnig, krengerig, vals
beautysleep z.nw. schoonheidsslaapje bite z.nw. beet, knapperigheid
bed & breakfast (B&B) z.nw. logies & ontbijt (L&O), black box z.nw. [luchtv.; alg.] zwarte doos
bed & boterham (B&B), bed en ontbijt blackmail z.nw. 1 chantage, afdreiging; 2 afpersing
bed bug z.nw. bedwants blackmailen ww. 1 chanteren, afdreigen; 2 afpersen
beertender z.nw. thuistap black-out z.nw. 1 bewustzijnsuitval, wegraking;
belt z.nw. band, gordel verstandsverduistering, was er even niet bij §; 2
benchmark z.nw. ijkpunt, referentiepunt, toetssteen storing, uitval
benchmarking z.nw. vergelijking, ijking black spot z.nw. risicoplek, onheilsplek, [form.]
benchmark program z.nw. ijkprogramma, ijkplan, verkeersongevallenconcentratie (VOC)
evaluatieprogramma black tie z.nw. avondkleding
benefit z.nw. voordeel, profijt blend z.nw. mengsel, melange
benefit of the doubt uitdr. voordeel van de twijfel blended learning z.nw. combinatieleren, hybride leren
best buy z.nw. beste koop blenden ww. pureren, (maal)mengen
best of z.nw./in samenst. (de/het) beste van, blender z.nw. pureerder, maalmenger, pureermachine
hoogtepunten van blessing in disguise z.nw. verhulde zegen, geluk bij
best of both worlds uitdr. beste van twee werelden, een ongeluk
het goede met het goede verenigen blind date z.nw. blind afspraakje, blinde afspraak
best of five z.nw. drie van vijf

11
blockbuster z.nw. [film] kaskraker, publieksmagneet, bookazine z.nw. boekschrift
stratenveger ☺; [product] knaller, succes(wijn, booklet z.nw. (cd-)boekje
-spel, enz.), topper bookmaker z.nw. wedmakelaar
blog z.nw. ☼ webdagboek, webjournaal, zelfkrant bookmark z.nw. favoriet, bladwijzer
bloggen ww. ☼ dagboeken, een boom z.nw. 1 explosieve groei, hoogconjunctuur,
webdagboek/webjournaal/zelfkrant bijhouden, hausse; 2 bliksemgroei, explosieve groei
zelfkranten boomen ww. explosief groeien, groeien als kool
blogger z.nw. ☼ dagboeker, zelfkranter booming business z.nw. bloeiende handel,
blokart z.nw. strandzeiler, (land)zeilwagen, landzeiler hoogtijhandel, groeihandel
blokarten ww. strandzeilen, landzeilen boomtown z.nw. groeistad, groeistuipstad
blooper z.nw. flater, misser boost z.nw. (extra) impuls, opzwieper; ruggensteun,
blowen ww. ☼ steun in de rug
blower z.nw. 1 ventilator, (mechanische) waaier, -boost in samenst. -stimulans, -oppepper, -versterking
aanjager; 2 heteluchtkanon; 3 (vuil)blazer, boosten ww. stimuleren, aanjagen, versterken
bladblazer; 4 [auto] aanjager; 5 wietroker, booster z.nw. 1 herhalingsinenting,
henneproker herhalingsvaccinatie, herhalingsprik; 2
blowjob z.nw. pijpbeurt (radio)versterker
blow(tje) z.nw. 1 hijs, trekje, wiethijs; 2 (wiet)peuk, boot z.nw. laars(je)
kneiterpeuk, hasjsjekkie bootdiskette z.nw. opstartdiskette, opstartschijfje
blow-up z.nw. 1 (uit)vergroting, detailvergroting; 2 booten ww. opstarten
opblazing, vergroting bootfile z.nw. opstartbestand, opstartprogramma
blueprint z.nw. blauwdruk, ontwerp, plan bootie z.nw. enkellaars(je)
blues z.nw. 1 [muziek] ☼; 2 [stemming] bootleg z.nw. 1 roofkopie, roofpersing, illegale
droefgeestigheid, melancholie, droefstemmig § opname; 2 roofhandel, nepproduct, roofproduct
blunder z.nw. ☼ flater, miskleun, stommiteit bootleggen ww. 1 roofkopiëren, roofpersen, illegaal
board z.nw. 1 bestuur, directie, college, (-)raad, opnemen; 2 roofhandelen, roofproductie §
commissie; 2 (hout)vezelplaat; 3 plank bootsector z.nw. opstartsector
boarding z.nw. 1 (baan)beschot(ting); 2 (het) aan border z.nw. 1 [ICT] rand, omranding, kader; 2
boord gaan, (het) instappen, (het) inschepen randperk, plantstrook, plantenrand
boardingpass z.nw. instapkaart bottleneck z.nw. 1 struikelblok, breekpunt, knelpunt; 2
boardroom z.nw. bestuurskamer, directiekamer [verkeer] flessenhals; 3 [gitaar] flessenhals
body z.nw. 1 lichaam; 2 stevigheid, inhoud, diepgang; bottom-line z.nw. 1 ondergrens; 2 waar het op
(body hebben) stevig zijn, krachtig zijn; 3 lijfje; 4 neerkomt §, essentie
[netpostbericht] romptekst, inhoud; 5 broodtekst; 6 bottom-up b.nw. inductief
camerahuis bottom-up bw. van onderop
body- in samenst. lijf(s)-, lichaams- box z.nw. 1 doos, bak, pak, kist; 2 luidspreker,
body-art z.nw. lichaamskunst, lijfkunst luidsprekerkast(je); 3 kinderkamer [in ziekenhuis];
bodybag z.nw. lijkzak, lijkhoes lighok, kot; paardenstalling, paardenhok; autohok;
bodybuilder z.nw. 1 spierenkweker, spiersporter, berghok, berging; 4 ☼ [in betekenis babybox
spieromaan ☺; 2 kleerkast, krachtpatser (meubel)]; 5 loge; 6 hoekje, (café-, bar)nis; 7 [ICT]
bodybuilding z.nw. spierontwikkeling, spiercultuur, babbelhok; 8 postvak(je), postbak(je); postbus; 9
kluitenwasserij ☺ dooscamera
bodycare z.nw. lichaamsverzorging boxershort z.nw. bokser(s)broek
bodycheck z.nw. 1 (algehele) medische controle, ALO boxspring z.nw. springveerbed
(Algeheel Lichamelijk Onderzoek), gezondheidstest; boycot z.nw. 1 ☼ (handels)uitsluiting, handelsban; 2
2 [sport] ramstoot ☼ [producten] kopersstaking; 3 ☼ [evenementen]
bodyguard z.nw. 1 lijfwacht, persoonsbeveiliger; 2 wegblijven §
uitsmijter boycotten ww. 1 ☼ uitsluiten, in de ban doen; 2 ☼
body hebben uitdr. stevig zijn, krachtig zijn [producten] in de ban doen; 3 ☼ [evenementen]
bodylanguage z.nw. lichaamstaal wegblijven bij §
bodylotion z.nw. huidlotion [NL-uitspr.], brace z.nw. [gebit] beugel; [med.] steunband,
verzorgingsmelk draagbeugel, (beugel)corset
body mass index z.nw. Queteletindex, braindrain z.nw. kennisvlucht, intellectvlucht,
lichaamsgewichtindex kennisemigratie, breintrein ☺
bodymilk z.nw. verzorgingsmelk, huidmelk braingain z.nw. kennis(toe)vloed, intellect(toe)vloed,
bodypainting z.nw. lijfschildering, lichaamsschildering kennisimmigratie, breintrein ☺
bodypiercing z.nw. ¿ (lijf)doorsteking, (lijf)spietsing brainpark z.nw. kennispark
bodystocking z.nw. onderpakje, onderal, romper brainport z.nw. kennisknooppunt, kenniscentrum,
bodysuit z.nw. strakpak, strakka kennisregio
bodywarmer z.nw. rompwarmer brains z.nw. hersens
boiler z.nw. warmwaterketel, warmwatervat, brainstorm z.nw. ideeënregen, breinstorm,
warmwatertoestel ideeënstroom
bold b.nw. [typografie] vet brainstormen ww. ideespuien, breinbruisen,
bomberjack z.nw. vliegeniersjekker, gabberjasje, hersenhozen
bombardeursjasje braintrust z.nw. adviesraad, adviescommissie
bondage z.nw. knevelseks, bondage [NL-uitspr.] brainwash z.nw. hersenspoeling
boobytrap z.nw. valstrikmijn, valstrikbom, sluikbom brainwashen ww. hersenspoelen

12
brainwashing z.nw. hersenspoeling, (het) burn-out z.nw. opgebrandheid, opbrandsyndroom,
hersenspoelen opgebrand §
brainwave z.nw. ingeving, inval, hersenfonkel business z.nw. 1 zakenwereld, zakelijk verkeer,
brand z.nw. merk, merknaam zakenleven; 2 branche, bedrijfstak, sector; 3
branden ww. merkontwikkelen, merkbevorderen, bedrijvigheid; 4 zaak, onderneming, bedrijf; 5
vermerken handel, (lucratief) handeltje, (winstgevend) zaakje; 6
branding z.nw. merkontwikkeling, merkbevordering, zaak, aangelegenheid, kwestie; affaire, gedoe,
(het) vermerken heisa; 7 taak, verantwoordelijkheid, pakkie-an; 8
brandnew b.nw. gloednieuw prostitutie, het leven
brand-value z.nw. merkwaarde -business in samenst. -sector, -branche, -wereld, -erij/
break z.nw. 1 pauze, onderbreking, rust; 2 arij
combinatiewagen, combi; 3 [tennis] breek, business- in samenst. zaken-, bedrijfs-, handels-;
(opslag)doorbraak zakelijk, commercieel
breakdown z.nw. 1 (zenuw)instorting, business, booming ~ z.nw. bloeiende handel,
(zenuw)inzinking; 2 storing, panne, defect; 3 hoogtijhandel, groeihandel
[elektriciteit] doorslag; 4 [biochemie] afbraak; 5 business administration z.nw. bedrijfskunde
uitsplitsing, analyse, specificatie business analyst z.nw. bedrijfsanalist,
breaken ww. breken productonderzoeker
break-even bw. quitte, in evenwicht, kostenneutraal business angel z.nw. zakenengel, suikeroom, tante
break-even-point z.nw. (winst)omslagpunt, Agaat
evenwichtspunt, rentabiliteitsdrempel business area z.nw. potentiële klanten(groep),
breakfastparty z.nw. ontbijtfeest marktveld, klantenbereik
breaking news z.nw. voorrangsnieuws, brekend business as usual uitdr. (over tot) de orde van de
nieuws, groot nieuws, ijlnieuws dag, alsof er niets gebeurd is
breakpoint z.nw. [tennis] breekpunt, breekkans business as usual, geen ~ uitdr. anders dan
breezer z.nw. alcofris, tikker, tikfris anders/normaal, geen gewone dag
briefen ww. instrueren, inlichten businessboy z.nw. schandknaap, hoerenjongen,
briefing z.nw. 1 instructiebijeenkomst, broodpoot
instructiegesprek; 2 instructiezitting, business card z.nw. (visite)kaartje
informatiebijeenkomst; 3 (laatste) instructies, business career z.nw. zakelijke carrière
(laatste) aanwijzingen business case z.nw. 1 haalbaarheidsstudie; 2
broadsheet z.nw./in samenst. grootformaat, (klassiek) zakelijke rechtvaardiging
krantenformaat business center z.nw. bedrijvencentrum,
broker z.nw. (effecten)makelaar handelscentrum; bedrijfsverzamelgebouw
brownie z.nw. bruintje business class z.nw. zakenklasse
browsen ww. webverkennen, (web)bladeren business club z.nw. zakenclub, bedrijvenclub
browser z.nw. webverkenner, bladerprogramma business concept z.nw. bedrijfsconcept, zakelijk
brunch z.nw. ontbijtlunch, lunchontbijt, groot ontbijt model
brush z.nw. kwast, penseel; borstel business course z.nw. bedrijfscursus
bubble z.nw. zeepbel, (lucht)bel business development manager z.nw. hoofd
bucketseat z.nw. kuipstoel bedrijfsontwikkeling, chef planbureau
buddy z.nw. maatje, makker business development z.nw. bedrijfsontwikkeling,
budget b.nw./in samenst. voordeel-, voordelig, markt- en productontwikkeling
goedkoop business ethics z.nw. bedrijfsethiek
budget z.nw. besteedbedrag, (beschikbare) middelen, business game z.nw. marktsimulatiespel,
financiële mogelijkheden bedrijfssimulatiespel
budgetteren ww. in een/de begroting opnemen, business graphics z.nw. bedrijfsgrafieken
begroten business hours z.nw. kantooruren, openingstijden,
bug z.nw. 1 [ICT] (programma)fout(je), kink, weeffout; 2 kantoortijd
verborgen microfoon(tje), afluisterapparaatje business instinct z.nw. zakeninstinct, gevoel voor
buggy z.nw. 1 vouwwandelwagen, wandelwagentje, zaken
lichte wandelwagen; 2 (open) zelfbouwwagen business is business uitdr. zaken zijn zaken
bulk z.nw. 1 grootste deel, gros; 2 (scheeps)lading, business jet z.nw. zakenvliegtuig; bedrijfsvliegtuig
onverpakte lading businesslike b.nw. zakelijk, zakelijk en praktisch,
bulk- in samenst. stort- professioneel
bulk, in ~ bw. los gestort, onverpakt business lounge z.nw. zakenfoyer
bulkcarrier z.nw. stortgoedschip, massagoedschip business magazine z.nw. zakentijdschrift
bulkgoed z.nw. stortgoed, massagoed businessman z.nw. zakenman, man van (grote) zaken
bull bar z.nw. koeienvanger, zebraschepper ☺ business manager z.nw. zakelijk directeur;
bulldozer z.nw. 1 grondschuiver; 2 [fig.] stoomwals bedrijfsleider
bull's eye z.nw. 1 roos; 2 schot in de roos business meeting z.nw. 1 zakelijke vergadering,
bullshit! uitroep lulkoek!, kletskoek!, gelul! zakenvergadering; 2 bedrijvenmarkt,
bungalow z.nw. ☼ bedrijvenbeurs, bedrijfsontmoeting
bungeejump z.nw. elastieksprong, bungelsprong
bungeejumpen ww. elastiekspringen, bungelspringen
burned-out, burn-out b.nw. opgebrand

13
business model z.nw. bedrijfsconcept, cake z.nw. ☼
ondernemingsmodel, bedrijfsaanpak call z.nw. 1 oproep, melding; telefoontje, belletje; 2
business opportunity z.nw. gat in de markt, [sport] (scheidsrechterlijke) beslissing, (uit)roep; 3
marktkans, (zakelijke) kans [wetenschap] oproep, uitnodiging, ronde; 4 [ICT]
business park z.nw. bedrijvenpark, kantorenwijk aanroep
businesspartner z.nw. 1 compagnon, zakenpartner, callcenter z.nw. 1 [wordt gebeld] belbalie, beldienst; 2
zakelijk deelgenoot; 2 zakenrelatie [belt zelf] belbureau, belcentrum
business partnership z.nw. zakelijke samenwerking, call for papers z.nw. oproep voor artikelen,
bedrijfssamenwerking voordrachtsoproep
businessplan z.nw. ondernemingsplan callgirl z.nw. luxeprostituee/luxehoer,
business practices z.nw. bedrijfsgebruiken, belprostituee/belhoer, beldel ☺
bedrijfsrichtlijnen, bedrijfscode call me uitdr. bel me, bel even
business relations z.nw. bedrijfscontacten, zakelijke cameo z.nw. glimprol, flitsrol, camee
relaties camera-ready b.nw. cameraklaar, productieklaar
businessroom z.nw. zakenfoyer cammen ww. cammen [NL-uitspr.]
business rules z.nw. bedrijfsregels, camp z.nw. modekitsch
bedrijfsvoorschriften camper z.nw. kampeerbus, kampeerwagen
business school z.nw. academie voor camping z.nw. kampeerterrein, kampeerplaats
bedrijfswetenschappen camp(y) b.nw. modekitscherig
business seat z.nw. 1 zakenstoel, zakenplaats; 2 canal parade z.nw. grachtenparade
[stadion] relatieplaats, zakenplaats cancelen ww. 1 [voorstelling] afgelasten, [vlucht]
business solutions z.nw. bedrijfsoplossingen annuleren, [afspraak] afzeggen; 2 [ICT] afbreken,
business-to-business (B2B) b.nw./in samenst. annuleren
zakelijke markt §, tussen ondernemingen, (voor) candid camera z.nw. verborgen camera
bedrijven/ ondernemingen onderling candy z.nw. snoep
business-to-consumer (B2C) b.nw./in samenst. candybar z.nw. (snoep)reep, snaaibaai 
particuliere markt § canvassen ww. stemmenwerven, stemmenjagen
business trip z.nw. zakenreis(je) canvasser z.nw. stemmenwerver, stemmenjager
business-unit z.nw. 1 bedrijfsonderdeel, canyoning z.nw. (het) klooftochten
(bedrijfs)afdeling, groep, divisie; 2 relatie(s)loge cap z.nw. 1 (ruiter-, honkbal)pet; (verpleegsters)kapje;
business unit manager z.nw. divisiehoofd, 2 interlandhemd
afdelingshoofd caps lock z.nw. hoofdlettervergrendeling, kap-vast
businesswoman z.nw. zakenvrouw, vrouw van (grote) captain z.nw. 1 aanvoerder; 2 gezagvoerder
zaken captain of industry z.nw. grootindustrieel,
busy b.nw. bezig, druk (bezig) bedrijfstopman/bedrijfstopvrouw [mv.
butterscotch z.nw. 1 boterkorrels, karamelkruimels, bedrijfstopmensen], [pej.] bedrijfsbons
harde karamel; 2 karamelchocola(de) caravan z.nw. ☼ sleurhut ☺
button z.nw. 1 [ICT] (klik)knop(je); 2 ¿ demospeld, card z.nw. kaart, pasje
aandachtsspeld care z.nw. zorg, verzorging
buxedo z.nw. tuinbroek career z.nw. loopbaan
buzzer z.nw. 1 sirene, fabrieksfluit, zoemer; 2 pieper, career development z.nw. loopbaanontwikkeling
zoemer Caribbean z.nw. 1 Caraïbisch gebied, Caraïben; 2
bye uitroep dáág, tot ziens Caraïbische Zee
bye z.nw. vrije ronde carkit z.nw. autopakket, rij-en-bel-pakket,
bye, een ~ hebben ww. een vrije ronde hebben, (een autotelefoonsysteem (ATS); (auto)telefoonhouder,
ronde) vrij zijn autotelefoonbakje
bypass z.nw. 1 (ader)omleiding; 2 rondweg, omleiding carpet bombing z.nw. bommentapijt,
by the way uitdr. trouwens, overigens, tussen (twee) breedtebombardement
haakjes carpet cleaning z.nw. tapijtreiniging
carpoolen ww. samenrijden, ritdelen

C
carpooler z.nw. samenrijder, ritdeler
abin z.nw. (scheeps)hut, cabine carport z.nw. autoafdak, autoluifel
carrot and stick uitdr. bonus-malus(regeling), wortel-
cabin crew z.nw. boordpersoneel
en-stok(methode), koek-en-gard-methode, met
cache z.nw. tussengeheugen, buffer(geheugen),
paaien en zwaaien
tussenopslag
cartoon z.nw. 1 tekenfilm, animatiefilm; strip(verhaal),
cachen ww. tussenopslag §, bufferen, parkeren
beeldverhaal, striptekening; 2 spotprent, karikatuur;
caching z.nw. tussenopslag, (het) bufferen
tekengrap, beeldgrap
caddy z.nw. 1 golfhulp(je), golfjongen/meisje; 2
cartoonist z.nw. spotprenttekenaar, karikaturist;
(golf)karretje
graptekenaar
cartridge z.nw. [geweer] patroon; [printer] inktpatroon;
☼ aanvaardbaar [laserprinter] (inkt)(poeder)cassette, (inkt)
 zinsconstructie aanpassen (poeder)houder
☺ frivole vervanger carwash z.nw. wasstraat, autowasserette
¿ twijfelvervanger(s) case z.nw. praktijkgeval, praktijksituatie,
¶ probleemwoord gevalsbeschrijving

14
case-history z.nw. 1 [alg.] voorgeschiedenis; 2 [med.] character z.nw. 1 teken, letter, symbool; 2 type,
voorgeschiedenis, ziektegeschiedenis personage
caseload z.nw. werklast, taaklast charity z.nw. liefdadigheid, goed(e) doel(en)
case-manager z.nw. 1 zorgcoördinator, chart z.nw. 1 hitparade, hitlijst; 2 grafiek; tabel;
eerstverantwoordelijke; 2 gevalscoördinator schema
case-sensitive b.nw. hoofdlettergevoelig charter z.nw. 1 oorkonde, privilege; 2 handvest; 3
casestudy z.nw. praktijkstudie, praktijkonderzoek, statuten, akte van oprichting; 4
gevalsanalyse bevrachtingsovereenkomst; 5 scheepsbouwbestek
cash b.nw. contant charteren ww. 1 (in-, af)huren, bevrachten; 2
cash z.nw. contanten, contant geld inschakelen, optrommelen, regelen
cash-and-carry z.nw. haal & betaal(zaak), chartermaatschappij z.nw. huurvluchtmaatschappij,
afhaalmarkt, zelfbedienings(groot)handel huurvlieger
cash cow z.nw. (financiële) melkkoe charter(vliegtuig) z.nw. (in-, af)huurvliegtuig
cashen ww. verzilveren, incasseren charter(vlucht) z.nw. (in-, af)huurvlucht, contractvlucht
cashflow z.nw. kasstroom chatbox z.nw. 1 babbellijn, babbelhok; 2 babbelstek,
cashflow management z.nw. kasstroombeheer webbelstek
cashtronaut z.nw. ruimtetoerist chatroom z.nw. webbelstek, babbelhok
cassetterecorder z.nw. cassetteopnemer, chatten ww. webkletsen, webbelen, babbelen
cassettespeler, cassetteopnameapparaat check z.nw. controle
cast z.nw. 1 rolbezetting; 2 spelersgroep checken ww. 1 controleren, nakijken, nazien; 2
casten ww. (acteurs) selecteren, (spelers) werven afvinken
casting z.nw. acteursselectie, rolbezetting check it out uitdr. ga kijken, kijk of het wat is, ga d'r op
castingbureau z.nw. (acteurs)selectiebureau, af; gaat dat zien
acteursbank checklist z.nw. 1 controlelijst, (af)vinklijst; 2 paklijst
casting director z.nw. hoofd acteursselectie checkpoint z.nw. controlepost
casual b.nw. informeel, quasi-nonchalant, vrijetijds(-), checks and balances z.nw. machtsbestel,
ongedwongen machtsevenwicht, evenwicht door tegenwicht
casual wear z.nw. informele kleding, vrijetijdskleding check-up z.nw. (algehele) medische controle, ALO
catch 22 uitdr. [voorwaarde] artikel 22, strikbeding, (Algeheel Lichamelijk Onderzoek), gezondheidstest
patclausule; [situatie] artikel-22-situatie, patstelling, cheerleader z.nw. voorjuich(st)er, opzwe(e)p(st)er
paradox cheers uitroep proost, (op je) gezondheid
catch-as-catch-can z.nw. 1 (het) vrij worstelen; 2 pak cheeseburger z.nw. kaasburger
wat je (pakken) kan, graaicultuur cheeta z.nw. jachtluipaard
catchen ww. 1 achtervangen, achtervanger zijn; 2 vrij cherrytomaat z.nw. kerstomaat, krieltomaat
worstelen chewing gum z.nw. kauwgom
catcher z.nw. 1 achtervanger; 2 vrij-worstelaar chick z.nw. grietje, meid, kippetje
catchphrase z.nw. 1 lokzin, aandachtsvanger, kreet; 2 chicken z.nw. 1 kip; 2 bangerik, schijterd, angsthaas
handelsmerk chickenburger z.nw. kipburger
catchy b.nw. pakkend, (h)oorklaar chief z.nw. opperhoofd
cateraar z.nw. spijzenier, maaltijdverzorger chief executive officer (CEO) z.nw. president-directeur,
cateren ww. spijzenieren, provianderen, maaltijden voorzitter raad van bestuur
verzorgen chillen ww. 1 genieten; 2 ontspannen, bijkomen,
catering z.nw. 1 spijzenij, maaltijdverzorging, afslappen
proviandering; 2 eten en drinken chill-out z.nw. afkoelruimte, afmakruimte
catsuit z.nw. kattenpakje, panterpakje chill-outen ww. afkoelen, afmakken
catwalk z.nw. 1 paradepad, plankier, passerel; Chinatown z.nw. Chinese wijk
looppodium, uitloper; 2 modelloopje, kattenloopje; 3 chip z.nw. 1 flinterschakeling, microschakeling; 2 ☼ [in
gangpad betekenis halfgeleider]; 3 ☼ [in betekenis zoutje]; 4
cd-box z.nw. cd-doos fiche, schijfje
cd-player z.nw. cd-speler chipcard z.nw. chipkaart
cd-rewriter z.nw. cd-herbrander, cd-herschrijver chippen ww. 1 [voetbal, golf] opwippen, lepelen,
cd-writer z.nw. cd-brander, cd-schrijver stiften; 2 ☼ [in betekenis met chipknip betalen]; 3 ☼
celeb(rity) z.nw. beroemdheid [in betekenis van een chip voorzien]
celery z.nw. selderie, selderij chocolate z.nw. chocola(de)
center z.nw. 1 middelpunt, centrum; 2 voorzet; 3 choke z.nw. smoorklep
centreerkop choken ww. 1 smoren, koudstarten; 2 [sport]
-center in samenst. (winkel-, zaken-, sport-, blokkeren, verkrampen, verstijven
enz.)centrum, -instelling, -instituut, -bureau choker z.nw. 1 kraagketting, stropkettinkje; 2
center court z.nw. [tennis] hoofdbaan lefdoekje, boordsjaaltje; 3 [sport] verkramper,
CEO z.nw. president-directeur, voorzitter raad van blokkeerder, verstijver; 4 [honden] stropriem
bestuur choppen ww. fijnhakken, versnipperen
chain z.nw. keten, winkelketen chopper z.nw. 1 hakselaar, hakker, versnipperaar; 2
chairman z.nw. 1 (bestuurs)voorzitter, voorzitter van helikopter, hefschroefvliegtuig
de raad van bestuur; 2 (vergader)voorzitter chopstick z.nw. (eet)stokje
challenge z.nw. uitdaging Christmas z.nw. Kerstmis, Kerst
champion z.nw. kampioen Christmasfair z.nw. kerstmarkt
championship z.nw. kampioenschap(pen) Christmas-service z.nw. kerstdienst, kerstmis

15
city z.nw. binnenstad, stadshart clubcircuit z.nw. danswereldje
-City in samenst. -Stad [bijv. Mexico-Stad] club sandwich z.nw. tripelsnee
citybike z.nw. stadsfiets clue z.nw. aanwijzing, vingerwijzing
citybin z.nw. binnenstadsbak cluster z.nw. 1 groep; 2 sterrenhoop
citybus z.nw. (binnen)stadsbus, centrumbus clusteren ww. groeperen
civil society z.nw. maatschappelijk middenveld coach z.nw. 1 mentor, begeleider; 2 oefenmeester,
claim z.nw. 1 aanspraak; vordering, eis; 2 stelling, (sport)begeleider; 3 tweedeurswagen, tweedeurs-
bewering; 3 voorkeur(s)recht, optie; 4 [invullen automerk]; 4 reisbus
(mijn)concessie, mijnrecht coachen ww. 1 begeleiden; opleiden, ondersteunen; 2
claimen ww. 1 aanspraak maken op; vorderen, (aan)sturen, geleiden; 3 ¶ [van een sportploeg]
(op)eisen; 2 beweren, pretenderen, stellen; 3 coat z.nw. jas, mantel
reserveren coaten ww. 1 overdekken, van een laagje voorzien; 2
claim to fame z.nw. aanspraak op roem, reden voor [optica] veredelen; ontspiegelen, kleuren, een anti-
roem kraslaag aanbrengen
clan z.nw. 1 geslacht, stam; 2 familie(kliek) coating z.nw. beschermlaag(je), deklaag
clash z.nw. conflict, botsing, aanvaring cockpit z.nw. 1 [vliegtuig] pilotencabine,
clashen ww. botsen, in conflict raken (piloten)koepel, stuurcabine; 2 [boot] stuurkuip; 3
classic b.nw. klassiek, traditioneel, tijdloos [sportauto] cabine, stuurkuip
classic z.nw. klassieker cockring z.nw. penisring, pikring
clause z.nw. bepaling, clausule cocktail z.nw. 1 [drankje] harlekijn; 2 [fig.]
clean b.nw. 1 schoon, helder, [pred.] netjes; 2 mengelmoes, mengeling, klutspot; 3 [med.]
[roesmiddelen] schoon, [alcohol] droog; 3 steriel, combi(natie)vaccin, mengvaccin;
strak, koel; 4 schoon, stralingsvrij; 5 zakelijk combinatietherapie
cleanen ww. schoonmaken, reinigen -cocktail in samenst. ¿ -coupe
cleaner z.nw. 1 schoonmaakmiddel, reiniger; 2 cocktail-party z.nw. ¶
schoonma(a)k(st)er cocktailprikker z.nw. hapjesprikker
cleaning z.nw. schoonmaak(-), schoonmaakbedrijf cocoonen ww. zich inpoppen, huismussen
cleansing cloth z.nw. reinigingsdoekje cocooning z.nw. inpopgedrag, huismusserij
cleansing milk z.nw. reinigingsmelk coffee z.nw. koffie
clearing z.nw. 1 verrekening, vereffening; 2 coffeebar z.nw. koffiebar, koffiebalie
verrekeningskantoor, vereffeningsbureau coffeecorner z.nw. koffiehoek
clearinghouse z.nw. 1 verrekenkantoor, coffeecreamer z.nw. (koffie)melkpoeder
verrekeningskamer, verrekeninstantie; 2 [info] coffee pad z.nw. koffierondje, koffiepatroon,
informatiebureau; [materialen] distributiecentrum koffiebuiltje
clever b.nw. 1 [personen] slim, gis, kien; 2 [zaken] coffeeshop z.nw. cannabiscafé, hasjhuis; hasjcafé,
slim, uitgekiend, vernuftig cannabistro 
client z.nw. 1 [ICT] vrager, klant; 2 klant, afnemer; cold case z.nw. onopgeloste zaak, koude zaak,
opdrachtgever afgeschreven zaak, gesloten zaak
client/server uitdr. vrager/gever, klant/bediener cold-caseteam z.nw. doorstartploeg, hervattingsploeg,
cliffhanger z.nw. kluisterscène, leuninggrijper, koudezakenploeg; eenheid koude zaken, afdeling
ademstokker, hangslot  onopgeloste zaken
clinch, in de ~ gaan ww. 1 de strijd aangaan; 2 cold turkey z.nw. 1 ontslavingsschok,
[boksen] lijf aan lijf staan ontwenningskater; 2 schokontslaving,
clinch, in de ~ liggen ww. het aan de stok hebben, kippenvelmethode
overhoop liggen, ruzie hebben coleslaw z.nw. (witte)koolsalade
clinic z.nw. (demonstratie)les, instructie(sessie) collateral damage z.nw. nevenschade, randschade,
clip z.nw. 1 klem, beugel, knijper; 2 bijkomende schade
(bevestigings)klem; 3 sierspeld, sierklem(metje); 4 collect call z.nw. remboursgesprek, kosten-ontvanger-
☼ popvideo gesprek, bietsbelletje ☺
clipboard z.nw. [ICT] klembord collector's item z.nw. verzamelaarsobject,
close b.nw./pred. intiem, innig, hecht verzamelaarsstuk
close bw./pred. krap, op het nippertje, net aan colorfilm z.nw. kleurenfilm
closed-circuit television (CCTV) z.nw. column z.nw. cursiefje, vaste kolom
televisiebewaking, camerabewaking; gesloten columnist z.nw. stukjesschrijver, kolomschrijver,
televisiesysteem, bedrijfstelevisiesysteem opiniator
close finish z.nw. fotobinnenkomst, nek-aan-nekstrijd combine z.nw. maaidorsmachine, maaidorser
closen ww. schuifelen, slijpen, lijf-aan-lijfdansen comeback z.nw. 1 terugkeer, weerkeer; 2 herstel,
close reading z.nw. zuivere tekstanalyse, (het) opleving
nauwkeurig lezen, (het) loeplezen comedy z.nw. 1 komedie, klucht, blijspel; 2 komische
close-up z.nw. dichtbij-opname, opname van dichtbij, serie, lachserie
detailopname comedyserie z.nw. komische serie, lachserie
close-up, in ~ uitdr. van dichtbij, van nabij coming man z.nw. rijzende ster, (aan)komende man
clown z.nw. ☼ coming-out z.nw. (het) (ervoor) uitkomen, (het) uit de
club z.nw. 1 ☼ vereniging; 2 ☼ verenigingsgebouw, kast komen
sociëteit; bordeel, sekshuis; 3 ☼ tent, toko; 4 ☼ command line z.nw. opdrachtregel, commandoregel
groepje, stel; kliek, kongsi; 5 golfstok, kolfstok commercial z.nw. 1 reclameboodschap,
clubcard z.nw. lidmaatschapskaart, ledenpas (reclame)spot(je); 2 reclamefilm(pje)

16
commitment z.nw. 1 betrokkenheid, verbondenheid, controller z.nw. 1 (intern) financieel-economisch
toewijding; 2 toezegging, verplichting, verbintenis; 3 adviseur, bedrijfseconomisch adviseur; hoofd
merktrouw; 4 [ICT] vastlegging, toewijzing financiële administratie; 2 [apparaat] regelaar
committen, zich ~ ww. zich verplichten (tot), zich controller, game ~ z.nw. spelbediener
verbinden (aan) control panel z.nw. bedieningspaneel
common sense z.nw. gezond verstand, convenience z.nw. gemak
boerenverstand convenience food(s) z.nw. kant-en-klaarmaaltijd(en),
community z.nw. cybergroep, cybergemeenschap gemaksvoeding
company z.nw. bedrijf, onderneming, maatschappij convenience store z.nw. gemakswinkel
company car z.nw. bedrijfswagen convertible z.nw. 1 cabriolet; 2 converteerbare
company image z.nw. bedrijfsimago obligatie
compatible b.nw. 1 [alg.] verenigbaar, combineerbaar; cookie z.nw. traceerbestand, koekje, gluipertje, lange
2 [ICT] combineerbaar, verenigbaar, uitwisselbaar vinger ☺
competitive edge z.nw. concurrentievoordeel cool b.nw. 1 onverstoorbaar, koelbloedig; 2 gaaf, vet
compliance z.nw. (regel)naleving, normconformisme cooling down z.nw. 1 (het) uitwarmen, (het) afkoelen;
compliance manager z.nw. (regel)nalevingsspecialist, 2 afkoeler(tje), verkoeler(tje)
normbewaker copier z.nw. kopieerapparaat, kopieermachine
compliance officer z.nw. copy z.nw. 1 kopij, tekst; 2 kopie, afschrift, afdruk; 3
(regel)nalevingsmedewerker, normbewaker exemplaar, nummer, afdruk
compliant b.nw. normconform, voldoen (aan) §, copyright z.nw. auteursrecht
regel(ge)trouw copyshop z.nw. kopieerwinkel
-compliant in samenst. -conform, voldoet aan… copywriter z.nw. tekstschrijver
norm §, -volgend cordless b.nw. snoerloos
computer z.nw. ☼ corebusiness z.nw. kernactiviteit(en)
conceptmap z.nw. conceptschema, ideeënoverzicht, corner z.nw. 1 hoekschop; hoekbal, hoekslag;
begrippenkaart hoekworp; 2 (-)hoek(je)
concern z.nw. onderneming, maatschappij, (groot) cornflakes z.nw. maïsvlokken, ontbijtvlokken
bedrijf coronary-care-unit z.nw. hartbewaking,
condition z.nw. voorwaarde hartbewakingsafdeling
conditioner z.nw. haarversteviger, crèmespoeling corporate b.nw. bedrijfs-, ondernemings-
conference call z.nw. telefonische vergadering, corporate governance z.nw. behoorlijk
telefonisch vergaderen §, belvergadering ondernemingsbestuur, verantwoord
confidentiality z.nw. vertrouwelijkheid ondernemerschap, zorgvuldig bedrijfsbeleid
conflict of interests z.nw. belangenconflict, corporate identity z.nw. bedrijfsidentiteit,
belangentegenstelling, botsing van belangen bedrijfskarakter
constraint z.nw. restrictie, beperking, voorwaarde corporate image z.nw. bedrijfsimago,
consultancy z.nw. adviespraktijk ondernemingsimago
consultancybureau z.nw. adviesbureau cost-benefit analysis z.nw. kosten-batenanalyse
consultant z.nw. (extern) adviseur couch potato z.nw. bankbintje, buispieper, tv-
container z.nw. 1 afvalbak, vuil(nis)bak; 2 laadkist, verslaafde
laadbak; stortbak; 3 bak, pot, houder; 4 reservoir, counseling z.nw. ¿
(-)houder; 5 (diep)vrieskist, (diep)vrieskast (psychologische/sociale/agogische) begeleiding,
container- in samenst. 1 laadkist-, laadbak-; 2 (psychologische/sociale/agogische) ondersteuning
verzamel-, paraplu-, koepel- counselor z.nw. ¿ (psychologische/sociale/agogische)
containerbegrip z.nw. verzamelnaam, paraplubegrip, begeleider, (psychologische/sociale/agogische)
koepelterm ondersteuner; adviseur
containerbox z.nw. countdown z.nw. (het) aftellen, aftelling,
(afvalbak-/archiefdoos-/enz.)houder, omdoos aftelprocedure
containerschip z.nw. laadkistenschip counter z.nw. 1 [sport; alg.] tegenaanval; 2 balie,
containerterm z.nw. verzamelnaam, paraplubegrip, toonbank; 3 [ICT] teller(tje)
koepelterm counteren ww. 1 [alg.] in de tegenaanval gaan,
container terminal z.nw. laadkisthaven, terugslaan; 2 [sport] in de tegenaanval gaan, de
laadkistoverslag, laadkiststation tegenaanval inzetten
containment z.nw. indammingspolitiek, countermedewerker z.nw. baliemedewerker
machtsbeheersing, indijkingsbeleid counterpart z.nw. [persoon] tegenhanger, evenknie,
content z.nw. [ICT] inhoud, materiaal [zaak] pendant
content management z.nw. inhoudsbeheer country code top-level domain (ccTLD) z.nw.
content manager z.nw. inhoudsbeheerder landen(top)domein
content provider z.nw. inhoudsaanbieder count your blessings uitdr. tel je zegeningen, wees
contest z.nw. wedstrijd, concours blij met wat je hebt
continuing story z.nw. 1 vervolgverhaal, feuilleton; 2 courseware z.nw. cursuswaar,
gebed zonder end cursusprogramma(tuur)
controleslip z.nw. controlestrook court z.nw. (tennis-, squash)baan
control freak z.nw. controlefanaat, beheersneuroot, cover z.nw. 1 omslag, kaft; voorkant, voorpagina; 2
stureluur heruitvoering, hervertolking, bewerking; 3
namaakproduct, namaak; 4 dekmantel; 5 deksel,
afdekplaatje

