Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Abstract
According to Languages with dual number the dual form has been found in Germanic languages
such as Old Icelandic, Old Norse, Old English, North Frisian, Gothic and Old Dutch, which had
been isolated outside the Roman empire.
The personal pronouns of the 1st person dual wit, wut or wat are found at the beginning of the
Futhark alphabet and correlate with the reversed word for the sky-god Tiw or Tuw respectively
Taw1.
Ancient Greek used the personal pronouns of the 1st person dual form νώ (νῶϊ), in which the dual
form deviates from the Germanic wit (ƿit), wut or wat-phrases2. A correlation to a sky-god may be
found in Αἰών (eternity, cognate with Latin aevum and English aye).
Standard Slovene has replaced the nominative dual pronouns of Common Slavic (vě "the two of
us") with new synthetic dual forms: midva/midve (literally, "we-two")[23]. In these concepts for the
dual forms the components mud may be related to man & mes respectively vi to vě respectively
vèdu.
In analogy to the „t“ in the Old-English and Gothic dual pronoun „wit3“ as well as in Dutch „wut“,
the „d“ in vèdu, mudu / mudvi may have been considered as marker for the duality concept.
All of these Germanic dual forms such as Old Icelandic, Old Norse, Old English, North Frisian,
Gothic and Old Dutch are related to „Teiwaz“, respectively „Tiw“. The non-Germanic languages
(Greek, Proto-Slavic, Sorbian, Slovene, Lithuanian and the Gaelic/Celtic languages) probably do
not relate their dual forms to the sky-god „Teiwaz“, respectively „Tiw“.
Omdat de eerste letter ᚠ van het Ϝuthark alfabet als een dubbele gamma, een digamma (ΓΓ)
(symbolisch Ϝ, respectievelijk ϝ) een soort joker is, kan de betekenis van /w/, /u/, /uu/, /y/ tot zelfs
/i/ variëren. Men kan ᚠᚢᚦ (Ϝut) dan ook lezen als “fut”, “wut”, “vut”, “uut”, “yut”, “iut” en “gut”.
De eerste letter Yud van YHW kan dan in runenschrift ook als ᚠᚢᚦ (Ϝuth) geschreven worden.
Gezien de enorme verbreiding van het ᚠᚢᚦᚩᚱᚳ (Ϝuthark) alfabet over het Germaanse deel van
Europa kon de uitspraak van het sleutelwoord ᚠᚢᚦ niet alleen tussen “fut”, “wut”, “vut”, “uut”,
“yut” of “iut”, “gut” variëren, maar ook “fot”, “wot”, “vot”, “uot”, “yot”, “iot” en “got”. Daarbij
kan men de “t” ook als “d”, “s” of “z” interpreteren.
Omdat de lees- en schrijfrichting in beide richtingen toegestaan werd zijn ook de omgekeerde
lettercombinaties denkbaar. In het volgende overzicht zijn de belangrijkste elementen gemarkeerd:
• Van links naar rechts levert ᚠᚢᚦ de combinaties “fut”, “wut”, “vut”, “uut”, “yut”, “iut”,
“gut”, “fot”, “wot”, “vot”, “uot”, “yot”, “iot” en “got” op.
• Van rechts naar links leest men dan ᚦᚢᚠ theoretisch als “tuf”, “tuw”, “tuv”, “tuu”, “tuy”,
“tui”, “tug”, “tof”, “tow”, “tov”, “tou”, “toy”, “toi”, “tog”.
Zoals in in een later hoofdstuk wil bewijzen ontneemt het weglaten van de “d” aan de naam
Woedan het symbolisme van de dualis.
Ook de afleiding van *wōdaz en de relatie tot woede lijken mij overdreven:
Een afleiding bij *wōdaz, dat ongeveer ‘extase, geestelijke vervoering’ moet hebben
betekend en verwant is aan woede.
Een veel betere afleiding voor de naam Weda, Wodan of Woedan is het archaïsche persoonlijke
voornaamwoord voor de eerste persoon dualis “*wat”, “*wut” of “*wit” (‘wij twee’)11. Het
persoonlijke voornaamwoord voor de tweede persoon dualis is “*jut”. Van een oorspronkelijke
tweevoudsvorm voor ‘zij twee’ (en ‘hun twee’) is in het Germaans geen spoor.
