Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Auke Zijlstra
1. De Europese Commissie 15
2. Europese waarden 25
3. Buitenlandse betrekkingen 36
4. De interne markt 52
8. Migratie 107
Hans 118
Nawoord 124
Biografie 127
Iedere burger heeft het recht aan
het democratisch bestel van de
Unie deel te nemen. De besluit-
vorming vindt plaats op een zo
open mogelijke wijze, en zo dicht
mogelijk bij de burgers als
mogelijk is.
Ik ben een kritisch lid van het Europees Parlement en denk dat het Verdrag
van Lissabon een onaanvaardbare overdracht van soevereiniteit heeft
betekend. Bovendien vind ik dat de Europese Unie geen rechtspersoon zou
moeten zijn. Te veel macht, te veel belangen. Daarmee behoor ik tot de
oppositie.
De meeste leden van het Europees Parlement vinden de Europese Unie juist
het beste wat de wereld te bieden heeft en de machtsuitbreiding van Brus-
sel kan hen niet snel genoeg gaan. Federalisten, eurofielen, hoe noem je ze?
Unionisten is wel een goed woord - aanhangers van de ever closer Union.
Vergis je niet: 90% voorstemmers bij een wetvoorstel ter vervanging van
nationale wetten is heel gebruikelijk, ook onder de Nederlandse parlemen-
tariërs. Ook als Nederland reeds een prima wet heeft. Ook als Nederland
een betere wet heeft. Het is het partijkartel in Brussel.
9
over het accepteren van ´Europese Waarden´, maar dat is dus een centraal
bestuur vanuit Brussel. Zoals Juncker zei: ´There can be no democratic
choice agains the European Institutions´.
Als een rapport plenair niet wordt aangenomen omdat teveel unionisten
alvast weggelopen zijn uit de stemming om te gaan lunchen (dat gebeurt
echt!), wordt hetzelfde rapport gewoon opnieuw op de stemlijst gezet. Dat
mag ook niet, maar gebeurt toch. Regels zijn er om kritische parlementa-
riërs te knechten, niet om de oppositie te beschermen. Het is hier Neder-
land niet, meneer Zijlstra!
10
Daarover nog eens wat verder nadenkend, realiseerde ik me dat alle EU-
instituten op de één of andere manier wel een dergelijk gedrag kennen. Dat
is niet de afspraak: de Europese Unie kent instituten die de hele zaak
moeten besturen, maar die behoren neutraal te zijn. Als je het Verdrag van
Lissabon als de spelregels ziet, dan is de Europese Commissie de scheids-
rechter, en het Europees Hof van Justitie de arbitragecommissie. Ik zit nog
te twijfelen wat het Europees Parlement dan is in deze analogie. Niet de
contributiebetalers in ieder geval.
Juncker noemde zijn Europese Commissie een politiek orgaan. Dat was dus
juist niet de bedoeling van de verdragen. Het effect van de expliciete beves-
tiging van de onconstitutionele positie van de Europese Commissie is dat de
commissarissen zich ook politiek gaan gedragen. Tijdens het plenaire debat
over de benoeming van de nieuwe Duitse secretaris-generaal van de
Commissie, op 12 maart 2018 in Straatsburg, bleek dat duidelijk. Toen
memoreerde de Duitse commissaris Oettinger, namens de Commissie, het
sentiment in Duitsland over de (over)vertegenwoordiging van de kleinere
lidstaten in de instituties van de EU. Met name noemde hij het feit dat het
parlementslid van een kleine lidstaat 90.000 mensen vertegenwoordigt en
dat van een grote 900.000. Na verontwaardigd geloei uit de zaal van het
Europees Parlement, waar nogal wat leden uit kleinere lidstaten komen,
haastte hij zich om het volgende te zeggen: „Toch vind ik het juist dat Malta,
Luxemburg 6 parlementsleden hebben. Maar om je dan af te vragen of de
lidstaten wel eerlijk vertegenwoordigd zijn?”
Met die laatste zin versterkte hij juist zijn politieke mening dat Duitsland
meer macht moet hebben. Dat is niet geruststellend. De parlementen van de
lidstaten hebben allemaal ingestemd met soevereiniteitsoverdracht aan
Brussel, en dat was al dwaas genoeg, maar onder voorwaarde dat kleine
landen niet zouden lijden onder de grote. Ik zie in de praktijk dat dat niet
werkt. De grote landen maken altijd de dienst uit, behalve als kleinere zoals
Hongarije echt de hakken in het zand zetten, maar daar gaat het niet om. De
juridische structuur moet juist bescherming bieden. Maar als de Europese
Commissie kleine landen al te machtig vindt, waar moet je dan nog heen?
Niet naar een debat in ieder geval. Commissaris Timmermans heeft zich, in
zijn speech voor het Europees Parlement op 11 september 2018, kritisch
uitgelaten over de bijdragen van de oppositie. Hij stelde dat: „The empti-
11
ness of the arguments on this side needs to be compensated by screaming
and shouting. Volume will not compensate for the emptiness of your
arguments”.
Sommige vragen komen overigens nooit aan. Het Europees Parlement heeft
een reglement, aangenomen en opgesteld door de unionisten. Daarin staat
dat de voorzitter van het Europees Parlement, ook altijd een unionist,
bepaalt of een vraag wel gesteld mag worden. Door de jaren heen zijn er
ongeveer vijftien van mijn vragen afgekeurd en dus nooit beanwoord. Ster-
12
ker nog: die zijn blijven steken in het gebouw. En nee, er is geen beroeps-
procedure.
Zo stelde ik bijvoorbeeld een vraag over het feit dat het Europees Parlement
zelf alvast miljoenen uitgaf aan verbouwingen, omdat Turkije er immers als
lid bij zou komen. Dat leek me ‘agenda-ondermijnend’. De lidstaten gaan
immers over toetreding van nieuwe leden en Turkije lijkt nou niet het
meest waarschijnlijke nieuwe lid. Het budget van het EP wordt betaald door
die lidstaten en vastgesteld door de Europese Commissie, die er dus een
mening over zou moeten hebben. Dit alles leek me niet in de haak. Dat was
het uiteraard ook niet, maar die vraag mocht dus niet worden gesteld. De
reden was dat er een ´herenakkoord´ bestaat dat de instituten geen kritiek
hebben op elkaars interne bestedingen. Wie dan dergelijke uitgaven wél
moet controleren? Nou, niemand dus.
Enfin, het parlement valt dus niet mee, maar wat betreft de Europese
Commissie, die is niet neutraal meer. En wat het effect daarvan is, daarover
gaat dit boekje.
13
14
1. De Europese Commissie
“De Commissie bevordert het algemeen belang van de Unie en neemt daartoe
passende initiatieven. (…) Zij voert de begroting uit en beheert de program-
ma’s. Zij oefent onder de bij de Verdragen bepaalde voorwaarden coördine-
rende, uitvoerende en beheerstaken uit”.
- Artikel 17. 1, Verdrag betreffende de Europese Unie
Aan het begin van dit boek de vraag: waarover gaat het in de EU allemaal?
Wat gebeurt daar en wie bepaalt er wat? Je hebt –kortweg gezegd- de
Europese Raad, waarin de regeringsleiders en vakministers met elkaar
vergaderen en besluiten; je hebt het Europees Parlement waarin gekozen
vertegenwoordigers van de lidstaten zitting hebben en je hebt de Europese
Commissie die formeel uitvoerend is en de algehele gang van zaken contro-
leert (‘de verdragen hoedt’). Er zijn nog veel meer EU-instellingen zoals
bijvoorbeeld het Europees Hof en het Comité van de Regio’s, maar die houd
ik even buiten dit boek. Een lid van het Europees Parlement denkt en stemt
mee over alle nieuwe voorstellen die de Raad of Commissie doen, maar kan
daarnaast ook kritische kanttekeningen stellen in de vorm van mondelinge
en schriftelijke vragen. Daarover gaat mijn boek.
15
Het merendeel van de vragen die een lid van het Europees Parlement stelt
zijn gericht aan de Europese Commissie, omdat die de uitvoerende ‘tak’ van
de Unie is en de begroting uitvoert en beheert. Dat is namelijk de hoofdtaak
van de Commissie. Een enkele vraag wordt aan de Europese Raad gesteld.
Het Europees Parlement is, samen met de Europese Raad (zeg maar: de
nationale regeringshoofden) medewetgever op allerlei gebied (artikel 16.1
Verdrag betreffende de Europese Unie) en kan door het indienen van amen-
dementen (wijzigingen) op voorstellen van de Raad en Commissie mede
bepalen hoe het Europees beleid er uiteindelijk uit gaat zien. Een lid van het
Europees Parlement heeft de bevoegdheid om amendementen in te dienen
en om dat gedegen te kunnen doen is het dus van belang om precies te
weten hoe de Commissie in bepaalde zaken zit. Een groot deel van het werk
van een parlementslid gaat zitten in dit controleren van Raad en Commissie
en het doornemen dan wel opstellen van amendementen. En uiteraard uit-
eindelijk ook: stemmen over al die voorstellen en amendementen.
Een deel van de vragen gaat over toelichting op voorgestelde plannen, maar
het komt nog veel vaker voor dat een parlementslid kritische vragen en/of
kanttekeningen plaatst bij die Commissievoorstellen middels de schrifte-
lijke vragen. Ook komt het voor dat een parlementslid via de media een
bepaalde opvatting van een eurocommissaris leest of een uitlating die hij
heeft gedaan tijdens een publiek optreden. Dat kunnen allemaal aanlei-
dingen zijn tot het stellen van vragen. Het stellen van die vragen is van
groot belang. Naar aanleiding van antwoorden die de Commissie geeft
kunnen vervolgvragen worden gesteld, de pers worden gezocht en de
verkregen informatie worden gebruikt in commissieverband.
16
Bij gevoelige kwesties zal beantwoording ongetwijfeld wel met de euro-
commissaris persoonlijk worden afgestemd.
Een enkele keer komt het daadwerkelijk voor dat een eurocommissaris
hoogstpersoonlijk antwoord geeft en niet de ambtenaar. Dat merk je dan
aan de toonzetting van het antwoord. Zo kwam het een keer voor dat -toen
nog- voorzitter van de Europese Commissie Barroso persoonlijk antwoord
gaf op een vraag van een collega PVV-europarlementslid. Het was een vraag
over uitlatingen die Barroso publiekelijk had gedaan over ‘populistische
partijen’ en waarbij door de PVV zeer kritische kanttekeningen werden
geplaatst. Barroso schreef: “De Commissie is niet voornemens te reageren
op de verklaringen en opvattingen van het geachte parlementslid.” (E-
005446/2011) Hij was duidelijk in zijn wiek geschoten en de PVV had de
vinger op de zere plek gelegd. Een eurocommissaris moet, op grond van de
Rules of Procedures, antwoord geven op vragen. Doet hij dat niet of niet
voldoende dan is het hooguit mogelijk om vervolgvragen te stellen. Een
beroepsprocedure bestaat er namelijk niet voor.
De essentie eerst
Om maar direct met de belangrijkste kwestie in huis te vallen: Wat gebeurt
er als het nationaal belang en wetgeving botst met dat van de EU? Wat heeft
dan voorrang? Mijn zorg is namelijk dat voorstellen van de Commissie in
bepaalde gevallen niet verenigbaar zijn met bepalingen in een nationale
grondwet. Zo zouden bijvoorbeeld EU-voorstellen om desinformatie te
bestrijden niet verenigbaar kunnen zijn met de vrijheid van meningsuiting,
temeer omdat de grondwet van een soevereine staat erop is gericht de
burger te beschermen tegen overheidsbemoeienis en daarmee ook tegen de
bemoeienis van een supranationale overheid als de EU. De Commissie
kwam met een klapper van een antwoord op mijn vraag (E-002471-18): “In
Verklaring nummer 17 betreffende de voorrang heeft de Conferentie van de
vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten die het Verdrag van
Lissabon heeft aangenomen, gememoreerd dat volgens vaste rechtspraak
van het Hof van Justitie (…) het recht van de Unie voorrang heeft boven het
recht van de lidstaten. Uit deze rechtspraak volgt dat ‘de omstandigheid dat
een lidstaat zich beroept op bepalingen van nationaal recht, ook al zijn deze
van constitutionele aard, niet kan afdoen aan de werking van het recht van de
Unie op het grondgebied van die staat’.”
17
Lees: u kunt nationaal in wetgeving vastleggen wat u wilt, maar EU-recht
gaat boven nationaal recht. Lezen de geachte volksvertegenwoordigers in
Den Haag even mee? Nederland is hiermee verworden tot een vazalstaat
van de EU. U heeft er premier Rutte niet over gehoord? Ach.
Naast deze fundamentele kwesties stelde ik door de jaren heen ook een
aantal vragen die de werking van de Europese Commissie zelf betreffen. Dat
kon een praktische vraag zijn, maar tevens een vraag die juridische
aspecten betrof.
Een vraag die daarmee direct samenhangt, namelijk de vraag hoe de natio-
nale begroting zich verhoudt tot de Europese begroting, stelde ik naar
aanleiding van een bericht dat de Vogelbescherming een klacht ging
indienen bij de Commissie tegen lidstaat Nederland, dat volgens haar niet
wilde meebetalen aan uitvoering van een EU-Vogelrichtlijn (E-008470-16).
Hier kun je zien hoe nationale NGOs en organisaties proberen de supra-
nationale EU in te schakelen om belangen van de nationale lidstaat te
schaden. Een zeer zorgwekkende ontwikkeling. De Commissie gaf een
voorzichtig antwoord in de vorm van ‘enerzijds, anderzijds’, omdat zij
anders wellicht de betreffende nationale lidstaat tegen zich zou kunnen
krijgen. De Commissie “kan beoordelen of het EU-recht correct door de
18
lidstaten wordt uitgevoerd. Indien er voldoende aanwijzingen zijn dat de
nationale autoriteiten hun verplichtingen niet zijn nagekomen, zal de
Commissie waar nodig een onderzoek instellen. Indien de Commissie van
oordeel is dat een lidstaat zijn krachtens de EU-wetgeving op hem rustende
verplichtingen niet is nagekomen, kan zij ingevolge artikel 258 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in laatste instantie
de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.”
De Commissie zag echter ook een duidelijk ander aspect aan deze zaak,
waarmee zij voorlopig de kool en de geit spaarde: “Uiteindelijk is het echter
aan de nationale autoriteiten om te beslissen hoe zij gevolg geven aan hun
verplichtingen tot het nemen van de nodige maatregelen (…) en om in
overeenstemming met hun nationale regels de nodige middelen uit te
trekken”. Het is mijns inziens echter wachten op het moment dat de EU
tegen een lidstaat zegt: ‘Doe zoals je opgedragen wordt’.
De EU als wereldregering
Een interessante kwestie inzake de rol en reikwijdte van de Europese
Verdragen en de functie van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheids-
beleid, destijds mevrouw Ashton, speelde in februari 2017, tijdens het
debat over de inreismaatregelen van de regering van de VS. De Ameri-
kaanse president Trump besloot om een inreisverbod in te stellen voor
reizigers uit met name islamitische landen. Ashton was woedend en stelde
dat “niemand zijn rechten mag verliezen op grond van zijn geboortegrond,
geloof of etniciteit. Dit zou zijn gewaarborgd door onze grondwetten, zowel
in Europa als in Amerika”. Het terugsturen van reizigers uit de zeven in de
executive order genoemde landen zou “immoreel, onrechtvaardig en
illegaal zijn”. Tijd voor vragen! (E-000786-17)
19
de rechter beoordeelt uiteindelijk of dat correct verloopt. Ashton had dus
feitelijk helemaal niet uit haar slof mogen schieten. De Commissie voegde
echter nog een stukje aan haar antwoord toe: “Naast de vermelde wettelijke
verplichtingen wijzen de begrippen ‘onze beginselen’, ‘onze waarden en
identiteit’ en ook ‘onze belangen’ (als uitgesproken door Ashton) op het feit
dat immigratiemaatregelen potentieel spanningen vergroten en het wan-
trouwen tussen mensen en landen doen toenemen”.
Dat is EU codetaal voor: vrije immigratie is goed en als we dat gaan beper-
ken of aan voorwaarden gaan onderwerpen dan nemen de potentiele
spanningen en het wantrouwen tussen mensen en landen toe en dat
moeten we met z’n allen niet willen, toch? De PVV denkt daar duidelijk
anders over en wordt daarin bevestigd door de bijna wekelijkse aanslagen
die Europa treffen en direct te maken hebben met het voorwaardenvrije
immigratiebeleid van de EU. Belangrijk punt in deze kwestie was wel dat
bleek dat Ashton haar boekje verre te buiten was gegaan door af te geven
op het Amerikaans immigratiebeleid. Bovendien: sinds wanneer strekt de
bevoegdheid van de EU en haar regelgeving zich uit over zaken die spelen in
de Verenigde Staten?! De EU trekt op die manier een wel zeer wijde broek
aan: die van wereldregering.
20
De Commissie besloot dan ook geen concreet antwoord te geven op mijn
vragen (E-005841-17), maar schreef: “Zoals alle voorstellen van de
Commissie was ook het voorstel tot wijziging van Verordening (EU) nr.
230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot
vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede
(COM/2016/447), gebaseerd op degelijke juridische gronden. Het Europees
Parlement en de Raad waren het met de Commissie eens over de keuze van
de rechtsgrondslag en hebben het voorstel goedgekeurd”. Ofwel: alles is al
in kannen en kruinen en we hebben het prima gedaan. Gaat u maar lekker
slapen. De Commissie gaf echter geen antwoord op mijn vragen inzake de
juridisch-legitieme houdbaarheid van het besluit van die Commissie en het
Parlement. Waarom zou je dat ook doen als ‘het allemaal al geregeld is’,
toch?
