Vous êtes sur la page 1sur 59

Een zelfstandige zaak beginnen

1. Belangrijke stappen bij oprichting

Wilt u zich vestigen als zelfstandige of uw eigen vennootschap oprichten?

Er zijn twee specifieke manieren om uw activiteit uit te oefenen:

• Als natuurlijk persoon: er zal geen duidelijke scheiding zijn tussen uw


persoonlijk vermogen en dat van uw onderneming. U staat dus met heel uw
vermogen, uw persoonlijk vermogen inbegrepen, in voor de risico's van de
onderneming.

• Door een vennootschap op te richten (namelijk een vennootschap met


rechtspersoonlijkheid). Een onderneming met rechtspersoonlijkheid staat
(juridisch gezien) volledig op zichzelf, met eigen rechten, verplichtingen
en een eigen vermogen dat gescheiden is van dat van de vennoten.

1.1 Voor u erin vliegt

Voor u erin vliegt en de procedure doorloopt, moet u zich enkele vragen stellen.
Het volgende lijstje kan u helpen om uw project af te lijnen.

1.2 Het project beschrijven

• Welke activiteiten stelt u voor?

• Omschrijf uw idee.

Schrijf op een heldere manier neer waar uw project voor staat.

1.3 De omgeving analyseren

Er bestaat een grote kans dat uw idee niet uniek is. Maar dat hoeft u niet te
ontmoedigen; neemt u rustig de tijd om uw omgeving te analyseren.

• Waarmee kunt u uw markt vergelijken?

• Wie zijn uw concurrenten?

• Welke diensten bieden zij aan?


• Maak een lijst met hun sterke en zwakke punten.

• Wat kunt u beter doen dan hen?

• Wie zijn uw potentiële klanten?

• Welke zijn de mogelijke evoluties in de sector van uw activiteiten?

1.4 Uw idee commercialiseren

• Welke producten en diensten biedt u aan?

• Welke biedt u niet aan?

• Welke prijzenbeleid hanteert u?

• Waar zijn uw producten beschikbaar (in een handelszaak, op het internet)

• Hoe maakt u uw producten bekend?

• Hoe beheert u de bestellingen, de levering en eventuele klachten?

1.5 De organisatie van het bedrijf

• Welk statuut kiest u? Een eenmanszaak of een onderneming?

• Hoe ziet u de organisatie van het bedrijf? Wie leidt het bedrijf?

• Waar vestigt u het bedrijf?

• Werft u personeel aan?

1.6 Het project financieren

Over deze stap hoeft u pas na te denken wanneer u de vier voorgaande stappen
hebt doorlopen.

Zet een financieel plan op dat rekening houdt met de volgende vragen:

• Welke start is noodzakelijk?

• Welke investeringen moet u voorzien?

• Voor welke bedragen?

• Welke zijn uw vaste kosten?

• Hoeveel kosten uw eerste grondstoffen?

• Welke is de minimale winstmarge om uw kosten te dekken?

• Welke financieringsvorm kiest u?


1.7 Basiskennis bedrijfsbeheer

Elke kmo die als handelsonderneming een activiteit wil uitoefenen als
hoofdberoep of bijberoep en hiervoor een inschrijving in de Kruispuntbank van
Ondernemingen nodig heeft, moet eerst bij het ondernemingsloket naar keuze
haar basiskennis van het bedrijfsbeheer bewijzen. Het is van geen belang of de
activiteit uitgeoefend wordt. Daarnaast moeten de kmo’s die een
gereglementeerd beroep willen uitoefenen, het bewijs leveren van hun specifieke
beroepsbekwaamheid. De grote ondernemingen moeten geen rekening houden
met deze maatregel.

De gereglementeerde beroepen worden in drie activiteitssectoren ingedeeld:


fietsen en motorvoertuigen, bouw en elektrotechniek en personenverzorging. De
wet reglementeert ook beroepen die vroeger niet gereglementeerd waren, zoals
pvc-schrijnwerker, masseur …

In andere sectoren, zoals de automobielsector, zijn strengere


toegangsvoorwaarden van toepassing om het aantal faillissementen tegen te
gaan. Wie zich daarentegen als voetverzorger of kapper wil vestigen, heeft het
voortaan gemakkelijker.

29 van de 34 gereglementeerde beroepen kunnen worden ingedeeld in 3


activiteitssectoren:

• fietsen en motorvoertuigen,

• bouw en elektrotechniek,

• personenverzorging, opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer.

De overige 5 beroepen zijn:

• slager-groothandelaar,

• installateur-frigorist,

• droogkuiser-verver,

• restaurateur of traiteur-banketaannemer,

• brood- en banketbakker.
Om te worden erkend als kmo moet een onderneming een aantal voorwaarden
vervullen:

• Het aantal personeelsleden is lager of gelijk aan 50 werknemers op


jaarbasis.

• Maximum 25 % van de aandelen en effecten is in handen van andere


vennootschappen dan de kmo.

• De omzet is lager of gelijk aan 7 000 000 euro, of de totale balans is niet
hoger dan 5 000 000 euro.

U moet :

• Een geldig diploma voorleggen. Bijvoorbeeld: een getuigschrift van het


secundair onderwijs op het vlak van basiskennis van het bedrijfsbeheer,
een diploma van het hoger onderwijs.

• Over voldoende praktijkervaring beschikken. U bezit geen diploma, maar


u heeft gedurende een aantal jaren gewerkt. U moet dit bewijzen met
schriftelijke documenten: een arbeidsovereenkomst, een attest van de
werkgever …

• Een examen afleggen bij de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en


Energie. Als u niet voldoet aan bovenvermelde criteria kunt u een examen
afleggen om een getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer te behalen. U
vindt het programma en inschrijvingsformulier op de website van de FOD
Economie.

• Een derde persoon bewijst de ondernemersvaardigheden. Onder


bepaalde voorwaarden kunt u een beroep doen op een ‘derde persoon’.
Deze zal instaan voor het dagelijks bestuur van de onderneming en kan
zijn kennis van bedrijfsbeheer bewijzen.

1.8 Oprichtingsakte

De oprichtingsakte vormt de basistekst bij de oprichting van een nieuwe


vennootschap. Het gaat om een rechtshandeling die toelaat nieuwe rechten te
creëren.
Naargelang de op te richten vennootschapsvorm moet de akte in één van
volgende vormen worden opgesteld:

• als authentieke akte (notariële akte),

• als onderhandse akte.

Authentieke akte of notariële akte

Als u kiest voor de meest voorkomende rechtsvormen (BVBA, NV, CVBA), moet
de oprichtingsakte worden opgesteld door een notaris. De oprichtingsakte zal
deel uitmaken van een notariële akte. De overeenkomsten die op deze manier
worden bekrachtigd, verkrijgen geldigheid en rechtszekerheid. De
ondertekenaars van de akte kunnen zich beroepen op deze zekerheid, zowel
tegenover elkaar als tegenover derden.

Onderhandse akte

De 'onderhandse' akte is een schriftelijke overeenkomst, die de partijen zelf of


derden opstellen. Deze overeenkomst wordt ondertekend door de partijen zelf,
of door een persoon die zij aanduidden als mandataris bij het regelen van een
contractuele situatie (verkoop, verhuur, maatschappij, arbeidsovereenkomst …).

Te leveren documenten bij oprichtingsakte

Om de oprichtingsakte op te stellen, heeft u de volgende documenten nodig:

• een financieel plan,

• bij inbreng in geld: een bewijs dat u een rekening heeft geopend op naam
van de vennootschap

• in oprichting, bij inbreng in natura: een verslag van een bedrijfsrevisor.

Neerleggen van de oprichtingsakte bij de griffie van de rechtbank van


koophandel

De vennootschappen met rechtspersoonlijkheid moeten binnen vijftien dagen na


de dagtekening van de oprichtingsakte een uittreksel hiervan neerleggen op de
griffie van de rechtbank van koophandel in het rechtsgebied van hun
maatschappelijke zetel.

Sinds juni 2006 kunnen notarissen een oprichtingsakte ook in één keer
elektronisch neerleggen bij de KBO, de griffie van de Rechtbank van Koophandel
en het Staatsblad. Daardoor kan een onderneming nu in slechts vier dagen
worden opgestart.

Te vermelden gegevens in de oprichtingsakte

De oprichtingsakte moet de volgende gegevens vermelden:


• de naam van de vennootschap en eventuele afkortingen of handelsmerken,

• de rechtsvorm van de vennootschap,

• het adres van de maatschappelijke zetel,

• de datum van de oprichtingsakte van de vennootschap,

• de identiteit van de personen die gemachtigd zijn om de vennootschap te


besturen, te

• verbinden of te ontbinden,

• de datum van ontbinding wanneer de vennootschap voor een bepaalde tijd


is opgericht,

• de datum van de jaarlijkse algemene vergadering,

• het begin en einde van het boekjaar,

• het bedrag van het maatschappelijk kapitaal,

• de identiteit van de bestuurder, de directeur of de zaakvoerder belast


met het dagelijks bestuur.

Gevolgen van het neerleggen bij de griffie van de rechtbank van koophandel

Het neerleggen van de oprichtingsakte bij de griffie van de rechtbank van


koophandel heeft een aantal gevolgen:

• de vennootschap verwerft rechtspersoonlijkheid,

• de vennootschap verkrijgt een ondernemingsnummer van de Kruispuntbank


van Ondernemingen,

• de oprichtingsakte is tegenstelbaar aan derden.

1.9 Registratieakte

De oprichtingsakte moet verplicht worden geregistreerd in een


registratiekantoor van de FOD Financiën. Zodra de akte authentiek is, moet ze
binnen vijftien dagen geregistreerd worden door een notaris. Deze termijn
wordt verlengd tot vier maanden als het gaat om een onderhandse akte.

Registratiekosten

Een oprichtingsakte registreren kost helaas geld – of het nu gaat om een


authentieke akte (notarieel) of een onderhandse akte.

• In beide gevallen bedragen de registratierechten 25 euro.

• Bij notariële aktes moet men ook rekening houden met rechten op
geschriften van 95 euro.
1.10 Ondernemingsnummer

Wat is het ondernemingsnummer?

Het unieke ondernemingsnummer is een identificatiesleutel. Met dit nummer


kunnen ondernemingen hun identiteit bewijzen:

• bij de uitwisseling van gegevens tussen ondernemingen en de overheid,

• in het kader van de elektronische overdracht van gegevens in de nieuwe e-


government omgeving.

Om de administratieve last voor de bestaande ondernemingen tot een minimum


te beperken, werd er voor gekozen geen volledig nieuw nummer te
implementeren, maar het voormalige btw-identificatienummer om te vormen
tot ondernemingsnummer.

Wat is de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)?

De Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is een register dat alle


identificatiegegevens van ondernemingen en hun vestigingseenheden opslaat. Ze
neemt de gegevens op van het rijksregister van rechtspersonen, van het
handelsregister, van de btw, van de rsz en wordt up to date gehouden door de
bevoegde organisaties die er de gegevens invoeren.

Inschrijving in de KBO als commerciële onderneming

Hoewel de vennootschappen al werden opgenomen in de KBO en hun


ondernemingsnummer ontvingen via de griffier van de Handelsrechtbank, zijn ze
verplicht om zich als commerciële of ambachtelijke onderneming in te schrijven
bij een ondernemingsloket.

U kunt het ondernemingsloket zelf kiezen, waar uw onderneming ook gevestigd


is.

Tien instellingen zijn erkend als ondernemingsloket. Zij beschikken over meer
dan 200 kantoren, verspreid over gans België.
Het ondernemingsloket controleert of de onderneming alle voorwaarden vervult
die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep (de basiskennis van
bedrijfsbeheer en de beroepsbekwaamheid voor de gereglementeerde beroepen,
de vergunning beenhouwer-spekslager en de beroepskaart voor vreemdelingen).

De inschrijvingsprocedure is dezelfde als die voor natuurlijke personen.

