0 évaluation0% ont trouvé ce document utile (0 vote)
17 vues6 pages
Iedere morgen worden we wakker uit illusionaire dromen en worden ons weer bewust van de fysieke wereld; we staan op en komen in actie. Dit is het ontwaken
en opstaan op fysiek niveau, en dat is vaak verfrissend en inspirerend. Maar
we kunnen ook op mentaal of geestelijk niveau ontwaken en opstaan.
Iedere morgen worden we wakker uit illusionaire dromen en worden ons weer bewust van de fysieke wereld; we staan op en komen in actie. Dit is het ontwaken
en opstaan op fysiek niveau, en dat is vaak verfrissend en inspirerend. Maar
we kunnen ook op mentaal of geestelijk niveau ontwaken en opstaan.
Iedere morgen worden we wakker uit illusionaire dromen en worden ons weer bewust van de fysieke wereld; we staan op en komen in actie. Dit is het ontwaken
en opstaan op fysiek niveau, en dat is vaak verfrissend en inspirerend. Maar
we kunnen ook op mentaal of geestelijk niveau ontwaken en opstaan.
illusionaire dromen en worden ons weer bewust van de fysieke wereld; we staan op en komen in actie. Dit is het ontwa- ken en opstaan op fysiek niveau, en dat is vaak verfrissend en inspirerend. Maar we kunnen ook op mentaal of geestelijk niveau ontwaken en opstaan.
Mentaal kunnen we van tijd tot tijd uit een
Mary Anderson is de inter- illusie ontwaken: we hebben een helder nationale vice-presidente idee of inzicht; dan ontwaken we op van de Theosofische Vere- mentaal niveau wanneer we dat inzicht in niging. Zij woont in Adyar. praktijk brengen. Zo kan een uitvinder een nieuwe en eenvoudiger techniek ontdek- Dit artikel is een weergave ken en toepassen. Maar we kunnen alle- van een lezing gehouden maal in ons dagelijks leven wel eens iets op de conventie te Adyar, dergelijks ervaren. december 1998. Geestelijk ontwaken en opstaan in de meest pure zin, doen we eenmaal in onze evolutie. Maar dit ene ‘Grote Ontwaken’ wordt voorafgegaan door vele malen een klein ‘ontwaken’, naarmate we langzamer- hand uit de illusionaire opvattingen van het leven en van onszelf ontwaken en we ons in toenemende mate bewust worden van de ware aard van de dingen en van onze eigen ware aard. Dit kleinere soort ontwaken maakt dat onze zelfkennis begint te dagen; we beginnen wijs te handelen trouw aan de ware aard der dingen en aan onze eigen aard. Wanneer we werkelijk ontwaken tot wat we zijn en als onze kijk op het leven dienovereenkomstig veran- dert, dan veranderen we ook zelf en begin- nen anders te handelen. Als we niet anders gaan handelen, zijn we niet ontwaakt, hoewel we dat misschien wel denken; we zijn nog in slaap en dromen dat we ontwaakt zijn. We zijn zombies! We denken dan dat we weten dat we goddelijk zijn, een onsterfelijke vonk, een met de
Theosofia 101/4 · augustus 2000 125
ander, maar we zijn nog steeds bang voor onsterfelijk, smaakloos, geurloos, zonder de dood en voor verlies en voelen ons begin en zonder eind, eeuwig, onverander- apart van de anderen en handelen ook lijk, bovenaards is het Zelf’zegt Kathopa- daarnaar in crisissituaties, proberen nishad (1.3.15). misschien wel ons leven of onze bezit- Dus gaat Nachiketas die in de traditie tingen te redden zonder aan anderen te geboren is, maar zelf geestelijk ge- denken. We zijn dan als de man die dacht oriënteerd is op Yama, de Heer van de dat hij een tarwekorrel was en die daarom Dood. Maar Yama is meer dan Heer van bang was voor kippen. Hij werd in een de Dood.Yama is de naam van de ‘beper- psychiatrische kliniek behandeld. Nadat hij kingen’ die we in acht moeten nemen genezen was verklaard, verliet hij de wanneer we het pad van Raja Yoga gaan kliniek maar kwam een paar minuten later betreden: je onthouden van geweld, vals- in paniek terug, ‘ik kwam een kip tegen!’ heid, enz. Eigenlijk stelt Yama een twee- De dokter zei tegen hem: ‘Maar je weet ling voor. En is tweeling zijn niet een deel toch dat je geen tarwekorrel bent’. ‘Ja’ zei van onze natuur? Is Manas, ons denken of hij, ‘ik weet het, maar de kip weet het niet!’ ons denkvermogen niet een tweeling? Wanneer we dat wat we verkondigen niet Yama vertegenwoordigt inderdaad het in praktijk brengen, hebben we wellicht denken dat op hogere dingen is gericht, ons ‘huiswerk niet gedaan’. In de Kathopa- het Hoger Manas, Buddhi-Manas of Wijs- nishad werden de woorden ‘Ontwaak, Sta heid, terwijl zijn tweelingzuster, Yami, op’ aan Nachiketas gericht door Yama staat voor het denken dat op het lagere (1.3.14). Nachiketas had zijn huiswerk gericht is, Kama-Manas of het zelfzuchtig gedaan! denken. We kunnen daarom zeggen dat Maar laten we nu eerst eens kijken, wie Yama het hemelse en Yami het aardse deel Nachiketas is en wie Yama? En wanneer van de tweeling in ons is. werden deze woorden uitgesproken? Dus als Yama tot Nachiketas spreekt, Nachiketas was een jonge man wiens vader kan dat de eigen innerlijke wijsheid van de een offer aan de goden bracht omdat hij geestelijke aspirant zijn die tot hem ‘naar een hemelse beloning verlangde’. Hij spreekt. En die Wijsheid zegt: ‘Ontwaak, offerde vooral oude koeien die niet meer Sta op!’ Ontwaak tot wie je bent en handel konden ‘eten, drinken, kalven, of melk dienovereenkomstig – of ‘Ken uzelf’ en geven’.Nachiketas was bedroefd vanwege ‘Wees trouw aan uzelf!’ de armzaligheid van deze gaven en vroeg Maar Yama uit deze woorden pas nadat zijn vader: ‘Aan wie wil je mij geven?’ Zijn aan bepaalde voorwaarden is voldaan, pas vader antwoordde: ‘Ik geef jou aan Yama’, als Nachiketas zijn waarde heeft bewezen dit was de God van de Dood. Aldus door ten eerste de juiste vraag te stellen, vertrok Nachiketas naar de verblijfplaats ten tweede verleiding te weerstaan en ten van Yama. derde bepaalde leringen van Yama (zijn Wat is de bedoeling van dit verhaal? eigen inwonende zelf) aan te nemen. Nachiketas’ vader, die zich, de letter van Ten eerste stelt Nachiketas de juiste de wet volgend, maar wel met zelfzuchtige vraag. Net als in sprookjes biedt Yama aan motieven, bezig houdt met offeren, zou Nachiketas drie gunsten aan; hij mag drie kunnen staan voor de typisch traditionele wensen doen. De eerste twee doen hier mens, die de uiterlijke vormen in acht niet ter zake en worden door Yama neemt, maar het contact met de bron van probleemloos ingewilligd. Maar Nachike- geestelijke inspiratie verloren heeft. Hij tas’ derde wens is: ‘Er bestaat die twijfel vertegenwoordigt ‘de letter die doodt’. over een man die overgegaan is, sommigen Nachiketas’ naam betekent ‘niet waargeno- zeggen dat hij nog bestaat, anderen zeggen men’ en suggereert daardoor Geest, ‘de dat hij niet meer is. Dat wil ik weten…’ geest die leven schenkt’ (2 Cor: 3.6). (1.1.20). Nu betekent ‘overgegaan’ niet Geluidloos, vormloos, onaanraakbaar, simpelweg dood, want Nachiketas is zich
126 Theosofia 101/4 · augustus 2000