17
coverage z.nw. verslag(geving), verslaglegging cruisen ww. 1 een luxevaart maken, luxevaren; 2
coveren ww. 1 bestrijken, omvatten, beslaan; 2 banen, op (mannen)jacht zijn; 3 pronkrijden,
bedekken, afdekken, dekken; 3 behandelen, autoparaderen
verslaan; 4 verzolen; 5 heruitvoeren, hervertolken, cruiser z.nw. motorjacht, kruiser(tje)
bewerken cry for help z.nw. noodkreet, roep om hulp, hulpkreet
covergirl z.nw. hoezenpoes ☺, omslagmeisje cult z.nw. ☼
coverstory z.nw. omslagverhaal, omslagartikel cup z.nw. 1 (wissel)beker; 2 beker(tje), kuipje; 3 [bh]
cover-up z.nw. doofpotoperatie, toedekking(soperatie) (kom)grootte
cowboy z.nw. ☼ cupfinale z.nw. bekerfinale
crabstick z.nw. krabstaafje, krabvinger cupholder z.nw. bekerhouder
crack z.nw. 1 kei, kraan, uitblinker; 2 kraakprogramma cupmatch z.nw. bekerwedstrijd
cracker z.nw. 1 (computer)kraker; 2 programmakraker cup of tea, not my ~ uitdr. niets voor mij, niet aan mij
cranberry z.nw. (Amerikaanse) veenbes, kraanbes besteed, niet mijn kopje koffie
crap z.nw. rotzooi, troep, bagger curry z.nw. 1 (pittige) sausschotel, (Aziatische)
crash z.nw. 1 vliegtuigongeluk; (ernstige) botsing; 2 kruidenschotel, kerrieschotel; 2 kruidenketchup,
[ICT] (systeem)uitval, (computer)uitval, platgaan §, kruid(en)saus; 3 kerrie(poeder)
vastlopen §; 3 beursval custom design bw./in samenst. maatwerk §,
crashcourse z.nw. spoedcursus klantconform
crashen ww. 1 verongelukken, neerstorten, te pletter customer z.nw. klant, abonnee, gebruiker
slaan; 2 [netwerk] platgaan, [computer] vastlopen, customer base z.nw. klantenbestand
[harde schijf] verongelukken; 3 bankroet gaan customer care service z.nw. afdeling klantenzorg,
crashtest z.nw. botsproef klantendienstafdeling
crawlen, crawlzwemmen ww. ¿ borstslagzwemmen customer care z.nw. klantenzorg, klantendienst
crawler z.nw. webkruiper customer loyalty z.nw. klantenbinding, klantentrouw
cream z.nw. room customer service z.nw. klantendienst,
creamer z.nw. (koffie)melkpoeder klantenondersteuning
credentials z.nw. staat van dienst, kwalificatie(s) customized b.nw. aangepast
credibility z.nw. geloofwaardigheid, betrouwbaarheid customizen ww. aanpassen, toesnijden
credit z.nw. 1 eer, lof, erkenning; 2 studiepunt cut-and-paste uitdr. knippen en plakken, knip-en-plak
creditcard z.nw. kredietkaart, kredietpas cutten ww. 1 knippen; 2 monteren, de montage doen
credits z.nw. 1 aftiteling, titelrol; 2 auteursvermelding, cybercrime z.nw. internetmisdaad, webcriminalitteit,
makersvermelding; 3 (speel)punten computercriminaliteit
creep z.nw. engerd, griezel cyberjunk z.nw. internetverslaafde
crew z.nw. 1 bemanning; 2 filmploeg cybersquatting z.nw. domeinkaping
crimefighter z.nw. misdaadbestrijder, boevenjager cycletour z.nw. fietstocht
crippleware z.nw. kreupelwaar, beperkte versie

D
crisismanagement z.nw. crisisbeheer(sing),
crisisaanpak amage control z.nw. schadebeperking
crispy b.nw. knapperig, krokant
dance chart z.nw. danslijst
croonen ww. neuriezingen, floerszingen, kreunen
danceparty z.nw. dansfeest
crooner z.nw. neuriezanger, floerszanger, kreuner;
dancing z.nw. danstent, danszaal, dansgelegenheid
sentimentele zanger
dandy z.nw. pronkheertje, salonjonker; wufto,
crooner(song) z.nw. neurielied, kreuner ☺
kleerkwast ☺
cross(-country) z.nw. [alg.] terreinwedstrijd/rit, [spec.]
dark horse z.nw. grote onbekende,
veldrit/veldloop
verrassingskandidaat
cross-country vliegen ww. [deltavliegsport]
darkroom z.nw. 1 [fotografie] donkere kamer (doka); 2
overlandvliegen
[seks] donkere kamer, voosruimte
crosscourt bw. diagonaal, kruisbal §, kruislings
dartboard z.nw. [sport] dartbord, [spel] pijltjesbord
cross-dresser z.nw. travestiet, travo
darten ww. ☼
crossen ww. 1 scheuren, rossen; 2 ☼ [in betekenis
darts z.nw. [sport] (het) darten, [spel] (het)
meedoen in een cross-country]
pijltjesgooien
cross-over z.nw. 1 [alg.] oversteek, uitwisseling,
dashboard z.nw. instrumentenpaneel
kruising; 2 mengkunst, mengstijl; 3 donoruitruil,
dashboardkastje z.nw. handschoenenkastje/vakje
wisseltransplantatie; 4 [auto] hybridemodel,
data z.nw. ☼ gegevens
mengmodel; 5 scheidingsfilter, frequentiescheider; 6
database z.nw. gegevensbank, databank [NL-uitspr.]
kruiskabel; 7 [genetica] gen(informatie)uitwisseling,
datacasting z.nw. omroeppost
gen-overdracht
data management z.nw. gegevensbeheer
cross-over- in samenst. overstap-, oversteek-; meng-,
data minen ww. gegevensdelven, datadelven
kruis-
data mining z.nw. gegevensdelving, datadelving
crosspass z.nw. (voorwaarts) over de hele §,
dataprocessing z.nw. gegevensverwerking,
diagonale bal
dataverwerking
crowd control z.nw. massabeheersing
data warehouse z.nw. gegevenspakhuis, dataveem
crowdsurfen ww. publiekzeilen, kopgolven
data warehousen ww. gegevens vemen, datavemen
cruise z.nw. luxevaart
date z.nw. 1 [afspraak] afspraak(je); 2 [persoon]
cruise control z.nw. (automatische)
'afspraakje'
snelheidsregeling, tempomaat
daten ww. uitgaan (met), afspraakjes hebben (met)
cruise missile z.nw. kruisraket

18
-daten in samenst. -afspreken, -treffen, -afspraakjes design z.nw. 1 vormgeving, ontwerp; 2 stijlontwerp;
maken ontwerpkunst, gebruikskunst, (ontwerp)stijl; 3 opzet,
dating z.nw. relatiebemiddeling plan, model
dating- in samenst. contact-, koppel- design- in samenst. stijl-, ontwerp-
-dating in samenst. -afspreken, -treffen, -contact designer z.nw. (industrieel) vormgever, (industrieel)
day after, the ~ uitdr. de dag erna, de volgende dag ontwerper
daytime running lights z.nw. dagrijlichten, desk z.nw. 1 bureau, werktafel; 2 balie, loket
attentielichten, [form.] motorvoertuigverlichting desk equipment z.nw. bureauapparatuur
overdag (MVO) desk research z.nw. literatuuronderzoek,
d.c.-stroom/spanning z.nw. gelijkstroom/spanning bureauonderzoek, schrijftafelonderzoek
deadline z.nw. 1 [kopij] aanlevertijd, sluitingstijd, desktop z.nw. 1 bureaublad, werkblad; 2
aanleverdatum, sluitingsdatum; 2 [alg.] tijdslimiet; bureaucomputer, tafel-pc
limiettijd desktoppublishing (DTP) z.nw. beeldschermopmaak,
deadlock z.nw. impasse, dood punt, patstelling computeropmaak, digitale thuispublicatie (DTP)
deal z.nw. 1 overeenkomst, transactie, akkoord; 2 desperate move z.nw. wanhoopsdaad,
akkoordje, compromis, afspraak; 3 handeltje paniekmanoeuvre
deal! uitroep afgesproken!, verkocht! detective z.nw. 1 speurder, rechercheur; 2
deal? uitdr. afgesproken? speurdersroman, speurdersverhaal
dealen ww. 1 verkopen, handelen, doen in; 2 ☼ detergent z.nw. (af)wasmiddel, reinigingsmiddel,
handelen in verdovende middelen/narcotica; 3 detergens
sjacheren, (illegaal) handelen; 4 [kaarten] delen, deuce z.nw. [tennis] gelijk §, gelijkstand
geven device z.nw. randapparatuur
dealen met ww. omgaan met, hanteren §; diehard z.nw. 1 taaie, doorbijter, doorzetter,
opknappen §, aanpakken §, oplossen § onverzettelijk persoon; 2 fanatiekeling
dealer z.nw. 1 autohandelaar, detailhandelaar; 2 digit z.nw. cijfer
(erkend) vertegenwoordiger; 3 narcoticahandelaar, digitale zoom z.nw. digitale zoem(functie),
handelaar in verdovende middelen, drugshandelaar; (uitsnede)vergroting
4 effectenhandelaar digital rights management (DRM) z.nw. digitaal
dean z.nw. decaan rechtenbeheer
debaten ww. debatteren, een debat houden dinnerparty z.nw. dinerfeest
debater z.nw. debatteerder, debattant, debatteur dip z.nw. ☼ inzinking, dalletje
debating club z.nw. debatteergezelschap, debatclub directive z.nw. [jur.] richtlijn
debriefen ww. naspreken, verslag laten uitbrengen, direct mail z.nw. postreclame, persoonlijk gerichte
uitklaren; nabespreken reclame
debriefing z.nw. uitklaring; nabespreking, direct marketing z.nw. directe klantbenadering
evaluatiebijeenkomst director's cut z.nw. regisseursversie
debuggen ww. ontluizen directory z.nw. 1 index, inhoudstabel, map; 2 index,
debunken ww. onderuithalen; ontmaskeren, register
doorprikken disaster waiting to happen uitdr. ramp die alleen nog
decisionmaker z.nw. besluitvormer, beleidsbepaler hoeft te gebeuren, recept voor een ramp
deckchair z.nw. dekstoel, ligstoel disclaimer z.nw. vrijwaringsclausule,
decoder z.nw. ontsleutelkastje, decodeerkastje aansprakelijkheidsbeperker
dedicated b.nw. 1 (taak)gericht, (taak)specifiek; 2 discount z.nw. korting
betrokken, toegewijd, trouw discounter z.nw. prijsvechter
dedicated computer z.nw. taakspecifieke computer dish z.nw. schotel
deejay z.nw. draaimeester, platenprater, disincentive z.nw. ontmoediging(smaatregel), afstoter
muziekmenner disk z.nw. schijf(je), diskette
deep down uitdr. diep van binnen, diep in zijn hart, in diskdrive z.nw. schijfstation, diskettestation
wezen diskette z.nw. ☼ schijf(je)
default bw. standaard diskjockey z.nw. draaimeester, platenprater,
default z.nw. standaard(instelling, -waarde) muziekmenner
default setting z.nw. standaardinstelling diskman z.nw. muziekmaat(je), schijfmaat,
default value z.nw. standaardwaarde platenmaatje, cd-maat
delay z.nw. vertraging dispenser z.nw. doseerverpakking, doseerflesje
delete(toets) z.nw./uitdr. wis(toets), verwijder(toets), display z.nw. 1 afleesvenster(tje), schermpje; 2
rechtswis uitstalling, uitstalrek, standaard, kopstelling; 3
deleten ww. wissen, verwijderen lichtkrant, loopletterbalk
delivery z.nw. (af)levering display value z.nw. uitstallingswaarde
denied boarding uitdr. overboekingsprobleem, disposable b.nw. wegwerp-
boordbelet disposable z.nw. wegwerpartikel
denied boarding compensation (DBC) z.nw. distance learning z.nw. leren-op-afstand,
overboekingscompensatie, boordbeletvergoeding afstandsonderwijs, (het) teleleren
denktank z.nw. ☼ denklab distance selling z.nw. verkoop op afstand
deputy in samenst. 1 onder-, hulp-, adjunct-; 2 vice-, dizzy b.nw. duizelig
adjunct-, plaatsvervangend dj z.nw. draaimeester, platenprater, muziekmenner
derby z.nw. 1 stadsduel, streekduel; 2 garibaldi(hoed), do as the locals do uitdr. volg de plaatselijke
bolhoed, dophoed gewoontes, doe zoals de plaatselijke bevolking doet

19
docking station z.nw. computerdok, koppelstation drive, (disk)~ z.nw. (schijf)station, diskettestation
doggy-bag z.nw. meeneembakje, hamsterzakje, drive-in- in samenst. inrij-, auto-
prakkiebakkie -driven in samenst. -gestuurd, -gedreven, -gericht
dolphin kick z.nw. vlinderbeenslag, dolfijn(been)slag driver z.nw. stuurprogramma
domain z.nw. domein drive-thru- in samenst. doorrij-, autoloket-
domaingrabber z.nw. domeinkaper drop-out z.nw. 1 mislukkeling, uitvaller; 2 eenzaat,
domaingrabbing z.nw. (het) domeinkapen, zelfkanter; 3 [luchtv.] uitvaller; 4 volumeval; 5
domeinkaping stroomonderbreking, spanningsval; 6 leesfout,
domainname z.nw. domeinnaam leesmisser
domainsquatting z.nw. (het) domeinkapen, drop-outs z.nw. uitval
domeinkaping droppen ww. 1 afwerpen, uitwerpen; 2 afzetten; 3
donut z.nw. smulband achterlaten, afleveren, afgeven; 4 [in een functie]
doodle z.nw. droedel, krabbel(tekeningetje) neerzetten, parachuteren; 5 laten vallen, ophouden
doorman z.nw. portier met
dope z.nw. 1 pepmiddel, pepstof, stimulerend(e) dropping z.nw. 1 afworp, uitworp; 2 nachtspeurtocht,
middel(en); 2 toevoeging, bijmengsel, additief afzetspel
doping z.nw. 1 pepmiddel, pepstof, stimulerend(e) dropshot z.nw. valbal
middel(en); 2 pepstofgebruik, pepstoftoediening, drug(s) z.nw. ☼ roesmiddel(en), narcotica,
gebruik van stimulerende middelen verdovend(e) middel(en)
do's and don'ts uitdr. gedragsregels, mores, moet- en drugsdealer z.nw. narcoticahandelaar, handelaar in
mijdregels verdovende middelen, drugshandelaar
dotcom- in samenst. webhandel-, puntcom- drugsrunner z.nw. 1 gebruikersronselaar,
dotcommalaise z.nw. puntkommerkwel gebruikerswerver; 2 narcokoerier, drugskoerier
dotcommer z.nw. webbedrijf, puntcombedrijf, drugstore z.nw. superdrogist(erij)
webhandelaar drum z.nw. 1 vat; 2 trommel
double bind z.nw. [psychologie] dubbele binding drums z.nw. slagwerk
double-breasted b.nw. dubbelknoops, dubbelrijs, met drumstick z.nw. 1 kippenpootje, kippenboutje; 2
twee rijen knopen (trommel)stok
doublefaced b.nw. dubbelzijdig drycleaning z.nw. stomerij
dovetailing z.nw. (het) zwaluwstaarten, (het) laten dug-out z.nw. 1 spelersbank; 2 boomstamkano
samenvallen dummy z.nw. 1 (buiksprekers)pop; (proef)pop,
down b.nw. 1 terneergeslagen, somber, depri, testpop; (etalage)pop, paspop; 2 blank (exemplaar),
gedeprimeerd; 2 [netwerk] plat; 3 [boksen] model; 3 demo(nstratie)model; 4 [bridge] blinde; 5
neergegaan stroman; 6 figurant; 7 domkop, uilskuiken, sufferd
downer z.nw. kalmerend middel, verslomer dump z.nw. [ICT] (systeem)kopie, schijfkopie
downgraden ww. devalueren, afwaarderen dumpen ww. 1 plempen; 2 storten, lozen, afdanken,
downloaden ww. binnenhalen, ophalen wegwerpen; 3 onderaanbieden, verramsjen,
downshiften ww. gas terugnemen, terugschakelen, (markt)plempen; 4 de bons geven, laten vallen,
onthaasten afdanken
downsizen ww. afslanken, inkrimpen duster z.nw. 1 ochtendjas; 2 stofjas
down to earth b.nw. nuchter, met beide benen op de dutch courage z.nw. jenevermoed
grond duty-free b.nw. belastingvrij
down under uitdr. bij de tegenvoeters, gindsonder,
ginderonder
draft z.nw. concept, ontwerp, kladversie
drag z.nw. travestie
E ager b.nw. gretig, gespitst (op), begerig (naar),
drag and drop uitdr. (ver)sleep (naar), sleur en pleur gebrand (op)
☺ eager beaver z.nw. gretige gribbel, jonge hond
dragline z.nw. sleepschop, sleepgraver, trekgraver early adopter z.nw. vooroploper, vroeggebruiker,
drain z.nw. 1 ontwateringsbuis, draineerbuis, vroege volger, koploper
afvoer(buis); 2 draineerslang(etje), early warning system z.nw.
afvoerslang(etje), afvoerbuis(je) vroegsignaleringssysteem, vroegalarmsysteem
drainen ww. ontwateren, draineren earmarken ww. oormerken
drawback z.nw. nadeel, bezwaar, schaduwzijde easy b.nw. 1 simpel, makkelijk, eenvoudig; 2 rustig,
dreadlocks z.nw. rastavlechten, rastakapsel, kalm, ontspannen; 3 meegaand
kroesvlechten easy come, easy go uitdr. zo gewonnen, zo geronnen
dreamcatcher z.nw. dromenvanger easy does it uitdr. rustig aan (dan breekt het lijntje
dreamteam z.nw. droomploeg niet)
dress z.nw. kleding, kledij, pak easy listening z.nw. gemaksmuziek, kabbelmuziek,
dresscode z.nw. 1 kledingvoorschrift, ontspanningsmuziek
voorkeurskleding; 2 kledingconventie easy opener z.nw. gemakssluiting
dressing z.nw. slasprenkel, aanmaaksaus(je), easy rider z.nw. (baby)(draag)buidel, hummelpungel
deksaus e-banking z.nw. e-bankieren, telebankieren,
drink z.nw. 1 drankje; 2 drank netbankieren
drive z.nw. 1 gedrevenheid, bezieling, enthousiasme; e-business z.nw. webhandel, e-handel
2 (innerlijke) drang, drift, gedrevenheid; 3 drijfveer, e-commerce z.nw. webhandel, e-handel, elektronisch
motivatie; 4 lage bal; 5 (bridge)toernooi zakendoen

20
economy class z.nw. toeristenklasse escapen ww. [ICT] afbreken, ontsnappen
editen ww. 1 [alg.] bewerken; 2 [tekst] redigeren; 3 escape(toets) z.nw./uitdr. [ICT] ontsnapping(stoets),
[ICT] bewerken; 4 [film] monteren afbreek(toets), onderbreek(toets)
editing z.nw. 1 [alg.] bewerking; 2 [tekst] redactie; 3 escort z.nw. escorte, gezelschap
[ICT] bewerking; 4 [film] montage escortboy z.nw. gezelschapsjongen, gezel
editor z.nw. 1 [alg.] bewerker; 2 [tekst] redacteur; 3 escortlady z.nw. gezelschapsdame, gezelle
[ICT] (-)bewerker; 4 [ICT] tekstprogramma; 5 [film] escortservice z.nw. 1 escortedienst,
medewerker montage gezelschapsdienst; 2 escortebureau,
editorial z.nw. 1 van de redactie, ten geleide; 2 gezelschapsbureau
redactioneel hoofdartikel/commentaar, redactioneel e-shop z.nw. webwinkel, netwinkel
educated guess z.nw. gefundeerde schatting, essay z.nw. (korte) verhandeling, (letterkundig) opstel,
ervaringsschatting, beredeneerde gok proeve
edutainment z.nw. educamusement, leervermaak establishment z.nw. 1 gevestigde orde, (heersend)
efficiency z.nw. doelmatigheid bestel; 2 heersende klasse, leidende klasse
effort z.nw. inspanning, moeite estimate z.nw. raming, schatting
egotripper z.nw. ☼ eigengeiler, egotist e-tailen ww. webwinkelieren, (inter)netwinkelieren
e-government z.nw. e-overheid e-tailer z.nw. webwinkelier, internetwinkelier
eighties z.nw. jaren tachtig event z.nw. 1 gebeurtenis, evenement, manifestatie; 2
e-learning z.nw. (het) teleleren, i-studie, webonderwijs [ICT] gebeurtenis
electronic banking z.nw. elektronisch bankieren, evergreen z.nw. klassieker, gouwe ouwe
telebankieren evidence based b.nw. met aangetoonde werking,
electronic commerce z.nw. webhandel, elektronische empirisch onderbouwd, met best beschikbaar
handel, elektronisch zakendoen bewijs (bbb)
electronic data processing (EDP) z.nw. automatische executable z.nw. uitvoerbaar bestand
gegevensverwerking (AGV), elektronische executive z.nw. topfunctionaris, topman/vrouw
gegevensverwerking executive class z.nw. zakenklasse
electronic government z.nw. elektronische overheid exit z.nw. uitgang, uit
electronic mail z.nw. netpost, elektronische post exit-interview, exitgesprek z.nw. 1 ontslaggesprek; 2
electronics z.nw. elektronica uitstroomgesprek
elektroshock z.nw. elektroschok, schoktherapie exitpoll z.nw. stembuspeiling, uitgangspeiling,
elevator pitch / speech z.nw. liftbabbel, stemecho
tiensecondenpraatje exitstrategie z.nw. vertrekplan, terugtrekstrategie,
e-mail z.nw. 1 netpost, e-post; 2 netbericht, e-bericht; uitwegscenario
netbrief, e-brief exit zijn ww. eruit liggen; uit (de mode) zijn, verleden
e-mailadres z.nw. net(post)adres, e-(post)adres tijd zijn
e-mailen ww. netposten, e-posten expat z.nw. uitlandige, uitlander
e-mailtje z.nw. (net)berichtje expatriate z.nw. vluchteling, (ver)banneling,
embedded b.nw. ingebed, ingekapseld, ingelijfd ontheemde
embedded journalist z.nw. ingebedde verslaggever, expertise z.nw. 1 deskundigheid, kennis (en ervaring);
ingekapselde verslaggever, ingelijfde verslaggever 2 deskundig onderzoek
emergency z.nw. noodgeval; spoedgeval expertmeeting z.nw. deskundigenbijeenkomst,
emergency exit z.nw. nooduitgang deskundigenoverleg
emoticon z.nw. gevoelsteken, emootje, smoeltje expert opinion z.nw. deskundigenoordeel,
employability z.nw. inzetbaarheid, emplooibaarheid expertadvies; vakoordeel
empowered b.nw. mondig (gemaakt), geëmancipeerd exploded view z.nw. opengewerkte tekening, ontlede
empowerment z.nw. mondigmaking, emancipatie projectie, ploftekening
encounter z.nw. 1 ontmoeting; 2 aanvaring, botsing exposure z.nw. 1 blootstelling; 2 belichting, bestraling;
end(toets) z.nw./uitdr. regeleinde(toets), ga einde 3 (media-)aandacht, publiciteit; 4 opname, foto
regel extension z.nw. uitbreiding; [ICT] extensie
end user z.nw. eindgebruiker exterior z.nw. 1 buitenzijde, buitenkant; 2
energy z.nw. energie, kracht carrosseriekleuren
energy boost z.nw. energiestoot extra large b.nw. extra groot, zeer groot
energysaving b.nw. energiebesparend, energiezuinig extreme make-over z.nw. volledige metamorfose,
enteren ww. invoeren, ingeven complete transformatie, grote beurt ☺
entertainen ww. amuseren, vermaken, onderhouden eyecatcher z.nw. blikvanger
entertainer z.nw. 1 ¿ vermaakartiest, eyeliner z.nw. ogenstift, ooglijner, oogpenseel
amusementsartiest; 2 animator, gangmaker eye-opener z.nw. openbaring, blikopener ☺,
entertainment z.nw. amusement, vermaak ontdekking
entertainment value z.nw. amusementswaarde eyeshadow z.nw. oogschaduw
enter(toets) z.nw./uitdr. bevestig(ingstoets), e-zine z.nw. webtijdschrift, netblad
invoer(toets); nieuweregel(toets)
equipment z.nw. uitrusting, apparatuur, gereedschap
erasen ww. wissen, verwijderen
error z.nw. fout
F acelift z.nw. 1 (gelaats)verjonging, opknapbeurt,
error(melding) z.nw. foutmelding rimpelstrijk ☺; 2 (uiterlijke) vernieuwing,
escape z.nw. uitvlucht, ontsnappingsmogelijkheid, opknapbeurt, imagoverbetering
uitweg

21
facelift, een ~ krijgen ww. opgekalefaterd worden, in fatboy z.nw. poefzak, zitzak, dikzak ☺
een nieuw jasje gestoken worden feasibility study z.nw. haalbaarheidsonderzoek
faceliften ww. 1 verjongen, ophalen, rimpelstrijken ☺; feature z.nw. 1 (hoofd)kenmerk, (hoofd)eigenschap; 2
2 (quasi-)vernieuwen, opknappen, opkalefateren, in snufje, hoedanigheid, kenmerk; 3 (vaste) rubriek; 4
een nieuw jasje steken spilartikel
face-to-face bw. 1 oog in oog, in persoon; 2 fee z.nw. honorarium, vergoeding, beloning
openhartig, recht in het gezicht feedback z.nw. [alg.; techniek] terugkoppeling
facial b.nw. gezichts- feel free uitdr. ga je gang
facial z.nw. gezichtsbehandeling feelgood- in samenst. goedgevoel-, voel-je-lekker-
facility management z.nw. faciliteitenbeheer, feeling z.nw. gevoel, intuïtie, zesde zintuig
voorzieningenbeheer feeling hebben voor ww. gevoel hebben voor, een
facility manager z.nw. hoofd voorzieningen, neus hebben voor, voeling hebben met
(voorzieningen-, faciliteiten)beheerder feelings, no hard ~ uitdr. even goede vrienden, zand
fact finding z.nw./ in samenst. feitenonderzoek, erover
feitengaring fellow z.nw. 1 (beurs)onderzoeker; 2 genootschapslid,
fact of life z.nw. onontkoombaar feit, gegeven, medelid
vaststaand feit fellowship z.nw. onderzoeksbeurs, onderzoekstoelage
fact of life, het is een ~ uitdr. het is nu eenmaal zo, zo female z.nw. [stekker] vrouwtje
is het leven ferry z.nw. 1 veer, veerboot; 2 veer, veerdienst
factsheet z.nw. informatieblad, feitenlijst, fiber z.nw. 1 vezel; 2 glasvezel
feitenoverzicht fiberfill z.nw. vezelvulling
failed state z.nw. mislukte staat fiberglass z.nw. glasvezel
fair b.nw. 1 eerlijk; 2 redelijk fiber optics z.nw. 1 glasvezel(technologie); 2
fair z.nw. (jaar)markt, beurs, bazaar glasvezeloptica
fair play z.nw. eerlijk spel, sportiviteit fiction z.nw. 1 fictie; 2 verzinsel
fake b.nw. nep(-), namaak(-), vals field z.nw. veld
fake z.nw. nep, namaak, vervalsing field research z.nw. veldonderzoek, praktijkonderzoek
faken ww. 1 (net) doen alsof, simuleren, veinzen; 2 fifteen-love uitdr. vijftien-nul
namaken, vervalsen fifteen minutes of fame uitdr. kwartiertje beroemd §,
faker z.nw. veinzer, nepper eventjes bekend §, tiensecondenfaam
fall-out z.nw. radioactieve neerslag, kernneerslag fifties z.nw. jaren vijftig
family z.nw./in samenst. 1 gezin(s-), familie(-); 2 fifty-fifty b.nw. gelijk (verdeeld)
familie, reeks, serie, type fifty-fifty bw. sam-sam, ieder de helft, half-om-half
family car z.nw. gezinsauto, gezinswagen fiksen ww. ☼ klaren, klaarspelen, opknappen
family-man z.nw. gezinsman, huisvader file z.nw. 1 [ICT] bestand; 2 dossier
family planning z.nw. geboortebeperking, filen ww. 1 [bestand] opslaan; 2 [dossier] opbergen; 3
geboorteregeling archiveren
family-size b.nw. (op) gezinsformaat, gezinsgroot, filler z.nw. vulmiddel, vulstof
gezinsmaat § film z.nw. 1 ☼ rolprent; 2 laag(je), dunne laag, vlies
family values z.nw. gezinswaarden, finder's fee z.nw. vindersloon
gezinsgrondslagen fineliner z.nw. fijnschrijver
famous last words z.nw. beroemde laatste woorden, finest hour uitdr. glansmoment, mooiste moment,
befaamd sterfcitaat hoogtepunt
fan z.nw. 1 bewonderaar, vereerder, dwepeling; 2 finetunen ww. 1 [apparaat] nauwkeurig/precies/fijn
aanhanger; 3 ventilator, waaier afstellen, nauwkeurig/precies/fijn instellen,
fanclub z.nw. ☼ bewonderaarsclub, vereerdersclub, nauwkeurig/precies/fijn afstemmen; 2 [fig.]
steunvereniging afstemmen, preciseren
-fanclub in samenst. -getrouwen, -bewonderaars, fingerfood z.nw. borrelhapjes, grabbelhapjes
-aanhangers fingerpaint z.nw. vingerverf
fancy b.nw. 1 blits, puik, gelikt; 2 uitbundig, toeters en fingerpainting z.nw. vingerverven, vingerschilderen
bellen § fingerprint z.nw. (vinger)afdruk
fancy z.nw. 1 gril, impuls, luim; 2 verbeelding, fantasie finish z.nw. 1 eindstreep, meet; 2 aankomst,
fancyfair z.nw. (liefdadigheids)bazaar binnenkomst, eindstrijd; 3 afwerking, afwerklaag,
fanmail z.nw. vereerderspost, bewonderaarspost, laklaag; 4 afwerklak
dweeppost finishen ww. 1 aankomen, binnenkomen, eindigen; 2
fantasy z.nw. fantasie(literatuur/film(s)), fantastische afwerken, opmaken; 3 aflakken
literatuur/film(s), fantasia finishing z.nw. afwerking
farm z.nw. boerderij finishing touch z.nw. laatste hand, puntjes op de i,
fashion z.nw. mode vervolmaken §
fashionable b.nw. modieus, naar de laatste mode §, firewall z.nw. brandmuur
in §; stijlvol firmware z.nw. apparaatwaar,
fasten your seatbelts uitdr. (stoel)riemen vast apparaatprogramma(tuur)
fast ferry z.nw. snelveer first class b.nw. eersteklas(-), uitstekend
fast-food z.nw. 1 snelle hap, vulvoer; 2 first class z.nw. eerste klasse
gemaksvoeding, kant-en-klaarvoedsel, flitskost first come, first serve uitdr. wie het eerst komt, het
fast-foodrestaurant z.nw. flitsrestaurant, eerst maalt; op/in volgorde van binnenkomst
snel(lehap)restaurant, snelhaptent

22
first-in, first-out (FIFO) uitdr. (het) eerst erin, (het) eerst floor z.nw. verdieping, etage
eruit; eerst komt, eerst gaat; oud-vóór- floppy (disk) z.nw. schijfje, diskette
nieuwmethode flossen ww. vlossen
first lady z.nw. presidentsvrouw, premiersvrouw floss(zijde) z.nw. tandzijde, vlos(zijde)
first offender z.nw. nieuwpleger, eerstpleger flow z.nw. stroom
fishburger z.nw. visburger flowchart z.nw. 1 stroomschema; 2 processchema,
fish-eye lens z.nw. visooglens procesdiagram
fishing expedition z.nw. sleepnet(actie), visexpeditie, flow control system z.nw.
ongerichte zoekactie, op hoop van zegen☺ § goederenstroombeheersing,
fistfucking z.nw. (het) vuistneuken goederenstroombewaking
fit b.nw. ☼ flowershop z.nw. bloemenwinkel
fit z.nw. 1 aansluiting, (het) bij elkaar passen; 2 flow scheme z.nw. stroomschema
pasvorm, goed zitten §; 3 [bridge] aansluiting flowsheet z.nw. 1 stroomschema; 2 processchema,
fitness z.nw. fitheid, conditietraining productiegang
fitness-center z.nw. fitheidscentrum, conditiecentrum flutter z.nw. (hoge) jank
fitness-room z.nw. fitheidsruimte, toestelzaal, fly-drive z.nw. vlieg-en-rijvakantie, vlieg & wiel
krachthonk flyer z.nw. 1 ¿ strooibiljet, info(rmatie)vel, strooier; 2
fitness-training z.nw. fitheidsoefening(en), sierrenner, pedaaldanser; 3 waaghals, lefgozer
conditietraining fly-over z.nw. 1 viaduct; 2 luchtbrug
fitten ww. 1 (in/op/bij elkaar) passen, (op elkaar) foam z.nw. schuim
aansluiten, (met elkaar) overeenstemmen; 2 goed focal point z.nw. 1 centraal orgaan; 2 contactpersoon;
zitten, passen; 3 inpassen, pasklaar maken, in 3 middelpunt, spil, richtpunt, richtgroep
elkaar passen focus z.nw. 1 brandpunt; 2 kern; invalshoek,
fitting z.nw. ☼ lamphouder perspectief, richting
fixed price bw. vaste prijs focussen ww. 1 (zich) concentreren, (zich) richten; 2
fixen ww. vaststellen scherpstellen; 3 in het middelpunt plaatsen
fixer z.nw. niet- en spijkermachine, hechter folder z.nw. 1 [ICT] map; 2 ☼ vouwblad
fixing z.nw. (koers)vaststelling follow-up z.nw. 1 vervolg(-); 2 vervolgbehandeling,
flabbergasted b.nw. verbijsterd, verbluft, overdonderd nazorg; vervolgafspraak
flag z.nw. vlag, markering font z.nw. lettertype
flagshipstore z.nw. boegbeeldwinkel/zaak, font size z.nw. korps, lettergrootte
vlaggenschip food z.nw. levensmiddelen, voedingswaren, eetwaren
flair z.nw. ☼ fooddesign z.nw. voedselontwerp,
flame z.nw. steekvlam, afbrander, scheldkanonnade voedingsmiddelenontwerp
flamen ww. afzeiken, afbranden food for thought uitdr. stof tot nadenken
flame war z.nw. (inter)nethetze, steekvlammenregen, foodprocessor z.nw. pureermachine, keukenmachine
afbranderij foodsteamer z.nw. stoompan
flash z.nw. 1 nieuwsflits; 2 (beeld)flits; 3 (licht)flits; 4 fool-proof b.nw. bedrijfszeker, idiootbestendig,
flitslicht; 5 flitser, flitstoestel, flitsapparaat; 6 flitsroes, foutbestendig
roesflits footer z.nw. voettekst
flashback z.nw. terugflits footprint z.nw. oppervlaktebeslag, ruimtebeslag
flashbacken ww. terugflitsen forecast z.nw. verwachting, voorspelling, prognose,
flash forward z.nw. vooruitflits, vooruitblik, raming
vooruitpassage forehand z.nw. voorhand
flashlight z.nw. 1 zaklantaarn, staaflantaarn; 2 flitslicht for free bw. gratis, voor niets
flash mob z.nw. flitsmeute, flitsoploop forget it uitdr. vergeet het maar, geen denken aan,
flashmobben z.nw. meuteflitsen, flitsdrommen mooi niet
flashy b.nw. flitsend, opzichtig, blits format z.nw. 1 opmaak, (opmaak)stramien, indeling; 2
flat z.nw. ☼ [in betekenis woning(blok)] formule, opzet, stramien; 3 (schijf)indeling,
flatbedscanner z.nw. vlaklezer, vlakkeplaatlezer (bestands)type
flat fee z.nw. vast tarief formatten ww. formatteren, indelen
flatscreen z.nw. platscherm, vlakscherm formatteren ww. ☼ indelen
flatscreen-tv z.nw. platbeeld-tv, vlakbeeld-tv for the time being uitdr. vooralsnog, (voor) zolang
flattax z.nw. vlaktaks (als) het duurt, voorlopig, voor nu
flat-tv z.nw. platbeeld-tv, vlakbeeld-tv forties z.nw. jaren veertig
flavor z.nw. 1 smaakstof, smaakverbeteraar, aroma; 2 forumshoppen ww. rechtbankwinkelen,
smaak, aroma, geur gerechtsverkennen, forumstruinen
flaw z.nw. (schoonheids)foutje, smetje forwarden ww. doorsturen
fleece z.nw. 1 vachtstof; 2 vacht(jas, -trui, enz.) forward slash z.nw. schrap, schuine streep
fleece- in samenst. vacht(stof)- fotoshoot z.nw. fotosessie
flight z.nw. vlucht foul z.nw. overtreding; fout
flightsimulator z.nw. (vlucht)simulator, foul play z.nw. 1 oneerlijk spel, vals spel, vuil spel; 2
vluchtnabootser boze/boos opzet, kwade/kwaad opzet; oplichterij
flipover z.nw. flapbord foundation z.nw. 1 stichting; 2 onderlaag, basislaag,
flitestone z.nw. tweederangsschilder, zondagsschilder basiscrème
floatland(s) z.nw. drijvend(e) eiland(en), drijftuin(en) foundation(s) z.nw. lingerie, onderkleding
floodlight z.nw. spreidlicht, schijnwerperlicht founding father z.nw. grondlegger, stichter, oprichter