In te dienen documenten bij de inschrijving in het ondernemingsloket

Wie zich bij het ondernemingsloket wil inschrijven, moet volgende documenten
kunnen voorleggen:

• de persoonlijke gegevens van de oprichter(s),

• de maatschappelijke en commerciële naam van de onderneming,

• de rechtsvorm,

• het ondernemingsnummer,

• de uitbatingsadressen (+ tel, fax en e-mail),

• de datum van de aanvang van de activiteit,

• de publicatiedatum van de oprichtingsakte in het Belgisch Staatsblad,

• het rekeningnummer bij een financiële instelling,

• het bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer en indien nodig van


beroepsbekwaamheid,

• de bijzondere vergunningen (beroepskaart, vergunning beenhouwer-


spekslager),

• een uittreksel van de statuten en een attest beheermandaat.

Deze inschrijving kost 71 euro, plus 71 euro per bijkomende vestigingseenheid.

Gevolgen van de inschrijving in het ondernemingsloket

Het inschrijven in het ondernemingsloket heeft een aantal gevolgen:

• Deze inschrijving geldt als vermoeden van handelaar of ambachtsman.

• Voor handels- en ambachtsondernemingen vervangt het


ondernemingsnummer het nummer in het handels- of ambachtsregister.
• Het ondernemingsnummer moet u vermelden op alle akten, facturen,
aankondigingen, mededelingen, brieven, orders en andere stukken van
handels- of ambachtsondernemingen.

• Het woord 'Rechtspersonenregister' of de afkorting RPR en het


ondernemingsnummer moet u vermelden op de gebruikte gebouwen,
stalletjes en vervoersmiddelen.

1.11 BTW

In principe is elke persoon die geregeld de levering van goederen of diensten


verricht, btw-plichtig:

• zelfstandig,

• met of zonder winstoogmerk,

• hoofdzakelijk of aanvullend.

Sommige activiteiten zijn niet onderworpen aan btw. Artsen, advocaten en


acteurs hoeven bijvoorbeeld geen btw te betalen. Bij twijfel doet u er goed aan
inlichtingen in te winnen bij het plaatselijke btw-controlekantoor.

1.12 Vergunningen en erkenningen

Wie een zaak uitbaat waar voedingsmiddelen worden gefabriceerd, in de handel


gebracht of ingevoerd, moet een vergunning aanvragen bij het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), dienst
Eetwareninspectie.

Deze verplichting geldt voor alle zaken waar voedingsmiddelen worden verkocht:

• alle ondernemingen van de horecasector,

• keukens van scholen,

• restaurants van bedrijven,

• eventueel ook krantenwinkels, tankstations,


Registratie en erkenning van aannemers van bouwwerken

Aannemers van bouwwerken zijn onderworpen aan specifieke verplichtingen. Zij


moeten zich registreren bij de Commissie voor Erkenning van de provincie in het
ambtsgebied waar de onderneming is gevestigd (woonplaats of maatschappelijke
zetel). Deze registratie zorgt dat zij in orde zijn met hun sociale en fiscale
verplichtingen.

Uit te voeren stappen om erkend te worden

Om zich te laten registreren als aannemer van bouwwerken moet u:

1. Een speciaal formulier aanvragen bij het Bestuur der Directe Belastingen.

2. Het ingevulde formulier aangetekend opsturen naar de voorzitter van de


Registratiecommissie.

Belangrijke opmerking: wie voor de uitvoering van zijn bouwwerken beroep doet
op een niet-geregistreerde aannemer, zal hoofdelijk aansprakelijk gesteld
worden voor de betaling van de sociale en fiscale verplichtingen van deze
aannemer.

Erkenning van aannemers voor openbare werken

De aannemer die in aanmerking wil komen voor het uitvoeren van werken voor de
Staat of andere overheidsdiensten moet een erkenning als aannemer kunnen
voorleggen (behalve voor werken van geringe omvang). De aanvraag tot erkenning
moet worden ingediend, ofwel door de ondernemer zelf, ofwel door zijn
beroepsvereniging bij de Commissie voor Erkenning van aannemers.

1.13 Bankrekeningen

Een zichtrekening openen

Voor u een onderneming opricht, moet u een zichtrekening openen bij een bank
of een andere financiële instelling. Dit geldt zowel voor een activiteit als
natuurlijk persoon of als vennootschap (rechtspersoon).
Deze rekening moet verschillen van uw privérekening. U mag ze uitsluitend
gebruiken voor verrichtingen in verband met uw zelfstandige activiteit of uw
vennootschap.

Op alle handelspapieren van uw onderneming (de brieven, facturen ...) moet u uw


rekeningnummer vermelden, samen met de naam van de onderneming en die van
de financiële instelling.

1.14 Ziekenfonds en verzekeringen

Aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds

Als zelfstandige moet u zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor
zelfstandigen. U kunt dit fonds vrij kiezen binnen een termijn van 90 dagen, te
rekenen vanaf de startdatum van uw activiteit (lijst van de sociale
verzekeringsfondsen).

Als u deze termijn niet naleeft, zal het Rijksinstituut voor de sociale
verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) u vragen om uw toestand te
regulariseren, en zal u automatisch worden aangesloten bij de Nationale Hulpkas
voor Zelfstandigen.
Het is mogelijk om, onder bepaalde voorwaarden, te veranderen van sociaal
verzekeringsfonds.

Betaling van de sociale bijdragen

Zelfstandigen moeten hun sociale bijdragen aan hun sociaal verzekeringsfonds


betalen. Aan het begin van elk kalenderkwartaal (de maanden januari, april, juli
en oktober) ontvangen zij een vervalbericht met de bedragen die uiterlijk voor
het einde van elk kwartaal moeten worden betaald.

De bijdrage is afhankelijk van het bedrijfsinkomen dat de zelfstandige genoot


tijdens de eerste drie jaren van activiteit. Er is een minimale en een maximale
bijdrage.

Bij het begin van de activiteiten is een dergelijke berekening niet mogelijk,
aangezien de inkomsten nog niet bekend zijn. Daarom moeten startende
zelfstandigen gedurende drie jaar voorlopige bijdragen betalen. Na drie jaar
zullen de bijdragen berekend en geregulariseerd worden, op basis van het
werkelijke beroepsinkomen van het eerste activiteitsjaar.

Als rechtspersoon opent de vennootschap, in tegenstelling tot zelfstandigen en


helpers, geen socialezekerheidsrechten. Iemand die een zelfstandige activiteit
start en daarbij een vennootschap opricht, moet zowel zichzelf als zijn
vennootschap aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen.

Welke rechten hebt u?

Het sociaal statuut van zelfstandige omvat niet enkel plichten, maar ook rechten.
Van zodra de zelfstandige in regel is met de wettelijke voorschriften, verwerft
hij rechten op het vlak van:

• Gezinsbijslagen,

• een ziekte- en invaliditeitsverzekering,

• een moederschapsverzekering,

• een pensioen,
• recht op een faillissementsverzekering.

Gezinsbijslagen

De gezinsbijslagen bestaan uit:

• het kraamgeld of de adoptiepremie,

• de maandelijkse kinderbijslag,

• andere voordelen zoals de leeftijds- en wezenbijslagen.

Ziekte- en invaliditeitsverzekering

Het sociaal statuut der zelfstandigen omvat een ziekte- en


invaliditeitsverzekering die bepaalde geneeskundige zorgen en
arbeidsongeschiktheid dekt. In het kader van deze verzekering zijn
zelfstandigen verplicht om zich bij een ziekenfonds naar keuze aan te sluiten.

De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging

De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging garandeert de


terugbetaling van bepaalde medische kosten die men de ‘grote risico's’ noemt
(kosten van ingrepen, ziekenhuiskosten, ...). De kleine risico's zijn niet gedekt
(bezoek aan de huisarts, de tandarts, ...). De zelfstandige kan een aanvullende
verzekering nemen bij een ziekenfonds naar keuze.

Sinds 1 juli 2006 zijn volgende zelfstandigen gratis verzekerd voor de grote en
kleine risico's:

• De zelfstandigen die voor het eerst een zelfstandige activiteit in


hoofdberoep uitoefenen.

• De gepensioneerde zelfstandigen die de inkomensgarantie voor ouderen


genieten.

Verzekering voor arbeidsongeschiktheid


De verzekering voor arbeidsongeschiktheid voorziet, onder bepaalde
voorwaarden, een vervangingsinkomen voor de zelfstandige die zijn
beroepsactiviteit wegens ziekte of ongeval moet onderbreken.

• Gedurende de eerste maand ongeschiktheid ontvangt de


arbeidsongeschikte zelfstandige geen uitkering.

• Vanaf de tweede maand geniet hij een dagvergoeding.

• Vanaf het tweede jaar (periode van invaliditeit) zijn de bedragen van de
uitkeringen hoger.

Moederschapsverzekering

Vrouwelijke zelfstandigen en meewerkende echtgenoten worden vanaf de


bevalling als arbeidsongeschikt beschouwd gedurende een periode van zes
weken (zeven weken bij meervoudige geboorten). Tijdens deze periode hebben
zij recht op een moederschapsvergoeding.

Pensioen

Er bestaan verschillende vormen van pensioen:

• Het rustpensioen dat de zelfstandige op het einde van zijn loopbaan


geniet.

• Het overlevingspensioen (ten gunste van de overlevende echtgenoot).

• Het pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot.

Als de zelfstandige een hoger pensioen wil verkrijgen, kan hij onder bepaalde
voorwaarden, een verzekeringscontract afsluiten voor een vrij aanvullend
pensioen.

Faillissementsverzekering

Dankzij de faillissementsverzekering kunnen gefailleerde zelfstandigen:

• gedurende maximum vier kwartalen hun ziekteverzekering en het recht


op kinderbijslag behouden,

• tijdelijk een uitkering verkrijgen.


Aansluiten bij een ziekenfonds

Om in aanmerking te komen voor de uitkeringen van de ziekte- en


invaliditeitsverzekering, moet de zelfstandige zich aansluiten bij een
ziekenfonds van zijn keuze.

2. Zelfstandigen

Hebt u de intentie om een onderneming op te richten of een activiteit als


zelfstandige op te starten?

De openbare diensten bieden verschillende sites om uw project toe te lichten en


de verschillende administratieve stappen, de rechten en plichten, de eventuele
risico’s, de mogelijkheden van financiering ... te verduidelijken.

Op federaal niveau zal de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O.,


Middenstand en Energie u begeleiden dankzij:

• de folder 'Starten met een eigen zaak'

• het 'Vademecum van de onderneming'

De inhoud van deze rubrieken kan eenvoudig online worden geraadpleegd of


worden gedownload als pdf. Bijkomende informatie specifiek voor de gewesten
kunt u vinden op de verschillende portaalsites van de gewestelijke instellingen

2.1 Hoofdberoep

Een zelfstandige oefent een winstgevende beroepsactiviteit uit zonder daarbij


aan een werkgever te zijn verbonden met een arbeidsovereenkomst. De
zelfstandige is dus in zekere mate zijn eigen 'baas'.

De zelfstandige wordt ook op het vlak van sociale zekerheid als zelfstandig
beschouwd. In tegenstelling tot loontrekkenden van de privésector of de
openbare sector, moet hij zich dus aansluiten bij één van de
socialeverzekeringsfondsen en de bijdragen betalen.

Het is mogelijk om een zelfstandige activiteit uit te oefenen als hoofdberoep of


in bijberoep wanneer de hoofdactiviteit in loondienst wordt verricht.

Natuurlijke personen en rechtspersonen

U kunt uw zelfstandige activiteit op twee manieren uitoefenen, ofwel:

• Als natuurlijke persoon: er zal geen duidelijke scheiding zijn tussen uw


persoonlijk vermogen en dat van de zaak. U staat dus met heel uw
vermogen, uw persoonlijk vermogen inbegrepen, in voor de risico's van de
onderneming.
• Als rechtspersoon: u creëert een vennootschap
met rechtspersoonlijkheid. Een dergelijke onderneming staat juridisch
gezien volledig op zich, met eigen rechten, verplichtingen en een eigen
vermogen dat gescheiden is van dat van de vennoten.

Wij richten ons alleen op de natuurlijke personen. Voor meer informatie over
rechtspersonen, kunt u de rubrieken over ondernemingen raadplegen.

Types van zelfstandige beroepsactiviteiten

De beroepsactiviteit als zelfstandige omvat verschillende domeinen. De volgende


natuurlijke personen worden beschouwd als zelfstandigen:

• handelaars (met inbegrip van de ambulante handelaars: deur-aan-


deurverkopers, verkopers op de openbare weg of openbare markten),

• personen die een vrij beroep uitoefenen (architecten, artsen, advocaten


…),

• landbouwers, veehouders,

• publieke mandatarissen.