9 Woen (m.) god van onder andere de vervoering en de dichtkunst. Overgeleverde vormen: Oudnederlands Wuodan,
Oudsaksisch Wōdan, Oudhoogduits Wuotan, Oudengels Wóden, Wéden, Oudnoords Óðinn. Oudgermaanse vorm:
*wōdanaz, *wōdinaz ‘heer van de extase’. Duiding/etymologie: Een afleiding bij *wōdaz, dat ongeveer ‘extase,
geestelijke vervoering’ moet hebben betekend en verwant is aan woede. De (tweede naamval van de) naam zit nog
verborgen in de dagnaam woensdag, die langs Middelnederlands woensdach komt van Oudgermaans *Wōdanas
dagaz ‘dag van Woen’. Wordt in de Lage Landen ook wel Wodan genoemd, maar dat is ofwel op grond van een
Oudsaksische vorm, ofwel op grond van een mislezing. Men meent ook wel onterecht de naam te herkennen in de
plaatsnamen Woensdrecht en Woensel. (bron: Woen | Taaldacht)
10 Wodan? Woen! | Taaldacht
11 Wij twee | Taaldacht
12 Tuw (m.) ‘God, de oude oppergod, hemelvader, god van recht en krijg’. Overgeleverde vormen: Oudhoogduits Zīu,
Oudengels Tíw, Oudnoords Týr, Gotisch Teiws (Oudgermaanse vorm: *Tīwaz). Duiding/etymologie: Bijzonder
gebruik van het algemene *tīwaz ‘god, godheid’ (zie tuw). Tuw (letterlijk dus ‘God’) was de oorspronkelijke
oppergod, maar werd in de laat-heidense tijd als ondergeschikt gezien aan Donder en met name Woen. Zijn bijnaam
in de Lage Landen is Dings. (bron: Tuw | Taaldacht)
De correlaties tussen de pronomina en de hemelgod
De correlaties tussen de Europese pronomina en de hemelgod kunnen in verschillende categorieën
ingedeeld worden:
1. In het Romeinse imperium vertonen de Romaanse talen correlaties tussen de hemelgod en
de pronomina voor de eerste persoon singularis, zoals in het Provençaals Diéu en iéu en in
in het Italiaans Dio en io, respectievelijk in het Siciliaans Diu en iu. Het aantal voorbeelden
van deze correlaties is relatief omvangrijk. Alleen het Oud-Grieks heeft wellicht vóór de
Romeinse overheersing een dualis omvat, die mijns inziens echter niet met de oppergod
Zeus, maar eventueel wel met Αἰών (→ eeuwigheid) correleert.
13 Dialekt, siehe Jauer (Sprache). Der Name leitet sich ab vom Wort für ich («jau»), das eine Besonderheit des
Münstertals und der Ortschaft Zernez im Unterengadin (dort «jo») ist (im Unterschied zum «eu» im übrigen
Unterengadin bzw. zum «eau» im Oberengadin). Die Bewohner des Münstertals heissen demnach «ils jauers»
(deutsch: «die Jau-Sager»).
14 “Yiou” & “Dïou” in the dialect of Nimes - Proceedings in the Ego-Pronouns' Etymology
2. In het bereik van de Oud-Germaanse talen, waar de dualis actief toegepast werd, domineren
de correlaties tussen de hemelgod en de pronomina voor de eerste persoon dualis.
4. Het Sorbisch is uitgerust met Slavische pronomina (singularis: ja en een pluralis: *my). De
correlatie tussen een hemelgod en de bijbehorende dualis mój is echter onduidelijk. Deze
gegevens worden op de kaart echter niet gemarkeerd.
Taal Hemelgod wij 2, wij beide Ik Markering in de kaart
God (dualis) (singularis)
Sorbisch mój ja ---
Tabel 3 Uittreksel van een overzicht van Europa met de namen voor de hemelse god en de
persoonlijke voornaamwoorden (dualis, respectievelijk singularis)
5. In de Keltische gebieden is kennelijk geen dualis registreerbaar. Deze gegevens worden op
de kaart echter niet gemarkeerd.