ervan bewust dat ‘een sterveling rijpt als Met andere woorden: het ‘Grote Over- graan, en net als graan opnieuw wordt gaan’, het ‘Grote Sterven’ is wat hem bezig geboren’ (idem.1.1.6). Dit is geen vraag houdt. Wat is er na de verlossing? Wat is de over het overleven, maar over wat er aard van Werkelijkheid? Wat is het Zelf? gebeurt na de verlossing, na ‘het Grote Tenslotte gaat Yama, zeer verheugd dat Sterven’. De vraag werd ook aan Boeddha hij de test heeft doorstaan, verder met hem gesteld: ‘Blijft de Arhat na Nirwana voort- te instrueren. bestaan?’ En Boeddha weigerde te Wat vertelt dit verhaal ons tot nu toe, als antwoorden. Deze vraag te bevestigen zou we bedenken dat Yama, de hemelse twee- aanleiding geven tot misverstanden; haar ling, de boodschapper van Nachiketas’ te ontkennen zou tot een ander soort ware zelf is? Het laat zien dat het belang- misverstanden leiden. Inderdaad zou geen rijk is de juiste vraag te stellen, dat die enkel antwoord de staat van zo iemand vraag uit ons ware Zelf voortkomt, dat de kunnen beschrijven: ‘Diep, onmetelijk, verleiding ook altijd uit onszelf komt en onpeilbaar is Hij die de Waarheid heeft dat de antwoorden op onze vragen, de gevonden, zo diep zelfs als de machtige leringen altijd van binnen uit moeten oceaan… Alles waarmee de waarheidsvin- komen. der zou kunnen worden aangeduid is voor hem voor eens en altijd verdwenen.’1 Maar Voorwaarden voor zelfkennis het feit dat Nachiketas deze vraag stelt Welke zijn de leringen van Yama met toont aan dat hij Zelfkennis in de hoogste betrekking tot de voorwaarden om tot betekenis zoekt. Zelfkennis te komen? Nadat Nachiketas de juiste vraag heeft Ten eerste , een ethisch leven: Het goede gesteld voldoet hij aan de tweede voor- kiezen in plaats van het aangename, waar- waarde. Hij weerstaat de verleiding. Ogen- bij we ons echter wel bewust moeten zijn schijnlijk in een poging om de vraag te dat zowel het goede als het aangename ons ontwijken, probeert Yama Nachiketas gebonden houden; Wijsheid kiezen boven ertoe te verleiden om nog een gunst te aardse -of hemelse- rijkdom. Dit houdt vragen: onderscheidingsvermogen en niet-gehechtheid (viveka en vairagya) in. Kies nog een gunst, o Nachiketas. Dwing Ten tweede, naar binnen gerichte medita- me niet. Verlos me hiervan. Vraag om zonen tie. ‘Het je door zelfcontemplatie bewust en kleinzonen die honderd jaar zullen leven, worden van die oer-God, die moeilijk vraag een overvloed van vee, olifanten en waarneembaar is en diep verborgen, in de paarden. Vraag zoveel land als je maar wilt. grot van het hart verblijft; de wijze mens Ik zal jou het genot van deze wensen bezor- die in de diepte woont laat zowel vreugde gen. Wat ook maar moeilijk verkrijgbaar is in als leed achter zich’ (idem. 1.2.12). Dit is deze wereld van stervelingen, vraag erom en ware Zelfkennis. je zult ze hebben…edele maagden in triomf- Ten derde gaat Yama verder met het wagens met muziekinstrumenten . (Idem. instrueren van Nachiketas wat de aard van 1.1.21. 5). de mens –op alle niveaus… niet alleen het Zelf met de hoofdletter ‘Z’ — het onster- Hierbij denken we aan hoe Boeddha op felijke Zelf, een vonk van de goddelijke soortgelijke wijze door Mara werd verleid vlam — maar ook het zelf met een kleine en Jezus door de duivel in de wildernis. En ‘z’, ons bewuste zelf, het tijdelijke zelf. Nachiketas’ reactie was gelijk aan de ‘Er zijn twee zelven…Beiden hebben hunne: hun verblijf in het hart… zij die Brahman kennen spreken erover als schaduw en Deze alle zijn vergankelijk en gaan voor- licht…’(lb.1.3.1). Het is noodzakelijk om bij… Alle leven is kortstondig. Houd Uw ons tijdelijke, illusoire zelf te kennen; triomfwagens, Uw dans en zang (idem. 2.6). anders zouden we het voor het perma-
Theosofia 101/4 · augustus 2000 127