Op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de Europese Unie
kunnen de Raad en het Europees Parlement als gezamenlijke wetgever
bepaalde bevoegdheid aan de Commissie delegeren. Zo kan de Commissie
met gedelegeerde handelingen nieuwe (niet essentiële) regels toegevoegen
aan een wetgevende handeling. Daarnaast kunnen op grond van artikel 352
zogenaamde agentschappen worden opgericht om de EU-instellingen te
helpen bij de uitvoering van haar beleid. Al deze gedelegeerde handelingen
en beleidsbeslissingen van die Europese agentschappen onttrekken zich
echter steeds meer aan de democratische controle van de nationale parle-
menten. Een ongewenste en uiterst zorgwekkende ontwikkeling. Daarom
stelde ik de vraag (E-007332-17) of deze ontwikkeling wel van belang is en
of het bewust beleid is van de Commissie om steeds meer gedelegeerde
handelingen en beleidsbeslissingen door agentschappen in te zetten.
21
vullen. De agentschappen kunnen worden belast met bepaalde taken in het
kader van het EU-beleid, maar beschikken niet over een ruime beoor-
delingsmarge die de eigenlijke vorming van beleid behelst. De EU-
agentschappen kunnen geen algemene regelgevende maatregelen of
beleidsbeslissingen vaststellen. Zij leggen verantwoording af aan het
Europees Parlement en de Raad, met name in het kader van de begrotings-
en kwijtingsprocedure”. Kortom: geen zorgen, meneer Zijlstra. Alles is
keurig geregeld in punten en komma’s en het valt best mee. De nationale
parlementsleden kunnen altijd ons prachtige ‘Interinstitutioneel Register
van Gedelegeerde Handelingen’ raadplegen. Doen we niet geheimzinnig
over!
22
juiste aanpak is om te komen tot betere wetgeving en om iets te doen aan
het geringe vertrouwen van de Europese burgers in de EU-instellingen? En
kan de Commissie aangeven hoeveel gemotiveerde adviezen nodig zijn
alvorens zij besluit haar voorstel te wijzigen of in te trekken? Ik geef toe:
enig cynisme kon mij niet verweten worden.
In gewone mensen taal betekent dit: ‘Wij van WC Eend hebben diepgaand,
zorgvuldig en grondig alles onderzocht en adviseren WC Eend’. En wat u
ervan vindt kan ons niets schelen, want wij vinden ons voorstel in overeen-
stemming met van alles en nog wat. U vindt ook wat en daarvan hebben wij
kennis genomen’. Over hautain gedrag gesproken. De EU blinkt erin uit.
Regels? Verdragen? Procedures? Lak aan! Wij bepalen wat goed voor u is.
Dat Nederland dit EU-gedrag politiek én beleidsmatig nog accepteert in
onbegrijpelijk. Maar het antwoord van de Commissie is nog niet klaar. De
uitsmijter: “Overeenkomstig artikel 8 van Protocol nummer 2 is het Hof van
Justitie bevoegd voor schendingen van het subsidiariteitsbeginsel door een
wetgevingshandeling”. Kort samengevat: als u het als lidstaat niet eens bent
met deze bewuste schending van uw nationale bevoegdheden dan stapt u
maar naar de Europese rechter. Die overigens ook deel uitmaakt van die-
zelfde EU (let op: hoog WC Eend gehalte), maar dat terzijde.
23
Overigens is bij elk nieuw voorstel van de EU een zogenaamde effecten-
analyse verplicht, die aangeeft wat de kosten en gevolgen van nieuwe wet-
en regelgeving zijn. Het zal u niet verbazen dat de Europese Commissie zo’n
verplichte effecten-analyse steeds meer achterwege laat.
Politieke Commissie
Eigenlijk zou de Commissie zo neutraal mogelijk moeten zijn in haar werk-
zaamheden, maar in de praktijk is zij dat bepaald niet. Zo speelde zeer
onlangs de kwestie van benoeming van de heer Selmayr tot hoogste
ambtenaar in de Commissie (secretaris generaal). Commissievoorzitter
Juncker bleek zich hoogstpersoonlijk met die benoeming te hebben be-
moeid. Daar kwamen dus vragen van! (E-001539-18) In de vragen wees ik
op het feit dat Commissievoorzitter Juncker zijn commissie meermaals als
‘politiek’ betitelde. Kon de Commissie dan ook bevestigen dat de benoeming
van de heer Selmayr als een politieke benoeming kan worden beschouwd en
dat dat in lijn is met de opvatting van voorzitter Juncker? En kan de Com-
missie aangeven tot welk niveau binnen de Commissie, ambtenaren op
grond van hun politieke affiniteit (kunnen) worden benoemd? Het ant-
woord was helaas als verwacht. Nee, er bestonden geen ‘politieke rollen en
politieke benoemingen’ in de Commissie: “alle personeelsleden van de
Commissie zijn in hun dagelijkse werkzaamheden onderworpen aan
dezelfde regels en strenge deontologische normen die eisen dat zij
onafhankelijk en in het belang van de Unie handelen.” De Commissie
garandeerde dat “de aanwerving erop gericht dient te zijn de instelling de
medewerking te verzekeren van ambtenaren die uit een oogpunt van
bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste
eisen voldoen”.
24
2. Europese waarden
Op papier lijkt het qua waarden met die EU wel aardig goed te zitten.
Bovenstaand artikel 2 brengt het met ronkende woorden tot uitdruk-
king. In de praktijk blijken daarbij de nodige kanttekeningen te plaatsen.
Kritische met name, omdat de EU zich niet aan haar eigen boekje houdt
en dat heeft schadelijke en regelmatig ook schandelijke effecten.
25
artikel 2. Iets waarvan Polen en Hongarije zich nu maar al te bewust zijn,
want zij zijn getroffen door de toorn van de Europese Commissie, juist
vanwege het niet meer voldoen aan deze veelgeroemde en door de EU
benadrukte Europese Waarden.
Vooral de linkse politiek heeft de mond vol van die Europese Waarden,
met name omdat populisten schijnen te lijden aan de ontkenning ervan.
Maar wat staat er nu precies in artikel 2? Tot de verkiezingen van 2014
had ik een uitzonderlijk slimme juriste in dienst die mij ook hier wist te
vertellen dat ‘er niet staat wat er staat’. Geen enkel begrip in artikel 2 kent
een definitie. Als die er wel was voldeed geen enkel land er aan. Definieer
bijvoorbeeld eens wanneer er nog sprake is van een democratie. Neder-
land heeft een grondwet waar je geen beroep op kunt doen en negeert
alle referenda. Is dát wel democratisch? En wat is dat: ‘menselijke waar-
digheid’? Ben je dan voor of tegen kledingvoorschriften en euthanasie?
En wat is gelijkheid van mannen en vrouwen? Dat moet toch betekenen
dat het voortrekken van de één of de ander niet mag? Ik controleerde dat
met een vraag (E-005930-17) aan de Europese Commissie: ‘Non-
discriminatie en gelijkheid van vrouwen, houdt dat in dat een voorkeurs-
beleid voor vrouwen helemaal niet mag, juist verplicht is of mag je zelf
kiezen?’ Zeker dat laatste zou betekenen dat het een dode letter is.
De Europese Commissie koos hier een leuke positie. Ze legde niet uit
waarom het principieel voor of tegen moet zijn, maar stelde domweg dat
“de aangenomen Europese wetgeving voortrekken steunt en dat dat dus
de correct redenering is”. Dat is echter een cirkelredenering, geen argu-
ment. Zo wordt het ook steeds moeilijker om frisse ideeën of oprecht
kritische vragen te verwerken, want ‘de correcte redenering’ ligt door-
gaans al vast.
Antisemitisme
Een zeer pregnant voorbeeld bestaat in een joodse passagier die op een
vlucht van Kuwait Airlines werd geweigerd. De vlucht vertrok van een
Duitse luchthaven en viel op dat moment onder Verordening (EG) nr.
261/2004(1) en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Euro-
pese Unie inzake het begrip „instapweigering”. Dat Hof is van mening dat
er sprake is van instapweigering wanneer passagiers het instappen
wordt geweigerd omdat het grondpersoneel een fout heeft gemaakt bij
26
de controle van hun reisdocumenten (met inbegrip van visa). De Duitse
rechtbank oordeelde dat Kuwait Airways een Israëlische passagier
mocht weigeren te vervoeren vanwege zijn nationaliteit. De rechter zei
dat de luchtvaartmaatschappij slechts de wetten van Koeweit respec-
teerde. Koeweit erkent de staat Israël niet. De rechtbank redeneerde dat
de Duitse antidiscriminatiewet alleen discriminatie op grond van ras,
etnische achtergrond of religie betreft en niet van staatsburgerschap. Ik
vond de uitspraak van de Duitse rechter volstrekt onaanvaardbaar. Een
luchtvaartmaatschappij die discriminatie en antisemitisme beoefent
door te weigeren Israëlische passagiers te laten meevliegen, zou niet
mogen opstijgen of landen binnen de EU. Vandaar mijn vraag (E-007120-
17) of “de Commissie van oordeel is dat binnen de EU een passagier mag
worden geweigerd door een vliegmaatschappij op grond van zijn
Israëlische staatsburgerschap?” De Commissie met haar mond vol over
‘waarden en eerbiediging van de mensenrechten’ gaf niet thuis. Zij for-
muleerde een technisch antwoord in plaats van de gelegenheid aangrij-
pen om een duidelijk standpunt in te nemen op grond van haar eigen
Verdrag. Zij schreef: “Op basis van de beschikbare informatie is niet
duidelijk of dit het geval was. De Commissie kan geen commentaar
leveren op individuele uitspraken van nationale rechtbanken”.
27
lukraak in de gevangenis gooien, minderheden onderdrukken, oorlogen
voeren in buurlanden… het kan allemaal.
28
minatie, die nogal eens voorkomt in personeelsadvertenties, toegestaan?
Er komt een antwoord met twee interessante aspecten. Het eerste aspect
is dit: “Er bestaat geen wettelijke verplichting tot positieve actie op grond
van EU-wetgeving en de grenzen dienaangaande zijn door het Europees
Hof van Justitie toegelicht”. Dat betekent dat positieve disriminatie
‘omdat het van Europa mag’ een kulargument blijkt te zijn. Een tweede
interessant aspect is dat de EU het gelijkheidsprincipe tussen man en
vrouw opzij schuift zodra er details spelen die haar politiek gezien van
pas komen. Het valt niet zo snel op in globale lezing, maar let op de be-
woording: “Het gelijkheidsbeginsel staat bijvoorbeeld niet in de weg aan
bepalingen die rekening houden met het geslacht als een kwetsbare
factor op bepaalde beleidsterreinen. Te denken valt aan op geslacht afge-
stemde hulp aan slachtoffers van misdrijven of aan vrouwen en meisjes
in asielzaken”. Dat houdt concreet bijvoorbeeld in dat de IND bij voor-
keur vrouwelijke medewerkers moet inzetten om vrouwelijke migranten
te ondervragen. Of islamitische mannen die in een ziekenhuis eisen dat
alleen een vrouw hun echtgenote of dochter behandelen. Dan is de
gelijkwaardigheid tussen man en vrouw opeens ver te zoeken. De Euro-
pese waarden worden dan wel erg geschonden. Als over dit specifieke
onderwerp al geen duidelijke inkadering bestaat, waarover dan wél?
Kwestie Catalonië
De vrijheid van volkeren en mensenrechten van nationale politici op
Europees grondgebied zijn bepaald niet in goede handen bij de EU. Zo
blijkt overduidelijk uit de opstelling in de kwestie zelfstandigheid van
Catalonië. (E-006915-17) Het overnemen van de Catalaanse autonomie
door de Spaanse regering op grond van artikel 155 van de Spaanse
grondwet werd gesteund door de Europese Unie. Bij monde van haar
vicevoorzitter Timmermans verklaarde de Commissie ‘dat het funda-
menteel is dat de Spaanse grondwet wordt gerespecteerd’. Overname
van de Catalaanse autonomie door Spanje wordt echter niet gesteund
door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) aan wiens
uitspraken de instellingen van de EU bij verdrag zijn gebonden. Het
EHRM is van mening dat uittreding van een gebiedsdeel van een lidstaat
legitiem is, ook al is dat in de grondwet van dat land niet voorzien. Er zijn
wel twee voorwaarden aan uittreding verbonden: men moet bij uit-
29
treding democratische middelen gebruiken, dus geen geweld, en het
maatschappijmodel dat men nastreeft moet democratisch zijn.
Het EHRM sprak zich tevens verschillende keren uit over een afschei-
dingsbeweging in Bulgarije, de ‘United Macedonian Organisation Ilinden-
Pirin’. Daarover zegt het hof zeer duidelijk dat streven naar autonomie of
onafhankelijkheid op zich niet in strijd is met de democratische begin-
selen. Catalonië streeft, op grond van voorwaarden van het EHRM, dus
keurig legaal naar afscheiding van Spanje. Ik vroeg de Commissie dan
ook om haar mening inzake Catalonië en haar wens tot afscheiding. De
Commissie gaf zoals zo vaak niet thuis in dit explosieve dossier. Ze zocht
haar heil in algemene bewoordingen: “De Commissie is, zoals zij heeft
verklaard, van mening dat, afgezien van de zuiver juridische aspecten
van deze zaak, deze tijd vraagt om eenheid en stabiliteit, niet om pola-
risatie en versnippering. In diezelfde verklaring heeft de Commissie alle
betrokken partijen opgeroepen om zeer snel af te zien van confrontatie
en over te gaan tot dialoog”. De opstelling van de EU in een nog veel
gevoeliger dossier, namelijk Oekraïene, laat een geheel andere, activis-
tischer, opstelling zien van de EU. Nogmaals: zolang ontwikkelingen in
het straatje van de EU passen steunt men van harte, maar grotere poli-
tieke belangen bepalen mede de opstelling van de EU. Dat zien we dus in
dit specifieke geval van Catalonië ook. Zijn daarbij de ‘waarden van de
EU’ in het geding? Zeker.
30
kend dat de Spaanse rechter opdracht had gegeven om beslag te leggen
op het huis van de Catalaanse oud-premier Artur Mas. Ik vroeg de
Commissie (E-007677-17) of zij “een oordeel had over de kiezers die
hun stem hebben uitgebracht bij het referendum” en of “de Commissie
van mening is dat een dergelijke mogelijke vervolging van kiezers in
overeenstemming kan zijn met de Europese waarden?” Een uitgelezen
kans voor de Commissie om haar vermeende gehechtheid aan de
‘Europese waarden’ daadwerkelijk en zeer concreet tot uitdrukking te
brengen. De Commissie koos echter het hazepad en liet in haar bewoor-
ding de ‘Europese waarden’ vallen als een baksteen: “De Commissie is,
zoals zij op 2 oktober 2017 publiekelijk heeft verklaard, van mening dat,
afgezien van de zuiver juridische aspecten van deze zaak, deze tijd
vraagt om eenheid en stabiliteit, niet om polarisatie en versnippering. In
diezelfde verklaring heeft de Commissie alle betrokken partijen opgeroe-
pen om zeer snel af te zien van confrontatie en over te gaan tot dialoog.
Op 11 oktober 2017 heeft de Commissie nogmaals opgeroepen tot
volledige eerbiediging van de Spaanse grondwettelijke orde en haar
vertrouwen uitgesproken in de Spaanse instellingen en alle politieke
krachten die streven naar een oplossing binnen het kader van de
Spaanse grondwet”.
De Commissie schoot in de Pavlov-stand. Zij zag mijn vragen niet als een
schot voor open doel om Spanje eens fijntjes te wijzen op haar democra-
tische rechten én plichten als lidstaat van de EU, maar verschool zich
achter technisch gebrabbel. “Er bestaan geen EU-regels met betrekking
31
tot (voorlopige) hechtenis. Het dagelijks functioneren van het nationale
rechtsstelsel, waaronder de toepassing van vrijheidsberovende maat-
regelen door nationale rechters, valt derhalve onder de verantwoorde-
lijkheid van de lidstaten. De Commissie kan op dit gebied niet interve-
niëren”.
32
vragen beantwoorden: Kan de Commissie mij haar interpretatie uiteen-
zetten van artikel 10 (Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst) en
artikel 11 (Vrijheid van meningsuiting en van informatie) van het Hand-
vest van de grondrechten? En dan met name: onder welke omstandig-
heden worden de in artikel 10 genoemde vrijheden beïnvloed door
iemands leeftijd? Hebben kinderen bijvoorbeeld de vrijheid om hun
eigen godsdienst te kiezen? Is de vrijheid om van godsdienst of overtui-
ging te veranderen gekoppeld aan iemands leeftijd? En welke beper-
kingen gelden er voor de vrijheid van meningsuiting en van informatie,
uitgaande van de leeftijd van de betrokkene?
Deze vragen hadden alles te maken met een kwestie die speelde in
Spanje, waar kinderen van Marokkaanse afkomst ter adoptie werden
gesteld. De Marokkaanse overheid wilde dat de kinderen een islami-
tische opvoeding zouden krijgen en bedong dat de Spaanse wet verplicht
stelde dat deze kinderen moslim moesten blijven. Een gegeven dat in
flagrante strijd is met de Spaanse grondwet en met het EU-acquis. De
kinderen hadden zelf dus geen enkele keuzevrijheid om al dan niet de
islam te verlaten. Bovendien wilde ik weten waarom Spanje en de Euro-
pese Commissie zo dom waren om voor de islam en tegen godsdienst-
vrijheid te kiezen. Die vrijheid was en is toch een fundamentele pilaar
onder onze westerse, democratische verworvenheden?