Sommige personen mogen een commerciële activiteit niet (langer) uitoefenen als
zelfstandige wanneer zij:

• failliet verklaard werden,

• veroordeeld werden voor bankroet,

• wettelijk ongeschikt verklaard werden (personen veroordeeld tot een


criminele straf),

• onder juridisch toezicht staan.

2.2 Bijberoep

Een zelfstandige is een natuurlijk persoon die in België een beroepsactiviteit


uitoefent zonder daarbij verbonden te zijn door een beroepsovereenkomst of
statuut.

Naast de zelfstandigen in hoofdberoep zijn er nog andere categorieën


zelfstandigen: de helpers of meewerkende echtgenoten, de zelfstandigen in
bijberoep en de gepensioneerde zelfstandigen.

Zelfstandigen in bijberoep oefenen tegelijk en hoofdzakelijk nog een andere


beroepsactiviteit uit, ofwel als werknemer, ofwel in het onderwijs, ofwel als
ambtenaar.

Ook wie een vervangingsinkomen ontvangt en/of zijn pensioenrechten vrijwaart,


kan als zelfstandige in bijberoep worden beschouwd.
De formaliteiten die u moet vervullen om een zelfstandig bijberoep te mogen
uitoefenen, zijn dezelfde als die voor een zelfstandige activiteit in hoofdberoep.

U kunt worden beschouwd als zelfstandige in bijberoep wanneer u:

• loontrekkende of interimaris bent, of tewerkgesteld in het onderwijs


zonder benoeming: het aantal uren dat u uitoefent als loontrekkende of
interimaris moet minstens overeenkomen met een halftijdse jobs,

• ambtenaar bent: u moet minstens 200 dagen ofwel 8 maanden per jaar
werken, en het gepresteerde werkrooster moet minstens overeenkomen
met een halftijdse jobs,

• benoemd onderwijzer bent: u moet minstens 6/10de van een voltijds


werkrooster presteren,

• werkloos bent: u moet een werkloosheidsuitkering ontvangen en


gemachtigd zijn om uw zelfstandige titel uit te oefenen in bijberoep of op
toevallige basis,

• een uitkering geniet van uw ziekenfonds: u bent minstens voor 66 %


ongeschikt bevonden, en de uitkering die u ontvangt is minstens gelijk aan
het pensioen van een alleenstaande zelfstandige.

Het sociaal statuut

Ook zelfstandigen in bijberoep zijn onderworpen aan het sociaal statuut van de
zelfstandigen. Ze zijn dus verplicht om zich aan te sluiten bij een sociaal
verzekeringsfonds voor zelfstandigen en daar de driemaandelijkse bijdrage te
betalen. In dit geval geven de bijdragen niet het recht op particuliere rechten
waarop deze betrekking heeft: gezinsbijslagen, ziekte- en
invaliditeitsverzekering (grote risico’s), verzekering tegen werkonbekwaamheid,
pensioenen, verzekering in geval van faillissement ...

Uw hoofdberoep beëindigen

Zodra u uw hoofdberoep beëindigt, blijft u zelfstandige in bijberoep in de


volgende gevallen:

• Ofwel geniet u, ter vervanging van uw inkomen, een prestatie in het kader
van de sociale zekerheid die minstens overeenkomt met het pensioen van
een alleenstaande zelfstandige.

• Ofwel vrijwaart u uw pensioenrechten of rechten op een


invaliditeitsuitkering.

Een zelfstandige in bijberoep die zijn hoofdactiviteiten stopzet zal dus niet
automatisch hoofdzakelijk zelfstandige worden
Beperkingen bij de uitoefening van uw bijberoep

In principe mag u:

• zoveel tijd besteden aan uw bijberoep als u zelf wenst,

• met uw bijberoep zoveel verdienen als u zelf wenst.

Mislukte start

Als uw zelfstandig bijberoep niet het gewenste resultaat oplevert, kunt u


beslissen om het stop te zetten.

Het RSVZ mag toelaten om uw bijdragen terug te betalen wanneer:

• uw bijberoep maar beperkte inkomsten opleverde,

• u uw bijberoep binnen het jaar heeft stopgezet,

• u hiervoor een aanvraag indient.

Uw bijdragen kunnen ofwel volledig, ofwel gedeeltelijk worden terugbetaald.

2.3 Meewerkende echtgenoot

Naast de zelfstandigen bestaat er een categorie van personen die, in de meeste


gevallen, onderworpen zijn aan het sociaal statuut van de zelfstandigen:
de helpers.

De helper

Een helper is een natuurlijk persoon die een zelfstandige in de uitoefening van
zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder daarbij verbonden te zijn door een
arbeidsovereenkomst. De helper is vaak, maar niet noodzakelijk, een familielid
van de zelfstandige.

U kunt enkel helper zijn van een natuurlijk persoon, niet van een vennootschap. U
kunt wel optreden als helper van een mandataris van een vennootschap.
De toevallige helper

De toevallige helper is niet onderworpen aan het sociaal statuut der


zelfstandigen.

Om te worden beschouwd als toevallige helper, moet u een aantal voorwaarden


vervullen:

• een toevallige en tijdelijke activiteit uitoefenen van niet meer dan 90


dagen per jaar,

• een activiteit uitoefenen als student die nog gezinsbijslag geniet (minder
dan 80 uur per maand),

• de leeftijd van 20 jaar niet hebben bereikt in de loop van het jaar waarin
u de activiteit uitoefent,

• jonger zijn dan 25 jaar en nog steeds studeren,

• echtgenoot-helper zijn.

Zelfstandige helpers worden op fiscaal gebied ook als 'zelfstandigen'


beschouwd. Hun inkomsten moeten dus als winsten of baten aangegeven worden,
en zij zijn verplicht om voorafgaande betalingen te doen. De fiches en
samenvattende opgaven kunnen worden aangevraagd bij
het Documentatiecentrum-Bedrijfsvoorheffing.

De helpers zijn dus ook gebonden aan een bepaald aantal verplichtingen.

De meewerkende echtgenoot

Een persoon wordt beschouwd als meewerkende echtgenoot van een


zelfstandige wanneer hij of zij:

• partner is van een zelfstandige (via een huwelijks- of


samenlevingscontract),

• effectief zijn medewerking verleent,


• geen inkomen uit een andere werkzaamheid heeft of geen
vervangingsinkomen dat recht geeft op sociale zekerheid (ten minste
gelijk aan deze van zelfstandigen).

Tot hiertoe hadden de meewerkende echtgenoten geen recht op eigen sociale


zekerheidsprestaties in de mate dat zij niet persoonlijk onderworpen waren aan
de sociale zekerheid van de zelfstandigen.

• Sinds 1 juli 2005 wordt iedereen die gehuwd is of contractueel


samenleeft met een zelfstandige, beschouwd als een meewerkende
echtgenoot en is persoonlijk onderworpen aan het volledige sociale
zekerheidsstelsel tenzij de betrokkene een verklaring op eer aflegt dat
hij of zij zijn of haar partner niet wezenlijk helpt in de zaak.

• De toetreding blijft facultatief voor de personen die geboren zijn voor


1956.

Aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds

Meewerkende echtgenoten moeten zich aansluiten bij het sociaal


verzekeringsfonds waarbij hun echtgenoot is aangesloten, uiterlijk binnen de 90
dagen na de aanvang van de activiteit. Een aansluitingsverklaring moet worden
ingevuld en ingediend bij het fonds.

Sociale bijdrage

Meewerkende echtgenoten die onderworpen zijn aan het volledige sociaal


statuut, betalen bijdragen zoals een zelfstandige in hoofdberoep. Deze
bijdragen worden berekend in functie van hun eigen inkomsten en bieden een
verzekering van geneeskundige verzorging, gezinsbijslagen, pensioen en
moederschapshulp.

Meewerkende echtgenoten die zijn geboren voor 1 januari 1956, zijn


onderworpen aan een 'mini-statuut' (verzekering bij arbeidsongeschiktheid en
moederschapsverzekering). Zij betalen een relatief kleine driemaandelijkse
sociale bijdrage, berekend op de inkomsten van de geholpen zelfstandige. Als zij
dit wensen, kunnen zij zich wel vrijwillig onderwerpen aan het volledige sociaal
statuut der zelfstandigen.

3. Vennootschapsvormen

U wilt een bedrijf starten, een handelszaak openen of een


liefdadigheidsinstelling stichten? In de meeste gevallen zult u dan eerst een
vennootschap moeten oprichten. Er zijn verschillende types vennootschappen, elk
met eigen kenmerken. U zult dus de volgende twee vragen moeten beantwoorden:

• Welk vennootschapsvorm kies ik? Een bvba, een nv of een vzw?


• Welk statuut wil ik aannemen? Kies ik voor een onderneming als natuurlijk
persoon of als rechtspersoon (vennootschap), voor een feitelijke
vereniging of een tijdelijke vereniging?

Om de juiste keuze te kunnen maken en het succes van uw onderneming te


verzekeren, is het dus belangrijk om de volgende zaken te weten:

• de hoofdkenmerken van de verschillende vennootschapsvormen

• de verplichtingen die gepaard gaan met de statuten van vennootschappen

• de stappen die u moet nemen om deze vennootschap op te richten

3.1 Eénmanszaak

Wanneer zij een onderneming opzetten en een goed afgelijnde juridische


structuur kiezen, rijst bij veel zelfstandigen en beheerders de vraag: kies ik
voor een eenmanszaak (als natuurlijk persoon) of voor een vennootschap?

Voor- en nadelen van de eenmanszaak

Een van de grootste voordelen van de eenmanszaak, is dat zij zo eenvoudig op te


richten is.

Toch brengt een eenmanszaak ook heel wat belangrijke nadelen met zich mee.
Het is namelijk een ondernemingsvorm die wordt opgericht door een natuurlijk
persoon (de stichter). Het vermogen van de onderneming is niet gescheiden van
dat van zijn stichter, die dus onbeperkt aansprakelijk is voor eventuele schulden.

Het geheel van goederen (roerende en onroerende) kan dus in beslag worden
genomen door de schuldeisers en de schulden van de stichter kunnen zelfs
worden verhaald op het vermogen van de echtgenoot.

Verschil tussen eenmanszaak en onderneming

In tegenstelling tot de eenmanszaak staat de onderneming een scheiding toe


tussen het kapitaal van de onderneming en dat van de onderneming, zodat een
deel van het vermogen uitgesloten blijft van het risico van de onderneming. De
onderneming beschikt bovendien over een eigen rechtspersoon en heeft zo eigen
rechten, alsook plichten.

Onderneming met beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid

Er bestaat bovendien een verschil tussen ondernemingen


met beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid.

Bij de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (nv, bvba, cvba) is de


vennoot voor de schulden van de onderneming slechts aansprakelijk ten belope
van zijn inbreng, dat wil zeggen het kapitaal dat hij in de vennootschap heeft
ingebracht.

Bij ondernemingen met onbeperkte aansprakelijkheid staat de vennoot met met


zijn persoonlijke vermogen in voor de verbintenissen van de vennootschap.

Huwelijksstelsel en eenmanszaak

Bij de inschrijving van een natuurlijk persoon in de Kruispuntbank van


Ondernemingen, kunnen alle gegevens over de echtgenoot, de huwelijksplaats, de
huwelijksdatum en het gekozen huwelijksstelsel meegedeeld worden. Als dit het
geval zou zijn, moet een scheidingsdatum ook worden meegedeeld, en ook
wanneer er een scheiding van goederen is uitgesproken.

Volgens het gekozen huwelijksstelsel kan de echtgenoot al of niet hoofdelijk


aansprakelijk gesteld worden voor schulden van de vennootschap.

3.2 VZW

Omschrijving van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw)

De vereniging zonder winstoogmerk (vzw) bestaat uit ten minste drie personen
en streeft naar de verwezenlijking van een doelstelling zonder winstoogmerk. In
tegenstelling tot een handelsvennootschap, zal de vzw:

• geen minimumkapitaal vereisen,

• geen winstoogmerk kunnen nastreven, maar kan lidgeld innen en betalende


activiteiten organiseren wanneer deze binnen het kader blijven van de
nagestreefde doelstelling,

• geen winsten kunnen uitkeren aan haar leden.