23
four-wheel drive b.nw. met vierwielaandrijving, 4x4- fuel z.nw. brandstof
four-wheel drive z.nw. 1 [auto] auto met fuel cell z.nw. brandstofcel
vierwielaandrijving, 4x4; 2 [systeem] fulfillment z.nw. 1 vervulling; 2 voldoening
vierwielaandrijving full-color b.nw. 1 vierkleuren-, kleuren-; 2 kleurrijk, in
fragrance z.nw. geur(tje), aroma geuren en kleuren
frame z.nw. 1 raam(werk), omlijsting, kader; 2 [ICT] full-price b.nw./ in samenst. (voor de) volle prijs §,
deelscherm, beeldvenster, (deel)venster; 3 (voor de) adviesprijs §, normaal geprijsd
(film)beeld(je); 4 raster; 5 geraamte, skelet, full-prof z.nw./ in samenst. (vol)beroeps(-)
raamwerk; 6 draagstel; [fiets] stangwerk, buiswerk full-screen b.nw./bw. schermvullend, volscherms
framework z.nw. kader, raamwerk full-size bw. op/in volle grootte, volmaats
freak z.nw./in samenst. 1 (-)fanaat, bezetene, -gek; 2 fullspeed bw. met volle snelheid
zonderling, (rare) kwast, excentriekeling full swing, in ~ uitdr. in volle gang, helemaal op dreef
freaken ww. 1 zich (ongeremd) uitleven, uitspatten; 2 fulltime bw. voltijd(-), voltijds, volledig
doordraaien, doorslaan, flippen fulltime job z.nw. volledige baan, volledige betrekking,
free b.nw./pred. gratis, kosteloos volle baan
freecall z.nw. gratis nummer, bel gratis § fulltimer z.nw. voltijdwerker, voltijder
freefight z.nw. vrijestijlvechtsport, vrijvechten fun z.nw. lol, leut, pret, plezier
freekick z.nw. vrije schop, vrije trap funbox z.nw. pretpakket
free lunch, there's no such thing as a ~ uitdr. voor funcar z.nw. 1 vrijetijdsauto, plezierauto, pretwagen; 2
niets gaat de zon op vrijetijdsauto, liefhebberijauto
free publicity z.nw. gratis publiciteit, gratis reclame functional food z.nw. functionele voeding,
freesheet z.nw. meeneemkrant, gratis krant, medivoedsel
meepakker fund z.nw. 1 stichting; 2 (beleggings)fonds
freestyle b.nw./bw. [alg.; sport] vrije stijl; [muziek] fundraising z.nw. fondsenwerving
improviserend funny b.nw. leuk, grappig, lollig
freestyle z.nw. [alg.; sport] vrije stijl; [muziek] funproduct z.nw. pretproduct
improvisatie funshoppen ww. plezierwinkelen, pretwinkelen
freeware z.nw. gratiswaar, gratis programma(tuur), fusion cooking z.nw. wereldkoken, smeltkroeskoken
vrijwaar fuzzy logic z.nw. vage logica
freewheel z.nw. 1 vrijloop; 2 vrijloopwiel

G
freewheelen ww. 1 flierefluiten, aanrommelen; 2 het
kalm(pjes) aan doen, aanlummelen; 3 uitrijden, adget z.nw. speeltje, hebbeding(etje), snufje
vrijlopen, vrijwielen
gallery z.nw. galerie, toonzaal
freezer z.nw. diepvriezer, (diep)vrieskast,
galleryplay z.nw. pronkvoetbal, praalvoetbal
(diep)vrieskist
galley z.nw. keukenvoorziening, koffiekeuken,
Frequently Asked Questions (FAQ) z.nw.
keukenhoek; boordkeuken
Veelgestelde vragen, Vaak gestelde vragen, Vraag
game z.nw. 1 (computer)spel(letje), schermspelletje; 2
en antwoord
[tennis] spel
fridge z.nw. koelkast, ijskast
game, it's all in the ~ uitdr. dat hoort er( allemaal )bij,
friendly fire z.nw. eigen vuur
het hoort bij het spel
fringe benefits z.nw. 1 secundaire
gameboy z.nw. spelmaatje, elektronisch zakspel,
arbeidsvoorwaarden; 2 emolumenten, bijkomende
zakspel(computer)
beloningen
game controller z.nw. spelbediener
fringemeeting z.nw. nevenbijeenkomst, bijvergadering
gamen ww. ☼ (computer)spelen
frisbee z.nw. werpschijf, frisbie
gamepad z.nw. spelkastje, spelpaneel
frisbeeën ww. schijfwerpen, frisbiën
game, set and match uitdr. spel, set en wedstrijd
from hell uitdr. van de ergste soort, om van te gruwen,
gang z.nw. bende
als uit een nachtmerrie
gangbang z.nw. (het) meutebeuken, (het)
from scratch uitdr. van (de) grond af aan, helemaal
beurtneuken, volgnummertje
vanaf het begin, met niks begonnen
gangbangen ww. meutebeuken, beurtneuken
front office z.nw. voorkantoor, balieafdeling, (kantoor)
gangrape z.nw. groepsverkrachting
publiekszaken, klantencontactcentrum
gangster z.nw. bendelid, bandiet
front panel z.nw. (afneembaar) frontje
gap z.nw. kloof, hiaat, gat
frontrunner z.nw. voortrekker
garbage z.nw. 1 onzin, gelul; 2 rotzooi, rommel,
frozen meal z.nw. diepvriesmaaltijd
bagger
fruit drops z.nw. fruitsnoepjes
garbage in, garbage out uitdr. troep erin, troep eruit;
fruit-spread z.nw. fruit(smeer)beleg, smeerfruit
bagger in, bagger uit
fuck off! uitroep rot op!
garden equipment z.nw. tuingereedschap
fuck you! uitroep donder op!, sodemieter op!
gate z.nw. poort, uitgang
gated community z.nw. hekwerkwijk
☼ aanvaardbaar gateway z.nw. toegangspoort
 zinsconstructie aanpassen gay b.nw. homo(-), homoseksueel
☺ frivole vervanger gay z.nw. homo, homoseksueel
¿ twijfelvervanger(s) gay pride z.nw. roze (zater)dag, homoparade
¶ probleemwoord gay scene z.nw. homocircuit, nichtenwereldje

24
gehandicapt b.nw. 1 ☼ invalide, (met een) goalie z.nw. doelman/doelvrouw, doelverdedig(st)er
(functie)beperking §; 2 [fig.] onthand, belemmerd goatee z.nw. geitenbaardje, kinbaardje
gehandicapte z.nw. ☼ invalide, belemmerde go-between z.nw. tussenpersoon, bemiddelaar,
gel z.nw. 1 gelei; 2 haarversteviger, kuifvet ☺ intermediair
gender z.nw. 1 geslachtsbeleving; geslachtsbeeld; 2 gocart z.nw. (motor)skelter, formule-nul-wagen
(stekker)geslacht [zie ook male/female] gocarten z.nw. (motor)skelteren, formule-nul-rijden
genderbender z.nw. wisselspeler ☺, seksewender godfather z.nw. peetvader
genderkliniek z.nw. geslachtskeuzekliniek go for it! uitdr. gaan (met die banaan)! ☺, ga ervoor!
gender studies z.nw. vrouwenstudies, seksestudies golden oldie z.nw. gouwe ouwe
gene pool z.nw. genenschat, genenvoorraad, golden shower z.nw. plasseks, pisseks, gouden regen
genenreservoir goldrush z.nw. goudkoorts
general sales manager z.nw. algemeen verkoopleider golfclub z.nw. golfstok
general-purpose b.nw. algemeen toepasbaar, voor golfcourse z.nw. golfbaan
algemeen gebruik, universeel go/no-go uitdr. door of niet, wel of niet
generic top-level domain (g TLD) z.nw. generiek good governance z.nw. behoorlijk bestuur, goed
(top)domein, algemeen topdomein bestuur
genfood z.nw. genvoedsel good guy z.nw. goeie, braverik
gentleman z.nw. (echte) heer, man van eer goodlooking b.nw. goeduitziend, knap
gentlemen's agreement z.nw. herenakkoord good old days uitdr. goeie ouwe tijd
geo-caching z.nw. geo-speurtocht, gps-spoorzoeken good(s) z.nw. goed(eren)
gesetteld b.nw. genesteld, geworteld, ingeburgerd; op goodwill z.nw. 1 welwillendheid, sympathie; 2
orde reputatiewaarde, naamsvergoeding, immateriële
geshockt b.nw. geschokt, pijnlijk getroffen waarde
gestrest b.nw. gespannen, opgefokt, opgejaagd gospel(muziek) z.nw. evangeliemuziek, loofmuziek
getarget worden ww. [voor een functie] iemand op het governance z.nw. bestuur, (het) besturen, (het)
oog hebben §, op iemand mikken §, in het vizier reguleren
hebben § governance, good ~ z.nw. behoorlijk bestuur, goed
getimed, goed ~ deelw. (precies) op het juiste tijdstip/ bestuur
moment, (goed) uitgekiend go with the flow uitdr. met de stroom meegaan,
getimed, slecht ~ deelw. (precies) op het verkeerde meedobberen; je laten gaan, alles loslaten
tijdstip/moment, (komt) ongelegen §, komt slecht uit grading z.nw. 1 classificatie, rangschikking, inschaling;
get lost! uitroep sodemieter op!, rot op!, donder op! 2 kwaliteit(sbepaling)
gettoblaster z.nw. gettodreuner, gettobonker graffiti z.nw. 1 muurkladder(ij), verfspuiterij, (het)
ghost food z.nw. spookgerecht, fantasievoedsel wildkladden; 2 spuit(bus)kunst, schuttingkunst
ghostwriter z.nw. schaduwschrijver grand old lady z.nw. (grijze) grote dame, nestrix
gift box z.nw. cadeauverpakking, geschenkdoos grand old man z.nw. grijze eminentie, nestor
giftshop z.nw. 1 cadeauwinkel; 2 souvenirwinkel grapefruit z.nw. pompelmoes
gigolo z.nw. bedjonker, beroepsminnaar graphic z.nw. grafische voorstelling, (grafische)
gimmick z.nw. 1 foefje, (attentie)trucje; 2 afbeelding, tekening, plaatje
showattribuut graphic designer z.nw. grafisch ontwerper, grafisch
ginger ale z.nw. gemberbier vormgever
girlpower z.nw. meidenmacht graphics z.nw. plaatjes, (computer)afbeeldingen
give me a break uitdr. doe me een lol, maak 't effe, zo graphic tablet z.nw. tekenlei, schrijfplaat;
kan-ie wel weer schrijfplaatje, schrijvertje
glamour z.nw. 1 schitter(ing), flonkering, glans; 2 gravel z.nw. steengruis, roodgruis
klater(ing), klatergoud, schone schijn greenpaper z.nw. groenboek, discussiestuk
glitter z.nw. 1 ☼ geschitter, schittering, fonkeling, greenport z.nw. (glas)tuinbouwconcentratie,
glinstering; 2 ☼ glinster(tje), lovertje, paillette groenknooppunt, tuinbouwconglomeraat
glitter & glamour uitdr. glimmer & glans, klatergoud, greyhound z.nw. hazewind(hond)
schone schijn, schitter & schijn grill z.nw. 1 (vlees)rooster, braadrooster; 2
glitteren ww. ☼ schitteren, fonkelen radiateurscherm, sierscherm
global b.nw. wereldwijd, mondiaal grillen ww. roosteren
globalization z.nw. mondialisering grip z.nw. 1 greep, vat, houvast; 2 handvat, greep
global player z.nw. wereldspeler, mondiale grog z.nw. apenmelk, brandwater, dampdrank, grok
onderneming -grog in samenst. -damper, -grok
global village z.nw. wereldwijd dorp, het dorp de groggy b.nw. suf, versuft, verdoofd, daas; waggelend,
wereld wankel, onvast (op de benen); aangeslagen,
global warming z.nw. mondiale opwarming, beduusd
opwarming van de aarde, (versterkt) broeikaseffect groupie z.nw. slepie, popgroepliefje
glossy b.nw. 1 (in) glansdruk, glanzend; 2 glitterig groupthink z.nw. (het) groepsdenken
glossy z.nw. glansblad, schitterblad groupware z.nw. groepswaar,
glue z.nw. lijm, plaksel, gom groepsprogramma(tuur),
glue stick z.nw. lijmstift, plakstift samenwerkingsprogrammatuur
go, een ~ hebben/krijgen uitdr. groen licht grow shop z.nw. kweekwinkel, kweektoko
hebben/krijgen grr(r)lpower z.nw. meidenmacht
goal z.nw. 1 doelpunt; 2 doel g-spot z.nw. g-plek
goalgetter z.nw. doelknaller, doelpuntkanon g-string z.nw. reetveter, veterbroekje

25
guess what! uitdr. raad eens!, en, wat denk je? hanggliding z.nw. (het) deltavliegen, (het) zeilvliegen
gum z.nw. 1 (vlak)gom; 2 (kauw)gom hangout z.nw. honk, stamkroeg
gun z.nw. vuurwapen, schietwapen hangover z.nw. kater
gut feeling z.nw. onderbuikgevoel, intuïtie, ik voel aan happening z.nw. belevenis, ervaring, gebeuren
mijn water § happy b.nw. gelukkig, blij, tevreden
guts z.nw. ballen, lef, moed, durf happy end z.nw. gelukkige afloop; eind goed, al goed;
gym [E-uitspr.] z.nw. sportzaal, gymlokaal, goede afloop
sportschool happy few z.nw. (paar) bevoorrechten, uitverkorenen
happy hour z.nw. kortingsuurtje, voordeeluurtje
happy new year uitdr. gelukkig nieuwjaar
H acken ww. (computer)kraken happy slapping z.nw. voorbijgangertje rammen,
lekker meppen, passantenpetsen
hacker z.nw. (computer)kraker hardboard b.nw. hardbord-, hardborden
hair z.nw. haar hardboard z.nw. hardbord, hardvezelplaat
haircut z.nw. knipbeurt, (het) knippen hardboiled b.nw. doorgewinterd, door de wol geverfd,
hairdresser z.nw. kapper ongevoelig
hairgel z.nw. haarversteviger, kuifvet ☺ hard copy z.nw. afdruk, (computer)uitdraai, papieren
hairspray z.nw. haarlak kopie
hairstyle z.nw. kapsel, haardracht, model hardcore in samenst. 1 fanatiek, puur, onversneden; 2
hairstylen ww. modelleren, in model brengen [porno] (kei)hard
hairstyler z.nw. 1 modekapper, kapspecialist, hardcover b.nw. (met) harde kaft, gebonden (boek)
haarkunstenaar; 2 haarkruller, krultang hardcover z.nw. hardekaft(boek), hardekafter
hairstylist z.nw. modekapper, kapspecialist, harddisk z.nw. harde schijf, vaste schijf
haarkunstenaar harddrug(s) z.nw. ☼ zwa(a)r(e) roesmiddel(en),
halfpipe z.nw. 1 halve pijp, U-bak; 2 sterke narcotica, zwa(a)r(e) verdovend(e)
sneeuwplankbaan, sneeuwgootbaan middel(en)
halftime bw. halftijds, (voor de) halve tijd hard feelings, no ~ uitdr. even goede vrienden, zand
halftime z.nw. rust, pauze erover
halftime job z.nw. halve baan, halftijdse betrekking, hardhitter z.nw. mepper
baan voor de halve werktijd hardliner z.nw. havik
hall z.nw. hal hard power z.nw. militaire macht, met harde hand §
hall of fame z.nw. galerij der groten hard return z.nw. alineaeinde
hamstring z.nw. achterdijbeenspier, dijspier hard selling z.nw. agressieve verkoop(methode),
handbike z.nw. rolstoelfiets harde verkooptechnieken, ramverkoop
handbiker z.nw. rolstoelfietser hardship clause z.nw. hardheidsclausule
handelen [E-uitspr.] ww. afhandelen, verwerken, hard to get uitdr. moeilijk te krijgen, moeilijk
behandelen; behappen, aankunnen §, hanteren, veroverbaar, ongenaakbaar
omgaan met hardtop z.nw. [cabriolet] harde kap, winterkap
handheld b.nw. [ICT] zak-, hand- hardware z.nw. apparatuur
handheld z.nw. zakcomputer, handcomputer hardware interface z.nw. [alg.] koppeling, [fysiek]
handicap z.nw. 1 ☼ (functie)beperking, gebrek; 2 [fig.] aansluiting, [specifiek] poort
belemmering, beperking, nadeel; 3 wedren met hatemail z.nw. haatpost, scheldbrieven
voorgift [paardensport], hinderniswedstrijd; 4 [sport] hattrick z.nw. 1 drieklapper, tripel; 2 tripel(score/zege),
voorgift, nadeelcorrectie, aftrek driepunter
handle z.nw. 1 hendel; 2 handvat, greep, handgreep have-nots z.nw. bezitlozen, niet-hebbers
handlen ww. afhandelen, verwerken, behandelen; haves z.nw. bezitters, hebbers
behappen, aankunnen §, hanteren, omgaan met head z.nw. [ICT] kop, leeskop, schrijfkop
handling z.nw. 1 verwerking, behandeling, headbangen ww. 1 [muziek] hoofdbeuken,
afhandeling; 2 vervoer en opslag hoofdschokken, hoofdzwiepen; 2 [psych.]
handmade b.nw./bw. handgemaakt, handwerk § hoofdbonken
hand-out z.nw. 1 uitreiker, uitreiksel; 2 persbericht header z.nw. 1 koptekst; 2 (bericht)kop
handsfree b.nw./bw./in samenst. handvrij, handenvrij headhunten ww. kaderwerven, kaderjagen,
handsoap z.nw. handzeep koppensnellen ☺
hands off! uitroep handen thuis!, niet aankomen!, headhunter z.nw. kaderjager, kaderwerver,
afblijven! koppensneller ☺
hands-on b.nw./in samenst. praktijk-, doe-, praktisch headlight z.nw. koplamp
hands-on experience z.nw. (het) praktijkoefenen, headlines z.nw. 1 krantenkoppen; 2 hoofdpunten (uit
doe-ervaring het nieuws); 3 grote lijnen, hoofdlijnen
hands-on mentaliteit z.nw. die van aanpakken head office z.nw. hoofdkantoor, hoofdbureau
weet §, doener § head-on-view z.nw. toeloopzicht, toerijzicht,
hands-up! uitroep handen omhoog! tegenaanloopzicht
handycam z.nw. hand(video)camera, makkiecam headphones z.nw. koptelefoon, hoofdtelefoon
handyman z.nw. klusjesman, manusje-van-alles headquarters z.nw. hoofdkwartier
hanggliden ww. deltavliegen, zeilvliegen headset z.nw. 1 hoofdtelefoon; 2 (bel)oortje
hangglider z.nw. deltavlieger, zeilvlieger head-up display z.nw. voorruitprojectie
hangglider pilot z.nw. deltapiloot, deltavlieger, healen ww. paragenezen, helen
zeilvlieger

26
healing z.nw. 1 paragenezing, heling; 2 holocaust z.nw. ☼
paragenezingsdienst, helingsbijeenkomst, home in samenst. thuis-, huis-
genezingsbijeenkomst home z.nw. [weblocatie] thuis(knop); beginscherm,
health z.nw. gezondheid voorpagina
health buddy z.nw. medimaat(je) home cinema z.nw. thuisbioscoop
hearing z.nw. hoorzitting homepage z.nw. beginpagina, startpagina
hearsay uitdr. van horen zeggen, uit de tweede hand homerun z.nw. thuis(honk)slag, vierhonkslag,
heat z.nw. [sport] (voor)ronde, serie thuisloop
heavy b.nw. 1 ernstig, zwaarwichtig, aangrijpend; 2 homeschooler z.nw. thuisscholier
heftig, sterk, pittig homeschooling z.nw. thuisonderwijs, thuisscholing,
hedge fund, hedgefonds z.nw. hefboomfonds, thuisschool
opkoopfonds; sprinkhaanfonds, haaienfonds homeshoppen ww. thuiswinkelen, telewinkelen,
heely z.nw. hielwiel(er), (hak)wielschoen elektronisch winkelen
helicopter view z.nw. globaal overzicht, helikopterblik, homeshopping z.nw. (het) thuiswinkelen, (het)
macroperspectief telewinkelen, (het) elektronisch winkelen
hell of a job z.nw. 1 hondenbaan, pokkenwerk; home(toets) z.nw./uitdr. regelbegin(toets), ga begin
heidens karwei, rotklus; 2 titanenklus, gigantisch regel
karwei, gigaklus hometrainer z.nw. standfiets, kamerfiets; oefentoestel
helpdesk z.nw. hulpbalie, hulplijn, vraagbaak homevideo z.nw. thuisvideo, amateuropname
here we go uitdr. daar gaat ie (dan), vooruit met de honeymoon z.nw. huwelijksreis, wittebroodsweken
geit, daar gaan we (dan) hooker z.nw. (straat)hoer, tippelaar(ster)
heritage z.nw. erfgoed hooligan z.nw. 1 voetbalvandaal; 2 vandaal,
herself uitdr. zelf/zelve, in (hoogst)eigen persoon herrieschopper, relschopper
hidden file z.nw. verborgen bestand, onzichtbaar horny b.nw. hitsig, geil
bestand horror z.nw. [genre, film, roman, enz.] griezel(-),
high b.nw. kneiter gruwel
highbrow b.nw. geleerd; quasi-geleerd horror- in samenst. griezel-, gruwel-
high care z.nw. (afdeling) hoog-complexe zorg, hoog- horrorfilm z.nw. griezelfilm
complexe verpleging horsepower z.nw. paardenkracht, vermogen
high five z.nw. ¿ klaphand host(computer) z.nw. gastheer(computer)
Highlands z.nw. (Schotse) Hooglanden hosten ww. huisvesten, (web)faciliteren
highlight z.nw. 1 [alg.] hoogtepunt, topstuk; 2 hostess z.nw. 1 [alg.] gastvrouw; 2 [spec.]
[schilderkunst] hoogsel (reis)begeleidster, gastvrouw
highlighten ww. 1 markeren, aankleuren; 2 hosting z.nw. webruimteverhuur, (web)facilitering
accentueren, beklemtonen, benadrukken hosting provider z.nw. netvester,
high potential (hipo) z.nw. (grote) belofte (web)ruimteaanbieder
high profile b.nw. opvallend, op de voorgrond hostnaam z.nw. gastheernaam
(tredend), aandachttrekkend hot b.nw. 1 in, heet, actueel; gewild, in trek; 2 [ICT]
high society z.nw. hogere kringen, betere kringen, actief, geactiveerd, klikklaar
elite hot button z.nw. klikklare knop, actieve knop
high tea z.nw. theetafel, Engelse thee hot chocolate z.nw. warme chocola
hightech b.nw. toptechnologisch, toptechnisch hotdesk z.nw. flexplek
hightech z.nw. toptechnologie, toptechniek hotdog z.nw. broodje knak
hijacken ww. kapen hot issue, hot item z.nw. heet hangijzer, topactualiteit
hijacker z.nw. (vliegtuig)kaper hotkey z.nw. sneltoets
hillbilly z.nw. heikneuter hotline z.nw. directe lijn, rode telefoon, urgentielijn
himself uitdr. zelf/zelve, in (hoogst)eigen persoon hotlist z.nw. favorietenlijst, bladwijzerlijst,
hit z.nw. 1 ☼ succes(nummer), kassucces, klapper; 2 voorkeurenlijst
[ICT] treffer; 3 voltreffer, rake klap hot money z.nw. vluchtkapitaal
hit-and-run uitdr. 1 guerrillatactiek, toeslaan en hot news z.nw. heet van de naald §, gloednieuws
wegwezen; 2 doorrijden na aanrijding, [form.] hotpants z.nw. minibroekje, bil(len)broekje, xybille ☺
(aanrijding-met-)vluchtmisdrijf hotshot z.nw. hotemetoot, pief
hit-and-run- in samenst. bliksem-, overrompelings-, hotspot z.nw. 1 brandpunt, brandhaard; 2 [toerisme]
verrassings- trekpleister; populaire tent, dé tent, favoriete tent; 3
hitchhiken ww. liften [vulkanisme] actief gebied, kritiek gebied, kritieke
hitchhiker z.nw. lifter plek; 4 mineraalslenk; 5 risicoplek, onheilsplek,
hi-tech b.nw. toptechnologisch, toptechnisch [form.] verkeersongevallenconcentratie (VOC); 6
hi-tech z.nw. toptechnologie, toptechniek concentratiepunt, brandhaard; enge plek; 7 [ICT]
hitten ww. 1 raken, treffen; 2 toeslaan contactpunt, verbindingspunt, inbelpunt
hitter z.nw. huurmoordenaar hot wing z.nw. (heet) (kippen)vleugeltje
hoax z.nw. virusgerucht, vals (virus)alarm; house-warmingparty z.nw. (huis)inwijdingsfeest,
paniekvirus, nepvirus intrekfeest
hobby z.nw. 1 ☼ liefhebberij; 2 ☼ stokpaardje hovercraft z.nw. 1 zweefboot, luchtkussenboot; 2
hobbyen ww. ☼ klussen, liefhebberen luchtkussenvoertuig
hokeyspokes z.nw. spaaklichtjes, spaakspookjes hub z.nw. 1 (luchtvaart)knooppunt, (grote)
holding z.nw. houdstermaatschappij overstaphaven; 2 verdeler, poortschakelaar,
hole-in-one z.nw. enkelslag verdeeldoos

27
human b.nw. mens(en)-, menselijk indoorvoetbal z.nw. zaalvoetbal, futsal
human capital z.nw. personeel, menselijk kapitaal industrial design z.nw. 1 industriële vormgeving; 2
human interest z.nw. het menselijk element, de ontwerp, constructie
menselijke kant industrial designer z.nw. 1 industrieel vormgever; 2
human resource management z.nw. 1 ontwerper, constructeur
personeelsbeleid; 2 (afdeling) personeelszaken infaden ww. laten opkomen, [film] laten invloeien
human resource manager z.nw. personeelschef, inflatable curtain z.nw. veiligheidsgordijn
directeur personeelszaken inflight magazine z.nw. boordblad
human resources z.nw. 1 personeelsbeleid, (afdeling) inflight magazines z.nw. boordlectuur
personeelszaken, P&O (personeel en organisatie); infomercial z.nw. aanprijsprogramma, docu(re)clame
2 personeel, menselijk kapitaal, (productie)factor information z.nw. inlichtingen, informatie
arbeid informationdesk z.nw. inlichtingenbalie,
humbug z.nw. bluf, dikdoenerij; onzin, flauwekul informatiebalie, "Inlichtingen"
hunk z.nw. kanjer, spetter information technology z.nw. informatietechnologie,
hydrofoil z.nw. draagvleugelboot IT
hype z.nw. (media)gekte, (media)rage, tamtam, informed consent z.nw. 1 weloverwogen instemming;
(journalistieke) ophef 2 instemmingsverklaring
hypen ww. opgekken, opkloppen infotainment z.nw. infomusement, infovermaak
hyperlink z.nw. koppeling, doorklikpunt in full swing uitdr. in volle gang, helemaal op dreef
ingot z.nw. 1 baar, (goud)staaf, gieteling; 2 gietvorm,
(giet)blok
Icebergsla z.nw. ijsbergsla inhalen [E-uitspr.] ww. inhaleren, inademen
inhaler [E-uitspr.] z.nw. inhalator
ice-cream z.nw. ijs(je) in-house b.nw./bw. intern, in eigen huis
ice tea z.nw. ijsthee initial public offering (ipo) z.nw. beursgang
icon z.nw. pictogram, icoon(tje) inkjet z.nw. inktstraal
ID z.nw. identificatie(bewijs) inkjetprinter z.nw. inktstraaldrukker, straaldrukker
image z.nw. 1 imago; reputatie, aanzien; 2 afbeelding, inlay z.nw. 1 inlegvel, inlage, inlegblad; 2 (cd-)boekje,
plaatje inlegblad; 3 [alg.] deelkroon, [spec.] kwartkroon,
-image in samenst. [ICT] -evenbeeld driekwartkroon, enz. (¼-, ½-, ¾-kroon), pasvulling,
imagebuilder z.nw. imagobouwer, beeldvormer, inlegvulling; 4 inlegwerk
reputatiebouwer inloggen ww. ☼ (zich) (aan)melden
imagebuilding z.nw. imagovorming, beeldvorming inner circle z.nw. vertrouwenskring, (groep van) intimi
image map z.nw. klikmozaïek, knoppenplaatje in no time uitdr. binnen de kortste keren, razendsnel,
impact z.nw. invloed, uitwerking, draagwijdte, in een mum (van tijd)
inwerking, weerslag innovator [E-uitspr.] z.nw. vernieuwer, voortrekker
impact hebben ww. aankomen, inslaan inpluggen ww. ☼ aansluiten, insteken
impeachment(procedure) z.nw. input z.nw. 1 [ICT] invoer; 2 [fig.] inbreng, ideeën; 3
afzetting(sprocedure), ambtsonzetting(szaak), [energie] toegevoegd vermogen, invoer; 4 [van
inbeschuldigingstelling apparaat] ingang
in a nutshell uitdr. in een notendop, kort samengevat, ins and outs uitdr. bijzonderheden, fijne kneepjes,
kortom; in essentie finesses
in a split second uitdr. in een flits, in een fractie van insert z.nw. 1 inlegvel, inlegblad; bijlage; 2
een seconde tussenvoeging
in betweens z.nw. ¿ semi('s) inserten ww. invoegen, tussenvoegen
inbox z.nw. postvak in, in-bak(je) in-service(-opleiding) z.nw. interne opleiding,
incentive z.nw. 1 prikkel, stimulans, aansporing; 2 bedrijfsintern §
prikkelpremie, financiële stimulans inside-information z.nw. binneninformatie, kennis van
inch z.nw. (Engelse) duim binnenuit, schoolklap ☺
inchecken ww. 1 (zich laten) inboeken, (zich laten) inside joke z.nw. onderonsgrap, wijbak, tussenonsje
inschrijven; 2 [openbaar vervoer] inmelden, insider z.nw. ingewijde, binnenstaander
aanmelden insider dealing z.nw. (aandelen)handel met
in-company b.nw./bw. (bedrijfs)intern, bedrijfs-, in het voorkennis, misbruik van voorwetenschap
bedrijf insider trading z.nw. (aandelen)handel met
incompatible b.nw. 1 [alg.] onverenigbaar, niet- voorkennis, misbruik van voorwetenschap
combineerbaar; 2 [ICT] niet-combineerbaar, inswinger z.nw. 1 indraaier; 2 aanzwengelaar, de
onverenigbaar, niet-uitwisselbaar knuppel in het hoenderhok gooien §, aftrapper
incrowd z.nw. binnenkring intake z.nw. 1 opnamegegevens, opnamelijst,
Independence Day z.nw. Onafhankelijkheidsdag inschrijvingslijst; 2 ontvangstlijst,
indian summer z.nw. 1 ouwewijvenzomer, (warme) goederenontvangstbon; 3 aannamegesprek,
nazomer; 2 mooie levensavond, onbezorgde opnamegesprek, inschrijvingsgesprek; 4 introductie,
levensavond, zwitserleven ontvangst; 5 [bij congressen e.d.] inschrijving, (het)
indoor- in samenst. binnen-, zaal-, overdekt inschrijven, ontvangst; 6 (vocht)inname,
indoorbaan z.nw. binnenbaan, overdekte baan (energie)opname, ingenomen / opgenomen
indoorhal z.nw. sporthal hoeveelheid
indoorpiste z.nw. overdekte piste intakegesprek z.nw. aannamegesprek,
indoor soccer z.nw. zaalvoetbal, futsal opnamegesprek, inschrijvingsgesprek

28
intaken ww. opnemen
intapen ww. zwachtelen, bandageren, inpleisteren,
afpleisteren
J ack z.nw. 1 jek, jekker(tje), jas(je); 2

integer z.nw. [ICT, wiskunde] geheel getal eenpinsstekker, (eenpins)stekertje


jacket z.nw. 1 jek, jekker(tje), jas(je); 2 kapkroon; 3
intelligence z.nw. 1 inlichtingenwerk, spionage; 2
stofomslag; 4 omhulsel, huisje, behuizing; 5
inlichtingendienst, veiligheidsdienst, geheime
kabelhuls, (kabel)mantel; 6 fundering(spoot),
dienst; 3 (geheime) informatie
steunpijler
intelligence service z.nw. inlichtingendienst,
jackpot z.nw. 1 bonuspot, bonusprijs, goudpot; 2 pot,
veiligheidsdienst, geheime dienst
hoofdprijs; 3 fruitautomaat, eenarmige bandiet
intelligent design z.nw. doordacht ontwerp, pienter
jacuzzi z.nw. bubbelbad, bruisbad
plan
jam z.nw. ☼ confituur
intensive care z.nw. 1 (afdeling) intensieve bewaking;
jeans z.nw. 1 spijkerbroek; 2 spijkerstof, spijkergoed
2 intensieve zorg, intensieve verpleging
jeanswear z.nw. spijkerkleding
intercity z.nw. ☼
jeep z.nw. terreinwagen, veldwagen
interestswap z.nw. renteruil, interestruil
jelly z.nw. gelei
interface z.nw. 1 [user ~] gebruikersomgeving,
jerrycan z.nw. benzineblik, draagvat
gebruikersschil; 2 [hardware ~] [alg.] koppeling,
jet z.nw. 1 straalvliegtuig; 2 straal
[fysiek] aansluiting, [specifiek] poort; 3 [software ~]
jet- in samenst. straal-
koppelvlak, raakvlak
jetfoil z.nw. draagvleugelboot
international b.nw. internationaal
jet fuel z.nw. straalmotorbrandstof, kerosine
international z.nw. 1 interlandspeler, interlander; 2
jetlag z.nw. vliegkater
internationaal aandeel/fonds, [mv.] internationalen
jetset z.nw. sjieke kliek, elitekliek
internetprovider z.nw. internetaanbieder
jetski z.nw. waterscooter
Internet Service Provider (ISP) z.nw.
jetstep z.nw. stepkoffer
internetaanbieder
jetstream z.nw. 1 [lucht] straalstroom; 2
internship z.nw. stage
[zwemparadijs] straalstroom
interview z.nw. 1 vraaggesprek; 2 [wetenschappelijk
jetveer z.nw. straalboot
onderzoek] bevraging; 3 sollicitatiegesprek;
jewel z.nw. sieraad, juweel
toelatingsgesprek
jewel case z.nw. sieraadkistje, cassette, juwelendoos
interviewen ww. 1 een vraaggesprek houden (met); 2
jewelry z.nw. sieraden, juwelen
[wetenschappelijk onderzoek] bevragen; 3 een
jingle z.nw. riedel, pingel, herkenningsdeun
sollicitatiegesprek houden (met); een
job z.nw. 1 baan, betrekking, werk; 2 karwei(tje),
toelatingsgesprek houden (met)
klus(je); 3 taak, werkopdracht
interviewer z.nw. ¿ vragensteller, bevrager,
job center z.nw. banencentrum, banenbureau
vraaggespreksleider
jobhoppen ww. baanhopsen, baanfladderen
in the blind uitdr. lukraak, in het wilde weg
jobhopper z.nw. baanhopser, (baan)fladderaar
in the long run uitdr. op de lange duur, uiteindelijk
job rotation z.nw. functieroulering, banendans
in the middle of nowhere uitdr. midden in het niks, in
jockey z.nw. (be)rijder, pikeur
de rimboe, aan het einde van de wereld
jog dial z.nw. tuimeltoets
in the mood uitdr. in de stemming
joggen ww. trimmen, sukkeldraven ☺
in the picture uitdr. in de belangstelling, in beeld, in de
joggingpak z.nw. trimpak, sportpak
kijker
joint z.nw. (wiet)peuk, kneiterpeuk, hasjsjekkie, [form.]
in the spotlights uitdr. in de schijnwerpers
cannabissigaret
into voorzetsel idolaat van, (geheel) vervuld van,
join the club uitdr. kom erbij
verzot op
joint-venture z.nw. gemeenschappelijke
intunen ww. afstemmen
onderneming, gezamenlijke onderneming
investment trust z.nw. beleggingsfonds
joyriden ww. jatkarren, wildrijden, roofrijden
inzoomen ww. (dichter)bijhalen, inzoemen
joyrider z.nw. jatrijder, wildrijder, roofrijder
inzoomen op ww. nader bekijken, eruit lichten,
joyriding z.nw. (het) jatkarren, (het) wildrijden, (het)
uitvergroten
roofrijden
issue z.nw. 1 kwestie, (discussie)punt,
joystick z.nw. stuurstok, (spel)pookje
(gespreks)onderwerp, vraagstuk; 2 nummer,
juice z.nw. vruchtensap, (-)sap
aflevering
juicy b.nw. sappig, pikant
issue, hot ~ z.nw. heet hangijzer, topactualiteit
jukebox z.nw. 1 muziekautomaat, platenspeelkast,
italic b.nw. cursief, schuin (gedrukt)
plaat-o-maat ☺; 2 schijvenwisselaar, cd/dvd-
item z.nw. 1 [alg.] punt; 2 (agenda)punt; 3
robotspeler
(begrotings)post; 4 onderwerp; 5 artikel, object
jump z.nw. 1 sprong; 2 [bridge] sprongbod
item, hot ~ z.nw. heet hangijzer, topactualiteit
jumpen ww. 1 springen; 2 [bridge] een sprongbod
iteration z.nw. herhaling
doen
it's all in the game uitdr. dat hoort er( allemaal )bij, het
jumping z.nw. springruiterij; springconcours
hoort bij het spel
jumpshot z.nw. sprongschot
it sucks uitdr. het is waardeloos, dat is klote, dat is
jumpsuit z.nw. parachutistenpak, springpak
brandhout, het zuigt
jungle z.nw. rimboe, oerwoud
junk z.nw. 1 ☼ gebruiker, verslaafde, naaldgast; 2
heroïne, sneeuw, wit; 3 rotzooi, troep
-junk in samenst. -verslaafde