33
Dat noemen we ‘zoek het zelf maar lekker uit’. Reding vervolgde: “De
Commissie hecht groot belang aan de vrijheid van godsdienst. Dat recht
omvat tevens de vrijheid om van godsdienst en overtuiging te verande-
ren en het recht op agnosticisme. De Commissie bevindt zich echter niet
in de positie om algemene opmerkingen te geven over de interpretatie
van de rechten, in het bijzonder wanneer er geen verband lijkt te zijn
met de EU-wetgeving.” Kortom: je mag binnen de EU overstappen van
islam naar christendom of iedere willekeurige overtuiging overboord
zetten, maar daarover gaan wij geen mening geven. Laat staan dat wij die
unieke verworven vrijheid in het Westen gaan onderstrepen.
34
niet tot een rechtsgang over te gaan, betekent dit dan dat commissaris
Timmermans zijn beschuldiging van belediging ten aanzien van minister
Hunt intrekt?
35
3. Buitenlandse betrekkingen
36
staf aan het werk. De EEAS is tot nu toe in staat gebleken om elke ge-
plande begroting te overschrijden, terwijl vanaf het begin aan de lid-
staten beloofd werd dat het alleen maar financiële winst zou opleveren
door sluiting van de nationale representaties. Het bleek een prachtig
sprookje, zoals de EU er vele kent.
De EU omvat het grondgebied van de lidstaten. Zij kent het Verdrag be-
treffende de Europese Unie dat tezamen met het Verdrag betreffende de
Werking van de Europese Unie gezien kan worden als de EU grondwet.
Zij kent eigen wetgevende, controlerende en rechterlijke instituties en
kan zelfstandig internationale onderhandelingen voeren. De EU heeft
aangegeven een eigen defensie en veiligheidstaak te willen uitvoeren en
te streven naar een eigen belastingruimte. Uit deze elementen conclu-
deerde ik dat de EU dan wel ‘nog’ geen staat is maar de ambitie heeft er
één te worden en daarmee een volwaardig lid van de internationale
gremia zoals het IMF en de Verenigde Naties. Vandaar de vraag aan de
Commissie (E-000172-18) wat een lidmaatschap van die gremia door de
EU nog in de weg staat en of de Commissie een tijdspad voor ogen had
waarbinnen een volwaardig lidmaatschap van die gremia kon worden
gerealiseerd? Met andere woorden: hoever was de EU met de uitholling
van het buitenlandbeleid van de nationale lidstaten?
37
om geleidelijk een gezamenlijke vertegenwoordiging van de eurozone in
het Internationaal Monetair Fonds tot stand te brengen.”
38
geünificeerde vertegenwoordiging van de eurozone in het IMF op basis
van het voorstel van de Commissie van 2015”.
39
militaire vermogens van de lidstaten worden versterkt, wordt onder-
steund door het krachtens artikel 45 van het Verdrag betreffende de
Europese Unie opgerichte Europees Defensieagentschap. In juni 2017
lanceerde de Commissie het Europees Defensiefonds, bestaande uit een
onderzoeksonderdeel en een vermogensonderdeel. In het kader van het
onderzoeksonderdeel biedt de EU via de voorbereidende actie inzake
defensieonderzoek financiering voor gezamenlijk onderzoek op het
gebied van defensie. In het kader van het vermogensonderdeel zal de EU
nationale financiering voor gezamenlijke defensieontwikkelings-
projecten aanvullen. Hiertoe stelt de Commissie een verordening voor
tot instelling van een industrieel ontwikkelingsprogramma voor de
Europese defensie, met een begroting van 500 miljoen EUR voor de
periode 2019-2020. Voor het meerjarig financieel kader voor 2021-2027
heeft de Commissie voorgesteld in totaal 13 miljard euro te reserveren
voor het Europees Defensiefonds, waarmee gezamenlijke defensie-
projecten dus ondersteund zullen worden. Binnen de perken van de
Verdragen is het in beginsel toegestaan acties op het gebied van onder-
zoek, ontwikkeling en innovatie in alle economische sectoren te financie-
ren uit de EU-begroting. In de defensiesector gebeurt dit nu voor het
eerst in het kader van het Europees Defensiefonds”.
40
tijdens een door (vroegere) vijanden gestarte oorlog. Er wordt gebruik
gemaakt van uitermate selectief woordgebruik en verontwaardiging.
Gelden voor bijvoorbeeld de Westelijke Sahara dezelfde regels? Dat
wordt sinds geruime tijd bezet gehouden door Marokko en daarom ook
stemde de PVV mede tegen een handelsverdrag met dat land. Voor Israël
worden kennelijk afwijkende regels gehanteerd. Een label ‘afkomstig uit
door Israël bezet gebied’ is geen enkel probleem, terwijl al jaren wordt
gesteggeld over een ‘halal’ label op vlees.
41
De Commissie had opnieuw geen zin in een reactie. Zij schreef kort: “Er
zijn geen EU-middelen gebruikt om vrijgelaten Palestijnse gevangenen te
betalen. De Commissie meent dat deze procedures robuust zijn. Aange-
zien er geen EU-middelen worden gebruikt voor toewijzingen aan voor-
malige gevangenen, heeft de Commissie geen standpunt ingenomen over
deze kwestie”. Dat was een gemakkelijk antwoord, toch?
42
Palestijnse Autoriteit (PA). Ik stelde daar vragen over (E-000613-14). Of
de Commissie hier een mening over had?
43
zeggend. Om maar te zwijgen over de veelgeroemde ‘Europese waarden’
van democratie, mensenrechten en veiligheid.
Dan hebben we het nog niet eens over het feit dat de Palestijnen ook
eigen mensen op gruwelijke wijze ter dood brengen zodra bekend wordt
dat zij bijvoorbeeld vriendschappelijk tegenover Israël staan. Het kwam
voor dat Palestijnen werden opgehangen zonder enige vorm van proces.
De ‘EU veroordeelde het’, aldus hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter
Ashton namens de Commissie (E-003688/2012). ‘De feitelijke autori-
teiten in Gaza mogen geen gevangenen meer terechtstellen’, zo schreef
de EU in een verklaring. Maar wat doet zij er in de dagelijkse praktijk
dan aan, met name om dit te voorkomen? En is dit soort gedrag geen
aanleiding om de financiële steun aan de Palestijnen op z’n minst per
direct op te schorten? Zo niet, wat dan nog wél?
44
Het Midden-Oosten: Turkije en Saoedie-Arabië
Turkije staat al sinds het jaar 1987 formeel in de wachtkamer om lid te
mogen worden van de EU. Dat had uiteraard nooit toegezegd moeten
worden, maar de EU voelt zich niet gehinderd door enige waarschuwing.
Vandaag de dag is de relatie tussen de EU en Turkije dan wel enigszins
bekoeld, gezien de recente ontwikkelingen richting een dictatuur in dat
land, maar de band is nog steeds niet geheel doorgesneden. Reeds decen-
nialang gaan ettelijke honderden miljoenen per jaar richting Turkije in
de vorm van ‘pre toetredingssteun’. Dat zou het land klaar moeten
maken voor het Europees ‘acquis’; een bundeling van voorwaarden en
regulaties waaraan een land moet voldoen voor het lid kan worden. Tot
nu toe zijn slechts enkele onbelangrijke ‘hoofdstukken’ geopend en het
ziet er –gelukkig- niet naar uit dat voorlopig nieuwe hoofdstukken
worden geopend in de onderhandelingen.
Wat de situatie extra saillant maakt is dat Turkije een sleutelrol vervult
tussen het Midden-Oosten en Europa. Veel vluchtelingen die met name
oorlogsgebied Syrie ontvluchtten deden dat via Turkije, op weg naar het
rijke en veilige Westen. Europa kon die plotselinge toevloed van vluchte-
lingen echter niet aan. Op diverse Europese toppen werd het plan
bedacht om Turkije een hoop geld te geven, in ruil voor opvang –lees:
tegenhouden- van de vluchtelingen. Erdogan rook zijn kans. Hij wilde
best meehelpen aan die ‘opvang’, maar daar moest natuurlijk wel wat
tegenover staan. Naast die hoop geld wilde hij ook visumvrij reizen van
Turken naar Europa; iets dat hij tijdens zijn verkiezingscampagne had
beloofd. Hij kreeg zijn zin. In 2016 werd bepaald (E-001227/2016ASW)
dat Erdogan 1,5 miljard per jaar zou krijgen om “te voorzien in de be-
hoeften van de vluchtelingen en de gastgemeenschappen”.
In juni 2018 bracht een delegatie van de Tweede Kamer een bezoek aan
het land Saoedie-Arabië; een land dat nota bene de overgang van islam
45
naar christendom en het openen van kerken verbiedt. De Nederlandse
delegatieleider, Joël Voordewind van de ChristenUnie, stelde dat ‘de
handelsrelatie tussen Nederland en Saoedi-Arabië sterk is. Alle grote
Nederlandse bedrijven zijn daar gevestigd. Shell werkt daarbij intensief
samen met de nationale oliemaatschappij’. Verder merkte hij op dat hij
zich tijdens het bezoek kritisch uitliet over de mensenrechtensituatie
aldaar en dat serieus naar hem werd geluisterd. Ik was benieuwd hoe de
EU tegenover dit land en haar schending van mensenrechten stond en
daar kwamen dus vragen van (E-003034/2018/rev.1): Ook de EU
onderhoudt vriendschappelijke relaties met Saoedi-Arabië. Hoe be-
oordeelt de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse
Zaken en Veiligheidsbeleid de mensenrechtensituatie in dat land? Tot
welke concrete maatregelen van de Europese Unie hebben de flagrante
mensenrechtenschendingen in Saoedi-Arabië geleid en hoe worden die
toegepast? Luistert Saoedi-Arabië naar de commentaren van de Hoge
Vertegenwoordiger van de Unie en zo ja waaruit blijkt dat in concreto?
46
nodig is haar zorg kenbaar maken via de passende diplomatieke kanalen
en door alle mogelijkheden te verkennen om tot constructieve oplos-
singen te komen.”
Het was niet de enige keer dat ik vragen stelde over Saoedie-Arabië en
haar onderdanen. In februari 2018 kwam de NOS met het bericht dat
jaarlijks ongeveer 60.000 toeristen uit de golfstaten de stad Sarajevo op
de Balkan bezoeken. Nu zult u denken: wat moet een EP-lid met die
informatie? Wel, ongeveer een kwart van die ‘toeristen’ kocht er een
stuk land of een huis. Veel Arabieren bouwden er tevens appartementen-
complexen, die zij vervolgens exclusief aan andere Arabieren verkochten.
Bosniërs mogen er alleen komen als zij er als personeel werken. Bij de
toetreding van Polen tot de EU heeft Eurocommissaris Verheugen echter
bepaald dat de Polen niet mochten verhinderen dat Duitsers vastgoed in
Polen kochten. Essentieel daarbij was het punt dat er geen onderscheid
mocht worden gemaakt op basis van nationaliteit bij de aan- en verkoop
van vastgoed. Exclusieve verkoop aan een specifieke nationale groep
kopers mag dus niet.
47
interne-markt gerelateerde aspect aan deze zaak speelde nog iets
anders: deze toestroom van Arabieren kon volgens Duraković leiden tot
radicalisering van Bosniërs, omdat Bosnische moslims een andere
geloofsbeleving hebben dan Arabische moslims. Mijn vragen aan de
Europese Commissie (E-006562/2017): Is de Commissie van mening dat
de exclusieve verkoop van vastgoed aan bepaalde bevolkingsgroepen
binnen een kandidaat-lidstaat strookt met de Europese waarden? Welke
sancties overweegt de Commissie te treffen tegen Bosnië-Herzegovina
wegens discriminatie op de woningmarkt in en rond Sarajevo, mede ge-
zien het eerdere standpunt van Commissaris Verheugen? Onderschrijft
de Commissie het door Duraković gesignaliseerde gevaar van radicali-
sering van Bosnische moslims als gevolg van de massale toestroom van
Arabieren uit de Golfstaten?
48
den dat de toename van het aantal bezoekers verband houdt met toeris-
me en daaraan gerelateerde zakelijke activiteiten. Bosnië en Herzegovi-
na is, net als de hele Westelijke Balkan, een prioritaire partner voor de
EU bij de bestrijding van radicalisering en gewelddadig extremisme.
Deze kwestie wordt nauwlettend gevolgd, met name via structuren van
de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst en tegen de achtergrond van
de voorbereiding van het advies van de Commissie over het verzoek van
Bosnië en Herzegovina om toetreding tot de Europese Unie.”
Deze zaken verontrusten allemaal, op z’n zachtst gezegd. Het is echter bij
uitstek tekenend voor het optreden van de Commissie: veel woorden,
weinig daden en als het ook maar een beetje moeilijk wordt de aandacht
afleiden van de oorspronkelijke vragen door ‘antwoord’ te geven op
zaken die helemaal niet zijn gevraagd. Het is allemaal onderdeel van de
techniek die de EU toepast. De vragen die de PVV stelt dienen dan ook
om dat aan te tonen.
49
Daar sta je dan voor het eerst in zo’n grote vergaderzaal…
de stem van je kiezers vertegenwoordigend. Een voorrecht!
50
Ook in het Europees Parlement zelf gewoon tussen alle mensen…
51
4. De interne markt
“De Unie brengt een interne markt tot stand. (…) De Unie bevordert de
economische, sociale en territoriale samenhang, en de solidariteit tussen
de lidstaten. De Unie eerbiedigt haar rijke verscheidenheid van cultuur en
taal en ziet toe op de instandhouding en de ontwikkeling van het Europees
culturele erfgoed.”
- Artikel 3.3, Verdrag betreffende de Europese Unie
52
mocht echter niet hardop gezegd worden, hoewel met name de inter-
nationale transportsector het hart vasthield. Ik stelde de Commissie de
vraag (E-002125-16) of zij voorstander is van het gegeven dat Oosteu-
ropeanen in Nederland aan het werk gaan. Dat bleek zij inderdaad.
Overigens niet geheel onverwacht.
53
de Commissie. Kennelijk mogen regels en voorschriften van de EU wor-
den opgeschort ‘onder bepaalde voorwaarden’. Goed om te onthouden!
“De Commissie erkent dat, gezien de uitzonderlijke situatie in Cyprus en
het aanzienlijke risico op een oncontroleerbare uitstroom van deposi-
to's, dergelijke tijdelijke beperkingen op kapitaalbewegingen gerecht-
vaardigd waren om redenen van groot openbaar belang teneinde een
instorting van het financiële stelsel van Cyprus te voorkomen. Als
hoedster van het Verdrag, volgt de Commissie deze op EU-niveau onge-
kende situatie op de voet en zal zij erop aandringen dat de looptijd van
deze maatregelen niet langer is dan nodig en dat de maatregelen geleide-
lijk aan worden versoepeld en opgeheven teneinde het vrije verkeer van
kapitaal zo snel mogelijk te herstellen”. Dat klonk aannemelijk en rede-
lijk, maar de kwestie Cyprus was bepaald nog niet voorbij.
Mijn vragen (E-004041-13): Is de Commissie het met mij eens dat, aan-
gezien belangrijke gegevens en informatie met betrekking tot transacties
van de Bank of Cyprus ontbreken, de centrale bank van Cyprus haar toe-
zichthoudende taken niet naar behoren heeft uitgevoerd? En is de Com-
missie van oordeel dat de centrale bank van Cyprus zich naar behoren
aan haar verplichtingen als lid van het eurosysteem heeft gehouden? De
54
Europese Commissie antwoordde dat zij “erop vertrouwt dat juridische
onregelmatigheden met betrekking tot kapitaalbewegingen, indien deze
door de betrokken partijen worden gesignaleerd, door de bevoegde
rechterlijke organen grondig worden onderzocht”. Oud-president van de
VS Ronald Reagan zei eens: ‘Vertrouw, maar check altijd’ (Trust, but
verify). Wat had hij gelijk.
55
De Commissie gaf geen krimp, want als zij dat wel had gedaan had zij
moeten toegeven dat zij tegen de eigen regels van de interne markt in
was gegaan. Dat nooit en dus kwam dit antwoord: “In haar nota van
wijzigingen nummer 1 bij het ontwerp van algemene begroting 2014 van
18 september 2013 stelt de Commissie voor om Cyprus in 2014 een
extra bedrag van 100 miljoen euro in lopende prijzen toe te wijzen uit de
structuurfondsen. Hiermee geeft de Commissie gevolg aan een verzoek
van de Europese Raad, die heeft besloten dat aanvullende bijstand moet
worden verleend aan Cyprus. (…) Het bedrag van 100 miljoen euro wordt
uitgetrokken naast de oorspronkelijke toewijzing voor Cyprus uit de
structuurfondsen, precies zoals in het geval van alle andere extra toewij-
zingen voor andere lidstaten in de conclusies van de Europese Raad van
februari betreffende het MFK. Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld
volgens de voorschriften inzake de structuurfondsen en dus in overeen-
stemming met de doelstellingen in artikel 174 van het Verdrag betref-
fende de werking van de Europese Unie”.
Een lang antwoord over veel geld. Cyprus werd dus gewoon gesteund
tijdens de bankencrisis door extra geld vanuit EU-fondsen. Dat is in feite
te vergelijken met overheidssteun en dat is in flagrante strijd met de
regels van de interne markt. Bovendien gaat het bewuste artikel 174 van
het VWEU over speciale steun voor ‘minst begunstigde regio’s… met
ernstige en permanente natuurlijke of demografische belemmeringen’
en heeft dus precies niets te maken met het flexibiliteitsinstrument. Dat
artikel mag zeker niet als lapmiddel misbruikt worden om een banken-
crisis op te lossen! Maar bij de EU zijn alle middelen toegestaan, zelfs als
dat betekent dat je je eigen regelgeving opblaast.