Bijzonderheden

De vereniging kan een rechtspersoonlijkheid verkrijgen wanneer ze de volgende


voorwaarden vervult:

• de maatschappelijke zetel moet in België gevestigd zijn,

• er zijn minimaal drie leden,

• de statuten moeten een aantal verplichte vermeldingen bevatten,


• de statuten, de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van de
beheerders moeten gepubliceerd worden in de bijlagen van het Belgisch
Staatsblad.

Zijn niet al deze voorwaarden vervuld, dan zal de vereniging worden beschouwd
als een feitelijke vereniging.

Verplichte vermeldingen die moeten voorkomen in de statuten

De statuten van de vzw moeten de volgende gegevens vermelden:

• de volledige benaming en het adres van de zetel van de vzw; het


gerechtelijk arrondissement waar de vereniging is gevestigd,

• het doel van de vzw,

• eventueel een onderscheid tussen werkende leden (minstens drie) en de


stille leden,

• naam, woonplaats en nationaliteit van de stichters,

• het maximale bedrag van het lidgeld,

• de benoemingsvoorwaarden van de beheerders,

• de procedure bij statutenwijziging,

• de verantwoordelijken voor het beheer van de rekeningen en begrotingen,

• de bestemming van het vermogen bij ontbinding,

• de bevoegdheden van de algemene vergadering.

De rechtspersoonlijkheid

De vzw verwerft haar rechtspersoonlijkheid op de dag waarop de vzw haar


statuten en de akten betreffende de benoeming van de bestuurders neerlegt bij
de griffie van de rechtbank.

Tussen het tijdstip van de oprichting en het tijdstip waarop deze vzw
rechtspersoonlijkheid verwerft, kan een periode verstrijken. Tijdens deze
periode kunnen de volgende handelingen worden gesteld:

• materiaal aankopen,

• een gebouw huren,

• een bankrekening openen,

• personeel aanwerven.
Krachtens de wet kunnen dergelijke handelingen worden uitgevoerd tijdens het
wordingsproces, maar zijn de personen die deze verbintenissen sluiten daarvoor
persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk.

Er bestaat echter een uitzondering op deze regel, namelijk wanneer de vzw:

• rechtspersoonlijkheid verwerft binnen de twee jaar volgend op het


ontstaan van de verbintenis,

• deze verbintenis bekrachtigt binnen zes maanden na het verwerven van


rechtspersoonlijkheid.

De statuten

De statuten moeten schriftelijk worden vastgelegd. Ze kunnen worden opgesteld


als een onderhandse akte, in aanwezigheid van de stichters, of als authentieke
akte, opgemaakt bij een notaris.

De statuten en de lijst van de leden van de eerste raad van beheer moeten ter
publicatie worden opgestuurd naar het Belgisch Staatsblad.

Binnen één maand na de bekendmaking van de statuten, moet de ledenlijst


neergelegd worden bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

Elke vzw is verplicht zich in te schrijven bij de Kruispuntbank van


Ondernemingen. Ze zullen een identificatienummer krijgen dat op alle officiële
documenten moet vermeld worden.

Als na fiscaal onderzoek zou blijken dat de vzw handelingen met een winstgevend
karakter uitvoert, of dat het in feite een verkapte handelsvennootschap is, dan
wordt zij belast volgens de regels van de vennootschapsbelasting en moet zij
zich aan de boekhoudwetgeving onderwerpen. Als de activiteiten effectief niet
winstgevend zijn, dan zal de vzw eenvoudig onderworpen worden aan
de rechtspersonenbelasting.

3.3 BVBA

Omschrijving van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


(bvba)

De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt gevormd door


een of meer personen, die alleen hun inbreng verbinden. De rechten van de
vennoten kunnen alleen onder bepaalde voorwaarden worden overgedragen.

Gezien de beperkte aansprakelijkheid van de vennoten, bezit een bvba ook


eigenschappen van een kapitaalsvennootschap. Ze mag aandelen en obligaties
uitgeven. Deze effecten zijn op naam. Er mogen geen winstbewijzen worden
uitgegeven.

Dit is de enige vennootschapsvorm die kan worden opgericht door een enkele
natuurlijke persoon.

Bijzonderheden

• De bvba wordt in principe opgericht voor onbepaalde duur, maar de


statuten kunnen de duur beperken.

• De statuten moeten worden opgesteld in een oprichtingsakte, bij de


notaris.

• De vennoten kunnen verbintenissen aangaan in naam van de vennootschap


zodra de oprichtingsakte is ondertekend.

• De oprichters hebben een bijzondere aansprakelijkheid.

Oprichtingsakte

De oprichtingsakte van een bvba moet de volgende zaken vermelden:

• de rechtsvorm, de naam, de maatschappelijke zetel, het doel en de duur


van de vennootschap,

• de identiteit van de oprichters en vennoten,

• het maatschappelijk kapitaal en het vrijgemaakte kapitaal,

• het aantal en de nominale waarde van de deelbewijzen en de voorwaarden


bij een eventuele overdracht,

• het begin en einde van het boekjaar,

• de algemene vergadering en de periodes van vergadering,

• de aanwijzing van commissarissen,

• bestuur: de aanstelling en manier van aanstellen van venno(o)t(en)-


zaakvoerder(s).

Het kapitaal

Het kapitaal moet volledig worden volgestort op het moment van de oprichting
van de vennootschap, en dit voor een bedrag van 18 550 euro. Dat betekent dat
de vennoten zich schriftelijk verbinden om 18 550 euro ter beschikking te
stellen van de vennootschap in wording.
Elk aandeel waarop in geld is ingeschreven moet tenminste voor één vijfde zijn
volgestort. De aandelen die inbrengen in natura vertegenwoordigen, moeten
volledig zijn volgestort op het moment van de oprichting. Van het kapitaal in zijn
geheel moet ten minste 6 200 EUR werkelijk gestort zijn op de rekening van de
bvba.

Bestuurders

De bestuurder in een bvba wordt ‘zaakvoerder’ genoemd. Er wordt een


onderscheid gemaakt tussen de statutaire zaakvoerder en de niet-statutaire
zaakvoerder. Zoals zijn naam aangeeft, wordt een statutaire zaakvoerder in de
statuten benoemd. Hij kan in principe slechts afgezet worden door een besluit
van de vennoten of wegens ernstige redenen. De statuten kunnen wel een andere
regeling voorzien.

Een niet-statutaire zaakvoerder is een zaakvoerder die benoemd wordt door de


algemene vergadering, met de gewone meerderheid. Hij kan in principe op elk
ogenblik door de algemene vergadering bij gewone meerderheid afgezet worden.
De statuten kunnen wel een andere regeling voorzien.

Vennoten

De bvba is de enige vennootschapsvorm die door een enkele persoon kan worden
opgericht. Telt een vennootschap maar een enkele vennoot, de oprichter, dan
blijft deze als enige persoon hoofdelijk aansprakelijk voor de aangegane
verbintenissen.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

De bvba moet, als volkomen rechtspersoon, de volgende voorschriften naleven:

• een financieel plan opmaken,

• bij inbreng in geld: een bijzondere rekening openen op naam van de


vennootschap in oprichting,

• bij inbreng in natura: verslag bedrijfsrevisor.

Binnen vijftien dagen na de opmaak van de definitieve akte moet een uittreksel
van de oprichtingsakte bij de griffie worden neergelegd. De griffie zorgt daarna
voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Alle vennootschappen moeten zich inschrijven in het rechtspersonenregister dat
bij de griffie van de rechtbank van koophandel gehouden wordt. Deze kent hun
een ondernemingsnummer toe. Na inschrijving in het rechtspersonenregister
moet de vennootschap die handelsactiviteiten wil voeren, zich in de hoedanigheid
van handelaar inschrijven in de Kruispuntbank van ondernemingen, bij een
ondernemingsloket naar keuze.

3.4 NV

Omschrijving van een naamloze vennootschap (nv)

De naamloze vennootschap is een vennootschap waarin minstens twee


aandeelhouders bereid zijn kapitaal te investeren. In België wordt de nv gekozen
als vennootschapsvorm voor grote ondernemingen, maar ook voor kmo's, omdat
het in een nv mogelijk is om aandelen aan toonder uit te geven en deze aandelen
vrij over te dragen.

Bijzonderheden

Anders dan bij de personenvennootschappen (vcf, bvba ...) speelt de persoon van
de aandeelhouder in principe geen belangrijke rol.

De nv mag niet de naam van een vennoot dragen, maar wel een gekozen benaming,
die nog niet als vennootschapsnaam voorkomt.

De duur van een vennootschap is onbepaald, tenzij anders overeengekomen.

In principe zijn de aandelen van een nv vrij overdraagbaar, wat betekent dat ze
kunnen worden overgedragen. Deze overdraagbaarheidkan echter beperkt
worden door de volgende clausules:

• Een goedkeuringsclausule onderwerpt de overdracht van aandelen aan de


goedkeuring van een orgaan van de vennootschap, meestal het bestuur.

• De verkoopclausule verplicht de aandeelhouder die zijn effecten wenst


over te dragen om deze eerst te koop aan te bieden aan zijn
medeaandeelhouders

• De onvervreemdbaarheidsclausule moet beperkt zijn in de tijd en moet


verantwoord zijn in het belang van de vennootschap.

Voordelen

• De naamloze vennootschap is de vennootschap die het vaakst wordt


gebruikt als controle-instrument.
• De aansprakelijkheid van de vennoten/aandeelhouders is beperkt tot hun
inbreng.

• De aandelen aan toonder zijn vrij overdraagbaar.

• De aandelen zijn nominatief totdat ze volledig worden vrijgegeven.

• De overdracht van de winstbewijzen en de aandelen aan toonder moet in


de statuten beperkt worden.

Nadelen

• Er is een notariële akte vereist

• Verlies van het familiaal karakter van de vennootschap

• Zware besluitvorming

• Zware boekhoudkundige verplichting

• Hoog startkapitaal

Kapitaal

Vanaf de oprichting van de vennootschap moet een bedrag ten belope van 61 500
euro volledig geplaatst (onderschreven) zijn. Op ieder aandeel dat overeenstemt
met inbreng in geld moet één vierde worden gestort. Bij een latere
kapitaalverhoging is geen nieuwe notariële akte vereist als in de statuten een
clausule werd ingelast die een hoger toegestaan kapitaal toestaat.

Akte

Er moet bij de notaris een authentieke akte worden opgesteld om een


vennootschap in deze vorm te kunnen oprichten.

Bestuurders

In principe blijft het aantal bestuurders van een nv vastgesteld op drie.


Wanneer er echter slechts twee oprichters zijn, of er maar twee
aandeelhouders meer zijn, mag de samenstelling van de raad van bestuur worden
beperkt tot twee leden.

Vennoten

Het aantal vennoten is vastgesteld op minstens twee. Dit kunnen echtgenoten


zijn als het vennootschapscontract niet strijdig is met hun huwelijksstelsel.

Wettelijke en administratieve verplichtingen


De nv moet, als volkomen rechtspersoon, de volgende voorschriften naleven:

• een financieel plan opmaken

• bij inbreng in geld: een bijzondere rekening openen op naam van de


vennootschap in oprichting

• bij inbreng in natura: een verslag laten opmaken door een bedrijfsrevisor

Binnen vijftien dagen na de opmaak van de definitieve akte moet een uittreksel
van de oprichtingsakte bij de griffie worden neergelegd. Deze zorgt daarna voor
de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Alle vennootschappen moeten zich inschrijven in het rechtspersonenregister dat


wordt bijgehouden op de griffie van de rechtbank van koophandel. De griffie
kent een ondernemingsnummer toe aan de vennootschappen.

Na inschrijving in het rechtspersonenregister moet de vennootschap die


handelsactiviteiten wenst te ontplooien zich in de hoedanigheid van handelaar
inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen bij
een ondernemingsloket naar keuze.

3.5 CVOA

Omschrijving van coöperatieve vennootschap met onbeperkte


aansprakelijkheid (cvoa)

De coöperatieve vennootschap is een vennootschap die is samengesteld uit een


veranderlijk aantal vennoten, met veranderlijke inbrengen.