29
junkfood z.nw. vulvoer, vulspul, troepvoer killer z.nw. 1 afmaker, slachter, (beroeps)moordenaar;
junkie z.nw. ☼ gebruiker, verslaafde, naaldgast 2 [voetbal] afmaker; 3 [product] klapper
junkmail z.nw. 1 [form.] netpostreclame, ongevraagde killer application z.nw. klapper
commerciële netpost; 2 lastpost, pestpost, killersinstinct z.nw. afmakersinstinct, roofdierinstinct
plaagpost; 3 (ongevraagd) reclamedrukwerk, huis- killing b.nw. dodelijk
aan-huisreclame kingsize b.nw. extra groot/lang, super-
just a minute uitdr. momentje kinky b.nw. bizar, stout, ondeugend; [kleding]
just in case uitdr. voor het geval dat, voor de opwindend, stout, ondeugend
zekerheid kiss-and-ride (K+R) uitdr. kus-en-rij (K+R), zoen-en-
just-in-time bw./in samenst. precies op tijd, wanneer zoefplek
nodig kit z.nw. (bouw)pakket, (bouw)doos
just married b.nw. pas getrouwd -kit in samenst. -pakket
kiteboard z.nw. vliegerplank
kiteboarden ww. plankvliegeren
K angoojump z.nw. veerschoen, kangoeroeschoen, kitesurfen ww. plankvliegeren
kitten z.nw. (katten)welpje, (jong) katje
skippie(schoen) kiwi fruit z.nw. kiwi(‘s), straalstempel
kart z.nw. (motor)skelter, formule-nul-wagen klantenservice z.nw. klantendienst
karten ww. (motor)skelteren, formule-nul-rijden kloon z.nw. ☼
keepen ww. doelverdedigen, in het doel staan, het knock-out b.nw. 1 [boksen] geveld, neergeslagen,
doel verdedigen uitgeteld, uitgeschakeld; 2 [alg.] (geheel) verslagen,
keeper z.nw. doelman, doelvrouw, doelverdedig(st)er gevloerd, buiten gevecht gesteld
keep smiling uitdr. blijf lachen, (altijd) blijven lachen knock-out z.nw. 1 ☼ [slag] velslag, vloerstoot; 2 ☼
keepster z.nw. doelvrouw, doelverdedigster [situatie] vloerwinst, velslag
ketchup z.nw. ☼ knock-out- in samenst. afval-, eliminatie-, uitschakel-
key in samenst. sleutel- knock-outfase z.nw. afvalfase
key account z.nw. toprelatie, topklant, belangrijke knowhow z.nw. deskundigheid, kennis van zaken,
klant vakkennis
key account manager z.nw. toprelatiebeheerder knowledge exchange z.nw. kennisuitwisseling
key asset z.nw. sleutel(kenmerk), sleuteleigenschap, koffiepad z.nw. koffierondje, koffiepatroon,
kernkwaliteit koffiebuitltje
keyboard z.nw. 1 [ICT] toetsenbord; 2 [muziek] klavier,
toetsen
keycard z.nw. sleutelkaart
key cord z.nw. sleutelkoord, draaglint, houwtouw
L abel z.nw. 1 naamkaartje, adresbandje,
keyless b.nw. sleutelloos, zonder sleutel info(rmatie)strookje; sleutelkaartje; 2 etiket; 3
keyless data entry z.nw. toetsloze invoer (platen-, cd-)merk; 4 koptekst
keyless entry z.nw. sleutelloze toegang, sleutelloze labelen ww. 1 etiketteren, van een etiket/kenmerk
instap voorzien; 2 van een adreskaartje/strookje/band
keynote speaker z.nw. hoofdspreker voorzien; 3 een etiket opplakken, bestempelen,
keynote speech z.nw. hoofdlezing, hoofdvoordracht typeren; 4 [natuurk.] merken
key pad z.nw. toetspaneeltje, toetsenbordje, ladies z.nw. dames
toetsenblok ladies' night z.nw. damesavond, meidenavond
key user z.nw. applicatiebeheerder, kerngebruiker lady z.nw. (echte) dame
keyword z.nw. trefwoord, zoekwoord ladykiller z.nw. hartenbreker, casanova, don juan,
kick z.nw. 1 ☼ (op)stoot, opzwieper; 2 schop, trap, vrouwenvreter
stoot laggard z.nw. achterblijver, treuzelaar, achterloper
kick-and-rush z.nw. hotsknotsbegoniavoetbal, lambswool z.nw. lamswol
boerenkoolvoetbal lame duck z.nw. vleugellam §, aangeschoten wild
kicken ww. ☼ landart z.nw. landschapskunst
kicken op ww. ☼ genieten (van), geilen (op), landmark z.nw. 1 oriëntatiepunt, baken;
opgewonden raken (van) richtinggevend §, koersbepalend §; 2 mijlpaal
kick-off z.nw. aftrap landrover z.nw. terreinwagen, rimboeauto
kick-off- in samenst. start-, aftrap- landslide z.nw. (politieke) aardverschuiving
kick-offmeeting z.nw. startbijeenkomst, lane departure warning system z.nw.
aftrapbijeenkomst koerscontrole(systeem)
kick-offpaper z.nw. startdocument, aftrapnotitie lanyard z.nw. sleutelkoord, draaglint, houwtouw
kickstarter z.nw. trapstarter lapdance z.nw. schootdans
kidnappen ww. ontvoeren laptop z.nw. schootcomputer, (rug)tas-pc, schrijfblok-
kidnapper z.nw. ontvoerder pc, meneemcomputer
kidnapping z.nw. ontvoering large b.nw. [maat] groot
kidneybonen z.nw. nierbonen larger than life uitdr. het leven ontstegen, buiten
kids z.nw. koters proporties, mythisch
kidscorner z.nw. kinderhoekje laser z.nw. ☼
kidsshop z.nw. kinderwinkel lasergun z.nw. laserpistool
killen ww. afmaken lasershield z.nw. laserschild

30
last but not least uitdr. en niet te vergeten, niet in de life sciences z.nw. biowetenschappen,
laatste plaats, lest best levenswetenschappen
last-in, first-out (lifo) uitdr. (het) laatst erin, (het) eerst lifestyle z.nw. levenswijze, leefgewoonte, levensstijl;
eruit; laatst komt, eerst gaat; nieuw-vóór- leefstijl
oudmethode (nivo) lift z.nw. ☼
last-minute- in samenst. valreep- light b.nw. caloriearm, [vetarm] mager, [suikerarm]
last-minuteboeking z.nw. valreepboeking slank
last-minutereis z.nw. valreepreis lightproduct z.nw. slankmaker, caloriearm product
late-nightshow z.nw. lateavondvoorstelling, lightrail(verbinding) z.nw. tramtrein, sneltram
nachtprogramma light verse z.nw. plezierpoëzie; plezierdicht,
latin lover z.nw. olijfprins darteldicht, vedervers
launch z.nw. lancering lime z.nw. limoen, lemmetje
launchen ww. lanceren limit z.nw. limiet, (uiterste) grens
lavender z.nw. lavendel limit, that's the ~ uitdr. dat is (toch wel) het toppunt,
law and order uitdr. orde en gezag dat slaat (werkelijk) alles
lay-out z.nw. 1 opmaak, vormgeving; 2 indeling, limited edition z.nw. beperkte oplage, exclusieve
ontwerp uitgave, selecte serie
lay-outen ww. opmaken, vormgeven line size z.nw. lijndikte
lead z.nw. 1 aankeiler, openingsregel(s), aanhef, intro; linesman z.nw. grensrechter, lijnrechter
2 volgspoor, aanknopingspunt line-up z.nw. 1 osloconfrontatie, rijconfrontatie;
lead- in samenst. eerste identificatierij, confrontatierij; 2 [sport] opstelling,
leader z.nw. 1 (partij)leider, leidsman, kopstuk; rangschikking, groep(ering); 3 [artiesten]
(bende)leider, aanvoerder; 2 hoofdartikel, deelnemerslijst
redactiecommentaar; 3 herkenningsmelodie, line-upfoto z.nw. confrontatiefoto
aanloopdeuntje link z.nw. 1 [ICT] koppeling, doorklikpunt, verwijzer,
leading b.nw. 1 toonaangevend, voornaam(st); 2 (web)schakel; 2 schakel, verband
leidend, (be)sturend, (be)heersend linken ww. 1 [ICT] koppelen, doorverwijzen; 2 [fig.]
leading question z.nw. suggestieve vraag verbinden, in verband brengen
lead vocals z.nw. hoofdpartij, voorgrondstem lipservice z.nw. lippendienst
leadzanger z.nw. eerste zanger, voorgrondzanger, lipstick z.nw. lippenstift
leidzanger live b.nw./bw. 1 rechtstreeks, direct; 2 in het echt, in
leaflet z.nw. (informatie)blaadje het wild, in levenden lijve
league z.nw. 1 competitie, klasse, liga; 2 bond, live action z.nw. [film] ¿ acteerwerk, echt spel,
verbond, liga mensenspel
lean and mean b.nw. slank en sterk, soepel en snel; livemuziek z.nw. levende muziek
zonder overtollig vet live-stream z.nw. rechtstreekse internetuitzending,
learning-on-the-job z.nw. (het) praktijkleren, (het) directe stroom
werkend leren, praktijk-leermethode living z.nw. woonkamer, woonvertrek, huiskamer
lease z.nw. duurhuur, (lange)termijnhuur loaden ww. laden
lease-auto z.nw. duurhuurauto, (lange)termijnhuurauto lob z.nw. boogbal
leaseback z.nw. terugverhuur lobby z.nw. 1 pleitgroep, belangengroep,
leasebak z.nw. bankbolide, huurbak pressiegroep; 2 pleidooi; beleidsbeïnvloeding; 3
leasen ww. (lange)termijnhuren, duurhuren hotelhal
lecture z.nw. lezing, voordracht; college lobbyen ww. ¿ (be)pleiten, beleidsbeïnvloeden
legacy uitdr. overgeërfd; archaïsch, gedateerd lobbyist z.nw. pleitbezorger, pressiewerker, [form.]
legging z.nw. maillotbroek, kousbroek, beenling medewerker beleidsbeïnvloeding
leisurepark z.nw. pretparadijs, megattractiepark, locals z.nw. plaatselijke bevolking, inwoners,
megapretpark inheemsen
lemon z.nw. citroen locals, do as the ~ do uitdr. volg de plaatselijke
let z.nw. net(bal) gewoontes, doe zoals de plaatselijke bevolking doet
letter of intent z.nw. intentieverklaring locatiemanager z.nw. vestigingshoofd, filiaalleider
level z.nw. peil, niveau lock z.nw. 1 [simkaart] (-)blokkering, (-)slot; 2
levelen ww. 1 ¿ op hetzelfde niveau §, afstemmen, [toetsenbord] grendel, vergrendeling
convergeren; 2 [computerspel] ¿ verder komen, lockcode z.nw. blokkeringscode
opwaarderen; 3 het kunnen vinden, overweg locken ww. 1 [simkaart] blokkeren; 2 [toetsenbord]
kunnen, klikken §; 4 uitpraten vergrendelen, blokkeren
level playing field z.nw. gelijke (markt)kansen, gelijke locker z.nw. 1 kluisje, bagagekluis; 2 kluislade
uitgangspositie, eerlijk speelveld lockerroom z.nw. kluisjesruimte, kluisjeshal;
leverage z.nw. hefboomwerking, hefboomeffect, kleedkamer, (om)kleedruimte
stuwkracht loft z.nw. zolderwoning, nokwoning
liaison z.nw. 1 contact, schakel, verbinding; 2 log file z.nw. logboek(bestand), logbestand
contactpersoon/man/vrouw, loggen ww. registreren, vastleggen
verbindingspersoon/man/vrouw logging, (data) ~ z.nw. (chronologische) registratie
liaison officer z.nw. verbindingsofficier, contactofficier loginnaam z.nw. gebruikersnaam
lick z.nw. (gitaar)rif, loopje logistics z.nw. 1 logistiek; 2 vervoer, transport; 3
lifecycle z.nw. levenscyclus vervoersbedrijf, transportonderneming
logo z.nw. ☼ beeldmerk

31
loner z.nw. eenling, eenzelvige mail z.nw. 1 netpost, e-post; 2 netbericht, e-bericht,
longdrink z.nw. spatje, alcosap, lange borrel netbrief, e-brief; 3 post
long-life b.nw. duurzaam, met lange levensduur mailbox z.nw. (net)postvak, (net)postbus
longlist z.nw. tiplijst, groslijst, verzamellijst, grote lijst mailen ww. 1 ¿ (e-bericht) sturen, (per netpost)
long-range in samenst. 1 (op) lange termijn, (ver)zenden; 2 rondsturen, verzenden; 3
langetermijn-; 2 over lange afstand, langeafstands-, aanschrijven
vérdragend mailing z.nw. 1 postreclame; 2 rondschrijven,
long run, in the ~ uitdr. op de lange duur, uiteindelijk rondzendbrief
long-run- in samenst. langlopend, langdurig, (op) mailinglist z.nw. 1 verzendlijst, adreslijst; 2
lange termijn (elektronische) rondzendlijst, (elektronische)
long-stay- in samenst. verblijfs-, langverblijf- deelnemerslijst
long-stay(-unit) z.nw. verblijfsafdeling, afdeling mailorder z.nw. postorder
langverblijf mail-order selling z.nw. postorderverkoop
long-term- in samenst. langetermijn-, (lange)duur- mailtje z.nw. (net)berichtje, e-berichtje, netbriefje, e-
long time no see uitdr. lang niet gezien, tijd niet briefje
gezien mainport z.nw. hoofdhaven, sleutelhaven
look z.nw. -stijl, -achtig §, modebeeld mainstream b.nw. gangbaar, dominant;
lookalike z.nw. evenbeeld, dubbel(ganger) toonaangevend
look and feel uitdr. uitstraling, kraak en smaak mainstream z.nw. 1 hoofdstroom; 2 hoofdstroming,
look-over z.nw. halve bril, overkijker, halfje gangbare muziek
loop z.nw. lus maintenance z.nw. onderhoud
looping z.nw. luchtrol, (vlieg)salto major z.nw. hoofdvak
loser z.nw. sukkel, mislukkeling, geboren verliezer make-over z.nw. metamorfose(behandeling),
lost generation z.nw. verloren generatie transformatie(beurt), opknapbeurt
lotion z.nw. ☼ make-up z.nw. opmaak; cosmetica
loudspeaker z.nw. luidspreker making of, the ~ uitdr. de totstandkoming van, het
lounge z.nw. hal, salon ontstaan(sverhaal) van, het maken van, achter de
loungemuziek z.nw. sfeermuziek, (be)hangmuziek schermen bij
loungen ww. uitspannen, uitbuiken male/female z.nw. [stekker] mannetje/vrouwtje
love z.nw. [tennis] nul mall z.nw. winkelcentrum, (winkel)galerij
love baby z.nw. liefdeskindje malt z.nw. mout
love-fifteen uitdr. nul-vijftien malware z.nw. kwaadwaar, wanwaar, kwaadaardig(e)
lovehandle z.nw. knuffelbandje, zwembandje, programma(tuur)
neukteugel management z.nw. 1 [activiteit] bedrijfsvoering, leiding
lover z.nw. minnaar/minnares, geliefde (geven §), (bestuur en) beheer; 2 [personen]
loverboy z.nw. pooierbink, huichelminnaar, sluikpooier (bedrijfs)leiding, directie, bestuur; 3 bedrijfskunde
lovesong z.nw. liefdeslied, minnelied management-team (MT) z.nw. 1 staf; 2 stafoverleg,
lovestory z.nw. liefdesgeschiedenis, liefdesverhaal directieberaad
low budget bw. goedkoop, voordelig, voor een managen ww. 1 leiden, leidinggeven, besturen,
habbekrats beheren; 2 klaarspelen, rooien, voor elkaar krijgen
lowbudget- in samenst. goedkoop, voordeel- manager z.nw. 1 [officiële functie] chef, bedrijfsleider,
lower middle class z.nw. lagere middenklasse hoofd; 2 [praktische functie] baas, leidinggevende; 3
low-key b.nw./bw. bescheiden [beroep] zakelijk leider, impresario; 4 [eigenschap]
low profile b.nw./bw. onopvallend, terughoudend, regelaar
gedeisd man of the match z.nw. man van de wedstrijd, held
loyalty card z.nw. klantenpas, vasteklantenkaart van het veld, ster van het spel
loyalty scheme z.nw. bonussysteem, manpower z.nw. mankracht, menskracht
vasteklantenprogramma manual bw. handmatig, met de hand
lucky loser z.nw. gelukkige verliezer, tweedekanser manual z.nw. handboek, handleiding, instructieboek
lumberjack z.nw. houthakkersjas marker z.nw. 1 markeerstift; 2 [biochemie] merkstof
lumpsum z.nw. totaalbedrag, totaalsom, hompsom market research z.nw. marktonderzoek, marktanalyse
lunch z.nw. ☼ twaalfuurtje, middagmaal market z.nw. markt, winkel, supermarkt
lunchroom z.nw. lunchsalon, broodjeszaak, marketeer z.nw. 1 marktkundige, marktanalist,
lunchgelegenheid marktstrateeg; 2 marketier
luxury z.nw. luxe(-) marketen ww. vermarkten
lynchen ww. afmaken, afslachten, verscheuren marketing z.nw. 1 marktkunde; 2 (strategische)
lyrics z.nw. (lied)tekst(en) marktbenadering, (het) vermarkten
mark my words uitdr. let op m'n woorden
martial arts z.nw. (ge)vecht(s)kunst
M agazine z.nw. 1 tijdschrift, blad; 2 rubriek mass customization z.nw. massamaatwerk
master z.nw. 1 origineel, moeder(-); 2
maiden- in samenst. eerste, -debuut/debuut-, moeder(blad/vorm/plaat/band),
-doop/doop- stamblad/vorm/plaat/band; 3 ☼ magister,
maidenflight z.nw. doopvlucht doctorandus; magisteropleiding,
maidenspeech z.nw. debuutrede, spreekdebuut doctoraal(opleiding)
maidentrip z.nw. doopvaart, doopvlucht masterclass z.nw. meestercursus, meesterles

32
Master(opleiding) z.nw. ☼ magisteropleiding, middle of nowhere, in the ~ uitdr. midden in het niks,
doctoraal(opleiding) in de rimboe, aan het einde van de wereld
masterpiece z.nw. 1 meesterwerk; 2 (eind)scriptie, middle-of-the-road b.nw. doorsnee, pretentieloos
afstudeerwerk, afstudeeropdracht midgetgolf z.nw. minigolf
masterplan z.nw. kaderplan midlife-crisis z.nw. halfwegcrisis, veertigerssyndroom
master's z.nw. ☼ magisteropleiding, mid-office z.nw. tussenkantoor
doctoraal(opleiding) midprice- in samenst. doorsnee(prijs)-, uit het
Master's degree z.nw. ☼ magisterdiploma, middensegment §
doctoraal(bul) military z.nw. paardentriatlon
match z.nw. 1 wedstrijd; 2 [passend paar] koppel, milkshake z.nw. ijsmelk
span, stel; 3 overeenkomst, treffer mind z.nw. gedachten, geest
matched funding z.nw. cofinanciering, mind, zijn ~ opmaken uitdr. tot een besluit komen,
medefinanciering goed overdenken
matchen ww. 1 (bij elkaar) passen, klikken, (op elkaar) -minded in samenst. -gezind, -gericht
aansluiten, overeenkomen, stroken; 2 (doen/laten) mindmap z.nw. denkschema
passen, met elkaar in overeenstemming brengen, mindmapping z.nw. (het) structuurdenken,
laten stroken; combineren, koppelen gedachteverbeelding, (het) ideeën uittekenen
matchpoint z.nw. wedstrijdpunt mindset z.nw. instelling
m-commerce z.nw. m-handel, mobiel zakendoen mind you uitdr. let wel, hoor!, dat je het (effe/maar)
media-event z.nw. mediagebeuren, mediaspektakel, weet
Hilversumse bluf ☺ minor z.nw. bijvak
media-exposure z.nw. media-aandacht, publiciteit, mint z.nw. munt, pepermunt
mediabelichting minutes z.nw. notulen
mediation z.nw. (conflict)bemiddeling mirror z.nw. 1 [ICT] spiegelkopie, duplicaat; 2 [ICT]
mediator z.nw. bemiddelaar; scheidingsbemiddelaar spiegellocatie, duplicaat(webstek), spiegel(web)stek
medium b.nw. 1 halfdoorbakken; 2 middelgroot, mishit z.nw. misslag
middenmaat; 3 [sherry] halfzoet mismanagement z.nw. wanbeheer, wanbeleid,
medley z.nw. potpourri wanbestuur
meeting z.nw. bijeenkomst, vergadering, bespreking, mismatch z.nw. wancombinatie, vloeken §
overleg missing link z.nw. ontbrekende schakel
meeting center z.nw. ontmoetingscentrum, mission accomplished z.nw. taak volbracht
trefcentrum mission impossible z.nw. onmogelijke taak,
meetingpoint z.nw. trefpunt, ontmoetingsplek onuitvoerbare opgave
meets uitdr. ontmoet, treft, komt tegen mission statement z.nw. (organisatie-, bedrijfs-,
megastore z.nw. megawinkel, winkelgigant, ondernemings)doelstelling(en), beginselverklaring,
megamarkt missie
meltdown z.nw. ineensmelting mistletoe z.nw. maretak, vogellijm
melting pot z.nw. smeltkroes mix z.nw. 1 ☼ mengsel; 2 ☼ pakket, combi(natie); 3
member's benefit(s) z.nw. ledenvoordeel mengsmering, tweetaktbenzine
memorial z.nw. 1 gedenkteken; 2 mixdrank z.nw. 1 ☼ mengdrank(je); 2 ☼ alcofris,
herdenking(sbijeenkomst); 3 tikker, tikfris
gedenkloop/wedstrijd/spelen/toernooi mixed b.nw. gemengd
memorial day z.nw. gedenkdag, herdenkingsdag mixed blessing z.nw. geen onverdeeld genoegen,
memory z.nw. (intern) geheugen twijfelachtige vreugde, tweeslachtig §
memory card z.nw. geheugenkaart, gegevenskaart; mixed double z.nw. gemengd dubbel(spel)
fotokaart mixed feelings z.nw. gemengde gevoelens
memory footprint z.nw. geheugenbeslag mixen ww. mengen, door elkaar roeren, combineren
memory-stick z.nw. insteekgeheugen, mixer z.nw. 1 mengmachine, klutser, klopper; 2
geheugenstaafje, gegevensstaafje; fotostaafje schakeltechnicus; 3 mengpaneel
men z.nw. heren, mannen mnemonic (device) z.nw. ezelsbruggetje,
men's wear z.nw. herenkleding, herenmode geheugensteuntje
merchandise z.nw. (naam)producten mobbing z.nw. 1 psychoterreur, (het) terroriseren; 2
merchandisen ww. exploiteren, uitbaten (systematisch) treiteren, groepspesten;
merchandiser z.nw. 1 naamsexploitant, collegahetze
naamsuitbater; 2 productstrateeg mobile commerce z.nw. mobiele handel, mobiel
merchandising z.nw. 1 naamsexploitatie, zakendoen
naamsuitbating; 2 productstrategie mockumentary z.nw. nepdocumentaire, docudrama
mergen ww. samenvoegen mode [E-uitspr.] z.nw. 1 modus, stand; 2 werkwijze,
Merry Christmas uitdr. Gelukkig kerstfeest methode
message z.nw. bericht, boodschap; melding moderator [E-uitspr.] z.nw. moderator [NL-uitspr.],
metallic b.nw. metaal(blauw, -grijs, enz.), metalliek, middelaar, toezichthouder
met metaalglans modeshow z.nw. modepresentatie
method acting z.nw. (het) ingeleefd acteren/spelen moisturizer z.nw. vochtinbrenger
microwave(oven) z.nw. magnetron, microgolfoven moisturizing b.nw. vochtinbrengend
middle-class b.nw. 1 middenklasse(-); 2 burgermans-, moneybelt z.nw. geldriem, reisgordel
(klein)burgerlijk monitor z.nw. 1 (beeld)scherm; 2 volgscherm; 3
middlemanagement z.nw. middenkader waarnemer; mentor

33
monitoren ww. volgen, bewaken, in de gaten houden narrow escape, een ~ uitdr. op het nippertje, door het
monitoring z.nw. (het) volgen, (proces)bewaking, oog van de naald, kantjeboord
toezicht narrowminded b.nw. bekrompen, kleingeestig
monitoringsysteem z.nw. volgsysteem nasty b.nw. gemeen, akelig, naar
mood, in the ~ uitdr. in de stemming native speaker z.nw. moedertaalspreker
moonboot z.nw. sneeuwlaars, maanlaars, ruimtelaars NATO afk. NAVO
mop z.nw. ☼ (dek)zwabber, stokdweil nature-nurture uitdr. aangeboren-aangeleerd, natuur-
morning-afterpil z.nw. achterafpil, spijtpil cultuur
motherboard z.nw. moederbord nearshore b.nw. kust-, voor de kust
motorcarrier z.nw. motorbakfiets need z.nw. behoefte
motor trial z.nw. behendigheidsrit, need-to-have uitdr. onontbeerlijk, (absoluut)
behendigheidsproef, motorkunstrijden noodzakelijk, wezenlijk
mould z.nw. vorm, mal, matrijs need-to-know uitdr. relevant, nodig (om) te weten
mountainbike z.nw. klimfiets, bergfiets nerd z.nw. stuud(je), stuudhaspel 
mountainbiken ww. terreinfietsen, bergfietsen network z.nw. netwerk
mouse z.nw. muis networking ww. (het) netwerken
mousepad z.nw. muismat never bw. nooit
move z.nw. zet, manoeuvre never a dull moment uitdr. altijd wat te beleven, je
move-box z.nw. verhuisdoos verveelt je nooit, nooit saai
moven ww. vertrekken, weggaan never change a winning team uitdr. blijf altijd bij het
moven! uitroep oprotten!, wegwezen!, opzouten! beproefde recept/ systeem/ enz., wissel nooit een
mover z.nw. verhuizer winnend paard
movie z.nw. film neverending b.nw. nooit eindigend, altijddurend, altijd
moviestar z.nw. filmster doorgaand, eeuwigdurend
MT afk. stafoverleg, directieberaad neverending story z.nw. eindeloze geschiedenis,
multilayer- in samenst. meerlagen-, meerlaags- steeds doorgaand verhaal, gebed zonder end
multinational z.nw. multinationale onderneming, never mind uitdr. 1 geeft niks, hindert niks, maakt niet
meerlandenbedrijf uit; 2 laat maar (zitten)
multiple b.nw. meervoudig, meer- new b.nw. nieuw, vernieuwd
multiple choice in samenst. meerkeuze- new economy z.nw. nieuwe economie,
multiple-choicetest z.nw. meerkeuzetoets interneteconomie
multi-purpose b.nw. multifunctioneel newsbabe z.nw. nieuwspoes
multitasking z.nw. (het) simultaan uitvoeren, newsflash z.nw. nieuwsflits
meertakigheid, simultakigheid newsgroup z.nw. nieuwsgroep
multi-track- in samenst. meersporen- newsletter z.nw. nieuwsbrief
Murphy's Law uitdr. de wet van Murphy nice guy z.nw. toffe peer, aardige vent
musical z.nw. ☼ muziektoneel, poperette nice-to-have uitdr. (ook) leuk om te hebben,
must z.nw. 1 (echte) aanrader, mag je niet missen §, aardigheidje §; wenselijk
moet je zien/ doen/ lezen/ enz. §; 2 (absolute) nice-to-know uitdr. interessant, aardig (om) te weten
noodzaak, verplicht nummer, vereiste niche z.nw. 1 (markt)nis; 2 (ecologische) nis
must-have b.nw. onontbeerlijk, (absoluut) nichemarkt z.nw. nismarkt, micromarkt
noodzakelijk, wezenlijk nick(name) z.nw. 1 roepnaam; 2 bijnaam, netnaam,
must-have z.nw. (moet-)hebbeding, schuilnaam; 3 koosnaam
hebbedwinger(tje), moet je hebben § nightclub z.nw. nachtclub
must-read z.nw. verplichte literatuur/lectuur, moet je nightshift z.nw. nachtploeg, nachtdienst
gelezen hebben §, verplichte kost NIMBY uitdr. niet in mijn buurt (nimbu), niet in mijn
must-see z.nw. verplichte film, moet je gezien achtertuin (nima)
hebben §, verplichte kost NIMBY- in samenst. nimbu-, nima-, lieverelders-, niet-bij-
mute uitdr. geluid uit § mij-
muteknop/toets z.nw. stilteknop/toets nineties z.nw. jaren negentig
mutestand z.nw. stiltestand niteliner z.nw. nachtbus
mystery z.nw. raadsel, mysterie nitwit z.nw. onbenul
mystery shopper z.nw. pseudo-koper, testklant, nobody z.nw. niemand, stelt niets voor §, nul
testkoper no-brainer z.nw. waarbij je niet hoeft na te denken §,
garnalenvoer; simpel te bedienen §
no-claimkorting z.nw. schadevrijkorting
N ailpolish z.nw. nagellak no cure no pay uitdr. (beloning/betaling) op
resultaatsbasis, (beloning/betaling) op succesbasis,
nailremover z.nw. (nagel)lakverwijderaar, resultaatgerelateerde beloning; niet winnen niet
nagelreiniger innen
namedropping z.nw. naamsnoeverij, (het) node z.nw. knooppunt, knoop, vertakking
naamsnoeven no-fly list z.nw. (in)vliegverbodslijst
naming & shaming z.nw. (het) noemen en no-fly zone z.nw. vliegverbodszone, vliegtuigvrije
verdoemen, (het) aan de schandpaal nagelen, (het) zone, (lucht)spergebied
schandpalen no-go z.nw. rood licht, stopteken, (een) nee; taboe,
nanny z.nw. 1 kindermeisje, kinderjuf(frouw); 2 ontoelaatbaar §
opvoedingshulp, opvoedingsadviseur no-go area z.nw. mijdgebied

34
no hard feelings uitdr. even goede vrienden, zand OECD afk. OESO
erover of all people uitdr. uitgerekend, juist, net hem/haar
nominee z.nw. genomineerde, kandidaat of all places uitdr. uitgerekend, nota bene, stel je voor
non-event z.nw. 1 gebeurtenis van niks, van geen off bw. uit(geschakeld)
belang §; 2 ongebeurtenis, non-gebeurtenis, off-day z.nw. zijn dag niet §, pechdag, baaldag
nietskeburt ☺ office z.nw. kantoor, bureau
non-fiction z.nw. non-fictie, [boekenbranche] office equipment z.nw. kantooruitrusting,
informatief § kantoormachines, kantoorbenodigdheden
non-food z.nw. gebruiksartikelen, niet-levensmiddelen office furniture z.nw. kantoormeubilair,
non-governmental organization (NGO) z.nw. niet- kantoorinrichting
gouvernementele organisatie (NGO) office manager z.nw. kantoorhoofd, hoofd kantoor,
non-issue z.nw. flutkwestie, vraagstuk van niks, onzin- bureauchef
onderwerp office supplies z.nw. kantoorbenodigdheden
no-nonsense z.nw. rechttoe-rechtaan §, geen/zonder official z.nw. 1 (overheids)functionaris,
flauwekul hoogwaardigheidsbekleder; 2 bondsbestuurder,
no-nonsense- in samenst. rechttoe-rechtaan-, … bondsafgevaardigde, sportbons, bobo; 3
zonder flauwekul wedstrijdleider, wedstrijdcommissaris
non-playing captain z.nw. niet-spelende aanvoerder, offline b.nw. niet verbonden, afgekoppeld, netloos,
zijlijn-aanvoerder afgelijnd
non-profit b.nw./in samenst. zonder winstoogmerk, offline bw. zonder verbinding, afgekoppeld, netloos
ideëel off-road b.nw./in samenst. terrein-, in het terrein
non-response z.nw. niet-beantwoording, non-respons off-road(er) z.nw. terreinwagen, terreinauto,
nonsense z.nw. onzin, flauwekul terreinvoertuig
non-stop b.nw. [voorstelling] doorlopend, [trein] offset(druk) z.nw. rubberdruk
doorgaand, [verbinding] direct offshore b.nw./bw. buitengaats, in (volle) zee
non-stop bw. 1 onafgebroken, onophoudelijk, aan één offshore in samenst. buitengaats, zee-
stuk; 2 [vlucht] zonder tussenlanding(en) off-side z.nw. buitenspel
no problem uitdr. geen probleem, niks aan de hand off-stage b.nw./bw. achter de schermen, in de
nordic walking z.nw. (het) noords wandelen coulissen
no-show z.nw. wegblijver, nietkomer off the record bw. vertrouwelijk, buiten verslaglegging,
no-show- in samenst. wegblijf-, verstek- in vertrouwen; even onder ons
no-showtarief z.nw. wegblijftarief, verzuimtarief off-the-roadcar z.nw. terreinwagen, terreinauto,
not amused zijn uitdr. niet (erg) blij zijn, er niet vrolijk terreinvoertuig
van worden, er niet om kunnen lachen old boy z.nw. ouwe jongen
not done uitdr. niet gepast, ongepast, onoorbaar old boys' network z.nw. ouwejongensnetwerk,
notebook z.nw. 1 [ICT] (rug)tas-pc, schrijfblok-pc, vriendjespolitiek, krentenbroodkliek
meneemcomputer; 2 notitieblok, oldies z.nw. oudjes, knarren
aantekeningenboek(je) oldtimer z.nw. ¿ koestermobiel
notepad z.nw. (elektronisch) notitieblok, kladblok omturnen ww. omhalen, bekeren, ompraten
no time, in ~ uitdr. binnen de kortste keren, omturnen in/tot ww. veranderen in, ombuigen naar
razendsnel, in een mum (van tijd) on bw. aan, in werking, ingeschakeld
not my cup of tea uitdr. niets voor mij, niet aan mij on demand uitdr. op afroep, op verzoek
besteed, niet mijn kopje koffie one for the road uitdr. afzakkertje, (nog) eentje om
no-tolerance(beleid) z.nw. geen-pardon(beleid), het af te leren, eentje voor onderweg
nultolerantie(beleid), ongedoogzaamheid(sbeleid); one-issuepartij z.nw. eenthemapartij
lik-op-stuk-beleid oneliner z.nw. trefzin, pakzin
novelty z.nw. nieuwigheid, nieuwtje one man one vote uitdr. ieder één stem, per persoon
no way uitdr. geen sprake van, geen denken aan, één stem, één stem de man
komt niks van in one size fits all uitdr. 1 in één maat, past altijd,
now we're talking uitdr. dat bedoel ik, nu gaat het unimaat; 2 één enkele oplossing, standaard,
ergens over eenheidsworst
nozzle z.nw. spuitmond, sproeier onemanshow z.nw. 1 solovoorstelling,
num lock z.nw. cijferblok-vergrendeling, numslot eenmansoptreden; 2 [fig.] eenmansoptreden, solo-
nurse z.nw. 1 verpleegkundige, optreden
verpleger/verpleegster, verplegende; 2 one-night stand z.nw. 1 (eenmalig) avontuurtje,
kinderjuffrouw, kindermeisje scharrelwip, klaarover(tje) ☺; 2 eennachtslief,
nurse practitioner z.nw. verpleegkundig specialist eennachtsvlieg, klaarover(tje) ☺
nursing z.nw. 1 verpleegkunde, verpleging; 2 one-stop-shop z.nw. alles-in-één-winkel/zaak,
verpleegstersseks sinkelwinkel ☺; eenloketgedachte/systeem, alles-
nylons z.nw. ☼ in-één-concept/loket/plek
one-stop-shopping z.nw. (het) eendeurswinkelen,
(het) omniwinkelen, (het) sinkelen ☺
O ccasion z.nw. 1 tweedehands (auto, camera, one-way mirror z.nw. doorkijkspiegel,
observatiespiegel
enz.), gebruikte wagen, camera, enz.; 2 one-way screen z.nw. doorkijkspiegel,
gelegenheidskoopje, buitenkansje, observatiespiegel
voordeelaanbieding