56
eens vragen aan de Ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken
over het Parex-schandaal (ingezonden 17 juni 2014). De Commissie was
echter furieus over de berichtgeving: “Het artikel waarvan sprake uit on-
gefundeerde beschuldigingen over de mogelijk controversiële oorsprong
van de deposito's bij Parex en over overeenkomsten tussen de EBWO,
het IMF, de EC en Letland. De Commissie geeft geen commentaar op
dergelijke volstrekt ongefundeerde beweringen”. ‘Ongefundeerd’, maar
geen commentaar willen geven. Aha. Sterk!
57
Brabant besloten de staten het voorstel 39/17A in te dienen. Daarin
werd voorgesteld een zogenaamd stalderingsloket in te stellen, met een
monopoliepositie. Doel van dat loket was om de omvang en regionale
spreiding van de veestapel in Noord-Brabant te reguleren en zo het
mestoverschot te kunnen beheersen. Dat op zich is al enigszins dubieus,
maar de Staten gingen nog verder in hun voorstel. Door middel van stal-
dering kon de provincie besluiten welke ondernemers hun veebedrijf
zouden mogen uitbreiden en welke niet. Aan het stalderingsloket werd
‘flankerend beleid’ gekoppeld, waaronder een Fonds Transitie Veehou-
derij Brabant. Dat fonds verstrekte kapitaal aan individuele veehouders.
Staldering werd daarmee mijns inziens een direct instrument in handen
van de lokale overheid om in te grijpen in het vrije ondernemerschap
van veeboeren. U begrijpt: vragen! (E-004184-17) Wat is het standpunt
van de Commissie ten aanzien van het stalderingsloket? Hoe verhoudt
het provinciale stalderingsloket zich tot de vrije concurrentie binnen de
eengemaakte markt? Is de Commissie met mij van mening dat, door de
koppeling van flankerend beleid (overheidsfinanciering) en het gemono-
poliseerde stalderingsloket, sprake is van ontoelaatbare staatssteun aan
sommige veeboeren?
De Commissie kwam met een vaag antwoord, in de trant van ‘we houden
het in de gaten!’: “Wat de eerste twee vragen betreft, wil de Commissie
beklemtonen dat zij waakzaam blijft voor concurrentieverstorende
gedragingen op alle niveaus van de leveringsketen. Lidstaten kunnen
echter wel overheidsbedrijven oprichten of bedrijven bijzondere of uit-
sluitende rechten verlenen. Voorwaarde is wel dat door deze rechten
geen maatregelen worden ingevoerd of in stand gehouden die strijdig
zijn met de Verdragsvoorschriften, dus ook die op mededingingsgebied.
De informatie die beschikbaar is, wijst momenteel niet op een inbreuk
op de mededingingsregels. Mocht er in een later stadium bewijs komen
voor inbreuken, dan zal de Commissie deze specifieke zaak onderzoeken.
Wat de derde vraag betreft, stipt de Commissie aan dat zij op basis van
de beschikbare informatie geen conclusies kan trekken over de vraag of
er al dan niet sprake is van staatssteun. Momenteel loopt er in deze zaak
nog geen staatssteunonderzoek. Ingeval een maatregel staatssteun
vormt in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie, zijn lidstaten verplicht alle nieuw toege-
58
kende steun aan te melden. Deze verplichting geldt niet voor steun die is
vrijgesteld op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening
(AGVV), Verordening (EU) nr. 651/2014, gewijzigd bij Verordening (EU)
2017/1084 van de Commissie, of op grond van de vrijstellingsverorde-
ning voor steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelands-
gebieden (LVV), Verordening (EU) nr. 702/2014). Ook steun voor een
beperkt bedrag die de mededinging en het handelsverkeer niet kan ver-
storen (zgn. de-minimissteun), hoeft niet vooraf te worden aangemeld”.
Bent u er nog? De Commissie zag nog geen probleem, maar wilde niet
uitsluiten dat dit er alsnog kon komen. Nieuwe informatie was wel dat
‘lidstaten overheidsbedrijven kunnen oprichten of bedrijven bijzondere
of uitsluitende rechten kunnen verlenen’, maar dat die ‘rechten’ geen
inbreuk mogen vormen op het mededingingsgebied. Aha. Juist ja.
Overigens hoorde ik vanuit de Brabantse PVV-fractie dat men zich bij het
Brabantse bestuur het leplazerus was geschrokken. De gedeputeerde
werd opeens een stuk voorzichtiger in zijn optreden, gezien de Europese
‘waakzaamheid’.
59
valsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.
De verlening van landbouwsubsidies aan duurzame ondernemingen lijkt te
wijzen op het bestaan van staatssteun. In het Verdrag is evenwel ook be-
paald dat staatssteun onder bepaalde voorwaarden kan worden geacht
met de interne markt verenigbaar te zijn. Om voor die uitzondering in
aanmerking te komen, moet de steun voldoen aan de toepasselijke
wetgeving van de Unie inzake staatssteun. In de landbouwsector zijn de
belangrijkste juridische instrumenten die momenteel van toepassing
zijn: de groepsvrijstellingsverordening van de Commissie en de richt-
snoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in
plattelandsgebieden. Op dit moment beschikt de Commissie niet over
informatie over een dergelijke afspraak. In beginsel zou een dergelijke
afspraak evenwel in strijd zijn met de artikelen 34 tot en met 36 VWEU.”
60
De Commissie was not amused, maar moest zich wel bloot geven: “De
Commissie is inderdaad op de hoogte van de financiële moeilijkheden
die veel symfonieorkesten ondervinden. Zij is niet van mening dat de EU-
steun enig marktverstorend effect heeft, omdat de missie van het Jeugd-
orkest van de Europese Unie (EUYO) verschilt van die van de andere
symfonieorkesten. Het EUYO werd in 1976 opgericht door het Europees
Parlement. Het streeft duidelijk een doelstelling van algemeen belang na,
met name jonge talentvolle musici uit heel Europa samenbrengen en hun
een opleiding van hoge kwaliteit bieden. In het orkest zijn al meerdere
generaties musici opgeleid. Met hun optredens brengen zij de muzikale
topkwaliteit en culturele verscheidenheid van Europa onder de aan-
dacht. Veel van deze jonge musici werken later in of buiten Europa
samen met orkesten die tot de wereldtop behoren. Daarom heeft de
Commissie besloten de financiering van dit orkest veilig te stellen. De
rechtsgrondslag van het programma Creative Europe maakt het mogelijk
om in uitzonderlijke situaties operationele subsidies te verstrekken, mits
dergelijke steun in overeenstemming is met de algemene doelstellingen
van het programma. Middelen die rechtstreeks afkomstig zijn van EU-
programma's zoals Creative Europe, zonder dat lidstaten betrokken zijn
bij het toewijzingsbesluit, worden niet beschouwd als staatsmiddelen en
vallen dan ook niet onder het staatssteuntoezicht van de Commissie.”
Met veel trompetgeschal wordt hier gesteld dat ‘omdat dit orkest in het
algemeen belang is en vele jonge musici er baat bij hebben’ de subsidie is
verleend. Dat geldt dus vreemd genoeg kennelijk niet voor nationale or-
kesten, die hetzelfde nastreven en ook ‘topkwaliteit’ bieden? De EU gaf
wel toe dat het hier een ‘uitzonderlijke situatie’ betrof. Dat is ambtelijke
taal voor: het kan eigenlijk helemaal niet op grond van onze eigen regels,
maar we maken een uitzondering omdat het zo goed past in het imago
dat de Commissievoorzitter wil uitstralen. En de lidstaten hebben er
niets over te zeggen (haha) en dan doen we dat gewoon. Ah. Het staat
genoteerd. Bepaald niet voor de eerste keer overigens.
61
dat Berlusconi van zijn gezond verstand niet af weet wat er moet gebeu-
ren en omschreef ze een eventuele herverkiezing van Berlusconi als ‘een
horrorscenario’. Het leek mij totaal ongepaste inmenging in de verkie-
zingsprocedure van een nationale lidstaat en dus stelde ik vragen (E-
002101-13). De EU heeft namelijk als richtlijn dat eurocommissarissen
nooit hun onpartijdigheid mogen laten varen. Het leek erop dat me-
vrouw Kroes niet met deze regel bekend was. Vragen: Is de Commissie
van oordeel dat de tussenkomst van mevrouw Kroes in de Italiaanse
verkiezingscampagne verenigbaar is met de fundamentele functie van
commissarissen, namelijk het optreden in het algemeen belang van de
samenleving?
De Commissie bleek “niet op de hoogte van de details van het door het
geachte Parlementslid aangehaald interview waarin vicevoorzitter
Neelie Kroes haar persoonlijke mening over een reeks actuele onder-
werpen heeft gegeven”. Zonder het interview gezien te hebben kon de
Commissie dus aangeven dat het ‘een persoonlijke mening’ betrof:
“Vicevoorzitter Neelie Kroes heeft haar mening slechts in eigen naam
geuit. Commissarissen hebben het recht om hun persoonlijke mening te
uiten. De onpartijdigheid en onafhankelijkheid van vicevoorzitter Kroes
zijn niet aangetast door haar opmerkingen tijdens een interview in eigen
naam. Zoals hierboven is opgemerkt, is er geen sprake van inmenging in
welke verkiezingscampagne dan ook”.
In juni 2018 was het opnieuw raak, dit keer met voorzitter Juncker zelf.
Hij kon dan wel de verleiding weerstaan om zich rechtstreeks te be-
moeien met de Italiaanse binnenlandse politiek, maar het belette hem er
niet van om een mogelijke coalitie van Lega en de Vijfsterrenbeweging te
bekritiseren. In eerdere antwoorden schreef de Commissie dat, conform
62
de gedragscode voor Commissieleden, leden van de Commissie zich bij
de uitoefening van hun taken volkomen onpartijdig en onafhankelijk
dienen op te stellen. Mijn nieuwe vraag (E-003083-18) was dan ook: Is
de Commissie van mening dat voorzitter Juncker zich aan de gedrags-
code houdt als hij beweert dat de keuze van Italiaanse kiezers voor Lega
en de Vijfsterrenbeweging niet een keuze is voor een ‘juiste koers’?
63
te maken. De Europese Commissie was het met mij eens dat de overheid
de verkoop van een plofkip niet mag verbieden, op grond van artikel 34
tot en met 36 van het VWEU. Het komt erg weinig voor, maar in dit
specifieke geval kon de PVV de Europese Commissie voor het karretje
spannen om een nationaal beleidsvoorstel af te schieten.
De plofkip affaire kreeg nog een interessante wending. In juni 2016 (E-
004745-16) bleek namelijk dat Oekraïene, dat graag lid wilde worden
van de EU, karrenvrachten plofkippen naar West-Europa exporteerde.
De Partij voor de Dieren zweeg in alle talen, maar de PVV sloeg aan. Wat
vond de Commissie van het feit dat Oekraïene die plofkippen naar onze
lidstaten exporteerde? Kon dat allemaal zomaar? Hoe zat het met dieren-
leed? De Commissie gaf geen krimp, want had duidelijk geen zin in een
politiek brisante discussie en dus kwam het onzinnige antwoord dat
‘Oekraïene had toegezegd haar wetgeving op dat gebied aan te passen
aan de EU’ en daarmee was de kous af. In september 2018 werd ook het
CDA bij monde van parlementslid Annie Schreijer-Pierik met een klap
wakker. Zij maakte zich ernstig zorgen over ‘de heffingsvrije invoer van
bepaalde kipdelen vanuit Oekraïene’ en eigenlijk over nog veel meer
zaken (Boerderij, 23 juli 2018). Wie stemde echter ook alweer van harte
in met toetreding van Oekraïene tot de EU? Juist: datzelfde CDA!
De rituele slacht
In het Belgische Het Nieuwsblad van 7 september 2016 stond een artikel
over het feit dat 94% van de schapen, 48% van de kalveren en 21% van
de runderen in Belgische slachthuizen onverdoofd wordt geslacht. Op de
Belgische markt bleek een groot deel van dit slachtvlees aan consumen-
ten verkocht te worden zonder dat die hierover geïnformeerd werden
middels bijvoorbeeld verpakkingslabels. Volgens de Richtlijn 98/58/EG
van de Raad en artikel 13 VEU behoort dierenwelzijn te worden geres-
pecteerd. Op grond van Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad
moeten dieren hun bewustzijn en gevoeligheid verliezen alvorens te
worden geslacht. Voor ritueel slachten wordt een uitzondering gemaakt
op deze wetgeving. Aangezien ruim de helft van het vlees dat wordt
aangeboden op de Belgische markt echter afkomstig is van onverdoofd
geslachte dieren en dit niet overeenkomt met het aantal gelovigen dat dit
zou willen, werden Richtlijn 98/58/EG en artikel 13 VEU niet gerespec-
64
teerd, werd Verordening (EG) nr. 1099/2009 daarmee inhoudsloos en
werd dieren onevenredig veel leed aangedaan.
65
WW uitkeringen en sociale rechten
Eind 2015 bleek de Europese Commissie erg boos over het feit dat de
Engelse regering de sociale rechten van immigranten wilde beperken,
hoewel volgens het VWEU de nationale lidstaten gaan over het eigen
sociale beleid. De Engelse regering stelde zich op het standpunt dat
migratie niet per definitie automatisch inhoudt dat je een sociale uit-
kering krijgt. Ik stelde de vraag (E-014726-15) aan de Commissie of zij
een verband ziet tussen een uitkering en migratie. Met andere woorden:
vindt de Commissie het normaal dat een groot deel van de aanvragen
betreffende sociale uitkeringen gevormd wordt door migranten? De
Commissie gaf in haar beantwoording aan dat “volgens onafhankelijke
studies er geen aanwijzingen zijn dat mobiele EU-burgers systematisch
of op grote schaal misbruik maken of fraude plegen met betrekking tot
de toegang tot sociale zekerheidsuitkeringen, of dat misbruik of fraude
vaker voorkomt bij mobiele EU-burgers dan bij eigen onderdanen”. De
Commissie ging niet in op de vraag of het wel aan de EU is om voorwaar-
den te stellen aan een lidstaat inzake een kwestie die geheel onder natio-
nale bevoegdheid valt en of er inderdaad een link is tussen migratie en
een hoge mate van aanvragen van uitkeringen. In de loop van 2018 bleek
echter dat met name Polen en Roemenen op grote schaal misbruik
maken van de sociale voorzieningen in ons land. Ik ben erg benieuwd of
die feiten ook door de Commissie worden meegenomen…
In het verlengde daarvan lagen vragen die ik stelde over het zoveelste
‘banenplan’ van de EU (E-014751-15). Vanuit de EU begroting werd
bijna 90 miljard euro in de ESF en YEI fondsen gestopt om ‘mensen aan
het werk te helpen’. In Nederland zijn banenplannen tot nu toe allemaal
66
grandioos mislukt (denk aan de PvdA plannetjes van destijds), dus vroeg
ik de Commissie wat voor garantie zij kon geven dat banen, gecreëerd
met EU-subsidie, plotseling wel succesvol zouden zijn. Tevens vroeg ik
naar de kosten per gecreeerde baan. Ik kreeg het standaard antwoord, te
weten: technisch gebrabbel en een ‘verslag’: “Het ESF en het YEI zijn
bedoeld ter ondersteuning van EU-beleidsprioriteiten, met name wat
betreft het opzetten van jongerengarantieregelingen. Met de jongeren-
garantie wordt aangedrongen op structurele hervormingen van het
onderwijs- en werkgelegenheidsbeleid dat in het kader van het Europees
semester nauwlettend door de EU wordt gevolgd. De jongerengarantie is
uitgegroeid tot een drijvende kracht voor een betere overgang van
school naar werk en de vermindering van jeugdwerkloosheid. In 2016
zal de Commissie aan de Raad verslag uitbrengen over de voortgang van
de uitvoering van de jongerengarantie en het jongerenwerkgelegen-
heidsinitiatief”. Duur verslag, voor een slordige 90 miljard euro! En geen
antwoorden op mijn vragen. Tekenend.
Illegalenkamp te Calais
In september 2016 bleek dat een enorme groep migranten zich in de
havenstad Calais had gevestigd in een groot tijdelijk kampement, ge-
naamd ‘De Jungle’. Allerlei slag mensen wilde van daaruit oversteken
naar het beloofde land Engeland en besteeg al dan niet heimelijk vracht-
wagens die via de kanaaltunnel en schepen in die richting gingen. Chauf-
feurs kregen zware boetes als in hun vrachtwagens illegalen werden ont-
dekt door de grensbewaking; zeer onrechtvaardig en totaal de omge-
keerde wereld. Ik vroeg de Commissie (E-006742-16) of zij dit geen
belemmering van het vrije verkeer van goederen vond. Welnee, ant-
woordde de Commissie. Grenscontroles mogen best als de veiligheid van
een land in geding is: “Het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie biedt de lidstaten de mogelijkheid om maatregelen met
gelijke werking als kwantitatieve beperkingen te nemen wanneer dit
wordt gerechtvaardigd door algemene, niet-economische overwegingen
(bijvoorbeeld openbare veiligheid)”. Dat was een mooi antwoord waar-
mee de PVV iets kon. Voortaan was het OK dat de grenzen dicht gingen
‘als de veiligheid in het geding was’. Een en ander uiteraard ter beoor-
deling van de lidstaat. Dat dit geen loze praat was bleek toen Frankrijk
op het hoogtepunt van de migrantencrisis haar grenzen met buurland
67
Italië sloot. Ook Denemarken deed dit tijdelijk met buurland Duitsland.