Kapitaal
Er is geen minimumkapitaal vereist, maar de vennoten moeten wel in de cvoa
inbrengen waartoe zij zich in de statuten verbonden hebben.

Akte

De oprichtingsakte kan een notariële akte zijn, maar dit is geen verplichting.

Bestuurders

De bestuurders zijn vrij bepaald door de statuten.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

Binnen vijftien dagen na de opmaak van de definitieve akte moet een uittreksel
van de oprichtingsakte bij de griffie worden neergelegd. De griffie zorgt daarna
voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Alle vennootschappen moeten zich inschrijven in het rechtspersonenregister dat


ter griffie van de rechtbank van koophandel gehouden wordt. Deze kent hun een
ondernemingsnummer toe.

Na inschrijving in het rechtspersonenregister moet de vennootschap die


handelsactiviteiten wil voeren, zich in de hoedanigheid van handelaar inschrijven
in de Kruispuntbank van Ondernemingen bij een ondernemingsloket.

3.6 CVBA

Omschrijving van de coöperatieve vennootschap met beperkte


aansprakelijkheid (cv/cvba)

De coöperatieve vennootschap (cv/cvba) bestaat uit vennoten waarvan het aantal


en de inbreng schommelt.

Bijzonderheden

De coöperatieve vennootschap moet uit minstens drie personen bestaan.

Akte

Binnen vijftien dagen na de opmaak van de definitieve akte moet een uittreksel
van de oprichtingsakte bij de griffie worden neergelegd. Deze zorgt daarna voor
de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Statuten

Om als coöperatieve vennootschap te worden erkend, moeten de statuten van de


geïnteresseerde coöperatieve vennootschappen de volgende principes bevatten:

• de vrijwillige toetreding,
• de gelijkheid of beperking van het stemrecht op de algemene vergadering,

• de aanwijzing door de algemene vergadering van de leden van de raad van


bestuur en van het college van commissarissen,

• een restorno aan de vennoten,

• de bestuursmandaten moeten in de regel onbezoldigd zijn en het


nettodividendrendement mag niet hoger liggen dan 6 %.

Bestuurders

De bestuurders worden vrij bepaald door de statuten.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

De cv of cvba moet, als volkomen rechtspersoon, de volgende voorschriften


naleven:

• een financieel plan opmaken,

• bij inbreng in geld: een bijzondere rekening op naam van vennootschap in


oprichting openen,

• bij inbreng in natura: een verslag laten maken door een bedrijfsrevisor.

Alle vennootschappen moeten zich inschrijven in het rechtspersonenregister dat


ter griffie van de rechtbank van koophandel gehouden wordt. Deze kent hun een
ondernemingsnummer toe.

Na inschrijving in het rechtspersonenregister moet de vennootschap die


handelsactiviteiten wil voeren, zich in de hoedanigheid van handelaar inschrijven
in de Kruispuntbank van Ondernemingen bij een ondernemingsloket naar keuze.

3.7 ESV

Omschrijving van een economisch samenwerkingsverband (esv)

Economische samenwerkingsverbanden zijn vennootschappen met een onvolkomen


rechtspersoonlijkheid. Zij bieden ondernemingen de mogelijkheid om een
zelfstandige juridische samenwerkingseenheid op te richten om de economische
activiteit te vereenvoudigen, rationaliseren of ontwikkelen. Het
samenwerkingsverband moet verband houden met de economische activiteit van
de ledenondernemingen en moet een ondersteunend karakter hebben
(bijvoorbeeld gezamenlijke boekhouding of prospectie). Deze vennootschapsvorm
kan dus niet worden gebruikt om een nieuw bedrijf op te richten of om alle
activiteiten van de leden te verenigen.
Het esv is fiscaal transparant: voor de toepassing van de Belgische
inkomstenbelasting wordt het geacht geen rechtspersoonlijkheid te bezitten.
Daardoor zijn de resultaten van dit samenwerkingsverband uitsluitend
belastbaar als winst of baat bij de leden. Dat neemt niet weg dat een esv of eesv
haar rechtspersoonlijkheid behoudt om haar andere fiscale verplichtingen te
vervullen.

Akte

Deze vennootschapsvorm kan opgericht worden bij onderhandse akte. De


oprichtingsakte kan een notariële akte zijn, maar dat is geen verplichting.

Bestuurders

De bestuurders van een esv moeten natuurlijke personen zijn.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

Een uittreksel van de oprichtingsakte moet binnen vijftien dagen na de opmaak


van de definitieve akte worden neergelegd bij de griffie. De griffie zorgt
vervolgens voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Alle neergelegde stukken worden bewaard in een dossier dat wordt bijgehouden
door de griffie van de rechtbank van koophandel, in het rechtspersonenregister.

3.8 EESV

Omschrijving van het Europese economische samenwerkingsverband (eesv)

Het Europese economische samenwerkingsverband is een structuur die


ondernemingen de mogelijkheid biedt om een zelfstandige juridische
samenwerkingseenheid op te richten om de economische activiteit te
vereenvoudigen, rationaliseren of ontwikkelen. Het samenwerkingsverband moet
betrekking hebben op de economische activiteit van de ledenondernemingen en
moet een ondersteunend karakter hebben (bijvoorbeeld gezamenlijke
boekhouding of prospectie). Deze vennootschapsvorm kan dus niet worden
gebruikt om een nieuw bedrijf op te richten of om alle activiteiten van de leden
te verenigen.

Het verschil tussen het Europees economisch samenwerkingsverband (eesv) en


het economisch samenwerkingsverband (esv) bestaat erin dat het eesv leden uit
verschillende lidstaten van de Europese Unie moet tellen, wat niet noodzakelijk
het geval is voor de esv.

Het eesv is fiscaal transparant: voor de toepassing van de Belgische


inkomstenbelasting wordt het geacht geen rechtspersoonlijkheid te bezitten
zodat de resultaten van dit samenwerkingsverband uitsluitend belastbaar zijn als
winst of baat bij de leden

Akte

Het eesv kan opgericht worden bij onderhandse akte. De oprichtingsakte kan
een notariële akte zijn, maar dit is geen verplichting.

Bestuurders

De bestuurders van een esv moeten natuurlijke personen zijn.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

Een uittreksel van de oprichtingsakte moet binnen vijftien dagen na de opmaak


van de definitieve akte worden neergelegd bij de griffie. De griffie zorgt
vervolgens voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De oprichtingsakte zal ook worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de


Europese Gemeenschappen.

Alle neergelegde stukken worden bewaard in een dossier dat wordt bijgehouden
door de griffie van de rechtbank van koophandel, in het rechtspersonenregister.

3.9 VOF

Omschrijving van de vof

De vennootschap onder firma is een vennootschap die wordt aangegaan tussen


hoofdelijk aansprakelijke vennoten. Ze heeft als doel om, onder een
gemeenschappelijke naam, een burgerrechtelijke activiteit of een
handelsactiviteit uit te oefenen.
Een personenvennootschap

Het gaat om een zuivere ‘personenvennootschap’, wat betekent dat:

• het overlijden van een vennoot de vennootschap ontbindt,

• de vennoten hun aandeel niet kunnen verkopen of schenken zonder


akkoord van de medevennoten,

• alle beslissingen met eenparigheid moeten worden genomen.

Solidariteit van vennoten

De vennoten onder firma zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de


verbintenissen van de vennootschap, in zover dit is gebeurd onder de
gemeenschappelijke naam, en minstens een vennoot heeft getekend. Het
faillissement van de vof heeft ook het faillissement van de vennoten tot gevolg.

De oprichting van een vof

De oprichting van de vof gebeurt door het opstellen van een onderhandse akte,
die wordt geregistreerd. Alle handelsdocumenten die uitgaan van deze
vennootschap moeten duidelijk vermelden dat het om een vof gaat. In dit geval is
de vof fiscaal onderworpen aan de vennootschapsbelasting.

Deze vennootschapsvorm is vooral interessant als samenwerkingsvorm tussen


personen met vrije beroepen. Ook voor het uitoefenen van een zelfstandig
bijberoep en voor een joint venture is zij geschikt.

Voordelen van deze vennootschapsvorm

• Bij de oprichting is geen notariële akte vereist, een onderhandse


akte volstaat.

• De aandelen zijn niet overdraagbaar zonder akkoord van de andere


vennoten, zodat het familiaal karakter gewaarborgd is.

• Beperkte verplichtingen inzake openbaarmaking van stukken.

• Er is geen minimumkapitaal vereist.

• De 'inbreng' van de vennoten kan bestaan uit arbeid.

Nadelen

• Alle vennoten zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk.

• De handelsdocumenten moeten vermelden dat het om een vof gaat.

• Het faillissement van de vof kan het faillissement van de vennoten tot
gevolg hebben.
Kapitaal

Er is geen minimumkapitaal vereist, maar de vennoten moeten in de VOF


inbrengen waartoe ze zich in de statuten hebben verbonden.

Akte

De vof kan worden opgericht bij notariële akte, maar dit is niet verplicht.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

Binnen vijftien dagen na de opmaak van de definitieve akte moet een uittreksel
van de oprichtingsakte bij de griffie worden neergelegd. De griffie zorgt daarna
voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Alle vennootschappen moeten zich inschrijven in het rechtspersonenregister, dat


bij de griffie van de rechtbank van koophandel gehouden wordt. Zij kent hun een
ondernemingsnummer toe.

Na inschrijving in het rechtspersonenregister moet de vennootschap die


handelsactiviteiten wil voeren, zich in de hoedanigheid van handelaar inschrijven
in de Kruispuntbank van Ondernemingen bij een ondernemingsloket.

3.10 CVA

Omschrijving van de cva

De commanditaire vennootschap op aandelen is een vennootschap die wordt


aangegaan tussen een of meer hoofdelijk aansprakelijke vennoten, beherende
vennoten genoemd, en een of meer stille vennoten die maar een bepaalde inbreng
verbinden.

Bijzonderheden

• De vennootschap bestaat uit minstens twee aandeelhouders waarvan er


minstens één gecommanditeerde (beherende) en één commanditaire
(stille) vennoot moet zijn.
• De aansprakelijkheid van de stille vennoten is beperkt, maar de beherende
vennoten zijn onbeperkt hoofdelijk aansprakelijk.

• De vennootschap kan aandelen aan toonder uitgeven.

• De aandelen zijn vrij verhandelbaar.

• De zaakvoerder kan worden aangesteld als statutair zaakvoerder.

• De aandelen die het kapitaal voorstellen, zijn aan toonder.

• De zaakvoerders moeten worden vernoemd in de oprichtingsakte: ze zijn


altijd verantwoordelijk als oprichter van de vennootschap.

• De bestuurder of zaakvoerder kan een rechtspersoon zijn.

• De zaakvoerders zijn steeds hoofdelijk verbonden vennoten.

• Voor een statutenwijziging is altijd de instemming van de zaakvoerders


vereist.

• De cva eindigt door de dood van de zaakvoerder, tenzij in de statuten


anders is bepaald.

Kapitaal

Het minimale kapitaal voor een cva is vastgelegd op 61 500 euro.

Voordelen

• De stille vennoten zijn alleen aansprakelijk ten belope van hun inbreng.

• De overdraagbare aandelen kunnen aan toonder zijn.

• Deze vennootschapsvorm is heel geschikt voor een opvolging.

Nadelen

• De beherende vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk voor alle schulden.

• Er is een notariële akte vereist.

• Er zijn boekhoudkundige verplichtingen inzake publicatie en er is


een dubbele boekhouding verplicht.

• Er is een hoog startkapitaal vereist.

Akte

De cva moet opgericht worden bij notariële akte.

Bestuurders
De zaakvoerders van de vennootschap moeten vennoten zijn en door de statuten
worden aangewezen. De beherende vennoten kunnen de vennootschap alleen
beheren.

Wettelijke en administratieve verplichtingen

• Registratie bij de griffie van de rechtbank van koophandel.

• Publicatie in het Belgisch Staatsblad.

• Registratie van de aktes bij FOD Financiën.

• Boekhoudkundige verplichting van publicatie.