35
onewomanshow z.nw. solovoorstelling, outcast z.nw. uitgestotene, verschoppeling,
eenvrouwsoptreden buitenstaander, paria
online b.nw. verbonden, aangekoppeld, aangelijnd outchecken ww. bekijken, uitproberen, uitvissen
online bw. met verbinding, aangekoppeld outcrowd z.nw. buitenkring, buitenstaanders,
onlineverbinding z.nw. internetverbinding, buitenwereld
netverbinding outdoor b.nw./in samenst. buiten-, openlucht-,
on site bw. ter plaatse, op locatie buitenshuis-; buitensport-; buitenactiviteit §
on speaking terms zijn uitdr. (weer) met elkaar outfit z.nw. uitmonstering, uitrusting, uitdossing
praten, op sprekende voet staan outlaw z.nw. vogelvrije, vogelvrijverklaarde
on speaking terms zijn, niet ~ uitdr. elkaar met de outlet z.nw. 1 restwinkel, fabriekswinkel, restverkoop;
nek aankijken, op zwijgende voet staan, elkaar 2 afzetgebied, markt; 3 [fig.] uitlaatklep
toezwijgen outlet center z.nw. restwinkelcentrum,
on the job bw. in de praktijk, op de werkvloer fabriekswinkelcentrum, merkendorp
on the road uitdr. onderweg, op weg, op pad outlet store z.nw. restwinkel, fabriekswinkel,
on the rocks uitdr. met ijs(blokjes) restverkoop
onthypen ww. [onoverg.] onthijgen, ontgekken; outline z.nw. 1 opzet, synopsis, hoofdlijnen; 2 omtrek,
[overg.] tot de juiste proporties terugbrengen contour(en), omtrektekening
on top of it all uitdr. tot overmaat van ramp, als je out of control (zijn) uitdr. uit de hand (lopen),
alles (al) gehad hebt, alsof dat nog niet genoeg was onbeheersbaar (worden)
oops! uitroep ai!, oeps!, oei! out of reach uitdr. buiten bereik
oorclip z.nw. oorklemmetje, oorbel out of the blue uitdr. als een donderslag bij heldere
open-ended b.nw. ongelimiteerd, onbeperkt, voor hemel, uit de lucht vallend, totaal/volkomen
onbepaalde duur onverwacht, vanuit het niets
open mind z.nw. open geest, open instelling out of the box (denken) uitdr. buiten de geijkte kaders
open-minded b.nw. met open geest, open(staand) (denken)
voor, onbevooroordeeld outplacement z.nw. vertrekbemiddeling, uitplaatsing
open source z.nw. open bron, openbare broncode output z.nw. 1 productie, opbrengst; 2 resultaat,
open source software (OSS) z.nw. uitkomst; 3 rendement, (nuttig) effect
openbronprogrammatuur, outreaching b.nw. uitnodigend, handreikend, met/door
gemeenschapsprogrammatuur actieve (doelgroep)benadering
operating company z.nw. werkmaatschappij, outreaching z.nw. actieve cliëntbenadering (acb),
productiebedrijf, exploitatiemaatschappij actieve klantbenadering, aanreikende
operating profit z.nw. exploitatiewinst, bedrijfswinst, zorg/hulpverlening
operationele winst outsider z.nw. 1 buitenstaander, buitenbeentje; 2
operating system z.nw. besturingssysteem [sport] buitenkanser
operator z.nw. 1 organisator; 2 centralist(e), outsourcen ww. [werk] uitbesteden, [persoon]
telefonist(e); 3 bedienings(vak)man/vrouw, uitlenen, detacheren
(bedienings)technicus outspoken b.nw. recht voor z'n raap, uitgesproken,
opinion, ~ second z.nw. tweede beoordeling, tweede recht-door-zee, direct
diagnose overacting z.nw. 1 (het) overdreven acteren; 2 (het)
opinion leader z.nw. opinievormer, opinieleider overdrijven, (het) dramatiseren
oppimpen ww. opleuken, oppoetsen overall b.nw. algeheel, overkoepelend, algemeen
opportunity z.nw. kans, mogelijkheid, gunstige overall bw. over het geheel genomen, over het
gelegenheid algemeen (genomen), al met al
optical character recognition (OCR) z.nw. overall z.nw. werkpak, overal, [zeevaart] ketelpak
(automatische) tekenherkenning, optische overdone b.nw. 1 overdreven, té; 2 overgaar, te gaar
letterherkenning, inleesprogramma overdressed b.nw. overklééd, te netjes (gekleed)
op tilt slaan uitdr. ☼ de stoppen slaan door § overexposure z.nw. 1 overbelichting, overbestraling; 2
opt-in uitdr./in samenst. (met) toestemmingsvereiste, overvoering; 3 [media] bovenmatige aandacht,
alleen met toestemming, ja-mits-, instap- overbelichting; persverstikking
opting out z.nw. bezwaarmogelijkheid, uitstapoptie, overflow z.nw. overloop
pasmogelijkheid overhead bw. [sport] bovenhands
optische zoom z.nw. optische zoem(functie), (met) overhead z.nw. 1 algemene kosten, vaste kosten,
variabele brandpuntsafstand § indirecte kosten, bedrijfsvoeringskosten; 2 [ICT]
opt-out uitdr./in samenst. (met) bezwaarmogelijkheid, systeembehoefte
behalve bij bezwaar, ja-tenzij-, uitstap-; [spec.] bel- overheaddoor z.nw. kanteldeur, tuimeldeur
me-niet-, mail-me-niet- overheadkick z.nw. achterwaartse omhaal
oral history z.nw. (oog)getuigengeschiedenis, overheadkosten z.nw. algemene kosten, vaste
mondelinge geschiedschrijving; getuigenverhalen, kosten, indirecte kosten, bedrijfsvoeringskosten
brongesprekken overheadprojector z.nw. transparantprojector
orange juice z.nw. sinaasappelsap, sinasap overheadsheet z.nw. transparant, projectievel
order intake z.nw. bestelling opnemen § overkill z.nw. 1 overdaad, overmaat, teveel; 2
order-picking truck z.nw. magazijnhoogwerker overbewapening, bewapeningswaanzin
organizer z.nw. 1 elektronische zakagenda, e-genda over my dead body uitdr. over m’n lijk
☺; 2 systeemagenda, losbladige agenda, overrulen ww. 1 overstemmen, overloeven, opzij
ringbandagenda; 3 agenda(programma) zetten; 2 overspelen, overklassen, wegspelen
outbox z.nw. postvak uit, uit-bak(je)

36
oversized b.nw. overmaats, bovenmaats, part of the deal z.nw. hoort er (allemaal) bij §, op de
ruim(vallend) koop toe nemen §
over the top bw. overtrokken, overdreven part of the game z.nw. (het) hoort erbij, (dat) hoort bij
overview z.nw. overzicht het spel
parttime bw. in deeltijd, deeltijds
parttime- in samenst. deeltijd-
P acemaker z.nw. 1 [med.] hartstimulator, parttime job z.nw. deeltijdbaan, deeltijdbetrekking,
deeltijdwerk
(hart)ritmeprikkelaar, gangmaker; 2 [sport] parttimer z.nw. deeltijdwerker, deeltijder, werker in
gangmaker, haas, tempoloper deeltijd
Pacific z.nw. Stille Oceaan, Grote Oceaan party z.nw. feest(je), fuif
pack z.nw. bundel, pakket, stapel party animal z.nw. feestbeest
package deal z.nw. pakketaanbieding, party center z.nw. feestcentrum, festiviteitencentrum
pakketovereenkomst, combinatieaanbieding; partydrug z.nw. pretpil, feestpil
koppelverkoop, koppeltransactie partyservice z.nw. 1 feestverzorging; 2
pad z.nw. (koffie)rondje, (koffie)patroon, (koffie)builtje feestverzorger, feestverzorgingsbedrijf
page z.nw. bladzij(de), (web)pagina partytent z.nw. (tuin)feesttent
page down z.nw. volgende bladzij, pagina verder, party time z.nw. tijd om te feesten, feest
pagina omlaag party time, it's ~ uitdr. tijd om te feesten, laat het feest
pagen ww. oproepen, oppiepen beginnen, feesten maar
pager z.nw. pieper, semafoon pass z.nw. (gespeelde) bal, doorspeelbal, aanspeelbal
pageturner z.nw. doorlezer, kluisterboek, passen (naar) ww. (door)spelen (naar), toespelen
éénademboek, paginaverslinder (aan), doorgeven (aan)
page up z.nw. vorige bladzij, pagina terug, pagina passing z.nw. (het) overspelen, (het) doorspelen, (het)
omhoog aanspelen
pageview z.nw. (pagina)bezoek(je), paginaoproep, passing (shot) z.nw. [tennis] passeerslag, passeerbal
kijkje password z.nw. wachtwoord
pain in the ass/arse uitdr. (enorme) lastpak, pasten ww. [ICT] plakken
(werkelijk) onuitstaanbaar §, akelige aambei
past performance z.nw. bewezen prestaties,
paintball z.nw. verfbal(spel), (het) verfschieten
behaalde successen, wapenfeiten
paintballen ww. verfballen, verfschieten
patch z.nw. [ICT] bijwerkprogramma,
pallet z.nw. laadvlonder, laadbord
herstelprogramma, pleisterprogramma; stoplap
palmtop(computer) z.nw. handpalmcomputer
patchwork z.nw. lapjeswerk
panel z.nw. 1 forum; 2 toetsgroep, onderzoeksgroep; 3
patchwork family / -gezin z.nw. mozaïekgezin,
bedieningspaneel, instrumentenbord
fusiegezin
pantry z.nw. keukenvoorziening, koffiekeuken,
patent z.nw. ☼ octrooi
keukenhoek; satellietkeuken, dienstkeuken,
patent(s) pending uitdr. octrooi aangevraagd
afdelingskeuken; boordkeuken
payday z.nw. betaaldag
panty z.nw. ☼ beenkous, kousenbroekje
pay-per-view z.nw. betaaltelevisie, rekeningkijken,
paper z.nw. verhandeling, artikel; werkstuk
dubbeltjes-tv
paper, een ~ presenteren ww. een presentatie
payroll z.nw. loonlijst
houden, een voordracht houden
pay-tv z.nw. betaal-tv, abonnee-tv; betaalkanaal
paperback- in samenst. (met) slappe kaft §
PDA z.nw. (persoonlijke) digitale assistent (pda),
paperback z.nw. slappekaft(boek), slappekafter
(vest)zaksecretaris, elektronische assistent
paperclip z.nw. (papier)klem(metje)
peacekeeping z.nw. vredeshandhaving
papers z.nw. dossier
peacekeeping force z.nw. vredesmacht
parabouncen ww. ballonspringen
peanutbutter z.nw. pindakaas
paragliden ww. schermvliegen
peanuts z.nw. 1 schijntje, te verwaarlozen §,
paraglider pilot z.nw. schermvlieger
kruimelwerk; 2 stelt niets voor §, kinderspel,
paragliding sport z.nw. schermvliegsport
lachertje; 3 habbekrats, schijntje, spotprijs
paratrooper, paratroeper z.nw. parachutist,
peeling z.nw. huidpelling, huidschuurbehandeling,
valschermsoldaat
(het) velpellen, schuurspoeling
park-and-ride (P+R) uitdr. parkeer-en-reis (P+R)
peepshow z.nw. gluurshow, kijkdoos ☺; gluurcabines
parking z.nw. parkeerterrein, [spec.] parkeergarage
peergroup z.nw. 1 richtgroep, referentiegroep; 2
partner z.nw. 1 levensgezel(lin), maatje, wederhelft; 2
beroepsgroep, vakgenoten
vennoot, compagnon, maat; 3 spe(e)lgenoot,
peer mediation z.nw. zelfbemiddeling,
medespeler, (-)maat(je)
groepsgenotenbemiddeling
-partner in samenst. (handels-, reis-, gespreks-
peer review z.nw. intercollegiale toetsing,
enz.)genoot, (bridge-, tennis-, whist- enz.)maat,
vakgenootbespreking, onderlinge beoordeling
-makker
penalty z.nw. [voetbal] strafschop, [hockey] strafbal
partnership z.nw. 1 samenwerkingsverband,
penlite z.nw. AA-batterij, penbatterij, penstaafje
samenwerking; 2 participatie, deelgenootschap,
pennywise, poundfoolish uitdr. centenkrent,
deelhebberschap
flappenvent; centenvrek, guldengek; centenvrek,
partners in crime z.nw. broeders/makkers in het
eurogek; centenslim, eurodom
kwaad, handlangers, medeplegers, kompanen
penthouse z.nw. topwoning, hemelvilla, horstwoning
partner(s) zijn ww. samenwerken
peoplemover z.nw. personentransporteur,
mensmobiel

37
pepperspray z.nw. 1 peperspuit; 2 pepernevel, place to be z.nw. (plaats) waar je wezen moet, dé
pepersproei plek, (plaats) waar het gebeurt
peptalk z.nw. peppraatje, oppepper, hart onder de plaid z.nw. reisdeken
riem § plain b.nw. 1 puur, onopgesmukt, eenvoudig; 2 eerlijk,
performance z.nw. 1 voorstelling, uitvoering; 2 onomwonden, oprecht; 3 alledaags, regulier; 4
(manier van) optreden; 3 prestatievermogen; 4 [glas] helder
resultaat, resultaten, prestaties; 5 [van product] plannen ww. ¶
uitvoering planning z.nw. 1 planvorming; 2 werkplan, projectplan;
performen ww. 1 optreden, opvoeren; 2 functioneren, werkindeling, tijdschema
presteren; 3 uitvoeren plastic b.nw. 1 ☼ kunststoffen, kunststof-; 2 onecht,
performer z.nw. 1 ¿ voorstellingskunstenaar, artiest; 2 gekunsteld, vals, gemaakt
uitblinker, topper plastic z.nw. ☼ kunststof
peripherals z.nw. 1 randapparatuur, randapparaten; 2 plastic bom z.nw. kneedbom
toebehoren plate z.nw. bord, schaal
permanent education z.nw. een leven lang leren, plateservice z.nw. bladbediening, bladopdiening,
doorscholing, permanente educatie schotelmaaltijd
personal digital assistant (PDA) z.nw. (persoonlijke) playback z.nw. (het) mimezingen, (het) nepzingen
digitale assistent (pda), (vest)zaksecretaris, playbacken ww. mimezingen, nepzingen
elektronische assistent playboy z.nw. zwierbol
personality z.nw. persoonlijkheid; bekendheid playful b.nw. speels
personalityshow z.nw. presentatorprogramma playing coach z.nw. meespelend begeleider,
personal shopper z.nw. koopkoerier, koophulp meespelend oefenmeester
personal touch z.nw. persoonlijk tintje, persoonlijke playlist z.nw. (af)speellijst, platenlijst, draailijst
noot play-off(s) z.nw. afvalwedstrijd(en)
personnel development z.nw. personeelsontwikkeling plenty b.nw./bw. (meer dan) genoeg, volop, zat,
personnel manager z.nw. personeelschef voldoende
personnel officer z.nw. personeelsfunctionaris plot z.nw. 1 verhaallijn, intrige, handeling(sverloop); 2
pet z.nw. huisdier, troeteldier (lijn)tekening
pet food z.nw. dierenvoeding, dierenvoer plotten ww. 1 tekenen; 2 intekenen, in kaart brengen;
petticoat z.nw. spreidrokje, rozetrokje 3 beramen
phishing z.nw. (het) identiteitshengelen, (het) plotter z.nw. tekenapparaat
(web)vissen plug z.nw. 1 steker; 2 [in overige betekenissen] ☼
photocopy z.nw. fotokopie plug-and-play uitdr. automatische configuratie, steek-
pickles z.nw. tafelzuur, inlegzuur en-klaar, klik-klak-klaar
picknick z.nw. ☼ plug-and-pray uitdr. steek-en-smeek, koop-en-hoop,
pickpocket z.nw. zakkenroller klik-klak-klaar-over ☺
pick-up z.nw. 1 platenspeler, draaitafel; 2 pluggen ww. ☼
laadbakwagen, bestelbak, [inform.] bakkie plugger z.nw. ☼
picture, in the ~ uitdr. in de belangstelling, in beeld, in plug-in z.nw. uitbreidingsmodule, insteekprogramma
de kijker plug-in hybride z.nw. oplaadbare hybride,
pidgin z.nw. ☼ stekkerhybride
piece of cake z.nw. eitje, fluitje van een cent, makkie, pocket z.nw. 1 zakuitgave, zakboek(je); 2 ¿
kinderspel (tandvlees)wijking, (tandvlees)holte, (tandvlees)nis
piercen ww. ¿ (door)steken pocket- in samenst. zak-, in zakformaat, mini-
piercing z.nw. 1 huidsieraad, spiesjuweel; 2 ¿ pocketboek z.nw. zakuitgave, zakboek(je)
doorsteking, spietsing pocket of resistance z.nw. verzetshaard
pilot z.nw. voorstudie, proefproject pocket-pc z.nw. zakcomputer
pilot- in samenst. proef- podcast z.nw. webzending, mp3-zending
pimp z.nw. pooier, souteneur; pooiertype podcasting z.nw. mp3-radio, (het) peulen
pimpen ww. opleuken, oppoetsen poet laureate z.nw. dichter des vaderlands; hofdichter
pin z.nw. speldje point z.nw. punt
pinboard z.nw. prikbord point, that's the ~ uitdr. daar draait het (nou juist) om,
pinchhitter z.nw. troefspeler, breekijzer, [honkbal] precies!, dat is het 'm juist
slagkanon, [voetbal] doelkanon point, to the ~ bw./pred. 1 kernachtig, puntig; 2 ter
pinpad z.nw. pinpaneel zake, relevant, de spijker op de kop slaan §; 3 nuttig
pin-up z.nw. prikkelpoes, punaisepoes, punaisekater pointer z.nw. 1 (aan)wijzer, schermwijzer; 2
pipeline z.nw. pijpleiding patrijshond, staande hond
pipeline, in de ~ (zitten) uitdr. eraan (zitten/staan te) point of no return z.nw. beslispunt, keergrens,
komen, in de pijplijn (zitten) beslissend moment
piracy z.nw. piraterij point of sale z.nw. verkooppunt, kassa
pissed b.nw. pissig point of view z.nw. gezichtspunt, invalshoek,
pitch z.nw. 1 toonhoogte, toonfrequentie; 2 pakpraatje, zienswijze
zelfverkoopverhaal pokerface z.nw. pokersmoel, stalen gezicht,
pitchen ww. werpen, (op)gooien onbewogen gezicht
pitcher z.nw. 1 werper; 2 schenkkan, karaf pole-position z.nw. kopstartpositie, voorste
pixel z.nw. beeldpunt, spikkel startpositie
placemat z.nw. tafelmatje policy z.nw. beleid

38
policy-making z.nw. beleidsvorming prefab(ricated) b.nw./in samenst. geprefabriceerd,
policy-statement z.nw. beleidsverklaring voorgefabriceerd, kant-en-klaar-
poll z.nw. 1 (opinie)peiling, enquête, bevraging; 2 prefab(rication) z.nw. montagebouw, systeembouw
[België] kandidatenstemming, kieslijststemming premium z.nw. 1 topklasse; 2 premie,
pollen ww. 1 peilen, een opiniepeiling houden, bonusgeschenk, toegift(artikel)
enquêteren, bevragen; 2 [ICT] uitlezen premium- in samenst. topklasse-, beste, top-
polls z.nw. peiling(en) premix z.nw. 1 alcofris, tikker, tikfris; 2 [veeteelt] kant-
poloshirt z.nw. polohemd en-klare toevoeging, additief
pony z.nw. ☼ [in betekenissen paard en haardracht] prepaid b.nw./in samenst. beltegoed-, opwaardeer-,
pool z.nw. 1 (gemeenschappelijke) pot; met vooruitbetaling
gemeenschappelijke doelreserve, gezamenlijke prepaid-kaart z.nw. opwaardeerkaart, beltegoedkaart,
inleg; toto, wedspel, (gok)pot; 2 reservoir, vooruitbetaalkaart
oproepbestand; bundel(ing), combinatie, gedeelde prepay b.nw./z.nw. beltegoed(systeem),
voorziening; 3 Amerikaans biljart; 4 zwembad opwaardeersysteem, met vooruitbetaling
poolbiljart z.nw. Amerikaans biljart preprint z.nw. proefdruk, voordruk, proefserie
poolen ww. 1 (geld) inleggen; 2 [apparaten, pre-proposal z.nw. vooraanvraag, projectidee
vervoermiddelen enz.] delen; samendoen, prequel z.nw. voorafganger, prelude
samenvoegen; samenwerken, bundelen; pre-sales z.nw. voorverkoop
samenrijden, ritdelen; 3 Amerikaans biljarten preschool b.nw. peuter-
pooltable z.nw. biljarttafel pre-select(-) z.nw./in samenst. voorkeuze(-)
popcorn z.nw. gepofte mais, maiskrullen; pofmais press kit z.nw. persmap
pop-up in samenst. opduik-, opspring-, plop- press officer z.nw. persvoorlichter
pop-up(boek) z.nw. klapuit(boek), 3D-boek, [inform.] press release z.nw. persbericht
plopboek pressurecooker z.nw. snelkookpan, hogedrukpan
pop-upmotorkap z.nw. opwipkap, pre-summer sale z.nw. voorjaarsuitverkoop,
veiligheidsmotorkap, wipkap ☺ voorjaarsopruiming
pop-up window z.nw. opduikvenster, opspringscherm, preview z.nw. 1 voorbeeld; afdrukvoorbeeld; 2
plopvenster voorvertoning; voorproefje, voorflits, filmblik ☺;
port z.nw. 1 [ICT] poort, aansluiting; 2 haven (verrassings)voorvertoning
portable b.nw. draagbaar -pride in samenst. -optocht, -parade
portable z.nw. draagbare (tv, radio, enz.) primer z.nw. grondverf
portal(-site) z.nw. [ICT] portaalpagina, startpagina prime time z.nw. [tv] kijkspits, [radio] luisterspits, [alg.]
portfolio z.nw. 1 (draag)map; 2 orderportefeuille, kluistertijd, piektijd
aandelenpakket; 3 leerwerkmap, leertrajectmap; print(je) z.nw. afdruk(je), uitdraai
verrichtingenoverzicht, vaardighedendossier, printen ww. afdrukken, uitdraaien
competentieoverzicht, prestatiemap printer z.nw. 1 ☼ afdrukker, afdrukeenheid,
portfoliomanager z.nw. portefeuillebeheerder, afdrukapparaat; 2 ☼ fotodrukker
fondsenbeheerder printing on demand z.nw. (het) drukken op bestelling,
port manager z.nw. havenmeester (het) drukken op afroep, boek op verzoek
portocabin z.nw. 1 kantoorkeet, noodkantoor, print preview z.nw. afdrukvoorbeeld
verplaatsbare barak; 2 wc-mobiel, pleemobiel ☺ priority z.nw. prioriteit(spost), voorrang(sbehandeling)
position paper z.nw. uitgangsnotitie, prisoner's dilemma z.nw. gevangenendilemma
standpuntbepaling privacy z.nw. 1 ☼ [alg.] persoonlijke levenssfeer,
poster z.nw. 1 affiche, aanplakbiljet, raambiljet; 2 ¿ privé-sfeer; 2 [van individu] eigenruimte, privé-
flappresentatie domein
poster session z.nw. flappensessie privacystatement z.nw. persoonsgegevensbeleid,
post-it z.nw. plakmemo, memoplakker(tje), geeltje privacyverklaring
potential z.nw. 1 potentieel, mogelijkheden, private b.nw. 1 alleen voor leden, ledendienst §,
capaciteiten; 2 belofte, talent besloten; 2 privé
power uitdr. aan/uit private banking z.nw. persoonlijk vermogensbeheer,
power z.nw. kracht, energie, stuwkracht; vermogen, particulier vermogensbeheer
capaciteit private gaan ww. apart gaan, privé gaan
power- in samenst. kracht-, super-, geavanceerd problem solver z.nw. probleemoplosser
powerbrakes z.nw. rembekrachtiging problem-solving b.nw. probleemoplossend
powered b.nw. met interne voeding, zelfgevoed process z.nw. 1 proces, verloop; 2 proces, doorloop,
powered by uitdr. gerealiseerd door, mogelijk gemaakt verwerking
door process capability z.nw. (proces)inzicht,
powerliften ww. gewichtheffen (proces)bekwaamheid, (proces)overzicht
power-nap z.nw. flitsdutje, krachtdutje, pitpit ☺ processen ww. verwerken, bewerken, behandelen
powerplay z.nw. 1 machtsspel, machtspolitiek, processing z.nw. verwerking, procesbesturing,
machtsvertoon; 2 overwicht(s)spel, krachtspel aansturing
powersteering z.nw. stuurbekrachtiging process innovation z.nw. procesvernieuwing
powersupply z.nw. voeding, krachtbron process manager z.nw. procescoördinator,
powertraining z.nw. krachttraining procesbeheerder
practical joke z.nw. poets, geintje uithalen § processor z.nw. (centrale) verwerkingseenheid [cve]
practical joker z.nw. poetsenbakker procurement z.nw. inkoop
pre- [E-uitspr.] voorvoegsel voor-, pre- [NL-uitspr.]

39
procurement manager z.nw. hoofd inkoop, purchaser z.nw. inkoper
inkoopchef purpose z.nw. doel, bedoeling, nut
producen ww. produceren purser z.nw. 1 [scheepvaart] opperhofmeester; 2
producer z.nw. producent, productieleider [luchtvaart] cabinehoofd, boordmeester; 3 [trein]
product development z.nw. productontwikkeling boordmeester
product development manager z.nw. hoofd push z.nw. stimulans, zet(je), duwtje in de rug
productontwikkeling pushbar z.nw. beugelstang, duwstang
production manager z.nw. productieleider, pushen ww. 1 opporren, aansporen, stimuleren;
productiechef opdringen, aansmeren; 2 voor(ui)thelpen, een
product manager z.nw. hoofd productgroep duwtje geven, naar voren schuiven; 3 drammen,
product mix z.nw. productenpakket, assortiment aandringen, heuen; 4 [hockey] duwen; 5 naar voren
product placement z.nw. productpositionering schuiven, aanbevelen, aankruien; 6 aanzetten (tot
product-recall z.nw. terugroepactie, (het) terughalen drugsgebruik), overhalen
(van een product), (het) uit de schappen halen push-up z.nw. opdrukoefening, (het) opdrukken
product support z.nw. productondersteuning push-up(-bh) z.nw. opduw-bh
professional b.nw. beroeps-, vakkundig, professioneel pushy b.nw. opdringerig, doordouwerig
professional z.nw. 1 vakman/vakvrouw [mv. vaklui, putten ww. (erin) schuiven
vakmensen], vakkundige; 2 beroeps, putting green z.nw. groes
beroepsbeoefenaar, beroepskracht; 3 [sport] prof, puzzle z.nw. puzzel, raadsel
beroepsspeler, beroeps(golfer, -fietser, etc.)
profit z.nw. winst, opbrengst, voordeel
profit- in samenst. met winstoogmerk, op winst
gericht, commercieel
Q uad z.nw. kwadro, karmotor
profitable b.nw. winstgevend, voordelig, rendabel qualifier z.nw. 1 kwalificatiespeler, kwalificant,
profit sharing z.nw. winstdeling voorrondewinnaar; 2 (nadere) specificatie,
progressive diner z.nw. wandeldiner aanvulling, (nadere) duiding
project development z.nw. projectontwikkeling quality z.nw./in samenst. kwaliteit, kwaliteits-, beste
pro-life- in samenst. bescherm-het-leven-, kwaliteit §
levensbeschermings-, [spec.] anti-abortus-, pro- quality assurance manager z.nw. hoofd
leven- kwaliteitscontrole, hoofd kwaliteitszorg
promoten ww. aanprijzen quality assurance z.nw. kwaliteitscontrole,
promotion z.nw. aanprijzingsactie, kwaliteitsborging, kwaliteitszorg
verkoopbevordering quality control z.nw. kwaliteitsbewaking,
-proof in samenst. -bestendig, -vast kwaliteitsbeheersing
property z.nw. onroerend goed quality inspection z.nw. kwaliteitsinspectie,
proposal z.nw. (project)voorstel, plan, aanvraag kwaliteitscontrole
prospect z.nw. geïnteresseerde, potentiële klant, quality manager z.nw. kwaliteitsbewaker,
mogelijke klant kwaliteitsbeheerder
prospects manager z.nw. hoofd acquisitie quality time z.nw. aandachtsmoment, troeteltijd,
prototyping z.nw. prototype(s) maken/bouwen/enz., kwaliteitsmoment, kwalitijd ☺
proefmodel(len) maken/bouwen/enz. quarterback z.nw. spelverdeler
provider z.nw. (internet)aanbieder quarterlifecrisis z.nw. dertigersdilemma,
proxy z.nw./in samenst. ¿ buffer dertigerscrisis
proxy-server z.nw. ¿ buffercomputer quartz z.nw. kwarts
pub z.nw. café, kroeg query z.nw. (zoek)vraag, zoekopdracht
public affairs z.nw. reputatiebeheer questionnaire z.nw. vragenlijst, enquête
public affairs manager z.nw. reputatiebeheerder, quick b.nw. snel, rap, vlug
hoofd reputatiebeleid quick and dirty uitdr. snel en slordig, provisorisch,
public relations z.nw. publieksrelaties (PR), externe even gauw
betrekkingen, reputatiebehartiging quick fix z.nw. kant-en-klare oplossing, wondermiddel
public utility z.nw. nutsvoorziening, nutsbedrijf quick reaction force z.nw. snellereactiemacht, snelle-
publishing on demand z.nw. (het) drukken op interventiemacht
bestelling, (het) uitgeven op afroep, boek op quickscan z.nw. indicatiestudie, aftastonderzoek,
verzoek blikseminventarisatie, kwikblik ☺
publish or perish uitdr. publiceer of crepeer, schrijf en quiet, please uitdr. stilte alstublieft
blijf quiz z.nw. kwis, vragenspel
puck z.nw. 1 (hockey)schijf; 2 mopshond quizmaster z.nw. spelleider, kwisleider
pulley z.nw. riemschijf, snaarschijf quote z.nw. 1 citaat, aanhaling; 2 uitspraak, bewering
pullover z.nw. (zomer)trui quote uitdr. ik citeer, ik haal aan
pump(s) z.nw. ☼ quote… unquote uitdr. citaat… einde citaat, ik
punch z.nw. 1 vijfdrank, krambamboeli; 2 citeer… einde citaat, ik haal aan… einde aanhaling
(kracht)stoot; stootkracht quoten ww. citeren, aanhalen
punchen ww. 1 stoten, een stoot geven; 2 ponsen quotes z.nw. 1 aanhalingstekens; 2 [gebaar]
punchline z.nw. uitsmijter, clou, afmaker citaatvingers
pup(py) z.nw. (honden)jong, jong hondje, nesthond
purchase manager z.nw. inkoopchef, hoofd inkoop,
inkoopspecialist

40
reader z.nw. 1 tekstbundel, syllabus, artikelenbundel;
R ace z.nw. 1 ☼ (snelheids)wedstrijd; ☼ [paarden] 2 leesapparaat; 3 lector
readme-file z.nw. lees-mij-bestand, (digitale) bijsluiter
wedren; 2 ☼ strijd, gevecht, wedloop read-only memory z.nw. leesgeheugen
race- in samenst. ☼ ren-, sjees-, snelheids- readymade z.nw. vindkunst, raapkunst, kant-en-
race, aan de ~ zijn uitdr. aan de diarree zijn, buikloop klaarkunst
hebben, aan de schijt zijn real estate z.nw. vastgoed
race, gelopen ~ uitdr. ☼ uitgemaakte zaak, gelopen real-estate management z.nw. vastgoedbeheer
wedstrijd, de uitslag staat al vast § real-estate manager z.nw. vastgoedbeheerder
race, in de ~ zijn uitdr. ☼ meedingen, meedoen realityshow z.nw. sleutelgatprogramma, inkijkshow,
race, uit de ~ zijn uitdr. ☼ afgevallen zijn, eruit liggen, sleutelgatvertoning
niet meer meedoen reality-tv z.nw. sensatie-tv, echteleven-tv, gebeur-tv
racefiets z.nw. ☼ renfiets, wedstrijdfiets real-life- in samenst. levensecht, werkelijk, uit het
racen ww. 1 ☼ wedstrijdroeien/fietsen/rennen/enz.; 2 leven gegrepen
☼ hollen, vliegen, rennen, stuiven; scheuren, jagen, real life, in ~ uitdr. in het echt, in de praktijk, in (de)
razen; zich haasten, jakkeren werkelijkheid
racer z.nw. 1 ☼ renner, coureur, loper; 2 ☼ renpaard, real-life soap z.nw. sleutelgatserie, inkijkserie
superpaard real thing, the ~ uitdr. 1 de/het enige echte, de/het
race tegen de klok uitdr. ☼ strijd tegen de tijd, authentieke, het origineel §; 2 toppunt
gevecht tegen de klok, aanpoten § real-time, (in) ~ bw. 1 direct, rechtstreeks; 2
race to the bottom z.nw. neerwaartse spiraal onverwijld, onmiddellijk; 3 tijdsgetrouw, (in) ware
race to the top z.nw. opwaartse spiraal tijd §
racewagen z.nw. ☼ renwagen, wedstrijdauto rebooten ww. herstarten, opnieuw opstarten
rack z.nw. rek rebound z.nw. 1 terugstuit(bal); 2 herkansing
racket z.nw. ☼ rebranding z.nw. hermerking
raft z.nw. wildwatervlot, ruigteboot recall z.nw. 1 [product] terugroepactie, (het)
raften ww. wildwatervaren terughalen, (het) uit de schappen halen; 2
rafting z.nw. (het) wildwatervaren [hoogwaardigheidsbekleder] terugroeping,
rail z.nw. 1 ☼ spoorstaaf; 2 spoor, spoorweg; 3 ☼ terugfluiting; 3 [ICT] trefpercentage
(gordijn)geleider
recallen ww. terugroepen, terughalen
railen ww. sporen, treinen
receiver z.nw. ontvanger
railing z.nw. reling, verschansing
recital z.nw. (solo-)uitvoering, (solo)concert
rally z.nw. 1 [tennis] slagenwisseling, slagenreeks; 2
reclamespot z.nw. ☼ reclameboodschap,
sterrit; puzzelrit; 3 wegwedstrijd, trajectwedstrijd; 4
reclamefilm(pje)
bijeenkomst, reünie, toogdag; 5 [beurs]
record z.nw. 1 (bestands)element, tabelregel,
(koers)herstel, opleving
bestandsregel; 2 plaat, geluidsopname; 3
ranch z.nw. 1 (vakantie)hoeve, (vakantie)landgoed,
archiefstuk, dossier
(vakantie)boerderij; 2 (vee)hoeve, veelandgoed
recordable b.nw. beschrijfbaar, brandbaar ☺
R&D (research & development) z.nw. O&O
recorder z.nw. schrijver, opnemer
(onderzoek & ontwikkeling)
recovery z.nw. (het) herstellen, herstel
random, (at) ~ bw. 1 willekeurig, aselect; 2 lukraak, in
recovery (room) z.nw. uitslaapkamer,
het wilde weg
verkoever(kamer)
random access z.nw. directe toegang
recruiten z.nw. (personeel) werven, rekruteren
random-access memory z.nw. werkgeheugen
recruiter z.nw. personeelswerver,
random number z.nw. willekeurig getal, aselect getal
wervingsfunctionaris, rekruteur
random sample z.nw. aselecte steekproef
recruitment z.nw. werving
range z.nw. 1 scala, reeks; assortiment, pakket; 2
recyclebaar b.nw. herbruikbaar, te hergebruiken,
bereik; 3 draagwijdte, reikwijdte; 4 spreidingsgebied
(ver)kringloopbaar
ranken ww. 1 rangschikken, klasseren; 2 gerangschikt
recycle bin z.nw. [ICT] prullenbak
staan, geplaatst staan
recycled b.nw. kringloop-
ranking z.nw. 1 classificatie, klassering; 2 klassering,
recyclen ww. hergebruiken; herverwerken
(rang)plaats, notering
recycling z.nw. hergebruik, kringloop
rankinglijst z.nw. ranglijst
red beans z.nw. mexicaanse bonen, rode bonen
rapidpartij z.nw. tempopartij
red-light district z.nw. rosse buurt
rapid reaction force z.nw. snellereactiemacht, snelle-
redneck z.nw. betonkop
interventiemacht
red tape z.nw. bureaucratie, ambtenarij, rompslomp
rapidschaak z.nw. temposchaak
reel z.nw. 1 haspel, spoel, molen; 2 spoel; (spoel)film
rapidschaken ww. temposchaken
referee z.nw. 1 (hoofd)scheidsrechter; 2 [tennis]
rate z.nw. 1 tempo, snelheid, mate; 2 tarief, prijs, koers
wedstrijdleider; 3 [wetenschap] beoordelaar,
raten ww. 1 waarderen, beoordelen, waardering
referent
toekennen; 2 classificeren, indelen, kwalificeren
refund z.nw. restitutie, terugbetaling, teruggave
rating z.nw. 1 [alg.] waardering, beoordeling; 2
refunden ww. restitueren, terugbetalen
classificatie, indeling, kwalificatie; 3 [sport] sterkte,
regular b.nw. normaal, standaard, gewoon
notering, klassering; 4 waarderingscijfer, kijkcijfer; 5
[scheepvaart] (constructie)klasse regular expression z.nw. [ICT] geregelde uitdrukking,
ratrace z.nw. carrièrewedloop, ellebogenstrijd, reguliere expressie, beregelde term
rattenstrijd relax- in samenst. languit-, ontspan-, lui
relaxed b.nw. ontspannen