Er vonden strenge grenscontroles plaats. Ondanks alle politiekcorrecte
kritiek van diverse politieke partijen en NGO’s wisten die: het mag van
de Europese Commissie. Die kon niet uit onder de beantwoording van
vragen van de PVV.
Brexit
Op 23 juni 2016 werd het bijzondere, door het Britse parlement georga-
niseerde, raadgevend referendum over het EU-lidmaatschap van het
Verenigd Koninkrijk gehouden. Een meerderheid van 51,9% van de
stemmers wilde uit de EU treden. Toen eind 2016 de realiteit van een
serieus ‘Brexit’ bij de EU inzonk werd men aantoonbaar kwaad. Men
wilde het Engeland zo moeilijk mogelijk gaan maken, ten voorbeeld van
die landen die het ook in hun hoofd zouden willen halen om zo’n referen-
dum te organiseren. Het gehakketak over en weer begon. De voorzitter
van de Eurogroep, Dijsselbloem, stelde daarop in het BBC-programma
Newsnight dat de Britse minister van Buitenlandse Zaken loog als hij
stelde dat het Verenigd Koninkrijk (bij een Brexit) volledig toegang kan
houden tot de Europese interne markt en zich tegelijkertijd buiten de
douane-unie kon houden: “Dat is gewoon onmogelijk, zoiets bestaat
niet.” Vragen (E-008661-16)! Welke bevoegdheden heeft de voorzitter
van de Eurogroep ten aanzien van het EU-beleid met betrekking tot de
toegang tot de Europese interne markt van een lidstaat die geen deel
uitmaakt van de Eurogroep? Acht de Commissie het wenselijk dat de
voorzitter van de Eurogroep dergelijke politiek geladen uitspraken doet
over de toegang tot de Europese interne markt?
68
van de EU te vinden en wij zien ernaar uit dat het VK zijn intenties in dit
verband uitspreekt. Elk akkoord dat met het VK als derde land wordt
gesloten, zal gebaseerd moeten zijn op een evenwicht tussen rechten en
verplichtingen”. Veel sterker kon men niet om de hete brei heendraaien.
69
5. Economische en monetaire zaken
“De Unie stelt een economische en monetaire unie in die de euro als munt
heeft.”
- Artikel 3.4, Verdrag betreffende de Europese Unie
70
De onzichtbare Transfer Unie
Een zichtbare transferunie is –kortweg gesteld- een unie tussen landen
die gebruik maken van eenzelfde munt. Daarbij houden sterke landen de
zwakkere overeind, teneinde die munt in leven te houden. In 2012 kwam
er een Europese bankenunie, die een gezamenlijk beleid en toezicht in-
voerde op de banken en daarmee ontstond er in feite ook een transfer
unie. Een onzichtbare, in de vorm van bijvoorbeeld een lage rentestand.
Er zijn nogal wat mensen die stellen dat de enige alternatieve optie van
géén transferunie een uiteenvallen van de EU is. Als we kijken naar het
voorbeeld van de eenwording van Oost- en West-Duitsland dan zien we
dat het overeind helpen van een zwakke staat door een sterke staat
werkt, betogen de voorstanders van zo’n transferunie. Er is echter een
groot verschil: de eenwording van Duitsland werd door een overgrote
meerderheid gewenst, de verdere integratie van de EU niet. Verder had-
den de twee Duitslanden één onderliggende identiteit en taal. De EU
verre van dat. Mijns inziens zal een transferunie niet slagen en daarin sta
ik bepaald niet alleen. Die mening wordt door menig Europees econoom
en zelfs bank gedeeld. Daarbij dient niet vergeten te worden dat de bur-
gers van de EU vanaf het begin is beloofd dat er geen vrije stroom geld
van bijvoorbeeld noord- naar zuid-Europa zou gaan. Het verdrag van
Maastricht uit 1992 garandeerde dat een transferunie niet kon plaats-
vinden door onder andere strenge budgettaire regels. De ontwikkelingen
zijn contrair verlopen, tegen de wens van de burgers in. Zo kocht de
Europese Centrale Bank onbeperkt staatspapieren van zwakke Zuid-
europese landen op. Geen wonder dat de top van de ECB diplomatieke
onschendbaarheid geniet!
71
met pakketten aan noodleningen. Tot 2018 heeft het land maar liefst
273,7 miljard euro aan steun ontvangen. Daarvoor in ruil moest hard
ingegrepen worden in de Griekse overheidsuitgaven alsmede in de
sociale voorzieningen als pensioenen.
72
Lees: het IMF schatte de kans op herstel in Griekenland veel te roos-
kleurig in en de trokja was een rommeltje. Het IMF had mijns inziens
nooit aan de redding van Griekenland mogen deelnemen. Zonder de
deelname van het IMF zou de reddingsoperatie echter duidelijk onwettig
zijn geweest. Uit hoofde van artikel 125 van het VWEU hadden de instel-
lingen en lidstaten van de EU Griekenland namelijk geen geld mogen
lenen. Wat vond de Commissie eigenlijk van de conlusie van het IMF? (E-
006524-13) “In het document worden enkele opvallende successen
aangewezen die tijdens het programma zijn geboekt, in het bijzonder de
sterke fiscale consolidatie, de hervorming van het pensioenstelsel en de
inperking van spillover-effecten. Er wordt eveneens op gewezen dat het
uittreden van Griekenland uit de eurozone is voorkomen. De Commissie
heeft reeds kenbaar gemaakt met welke bevindingen in het rapport zij
het niet eens is. Zo is zij het niet eens met de conclusie dat het wenselijk
was geweest de schuld al in 2010 te herstructureren”. Kortom: het IMF
bevestigde eigenlijk de vele successen van de Commissie en verder was
alles toch goed gekomen met Griekenland? De Commissie leefde heerlijk
verder in haar eigen gecreëerde bubbel. De waanzin ten top!
Eind 2013 werd duidelijk dat Griekenland weer extra geld nodig had. De
Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, kondigde dat aan en
Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank van België alsmede lid van
de Raad van bestuur van de ECB, verklaarde dat Griekenland nog één of
zelfs twee reddingsoperaties nodig zou hebben. De Europese Commissie
daarentegen vond er op haar beurt helemaal niks van. Het doel was be-
reikt, namelijk “dat Griekenland in de eurozone bleef en de hypothese
van een Griekse wanbetaling waarnaar het geachte Parlementslid ver-
wijst, is uitgesloten”. (E-010179/2013).
Dat die bewering van de Commissie echter totaal niet klopte bleek op 27
november 2013. Toen zei de secretaris-generaal van de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de heer José
Ángel Gurría Treviño, dat de schuld van Griekenland ‘zo snel mogelijk
moest worden verlaagd’. Alweer vragen naar de Commissie (E-013805-
13)! Is de Commissie van oordeel dat Griekenland nog meer schuld-
verlichting nodig heeft? Is in het geval van Griekenland in de ogen van de
Commissie sprake van een houdbare staatsschuld? Waarschuwing:
technocratisch taalgebruik in de beantwoording! “In het kader van het
73
tweede economische aanpassingsprogramma voor Griekenland wordt
aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de waarborging van de houdbaar-
heid van de Griekse schuld. Zoals aangegeven in het conformiteitsverslag
dat werd opgesteld door de Europese Commissie in het kader van de
derde herziening van het programma, wordt verwacht dat de schuld-
quote de neerwaartse tendens in 2014 zal hervatten en in 2021 minder
dan 120 % zal bedragen, ervan uitgaande dat de volledige uitvoering van
het economische aanpassingsprogramma wordt voortgezet”.
Weet u wat nog het meest ontstellende is aan dit antwoord? Het gedeelte
‘wordt verwacht’. De hele mislukking van de Griekenland kwestie is
daarop gebaseerd: ‘Wordt verwacht’. Het enige dat je niet mag benoemen
van de Europese Commissie is de realiteit. Met alle schrikbarend trieste
en kostbare gevolgen van dien.
74
bijvoorbeeld wanneer een privépersoon een aantal aandelen wil kopen
of verkopen of een bedrijf een risico wil afdekken. Zelfs in dergelijke
gevallen zou het effect echter niet significant zijn, gezien de voorgestelde
lage belastingtarieven”. Kort samengevat: slaapt u maar lekker door. Het
gaat over zulke lage belastingtarieven! Nadrukkelijk advies aan de natio-
nale lidstaten in zo’n geval: ‘Boer, let op uw kippen!’
Turkse wiskundeboeken
In oktober 2016 deed zich een curieus geval voor betreffende het mis-
bruik van Europese fondsen. Het Turkse Ministerie van Onderwijs ver-
bood 13.000 ton aan wiskundeboeken, die ook gebruikt werden in
migrantenkampen. Deze boeken vertegenwoordigden een waarde van
circa 14,6 miljoen euro. Zij werden verboden omdat bij de opgaven voor
meetkundige berekeningen de letters F en G werden gebruikt. Deze
letters konden volgens de Turkse autoriteiten worden geassocieerd met
Fethullah Gülen; een in Turkije verboden beweging. Je verzint het niet. Ik
vroeg de Commissie (E-008007-16) wat zij hiervan vond en welk bedrag
vanuit de EU werd besteed aan onderwijs in Turkije, al dan niet aan
vluchtelingen. Antwoord: “De Commissie heeft kennis genomen van het
verbod op een enorm aantal wiskundeboeken uit ten minste negenen-
twintig drukkerijen. Er is geen EU-financiering betrokken bij het opstel-
len of drukken van dergelijke boeken. In het kader van het instrument
voor pretoetredingssteun (IPA) II is een meerjarig operationeel pro-
gramma voor ‘werkgelegenheid, onderwijs en sociaal beleid’ (2014-
2016) aangenomen, waarin voor onderwijs in totaal 50,5 miljoen euro
wordt uitgetrokken”.
75
Er is dus ruim 50 miljoen vanuit de EU beschikbaar gesteld voor onder-
wijs in Turkije, maar diezelfde EU was er dus van overtuigd dat er géén
financiering was betrokken bij het opstellen of drukken van (onderwijs)
boeken. Waarop die stellige overtuiging berustte verzweeg de EU dan
gemakshalve maar even. Een zoveelste voorbeeld van antwoorden
waarin de EU zich meester betoonde in lege, nietszeggende holle frasen.
Bepaald geen prettig gezicht. Financiële controle bij de EU? Leuk hoor,
maar daarvan trekken wij ons niets aan! Ondertussen is er weer veel
geld vernietigd.
Pensioenen
Iedereen in Nederland heeft na pensionering recht op een pensioen. Dat
is in ons land goed geregeld. De EU kijkt regelmatig verlekkerd naar de
nationale pensioenpotten en denkt: kunnen wij daar wat mee? De PVV
heeft zich altijd sterk gemaakt voor de nationale bevoegdheid over die
pensioengelden. Daarin worden wij soms gesteund door bijvoorbeeld
Pieter Omtzigt van het CDA. Jammer alleen dat ook hij altijd weer tekent
bij het EU kruisje als het aankomt op stemmen. Wat dat betreft: wel
woorden, maar geen daden.
Begin 2014 kwam Reuters met het bericht dat de Commissie de Euro-
pese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen om advies
ging vragen ‘over een mogelijk wetsontwerp om meer persoonlijk pen-
sioenspaargeld te mobiliseren voor langetermijnfinanciering’. Dat was
redelijk alarmerend en dus aanleiding voor vragen (E-001836-14): Kan
de Commissie bevestigen dat zij werkt aan een dergelijk voorstel en zo
ja, wat is daarvoor de rechtsgrondslag, gezien het feit dat de sociale
zekerheid onder de nationale bevoegdheid valt? Is de Commissie niet
met mij van mening dat een dergelijk voorstel in strijd zou zijn met het
subsidiariteitsbeginsel zoals vastgelegd in artikel 5 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie?
76
ingediend bij de Commissie. Daarin wordt aandacht besteed aan de
maatregelen op prudentieel en consumentenbeschermingsgebied die
vereist zijn om een eengemaakte markt voor individuele pensioenen op
te zetten. De Commissie bestudeert dit verslag zorgvuldig voordat zij
over eventuele verdere stappen beslist. Volgens het subsidiariteits-
beginsel hebben de lidstaten de volledige verantwoordelijkheid voor het
organiseren van hun nationale pensioenstelsel, ook wat de rol van indi-
viduele pensioenen daarin betreft. Een eventueel Commissie-initiatief op
dit gebied zal daaraan niet tornen.”
Tot zover denk je: dat klopt en stelt gerust. Pensioenbeleid valt onder de
bevoegdheid van de nationale lidstaat en daarmee heeft de EU niets te
maken. Maar de Commissie was nog niet klaar met reageren: “Wat
betreft pensioenen als onderdeel van het sociale zekerheidsstelsel is
artikel 153, lid 4, VWEU er duidelijk over dat de lidstaten de exclusieve
bevoegdheid hebben om de fundamentele beginselen van hun sociale
zekerheidsstelsel vast te stellen en te bepalen op welke wijze de pen-
sioenen zijn georganiseerd. Indien pensioenen echter door financiële
instellingen worden verstrekt, zijn de in het VWEU vastgelegde vrijheden
van toepassing, alsmede mogelijke secundaire wetgeving van de EU.”
77
6. Big Brother is watching you
“De Unie treedt toe tot het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.”
- Artikel 6.2, Verdrag betreffende de Europese Unie.
Ik was stil. Hoe kon iemand die is opgevoed in het vrije denken in Neder-
land, die daarvan ongetwijfeld had genoten en die toch ook wel eens een
kiezer ontmoette, aan de Europese Commissie vragen om Das Leben der
Anderen te implementeren? Een politica die, na jaren in het vak, niet
78
begrijpt dat de burger de macht controleert en niet andersom. Dat het
publieke debat met open vizier wordt gevoerd, juist omdat de burger jou
als politicus moet kunnen controleren, en dat anonimiteit een recht is
van de burger. Is het ooit in de geschiedenis voorgekomen dat het positief
uitpakt als een overheid alles weet van de burger? Als iemand uit Neder-
land al zo denkt, waar heb ik dan nog een medestander? Ik heb mijn
spullen gepakt en ben de plenaire zaal uitgelopen. Gelukkig pikte de
website GeenStijl het even later op.
Wie meent dat de EU het goede met de burger voorheeft moet dit hoofd-
stuk maar niet lezen. Niet gezond voor de gemoedsrust. Hoewel de leden
van het Europees Parlement gekozen worden middels verkiezingen geldt
dat niet voor de Europese Commissie. De leden van de Europese Raad
(regeringshoofden, ministers) kunnen met enige reserve nog een demo-
cratisch mandaat worden toegedicht, maar die Commissie… die heeft
geen enkel democratisch trekje. De kandidaat-leden worden door de lid-
staten voorgedragen en vervolgens op de onderzoeks-grill van het
Europees Parlement gelegd. Wie bent u, wat wilt u en waarom wilt u
eurocommissaris worden? Dat zijn de standaardvragen. Er kunnen ook
andere zaken spelen, zoals mogelijke belangenverstrengeling. Dat
speelde bij Neelie Smit-Kroes, maar ook bij diverse andere kandidaten.
79
shaman te hebben en was ‘getraind vuurloper’. Haar interesse voor tech-
nologie betrof ook die van ‘energetische krachten’. Het kan verkeren.
EU propaganda
De EU gaat veel verder dan zorg over uw afwijkende stemgedrag. Bleef
het daar maar bij. Er wordt bijvoorbeeld veel geld vrijgemaakt in de
begroting voor ‘public relations en voorlichting’ richting de burger. Dat
gaat zelfs zover dat lessen op middelbare scholen worden gefinancierd.
De Europese Commissie geeft geld aan onderwijsprogramma's over de
Europese Unie. Het doel van deze programma's is niet het geven van
algemene neutrale informatie, maar het stimuleren van verdere Euro-
pese eenwording. De Commissie geeft in totaal ruim 318 miljoen euro uit
aan het zogenaamde Jean Monnet-programma, dat de basis vormt voor
deze eenzijdige propaganda. Sterker nog: de EU runt eigen Europese
scholen! Geheel en al door uw geld betaald. Er is een speciaal EU-
stripboek voor kinderen en ooit werd een korte promotiefilm gemaakt
voor vertoning in de bioscopen die 800.000 euro kostte. Verder runt de
EU een eigen tv-kanaal (EuroparlTV) en journalisten die positief willen
berichten over de EU zijn van harte welkom. Er staan gratis allerlei
80
faciliteiten voor hen klaar. De reis- en verblijfskosten worden door de EU
betaald. Dank u wel, alstublieft.
Bij ieder gesubsidieerd project in Europa wordt een groot bord geplaatst
met gouden sterren. Er is een speciaal EU museum ingericht naast het
gebouw van het Europees Parlement, waar de lof wordt bezongen van de
EU. Zo is er een gedeelte over de verschrikkingen van de twee wereld-
oorlogen, met een expliciete waarschuwing erbij dat dit teweeg werd
gebracht door nationalisme. Het museum wordt ook wel het mausoleum
van Gert Pöttering genoemd; christendemocratisch oud-voorzitter van
het EP. De kostenoverschrijdingen bij de bouw van het museum waren
legendarisch, hoewel de voorzitter van de Begrotingscommissie ook in
het bestuur van het museum zat. Het kan allemaal bij de EU. Over grote
belangenverstrengeling moeten we het maar niet hebben.