3.11 GCV

Omschrijving van de gcv

De gewone commanditaire vennootschap (gcv) is een vennootschap die wordt


aangegaan tussen één of meer hoofdelijk aansprakelijke vennoten, beherende
vennoten genoemd, en één of meer geldschieters, stille vennoten genoemd. Deze
vennootschapsvorm is bijvoorbeeld geschikt voor wie een zaak wil starten
(werkende vennoot of zaakvoerder) maar zelf over onvoldoende kapitaal
beschikt.

Bijzonderheden

• Er is geen minimumkapitaal vereist, maar de vennoten moeten wel in de gcv


inbrengen, waartoe zij zich in de statuten verbonden hebben. De
maatschappelijke benaming moet de naam dragen van een of meerdere
beherende vennoten.

• Het gebruik van de naam van de stille vennoot in de benaming van de


vennootschap is niet meer verboden, maar heeft een grotere geldelijke
aansprakelijkheid tot gevolg. De stille vennoot is maar verbonden tot het
bedrag dat hij beloofd heeft in te brengen. Hij mag geen enkele daad van
bestuur verrichten, zelfs niet met een volmacht. De beherende vennoten
hebben een onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid, terwijl de stille
vennoten maar een beperkte aansprakelijkheid hebben.

Akte

De gcv kan worden opgericht bij notariële akte, maar dit is niet verplicht

Wettelijke en administratieve verplichtingen

Binnen de vijftien dagen na de opmaak van de definitieve akte moet een


uittreksel van de oprichtingsakte bij de griffie worden neergelegd. De griffie
zorgt daarna voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Alle vennootschappen moeten zich inschrijven in het rechtspersonenregister, dat
ter griffie van de rechtbank van koophandel gehouden wordt. Deze kent hun een
ondernemingsnummer toe.

Na inschrijving in het rechtspersonenregister moet de vennootschap die


handelsactiviteiten wil voeren, zich in de hoedanigheid van handelaar inschrijven
in de Kruispuntbank van Ondernemingen bij een ondernemingsloket.

Voordelen

De gcv biedt verschillende voordelen:

• Er is geen minimumkapitaal vereist.

• De gcv vereist geen notariële akte bij de oprichting, een onderhandse akte
volstaat.

• De aandelen zijn niet overdraagbaar zonder akkoord van de andere


vennoten, wat het familiaal karakter van de vennootschap verzekert.

• De verplichting tot publicatie is beperkt.

• De arbeid verricht door de vennoten kan gelden als 'inbreng'.

• De verantwoordelijkheid van de stille vennoten is beperkt tot hun


gestorte of beloofde inbreng.

• Deze inbreng geeft recht op een deelname in de winst, maar hun aandeel in
verlies is beperkt tot hun inbreng.

Nadelen

De gcv biedt ook enkele nadelen:

• De solidaire verantwoordelijkheid van de vennoten.

• De handelsdocumenten moeten duidelijk vermelden dat het om een gcv


gaat.

• Het faillissement van de gcv heeft ook het faillissement van de vennoten
tot gevolg.
• Als een van de stille vennoten zich gedraagt als een beherende vennoot
en/of bestuurshandelingen uitvoert, zal deze dus beschouwd worden als
een beherend vennoot en solidair en onbeperkt verantwoordelijk zijn.

3.12 Verenigingen

De feitelijke vereniging streeft een gemeenschappelijk doel na

Men spreekt van een 'feitelijke vereniging' wanneer twee of meer personen zich
verenigen om een gemeenschappelijk doel te verwezenlijken (bijvoorbeeld een
sportclub). In tegenstelling tot een vzw, beschikt een feitelijke vereniging niet
over rechtspersoonlijkheid: ze wordt niet erkend als drager van rechten en
plichten. Dit gebrek aan rechtspersoonlijkheid heeft verschillende gevolgen voor
de vereniging:

• Ze kan geen rechten verwerven op roerende of onroerende goederen.

• Ze kan geen overeenkomsten afsluiten.

• Haar leden zijn met persoonlijk vermogen aansprakelijk voor de schulden


van de vereniging.

Tussen de leden van de feitelijke vereniging bestaat een onverdeeldheid. Die


onverdeeldheid heeft betrekking op alle goederen die de leden bezitten met het
oog op het doel van de vereniging.

De onverdeeldheid van goederen

De leden van een feitelijke vereniging zijn onbeperkt aansprakelijk voor de


schulden van de vereniging. Deze aansprakelijkheid heeft betrekking op hun
volledige persoonlijk vermogen.

In tegenstelling tot de hoofdelijke aansprakelijkheid, is elk afzonderlijk lid


uitsluitend verantwoordelijk voor zijn deel van de eventuele schulden.

Bestuurders

De wet schrijft geen minimumaantal bestuurders voor bij de feitelijke


vereniging. De regels voor het bestuur van de feitelijke vereniging worden
bepaald door de overeenkomst (de statuten) van de feitelijke vereniging. Als de
statuten niets zeggen over het bestuur, moeten de regels over de lastgeving
worden toegepast.
Wettelijke en administratieve verplichtingen

Er zijn geen wettelijke of administratieve verplichtingen voor deze


vennootschapsvorm.

4. Financiering

Financieel plan

Voor u uw onderneming kunt oprichten, moet u een financieel plan opmaken over
de voorgenomen activiteiten. Dit plan moet een gedetailleerd overzicht bieden
van de nodige financiële bronnen en van de behoeften in de eerste twee
werkjaren van de vennootschap. Het plan moet ervoor zorgen dat u de voorziene
financiële verbintenissen kunt houden.

Als u een bvba of nv opricht, moet u het opgestelde financieel plan aan een
notaris voorleggen.

Er zijn geen wettelijke bepalingen over de inhoud van het businessplan. Toch
moet het businessplan toelaten om een prognose te maken voor de eerste
werkjaren.

Voorbeeld van de inhoud van het financieel plan

Inlichtingen

1. algemene informatie over het bedrijf,

2. uit te voeren investeringen,

3. personeelsbehoefte,

4. leningen waarover moet worden onderhandeld,

5. verwachte inkomsten,

6. vaste kosten,

7. variabele kosten, dat wil zeggen de kosten als gevolg van de specifieke
activiteiten.

Tabellen
• de verwachtingen voor de beheersrekeningen (meestal de eerste twee of
drie jaar),

• een raming van de balans,

• een financieringstabel,

• een financiële planning van de eerste werkjaren.

U hebt besloten om een bedrijf op te richten. U werkt aan een financieel plan.
Dan is het de hoogste tijd om te beslissen op welke manier u uw kapitaal zult
financieren.

Er zijn verschillende financieringsbronnen. Deze bronnen worden in twee


categorieën ingedeeld: de eigen middelen en de vreemde middelen.

De ondernemingsloketten kunnen u informeren, of u doorverwijzen naar die


partners die het best geschikt zijn om uw project te financieren.

Steun

De steun die aan ondernemingen wordt toegekend is behoorlijk gevarieerd en is


vooral afhankelijk van de beoogde activiteitssector:

• steun en advies bij opleiding: haalbaarheidsstudies, advies, opleidingen,


studieondersteuning,

• hulp bij aanwervingen,

• steun bij industrieel onderzoek: 'research & development'-projecten,

• steun ter bevordering van de buitenlandse handel,

• steun voor jonge zelfstandigen,

• ...

4.1 Eigen kapitaal


De oprichting van een bedrijf wordt meestal gefinancierd met 'eigen middelen'.
Dat zijn de middelen die u zelf in uw onderneming investeert. U kunt eigen
middelen investeren bij de oprichting van uw vennootschap, maar ook later, door
bijvoorbeeld een deel van uw winst opnieuw te investeren of een
kapitaalsverhoging door te voeren.
Herkomst van de eigen middelen

De eigen middelen van uw bedrijf kunnen afkomstig zijn van:

• De inbreng van het eigen spaargeld of een contante inbreng, dus in baar
geld.

• De inbreng van goederen in natura, zoals de uitrusting en materialen


waarvan u nog steeds eigenaar bent (zoals een gebouw, een auto ...).

• Een combinatie van inbreng in contant geld en in natura.

• De inbreng in geld of in natura, afkomstig van vennoten of aandeelhouders


binnen de onderneming, met het oog op de oprichting van een nieuw
kapitaal met bestaande of nieuwe aandeelhouders.

• De financiering met een reserve (autofinanciering). De winsten van de


onderneming worden niet onder de aandeelhouders verdeeld, maar blijven
binnen de onderneming, om de groei te financieren.

De financiering met eigen middelen heeft enkele voordelen:

In tegenstelling tot de vreemde middelen moeten de eigen middelen niet op een


bepaalde datum worden teruggestort.

Om krediet te verkrijgen, moet u over voldoende eigen middelen beschikken. Om


na te gaan of u in aanmerking komt voor een lening, bepalen de financiële
instellingen de 'eigen inbreng'. Ze baseren zich hierbij vooral op de verhouding
tussen de eigen en de vreemde middelen.

De ondernemer en zijn naasten moeten behalve de immateriële investering in


tijd, werk, denkwerk, concept ... ook altijd de eerste contante inbreng voor hun
rekening nemen.

Uw project financieren door een beroep te doen op uw naasten is niet


zonder risico. Er kunnen allerlei spanningen ontstaan, vooral wanneer de
ondernemer zijn project niet behoorlijk kan leiden.

4.2 Externe middelen


U hebt onderzocht over welk eigen kapitaal u beschikt, maar moet vaststellen
dat deze middelen onvoldoende zijn. Dan kunt u voor de financiering van uw
onderneming alleen nog andere financieringsbronnen aanspreken: externe
middelen.

Op korte of lange termijn kunnen verschillende kredietvormen worden


toegekend.

De meest gevraagde financieringen zijn:

• de financiering van onroerende activa,

• de financiering van bedrijfskapitaal,

• de financiering van waarborgen.

Steun

Normaal gezien financieren de banken projecten op basis van een zeer uitvoerig
businessplan.

Het Participatiefonds, een openbare kredietinstelling, kent kredieten toe aan


zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen, zaakvoerders van kmo's, starters
en in een aantal gevallen zelfs aan werkzoekenden.

Bepaalde kamers van koophandel financieren ook innoverende projecten of


brengen u in contact met mogelijke partners.

In Vlaanderen

• De ParticipatieMaatschappij Vlaanderen is een instelling die afhankelijk is


van de Vlaamse overheid. Ze biedt kmo's die willen investeren in
Vlaanderen verschillende producten aan om de financiering mogelijk te
maken. Hierbij gaat het eigenlijk om openbare investeringen.

• Flanders Investment & Trade (FIT) speelt een belangrijke rol in de


sociaal-economische ontwikkeling van Vlaanderen. Deze organisatie stelt
verschillende hulpmiddelen ter beschikking van ondernemingen die
internationaal willen uitbreiden.

In Brussel
• Het Brusselse Agentschap voor de Onderneming (BAO) heeft als opdracht
de Brusselse ondernemingen te informeren over de steun die zij kunnen
krijgen op gemeentelijk, gewestelijk, federaal en Europees niveau. Op de
site EcoSubsibru vindt u een zoekmachine van de BAO die u in drie kleine
stappen toegang geeft tot de verschillende financieringsbronnen voor uw
bedrijf.

• Het Brussels Waarborgfonds kent waarborgen toe aan kmo's en


zelfstandigen.

• De Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) biedt


huidige en toekomstige ondernemers verschillende producten om hun
activiteiten te financieren.

In Wallonië

• De Waalse maatschappij voor de financiering en de waarborg van de kleine


en middelgrote ondernemingen (Sowalfin) (fr) beschikt over een 'uniek
financieringsloket'. Waalse kmo's kunnen er hulp krijgen bij de
financiering of cofinanciering, bovenop de bankleningen.

• Op de site van het Waals Gewest (fr) vindt u informatie over de


verschillende financiële maatregelen en steunmaatregelen in Wallonië.

5. Lokalisering

U wilt een nieuw bedrijf vestigen, een bouwgrond of gebouw vinden, of een
bouwvergunning verkrijgen? U wilt meer informatie over commerciële
huurovereenkomsten, stedenbouwkundige plannen of een bedrijfsovername?

5.1 Commerciële huurovereenkomsten

U wenst uw handelsactiviteit te ontwikkelen en daartoe een gebouw te huren? De


volgende informatie kan u hierbij helpen.