41
relaxen ww. (zich) ontspannen, bijkomen, languiten reviewen ww. 1 recenseren, bespreken; beoordelen,
release z.nw. 1 uitgifte, (het) uitbrengen; uitgave; becommentariëren; 2 herzien, reviseren; 3
(nieuwe) versie, (nieuwe) uitgave, (nieuwe) editie; 2 evalueren; terugblikken
(het) vrijgeven revisited, … ~ uitdr. … opnieuw beschouwd,
releasen ww. 1 uitbrengen; 2 vrijgeven nogmaals …; terug naar …, … jaren later, …
release note z.nw. versienotities, uitgavebrief vijf/tien/enz. jaar later
reliability z.nw. betrouwbaarheid revival z.nw. 1 (her)opleving, wedergeboorte,
remake z.nw. [alg.] nieuwe versie, [film] herfilming, herleving; hernieuwde belangstelling; 2 [geloof]
nieuwe verfilming, [cd] heruitvoering reveil, wederbloei; 3 herstel, wederopbloei
remedial teacher z.nw. speciaalleraar, herstelleraar, revoken ww. herroepen, intrekken
facetleraar revolver z.nw. ☼
remedial teaching z.nw. speciaalonderwijs, rewinden ww. terugspoelen, terug §
herstelonderwijs, facetonderwijs rewind-knop z.nw. terugspoelknop
reminder z.nw. geheugensteuntje, herinnering(sbrief) rewritable b.nw. her(be)schrijfbaar
remote control z.nw. 1 afstandsbediening; 2 rewritable z.nw. her(be)schrijfbare cd/dvd
afstandsbesturing ride z.nw. (toer)rit(je), (toer)tocht(je)
remote device z.nw. randapparaat, afstandsapparaat ridge soaring z.nw. (het) hellingstijgwindvliegen
remote sensing z.nw. afstandswaarneming, right! uitdr. juist ja, oké!
teledetectie, (het) waarnemen op afstand rightsizen ww. herstructureren, afslanken, bijschaven
remover z.nw. 1 reinigingslotion, gezichtsreiniger, ringtone z.nw. beltoon, rinkeldeun(tje)
verwijderaar; (nagel)lakverwijderaar, nagelreiniger; ringxiety z.nw. belwaan, rinkelzucht
2 reinigingsmiddel, vlekkenmiddel, vlekkenwater rip-deal z.nw. valstrikroof, roofkoop, rooftransactie
renamen ww. hernoemen, een andere naam geven rip-off z.nw. afzetterij; oplichterij
rent-a-car z.nw. autoverhuur rippen ww. 1 ☼ afhandig maken, beroven; 2 [ICT]
replay z.nw. 1 overgespeelde wedstrijd; 2 herhaling (af)plukken, overzetten, inlezen
reply z.nw. antwoord, berichtje terug ripper z.nw. ☼ (drugs/narcotica)rover, narcopiraat
replyen ww. antwoorden, beantwoorden § risk-assessment z.nw. risicoanalyse, risico-onderzoek
reporter z.nw. verslaggever risk management z.nw. risicobeheer(sing)
reprint z.nw. overdruk, (ongewijzigde) herdruk risk manager z.nw. 1 hoofd risicobeheer; 2
requirements z.nw. vereisten, (functie)eisen, verzekeringsadviseur, risicoanalist
kwalificaties; [ICT] vereisten, specificaties roadblock z.nw. wegversperring, wegblokkade,
research z.nw. 1 (wetenschappelijk) onderzoek; 2 controlepost
speurwerk roadie z.nw. tourneeassistent, artiestenbegeleider,
research and development (R&D) z.nw. onderzoek (tournee)technicus
en ontwikkeling (O&O) road manager z.nw. tourneeassistent,
researcher z.nw. onderzoeker artiestenbegeleider, (tournee)technicus
researchjournalistiek z.nw. onderzoeksjournalistiek roadmap z.nw. 1 wegenkaart; 2 routeplan, routekaart,
reseller z.nw. wederverkoper, doorverkoper weg
resetten ww. herstarten; nullen, op nul zetten roadmovie z.nw. onderwegfilm, op-weg-film, wegfilm
reshuffelen ww. 1 herverdelen; 2 omgooien, husselen road-pricing z.nw. (het) rekeningrijden
resort z.nw./in samenst. 1 recreatieoord, vakantieoord, roadshow z.nw. reizende voorstelling, rijdende
-paradijs; 2 hersteloord, kuuroord; verwencentrum presentatie
resource z.nw. middel, (hulp)bron roadside bom(b) z.nw. bermbom
resources z.nw. (financiële) middelen roadside device z.nw. bermbom
response z.nw. beantwoording, respons roadtest z.nw. 1 rijtest, testrit; 2 rijtestverslag,
restylen ww. omstijlen, moderniseren, testritverslag
(vorm)vernieuwen roaring forties z.nw. [breedtegraden] bulderende
restyling z.nw. omstijling, modernisering, veertig
(vorm)vernieuwing roaring sixties z.nw. roerige jaren zestig, woelige
retail z.nw. detailhandel jaren zestig, wilde jaren zestig
retailer z.nw. detailhandelaar, detaillist roaring twenties z.nw. roerige jaren twintig, bruisende
retrieval z.nw. (het) terugzoeken jaren twintig
retrieval system z.nw. zoeksysteem role model z.nw. rolmodel
return z.nw. 1 terugwedstrijd; 2 terugslag; 3 keertoets, rollbar z.nw. rolbeugel
regelversteltoets; 4 opbrengst, rendement, resultaat rollerbox z.nw. 1 (verf)rollerhouder; 2 rolkist, rolbak,
return, hard ~ z.nw. alineaeinde roldoos
return, point of no ~ uitdr. beslispunt, keergrens, rollercoaster z.nw. achtbaan, tuimeltrein
beslissend moment rollerskate z.nw. rolschaats
returnmatch z.nw. terugwedstrijd roofrack z.nw. dakrek, vast imperiaal, dakdrager
return on investment z.nw. kapitaalopbrengst, roofrail z.nw. draagstang, draagrand
investeringsrendement, investeringsresultaat
return on sales z.nw. verkooprendement ☼ aanvaardbaar
revampen ww. opkalefateren  zinsconstructie aanpassen
reverse engineering z.nw. reconstructie, decompilatie
☺ frivole vervanger
review z.nw. 1 tijdschrift, periodiek; 2 recensie,
(boek)bespreking, beoordeling, kritiek; 3 herziening, ¿ twijfelvervanger(s)
revisie; 4 evaluatie; overzicht, terugblik ¶ probleemwoord

42
rookie z.nw. eerstejaars(sporter), aspirant; broekie, sadder and/but wiser uitdr. grijzer en wijzer, een
nieuweling illusie armer maar een ervaring rijker, gelouterd
room z.nw. zaal, kamer, ruimte safe b.nw. veilig, betrouwbaar
room divider z.nw. ruimtescheider, janus(boeken)kast/ safe z.nw. brandkast, kluis
rek safe, op ~ spelen uitdr. het zekere voor het onzekere
room-service z.nw. 1 [dienst] kamerbediening; 2 nemen, op zeker spelen, geen risico’s nemen
[persoon] kamerbediende, kamerkelner, safe haven z.nw. 1 toevluchtsoord, veilige haven,
kamerserveerster veilige plek; 2 beschermd gebied
roots z.nw. wortels, afstamming, afkomst safe house z.nw. schuilhuis, beschermplek,
rough z.nw. 1 [golf] ruigte, ruigveld; 2 (ruwe) schets onderduikoord
round up z.nw. conclusie, resumé safe sex z.nw. veilig vrijen, veilige seks
royalties z.nw. auteurspercentage, makersdeel, safety z.nw./in samenst. veiligheid(s-), zekerheid(s-);
auteursvergoeding beveiliging(s-)
royalty z.nw. 1 hoogheden, vorsten, blauw bloed; 2 safety first uitdr. veiligheid voor alles, veiligheid gaat
hofpers, adelvaria, hofverslaggeving, kroonbladen voor
☺ safety shop z.nw. beveiligingszaak
royalty-watcher z.nw. hofverslaggever, hofkenner, salad bar z.nw. saladebuffet
vorstenhuisdeskundige sale z.nw. uitverkoop, opruiming
rsi z.nw. muisarm, overbelastingskramp, sales z.nw. omzet
herhalingsoverbelasting sales- in samenst. verkoop-
rubbish z.nw. 1 onzin, leuterkoek, flauwekul; 2 troep, sales manager z.nw. verkoopleider, hoofd verkoop
rotzooi sales team z.nw. verkoopploeg
rugcrawl z.nw. ¿ rugslag sample z.nw. 1 monster, staal, voorbeeld; 2
rules, […] ~ uitdr. […] regeert, is de baas, slaat alles geluidsfragment, klankflard; 3 steekproef; 4
rules of engagement z.nw. [mil.] geweldsinstructie preparaat
run z.nw. 1 stormloop; 2 [een ~ ondernemen] samplen ww. 1 bemonsteren, een monster nemen uit;
rennen §; 3 loop, duurloop; 4 [cricket, honkbal] ☼; 5 2 vermengen, (flard)monteren, fragmonteren ☺
[ICT] (door)draai, gang, (door)loop sampler z.nw. 1 monsternemer, monstertrekker; 2
runnen ww. 1 exploiteren, uitbaten, bestieren; leiden, montageapparaat, fragmonteur ☺; 3 proefplaat,
drijven, besturen; beheren, draaiend houden, staal-cd
bestieren; 2 [ICT] laten lopen, draaien; 3 [van sampling z.nw. 1 bemonstering, monsterneming; 2
informant] erop na houden; 4 snorren, beunrijden, (het) (flard)monteren, fragmontage ☺
ritselrijden sandalwood z.nw. sandelhout
runner z.nw. 1 (klant)ronselaar, klantenjager; 2 sandwich z.nw. 1 ☼ dubbele boterham, dubbeldekker;
bloktros, blokkabel, loper; 3 gordijnwieltje, roller(tje), 2 [België] (zacht) puntbroodje; 3 [sport] tang, klem,
lopertje; 4 snorder, beunrijder, ritselrijder mangel; 4 [tafeltennis] duplex, dubbellaags §; 5
runner-up z.nw. 1 kanshebber; 2 opstomer; 3 tweede, [seks] dubbeldekker, dubbele penetratie
nummer twee sandwich- in samenst. 1 gelaagd, lagen-; 2 tang-,
running, in de ~ zijn uitdr. (nog) meedoen, (nog) klem-, mangel-
meedingen, (nog) een goede kans hebben; (nog) sandwichbo(a)rd z.nw. loopbord, wafelbord
actief zijn, (nog) meedraaien sandwichen ww. 1 mangelen, klemzetten, in de tang
running, uit de ~ zijn uitdr. uitgeschakeld zijn, eruit nemen; 2 [media] tussenvoegen, inklemmen; 3
liggen; uit de roulatie zijn, niet meer gevraagd [seks] dubbele penetratie §, dubbeldekken
worden, niet meer meetellen sandwichman z.nw. loopborddrager, reclamedrager,
running gag z.nw. repeteergrap, groeigrap wandelend reclamebord
running lights, (daytime) ~ z.nw. (dag)rijlichten, sandwich-spread z.nw. smeersalade,
attentielichten, [form.] motorvoertuigverlichting boterhamsalade
overdag (MVO) Santa Claus eigennaam Kerstman
running mate z.nw. 1 vice-kandidaat, medekandidaat; sauce z.nw. saus
2 vice-presidentskandidaat, kandidaat-vice- saven ww. opslaan, bewaren, veiligstellen
president say z.nw. zeggenschap, inspraak
runshoppen z.nw. haastwinkelen, wervelwinkelen, say cheese uitdr. even lachen, zeg eens ‘brie’
blikseminkopen doen say no more uitdr. ik weet genoeg, zeg maar niets
rush z.nw. 1 [mensen] stormloop, (grote) toeloop; 2 meer
[paarden] versnelling, (tussen)sprint; 3 [sport] uitval; scam z.nw. zwendel
4 [film] ruwe opname, (draai)dagstrook; 5 [drugs] scan z.nw. 1 ☼ (het) aflezen, (het) aftasten; (iris-,
flitsroes, stootroes; 6 [vogels] stormtrek, flitstrek handpalm-, enz.)opname; 2 ☼ (MRI-, CT-, enz.)beeld;
rushen ww. zich haasten, snellen 3 (het) inlezen; 4 [fig.] doorlichting
rushes, (film)~ z.nw. ruwe opnames, scannen ww. 1 ☼ uitlezen, inlezen, aflezen; opnemen;
(draai)dagstroken 2 [in betekenis een medisch (MRI-, CT-, enz.)beeld
rush hour z.nw. spitsuur maken] ☼; 3 [ICT] inlezen; 4 [fig.] doorlichten; 5
[ether] afzoeken, aftasten; 6 doorkijken, vluchtig
doornemen, diagonaal lezen
S abbatical (leave) z.nw. sabbatsverlof, opfrisverlof scanner z.nw. 1 codelezer, leespen, leespistool,
leesplaat; (iris-, handpalm-, enz.)lezer; 2 ☼ (MRI-,
sabbatical year z.nw. sabbatsjaar CT-, enz.)apparaat; 3 [ICT] inlezer, leesplaat; 4 [fig.]

43
doorlichter; 5 signaalzoeker, (frequentie)aftaster, screwball comedy z.nw. mafkeeskomedie,
etherspeurder (halvegaren)klucht
scene [E-uitspr.] z.nw. circuit, wereldje scrimmage z.nw. spelerskluwen, (doel)worsteling,
science z.nw. natuurwetenschap(pen), exacte vakken, kluts
bètawetenschap(pen) script z.nw. 1 scenario, draaiboek; 2 [ICT]
Science z.nw. Natuurwetenschappen programmaatje
sciencefiction z.nw. 1 ☼ wetenschapsfantasie, scriptgirl z.nw. regieassistente
futurofictie; 2 toekomstmuziek, droombeeld, scrollbar z.nw. schuifbalk
toekomsttechnologie scrollen ww. (door)rollen
scone z.nw. boterbroodje, theebroodje scroll lock z.nw. rolvergrendeling, schuifslot
scoop z.nw. 1 primeur, klapper; 2 [hockey] wipslag, scum z.nw. uitschot
boogslag; 3 ijslepel, ijsschep sealen ww. infoliën, verzegelen, dichtfoliën
scooter z.nw. ☼ stadsbrommer sealskin z.nw. zeehondenbont, robbenpels
scootmobiel z.nw. elektromobiel, snormobiel search z.nw. 1 [ICT] zoekactie, zoekbewerking; 2
scope z.nw. 1 reikwijdte, strekking; 2 terrein; 3 zoektocht
armslag, ruimte searchbar z.nw. zoekbalk
score z.nw. 1 ☼ resultaat, puntenaantal, puntentotaal; searchen ww. 1 (op)zoeken, nazoeken; 2
2 [sport] ☼ uitslag, stand; 3 [onderzoek] ☼ uitslag, zenderzoeken, kanaalzoeken
(test)resultaat; uitkomst; 4 filmmuziek, partituur search-engine z.nw. zoekmachine, zoekprogramma
scorebord z.nw. ☼ puntenbord, uitslagbord searcher z.nw. 1 zoekprogramma, zoeker; 2 werving-
scoren ww. 1 [sport] ☼ (doel)punt maken, (het doel) en-selectieadviseur
treffen; 2 ☼ [seks; overg.] te pakken krijgen, plat -searcher in samenst. -zoeker, -vinder
krijgen, versieren; [seks; onoverg.] een nummertje searchopties z.nw. zoekopties, zoekmogelijkheden,
maken, een punt zetten; [film, museum, koffie, ijs, zoekvoorwaarden
e.d.] doen, pakken; [hit] hebben, halen; [drugs; seasoned pepper z.nw. kruidenpeper
overg.] bemachtigen, op de kop tikken; [drugs; seasoning z.nw. 1 kruiden(mengsel), kruiderij; 2
onoverg.] spuiten, snuiven; 3 ☼ [cijfers] vastleggen, kruidenthee
noteren, turven seat z.nw. 1 zitplaats; 2 leunstoel, fauteuil
scoren, goed/hoog ~ ww. ☼ het goed doen, hoog seat only uitdr. alleen zitplaats, alleen vliegreis
eindigen, succes hebben, goed presteren seat only-(aanbieding, enz.) in samenst. enkel-
scoren, slecht/laag ~ ww. ☼ het slecht doen, laag stoel(aanbieding, enz.)
eindigen, slecht presteren second best b.nw./bw. 1 op een na beste; 2 tweede
scout z.nw. 1 padvinder, verkenner; 2 talent(en)jager, keus
talent(en)zoeker second-hand b.nw. tweedehands
-scout in samenst. -speurder, -zoeker, -jager second opinion z.nw. tweede beoordeling, tweede
scouten ww. 1 padvinden, bij de diagnose
padvinderij/verkenners zitten; 2 opsporen, speuren second thoughts z.nw. bedenkingen
(naar), zoeken; 3 talentjagen, talentzoeken security z.nw. 1 beveiliging; 2 beveiliging(sdienst),
scouting z.nw. 1 padvinderij; 2 (het) opsporen, (het) bewaking(sdienst)
speuren (naar), (het) zoeken; 3 (het) talentjagen, securitycard z.nw. beveiligingspas(je), pasje
(het) talentzoeken security management z.nw. beveiligingsbeleid;
scrambelen ww. vervormen, (ver)husselen, veiligheidsbeleid
versleutelen security manager z.nw. hoofd beveiliging,
scrambled eggs z.nw. roerei(eren) beveiligingschef
scrambler z.nw. vervormer, (ver)husselaar, security-officer z.nw. bevelligingsfunctionaris
versleutelaar see you! uitroep wij zien elkaar!, ik zie je (nog)!, tot
scratch card z.nw. kraskaart kijk!, later!
scratchen ww. (kris)krassen, kratsen, snierken seedless b.nw. pitloos, zonder pit
scratcher z.nw. (kris)krasser, kratser, snierker self-denying prophecy z.nw. zichzelf ontkrachtende
scratch tape z.nw. kladband voorspelling, zichzelf tegenwerkende voorspelling,
screen z.nw. scherm zichzelf ondermijnende voorspelling
screenager z.nw. digikoter, beeldschermkind/jongere, self-esteem z.nw. zelfrespect, zelfwaardering, (gevoel
beeldschermjeugd van) eigenwaarde
screen capture z.nw. schermopname, schermafdruk self-fulfilling prophecy z.nw. zichzelf vervullende
screen dump z.nw. schermplemp, schermafdruk voorspelling, zichzelf waarmakende voorspelling
screenen ww. 1 doorlichten; 2 testen selfgovernment z.nw. (beperkt) zelfbestuur,
screening z.nw. 1 antecedentenonderzoek, autonomie
achtergrondonderzoek; 2 onderzoek, doorlichting; selfkicker z.nw. eigengeiler, egotripper
bevolkingsonderzoek; 3 controle, toetsing, selfmade man z.nw. zelfrijzer, autodidact, heeft het
doorlichting (allemaal) zelf gedaan §, deed-het-zelver ☺
screenplay z.nw. scenario selfmanagement z.nw. zelf(be)geleiding, zelfleiding,
screensaver z.nw. schermbeveiliging zelfaansturing
screenshot z.nw. schermopname selfservice z.nw. zelfbediening, zelfbedieningswinkel
screentest z.nw. proefopname, cameratest, camera- selfstarter z.nw. initiatiefnemer, initiator
auditie self-storage z.nw. huuropslag(plaats),
screentime z.nw. beeldtijd, beeldaanwezigheid, zelf(bedienings)opslag
buisminuten/uren

44
self-storagebedrijf z.nw. zelfopslagbedrijf, setpoint z.nw. setpunt
opslagverhuurder settelen ww. 1 afhandelen, regelen; 2 consolideren
selfsupporting b.nw. zelfvoorzienend settelen, (zich) ~ ww. zich vestigen, zich installeren;
selftest z.nw. 1 [ICT] zelftest, (automatische) (interne) zich nestelen
controle; 2 zelftest, zelftoets, oefententamen setten ww. 1 instellen; 2 initialiseren, toekennen, een
selling point z.nw. verkoopargument, (belangrijk) waarde geven
pluspunt setting z.nw. 1 context, achtergrond, verband,
selling point, unique ~ z.nw. onderscheidend omstandigheden; decor, omgeving, omlijsting;
verkoopargument, uniek pluspunt samenstelling, gezelschap; 2 [edelsteen] vatting,
sellotape z.nw. (doorzichtig/ doorschijnend) plakband zetting; 3 [ICT] instelling
semiconductor z.nw. halfgeleider set-up z.nw. 1 opzet, opbouw, organisatie, structuur,
seminar z.nw. 1 cursus, werkgroep, studiegroep, opstelling, inrichting; 2 [volleybal] voorzet; 3 opzetje,
werkcollege; 2 studiedag, studiebijeenkomst, erin luizen §, doorgestoken kaart §; 4 [ICT]
symposium installatie; instelling(en); configuratie
senior [E-uitspr.] b.nw. ervaren, senior [NL-uitspr.], seventies z.nw. jaren zeventig
eerste [invullen: beroep] sexappeal z.nw. 1 [personen] erotische
senior management z.nw. topkader, directie, aantrekkingskracht, (zinnelijke) uitstraling,
bovenkader eromagnetisch §, stootkracht ☺; 2 [zaken]
sense of urgency z.nw. urgentiebesef, gevoel van verleidingskracht, uitstraling, aantrekkelijkheid
dringendheid sexappeal hebben ww. eromagnetisch zijn
sensor [E-uitspr.] z.nw. (elektronische) voeler, sexier maken ww. aantrekkelijker maken, opleuken;
aftaster, sensor [NL-uitspr.] aandikken
septic tank z.nw. afbraakvat, vergistingsbak sex-shop z.nw. sekswinkel, erotheek
sequel z.nw. vervolg(film), nakomer sexy b.nw. 1 verleidelijk, prikkelend, opwindend,
sequencen ww. 1 arrangeren, samenstellen; 2 pikant, uitdagend, sensueel; 2 [fig.] aanlokkelijk,
[biotechnologie] volgordenen, uitbaseren spannend
sequencer z.nw. 1 montageapparaat, fragmonteur ☺; shabby b.nw. sjofel, armoedig, haveloos, armzalig
2 [biotechnologie] volgordebepaler, genoom-bepaler shag z.nw. ☼ roltabak, sjek
serve-(and-)volley z.nw. opslag-netspel, serveer- shagje z.nw. sjekkie, saffie
volleerspel shake hands, (let's) ~ uitdr. (laten we) elkaar de hand
server z.nw. ¿ centrale (computer), hoofdcomputer schudden, geef elkaar de hand , zand erover!; 2 we
service z.nw. 1 dienstverlening, bediening; 2 (-)dienst; kunnen elkaar een hand geven, je bent niet de
3 [sport] opslag; 4 hulpdienst; 5 bedieningsgeld enige
service-auto z.nw. onderhoudsauto, reparatiewagen; shaken ww. 1 [het kunnen ~] schudden, vergeten; 2
leenauto, leenwagen beven, trillen; 3 [drankje] schudden, mengen
servicebeurt z.nw. onderhoudsbeurt shaken baby syndrome z.nw. (baby)schudsyndroom,
servicecenter z.nw. 1 onderhoudswerkplaats; 2 schudletsel
(afdeling) dienstverlening, klantendienstcentrum shake-out z.nw. uitdunning, uitschifting,
service company z.nw. dienstverlenende (sector)sanering
onderneming, dienstverlenend bedrijf, shaker z.nw. [drankje] schudkan, mengbeker
dienstverlener shaky b.nw. beverig, bibberig
servicecontract z.nw. onderhoudscontract shaming z.nw. schaamtestraf, (het) schanderen, (het)
service counter z.nw. klantenbalie, (bedienings)balie beschamen
service-desk z.nw. reparatiebalie; klantenbalie, shampoo z.nw. 1 [haarwasmiddel] ☼; 2 tapijtreiniger
(afdeling) ondersteuning, hulpbalie shape, in ~ z.nw. in vorm
servicedienst z.nw. onderhoudsdienst; hulpdienst, share z.nw. 1 aandeel, waardepapier, effect; 2
reparatiedienst (aan)deel, portie, part; 3 [ICT] verspreid(ings)map,
serviceflat z.nw. verzorgingsflat deelschijf, open(gestelde) map
service-game z.nw. opslagbeurt shared b.nw. gedeeld
servicegericht b.nw. klantgericht, klantvriendelijk, shareholder z.nw. aandeelhouder
dienstverlenend ingesteld shareholder value z.nw. aandeelhouderswaarde,
servicekosten z.nw. dienst(verlenings)kosten, beleggerswaarde(ring)
beheer(s)kosten; onderhoudskosten, sharen ww. [ICT] delen, beschikbaar stellen
gebruikskosten, beheer(s)kosten shareware z.nw. probeerwaar, proefprogramma(tuur),
service level agreement (SLA) z.nw. deelwaar
kwaliteitsniveauovereenkomst, staat-van- shaving cream z.nw. scheercrème, scheerzeep
levering-afspraak (SLA) shaving foam z.nw. scheerschuim
servicemonteur z.nw. onderhoudsmonteur; shawl z.nw. sjaal
fabrieksmonteur sheddak z.nw. zaagdak, zaagtanddak
servicen ww. 1 een (onderhouds)beurt geven, nazien; sheepskin z.nw. schaapsvacht
nazorg verlenen, nalopen; 2 bedienen sheepskin- in samenst. schapen-
service provider z.nw. (internet)aanbieder sheet z.nw. 1 transparant, projectievel; 2 vel, flap
services z.nw. diensten, dienstverlening sheetfeeder z.nw. formulierinvoer, (losse) bladinvoer
servicestation z.nw. onderhoudsstation, pompstation- shelfware z.nw. plankwaar,
plus winkeldochter(programmatuur)
servicewagen z.nw. onderhoudswagen shell z.nw. (gebruikers)omgeving, (gebruikers)schil
serving z.nw. portie, dosis

45
shell script z.nw. instructieprogrammaatje, -shoppen in samenst. [van notaris, arts, enz.]
commandoprocedure -winkelen, -oriëntatie, -verkennen, -struinen
shellshock z.nw. granaatschok, beschietingstrauma shopper z.nw. 1 boodschappentas, winkeltas; 2
shelter z.nw. 1 schuilplaats; 2 (kampeer)tentje winkelwagen; 3 winkelaar, koper, klant
shemale z.nw. vrouwman, hijmeid shopping- in samenst. winkel-
shift z.nw. 1 ploegendienst; ploeg, dienst; 2 werktijd, shoppingbag lady z.nw. tasjesvrouwtje,
dienst; 3 verschuiving, verandering, opschuiving (draagtas)zwerfster, tasjesdame
shiften ww. 1 verschuiven, veranderen, opschuiven; 2 shoppingcenter z.nw. winkelcentrum
oprotten, wegwezen shopping list z.nw. boodschappenlijst
shift(toets) z.nw./uitdr. hoofdletter(toets), shopping mall z.nw. winkelgalerij,
kapitaal(toets), wissel(toets) mega(winkel)centrum
shingle z.nw. 1 dakspaan, leertegel; 2 bitumenstrook, shopping street z.nw. winkelstraat
bitumenlei shop steward z.nw. bedrijfscontactman/vrouw,
-ship achtervoegsel -schap vakbondsvertegenwoordiger
shirt z.nw. hemd, overhemd shortcut key z.nw. sneltoets
shit z.nw. 1 rotzooi, troep, ellende; onzin, gelul; 2 shortcut z.nw. 1 [lett.] afsnijden §, binnendoor §,
[drugs] spul, zooi doorsteek; 2 [fig.] kortste route, snelste weg; 3
shit, in de ~ zitten uitdr. in de stront zitten snelkoppeling
shit- in samenst. klote-, klere-, kut-, rot- short drink z.nw. borrel, pikketanussie
shit! uitroep verrek!, stik!; kut!, verdomme! shorten ww. contramineren, vooruitverkopen,
shit happens uitdr. die dingen gebeuren nou eenmaal, dalingspeculeren
brute pech short gaan, (on) ~ ww. contramineren,
shit in, shit out (SISO) uitdr. bagger erin, bagger eruit, vooruitverkopen, dalingspeculeren
troep erin, troep eruit (TETE) shorthand z.nw. 1 stenografie, steno; 2 afkorting,
shock z.nw. 1 schoktoestand, zenuwschok; 2 schok, verkorte weergave, compact §
(psychische) klap, opdoffer, dreun shortlist z.nw. toplijst, nominatie(lijst), eindselectie
shock, in ~ uitdr. in (een) schoktoestand short(s) z.nw. korte broek
shock and awe uitdr. intimidatiebombardement, short-stay facility z.nw. kortverblijfwoning,
overdonderingsbombardement overbruggingswoning
shocken ww. 1 schokken, aanstoot geven, short-stay(-unit) z.nw. kortverblijf, afdeling kortverblijf
schokkeren; 2 een schokbehandeling geven, short story z.nw. kort verhaal
elektroschokken short-term b.nw. 1 op (de) korte termijn, kortetermijn-;
shockeren ww. schokken, aanstoot geven, 2 kortlopend
schokkeren shot z.nw. 1 (foto-)opname, foto; (film)opname; 2
shocking b.nw. 1 schokkend, onthutsend; 2 injectie, spuit; lading, stoot, dosis
aanstootgevend, stuitend shot in the dark z.nw. slag in de lucht
shocklong z.nw. beademingslong shovel z.nw. laadschop
shockproof b.nw. schokbestendig, schokvast show z.nw. 1 ☼ voorstelling, vertoning, spektakel; 2 ☼
shocktherapie z.nw. 1 [med.] schoktherapie, amusementsprogramma; 3 tentoonstelling,
schokbehandeling; 2 [fig.] schrikeffect, demonstratie; uitstalling; 4 (mode)presentatie; 5
schokwerking § uiterlijk vertoon, toneelspel, schijn; 6 nep
shockvertising z.nw. schokreclame, schokvertentie show, de ~ stelen uitdr. (aller/alle) aandacht trekken,
shoeshop z.nw. schoenenwinkel het middelpunt zijn, het meeste succes hebben
shoker z.nw. zie choker 2 show, the ~ must go on uitdr. het leven gaat
shoot z.nw. fotosessie door/verder, de voorstelling moet doorgaan, billen
shoot! uitroep kom maar op!, zeg het maar!, roept u bij elkaar en recht vooruit
maar!, brand maar los! show, voor de ~ uitdr. om (de) aandacht te trekken,
shooten ww. plaatjes schieten, fotograferen, foto's om op te scheppen, om op te vallen; voor de schijn,
nemen; filmen voor de vorm
shooter z.nw. pepdrankje, opschopper show- in samenst. demonstratie-, demo-; nep-, schijn-
shooting z.nw. fotosessie showbink z.nw. blitshaantje, patser, protser
shooting gallery z.nw. schietbaan, schiettent showbusiness/ showbizz z.nw. amusementswereld,
shoot-out z.nw. 1 strafschoppen(reeks); 2 theaterwezen; vermaakindustrie, klaterhandel
beslisronde; 3 vuur(wapen)gevecht, schietpartij showcard z.nw. staalkaart, monsterkaart, toonkaart
shoot-to-killbeleid uitdr. neerschietbeleid, showcase z.nw. demonstratie(materiaal),
uitschakelbeleid, doodschietbeleid monsterkoffer; toonbankverpakking
shop z.nw./in samenst. 1 winkel; 2 -winkel, -handel, showdag z.nw. open dag, kijkdag
-afdeling showdown z.nw. directe confrontatie, afrekening,
shopaholic z.nw. koopziek §, winkelverslaafde blufduel
shopliften ww. winkeldiefstal plegen, (winkel)jatten, showen ww. 1 laten zien, (ver)tonen, demonstreren,
winkeltillen presenteren; 2 paraderen; 3 pronken met
shoplifting z.nw. winkeldiefstal, (het) winkeljatten, shower z.nw. douche
(het) winkeltillen showgirl z.nw. ¿ revuemeisje, podiumdanseres
shop manager z.nw. winkelchef, filiaalchef showlij(d)er z.nw. opschepper, dikdoener, patser
shoppen ww. 1 winkelen; 2 rondkijken, zich showman z.nw. theaterman
oriënteren, verkennen, struinen showmaster z.nw. ¿ presentator, showleider

46
showmodel z.nw. demonstratiemodel, single z.nw. 1 alleenstaande, vrijgezel, alleengaande;
toonbankmodel, etalagemodel, demodel ☺ 2 enkelspel; 3 enkelaar, cd-enkeltje, 45-
showpik z.nw. opscheppertje, dikdoenertje, patsertje toerenplaatje
showproces z.nw. schijnproces, nepproces single-issuepartij z.nw. eenthemapartij
showreel z.nw. demo(nstratie)film(pje)/video, singlet z.nw. 1 hardloophemd, mouwloos hemd; 2
filmstaalkaart, etalagefilm(pje) (onder)hemd
showroom z.nw. toonzaal, toonkamer, sinking fund z.nw. amortisatiefonds;
presentatieruimte bestemmingsfonds
showstopper z.nw. 1 [zaak] pronkstuk, topstuk; sink-or-swim uitdr. zwemmen of verzuipen, pompen
[persoon] de ster van de avond/film/voorstelling; 2 of verzuipen
struikelblok, pretbederver, afstopper sitcom z.nw. huiskamerklucht
showtas z.nw. zichthoes, zichtmap, presentatiemap site z.nw. 1 [ICT] stek; 2 locatie, (vestigings)plaats; 3
showtime, it's ~ z.nw. het is tijd voor de voorstelling, terrein, opgraving, vindplaats
daar gaan we dan, het spel kan beginnen site manager z.nw. locatiechef, filiaalleider
show-view z.nw. (video-)opneemcode, sitemap z.nw. paginawijzer, (web)paginaoverzicht
cijfer(code)programmering sit-in z.nw. zitbetoging, zitblokkade, zit-actie
shredder z.nw. 1 (papier)versnipperaar; 2 verschroter, sitting duck z.nw. schietschijf, (ge)makkelijke prooi,
mokermolen (ge)makkelijk doel(wit)
shrimp z.nw. garnaal situation awareness z.nw. inzicht in de toestand,
shuffelen ww. 1 schuifelen, slijp(dans)en; 2 door besef van de omstandigheden
elkaar gooien, herverdelen, (weer) verwisselen; 3 sixpack z.nw. 1 zespak, zespakker, pak van zes; 2
[kaarten] schudden, husselen wasbordje, ribbeltjesbuik, ribbelkast
shuffle z.nw. herschikking, herverdeling sixties z.nw. jaren zestig
-shuffle in samenst. -loopje, -pas(je(s)) size z.nw. maat, grootte, formaat, omvang
shunt z.nw. 1 verbindingsader; 2 dialysefistel skate z.nw. straatschaats, lijnrolschaats, wielschaats
shunten ww. parallel schakelen, overbruggen skateboard z.nw. schaatsplank
shutdown z.nw. stillegging, (het) stopzetten skateboarden ww. plankschaatsen
shut down uitdr. [ICT] afsluiten, uitschakelen skaten ww. straatschaatsen, lijnrolschaatsen,
shutter z.nw. 1 rolluik; 2 sluiter wielschaatsen
shuttle z.nw. 1 pluim(bal), (slag)veertje, hoedje; 2 skate-off z.nw. nakwalificatie, afvalwedstrijd(en),
pendel(bus, -dienst, enz.); 3 ruimteveer kwalificatierit(ten)
shuttle-bus z.nw. pendelbus skeeler z.nw. straatschaats, lijnrolschaats, wielschaats
shuttle-service z.nw. pendeldienst skeeleren ww. straatschaatsen, lijnrolschaatsen,
shut up! uitroep houd je mond!, houd je waffel!, bek wielschaatsen
dicht! skelter z.nw. ☼ trapauto, trapwagen
sick b.nw. ziek, ziekelijk, ongezond sketch z.nw. 1 mini-akter, kwinkstukje; 2 schets
sick joke z.nw. smakeloze grap, misselijke streek, skill z.nw. vaardigheid, bekwaamheid
wrange grap skills z.nw. vaardigheden, competenties
-side in samenst. -tribune, -zij(de), -kant skills lab z.nw. praktijklokaal, oefenruimte
side-airbag z.nw. flankballon skimmen ww. 1 pinrollen, pincoderollen, pinpikken; 2
side-impact z.nw. 1 flankbotsing; 2 bijeffect, doorglimpen, scheerlezen; 3 overheenscheren,
neveneffect, zijdelings effect (over de grond) scheren; 4 afschuimen, afromen; 5
sidekick z.nw. aangever; co-presentator, glipperen, ketsen, scheren
gastpresentator skimming z.nw. (het) pinrollen, (het) pincoderollen,
sideletter z.nw. 1 geheime overeenkomst, (het) pinpikken
sluikcontract, nevenclausule; 2 bijlage, skinhead z.nw. kaalkop, kaalknakker, gladkop
nevendocument skippen ww. overslaan
sidemarker z.nw. zijlicht skippybal z.nw. kangoeroebal, zitspringbal
sideskirt z.nw. zijschort skirt z.nw. 1 sierbumper, pronkbumper; 2 rok
sideview z.nw. langsloopzicht, langsrijzicht, zijaanzicht skunk z.nw. stinkdier
sig z.nw. ☼ [ICT] skybox z.nw. stadionloge
sightseeën ww. ¿ bezichtigen, kijktoeren skydiving z.nw. (het) valschermduiken, (het)
sightseeing z.nw. (stads)rondrit, (rond)kijktoer vrijeval(parachute)springen
signature z.nw. kenmerk, signatuur; ondertekening, skyhigh b.nw. torenhoog, hemelhoog
kentekening sky is the limit, the ~ uitdr. het kan niet op, alles is
silent majority z.nw. zwijgende meerderheid mogelijk, alles kan, onbegrensde mogelijkheden §
silly b.nw. onnozel, sullig skyline z.nw. (stads)silhouet, kimlijn
sim-lock z.nw. simblokkering, simslot sky marshal z.nw. vluchtbegeleider, boordbeveiliger
sim locken ww. sim blokkeren, sim vergrendelen skyscraper z.nw. wolkenkrabber
simply the best uitdr. gewoon(weg) de beste, slamming z.nw. klantenroof, (het) klantkapen
domweg de beste, zonder meer de beste slang z.nw. groepstaal, jargon, beroepstaal; straattaal,
singelen ww. enkelspelen platte taal, bargoens
singer z.nw. zanger(es) slapstick z.nw. slappelachfilm, gooi- en smijtklucht
singer-songwriter z.nw. schrijver-zanger, zanger- slash z.nw. schrap, schuine streep
toondichter slasher(film) z.nw. hakselfilm, mootjesfilm
sing-in z.nw. (inloop)zangbijeenkomst slice z.nw. punt, stuk
single b.nw. alleenstaand, vrijgezel, alleengaand slice(bal) z.nw. [tennis] kapbal

