Vous êtes sur la page 1sur 2

Het papagaaiencongres

Vandaag, 3 december 2018, begint in Katowice in Polen een internationaal klimaatcongres over de
uitvoering van het Akkoord van Parijs van drie jaar geleden. De bedoeling is dat er eindelijk harde,
bindende afspraken gemaakt worden om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 - 2 graden.

Bij het opstarten van mijn computer zag ik deze morgen een prachtige foto, aangeboden door
Microsoft, van een veelkleurige kaketoe. Meteen zag ik een connotatie met het congres: het
papegaai-congres. Dit congres gaat over drie zaken: over de klimaatverandering, over de ellende die
daardoor veroorzaakt wordt, vooral in de ontwikkelingslanden, en over de oorzaak van dat alles
zijnde, zoals vrij algemeen aangenomen wordt, de door de Westerse wereld uitgestoten CO2 als
gevolg van het verbranden van fossiele brandstoffen.

Eigenlijk gaat het alleen over het laatste. Het zou natuurlijk vooral om het tweede punt moeten gaan,
en de relatie hiervan met de klimaatverandering, en dan pas over de politiek algemeen aanvaarde
oorzaak van de klimaatverandering en de maatregelen om de CO2-uitstoot te beperken.

Met name over dat laatste ben ik al meer dan 20 jaar bezig met een speurtocht naar de
onderbouwing van deze stelling. Arrhenius vond al een eeuwigheid geleden dat een verdubbeling
van het O2 gehalte in de lucht een opwarming van tussen 1 en 6 graden Celsius zou veroorzaken. De
huidige klimaatmodellen tonen hetzelfde aan. Ondanks al mijn zoeken vind ik hiervoor geen hard,
wetenschappelijk of experimenteel bewijs. De theorie van Arrhenius is onderuit gehaald en de meer
dan 300 klimaatmodellen vormen geen solide basis. Het ‘middelen’ van de uitkomsten van al deze
modellen, wat het IPCC lijkt te doen, is wetenschappelijk onverantwoord. Klimaatmodellen zijn een
onontbeerlijk instrument van/voor klimaatwetenschappers, niet voor politici. Dus zit ik nog steeds,
zoals de Vlamingen zeggen, op mijn honger. Mijn speurtocht leverde me het inzicht op dat het
onderzoek naar de klimaatverandering ongelofelijk ingewikkeld is als gevolg van de zeer vele
positieve en negatieve koppelingen.

Naar mijn mening is de wetenschap op dit moment (nog) niet in staat om verantwoorde uitspraken
te doen over de klimaatverandering op de langere termijn. Dat vind ik jammer, want ik ben sinds
begin 90-er jaren, toen ik als gastdocent op de VUB werkte binnen de vakgroep Menselijke Ecologie
bij prof. Hens, op zoek naar een wetenschappelijk onderbouwd, en dus verifieerbaar, verantwoord
op de vraag in hoeverre de CO2-uitstoot de doorslaggevende factor is in de klimaatverandering. Ik
was er al lang voor die tijd van overtuigd dat de verbranding van fossiele bandstoffen een dwaze en
onnodige zaak is. Er waren en zijn voldoende alternatieven.

Wetenschappers hebben politici niet echt kunnen overtuigen, of deze wilden zich niet laten
overtuigen, door hun sterke verbondenheid met economische belangen. Persoonlijk vind ik het nog
veel erger dat de politiek nooit gepoogd heeft de omvang van de problematiek als gevolg van de
klimaatverandering vast te leggen in termen van specifieke doelgroepen en regio’s . in de besluiten
van de Algemene Vergaderingen van de VN is hierover veel te vinden, maar deze zijn te algemeen.
Zie voor meer informatie hierover o.a. mijn notitie Zijn we met het klimaatbeleid op de goede weg.

Als er in Polen geen bindende afspraken gemaakt worden over hoe de door klimaatverandering
veroorzaakte problemen worden aangepakt, dan is deze conferentie voor mij weer een stap in de
verkeerde richting. Het klimaat verandert, wellicht of waarschijnlijk mede als gevolg van de uitstoot
van CO2, en de hierdoor veroorzaakte problemen vereisen een snelle en directe aanpak in de
betrokken regio’s en voor de betrokken doelgroepen. Het gaat niet om de schudvraag, het gaat om
solidariteit en effectiviteit. Sinds ik op de VUB werkte en sinds ik vanaf 2005 het klimaatdebat in en
rondom het IPCC volg heb ik geen echt nieuwe geluiden gehoord. De papagaaien spreken elkaar na
en overstemmen elk ander geluid. Het gekakel is een mantra geworden het ligt aan de CO2, het ligt aan
de CO2,….. Ik heb medelijden met de slachtoffers van de klimaatverandering, die te weinig gehoord
worden en voor wie niet gezorgd wordt. Ook onze eerste minister kakelt mee in dit koor: ‘we moeten
meer en sneller de uitstoot van CO2 verminderen’. Maar hij stelt weer een voorwaarde: Europa moet
meedoen. Een onmogelijke voorwaarde en een voorwaarde die haaks staat op wat van burgers
verwacht wordt. Hij ziet er voor het gemak maar over get hoofd, dat zijn eigen beleid juist meer CO2
genereert. Het is gekakel voor de bühne.

Het oude Europa beseft niet dat de geschiedenis haar dreigt in te halen. Europa verwijst naar de
enorme luchtvervuiling door kolengestookte centrales in China, te weinig beseffend dat men daar op
technologisch gebied o.a. met duurzame energie al voor ligt opEuropa. Beleidsmakers denken te
veel dat praten over beleid, beleid is. Het gaat om actie, in dit geval n.m.m. primair om actie om de
negatieve gevolgen van de klimaatverandering daar waar deze gevoeld worden aan te pakken. Ik ben
zeer benieuwd wat daarover in de slotverklaring gezegd wordt.

Maar wellicht gebeurt er een wonder vb. afspraken over een directe relatie tussen de opbrengsten
van de emissierechten en programma’s voor schone energie en voor de adaptatie aan de
klimaatverandering binnen probleemgebieden. Ik hoop dat de wereld wakker wordt en dar de VN de
middelen krijgt voor programma’s gericht op de slachtoffers van de klimaatverandering. Ik hoop dat
deze meer te bieden hebben dan bed, bad en brood.

Jan Korsmit

Vous aimerez peut-être aussi