Handelshuur is het huren van een gebouw in hoofdzaak voor het uitoefenen van
kleinhandel of van een ambacht door de huurder of onderhuurder, in direct
contact met het publiek.
De wet op de handelshuurovereenkomsten regelt dit type verhuring en de
toepassing ervan is verplicht.

Het opstellen van een geschreven handelshuurovereenkomst wordt aangeraden


en de verhuurder moet uitdrukkelijk instemmen met het voorwerp van de
huurovereenkomst (de activiteit).

Duur van de huurovereenkomst

Wanneer de wet op de handelshuurovereenkomsten van toepassing is schuilt het


voordeel van de huurder in de stabiliteit van zijn zaak:

• huurovereenkomst van een duur van minstens 9 jaar;

• recht op hernieuwing van verhuring.

Overeenkomst en registratie

Om eventuele moeilijkheden te vermijden verdient het de voorkeur de


huurovereenkomst schriftelijk af te sluiten. Binnen de 4 maand na de afsluiting
moeten de partijen bij de overeenkomst aan de inner van registratierechten van
de plaats waar het gebouw gelegen is de overeenkomst voorleggen (in drie
exemplaren), ondertekend door de partijen.

De naleving van deze formaliteit beschermt de huurder door aan de


huurovereenkomst een officiële waarde toe te kennen.

Bepaalde contracten worden niet beschouwd als handelshuurovereenkomsten;


bijvoorbeeld de huurovereenkomsten van een duur van minder dan één jaar.

Herziening van de huurprijs

Driejaarlijks kunnen de huurder of de verhuurder aan de vrederechter een


herziening van de huurprijs aanvragen. In dit geval moet worden aangetoond dat
ingevolge nieuwe omstandigheden de huurwaarde van het gebouw 15% hoger of
lager ligt dan vermeld in de overeenkomst.

Het beroep tot herziening is onderworpen aan bepaalde voorwaarden en kan


slechts worden aangespannen tijdens de laatste drie maanden van de lopende
periode van drie jaar.

In tegenstelling tot de private huurovereenkomst, kan de huur in het kader van


een handelshuurovereenkomst slechts worden geïndexeerd wanneer die
mogelijkheid voorzien is in de overeenkomst. De indexering dient te gebeuren
overeenkomstig de wet, in functie van de gezondheidsindex.

Opzegging
De huurder kan de huurovereenkomst driejaarlijks opzeggen via een
aangetekend schrijven of een deurwaardersexploot, zes maand vooraf te
betekenen. Opzegging is eveneens mogelijk zonder voorafgaande termijn mits
wederzijdse instemming vastgelegd in een authentieke akte of via een verklaring
voor de vrederechter.

Verder kan de verhuurder onder bepaalde voorwaarden de huurovereenkomst


driejaarlijks opzeggen met een opzeggingstermijn van één jaar.

5.2 Bedrijfsovername

Wenst u een bestaande onderneming over te nemen? Twee mogelijkheden dienen


zich aan:

• ofwel koopt u het handelsfonds over,

• ofwel koopt u de aandelen over van de vennootschap die de activiteit


beheert.

Overname van het handelsfonds

Het handelsfonds bestaat zowel uit materiële goederen zoals gereedschap,


exploitatiemateriaal, meubilair, machines, voertuigen, waar, grondstoffen, enz.,
als uit niet-materiële goederen zoals het klantenbestand, de handelsnaam, het
logo, de faam, de knowhow.

De voorraad is in het algemeen niet inbegrepen in de waarde van het


handelsfonds en moet bij de overdracht het voorwerp uitmaken van een
afzonderlijke evaluatie.

Opmerking: De schulden, schuldvorderingen en onroerende goederen zijn


eveneens uitgesloten van deze evaluatie.

Overname van aandelen van de vennootschap

In tegenstelling tot de overname van het handelsfonds houdt de overname van


aandelen ook het overnemen in van de schuldvorderingen en schulden. Het is dan
ook van belang niet alleen de voorgelegde cijfers te controleren, maar ook na te
gaan of geen enkele schuld over het hoofd werd gezien (belastingschuld, btw-
schuld, rsz-schuld en andere).

Inzake belastingschuld kan u het fiscaal certificaat eisen (1 maand geldig) dat
bevestigt dat de verkoper geen belastingschulden heeft.
Bij gebreke aan dat document zijn de verkoper (cedent) en de koper
(cessionaris) hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingschuld.

Om dit certificaat te bekomen richt u een schriftelijke vraag tot de FOD


Financiën, Bestuur der Directe Belastingen.

De overnemer dient de overnameovereenkomst binnen de 15 dagen bij het


registratiebureau registreren.

5.3 Stedenbouwkundige plannen

De stedenbouwkundige vergunning

Zowel voor ondernemingen als voor particulieren vergen bepaalde handelingen of


werken het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning.

De stedenbouwkundige vergunning laat u toe bepaalde werken uit te voeren,


zoals bouwen, ombouwen, afbreken, enz. Deze vergunning is ook vereist wanneer
u een terrein voor bepaalde activiteiten wenst te gebruiken of wanneer het een
wijziging betreft van de bestemming van een gebouw of van een lokaal.

Om te weten of u een vergunning nodig heeft kan u contact opnemen met:

• uw architect;

• de stedenbouwkundige dienst van de betrokken gemeente;

• het gewest.

De reglementering inzake bouwvergunningen is behoorlijk complex, meerbepaald


omdat het een geregionaliseerde materie betreft.

De duur van de vergunning

In principe heeft de stedenbouwkundige vergunning een onbeperkte looptijd. De


bestemming aangegeven in de vergunning blijft toegelaten tot wanneer een
nieuwe stedenbouwkundige vergunning deze vervangt.

In een aantal gevallen is de geldigheid van de stedenbouwkundige vergunning


beperkt: tussen 1 en 9 jaar, bijvoorbeeld, voor:

• reclamepanelen en uithangborden;
• het opslaan van een of meerdere oude voertuigen, schroot, materiaal of
afval;

• het parkeren van voertuigen, met inbegrip van deze gebruikt voor
publicitaire doeleinden;

• ...

5.4 Bedrijvencentra

Hoort u soms praten over bedrijvencentra? Wenst u een onderneming op te


starten en kantoren te vinden, starterbegeleiding, ... ?

Er bestaan verschillende types centra: bedrijvencentra, technologiepolen,


Europese centra voor de onderneming en de innovatie. Maar waarover gaat het?

Het bedrijvencentrum is een gebouw bestaande uit kantoren en/of werkplaatsen


die tijdelijk ter beschikking worden gesteld van meerdere startende
ondernemingen. De nieuwe onderneming vindt er naast de lokalen
gemeenschappelijke diensten en infrastructuur: telefoon, typedienst, postdienst,
kopieerapparaat, fax, computer, ...

De meeste centra bieden ook diensten voor opleiding en begeleiding


(boekhouding, marketing, productontwikkeling, ...).

De bedrijvencentra kunnen opgericht worden onder de vorm


van handelsvennootschappen of verenigingen zonder winstoogmerk.

Europese centra voor de onderneming en de innovatie (ECOI)

De ECOI zijn ondersteuningscentra voor innoverende ondernemers en KMO's in


ontwikkeling. Hun opdracht is bij te dragen tot de creatie van nieuwe generaties
innoverende KMO's en tot de ontwikkeling en modernisering van bestaande
ondernemingen, in een context van territoriale industriële ontwikkeling. Deze
centra worden opgericht door publieke/private partners die een consensus
uitdrukken tussen de verschillende regionale en lokale ontwikkelingsfactoren en
die door de Europese Commissie erkend werden met het kwaliteitsmerk "EB
BIC".

De centra zijn een interface tussen de noden van de KMO en het aanbod van
gespecialiseerde diensten.

Door hun globale aanpak zijn zij in staat aan de ondernemingen en de territoriale
collectiviteiten een geïntegreerd dienstenpakket aan te bieden:

Dienstverlening aan ondernemingen:


• precieze diagnose van de behoeften, begeleiding bij het opstellen van de
zakenplannen, doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten en
begeleiding bij het verwezenlijken van de projecten;

• toegang tot financiering en meerbepaald tot risicokapitaal;

• organisatie van verschillende vormen van samenwerking tussen


ondernemingen en van internationalisering;

• huisvesting van nieuwe ondernemingen in gebouwen die beschikken over


gemeenschappelijke uitrusting en diensten.

Dienstverlening aan territoriale collectiviteiten:

• diagnose van de noden van de ondernemingen, steun bij de uitvoering van


openbare maatregelen voor de KMO's, verspreiding van de
ondernemingsgeest en van een innovatiecultuur

6. Sociale zekerheid

6.1 Gezinsbijslag

Werknemers, ambtenaren en zelfstandigen hebben elk hun eigen


kinderbijslagstelsel. Toch kunnen ze allen kinderbijslag ontvangen voor hun
kinderen.

Het statuut van zelfstandige in hoofdberoep geeft in de eerste plaats recht op:

• een geboortepremie

• een adoptiepremie

• gewone kinderbijslag die maandelijks gestort wordt

6.2 Ziekte- en invaliditeitsverzekering

Sinds januari 2008 geven de maandelijkse bijdragen van een zelfstandige


automatisch recht op dezelfde volledige dekking als de verzekering voor
geneeskundige verzorging van werknemers en ambtenaren. Een zelfstandige
ontvangt dan dezelfde tegemoetkoming voor geneeskundige verstrekkingen en
geneesmiddelen en hoeft geen bijkomende bijdrage betalen om zich te
verzekeren tegen 'kleine risico’s'.

Meer informatie over het verzekeringssysteem van geneeskundige zorgen voor


de zelfstandige

Verplichte formaliteiten

Om recht te hebben op de vergoedingen van de verzekering voor geneeskundige


verzorging, moet een startende zelfstandige de volgende stappen ondernemen:

• zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds dat men maandelijks de


sociale bijdragen stort

• zich inschrijven bij een ziekenfonds

Het sociaal verzekeringsfonds stuurt naar het ziekenfonds de documenten en


informatie die nodig zijn om recht te hebben op geneeskundige verzorging en
vergoeding.

Vergoedingen

Arbeidsongeschiktheid en invaliditeit

Als u arbeidsongeschikt bent om gezondheidsredenen, zult u maximaal twaalf


maanden lang een forfaitaire dagvergoeding ontvangen, vanaf de tweede maand.
Na deze termijn zult u invaliditeitsuitkeringen ontvangen.

Moederschap

Als een zelfstandige werkneemster (of helpende echtgenote) zwanger is, heeft
ze recht op een pre- en postnataal verlof van acht weken (zes weken rust zijn
verplicht). Tijdens deze werkloze periode ontvangt zij een vervangingsinkomen.
Om een vervroegde werkhervatting te vergoeden, ontvangen vrouwelijke
zelfstandigen voortaan gratis 105 dienstencheques die zij kunnen gebruiken
tijdens de acht maanden na de geboorte.

6.3 Pensioen
Elke zelfstandige (of helper) heeft onder specifieke voorwaarden recht op
pensioen, naargelang zijn sociaal statuut. Op 1 januari 2009 wordt de wettelijke
pensioenleeftijd voor zowel mannen als vrouwen vastgelegd op 65 jaar. Het is wel
mogelijk om vanaf de leeftijd van 60 jaar met vervroegd pensioen te gaan, al of
niet met vermindering, volgens het aantal jaren beroepsloopbaan.

6.4 Faillissementsverzekering

Staat uw zaak op de rand van een faillissement? Dreigt uw bedrijf aan zijn
schulden ten onder te gaan? Uw sociaal statuut van zelfstandige geeft recht op
een verzekering om gedurende een bepaalde periode een sociale dekking te
ontvangen.

Concreet verzekert deze 'faillissementsverzekering' onder bepaalde


voorwaarden:

• een maandelijkse uitkering gedurende maximaal twaalf maanden

• het behoud van uw rechten op kinderbijslag en geneeskundige


verzorging gedurende maximaal twaalf maanden

Rechthebbenden

Behalve zelfstandigen die failliet zijn verklaard of personen voor wie een
collectieve schuldenregeling geldt, dekt deze sociale verzekering ook:

• bedrijfsleiders, bestuurders en werkende vennoten van een


handelsvennootschap die failliet zijn verklaard

• niet-handelaren die hun schulden niet kunnen betalen (zoals landbouwers,


beoefenaars van een vrij beroep …)
Opmerking: Bij een faillissement en sluiting van een bedrijf kunnen ook de
werknemers getroffen worden als de werkgever of curator hen niet de
verschuldigde vergoedingen overmaakt. Als bediende kunt u een aanvraag
indienen bij het Fonds Sluiting Ondernemingen (FSO).