Geld speelt dus geen rol bij de zelfbewieroking van de EU. Wat echter
meer zorgen baart is het gegeven dat de EU u als eurocriticus en tegen-
stemmer steeds meer in de gaten gaat houden. Big Brother is watching
you, zeg maar.
81
Waar zijn we vandaag allemaal geweest, mevrouwtje?
Als europarlementslid heb ik het recht op privacy hoog zitten, en dat is
nou eens een keer een positie die binnen de EU gewaardeerd zou moe-
ten worden. Immers: in het Europees Verdrag voor de Rechten van de
Mens (geen EU-verdrag! Europa betekent hier voor de verandering eens
echt Europa) wordt het recht op privacy een fundamenteel recht
genoemd. Dit EVRM is als annex aan het Verdrag van Lissabon toege-
voegd en is daarmee voor de EU bindend. Je zou dus verwachten dat
privacy een leidend beginsel is voor de Europese Commissie. Helaas.
Op een dag lag bij mij op tafel het e-Call verhaal; een GPS systeem dat
verplicht in iedere auto in de EU ingebouwd moet worden en dat niet
uitgezet mag worden. Er wordt geen informatie over aan de autorijder
verstrekt. De Europese Commissie zat alvast te fantaseren over ‘nieuwe
diensten’ die bedrijven zouden kunnen aanbieden door live automobi-
listen overal te volgen. Officieel was eCall een systeem om automatisch
de hulpdiensten te bellen als een airbag af zou gaan. Het Europees Parle-
ment stemde echter vóór eCall, maar tégen een verplichte hulpdienst om
daarop te reageren. So far voor de ‘hulpdiensten’ smoes.
Ik verzette me er dus fel tegen, noemde het ‘the biggest blow against
privacy’ en stelde vragen. Het leverde eCall een nominatie op voor een
Belgische privacy award. In juni 2013 al stelde ik vragen (E-007168-13)
over eCall: Is de Commissie van mening dat de instelling van een alge-
mene verplichting om voertuigen met een dergelijk systeem uit te rusten
verenigbaar is met de keuzevrijheid waarover consumenten op een vrije
markt beschikken? Deelt de Commissie in dit opzicht de mening dat bij
de instelling van een algemene verplichting niet voldoende rekening
wordt gehouden met de gevoeligheid van privacy en de gevolgen voor
gegevensbescherming? Hoe kan de Commissie waarborgen dat het
systeem alleen functioneert in geval van een ernstig ongeval? Wat is
trouwens ‘een ernstig ongeval’? En kan de Commissie toelichten wat ‘de
minimaal vereiste informatie’ behelst die het systeem doorgeeft? Is de
Commissie zich bewust van het feit dat diverse soorten gegevens door
het eCall-systeem kunnen worden verzameld, met inbegrip van de tijd
van vertrek en aankomst, de plaats van vertrek, rijpatronen, veelge-
bruikte routes, frequent bezochte websites, en geluiden in de auto, inclu-
sief de stemmen van de inzittenden? Deelt de Commissie de mening dat
82
het eCall-systeem in plaats van auto's, veeleer personen zal volgen, en dat
het systeem daarom de grootste klap zal betekenen die ooit aan privacy
en gegevensbescherming is toegebracht?
83
Ik bleek rechter in de leer dan de mevrouw en daarmee Bits of Freedom.
Ik zag niet hoe een niet-fundamenteel bedrijfsbelang boven een funda-
menteel recht op privacy kon staan. Ik besloot dat de hele AVG me niet
aanstond, niet alleen omdat een keurige Nederlandse wet werd ver-
vangen en Nederland er dus nooit meer wat over te zeggen zou hebben,
maar ook omdat het begrip bedrijfsbelang zo prominent was. Facebook
heeft als ‘bedrijfsbelang’: alles van jou te weten te komen en deze EU-
privacywet beschermt, door dat expliciet te noemen, het privacy-
schendende bedrijf.
Groot was dan ook mijn initiële verbazing toen Bits of Freedom in de
aanloop naar de Nederlandse verkiezingen voor het Europees Parlement
de PVV in haar kieswijzer als slechtste keuze voor privacy noemde en
het CDA, dat nooit voor privacy had gekozen, juist als goed! Ik belde boos
-om niet te zeggen woedend- Bits of Freedom, maar ondanks de eerdere
gesprekken gaven ze niet thuis. Het is heel jammer dat organisaties, die
op zich lovenswaardige doelen nastreven, uiteindelijk terugvallen op
linkse reflexen die hun eigen zaak schaden. Als het erop aankomt ziet
ook Bits of Freedom liever de eigen agenda omvallen dan de PVV aan de
macht.
84
worden verkocht? En hoe verhoudt de productie van dit soort afluister-
apparaten en de verkoop van de daarmee verkregen gegevens van
minderjarigen zich tot de Europese wetgeving, met name op het gebied
van privacy? In hoeverre moeten kopers eigenlijk op de hoogte zijn van
deze afluisterpraktijken?
85
regelgeving leidend is. De EU bepaalt dus de regels inzake privacy en
gegevensbescherming. Die EU doet echter niets, want die loopt niet zo
warm voor de bescherming van privacy. Dat is eigenlijk best wel
beangstigend voor zo’n fundamenteel recht als het recht op privacy.
86
De Commissie zegt hier luid en duidelijk dat het een lidstaat vrij staat om
moties en voorstellen aan te nemen, maar dat dit nog lang niet wil zeg-
gen dat die goedgekeurd worden door de EU. Een lidstaat moet ieder
‘ontwerp’ eerst voorleggen en pas als er geen bezwaar tegen is dan mag
het. Opnieuw zien we hier dat –juist op het gebied van de bescherming
van privacy en gegevens- de EU het primaat neemt. Meest ernstige
conclusie: een lidstaat kan hoog en laag springen, maar is onderworpen
aan de goedkeurende grillen van de EU.
87
Richtlijn 95/46/EG(4). De algemene verordening gegevensbescherming
verduidelijkt dat er geen sprake is van vrijelijk verleende toestemming
indien de betrokkene geen echte of vrije keuze heeft of zijn toestemming
niet kan weigeren of intrekken zonder nadelige gevolgen. … Bedingen die
door de verkoper in zijn standaardovereenkomst zijn opgenomen en die
het evenwicht tussen de rechten en plichten van de partijen aanzienlijk
verstoren ten nadele van de consument, kunnen op grond van Richtlijn
93/13/EEG(6) door een nationale instantie of rechtbank als oneerlijk en
dus niet-bindend worden beschouwd”. Wat Sonos deed was dus niet
toegestaan! Een consument kon op nationaal niveau naar de rechter
stappen om Sonos aan te klagen. En feitelijk iedere producent die zich op
gelijke wijze misdroeg.
Het antwoord van de Commissie gaf bepaald geen reden tot vreugde, laat
staan dat het bezorgdheid wegnam: “De kwestie die door het geachte
Parlementslid onder de aandacht wordt gebracht, is zeer verontrustend
voor de duizenden consumenten die laptop personal computers (pc’s)
hebben gekocht van Lenovo, momenteel de grootste leverancier van pc’s
ter wereld. De Commissie is echter niet in het bezit van alle feiten met
betrekking tot de Amerikaanse rechtszaak en kan zich er daarom niet
over uitspreken. … De algemene verordening gegevensbescherming
(GDPR) is op 24 mei 2016 in werking getreden. Elke onderneming dient
als verwerkingsverantwoordelijke onder andere het concept van
gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door
standaardinstellingen in praktijk te brengen. Bovendien zijn aan de
GDPR onderworpen ondernemingen verplicht om in geval van een
88
inbreuk in verband met persoonsgegevens onverwijld de toezichthou-
dende autoriteit en in sommige gevallen de betrokkenen in kennis te
stellen van de inbreuk. Om de situatie te verbeteren, moedigt de Com-
missie ‘security by design’ aan, maar er is geen waterdichte garantie die
consumenten tegen malware beschermt”. De Commissie zei met zoveel
woorden dat een Chinese producent, die niet onder de GDPR valt, mag
doen en laten wat zij wil. Er is ook géén ‘waterdichte garantie’ aan con-
sumenten te geven inzake bescherming van zijn of haar gegevens. Oei.
1. Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat
de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of
denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van
enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet
radio- omroep-, bioscoopof televisieondernemingen te onderwerpen
aan een systeem van vergunningen.
2. Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijk-
heden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde
formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet
zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk
zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of
openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en straf-
bare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de
bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de
verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om
het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te
waarborgen.
89
de regering ervan maakt; daardoor verkeren mensen in onzekerheid
over wat zij wel en niet mogen plaatsen. Zo werd bijvoorbeeld wel de
volgende uitspraak verboden: „Wat geloven jullie, wie bedrijft hier
islampolitiek; de sociaaldemocraten of de salafisten?”, maar de volgende
uitspraak werd toegestaan: “Zionistische hoerenzonen, dat zijn degenen
die vergast moeten worden. F*ck Israël, wat Hitler met jullie gedaan
heeft, is nog niks.”
90
op vrijheid van meningsuiting dat in het Handvest van de grondrechten
van de EU is verankerd, niet worden weggehaald op basis van de ge-
dragscode. IT-platformen kunnen echter ook besluiten om content te
verwijderen die niet illegaal is maar die indruist tegen hun eigen regels
en community-richtsnoeren (bv. naaktheid of andere zaken). Dergelijk
beleid inzake verwijdering valt alleen onder de contractuele relatie
tussen het IT-platform en de individuele gebruiker”.
91
gekozen politici aan en tastte zij het vertrouwen van de burger in de
democratie aan.
Met andere woorden: Twitter mag doen en laten wat zij wil. Dat is in
principe in lijn met wat de Commissie schreef over Facebook: het is een
overeenkomst tussen het platform en de gebruiker en geen zaak van de
EU. Maar de EU vervolgde: “Met betrekking tot de algemenere kwestie
inzake de mechanismen die de verspreiding van desinformatie via het
internet vergemakkelijken, heeft de Commissie op 13 november 2017
een initiatief opgestart om dit complexe fenomeen aan te pakken en is zij
begonnen met een grondig onderzoeks- en raadplegingsproces. In dit
kader krijgen internetplatforms, burgerorganisaties, nieuwsagentschap-
pen, omroeporganisaties, burgers en regeringsvertegenwoordigers de
gelegenheid om zich uit te spreken en oplossingen aan te reiken die in
overeenstemming zijn met fundamentele beginselen zoals de vrijheid
van meningsuiting en het pluralisme van de media, die zijn neergelegd in
het Handvest van de grondrechten en op coherente wijze moeten
worden toegepast in de hele EU. Dit zal de Commissie helpen om de
doeltreffendheid van de tot dusver getroffen maatregelen van markt-
deelnemers en andere belanghebbenden te beoordelen en uit te maken
welke bestaande activiteiten moeten worden uitgebreid of op welke
gebieden nieuwe acties moeten worden ondernomen”. Het was de
voorbode van nog veel meer verontrustend nieuws.
92
Vrijheid van meningsuiting
Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt
op zodanige wijze geïnterpreteerd dat de vrijheid van meningsuiting niet
alleen betrekking heeft op ‘inlichtingen’ of ‘denkbeelden’ die als onschul-
dig worden beschouwd maar ook op uitlatingen die de Staat of een deel
van de bevolking kwetsen, choqueren of verontrusten. Dit houdt onder
andere in dat iedere straf die in dit verband wordt opgelegd in verhou-
ding moet staan tot het legitieme doel dat wordt beoogd. Verdraagzaam-
heid en eerbied voor de gelijke waardigheid van alle mensen vormen de
grondslagen van een democratische, pluralistische samenleving. Derhal-
ve mag het noodzakelijk worden geacht alle vormen van meningsuiting
die haatzaaien op grond van onverdraagzaamheid, te bestraffen. Dan
komt de vervolging van Geert Wilders inzake zijn ‘Marokkanen uit-
spraak’ in beeld.
Antwoord van de Commissie: “Zij houdt geen overzicht bij van alle
(juridische) publicaties/annotaties over haatzaaiende uitlatingen in de
EU naar aanleiding van het vonnis van de Nederlandse rechtbank over
de zaak-Wilders (9 december 2016), noch van zaken in de EU-lidstaten
waar politici voor de rechter werden gedaagd voor strafbare feiten in
verband met het aanzetten tot racistisch geweld of haat. Het EU kader-
besluit 2008/913/JBZ verplicht de lidstaten om onder meer het opzet-
telijk publiekelijk aanzetten tot racistisch geweld of haat strafbaar te
stellen. Dit instrument is volledig in lijn met de jurisprudentie van het
93
Europees Hof voor de rechten van de mens over de vrijheid van
meningsuiting en de beperkingen daarop. Het is aan de nationale recht-
banken om, afhankelijk van de omstandigheden en context van elke
situatie, te bepalen of een zaak neerkomt op het aanzetten tot racistisch
geweld of haat. De Commissie houdt toezicht op de omzetting en uitvoe-
ring van Kaderbesluit 2008/913/JBZ EU door de lidstaten en biedt op dit
vlak steun aan de lidstaten door uitwisselingen en de verspreiding van
beste praktijken te bevorderen en door EU-financiering, begeleiding en
opleiding beschikbaar te stellen”.
Nepnieuws
Nepnieuws is vervelend en vooral verwarrend. Websites die echt nieuws
lijken te brengen blijken opgezet door organisaties met minder nobele
bedoelingen. Dat gebeurt. Ook worden berichten verspreid door dubieu-
ze ‘persbureaus’ of ‘journalisten’ die op onwaarheid of onzorgvuldigheid
blijken te berusten en verwarring stichten. De EU besloot om nepnieuws
actief te gaan bestrijden en richtte daarvoor een ‘bureau’ met website
op: EUvsDisinfo. Specifiek doel: bestrijden van ‘desinformatie’ inzake
Oekraïene en Rusland. Dat bleek uiteindelijk van touwtjes aan elkaar te
hangen en slechts een enkeling in dienst te hebben. Grote vraag daarbij:
bestrijdt de EU nepnieuws of haar onwelgevallig nieuws? Daartussen zit
namelijk nogal wat licht.
94
de EU om iemand te citeren die een verkeerde mening heeft”. Aanleiding
voor parlementaire vragen (E-000343-18): Is de Commissie nog steeds
van oordeel dat de feitelijke weergave van de mening van een geïnter-
viewde als nepnieuws kan worden gekwalificeerd, gezien de feitelijke
correctheid van het artikel van Aalberts? Waarom accepteert de Com-
missie het ontbreken van het principe van hoor en wederhoor bij
EUvsDisinfo, waardoor journalisten ten onrechte aan de schandpaal
worden genageld als verspreiders van nepnieuws, of acht de Commissie
artikel 6 EVRM niet van toepassing op journalisten? Op welke wijze zal
de Commissie de heer Aalberts en zijn uitgevers compenseren voor het
ten onrechte stigmatiseren van deze journalist en zijn kranten/nieuws-
sites als verspreiders van nepnieuws, gegeven dat hun geloofwaardig-
heid is aangetast door EUvsDisinfo?
Met andere woorden: de Commissie zag in dat zij een fout had gemaakt
inzake Aalbers en The Post Online en wrong zich nu in allerlei bochten
om het verkeerde besluit recht te praten. “EUvsDisinfo beoogt geenszins
betwisting, beperking of belemmering van het recht van de pers om uit-
eenlopende meningen of standpunten te publiceren”. Nee, dat moest er
nog bij komen! “Wat betreft het artikel in kwestie vormde de Engelse
95
vertaling van het oorspronkelijke Nederlandse artikel die aan East
Stratcom werd verstrekt voor opname op de website, niet de volledige
weerspiegeling van de tekst van het artikel zoals verschenen in The Post
Online. Daarom is dit artikel nu definitief verwijderd uit de databank van
EUvsDisinfo. De juridische vertegenwoordiger van The Post Online is
daarvan in kennis gesteld. Op 13 maart 2018 is de klacht tegen de Euro-
pese Unie in deze zaak ingetrokken”.
Een veel smadelijker aftocht door de Commissie kon haast niet. De verta-
ler had het gedaan! Dit is echter één voorbeeld. In hoeveel meer gevallen
heeft de EU zich in de vingers gesneden? Wel, ook regionale krant De
Gelderlander en nota bene NPO Radio1 werden door het bureau beticht
van het maken van nepnieuws!
Nederland was erg boos over het voorval, maar het werd nog gekker. Op
6 maart 2018 sprak een meerderheid van de Tweede Kamer zich uit
voor een motie van VVD/SP, met uitzondering van Denk, D66 en –zeer
opmerkelijk- het CDA. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66)
moest zich hard gaan maken voor het opheffen van die verfoeide Euro-
pese nepnieuws-waakhond EUvsDisinfo. De D66-minister had eerder
echter ‘de bestrijding van Russisch nepnieuws en desinformatie’ tot haar
topprioriteit gemaakt en wilde zelfs extra financiële middelen ter be-
schikking stellen aan EuvsDisinfo. Ollongren wilde in eerste instantie de
motie dan ook absoluut niet uitvoeren, maar haalde –kennelijk onder
druk van de coalitiegenoten- bakzeil. Recentelijk berichtten meerdere
media over het feit dat deze minister kennelijk niets heeft geleerd van
het debacle EuvsDisinfo. ‘De regering wil burgers bewuster gaan maken
van desinformatie en nepnieuws rond verkiezingen. Minister Kajsa
Ollongren denkt aan een bewustwordingscampagne in aanloop naar de
Provinciale Statenverkiezingen en Europese verkiezingen volgend jaar’,
zo meldde onder andere de Volkskrant. ‘Ze benadrukt dat de campagne
nooit over inhoud of politieke opvattingen moet gaan’. Op de achter-
grond leek dit plan met name uit de koker van D66 en CDA te komen,
waarbij de rol van CDA-parlementslid Harry van der Molen opvallend
was. In uiterst negatieve zin dan.