nente zelf kunnen houden. Bovendien kan verwerven. Aan de ene kant zijn voor- moeten we, daar het dat zelf is waarmee bereiding, hard werken, studie en volledige we dagelijks leven, de verschillende aspec- aandacht (alsof je over het scherp van de ten ervan kennen en weten hoe die functi- snede wandelt) nodig. Maar waar kan zo’n oneren. uiterlijke voorbereiding toe leiden als er Bij het beschouwen van deze aspecten geen respons is van binnen, geen innerlijk geeft Yama door middel van de ‘Gelijkenis ontwaken? ‘Dit zelf kan niet door instruc- van de Strijdwagen’ instructie aan Nachi- tie worden bereikt, noch door intellectuele ketas: kracht, zelfs niet door veelvuldig horen. Het kan alleen worden bereikt door Ken het Zelf (Atman) als de Heer van de degene wiens zelf kiest’ (1.2.23). strijdwagen, het lichaam als de wagen zelf; ken Buddhi (Wijsheid; geestelijk onderschei- Die innerlijke keus, dat ‘Grote Ontwa- dingsvermogen) als de Menner en het denk- ken’ wordt voorafgegaan door veel klei- vermogen als de teugels (1.3.3). nere vormen van ontwaken, zoals ik al De zintuigen zijn de paarden, wordt eerder zei. De eerste hiervan, verwant aan gezegd, de zintuiglijke objecten het pad de Christelijke ‘ommekeer’ kan inderdaad waarop ze draven… (1.3.4). worden gezien als een keerpunt, van een Van hem die geen intuïtief inzicht vals naar een waar begrip van onze ware (Buddhi) heeft en die zijn denken niet voort- aard. durend onder controle heeft worden de zint- Dat eerste innerlijke ontwaken wordt uigen onhandelbaar zoals de weerspannige geïllustreerd in een verhaal dat door Sri paarden van een menner…(1.3.5). Ramakrishna wordt verteld. Een kudde Hij die Buddhi als bestuurder heeft en de geiten vond een ouderloos tijgerjong en teugels van het denken onder controle, deze voedde het op samen met hun eigen bereikt het eind van de reis, dat speciale jongen. Het jonge dier leerde te blaten en verblijf van het Alles-doordringende (1.3.9). gras te eten en beschouwde zich kennelijk in alle opzichten als een geit. Op een dag Zo verklaart Yama de verschillende werd de kudde aangevallen door een aspecten van onze alledaagse aard, hoe ze volwassen tijger. Alle geiten sloegen op de functioneren en hoe je ze onder controle vlucht, maar de kleine tijger bleef staan en moet brengen en hij toont aan hoe deze staarde verbaasd naar het monster voor kennis en controle over het tijdelijke zelf hem. In zijn verbijstering blaatte hij en leidt tot kennis van het Opperste Zelf. kauwde zelfverzekerd op het gras. De Na deze lering over zelfkennis en zelf- volwassen tijger schrok zich naar bij het controle, kan Yama tegen Nachiketas zien van een tijgerjong dat zich als geit zeggen: ‘Ontwaak, Sta op’. gedroeg en hij nam hem mee naar een poel Nadat hij aan de voorwaarden heeft en toonde hem hun beide spiegelbeelden voldaan en op deze wijze geïnstrueerd is, in het water. kan Nachiketas verder gaan met ‘te Toen het jong zich realiseerde dat het worden wie hij is’. Maar hij wordt ook ook een tijger was, liet hij een vervaarlijk gewaarschuwd voor de gevaren op het Pad: gegrom horen – de grom van ontwaken. ‘Scherp als de snede van het scheermes en Hij wist wie hij was. moeilijk te betreden en te begaan, zo verklaren de wijzen’ (1.3.14). Het sprookje van Het lelijke jonge eendje Er zijn verscheidene paradoxen die bij brengt waarschijnlijk dezelfde boodschap dit ontwaken optreden. We zeggen dat hij over. Een paar eenden vonden een zwane- die zichzelf waarlijk kent volgens die nei en voedden het kleine zwaantje op als kennis zal handelen, en dus trouw aan een eend, maar ze vonden het wel erg zichzelf is. Maar het is ook zo dat alleen lelijk. Maar het groeide uit tot een prach- degene die trouw aan zichzelf is zelfkennis tige zwaan en werd door zijn eigen soort
128 Theosofia 101/4 · augustus 2000