Beperkingen

U kunt maar een keer in uw loopbaan aanspraak maken op de


'faillissementsverzekering'. U komt niet in aanmerking voor deze verzekering
als:

• u strafrechtelijk veroordeeld bent in het kader van het faillissement

• u zelf uw onvermogen hebt georganiseerd

Er bestaan andere beperkingen op deze verzekering; informeer u daarvoor bij


het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen waarbij u bent aangesloten.

Formaliteiten

Om aanspraak te kunnen maken op deze sociale verzekering, moet u binnen de


termijnen uw aanvraag indienen bij uw sociaal verzekeringsfonds.

6.5 Beveiliging van de woning

Onbeslagbaarheid van de hoofdwoning

Houdt het risico op beslag van de gezinswoning u tegen om een activiteit als
zelfstandige te starten? Gelukkig kunt u door de wet uw privévermogen vandaag
makkelijker scheiden van uw beroepspatrimonium. Onder bepaalde voorwaarden
wordt de hoofdwoning dan onbeslagbaar.

Betrokken beroepsactiviteiten

Deze bescherming van de woning geldt niet voor vennootschappen: alleen


natuurlijke personen komen ervoor in aanmerking, namelijk handelaars en
beoefenaars van ambachten en vrije beroepen. Bovendien moeten ze hun
beroepsactiviteit uitoefenen:

• in hoofdberoep

• in België

Wat is vatbaar voor beslag?


De bescherming van de woning geldt voor:

1. de hoofdverblijfplaats van de zelfstandige; dat is de plaats waar hij het


grootste deel van het jaar verblijft

2. het gebouw waarvan de zelfstandige eigenaar, vruchtgebruiker of mede-


eigenaar is

Als de beroepsactiviteit wordt uitgeoefend op dezelfde plaats als de


hoofdverblijfplaats, zal van de totale woningoppervlakte alleen de oppervlakte
die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden vatbaar zijn voor beslag. Als de
oppervlakte die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden:

1. minder is dan 30%, zal het volledige gebouw onbeslagbaar zijn

2. 30% of meer is, zal alleen het gedeelte dat gebruikt wordt als
hoofdverblijfplaats niet vatbaar zijn voor beslag. Om de eigendom van het
gebouw duidelijk op te delen in een privé- en een beroepsgedeelte, zal een
basisakte moeten worden opgemaakt

Verklaring bij een notaris

Om zijn hoofdverblijfplaats te beschermen, moet de zelfstandige een verklaring


van onbeslagbaarheid laten opmaken bij een notaris van zijn keuze. Deze
formaliteit kost 1 000 euro (500 euro voor de honoraria van de notaris en 500
euro voor de inschrijving van de verklaring).

Goed om te weten:

1. De bescherming van de woning geldt alleen voor schuldvorderingen die


dateren van na de verklaring en houdt uitsluitend verband met de
beroepsactiviteit van de zelfstandige.

2. Deze verklaring eindigt hoe dan ook met het overlijden van de
zelfstandige, of als hij zijn beroepsstatuut verandert naar werknemer of
ambtenaar.

6.6 Sociaal secretariaat


Wanneer u een zelfstandige activiteit begint die de aanwerving van personeel
vergt, moet u een aantal administratieve formaliteiten vervullen die door de
sociale wetgeving worden opgelegd. Het kan dus nuttig zijn een beroep te doen
op een erkend sociaal secretariaat om die ingewikkelde stappen in uw plaats te
vervullen.

Rol van het sociaal secretariaat

De aansluiting bij een sociaal secretariaat is niet verplicht. Indien u dit toch
doet dan moet u weten dat de erkende sociale secretariaten erkend en
gecontroleerd worden door de overheid. Een erkend sociaal secretariaat moet
heel strikte wettelijke voorwaarden naleven en is onder meer de gemachtigde
van de werkgever bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Concreet
voert het verschillende taken uit, waaronder:

Verwerking van de gegevens met betrekking tot de lonen en de premies alsook de


berekening ervan

De inschrijving bij een kinderbijslagfonds en een jaarlijkse vakantiekas

De aangiften bij de belastingen voor de bedrijfsvoorheffing en de


driemaandelijkse aangiften en betalingen aan de RSZ.

De opstelling van arbeidscontracten, het personeelsregister, verschillende


sociale documenten (loonfiche, individuele rekening, vakantieattest …)

6.7 Kinderbijslagfonds

Als u personeel tewerkstelt, moet u zich verplicht aansluiten bij een


kinderbijslagfonds . Dit fonds zorgt voor de betaling van kinderbijslag aan
werknemers die hiervoor in aanmerking komen.

Let op: zelfs als uw werknemers kinderloos zijn en dus geen recht hebben op
kinderbijslag, is deze procedure verplicht.

Aansluitingsvoorwaarden

De aansluiting bij het kinderbijslagfonds van uw keuze is gratis maar moet


gebeuren binnen de 90 kalenderdagen na de aanwerving van de eerste
werknemer. Na die termijn wordt de werkgever automatisch aangesloten bij de
Rijksdienst voor Kinderbijslag van Werknemers (RKW).

Opgelet: voor sommige activiteitssectoren is er geen vrije keuze van


kinderbijslagfonds (dat is onder meer het geval voor de horecasector).
6.8 Interbedrijfsgeneeskundige dienst

Een bedrijf moet zorg dragen voor de gezondheid, veiligheid en het welzijn van
zijn werknemers. Om in orde te zijn met de wet inzake preventie en welzijn moet
de werkgever daarom een beroep doen op een externe erkende dienst of binnen
zijn bedrijf een interne dienst oprichten.

Gezondheids- en welzijnsmaatregelen

De preventie- en beschermingsdiensten hebben verschillende opdrachten, die


vooral te maken hebben met:

1. beheersing van risico's die eigen zijn aan de bedrijfsactiviteit

2. medisch toezicht op werknemers en organisatie van de eerste hulp en de


hulpdiensten

3. preventie en preventieopleiding van werknemers

4. ergonomisch advies: het ontwerp en de inrichting van werkposten die de


gezondheidsrisico's beperken

5. studie van de werkomgeving (hygiëne, stress, conflicten …) en oplossingen


bieden voor de opgedoken problemen

6.9 Vakantiekas

Aansluiting bij een vakantiefonds

Als u arbeiders (inclusief leerling-arbeiders) in dienst neemt, moet u zich


verplicht aansluiten bij een vakantiefonds. Door deze aansluiting kunnen
arbeiders hun vakantiegeld ontvangen. Het bedrag van het vakantiegeld is
afhankelijk van de bezoldiging die zij het voorgaande jaar hebben ontvangen: het
wordt in principe uitgekeerd zodra de arbeider zijn grote vakantie neemt (ten
vroegste de eerste dag van de maand mei in het vakantiejaar).
Hoe kunt u zich aansluiten?

De werkgever hoeft geen formaliteiten te vervullen om zich bij een


vakantiefonds aan te sluiten: dat gebeurt automatisch zodra hij een eerste
verklaring over zijn loon en arbeidstijd indient bij de Rijksdienst Sociale
Zekerheid (RSZ). De werkgever is dan aangesloten bij ofwel:

• het vakantiefonds van de bedrijfssector, als die bestaat


(voedingsproducten, foto-industrie, bouw …)

• de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV), in andere gevallen

7. Fiscaliteit en boekhouding

Ondernemingen zijn onderworpen aan verschillende vormen van fiscaliteit:


taksen, belastingen op de opbrengsten van activiteiten of ook indirecte
belastingen zoals de btw .

Bovendien moeten ondernemingen een aantal boekhoudkundige verplichtingen


naleven. Deze verschillen volgens het type onderneming, de omzet ...

7.1 Vennootschapsbelasting

Vennootschappen, verenigingen, organen en instellingen zijn onderworpen aan de


vennootschapsbelasting als zij:

• rechtspersoonlijkheid bezitten

• hun maatschappelijke zetel, hun voornaamste vestiging, de zetel van


bestuur of beheer in België hebben
• zich toeleggen op een winstgevende uitbating of winstgevende handelingen

De vennootschappen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting moeten


één keer per jaar een aangifte indienen.
Het stelsel van de vennootschapsbelasting vertrekt van het principe dat alle
inkomsten van de onderneming in aanmerking worden genomen.
Het basistarief in de vennootschapsbelasting bedraagt 33,99 %. In bepaalde
gevallen is er een verlaagd opklimmend tarief.

7.2 Zelfstandigenbelasting

Als een onderneming onder eigen naam wordt uitgebaat en niet in de vorm van
een onderneming zullen de winsten van de ondernemer onderworpen zijn aan de
personenbelasting.

De belastbare winst van een onderneming wordt ongeveer op dezelfde manier


vastgelegd als bij een eenmanszaak. De tarieven zijn echter verschillend. In het
geval van personenbelasting kan het tarief oplopen tot 50 %, terwijl de
aanslagvoet van vennootschappen oploopt tot maximum 33,9 %. In bepaalde
gevallen kan deze aanslagvoet nog verlaagd worden. Bij grote winsten is het vaak
interessanter om de vorm van een vennootschap aan te nemen.

Deze belasting wordt een keer per jaar berekend , op basis van de
belastingaangifte die alle belastbare inkomsten bevat (onroerende en roerende
inkomsten, beroepsinkomsten en diverse inkomsten).

7.3 Boekhoudkundige verplichtingen

Niet alle ondernemingen zijn aan het zelfde boekhoudkundige stelsel


onderworpen. Deze verplichtingen verschillen naargelang:

• de rechtsvorm van de onderneming

• de activiteitssector

• de omzet

• het balanstotaal

• het aantal tewerkgestelde personen


We onderscheiden drie grote categorieën van ondernemingen (de financiële
instellingen en de verzekeringsmaatschappijen vallen onder een specifieke
reglementering):

• de kleinhandelaars, die de mogelijkheid hebben om slechts een


vereenvoudigde boekhouding te voeren

• de kmo's, die een volledige dubbele boekhouding moeten voeren maar voor
een verkort schema kunnen kiezen

• de grote ondernemingen, die hun jaarrekening volgens het volledige


schema moeten indienen

7.4 Controle

De berekening van de belasting brengt een aantal verificaties en controles mee,


bedoeld om vergissingen of nalatigheden in de belastingaangifte op te sporen.

Bepaalde fouten worden automatisch gecorrigeerd door de administratie, op


basis van de cijfers waarover zij beschikken. In andere gevallen zal de
administratie aan de belastingplichtige bijkomende inlichtingen vragen.

De procedure voor de inkomstenbelasting (personenbelasting en


vennootschapsbelasting) verschilt lichtjes van de procedure voor de btw.

7.5 BTW

De goederen en diensten die een onderneming levert zijn in principe aan btw
onderworpen.

De btw is een verbruiksbelasting die door de eindverbruiker wordt gedragen. De


btw wordt stapsgewijs geïnd, namelijk bij elke transactie in het productie- en
distributieproces.

Het normale tarief is 21 %. Voor bepaalde categorieën van goederen en diensten


gelden echter wel gunstigere tarieven van 6 % en 12 %.

Als btw-plichtige moet u een aantal voorwaarden vervullen:

• een verklaring van beroepsactiviteit indienen wanneer u een activiteit


opstart, wijzigt of stopzet

• een boekhouding bijhouden, op basis van een factuurboek en een dagboek


van ontvangsten (de verplichtingen verschillen volgens het btw-stelsel)

• een periodieke btw-aangifte indienen (per kwartaal of maandelijks,


volgens het geval)
• een bijzondere btw-aangifte indienen voor de belastingplichtigen die
onderworpen zijn aan bijzondere stelsels die geen klassieke periodieke
aangifte indienen

• een jaarlijkse lijst van belastingplichtige klanten indienen

• een overzicht van de intracommunautaire handelingen indienen (met de


andere EU landen)

Vous aimerez peut-être aussi