96
circulatie van nepnieuws moest worden tegengaan Bij die gelegenheid
stelde de voorzitter van expertgroep De Cock Bunning dat de expert-
groep ‘proactief moest zijn en niet moest wachten tot het echt verkeerd
zou gaan’. Beide uitspraken wezen erop dat de EU vooraf wilde toetsen
of sprake was van nepnieuws en de verspreiding van dat nieuws pro-
actief zou tegengaan. In artikel 7 van de Nederlandse grondwet is de
verspreiding van berichten zonder toetsing vooraf echter gegarandeerd;
de vrijheid van drukpers. Ook in andere lidstaten, zoals bijvoorbeeld
België, is toetsing vooraf van berichten niet toegestaan. Dat leidde tot
vragen (E-000614-18): Op grond waarvan rekent de Commissie het tot
haar taak om de pers te controleren door persberichten te toetsen
voordat die worden verspreid? Is het volgens de Commissie mogelijk dat
EU-regelgeving in strijd is met de grondwet van een lidstaat en als EU-
regelgeving in strijd is met de grondwet van een lidstaat, welke regeling
prevaleert dan?
97
Elke dag aan de slag, tegen de superstaat EU en voor de nationale soevereiniteit
van ons mooie Nederland, samen met de PVV collega’s.
98
7. Energie, milieu en transport
De Europese Unie wil steeds meer macht naar zich toehalen. ‘The ever
closer Union’, zoals diverse politieke kopstukken dat regelmatig ver-
woorden. Dat geldt niet alleen op die gebieden waarvan je het nog
enigszins zou kunnen begrijpen, zoals internationaal transport of
vliegverkeer, maar ook op het gebied van energie en milieu. In alle EU-
lidstaten is de discussie over energietransitie en milieu gaande en in
nagenoeg alle EU beleidsstukken zie je die zaken aan elkaar gekoppeld.
Sommige voorstellen zijn op zich best interessant, maar steeds weer
wordt het gekoppeld aan ‘klimaatdoelstellingen’. Op geen enkele wijze
wordt energiebeleid neutraal-wetenschappelijk benaderd, maar steeds
weer komt die groen-politieke component bovendrijven. De linkse,
politiekcorrecte saus ligt er duimendik bovenop.
99
In het verslag werd voorgesteld om het energiebeleid van de EU te laten
voeren door een ‘Energie-unie’. Daarbij stond de wens om bij te dragen
aan de bestrijding van de klimaatopwarming en het bevorderen van het
gebruik van duurzame energiedragers voorop. Mijn vraag (E-015866-
15) was dan ook: in hoeverre is het vaststellen van de energiemix (duur-
zame energiedragers) door zo’n ‘Energie-unie’ te rijmen met artikel 194
van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU),
waarin de bevoegdheid tot het vaststellen van een ‘energiemix’ is voor-
behouden aan de lidstaten (met name lid 2)?
100
een beperkt aantal specifieke redenen (bijvoorbeeld openbare veilig-
heid) en in terdege gemotiveerde omstandigheden (bijvoorbeeld strikte
evenredigheid). Exportverboden kunnen wettelijk niet worden gerecht-
vaardigd louter op grond van commerciële of economische overwe-
gingen”. Wat de EU hier opnieuw stelt is dat de lidstaten dan wel hun
eigen energiebeleid mogen vaststellen, maar dat ze niet zomaar de gas-
export naar andere landen mogen verminderen of stopzetten. Hoe dat
ooit te rijmen valt met artikel 194.2 VWEU is een raadsel. Daar staat let-
terlijk: “… het recht van een lidstaat de voorwaarden voor de exploitatie
van zijn energiebronnen te bepalen, op zijn keuze tussen verschillende
energiebronnen of op de algemene structuur van zijn energievoor-
ziening”.
Wat een lidstaat al dan niet zelf mag bepalen op energiegebied is dus
voor de EU een uitgemaakte zaak: niets wat ingaat tegen de grillen van
de EU. Behalve als je kennelijk Duitsland heet. Zo blijkt uit een vraag (E-
008409-16) die ik eind 2016 stel. Het Duitse journaal Tagesschau
meldde dat de Duitse Bondsraad –een invloedrijk politiek orgaan van de
deelstaten- vanaf 2030 geen nieuwe diesel- of benzineauto's meer wilde
toelaten. Op deze wijze probeerde Duitsland ‘de CO2-emissie met 95%
terug te brengen’. In hoeverre is de Europese Commissie van mening dat
een dergelijk voorgenomen verbod op auto's met verbrandingsmotoren
verenigbaar is met het beginsel van de vrije verplaatsing van mensen en
goederen binnen de EU, een van de pijlers van de Unie? En strookt het
voornemen van de Bondsraad volgens de Commissie met het principe
van één interne markt voor auto's binnen de EU?
101
Verkeersveiligheid: me hoela
Op 12 juli 2018 meldden zowel NOS als AD dat de ellende op de Neder-
landse wegen qua ongevallen met vrachtwagens “nooit eerder zo groot was
als in 2017”. In 2018 stegen de cijfers echter met nog eens 20 procent.
“Poolse truckers begrijpen mogelijk de waarschuwingen op de matrix-
borden niet”. Nederlandse truckers bevestigden in de media ‘dat hun
buitenlandse collega's onvoldoende zijn opgeleid en het materieel niet in
goede conditie is’. De vakbond CNV toonde zelfs aan dat een vervalst groot
rijbewijs in Polen voor 170 euro te koop is en Transport en Logistiek
Nederland (TLN) constateerde een 'oververtegenwoordiging' van buiten-
landse chauffeurs bij alle ongelukken en pechgevallen. Bij 40% van de
ongelukken en pechgevallen met vrachtauto's op de snelweg bleek een
buitenlandse chauffeur achter het stuur te zitten. Polen (9%), Roemenen
(5%) en Duitsers (5%) zijn betrokken bij de meeste ongelukken. Dat bericht
was aanleiding voor vragen (E-003863-18) aan de Commissie: Is de Com-
missie van mening dat deze toenemende oververtegenwoordiging van bui-
tenlandse truckers bij ongelukken op Nederlandse snelwegen een gevolg is
van de eengemaakte markt voor werknemers? Welke maatregelen stelt de
Commissie voor om de betrokkenheid van het aantal buitenlandse truckers
bij ongelukken op de Nederlandse snelwegen te beperken?
102
Vliegtaks
In juni 2018 kwam De Telegraaf met het bericht dat de Nederlandse over-
heid voornemens is per 2021 een vliegtaks te (her)introduceren, ‘omdat het
Nederlandse kabinet het in Brussel niet voor elkaar krijgt om voor 2021 tot
een Europese belasting te komen’. De vliegtaks zou 200 miljoen euro
moeten opleveren en ‘is gericht op de verduurzaming van de luchtvaart’.
Reisorganisaties, luchthaven Schiphol en de KLM wezen echter op de
vliegtaks van 2008, die de luchtvaart- en reissector grote financiële schade
toebracht, omdat passagiers naar buitenlandse luchthavens uitweken. Ik
wilde weten wat de plannen van de Commissie waren voor een eventuele
EU-brede ‘vliegtaks’ en hoe zij in het algemeen tegenover de Nederlandse
plannen stond (E-003455-18).
Zij antwoordde: “De Commissie is momenteel bezig met een evaluatie van
de bestaande energiebelastingrichtlijn (Richtlijn 2003/96/EG) en zal pas
nadien beslissen of zij het passend acht een voorstel op tafel te leggen, ook
betreffende energiebelasting in de luchtvaartsector. Energiebelastingen
worden geheven door de lidstaten. Op 2 mei 2018 heeft de Commissie een
mededeling over een meerjarig financieel kader 2021-2027 aangenomen,
waarin de structuur van de EU-begroting en de beleidsprioriteiten van de
EU voor een periode van zeven jaar zijn uiteengezet, samen met voorstellen
betreffende eigen middelen voor de financiering van de EU-begroting. Er is
geen sprake van een dergelijke belasting als een mogelijke bron van inkom-
sten voor de EU-begroting in het volgende meerjarig financieel kader”. De
Commissie gaat dus zelf geen ‘vliegtaks’ invoeren als bron van inkomsten
voor de EU-begroting en laat taxatie over aan de nationale lidstaten. Dat
was interessante informatie, met name voor KLM en Schiphol. Nederland
heeft dan wel de bevoegdheid om eigen energiebelastingen in te voeren,
maar in het geval van een ‘vliegtaks’ zal dat onvermijdelijk leiden tot op-
nieuw een debacle. Potentiële passagiers zullen uitwijken naar luchthavens
en vervoerders in het buitenland en dat zal de Nederlandse economie
ernstig schaden. Niet doen dus, overheid!
103
wordt bijna 19% van het totale EU-budget bestemd voor ‘klimaatgerela-
teerde financiering’. Dan heb je het –ter indicatie- over een bedrag van zo’n
200 miljard euro. Klimaatverandering is nog altijd onbewezen en er bestaan
grote meningsverschillen tussen wetenschappers wereldwijd of er nu wel
of niet sprake van is. Dat hindert de EU niet in het uittrekken van grote
bedragen om de strijd met die vermeende klimaatverandering aan te gaan.
Sterker nog: de EU is van mening dat zo ongeveer alle hedendaagse proble-
men met migratie te maken hebben met deze klimaatverandering. Zo pleitte
commissievoorzitter Juncker begin 2018 bij de opening van de tweedaagse
conferentie over de financiering van de EU opnieuw voor verhoging van de
EU-begroting. Daarbij wees hij erop dat er onvoorziene uitdagingen voor de
EU zijn bijgekomen zoals de stromen asielzoekers, terreurdreigingen en
natuurrampen veroorzaakt door –uiteraard volgens hem- die vermaledijde
klimaatveranderingen. U raadt het al: tijd voor enige hete vragen (E-
000126/2018): Kan de Commissie aangeven op welke natuurrampen, ver-
oorzaakt door klimaatveranderingen, voorzitter Juncker heeft gedoeld en
wanneer die hebben plaatsgevonden? Met welk bedrag moet volgens de
Commissie de EU-begroting worden verhoogd in verband met door klimaat-
veranderingen veroorzaakte natuurrampen en kan de Commissie dan gelijk
aangeven welke bedragen de EU reeds heeft uitgekeerd ter compensatie
van de schade die is aangericht door natuurrampen die door klimaatver-
anderingen zouden zijn veroorzaakt?
104
De EU beschikt over een aantal instrumenten om op rampen te reageren.
Het mechanisme voor civiele bescherming van de EU reageert op nood-
situaties binnen en buiten de EU met een begroting van 368,4 miljoen EUR .
Sinds 2001 is het meer dan 250 keer geactiveerd. Het mechanisme onder-
steunt eveneens rampenpreventie, rekening houdend met de gevolgen van
de klimaatverandering. Daarnaast reageert het Solidariteitsfonds van de EU
op grote natuurrampen en betuigt het solidariteit aan de door rampen
getroffen regio's in Europa. Het is sinds 2002 ingezet bij 76 rampen van
verschillende aard zoals overstromingen, bosbranden, aardbevingen, stor-
men en droogte. Tot dusver hebben 24 verschillende Europese landen
steun gekregen voor een bedrag van meer dan 5 miljard EUR. De Commissie
werkt momenteel aan de voorbereiding van het meerjarig financieel kader
na 2020 en de desbetreffende voorstellen voor sectorale uitgavenprogram-
ma’s, met inbegrip van de ramingen inzake de begrotingsmiddelen”.
U ziet: een hoop woorden, maar geen antwoord op de vraag inzake natuur-
rampen, aantoonbaar veroorzaakt door klimaatveranderingen. Natuurram-
pen zijn van alle tijd en plaats. Het klimaatbeleid van Juncker’s EU kan
eigenlijk zelf als een ramp worden betiteld.
105
Commissie dat zij mag verhinderen dat de VS uit het klimaatakkoord kan
stappen? De Commissie vindt kennelijk dat zij kan voorschrijven wat de VS
moet doen of laten. Wat vindt de Commissie van de waarden democratie,
subsidiariteit en soevereiniteit van nationale staten buiten de EU? En heeft
de oud-premier van Luxemburg wellicht nog andere nuttige adviezen aan
de president van de VS?
Juncker’s Commissie kwam met een hard antwoord, waaruit blijkt hoezeer
het ‘klimaatbeleid’ tot religie is verworden bij de EU: “De Verenigde Staten
(VS) hebben na afronding van de relevante nationale procedures op 3 sep-
tember 2016 hun akte van aanvaarding van de Overeenkomst van Parijs bij
de Verenigde Naties neergelegd. Juridisch gezien kan elke partij op grond
van artikel 28 van de Overeenkomst van Parijs die overeenkomst drie jaar
na de datum waarop die voor die partij in werking is getreden, te allen tijde
opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de deposita-
ris, en wordt die opzegging op grond van dat artikel één jaar na ontvangst
van die kennisgeving van kracht. Vanuit politiek oogpunt betreurt de Com-
missie dat president Trump heeft aangekondigd de VS te willen terug-
trekken uit de overeenkomst. Voorzitter Juncker heeft in zijn toespraak
tijdens het debat daarover in de plenaire vergadering van het Europees
Parlement van 14 juni 2017 het standpunt van de Commissie uiteengezet.
Hij heeft met name onderstreept dat de opzegging van de Overeenkomst
van Parijs door de Amerikaanse regering niet het einde van de overeen-
komst betekent. Integendeel, de rest van de wereld zal hierdoor meer vere-
nigd zijn en vastbesloten om de volledige uitvoering ervan na te streven.
Voorzitter Juncker heeft beklemtoond dat de Europese Unie niet opnieuw
over de Overeenkomst van Parijs zal onderhandelen en dat de 29 artikelen
van de Overeenkomst moeten worden uitgevoerd en daarover niet opnieuw
moet worden onderhandeld.”
106
8. Migratie en veiligheid
Als het ergens mis gaat met Europa dan komt dat door de funeste in-
vloed van de EU op het migratiebeleid van de nationale lidstaten. Hoe
vaak hoor je niet dat nationale regeringen maatregelen willen nemen om
ongebreidelde toestroom van illegale migranten te stoppen, maar ‘dat
het niet mag van Brussel’? Afgezien van het feit dat die uitspraak niet
klopt is het wel waar dat ‘Brussel’ een effectief nationaal migratie- en
grensbewakingsbeleid frustreert. Dat komt door de bewuste partij-
politieke inzet om supranationale instellingen te laten prevaleren boven
die verfoeide nationale landen met hun eigen wensen. Het is beleid.
Buitengrenzen: Frontex
Frontex is het Europees Agentschap dat zich toespitst op de samenwer-
king van de nationale EU-lidstaten inzake bewaking van de gezamenlijke
Europese buitengrens. Het agentschap bestaat sinds oktober 2005 en
‘helpt’ de lidstaten bij de uitvoering van de Europese voorschriften inza-
ke controles van de buitengrenzen en de terugkeer van niet-EU-burgers
naar hun land van herkomst. Dat klinkt heel aardig, maar in de praktijk
komt er niets terecht van met name die ‘terugkeer naar het land van
herkomst’, genaamd refoulement.
107
guliere immigranten door de grensbewakers naar ‘een veilige plaats’ te
worden overgebracht, maar in de praktijk worden zij bijna altijd naar
een haven van één van de lidstaten overgebracht, zoals met name
Griekenland, Italië, Malta en Spanje. Dit gebeurt op basis van recente
uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Mijn vragen over deze handelwijze van Frontex (P-000702-14): Kan de
Commissie bevestigen dat door de grensbewaking onderschepte vaar-
tuigen met irreguliere migranten in de praktijk altijd naar een haven van
een lidstaat worden overgebracht? Kan de Commissie aangeven of het
nog wel de bedoeling is dat deze boten worden teruggestuurd naar de
plaats waarvandaan zij zijn vertrokken? En kan de Commissie bevesti-
gen dat de lidstaten zijn gebonden aan de uitspraken van het EHRM en
dat zij daarom verplicht zijn irreguliere vluchtelingen naar een haven
van een lidstaat over te brengen?
De Commissie kwam met een verrassend antwoord: “De lidstaten zijn bij
de uitvoering van het EU-recht gebonden aan de bepalingen van het
Handvest van de grondrechten van de EU (het Handvest), dat wordt
uitgelegd in het licht van de rechtspraak van het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens (EHRM). Bijgevolg moeten zij bij de uitvoering van
het EU-recht tijdens grensbewakingsoperaties de grondrechten eerbie-
digen, waaronder het beginsel van non-refoulement, zoals vastgelegd in
het Handvest en uitgelegd door het EHRM [migranten mogen dus for-
meel niet worden teruggestuurd naar het land van herkomst! – AZ]. Noch
het toepasselijk EU-recht, met name de Schengengrenscode en Besluit
2010/252/EU van de Raad, noch de rechtspraak van het EHRM sluit
ontscheping in derde landen uit, op voorwaarde dat die niet in strijd is
met het beginsel van non-refoulement”.
Conclusie: volgens de EU mogen migranten willekeurig waar ontscheept
worden, mits niet in het land van herkomst. Dat hoeft absoluut geen EU-
lidstaat te zijn.