47
slicen ww. [tennis] kappen -smoothie in samenst. (aardbei-/kiwi-/enz.-)frisje
slicks z.nw. droogweerbanden, profielloze banden snack z.nw. 1 tussendoortje; (borrel)hapje, knabbeltje;
slide z.nw. [ICT] dia snoep(reep); 2 hartige hap, snelle hap, vette hap,
slideshow z.nw. diavoorstelling, diapresentatie vette bek
sliding z.nw. 1 glij(d)er, glijmanoeuvre, glijbeweging; 2 snackbar z.nw. frituur(zaak), friettent, patatzaak,
glij(d)stang; glij(d)bankje happetaria
slip z.nw. 1 ☼ onderbroek; 2 (-)strook; sluitnota; 3 snacken ww. tussendoren, snaaien, happen, snoepen;
uitglijder, missertje; 4 [van voertuigen] ☼; 5 een vette bek halen
vloeiklei, kleisuspensie, engobe snailmail z.nw. slakkenpost
slip of the pen uitdr. verschrijving, schrijfslippertje snapshot z.nw. kiekje; [fig. en ICT] momentopname
slip of the tongue uitdr. verspreking, uitflapper, sneak z.nw. stiekemerd, gluiperd
tongelukje ☺ sneaken ww. 1 (binnen)glippen, (weg)sluipen; 2
slipover z.nw. ☼ (stiekem) een kijkje nemen, uitproberen
slipper z.nw. ☼ slof sneaker z.nw. gymschoen, sportschoen, gymp(ie)
slipstream z.nw. 1 windschaduw, glijstroom; 2 kielzog sneak preview z.nw. verrassingsfilm,
slogan z.nw. leus, slagzin verrassingsvoorvertoning, verrassingsvoorstelling
slot z.nw. 1 [alg.] ruimte, gaatje, vrij plekje; 2 sleuf, sneaky b.nw. gluiperig, uitgekookt, leep; stiekem,
connector, insteekplaats; 3 [luchtv.] heimelijk, geniepig
vertrek/landingsvenster, tijdvenster, sniffen ww. 1 snuiven, geurgeilen; 2 telesnuiven, e-
vertrek/landingsopening snuffelen
slot(machine) z.nw. gokkast, fruitautomaat, sniffer z.nw. snuiver, geurgeiler
eenarmige bandiet sniper z.nw. sluipschutter
slow b.nw. traag, langzaam, sloom snoopen ww. afluisteren, luistervinken
slow cooker z.nw. (elektrische) stoofpan, smoorpan, snoozen ww. nasoezen
pruttelpan snooze(stand) z.nw. repeteerstand, soezelstand,
slowdating z.nw. ¶ sluimerstand
slowen ww. schuifelen, slijpen snowboard z.nw. sneeuwplank
slow food z.nw. kwaliteitseten, eerlijk voedsel, snowboarden ww. plankskiën, sneeuwplanken
ambachtelijk voedsel snowboot z.nw. sneeuwlaars
slow journalism z.nw. kwaliteitsjournalistiek, snowwear z.nw. wintersportkleding, skikleding
bedachtzame verslaggeving, dieptejournalistiek snuff-movie z.nw. gruweldaadfilm
slow motion, slomo z.nw. vertraagde weergave, soap z.nw. ☼ hangserie, lief-en-leedserie
vertraagd §, traagbeeld soap pad z.nw. zeepsponsje
slow starter z.nw. 1 traag op gang komen §, slome so be it uitdr. het zij zo, dat is dan (maar) zo, dat moet
starter; 2 rustige groeier, trage gestage; laatbloeier dan maar
slumber(stand) z.nw. inslaapstand, sluimerstand social climber z.nw. (sociaal) klimmer,
slums z.nw. sloppen(wijken), krottenwijk standenklimmer
slush(-ice) z.nw. schaafijs, ijslimo(nade) social engineering z.nw. 1 (het) sociofutselen,
small b.nw. [maat] klein (mensen)manipulatie; 2 (het) socioknutselen,
small business z.nw. kleinbedrijf maatschappelijke maakbaarheid, sociale
smallcap z.nw. klein (beurs)fonds, kleine speler, kleine modellering
onderneming socializen ww. sociaal doen, gezelligen, socialiseren
small caps z.nw. kleinkapitaal, kleine hoofdletters social talk z.nw. gekeuvel, beleefdheidsconversatie,
smalltalk z.nw. gekeuvel, koetjes en kalfjes, prietpraat netwerkbabbel
smart b.nw. 1 [personen] slim, handig, pienter; 2 society z.nw. 1 hogere kringen, uitgaanswereld; 2
[zaken] slim, pienter, intelligent genootschap, gezelschap
smart bomb z.nw. slimme bom, doelzoeker socket z.nw. 1 lamphouder, (lamp)fitting; 2 houder,
smart buy z.nw. slimme koop, verstandige koop vatting, schoen; (steker)bus, sleuf, insteekcontact; 3
smartcard z.nw. slimme kaart, chipkaart sok
smart clothes z.nw. slimme kleren, snufjeskleding so far so good uitdr. tot zover alles goed, nog niks
smartdrug z.nw. pepkruid, natuurdrug, breinkikker ☺ aan de hand, vooralsnog geen probleem
smartphone z.nw. extrafoon, pientermobieltje soft b.nw. 1 [alg.] zacht, mild, gevoelvol; rustig,
smartpil z.nw. breinpil gedempt, vaag; 2 [materiaal] buigbaar, slap; 3
smart quotes z.nw. gekrulde aanhalingstekens [personen; neutr.] zachtaardig, geitenwollensokken-;
smartshop z.nw. paddowinkel/zaak [personen; pej.] halfzacht, week, slap
smashing b.nw. fantastisch, geweldig softboard b.nw. zachtbord-, zachtborden
smile z.nw. glimlach, grijns softboard z.nw. zachtbord, zachtvezelplaat
smilen ww. glimlachen, grijnzen softcopy z.nw. digitale kopie, beeldschermtekst,
smiley z.nw. 1 lachebekje; 2 smoeltje, gevoelsteken, schermversie
emootje softcover z.nw. slappekaft(boek), slappekafter, met
smog z.nw. rookmist, roetnevel slappe kaft §
smoking z.nw. ☼ dinerkostuum, avondkleding soft drink z.nw. fris(drank), alcoholvrij §
smoking gun z.nw. hard bewijs, druipend mes, softdrug(s) z.nw. ☼ licht(e) roesmiddel(en), lichte
gloeiend bewijs narcotica, licht(e) verdovend(e) middel(en)
smooth b.nw. soepel, lekker, glad(jes) soft edition z.nw. elektronische uitgave,
smoothie z.nw. 1 smekkelaar, zuivelaar, fruitfrisje; 2 beeldschermeditie, digitale uitgave
(glad)geschoren §, gladde jongen/meid

48
soften ww. 1 schuifelen, slijpen; 2 slijmen; 3 space z.nw. 1 spatie, spatieteken; 2 (opslag)ruimte; 3
[fotografie] verwazen, doezelen, verpoetsen leefruimte
softfocus z.nw. verwazing, verzachting spacebar z.nw. spatiebalk
softfocus(-) b.nw./in samenst. wazig, verzacht, diffuus spacecake z.nw. hasjcake, ruimtetaart, kneiterkoek,
softgel z.nw. parelcapsule, geleitablet roeskoek
soft ice z.nw. tap-ijs spacelab z.nw. ruimtelab(oratorium)
softie z.nw. geitenwollensokkentype; [pej.] watje, spacen ww. 1 kneiteren, roezen, in de zwevende
zacht ei(tje), halfzachte, doetje hemel zijn ; 2 ruimte indelen, ruimte verdelen;
softijs z.nw. tap-ijs opstellen
softlens z.nw. zachte lens spaceshuttle z.nw. ruimteveer
softporno z.nw. milde porno, zachte porno, halvaporn spacesuit z.nw. ruimtepak
☺; blootfilm spacewagon z.nw. ruimtewagen, ruimte-auto
soft power z.nw. milde macht, vreedzame macht, met spacing z.nw. spatiëring, (teken-/regel-/enz.)afstand,
zachte hand § tussenruimte
soft return z.nw. (zacht) regeleinde, (automatische) spam z.nw. 1 [form.] netpostreclame, ongevraagde
regelterugloop; regelsprong commerciële netpost; 2 lastpost, pestpost,
softroader z.nw. semiterreinwagen, asfaltbuffel ☺ plaagpost
soft selling z.nw. (klant)vriendelijke spammen z.nw. 1 ¿ reclameposten, netpostreclame
verkoop(methode), milde verkooptechnieken versturen; 2 ¿ pestposten
soft target z.nw. achillesdoel, kwetsbaar doel(wit) spanken ww. billenkoek §
soft-tip z.nw. tiptoets spanking z.nw. ¿ mepseks
soft-tip(dart) z.nw. veiligheidspijltje spanks! uitroep drankje(wel)!, plankje(wel)!
softtop z.nw. [terreinwagen] tentkap span of attention z.nw. concentratiebereik,
software z.nw. programmatuur aandachtsboog; aandachtsgebied
software- in samenst. programma- span of control z.nw. aansturingsveld, leidwijdte
software engineer z.nw. programmabouwer, spare ribs z.nw. (magere) varkensrib, krabbetjes
programmaontwerper sparren ww. oefenvechten, oefenen (tegen), sporren
software engineering z.nw. programmatuurbouw, sparringpartner z.nw. 1 oefenmaatje,
programmaontwikkeling oefentegenstander, sporder; 2 klankbord,
software interface z.nw. koppelvlak, raakvlak reflectiemaatje, sporder
solar b.nw./in samenst. zonne-, op lichtenergie § -speak in samenst. -jargon, -taal(tje), -taalgebruik
solar cell z.nw. zonnecel, zonnepaneel speaker z.nw. 1 luidspreker; 2 omroeper; 3 spreker
solar power z.nw. zonne-energie special b.nw. speciaal, bijzonder, buitengewoon, (van)
sold out deelw. uitverkocht extra kwaliteit
so long! uitroep tot ziens!, (tot) later! special z.nw. 1 themanummer, speciale aflevering;
solution z.nw. oplossing themabijlage, speciale bijlage; 2
song z.nw. lied(je), nummer themareportage/uitzending, speciale reportage; 3
songfestival z.nw. ☼ liedjesfestival (speciale) aanbieding; 4 speciale uitvoering; 5
songwriter z.nw. liedjesschrijver/schrijfster, specialiteit
tekstdichter special effects z.nw. bijzondere effecten,
son of a bitch z.nw. klootzak, smeerlap, schoft (film)trucage, speciale effecten
sooner or later uitdr. er komt een tijd dat §, vroeg of special features z.nw. extra’s
laat, ooit special forces z.nw. elitetroepen, commandotroepen,
sophisticated b.nw. 1 ontwikkeld, erudiet, beschaafd; speciale eenheden
geraffineerd, subtiel, verfijnd; 2 geavanceerd, special guest z.nw. bijzondere gast, speciale gast,
uitgekiend, vernuftig, ingenieus eregast
sophistication z.nw. beschaving, verfijning, distinctie special interest z.nw. doelgroepartikel
soulmate z.nw. zielsverwant(e), hartsvriend(in), special interest- in samenst. doelgroep-,
boezemvriend(in) gespecialiseerd, specialistisch
sound b.nw. 1 deugdelijk; 2 degelijk, solide special-purpose b.nw./bw. specifiek, voor specifiek
sound z.nw. (karakteristieke) klank, (kenmerkend) gebruik, voor specifieke toepassing
geluid, klankkleur special task z.nw. speciale opdracht, bijzondere taak
soundbite z.nw. 1 kernkreet, hapklaar citaat; 2 special treatment z.nw. voorkeursbehandeling
geluidsfragment specification z.nw. specificatie, bestek, programma
soundblaster z.nw. gettoblaffer, gettodreuner van eisen
soundcard z.nw. geluidskaart specs z.nw. (technische) specificatie, eigenschappen,
soundcheck z.nw. geluidstest, microfoonproef, (het) kenmerken
geluid inregelen § speech z.nw. toespraak(je), rede(voering)
soundproof b.nw. geluiddicht speechen ww. een toespraak(je) houden, spreken,
soundscape z.nw. muzikale omlijsting, klankschap een rede(voering) houden
soundtrack z.nw. 1 filmmuziek; 2 geluidsspoor, speech recognition z.nw. spraakherkenning
geluidsband speechwriter z.nw. redeschrijver, toesprakenschrijver
source z.nw. 1 bron, herkomst, oorsprong; 2 [ICT] speed z.nw. 1 snelheid, vaart, tempo; 2 amfetamine
broncode speedboat z.nw. snelle (motor)boot, flitsboot
sourcecode z.nw. broncode speedcontrol z.nw. [auto] snelheidsregeling;
sour cream z.nw. zure room [machines] toerentalregelaar
so what? uitdr. nou en?, en wat dan nog! speeddate z.nw. flitsafspraak, snelkoppeling ☺

49
speeddaten ww. flitsafspreken, flitsontmoeten, spotten ww. 1 opmerken, ontdekken, signaleren; 2
snelsjansen, snelkoppelen ☺ observeren, bespieden
speeddating z.nw. (het) flitsafspreken, (het) -spotter in samenst. -observator, -(be)spieder, -aar
snelkoppelen ☺ [bijv. vogelaar]
speed reading z.nw. (het) snellezen spray z.nw. 1 spuitnevel, sproeistof; 2 verstuiver,
speedy b.nw. 1 jachtig, gejaagd, opgefokt; 2 [drugs] spuitbus, vernevelaar
opgefokt, hyper spray-art z.nw. spuitbuskunst
spelershome z.nw. spelershonk sprayen ww. verstuiven, spuiten, vernevelen
spellingchecken ww. (de) spelling controleren -spread in samenst. -(smeer)beleg, smeer-, -salade
spellingchecker z.nw. spellingscontrole spreadsheet z.nw. rekenblad
spelshow z.nw. spel(letjes)programma spreadsheetprogram z.nw. rekenbladprogramma
spicy b.nw. pittig, heet, scherp springclip z.nw. veerklem
spider z.nw. [ICT] zoekspin, (web)spieder, webwroeter sprinkler z.nw. sproeier, sproei-installatie
spike z.nw. [ICT] (spannings)piek sprint z.nw. ☼
spikes z.nw. 1 spijkerschoenen, atletiekschoenen; 2 sprite z.nw. onweersgeest, lichtwaaier,
(band)spijker(tje)s; 3 spijkerbanden (bliksem)spriets
spin z.nw. 1 ☼ tolbeweging, rotatie; 2 ☼ effect; 3 ☼ spyware z.nw. gluurwaar, snuffelwaar,
draai; 4 ☼ vrille, tolvlucht; 5 mediamanipulatie, (het) spionneerprogramma(tuur)
mediabespelen squad z.nw. 1 ploeg, groep; 2 [mil.] sectie
spinbal z.nw. ☼ effectbal, draaibal squadron z.nw. eskader
spindle z.nw. spindel, schijvenspoel, (cd-/dvd-)spil square b.nw. burgerlijk, conventioneel; duf
spindle, on ~ uitdr. op spil, op houder squatten ww. kraken, bezetten, illegaal (be)wonen
spindoctor z.nw. mannetjesmaker, mediastrateeg, squatter z.nw. landbezetter, grondkraker
reputator stack z.nw. stapel
spinmachine z.nw. propagandamachine staff z.nw. personeel
spinnen ww. 1 ☼ tollen, draaien; 2 ☼ met effect staff meeting z.nw. stafvergadering
spelen §, draai geven; 3 imagobouwen, staff only uitdr. (toegang) alleen voor personeel,
beeldvormen, mannetjesmaken, imagofoefelen verboden voor onbevoegden
spinner z.nw. 1 ☼ wervelaas; 2 ☼ effectbal, draaibal stagediven ww. podiumduiken, koppenduiken,
spin-off z.nw. 1 uitstralingseffect, neveneffect; publiekduiken
uitvloeisel; bijproduct; 2 afsplitsing, aftakking, loot stage manager z.nw. toneelmeester, inspiciënt,
spirit z.nw. pit, bezieling, geestkracht, fut podiumbaas
spishy b.nw. kwinkig, frivool stake z.nw. 1 inzet, inleg; 2 (financieel) belang,
splatterfilm z.nw. bloedbadfilm, slacht(ings)film aandeel
spleen z.nw. ☼ weemoedigheid stakeholder z.nw. 1 belanghebbende, betrokkene; 2
splendid isolation, (in) ~ uitdr. (in) zalige afzondering, potbeheerder
(in) glorieus isolement stalken ww. belagen, dwangvolgen, hinderlijk
split z.nw. [estafette] deeltijd, individuele tijd (achter)volgen
splitlevelwoning z.nw. ¿ trapkamerwoning, met stalker z.nw. belager, dwangvolger, hinderlijk
tussenverdiepingen § (achter)volger
splitscreen z.nw. (op)gedeeld scherm, gesplitst stand [E-uitspr.] z.nw. 1 ☼ kraam; 2 ☼ beursplek,
scherm, multischerm presentatieplaats
split second, in a ~ uitdr. in een flits, in een fractie van stand-alone b.nw./in samenst. los(staand),
een seconde zelfstandig, autonoom
splitten ww. uit elkaar gaan, (zich) splitsen stand-alone(computer) z.nw. losse computer,
splitter z.nw. 1 verdeler; 2 scheidingsfilter onafhankelijke pc
spoiler z.nw. 1 luchtgeleider, windgeleider; standard z.nw./in samenst. standaard(-)
kofferbakvleugel, dakvleugel; 2 pretbederver, standard procedure z.nw. gewone gang van zaken,
verklapper gebruikelijke procedure, vaste prik
spokesman z.nw. woordvoerder standard setting z.nw. normalisatie, standaardisering
sponsor z.nw. ☼ geldschieter, (financieel) stand-by b.nw./bw./uitdr. 1 paraat; 2 oproepbaar; 3 (in
ondersteuner, geldgever de) wachtstand; 4 [luchtv.] op de wachtlijst §,
sponsoren ww. ☼ bekostigen, financieren; (financieel) wachtlijst-
(onder)steunen, geldschieten § stand-in z.nw. (plaats)vervanger, invaller, dubbel
sponsoring z.nw. ☼ (het) geldschieten, financiële standing z.nw. aanzien, status, statuur, (hoge) positie
steun, financiering stand-up comedian z.nw. standwerkcabaretier,
spoofen ww. flousen, versluiken cafékomiek
spoofer z.nw. flouser, versluiker stand-up comedy z.nw. standwerkcabaret
spoofing z.nw. (het) flousen, versluiking star z.nw. ster, film/toneelgrootheid, vedette
spooky b.nw. spookachtig, griezelig, angstaanjagend
sportscar z.nw. sportwagen, sportauto
sportswear z.nw. sportkleding ☼ aanvaardbaar
spot z.nw. 1 ☼ lichtbundel, richtlicht, schijnwerper; 2  zinsconstructie aanpassen
☼ (reclame)boodschap, (reclame)film(pje); 3 ☺ frivole vervanger
plek(je), plaats, gebied; 4 brandvlek; 5 lichtstip
¿ twijfelvervanger(s)
spotlight z.nw. schijnwerper, voetlicht, volglicht
spotlights, in the ~ uitdr. in de schijnwerpers ¶ probleemwoord

50
stardom z.nw. 1 sterrendom, roem; 2 sterren, stiff upper lip uitdr. stoïcijnse houding, (uiterlijke)
sterrenwereld onverstoorbaarheid; zonder een spier te vertrekken,
starfucker z.nw. sterrenlikker, sterrensloerie uiterlijk onaangedaan
starlet z.nw. 1 (film)sterretje, aankomend sterretje; 2 B- still z.nw. filmfoto, scènebeeld; (stilstaand) beeld
sterretje still going strong uitdr. nog steeds vitaal, niet kapot te
stars-and-stripes z.nw. Amerikaanse vlag, sterren en krijgen, nog helemaal in vorm
strepen stinky spray z.nw. stanknevel, stankverstuiver
starter z.nw. 1 voorgerecht, voorafje; 2 ☼ beginner, stitch cutter z.nw. hechtingverwijderingsmesje, HV-
intreder, debutant; 3 ☼ beginnend ondernemer; 4 ☼ mesje
startmotor, startinrichting, startknop; 5 ☼ ontsteker stitchprogramma z.nw. fotolasser,
6 [sport] ☼ panoramaprogramma
start-up z.nw. 1 (het) opzetten, (het) beginnen; 2 stock z.nw. 1 voorraad, inventaris; 2 aandelenkapitaal
starter, beginnende onderneming, beginnend stockholder z.nw. aandeelhouder
bedrijf(je); 3 [ICT] startprocedure stockvoorraad z.nw. standaardvoorraad,
star vehicle z.nw. ster(ren)drager, (ster)glansfilm, basisvoorraad
ster(ren)podium stoned b.nw. kneuzel, onder de invloed van drugs
state z.nw. toestand, staat, status stoneleek z.nw. steenlook
statement z.nw. 1 bewering, uitspraak, stelling; 2 stonewashed b.nw. steengewassen, voorversleten
verklaring; 3 stellingname stopwatch z.nw. stopklokje, sportklokje, chronometer
statement, een ~ maken/afgeven uitdr. een stelling storage z.nw. opslag
poneren, een boodschap uitdragen, een storage device z.nw. opslagapparaat
duidelijke/krachtige uitspraak doen store z.nw. winkel, zaak, warenhuis
state of mind z.nw. geestesgesteldheid, storen ww. opslaan
gemoedstoestand story z.nw. 1 verhaal, historie, relaas; 2 affaire,
state-of-the-art b.nw. hypermodern, geavanceerd, kwestie, geval
naar de laatste stand van de techniek -story in samenst. -verhaal, -kwestie, -affaire
state-of-the-art z.nw. stand van zaken, story, the ~ of my life uitdr. dat heb ik weer, dat
statusoverzicht; stand van de techniek gebeurt mij nou altijd
station [E-uitspr.] z.nw. zender, kanaal storyboard z.nw. scèneschema, beelddraaiboek
stationary z.nw. 1 kantoorbenodigdheden, schrijfwaar; stowaway z.nw. verstekeling
2 [ICT] briefpapier straight b.nw. 1 rechtdoorzee, eerlijk, duidelijk; puur,
stationcar z.nw. combinatiewagen, combi onvermengd, zonder franje; 2 hetero(seksueel); 3
stationwagon z.nw. combinatiewagen, combi schoon, ontwend
stayer z.nw. 1 duursporter, straight z.nw. straat(je)
langeafstandsschaatser/loper/rijder/zwemmer; 2 straighten ww. ontkroezen, ontkrullen, sluiken
[wielrennen] gangvolger, kielzogrijder, duurvolger straightforward b.nw./bw. ongecompliceerd, voor zich
stayeren ww. 1 langeafstandsschaatsen, spreken §; zonder omwegen, onverbloemd,
duurschaatsen; 2 gangvolgen, kielzogrijden, rechtdoorzee, rechttoe rechtaan
duurvolgen; 3 gangmaken straight sets, in ~ uitdr. zonder setverlies
steady b.nw. stabiel, stevig, vast; gestaag, regelmatig, strapless b.nw. schoudervrij, bandjesloos, zonder
bestendig schouderbandjes, schouderbloot
steady state z.nw. stabiele toestand, stationaire streaken ww. schichten, (naakt)flitsen
toestand streaker z.nw. schichter, (naakt)flitser
steak z.nw. biefstuk stream z.nw. (data)stroom, (video)stroom,
stealth b.nw./in samenst. detectievermijdend, gegevensstroom
radarbestendig, steels streamen ww. [ICT] stromen
steamer z.nw. stoomboot streamer z.nw. 1 citaatblokje, smaakmaker,
steering committee z.nw. stuurgroep, beleidsgroep tekstwimpel; 2 paginabrede kop,
steppingstone z.nw. 1 stapsteen, oversteeksteen; 2 chocoladeletterkop; 3 serpentine
springplank, opstapje; 3 hellend vlak, afglijden § streaming b.nw. [ICT] stromend, stroomsgewijs
steppingstonetheorie z.nw. opstaptheorie; streaming audio z.nw. internetaudio(stroom),
hellendvlaktheorie internetradio
stew z.nw. stoofschotel streaming video z.nw. internetvideo(stroom),
steward z.nw. 1 hofmeester, (boord)gastheer; 2 internettelevisie
ordedienstmedewerker, begeleider, stadionwacht stream of consciousness z.nw. gedachtestroom,
stewardess z.nw. 1 hofmeester, (boord)gastvrouw; 2 interne monoloog
(tentoonstellings)gastvrouw, streetcornerwork z.nw. straathoekwerk
(tentoonstellings)assistente streetcornerworker z.nw. straathoekwerker
stick z.nw. 1 (hockey)stok, slagstok; (polo)hamer; 2 streetfood z.nw. wereldhapjes
staaf(je); 3 staafzakje, suikerstaafje, melkstaafje streetrace z.nw. straatrace, (illegale) autowedstrijd
stick and carrot uitdr. bonus-malus(regeling), wortel- streetwear z.nw. straatstijl, straatkleding
en-stok(methode), koek-en-gard-methode, met streetwise b.nw. gewiekst, weten wat er te koop is §,
paaien en zwaaien straatwijs
sticker z.nw. 1 [alg.] ☼ plakker(tje), zelfklever; 2 streetworker z.nw. buurtwerker, sociaal werker
[spec.] ☼ plakplaatje, etiket, plakstrook, zegel stress z.nw. ☼ spanning, belasting, druk
stickie z.nw. (wiet)peuk, kneiterpeuk, hasjsjekkie, stresscounseling z.nw. werkdrukbeheersing, omgaan
[form.] cannabissigaret met spanning, belastingadvies ☺

51
stressen ww. 1 ☼ gespannen zijn, verkrampen, sunblock(er) z.nw. zonneschild, zonblok,
opgejaagd zijn; 2 ☼ onder grote druk werken, zonnescherm ☺
(aan)buffelen, zernuwpezen sunprotector z.nw. zonbeschermer,
stressfactuur z.nw. overbelastingsbreuk(je)/scheurtje, zonnebrand(crème/olie)
vermoeidheidsbreukje sunroof z.nw. zonnedak, vensterdak
stressmanagement z.nw. werkdrukhantering, supersale z.nw. superaanbieding, superkoopje
spanningsbeheersing supersub z.nw. troefspeler, breekijzer
stresssituatie z.nw. ☼ zenuwtoestand, gespannen supervisor [E-uitspr.] z.nw. 1 toezichthouder,
situatie opzichter, chef, supervisor [NL-uitspr.]; 2 promotor,
stressy b.nw. 1 [zaken] hectisch, enerverend; 2 begeleider
[personen] jachtig, opgefokt, nerveus supplier z.nw. leverancier
stretch b.nw. rekbaar, elastisch, rekstoffen supplies z.nw. benodigdheden, toebehoren
stretch z.nw. rekstof supplyen ww. voorzien van, verschaffen, leveren;
stretchbroek z.nw. (mee)rekbroek bevoorraden
stretchen ww. 1 rekken, oprekken, uitrekken; 2 support z.nw. ondersteuning, steun
rekoefeningen doen, rekken en strekken support-act z.nw. voorprogramma, bijprogramma
stretcher z.nw. 1 veldbed, kampeerbed, vouwbed; 2 supporten ww. ondersteunen, steunen, bijstaan
draagbaar, brancard supporter z.nw. sympathisant, medestander;
stretchlimo(usine) z.nw. reuzenlimo, maxilimo, aanhanger; [pej.] relschopper
salonlimousine, rekslee surfacer z.nw. spuitplamuur
strimmen ww. randmaaien surfboard z.nw. 1 zeilplank; 2 golfplank
strimmer z.nw. randmaaier surfen ww. 1 plankzeilen; 2 golfrijden, brandingrijden;
string z.nw. 1 veterbroekje, koordbroekje, reetveter; 2 3 [ICT] webstruinen, netzwerven
snaar; 3 (teken)reeks, (teken)rij, aaneenrijging surfer z.nw. 1 plankzeiler; 2 webstruiner, internaut,
strip z.nw. 1 ☼ beeldverhaal; 2 ☼ strook netzwerver
striping z.nw. sierstrepen, bestreping surprise! uitroep verrassing!
striptease z.nw. ☼ stripdans, stripvoorstelling, surprise- in samenst. verrassings-
uitkleeddans surpriseparty z.nw. verrassingsfeest(je)
stroke z.nw. 1 beroerte; 2 slag surround sound z.nw. rondomgeluid(ssysteem),
struggle for life z.nw. strijd om het bestaan allekantenklank(systeem), ruimtelijk geluid
stuff z.nw. 1 [positief] spul, dingetjes, kost; [negatief] surveillance [E-uitspr.] z.nw. toezicht, observatie,
zooi, rommel, gedoe; 2 [drugs] spul; hasj bewaking
stunbag z.nw. klapkogel surveillancemaatschappij z.nw.
style z.nw. stijl observatiesamenleving, grotebroermaatschappij
stylen ww. 1 vormgeven, opmaken, stileren; 2 survey z.nw. 1 enquête, opinieonderzoek,
modelleren, in model brengen marktonderzoek; 2 inspectie; 3 overzichtsrapport; 4
style sheet z.nw. stijlblad, opmaakmodel, samenvatting
opmaakinstructie(s) surveyor z.nw. 1 landmeter; 2 inspecteur; 3 [scheepv.]
styling z.nw. 1 vormgeving, opmaak, stilering; 2 (het) keurmeester; 4 taxateur; 5 enquêteur
modelleren, (het) in model brengen survival z.nw. 1 overlevingstraining, overlevingskamp,
stylist z.nw. 1 vormgever, opmaker, ontwerper; 2 overlevingstocht; overlevingsuitje, rimboespel; 2
modeontwerper; 3 modekapper, kapspecialist, overblijfsel, erfenis, restant
haarkunstenaar survivalkit z.nw. overlevingspakket, nooduitrusting
subcontractor z.nw. onderaannemer survivallen ww. op overlevingstocht gaan, een
subdirectory z.nw. sub-index, inhoudstabel overlevingsuitje hebben, rimboespelen
subject z.nw. onderwerp survival of the fittest uitdr. natuurlijke selectie, (het)
subset z.nw. deelverzameling overleven van de sterksten/best aangepasten
subway z.nw. ondergrondse, metro survival(tocht) z.nw. overlevingstocht
subwoofer z.nw. onderbasser survivor z.nw. overlever, niet kapot te krijgen §
successtory z.nw. succesverhaal suspense z.nw. spanning, spanningsopbouw,
such is life uitdr. zo is het leven, zo gaan die dingen spanningslijn
sucker z.nw. 1 stumper, sukkel; 2 zuiger, zuigsnuit sustainable b.nw. duurzaam
sucker, een ~ zijn voor uitdr. een zwak hebben voor, suv, sports utility vehicle z.nw. luxe terreinwagen,
vallen voor, niet kunnen weerstaan PCHooft-tractor ☺
sucks, it ~ uitdr. het is waardeloos, het is klote, het is swap z.nw. 1 ruil, omwisseling, uitruil; 2 renteruil,
brandhout, het zuigt interestruil; valutaruil
sudden death z.nw. 1 beslissingsverlenging; 2 swapfile z.nw. wisselbestand, virtueel geheugen
beslissend (doel)punt, snaaier swappen ww. 1 (om)wisselen, opzijzetten; 2 ruilen,
suën ww. 1 naar de rechter stappen, procederen, er uitwisselen, uitruilen; 3 omschakelen, (ver)wisselen
een zaak van maken; 2 [gesued worden] voor de sweatband z.nw. (pols)zweetbandje
rechter gesleept worden, een proces aan de broek sweater z.nw. (dunne) trui; sportieve trui, sporttrui
krijgen, gedagvaard worden, aangeklaagd worden sweatshirt z.nw. sporttrui; zweethemd
sugarfree b.nw. suikervrij, zonder suiker sweatshop z.nw. slavenhok, zweetkot
summary z.nw. samenvatting sweepen ww. uitkammen, schoonvegen
summer madness z.nw. zomergekte sweeping statement z.nw. aplombisme, (al te) stellige
summer sale z.nw. zomeruitverkoop, zomeropruiming bewering, losse flodder

52
sweepstake z.nw. 1 inlegspel, inlegloterij; 2 talkradio z.nw. praatradio
reclameloterij, reclameverloting talkshow z.nw. praatprogramma, gespreksprogramma
sweetheart z.nw. lieveling, lieverd, schatje talkshowhost z.nw. tv-gastheer/vrouw
swimmingpool z.nw. zwembad tape z.nw. 1 plakband; 2 band, (geluids-, video-,
swing z.nw. 1 flair, zwier, vlot §; 2 zwaai, magneet)band; 3 pleister(ver)band
zwaaibeweging, zwiep; [bokssport] lange hoekstoot; tapen ww. 1 zwachtelen, bandageren, inpleisteren,
3 [bouwwerk] uitslag, schommeling, zwiep afpleisteren; 2 afplakken; met plakband vastmaken;
swingen ww. 1 [dansen] ☼; 2 ☼ bruisen, zwier 3 (op band) opnemen, op de band zetten
hebben taperecorder z.nw. bandopnemer, bandspeler,
swingen, de pan uit ~ ww. ☼ zinderen (aan alle bandopnameapparaat
kanten), de pan uit knallen target z.nw. 1 [alg.] doel; 2 doel, streefcijfer/getal/doel;
swing state z.nw. zwevende staat, twijfelstaat, 3 doelgroep; 4 mikpunt, doelwit; 5 [mil.] doel
slingerstaat target directory z.nw. doelindex, doelmap
swipe z.nw. (het) doorhalen targeten ww. mikken, richten
swipecard z.nw. doorhaalkaart, magneetpas target of opportunity z.nw. gelegenheidsdoelwit
swipen ww. doorhalen task z.nw. taak, opdracht
switch z.nw. 1 overstap, overgang, omschakeling; 2 taskbar z.nw. taakbalk
ommezwaai, draai, ommekeer; 3 positiewisseling; 4 taskforce z.nw. 1 gevechtsgroep, speciale eenheid; 2
schakelaar; poortschakelaar; 5 (telefoon)centrale taakgroep, (project)stuurgroep, taakploeg
-switch in samenst. -verdeler tattoo z.nw. tatoeage
switchboard z.nw. schakelbord, (telefoon)centrale tax z.nw. belasting
switchen ww. 1 overschakelen, omschakelen, taxfree b.nw. belastingvrij
overstappen; 2 positiewisselen, van positie taxfree shop z.nw. belastingvrije winkel
wisselen; 3 [studierichting] omzwaaien T-bone-steak z.nw. T-kotelet, runderkarbonade
synthesizer z.nw. geluidsgenerator; synthesofoon, teak(hout) z.nw. djati(hout)
klank(en)klavier, toverorgel ☺ team z.nw. ploeg, groep, eenheid; [twee personen]
system z.nw. systeem, stelsel, geheel koppel, span
system engineer z.nw. systeemontwerper, teambuilding z.nw. groepsbinding, groepsversterking,
systeemtechnicus cohesievorming
teamcaptain z.nw. aanvoerder, ploegleider
team effort z.nw. groepsinspanning, collectieve inzet,
T ablet [E-uitspr.] z.nw. 1 tekenlei, schrijfplaat(je); 2 ploegprestatie
teamleider z.nw. groepsleider, ploegleider
tablet [NL-uitspr.], blokje team manager z.nw. groepsleider, groepshoofd
tablet-pc z.nw. blad-pc, pagina-computer, schrijfblad- teamplayer z.nw. samenwerker, groepsspeler
pc teamspirit z.nw. ploeggeest, groepsgeest,
tabloid z.nw. 1 halfformaatblad/krant, groepsgevoel
compactblad/krant; 2 boulevardblad, sensatiekrant, teamsport z.nw. ploegensport, groepssport
schandaalpers § teamverband z.nw. ploegverband
tabloid- in samenst. halfformaat-, compact- teamwork z.nw. groepswerk, samenwerking
tabloid(formaat) z.nw. halfformaat, compact(formaat) tearjerker z.nw. tranentrekker, snotterfilm
tackelen ww. 1 [voetbal] van de bal zetten, tekkelen; tearoom z.nw. theesalon, theehuis
[rugby e.a.] onderuithalen; 2 [fig.; van personen] tearstrip z.nw. scheurstrook, trekstrip
onderuithalen; 3 [van zaken] aanpakken, te lijf gaan teasen ww. 1 prikkelen, verleiden, opwinden; opgeilen;
tackle z.nw. tekkel 2 plagen
tag z.nw. 1 merkteken, identificatieplaatje, teaser z.nw. 1 lokkertje, trekker, prikkelaar; 2
identificatiepenning; identificatiechip, id-chip, rfid- plaaggeest, pestkop, treiterkop; 3 moeilijke vraag
plakker, volgchip; 2 [ICT] opmaakcode, merker; 3 teaser(poster) z.nw. lokaffiche
graffitaaf, handmerk, (muur)paraaf technologyassessment z.nw. gevolgenstudie,
taggen ww. 1 (oor)merken, chippen; 2 strepen, aspectenonderzoek
signeren, naamspuiten teenager z.nw. tiener
tailormade b.nw. 1 op maat (gemaakt), pasklaar, teenslipper z.nw. ☼ teenslof
maatwerk §; 2 aangemeten telemarketeer z.nw. belverkoper, telefonisch verkoper,
take z.nw. opname televerkoper
takeaway z.nw. 1 afhaalrestaurant, afhaaltent; 2 telemarketing z.nw. telefonische marktbenadering;
afhaalmaaltijd belverkoop, tele(fonische )verkoop
takeaway- in samenst. afhaal-, meeneem- teleshoppen ww. thuiswinkelen, telewinkelen,
take good care uitdr. pas goed op (jezelf) elektronisch winkelen
take it or leave it uitdr. graag of niet, (je moet het) zelf televoten ww. telestemmen
weten televoter z.nw. telefoonstemmer, telestemmer
take-off z.nw. 1 (het) opstijgen; 2 start, vertrek; 3 televoting z.nw. 1 (het) telestemmen; 2 telepeiling
aanloopperiode, beginfase template z.nw. sjabloon, mal, (opmaak)model
talk z.nw. praatjes, geklets tender z.nw. 1 aanbesteding(straject); 2 kolenwagen;
talking head z.nw. commentaarkop, deskundig hoofd, kolenhok; 3 bevoorradingsschip, hulpschip
opinicus, kletskop ☺ tenderen [E-uitspr.] z.nw. aanbesteden
talk of the town z.nw. gesprek van de dag, hét tenure track z.nw. loopbaantraject, carrièreroute
onderwerp van gesprek, iedereen heeft het erover §