herkend en opgenomen. Ook in de bijbelse en dan van hun denken. Dit proces dat in gelijkenis van de verloren zoon zien we een de loop van onze evolutie door vele incar- dergelijke illustratie, de zoon die zijn schit- naties heen plaatsvindt, wordt in elk van terende huis verlaat en volkomen vergeet, deze incarnaties herhaald: het kleine kind die zwijnenhoeder werd maar zich op een dat zich eerst van zijn lichaam bewust dag zijn afkomst herinnert en weer op weg wordt, dan in het bijzonder als adolescent naar huis gaat. voelt hij zich meer en meer één met zijn Zijn wij niet het tijgerjong, het lelijke emoties en bij het volwassen worden iden- eendje of de verloren zoon? Zijn wij niet tificeert hij zich steeds meer met zijn vergeten wie we werkelijk zijn? Wanneer gedachten. vergaten we dat? Wordsworth schrijft: ‘Onze geboorte is slechts een slaap en een Onwetendheid leidt tot misleidingen vergeten’. (Ode on Intimations of Immorta- Maar zijn wij ons lichaam, onze gevoelens, lity). Inderdaad, is niet elke geboorte een onze gedachten? Zulke ideeën komen slaap en een vergeten – en ieder sterven voort uit onwetendheid –avidya- , dat in eveneens? Maar onze geboorte kan niet Patanjali’s Yoga-Sutras wordt omschreven alleen het begin van deze huidige incarna- als ‘Het niet-eeuwige, onzuivere, kwade tie betekenen, maar eerder het begin van (ellende, leed) en niet-atman beschouwen onze pelgrimage. En wiens pelgrimage? als respectievelijk eeuwig, zuiver, goed en Wie zijn wij, de pelgrims? atman.’2 Avidya of ‘onwetendheid’ is in deze zin dus niet een gebrek aan kennis, De tocht van de Ene Pelgrim vanuit de maar foutieve kennis of misleidingen; staat van de Eenheid van Alles begint op dingen aanzien voor wat ze niet zijn. het spirituele vlak, voert steeds dieper de Waarom vervallen we in zulke misvat- materie in met een toenemende mate van tingen? verlies van het bewustzijn van de zoge- Net als het tijgerjong, het lelijke jonge naamde elementaire natuurrijken en eendje en de verloren zoon, zijn we ‘verge- bereikt zijn diepste indaling in de stof in ten’ wie we zijn. Met andere woorden, we het mineralenrijk. Dan komt er een keer- zijn niet bewust op het niveau van ons ware punt - op dit niveau - dat leidt tot een zijn. Ons ware zelf, de Pelgrim, de Ene toenemend bewustzijn in het planten-, het Geest, atma, behoort tot het gebied van dieren- en het mensenrijk. In het planten- het Absolute, de Eenheid, die ons huidige en dierenrijk begint het langzame proces bewustzijn te boven gaat. Zoals we nu zijn, van individualisatie, wat in theosofische zijn we bewust op het gebied van het rela- bewoordingen wil zeggen dat er een wezen tieve, de wereld van dualiteit en, uiteinde- ontstaat met een afzonderlijk bewustzijn. lijk van veelheid. Het proces komt tot rijping in het Daarom zijn we het eeuwige vergeten, menselijk wezen, wiens bewustzijn – dat dat wat boven tijd uitgaat, en kennen we van een individueel zelf - daardoor slechts het tijdelijke. We zijn het volmaakt verschilt van dat van het dier. zuivere vergeten en kennen slechts het relatief zuivere, het onechte. Het absoluut Weten wij mensen dan wie we zijn? Nee, Goede, dat wat boven goed en kwaad maar we denken het misschien wel! Er uitgaat, kennen we niet meer, we zien wordt gezegd dat het bewustzijn slaapt in alleen nog maar wat relatief goed en het mineraal, droomt in de plant, ontwaakt kwaad is. We zijn atma vergeten, het Ene in het dier en tot een zelfbewustzijn wordt Zelf, en we zijn alleen maar vertrouwd met in menselijke wezens, die er dus misschien onze alledaagse persoonlijkheid met zijn wel trots op kunnen zijn dat ze zelfbewust wensen en eisen, zijn gehechtheden en zijn. Maar van welk ‘zelf’ zijn ze zich antipathieën. Daarom zien we het tijdelijke bewust? Misschien eerst van het stoffelijke aan voor het eeuwige, het onechte voor het zelf, het lichaam, daarna van hun emoties zuivere, het relatief goede voor het abso-