53
terminal z.nw. 1 eindstation, terminus, eindpunt; 2 tipp-ex z.nw. correctievloeistof, witsel, correctielak,
luchthavengebouw, vertrekhal, aankomsthal; blunderpap ☺
busstation; tramstation; inscheephal; 3 tipp-exen ww. weglakken, (weg)witten, witwassen ☺
(overstap)station, centraal station; overslagstation, tipsy b.nw. aangeschoten, boven zijn/haar theewater,
overslaghaven; 4 [ICT] werkstation licht beneveld
-terminal in samenst. -automaat, -apparaat, -station tissue z.nw. 1 papieren (zak)doekje,
terrible b.nw. vreselijk, verschrikkelijk verzorgingsdoekje, snottebelletje ☺; 2 (cel)weefsel
test z.nw. ☼ toets, onderzoek, keuring, proef tissue- in samenst. dubbelzacht-, zijdezacht-
testcase z.nw. 1 proefsituatie, proefgeval, tissue engineering z.nw. weefselkweek, cel- en
praktijkproef; toetssteen; 2 proefproces weefseltechnologie, regeneratie
testen ww. ☼ toetsen, onderzoeken, uitproberen, toast z.nw. 1 toostje; 2 toost, (heil)dronk; 3 geroosterd
beproeven brood, toost
tester z.nw./in samenst. 1 ☼ onderzoeker, keurder; 2 toasten ww. 1 proosten, toosten, een dronk
☼ testapparaat; 3 monsterflesje, proeffles(je), uitbrengen; 2 roosteren
probeerfles(je) toaster z.nw. broodrooster
testmatch z.nw. testwedstrijd toastmaster z.nw. tafelpresident, toostmeester
testpanel z.nw. 1 testgroep, toetsgroep, to be continued uitdr. wordt vervolgd
onderzoeksgroep; 2 beoordelingsgroep, testforum; to do-list/lijst z.nw. actielijst, 'nog te doen'-lijstje,
3 beoordelingscommissie klussenlijst
that's it! uitroep dat is de oplossing!, dat is wat we to go uitdr. meeneem-, om mee te nemen, afhaal-
nodig hebben!, dat is het!, eureka!; goed zo!, prima!, token z.nw. beveiligingspasje, veiligheidspenning,
zo moet ’t!, zo is/gaat het goed! sleutel; autorisatie-kenmerk, identificatiemiddel,
that's it, (and) ~ uitdr. 1 dat is alles, meer (is er) niet, authenticatiemiddel
dat is het dan; 2 dat was het dan, uit met de pret token- in samenst. [alg.] excuus-, obligaat, symbool-;
that's the limit uitdr. dat is (toch wel) het toppunt, dat [spec.] excuus-(Truus), troetel-(Turk), knuffel-
slaat (werkelijk) alles (Marokkaan), alibi-(Ali)
that's the point uitdr. daar draait het (nou juist) om, tollfree bw. kosteloos, gratis
precies!, dat is het 'm juist tomboy z.nw. robbedoes, wildebras, jongensmeid
that's the question uitdr. ziedaar de vraag, daar gaat toner z.nw. inktpoeder, poederinkt
het om, dat is de hamvraag tonercassette z.nw. (inkt)(poeder)cassette, (inkt)
thesis [E-uitspr.] z.nw. (eind)scriptie, (poeder)houder
(eind)verhandeling, thesis [NL-uitspr.] tongue in cheek uitdr. ¿ ironisch, met een stalen
thinner z.nw. 1 (verf)verdunner, verdunningsmiddel; 2 gezicht, droogkomisch, met een knipoog
oplosmiddel tonguetwister z.nw. tongbreker, struikelzin,
thirties z.nw. jaren dertig verspreekwoord
thriller z.nw. triller, bloedstoller, riller toolbox z.nw. gereedschapskist
thumbnail z.nw. miniatuur, postzegel, klikplaatje toolkit z.nw. 1 instrumentarium, gereedschapskist; 2
ticket z.nw. 1 (trein-, bus-, vlieg)kaartje, informatiepakket; 3 [ICT] (programma)bibliotheek
vervoer(s)bewijs, plaatsbewijs, [form.] vluchtbiljet; 2 tool(s) z.nw. gereedschap, instrument(en),
(theater-, bioscoop)kaartje, toegangsbewijs werktuig(en), hulpmiddel(en)
tiebreak z.nw. 1 [sport alg.] beslissingswedstrijd; 2 top-down b.nw. 1 van bovenaf, hiërarchisch; 2
[tennis] beslissingsspel deductief
tie-wrap z.nw. 1 kabelbinder, treksluiter; 2 trekboei topic z.nw. thema, gespreksonderwerp; actuele
tilt, op ~ slaan uitdr. ☼ de stoppen slaan door § kwestie
time being, for the ~ uitdr. vooralsnog, (voor) zolang topje z.nw. ☼ bovenstukje
(als) het duurt, voorlopig, voor nu topless b.nw./bw. bovenloos, zonder bovenstuk(je),
time-management z.nw. zelforganisatie, tijdsindeling, toploos, vrijborstig ☺
tijd(s)beheersing top-level domain z.nw. topdomein
timen ww. 1 [goed ~] het (juiste) tijdstip/moment top of the bill z.nw. 1 beste van het beste, neusje van
kiezen, uitkienen (qua tijdstip); 2 klokken, tijd de zalm, je van het; 2 topattractie, (absoluut)
opnemen, tijdsduur opnemen; 3 tijdschema hoogtepunt
opstellen, tijdstippelen ☺ topping z.nw. 1 bovenlaag(je), (pizza)beleg; 2
timen, slecht ~ ww. het/een verkeerd(e) imitatieslagroom, nepslagroom
tijdstip/moment kiezen topscorer z.nw. ☼ topschutter, puntenmaker
time-out z.nw. 1 (spel)onderbreking, adempauze; 2 top secret uitdr. streng geheim, strikt vertrouwelijk
rustdag; 3 [ICT] wachttijd topspin z.nw. mee-effect
timer z.nw. 1 tijdschakelaar, (tijd)schakelklok; 2 toss z.nw. opgooi, kruis of munt
zelfontspanner tossen ww. ☼ (een munt) opgooien, kruis of munt
timesharing z.nw. 1 tijdsdeling, simultaanbediening; 2 gooien
deeltijdeigendom total loss z.nw. 1 wrak, sloopgeval; 2 [fig.] hopeloos
timetable z.nw. 1 dienstregeling; spoorboekje, geval, verloren zaak
busboekje, enz.; 2 rooster, lesrooster; 3 tijdschema total-loss b.nw. 1 economisch onherstelbaar; 2
timing z.nw. 1 [goede ~] op het juiste moment §, [zaken] onherstelbaar beschadigd, volledig vernield,
(goed) tijdgevoel §; tijdkeuze, tijdsbepaling, slooprijp; in de prak, in de kreukels, in puin; 3
(tijd)afstemming; 2 tijdschema, tijdplan [personen] (helemaal) op, gesloopt, kapot,
tin z.nw. blik(je) afgepeigerd
tip z.nw. fooi

54
to the point bw./uitdr. 1 kernachtig, puntig; 2 ter zake, trash z.nw. 1 rotzooi, troep, pulp; 2 uitschot,
relevant, de spijker op de kop slaand; 3 nuttig schorr(i)emorrie
touch z.nw. 1 trek(je), accent, stijl; 2 vleugje, snufje; 3 trash bin/can z.nw. [ICT] prullenbak
techniek, (bal)gevoel trash-tv z.nw. pulp-tv, bagger-tv
touch- in samenst. aanraak-, tip- trashy b.nw. waardeloos, prullerig; ordi, slonzi
touchdown z.nw. baancontact travel z.nw./in samenst. (-)reizen
touchpad z.nw. 1 [ICT] stuurplaatje, muisveld, traveler's cheque z.nw. reischeque
streelpaneel; 2 [sport] aftikplaat travelset z.nw. reispakket(je), reisset
touchscreen z.nw. aanraakscherm, tipscherm trawlen ww. treilen, sleepvissen
tough b.nw. 1 zwaar, lastig, moeilijk; 2 stoer, hard, taai trawler z.nw. treiler, netsleper
tough guy z.nw. harde jongen, zware jongen, trawl(net) z.nw. treil(net), sleepnet
keiharde tray z.nw. 1 draagblad, draagplateau; 2 dienblad
touringcar z.nw. reisbus, toerbus treasurer z.nw. 1 liquiditeitsbewaker; 2 directeur
tourist class z.nw. toeristenklasse financiën; 3 penningmeester, schatmeester
tournament z.nw. toernooi trenchcoat z.nw. ¿ Engelse regenjas,
touroperator z.nw. reisorganisator, reisorganisatie ceintuurregenjas
township z.nw. zwarte woonwijk, kleurlingenwijk, trend z.nw. 1 ☼ tendens, ontwikkeling(slijn), neiging; 2
woonoord ☼ mode, modeverschijnsel, toonaangevend §
toyboy z.nw. jong speeltje, schootvriendje, knuldo ☺ trendhopper z.nw. trendwipper, modehuppelaar
toy(s) z.nw. speelgoed, speeltuig, speeltjes trendsetten ww. de toon zetten, de mode bepalen, de
toys for the boys uitdr. grotejongensspeelgoed, mode aangeven
mannenspeeltjes trendsettend b.nw. toonaangevend, vooroplopend,
trace z.nw. spoor modebepalend
tracen ww. nagaan, volgen, natrekken; opsporen, trendsetter z.nw. modebepaler, toonaangever,
traceren toonzetter
tracer z.nw. 1 volger, volgsein; pieper; 2 verklikker, trendspotter z.nw. modewichelaar, trendziener
indicator trendwatchen ww. trendpeilen, trendschouwen,
tracing z.nw. (het) volgen, (het) naspeuren, modeduiden
productvolgsysteem trendwatcher z.nw. trendpeiler, modeduider
track z.nw. 1 spoor; 2 (natuur)pad, wandelroute, trendy b.nw. ☼ modieus, bijdetijds, in, kek
fietsroute; 3 (opname)spoor, dataspoor; 4 nummer, trial z.nw. 1 proef, experiment, poging; 2
liedje, deel; scène (experimenteel) onderzoek, proefonderzoek,
trackball z.nw. stuurbol, kogelmuis volgonderzoek; proefbehandeling; 3 experimentele
track changes uitdr. [ICT] wijzigingen bijhouden versie; 4 selectiewedstrijd, kwalificatietoernooi; 5
tracking and tracing(-systeem) z.nw. volgsysteem, behendigheidsrit, behendigheidsproef,
volg- en registratiesysteem, productvolgsysteem motorkunstrijden; 6 rechtszaak, proces
trackpad z.nw. stuurplaatje, muisveld, streelpaneel trial and error uitdr. proefondervindelijk, gissen en
trackrecord z.nw. staat van dienst, cv missen, gis-en-mismethode
traction control z.nw. doorslipbeveiliging trial by media z.nw. mediajustitie, mediaveroordeling
tractor z.nw. ☼ trekker trials z.nw. selectiewedstrijden, kwalificatietoernooi
trade z.nw. handel tribal b.nw. stam(men)-
tradecenter z.nw. handelscentrum tribal z.nw. stamteken, etnotatoeage
trademark z.nw. handelsmerk, handelsnaam tribute z.nw. eerbetoon, hulde(blijk)
trade-off z.nw. belangenafweging; uitruil, afruil trick z.nw. kunstje, handigheid(je), truc, foefje
trail z.nw. 1 spoor, pad; 2 wandelroute; fietsroute tricky b.nw. link, riskant, netelig, hachelijk; verraderlijk;
trailer z.nw. 1 aanhangwagen, aanhanger; 2 oplegger; lastig, moeilijk, gecompliceerd
trekker met oplegger, oplegger(vracht)wagen; 3 trigger z.nw. aanzet, aanleiding, prikkel, stimulans;
(Amerikaanse) kampeerwagen, (Amerikaanse) activator, katalysator
woonwagen; 4 voorproefje, vooruitblik, lekkermaker, triggeren ww. 1 [zaak] in gang zetten, aanzet geven
aankeiler tot, veroorzaken; 2 [persoon] activeren, aanzetten
trainee z.nw. stagiair(e), opleideling tot, stimuleren
traineeship z.nw. stage trigger-happy b.nw. schietgraag
trainen ww. 1 opleiden; (bij)scholen; 2 ☼ oefenen trimmen ww. 1 ☼ conditiesporten, conditielopen; 2 ☼
trainer z.nw. 1 ☼ oefenmeester; cursusleider, opleider; [dier] (bij)knippen, bijwerken, vachtverzorgen;
africhter; 2 oefentoestel; vluchtsimulator [baard] bijknippen, bijpunten, bijwerken; 3 [auto]
training z.nw. ☼ opsmukken, opsieren
tram z.nw. ☼ trimmer z.nw. 1 ☼ conditiesporter, conditieloper; 2 ☼
tranquillizer z.nw. kalmeringsmiddel hondenkapper, dierenkapper, vachtverzorger; 3 ☼
transfer z.nw. 1 overboeking, overschrijving; 2 tondeuse, scheerapparaat; 4 afstemcondensator,
(aanvullend) vervoer; overbrenging; 3 instelcondensator
(spelers)overdracht; 4 overstap; 5 overdrukplaatje; trip z.nw. 1 tocht(je), reis(je), uit(stap)je; 2 ☼ roesreis
6 overschrijvingsbiljet triple play z.nw. trimedia(pakket),
transgender z.nw. androgyn, kween, hermafrodiet telecombinatiepakket
transnational z.nw. internationale onderneming, trippen ww. ☼
multinationale onderneming trojan (horse) z.nw. trojaans paard, (breda’s) turfschip
transviewer z.nw. transjector trophy z.nw. trofee

55
troubleshooter z.nw. 1 probleemoplosser, undercover-agent z.nw. dekmantelagent,
brokkenlijmer; 2 [techniek] storingzoeker, (politie-)infiltrant, stille
probleemoplosser undercover-operatie z.nw. dekmanteloperatie,
troubleshooting z.nw. (het) probleemoplossen, infiltratieactie
probleemdetectie underdog z.nw. 1 schlemiel, klappenvanger;
truck z.nw. vrachtwagen, vrachtauto onderligger, onderliggende partij; 2 [sport]
trucker z.nw. vrachtrijder, vrachtwagenchauffeur gedoodverfde verliezer, niet-favoriet
true b.nw. waar, geldig underground z.nw. 1 tegencultuur, subcultuur,
true crime z.nw. waargebeurd(e) misdaad(verhaal), alternatieve (jongeren)beweging; 2 ondergrondse,
waargebeurd § metro
truncaten ww. afkappen underscore z.nw. onderstreep(je)
try-out z.nw. proefvoorstelling, proefdraaien § understatement z.nw. onderdrijving
T-shirt z.nw. ☼ T-hemd, mouwtjeshemd understudy z.nw. dubbel, vaste invaller, vaste
tune z.nw. 1 herkenningsmelodie, inluider; 2 wijsje, vervanger, reservespeler
deun(tje), melodie underwear z.nw. ondergoed
tunen ww. 1 afstemmen, instellen, afregelen; afstellen; undoën ww. ongedaan maken, herstellen, annuleren
2 stemmen; 3 opsieren, opsmukken; 4 opvoeren, unfair b.nw. 1 oneerlijk, niet eerlijk; 2 onredelijk
optimaliseren unforced error z.nw. [tennis] onnodige fout, niet-
tuner z.nw. afstemeenheid, (radio)ontvanger afgedwongen fout
turbocharger z.nw. turbolader unique selling point z.nw. onderscheidend
turnkey b.nw./in samenst. gebruiksklaar, klaar voor verkoopargument, uniek pluspunt
gebruik, kant-en-klaar, sleutelklaar unit z.nw. 1 eenheid; 2 onderdeel, eenheid,
turnover z.nw. omzet (onder)afdeling
tutorial z.nw. instructieprogramma, leermodule, -unit in samenst. -blok, -eenheid, -installatie
zelfstudieboekje; werkgroep, instructiecollege unitleider z.nw. afdelingshoofd, afdelingschef,
tweeter z.nw. hogetonenluidspreker groepsleider
twenties z.nw. jaren twintig unit manager z.nw. afdelingshoofd, afdelingschef
twin(-) z.nw./in samenst. tweeling(-), duo-, dubbel- unlockcode z.nw. deblokkeringscode, simvrij-code
twin beds z.nw. lits-jumeaux unlocken ww. 1 [simkaart] deblokkeren, vrijgeven; 2
twinjob z.nw. duobaan, tweelingbaan [toetsenbord] ontgrendelen, deblokkeren
twin room z.nw. tweebedskamer, kamer met twee unplugged b.nw. akoestisch, onversterkt
bedden unquote, quote… ~ uitdr. citaat… einde citaat, ik
Twin Towers z.nw. Tweelingtorens citeer… einde citaat, ik haal aan… einde aanhaling
twist-offdeksel z.nw. schroefdeksel, draaideksel unscrambelen ww. onthusselen, ontsleutelen
twist-offdop z.nw. schroefdop, draaidop up and running zijn uitdr. in vol bedrijf zijn, op volle
twopack z.nw. dubbelpak, tweepakker toeren draaien
tycoon z.nw. magnaat, gigant update z.nw. 1 actualisering; 2 bijgewerkte versie,
typecasten ww. 1 als type selecteren; 2 monotyperen, verbetering; aanpassing
repetyperen ☺; in een hokje plaatsen updaten ww. 1 actualiseren, bijwerken; 2 bijwerken,
typecasting z.nw. 1 typeselectie; 2 monotypering, herzien; 3 op de hoogte brengen, bijpraten
repetypering ☺; 3 [ICT] typeconversie, type- upgrade z.nw. 1 opwaardering, uitbreiding; 2 [ICT]
interpretatie verbeterde versie; 3 (klassen)toeslag
typen ww. ☼ tikken, tiepen upgraden ww. 1 opwaarderen, uitbreiden; 2
typewriter z.nw. schrijfmachine verbeteren, opstijlen
typo z.nw. tikfout; drukfout; zetfout uploaden ww. versturen, op internet (enz.) zetten
up-market b.nw. in het hogere (markt)segment,
exclusieve markt §, elitemarkt §
U itchecken ww. 1 [vliegtuig, boot, enz.] upper z.nw. opwekkend middel, oppepper
uppercase z.nw. bovenkast, kapitaal/kapitalen,
ontschepen, afmelden; [hotel] (zich laten) hoofdletters
uitboeken, (zich laten) uitschrijven, afmelden; 2 upper-class b.nw./in samenst. uit de betere/hoogste
[openbaar vervoer] uitmelden, afmelden kringen, van de hogere klasse, betreffende de
uitfaden ww. [beeld] (laten) vervagen, (laten) hogere stand
wegvloeien; [geluid] wegdraaien §, (laten) upper class z.nw. bovenklasse, bovenlaag, hoogste
wegsterven, (laten) wegklinken; (laten) verdwijnen, stand
(laten) wegkwijnen uppercut z.nw. opstoot, kinstoot
uitloggen ww. ☼ (zich) afmelden upper middle class z.nw. hogere middenklasse
uitzoomen ww. uitzoemen; [fig.] afstand nemen upper ten z.nw. hoogste kringen, elite, hogere klasse
ultralight- in samenst. ultralicht-, lichtgewicht-, ups en downs uitdr. voor- en tegenspoed,
vederlicht- wisselvalligheden, pieken en dalen, hoogte- en
umpire z.nw. scheidsrechter dieptepunten
underacting z.nw. (het) ingehouden spelen, (het) klein upside down bw. ondersteboven, omgekeerd, op zijn
acteren, (het) onderacteren kop
undercase z.nw. onderkast, kleine letters upskirt z.nw. kruiskiekje, kikkerblik
under construction uitdr. in voorbereiding, in up-tempo b.nw./bw. [lichte muziek] snel, lekker vlot
ontwikkeling, in aanbouw up-tempo z.nw. [dans] stuwtempo, zweeptempo
undercover bw. onder dekmantel

56
up-to-date bw. 1 bijgewerkt, bij; 2 eigentijds, bij de tijd, virtual reality z.nw. virtuele werkelijkheid,
hedendaags schijnwerkelijkheid
urban b.nw. stads(-), stedelijk virusscanner z.nw. antivirusprogramma, virusvanger
urban legend z.nw. broodje-aap, broodje-aapverhaal visibility z.nw. zichtbaarheid
urban sprawl z.nw. stadswoekering, visstick z.nw. visstaafje, visbriketje ☺
vinexverkloddering visual display z.nw. 1 beeldweergave, visualisatie; 2
urban villa z.nw. stadsvilla afleesvenster(tje), schermpje
usability z.nw. gebruik(er)svriendelijkheid visualizer z.nw. 1 grafisch vormgever,
usb-stick z.nw. usb-staafje, geheugenstaafje, illustratiespecialist, 3D-specialist; 2 transjector
insteekgeheugen visual(s) z.nw. beeldmateriaal, plaatjes,
user z.nw. gebruiker illustratiemateriaal
user account z.nw. 1 gebruikersstatus, vliegtuigspotter z.nw. vliegtuigspieder
gebruikersgegevens; 2 toegangsrecht(en), vluchtrecorder z.nw. zwarte doos, (vlucht)registrator
autorisatiegegevens vocals z.nw. zang, zangpartij
user-ID z.nw. gebruikersidentificatie, gebruikersnaam, vogelspotter z.nw. vogelaar, vogelspieder
gebruikerscode voice control z.nw. stembesturing
user interface z.nw. gebruikersomgeving, voice-dial z.nw. (het) stemkiezen
gebruikersschil voice-dialing z.nw. (het) stembellen, (het)
username z.nw. gebruikersnaam spraakkiezen
usual suspects z.nw. (het) gebruikelijke zootje voicemail z.nw. 1 spreekpost, berichtenbus, stempost;
utility z.nw. 1 hulpprogramma; 2 nutsbedrijf 2 stembericht
voice-over z.nw. overstem, commentaarstem,
buitenbeeldstem
V alue added- in samenst. toegevoegdewaarde-, voice recognition z.nw. stemherkenning
voicerecorder z.nw. 1 gespreksopnemer,
meerwaarde- gespreksregistratie §; 2 dictafoon, zakopnemer
value added service (VAS) z.nw. VoIP (Voice-over-Internet Protocol) z.nw.
toegevoegdewaardedienst internettelefonie, (het) internetbellen
value analysis z.nw. waardeanalyse voipen ww. (inter)netbellen, internettelefoneren
value for money uitdr. waar voor je geld VoIP-telefoon z.nw. internettelefoon
valutaswap z.nw. valutaruil volley z.nw. volleerbal, directe
valve z.nw. klep volleyen ww. volleren
van z.nw. bestelwagen, bestelauto vomitingbag z.nw. braakzak(je), kotszak(je)
vaporware z.nw. windwaar, blufprogrammatuur voucher z.nw. 1 boekingsbewijs, reserveringsbewijs; 2
veejay z.nw. videopresentator tegoedbon, consumptiebon, (waarde)bon; 3
vehicle z.nw. voertuig vrijkaartje; 4 knipkaart, strippenkaart
venture capital z.nw. durfkapitaal, risicodragend
vermogen, risicodragend (investerings)kapitaal
venturecapitalist z.nw. durfgeldschieter,
durfkapitaalverschaffer, avontuurbelegger W agon [E-uitspr.] z.nw. combinatiewagen, combi
vibes z.nw. 1 vibraties, kriebels, elektriciteit; wake-upcall z.nw. 1 wektelefoontje, wekbelletje; 2
(magische) stemming, chemie; 2 vibrafoon [fig.] alarmsignaal, wakker schudden §, alarmbel
vibra alarm z.nw. trilalarm wake-upservice z.nw. wekdienst
videocasting z.nw. (het) televideozenden walkietalkie z.nw. portofoon
videoclip z.nw. ☼ popvideo walk-in b.nw./in samenst. inloop-, laagdrempelig
videoconference z.nw. videoconferentie, walk-in z.nw. instuif
videovergadering walk-in closet z.nw. inloopkast
videogame z.nw. videospel walking dinner z.nw. lopend buffet, kuierdiner ☺
video-on-demand z.nw. film op afroep walkman z.nw. muziekmaat(je), loopmaat(je),
videorecorder z.nw. videoapparaat, videospeler, cassettemaat
video-opnemer walk of fame z.nw. sterrenpromenade, laan der groten
videotape z.nw. videoband, beeldband walkover z.nw. 1 vrije ronde, doorloper; 2 makkie,
viewer z.nw. (dia/film)kijker; microfilmlezer, appeltje-eitje, sloffenzege
microkaartlezer, leesapparaat wallet z.nw. portefeuille, portemonnee, beurs
vintage b.nw. [wijn] voortreffelijk, superieur, kwaliteits-; wallpaper z.nw. [ICT] schermbehang, achtergrondfoto,
[voorwerpen] klassiek, (quasi-)authentiek; bureaubladfoto
nostalgisch, retro wannabe b.nw. pseudo-, namaak-, nep-
vintage uitdr. kwaliteitswijn, wijn van een goed jaar wannabe z.nw./in samenst. willikoker, (-)kopie,
VIP z.nw. ☼ prominent (persoon), (zeer) belangrijk (-)imitatie
persoon; bobo, bollebof -ware in samenst. -waar, -programma(tuur)
VIP-room z.nw. VIP-ruimte, prominentenruimte; warehouse z.nw. pakhuis, magazijn
bobosalon warehousing z.nw. magazijnbeheer, opslag &
viral load z.nw. virusspiegel distributie
viral marketing z.nw. muis-tot-muisreclame, virale warlord z.nw. krijgsheer
verkoopbevordering, netwerkadverteren warming-up z.nw. (het) inwarmen, opwarming
virtual b.nw. virtueel, denkbeeldig, schijn- waste z.nw. 1 afval, vuilnis; 2 verspilling
wasten ww. [computerspel] elimineren

57
watchdog z.nw. waakhond, bewaker white spirit z.nw. terpentine
-watcher in samenst. -volger, -vorser, -analist, -kenner white tie z.nw. galakleding, rokkostuum
watchman z.nw. kijkmaat white trash z.nw. blanke sloeber(s), arme blanken
watercooler z.nw. waterkoeler whizzkid z.nw. genietje, knappe bol; wijsmuis,
watermanagement z.nw. waterbeheer computerwonder, toverknul
waterproof b.nw. waterbestendig, waterdicht who cares? uitdr. wat maakt 't uit?, wat zou het?
waterresistant b.nw. waterafstotend, waterbestendig who knows? uitdr. joost mag het weten; wie weet
watershoes z.nw. badschoenen who the fuck is uitdr. wie is … nu helemaal; wie de
wave z.nw. tribunegolf, stadionrol wip is, wie mag … dan wel zijn, wie de donder is
wax z.nw. was whodunit z.nw. daderrader, wiedeejut
waxen ww. 1 (met was) prepareren, in de was zetten, wholesale z.nw./in samenst. groothandel(s-),
een wasbehandeling geven; 2 harsen, wasontharen grossier(s-)
way of life z.nw. levensstijl, levenswijze who's who uitdr. wie is wie; wie-wat-waar,
-wear in samenst. -kleding medewerkersgalerij
webcam z.nw. webcamera who's-who(-gids) z.nw. wie is wie(-gids),
webcast z.nw. webuitzending prominentengids
webcasting z.nw. webradio/tv, (het) webzenden why not? uitdr. waarom (ook) niet?
webdesigner z.nw. webontwerper, internetvormgever widescreen z.nw./in samenst. breedbeeld(-)
webeditor z.nw. webredacteur wildcard z.nw. 1 [ICT] joker; 2 [sport] vrijkaart, vrije
web-enabled b.nw. webgeschikt, webwaardig start, vrij startbewijs
webhosting z.nw. webruimteverhuur, webfacilitering window z.nw. venster
weblog z.nw. ☼ webdagboek, webjournaal, zelfkrant windowdressing z.nw. uiterlijk vertoon, mooimakerij,
webmail z.nw. webpost façadebouw
webmaster z.nw. web(stek)beheerder, webmeester windowshoppen ww. etalagewinkelen;
webpage z.nw. webpagina prijsverzamelen
web-ready b.nw. webklaar windsurfen ww. plankzeilen
website z.nw. 1 webstek, weblocatie, webpagina; 2 [in windsurfing z.nw. (het) plankzeilen
verwijzingen] internet:, webadres: winegum z.nw. wijngom, gomsnoepje
webvertisen ww. webadverteren winner z.nw. 1 ☼ geboren winnaar, winnaarstype; 2
webvertising z.nw. webreclame, web(ad)vertentie winstslag; 3 (kas)succes
wedding party z.nw. bruiloft, trouwfeest winning mood z.nw. overwinningsroes,
weekend z.nw. weekeind(e) zegestemming
weird b.nw. maf, raar, lijp winterblues z.nw. winterdepressie
weirdo z.nw. rare (snuiter), zonderling, mafketel wireless b.nw. draadloos
well-done b.nw. doorbakken, goed gaar wishful thinking z.nw. (het) wensdenken, de wens is
wellness z.nw. weldadigheid, welbevinden de vader van de gedachte §
wellness- in samenst. weldadigheids-, welgevoel- wishware z.nw. wenswaar, droomprogramma(tuur),
Westbank z.nw. Westelijke Jordaanoever, Westoever had-ik-het-waar ☺
western z.nw. wildwestfilm, cowboyfilm; wizard z.nw. [ICT] assistent, installatiehulp
wildwestroman -wizard in samenst. -fenomeen, -virtuoos, -genie,
wetland z.nw. drasland, waterland, moerasland -tovenaar
wetlook z.nw. 1 natglans; 2 natstijl womanizer z.nw. vrouwensmelter, hartenbreker,
wetsuit z.nw. waterpak, isolatiepak rasversierder, vrouwenverslinder
what a waste! uitroep (wat) zonde! women z.nw. dames, vrouwen
whatever uitdr. wat dan ook, om het even wat woofer z.nw. lagetonenluidspreker, basser
what-if- in samenst. wat-als-, hypothetisch woonmall z.nw. meubelboulevard, woonboulevard
what's in a name? uitdr. 1 wat doet de naam er nu wordprocessor z.nw. tekstverwerker
toe?, als het beestje maar een naam heeft, wat zegt workaholic z.nw. werkverslaafde
een naam nu helemaal?; 2 nomen est omen, de work around z.nw. omzeiling, noodoplossing
naam zegt het al workflow z.nw. bedrijfsproces, werkproces,
wheelen en dealen ww. 1 ritselen, sjacheren, productieproces
konkelefoezen; geven en nemen, marchanderen workflow-management z.nw.
wheeler z.nw. rolstoeler, rolstoelsporter, rolstoelatleet (werk)procesbeheersing, bedrijfsprocesbeheersing
wheelie z.nw. achterwieler, (wiel)steigering, opwieler working-class hero z.nw. volksheld
whiplash z.nw. zweepslagtrauma, nekzweepslag work in progress z.nw. werk in uitvoering
whirlpool z.nw. bubbelbad, wervelbad, bruisbad workload z.nw. werk(last), werkbelasting, taaklast
whistleblower z.nw. klokkenluider workmate z.nw. (in)klapwerkbank, (op)vouwwerkbank
whiteboard z.nw. (vilt)stiftbord; magneetbord workout z.nw. 1 oefensessie; 2 sanering,
white collar worker(s) z.nw. hoofdarbeider, afslankoperatie
kantoorpersoneel
white knight z.nw. reddende engel
whitener z.nw. 1 witmaker; 2 (koffie)melkpoeder, ☼ aanvaardbaar
(koffie)witmaker
 zinsconstructie aanpassen
whitening- in samenst. witmakend, witmaak-
white noise z.nw. witte ruis ☺ frivole vervanger
whitepaper z.nw. witboek, (beleids)verkenning, ¿ twijfelvervanger(s)
overzichtsrapport ¶ probleemwoord

58
workshop z.nw. 1 werkvergadering, werkbijeenkomst; yes! uitroep hoppa!, jip!
2 deelbijeenkomst, werkgroep; 3 werkles, yield z.nw. opbrengst, rendement; winst
praktijkles, doe-cursus; 4 atelier, werkplaats, you name it uitdr. noem maar op, en ga zo maar door,
werkwinkel je kunt het zo gek niet bedenken
workstation z.nw. werkstation your place or my place? uitdr. bij jou of bij mij?, jouw
worldcup z.nw. wereldbeker huis of mijn huis?
World Trade Center eigennaam yoyo z.nw. jojo
Wereldhandelscentrum yup z.nw. ☼
World Trade Organisation eigennaam
Wereldhandelsorganisatie
worldwide b.nw. wereldwijd, mondiaal
worst-casescenario z.nw. doemscenario,
Z appen [E-uitspr.] ww. kanaalzwemmen,
rampscenario zenderfietsen, zappen [NL-uitspr.]
would-be b.nw. 1 pseudo-, quasi-, zogenaamd; 2 zero-emission b.nw. zonder uitstoot, uitstootvrij;
gemaakt, gekunsteld emissiearm
wrap z.nw./in samenst. smulwikkel, pannenkoekrol; zero-tolerance(beleid) z.nw. geen-pardon(beleid),
-wikkel, -rol nultolerantie(beleid), ongedoogzaamheid(sbeleid)
wrestling z.nw. (het) worstelen zich committen ww. zich verplichten (tot), zich
writer's block z.nw. schrijfblokkade, beginzindroom ☺ verbinden (aan)
written consent z.nw. schriftelijke toestemming zipcode z.nw. postcode
zipdrive z.nw. zipstation
zipper z.nw. rits(sluiting)
X -factor z.nw. hét, iets, dát
zoo z.nw. dierentuin, dierenpark
zoomcamera z.nw. zoemcamera, camera met
X-mas z.nw. Kerstmis, Kerst variabele brandpuntsafstand
zoomen ww. zoemen
zoom(functie) z.nw. zoemfunctie, (met) variabele
Y ell z.nw. strijdkreet, leus; aanmoedigingskreet brandpuntsafstand §
zoomlens z.nw. zoemlens, lens met variabele
yellen ww. scanderen, (leuzen) schreeuwen, brandpuntsafstand
aanmoedigen zuivelspread z.nw. zuivel(smeer)beleg, smeerzuivel
yellow pages z.nw. gouden gids, gele gids

59
Met dank aan

Genootschap Onze Taal

Stichting LOUT

Jenö Sebök, Frens Bakker, Guus Kroonen, Anton Mulder, Frans van der Put

de donateurs van de Stichting Nederlands

alle woordbedenkers

en iedereen die woordenlijsten met onnodig Engels en mogelijke vervangers beschikbaar heeft
gesteld

60

Vous aimerez peut-être aussi