Theosofia 101/4 · augustus 2000 129
lute Goede en het niet-atma, de persoon- Dan zullen we de roep ‘Ontwaak, Sta op’ lijkheid, voor het atma. horen en wetend wie we zijn zullen we Wat onze pogingen om tot zelfkennis te trouw zijn aan ons eigen zelf. komen betreft, avidya neemt de vorm aan Maar dit zal slechts het begin zijn. van asmita wanneer we, zoals al gezegd Nachiketas moest nog meer leren, hij werd, onszelf identificeren met met onze moest nog over het scherp van de snede voertuigen van bewustzijn: Het fysieke lopen. Laertes, wiens vader Polonius hem lichaam, de emoties en het denken. Omdat had verteld dat hij ‘trouw aan zich- we het eeuwige niet kennen, identificeren zelf’moest zijn ging uit op zijn (zoek)tocht, we ons bij ons pogen om tot zelfkennis te evenals de verloren zoon. De tijger moest komen, alleen maar met het tijdelijke in leren leven als een tijger, de zwaan als een ons, ons fysieke lichaam en daarom zijn we zwaan. Hoeveel natuurlijker is het leven bang voor de dood. Omdat we het echter als je weet wat je bent. Dan ga je volmaakt zuivere niet kennen, kennen we meer en meer volgens je eigen ware aard alleen het onechte en identificeren we ons handelen. met onze zelfzuchtige wensen en antipa- We kunnen misschien drie stadia zien in thieën. (Zo ontstaan raga en dvesha.)We het ontwaken en opstaan: weten wat we zijn dus bang om dat wat we wensen niet te zijn, worden wat we zijn en dienovereen- krijgen of om te verliezen wat we wensen. komstig handelen – trouw zijn aan onszelf. Doordat we het Opperste Goede niet Maar deze drie stadia lopen parallel. Het kennen, kennen we alleen het minder zijn aanzichten van hetzelfde. Als we goede in onszelf en identificeren ons daar- werkelijk weten, zijn we wat we weten; en mee en voelen ons wellicht schuldig en als we zijn wat we weten, leven we over- minderwaardig en zijn bang voor bestraf- eenkomstig daarmee. We laten ons masker fing. Omdat we atma niet kennen, kennen vallen. Zo’n leven is een rechtschapen we slechts een niet-atma, de persoonlijk- leven. Om Polonius helemaal te citeren: heid. Omdat we niet weten wat eenheid is, voelen we ons afgescheiden van de ander ‘Maar bovenal, blijf aan uzelven trouw: en zijn daarom bang voor eenzaamheid. En hieruit volgt, als op de dag de nacht, Dat gij dan jegens niemand vals kunt zijn. Hoe leeft men dan in angst voor de Vaarwel, mijn zegen doe u dit gedijen!’3 dood, voor verlies, voor straf en eenzaam- heid, alle voortkomend uit de illusie van afgescheidenheid en tot gevolg hebbend Noten: dat we ons hechten aan dat wat niet eigen is aan onze ware aard? Zo is het leven van 1. Majjhima Nikaya, aanhaling uit The Yoga velen in de wereld van nu, niet altijd en of the Kathopanishad (Sri Krishna Prem), ook niet altijd bewust, maar de angst en de p.41 ellende zijn wel op de achtergrond. 2. Science of Yoga (I.K.Taimni), p.140 (Yoga Misschien is het nodig dat we dit ‘tranen- Sutras, 2.5) dal’ leren kennen. En misschien willen we 3. Hamlet, Eerste bedrijf, derde toneel, De er niet eens uitkomen omdat we geboeid werken van William Shakespeare, deel II, worden door de opwinding van plezier en vertaald door dr. L.A.J. Burgersdijk, derde leed. opnieuw herziene druk, Leiden, A.W. Sijt- hoff. Maar uiteindelijk zal ons ware zelf niet ontkend kunnen worden en op een dag zal de tijger grommen omdat hij zijn ware Uit: The Theosophist, januari 1999 wezen herkent, de zwaan zal naar haar Vertaling: Corrie Blaak eigen soort terugkeren en de verloren zoon zal de weg naar huis vinden.