108
voor een gedegen onderzoek! Het zou te waarderen zijn als de onder-
zoeksjournalistiek hier eens gedegen in zou duiken. Er zijn overduidelijk
vraagtekens te zetten bij het handelen van deze NGO's. Zo kwamen zij
reeds negatief in het nieuws door:
De Commissie gaf een duidelijk antwoord: “Zij is niet in het bezit van een
officiële lijst van niet-gouvernementele organisaties die actief zijn bij
reddingsoperaties in de Middellandse Zee, maar volgens berichten
hebben de volgende organisaties aan zulke acties deelgenomen: SOS
Méditerranée, Jugend Rettet, Médecins sans frontières, MOAS, Proactiva
Open Arms, Save the Children, Sea-eye en Sea-watch. Deze organisaties
hebben geen financiering ontvangen uit het Fonds voor asiel, migratie en
integratie, noch uit het Fonds voor interne veiligheid”. Dat was dan in
ieder geval helder, maar het blijft mijns inziens zaak dat er eens diep-
gaander naar deze mensensmokkel wordt gekeken. In Nederland is in
ieder geval journalist Arnold Karskens hiermee aan de slag gegaan.
109
uitgebreid toegejuicht in die kringen. De Amerikaanse president Trump
reageerde bijna direct vanuit Israël met de volgende woorden: “Our
society can have no tolerance for this continuation of bloodshed. We
cannot stand a moment longer for the slaughter of innocent people. And
in today's attack it was mostly innocent children. The terrorists and
extremists and those who give them aid and comfort must be driven out
from our society forever.” Wat mij daaraan opviel was dat Donald Trump
niet slechts aan de aanslagplegers refereerde, maar ook aan iedereen die
‘extremist’ is alsmede aan degenen die directe of indirecte steun aan
deze personen geeft. Ik besloot in hoog tempo vragen (E-003488-17) aan
de Commissie te stellen en schrok van het antwoord: Onderschrijft de
Commissie de genoemde uitspraak van de president van de VS? Kan zij
een definitie geven van ‘extremist’ en zo ja, kan zij aangeven hoeveel
personen de groep van ‘extremists and those who give them aid and
comfort’ in de EU omvat en kan zij dat onderbouwen? Geeft het Europees
beleidskader voldoende ruimte om al deze personen uit onze samen-
leving te verwijderen, zoals de president van de VS voorstelt?
110
belangrijke instrumenten om terroristische aanslagen te voorkomen en
terroristen voor het gerecht te brengen.”
Binnengrenzen en controle
Sinds 2013 heeft Europa te maken met een migrantencrisis via met
name de Middellandse Zee en Turkije als doorgangsland naar Grieken-
land. Onder de echte vluchtelingen bevonden zich vooral veel econo-
mische vluchtelingen uit veilige landen, naast terroristen die stiekem
meekwamen in de migrantenstroom. GroenLinks weigerde dit bewezen
feit categorisch te accepteren, bij monde van Judith Sargentini. Maar
mede om die reden sloten diverse landen hun binnengrenzen met de
andere EU-lidstaten, om de veiligheid van de eigen bevolking te kunnen
garanderen. Hongarije liet helemaal niemand meer toe, op een enkele
christen-vluchteling na. In mei 2017 stelde eurocommissaris Timmer-
mans dat Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden
binnen zes maanden weer moesten overgaan tot ‘proportionele’ politie-
controles als afgesproken in het Verdrag van Schengen.
111
verkeer van personen tussen de 12 landen van de Europese Gemeen-
schap? Waarom vindt de Commissie dat door het uitvoeren van grens-
controles door Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en
Zweden, er geen sprake is van vrij verkeer van personen? En kunnen de
patrouilles, die volgens Commissaris Timmermans mogen worden uit-
gevoerd in internationale treinen, onbeperkt plaatsvinden?
Asielhoppen en de ‘Europaroute’
Diezelfde Griekse eurocommissaris deed nog een positieve duit in het
zakje in een andere serie vragen (E-003815-17) die ik stelde, dit keer
naar aanleiding van het feit dat één van de terroristen die op 3 juni
112
2017 in Londen zeven mensen vermoordde, aanvankelijk tevergeefs
asiel bleek te hebben aangevraagd in het VK. Toch kon hij zich in Londen
vestigen dankzij een verblijfsvergunningskaart van de EU die hem eer-
der in Ierland was verstrekt. Een praktijk die bekend staat als ‘Europa-
route’ of ‘asielshoppen’. Ik vroeg dan ook: Is de Commissie het met mij
eens dat deze praktijk, waarbij een in één lidstaat afgewezen asielzoeker
via een andere lidstaat toch verblijfsrechten krijgt in de oorspronkelijke
lidstaat, ongewenst en blijkbaar ook levensgevaarlijk is? Wat vindt de
Commissie ervan dat de ‘Europaroute’ de lidstaten hindert in het weren
van ongewenste immigranten en zal de Commissie voorstellen doen om
deze route af te sluiten?
Alleen langdurig ingezetenen van de EU, die gedurende vijf jaar legaal en
ononderbroken in één lidstaat hebben gewoond, hebben recht op vrij
verkeer binnen de EU. Een doeltreffende strategie inzake irreguliere
migratie is van essentieel belang om te voorkomen dat personen die een
veiligheidsrisico vormen, de EU binnenkomen en er verblijven”. Belang-
rijke kanttekeningen, die lidstaten duidelijk de mogelijkheid bieden om
(illegale) migranten die via een andere EU-lidstaat binnenkomen en een
veiligheidsrisico vormen, gewoon uit te zetten. Dat kon al op grond van
het Verdrag van Schengen (je vraagt éénmalig in een land asiel aan),
maar wordt door dit antwoord van de Commissie nog eens duidelijk
onderstreept. Duidelijk is dat een eurocommissaris die uit een lidstaat
komt die veel te lijden heeft onder illegale immigratie weet waarover hij
praat.
113
Het CNV toetert ook eens wat…
Hoe zit het met arbeidsmigranten, die zowel vanuit andere EU-landen als
vanuit niet-EU landen Nederland overspoelen? In een interview begin
2018 eiste de voorzitter van het CNV opeens dat er een rem zou komen
op de arbeidsmigratie naar Nederland. Vacatures in Nederland moesten
volgens hem worden vervuld door werklozen in Nederland. Die oproep
van het CNV om meer Nederlanders aan het werk te krijgen in Neder-
land leek niet te stroken met artikel 45 van het VWEU en er kwamen
vragen van (E-000215-18): Hoe vaak heeft de Commissie, op grond van
artikel 152 van het Verdrag van Lissabon, overleg gepleegd met het CNV
in het kader van de Europese Sociale Dialoog? Heeft het CNV tijdens die
overleggen ooit aangegeven te streven naar een rem op arbeidsmigratie?
Hoe beoordeelt de Commissie de oproep van het CNV aan werkgevers
om meer Nederlanders te werven ten koste van werknemers uit andere
landen in de EU?
114
Kort samengevat: het CNV speelde een leuk ‘eurokritisch’ spelletje voor
de Bühne, maar deed nauwelijks mee om die houding uitvoering te
geven in belangrijk EU-overleg. Wel woorden, geen daden. Verder onder-
streepte de Commissie opnieuw dat lidstaten verplicht zijn arbeiders uit
andere EU-lidstaten volledig vrije toegang te geven tot hun arbeids-
markt, inclusief alle rechten daaraan verboden.
EU uitbreiding
Tot slot iets over de EU-grenzen in het algemeen en dan hebben we het
over onder andere uitbreiding van de EU. We zagen al dat de toetreding
van Turkije aan een zijden draadje hangt en dat de sfeer nu is om dat
land helemaal niet meer toe te laten tot de EU. Rond december 2013
bleek dat er problemen waren met Kroatië, dat net was toegetreden tot
de EU. De Commissie raadde de Raad toen aan om tegen Kroatië een
zogenaamde procedure bij buitensporige tekorten in te leiden. Dat bete-
kent dat een land de begroting niet op orde heeft. Wist de Commissie dat
dan niet al veel eerder? Uiteraard! De aankondiging volgde op het laatste
voortgangsverslag van de Commissie van 26 maart 2013, waarin werd
gesteld dat Kroatië ‘over het algemeen voldoet aan de verbintenissen en
de verplichtingen voor alle hoofdstukken die uit de toetredingsonder-
handelingen voortvloeien’.
Met die bewoording gaf de Commissie aan wat zo ongeveer iedere eco-
noom al wist: Kroatië voldeed jarenlang niet aan de economische criteria
115
om te kunnen toetreden tot de EU. Het tekort van het land bedroeg in
2012 maar liefst 5% van het bbp. Volgens het verslag van de Commissie
aan de Raad van 15 november 2013 betreffende de inbreuk op de tekort-
regels door Kroatië werd aan die criteria nog altijd niet voldaan, aange-
zien ‘de overschrijding van de drempelwaarde van 3 % van het bbp niet
van tijdelijke aard is’, en het tekort ‘niet alleen in 2013 (5,4 % van het
bbp), maar ook in 2014 en 2015 aanzienlijk boven de drempelwaarde uit
zal komen’. Je zou zeggen dat de zaak dan duidelijk ligt: Kroatië kan geen
lid worden van de EU. Die logische gedachte werd echter niet gedeeld
door de EU, want Kroatië werd gewoon wél lid.
Ieder land dat lid wil worden van de EU dient te voldoen aan de in artikel
49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde voor-
waarden en de in artikel 6, lid 1, van dat verdrag vervatte beginselen. De
Europese Raad van Kopenhagen heeft verder tevens de relevante criteria
vastgesteld waaraan alle kandidaat-lidstaten moeten voldoen om lid van
de EU te kunnen worden (de bekende ‘Kopenhagen criteria’) en tot 2013
beoordeelde de Commissie de kandidaat-lidstaten op grond van deze
criteria. Tot Kroatië aanklopte. Mijn vragen (E-014076-13) waren dan
ook: Kan de Commissie uitleggen waarom zij in haar laatste voortgangs-
verslag over Kroatië het groene licht heeft gegeven voor de toetreding
van het land, terwijl het land niet aan de in het Verdrag vastgelegde
economische convergentiecriteria voldeed? Zou de Commissie geen
vraagtekens moeten zetten bij de nauwkeurigheid van de in maart uit-
gevoerde evaluatie van de toetredingsvoorbereidingen van Kroatië? Kan
de Commissie duidelijkheid verschaffen over de correcte interpretatie en
legitieme toepassing van de criteria van Kopenhagen? Deelt de Commis-
sie de mening dat de rechtsgeldigheid van de criteria van Kopenhagen
verwaarloosbaar is geworden, gegeven dat Kroatië aan geen van deze
criteria voldeed? En hoe denkt de Commissie over de toekomst van de
criteria van Kopenhagen? Op welke wijze zullen deze criteria het toe-
tredingsproces van mogelijke kandidaat-lidstaten beïnvloeden? Kunnen
deze landen lid van de Europese Unie worden zonder aan de desbetref-
fende criteria te voldoen?
De Commissie kwam met het verwachte antwoord. Ja, het verdient be-
paald niet de schoonheidsprijs, maar… : “In haar advies over het verzoek
om toetreding tot de EU van de Republiek Kroatië heeft de Commissie
116
bevestigd dat Kroatië voldeed aan de politieke criteria van Kopenhagen
en dat zij verwachtte dat Kroatië aan de economische criteria en de
criteria van het acquis zou voldoen en klaar zou zijn voor het lidmaat-
schap op 1 juli 2013. Volgens de economische toetredingscriteria moet
een land een functionerende markteconomie hebben en opgewassen zijn
tegen de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie. Zij
omvatten geen streefcijfers voor de openbare financiën.”
Dat klopt formeel, maar is onzinnig. Een bestaand lid mag een maximaal
tekort van 3% hebben, dus een kandidaat-lidstaat mijns inziens ook. De
Commissie vervolgde: “De toetreding van Kroatië was het resultaat van
een tienjarige, strenge procedure met strikte voorwaarden in alle stadia,
van het verlenen van de status van kandidaat-lidstaat, de start van de
toetredingsonderhandelingen en de openings- en sluitingsdatum van de
35 onderhandelingshoofdstukken, tot en met de afronding van de onder-
handelingen, de goedkeuring van het Europees Parlement en de ratifi-
cering van het Toetredingsverdrag door alle lidstaten. De criteria van
Kopenhagen, die in 1993 zijn vastgesteld door de Europese Raad, blijven
de basis voor het uitbreidingsbeleid. De politieke criteria weerspiegelen
de fundamentele waarden waarop de EU is gegrondvest: democratie, de
rechtsstaat, eerbiediging van de grondrechten. Het voortdurende belang
van de economische criteria wordt eveneens onderstreept door de eco-
nomische uitdagingen waarvoor de EU zich momenteel geplaatst ziet.
Zoals aangegeven in haar ‘Uitbreidingsstrategie en belangrijkste uitda-
gingen 2013-2014’, zal de Commissie haar aandacht bij het toetredings-
proces meer richten op economische kwesties. Het uitbreidingsbeleid is
gebaseerd op strenge maar eerlijke voorwaarden, waarbij de vorde-
ringen op weg naar het lidmaatschap afhangen van de maatregelen die
ieder land neemt om aan de vastgestelde criteria te voldoen. De Com-
missie blijft duidelijk stellen dat aan de betreffende toetredingscriteria
moet worden voldaan vóór zij volgende stappen kan aanbevelen in het
toetredingsproces van respectievelijk kandidaat-lidstaten en potentiële
lidstaten”.
Conclusie: ieder land mag lid worden van de EU, zolang het maar ‘over
het algemeen’ voldoet aan de verplichtingen tot toetreding. Een fiks en
structureel begrotingstekort vormt daarbij geen enkel probleem, zo
blijkt. Dat belooft nog wat voor de toekomst…
117
Hans (1942-2015)
Er zijn mensen die een invloed op je hebben. Iets waardoor je denken voor
de rest van je leven verandert. Je ouders natuurlijk. Je kinderen, oude
liefdes, nieuwe liefdes, die ene leraar, een goede vriend. Hans viel onder die
laatste twee.
118
opmerkingen te registreren. Maar het had net zo goed andersom gekund:
een afgezet stukje in de kroeg waar PVV’ers even met elkaar konden praten,
terwijl de pers gewoon rond kon lopen in het overige gedeelte. Maar Hans
vond het prima. We zaten eigenlijk de gehele avond aan de bar naast elkaar,
terwijl de resultaten binnendruppelden. Op een gegeven moment ging de
voorspelling van vier naar drie zetels en Hans zei dat hij dat ergens wel een
opluchting vond. Het werden er toch vier en Hans mocht zich gaan melden
in Straatsburg, bij de opening van de eerste sessie van de nieuwe legislatuur,
de vijfjaarsperiode voor het Europees Parlement.
Ik was daar ook, want er was een afscheidsfeestje voor parlementariërs die
het niet gehaald hadden. Het leek me wel gezellig om eens gewoon op een
feestje te komen zonder enige politieke spanning. Ik kreeg een medaille
(voor wat? Je werk doen?), vriendelijke woorden en onbeperkt alcohol. Dat
was dus inderdaad heel gezellig. Ik stond een flink gedeelte van de avond
met Emine Bozkurt te praten, een PvdA-lid in het EP dat ook afscheid nam.
Vriendelijke vrouw. We hadden wel eens vaker contact gehad. In het begin
van de zittingsperiode -vanaf 2009- waren er geen vriendelijke woorden
voor de PVV’ers, maar na verloop van jaren ging het voorzichtig wat beter
en werd het allemaal wat minder krampachtig. Die dag in Straatsburg ook.
De volgende dag zou ik weer naar huis rijden, maar terwijl ik door het
gebouw liep kwam ik in de gang een kleine man tegen. Een beetje hulpeloos
keek hij om zich heen. Het was Hans. ”Auke, ik weet echt niet waar ik heen
moet”, zuchtte hij. Dat was niet zo vreemd, want de architectuur van het
gebouw in Straatsburg is hopeloos (in Brussel trouwens ook. Megalomaan
betekent vaak ook ondoorgrondelijk). Ik liep de rest van de dag met hem
mee, onze kennismaking vernieuwend. Aan het eind van de dag had hij een
fractievergadering met de nieuwe leden en toen hij daarvan terugkwam
vroeg hij of ik wellicht zijn assistent wilde zijn, als ik nog niets anders had?
Dat leek me een leuke uitdaging en ik heb ja gezegd. Ik had trouwens ook
niks beters te doen, want het alternatief was terugkeren naar Binnenlandse
Zaken en ik had niet het gevoel dat iemand daar op mij zat te wachten.
Dat is toch één van de betere beslissingen van mijn leven geweest. Tegen
mijn advies in koos hij voor lidmaatschappen van de commissie
Ontwikkelinghulp en de Delegatie voor Afghanistan. “Daar heb ik verstand
van, Auke!”, gaf hij als verklaring. Alsof het belangrijk is ergens verstand
119
van te hebben in de EU! Je moet gewoon de één na domste in de zaal zijn,
heb ik wel eens gedacht. Er werkelijk verstand van hebben werkt alleen
maar heel frustrerend. Ratio is geen onderdeel van de Brusselse besluit-
vorming.
Ik zag bij de keuze van Hans dat er een probleem aankwam met publiciteit,
toch onderdeel van je werk. Ontwikkelingshulp is namelijk alleen in het
nieuws als er geld verprutst wordt -dat is altijd- én als het niet helpt, en dat
is ook altijd. Dat is dus geen nieuws en haalt ook niet het nieuws. En
Afghanistan? Hans kende de ambassadeur persoonlijk en sprak de taal. Ja,
daar heb je dus ook niks aan als je er niet heen kunt, dacht ik. Het land is
een oorlogszone en daar gaan echt geen werkbezoeken naartoe georgani-
seerd worden. Bovendien wordt de PVV toch altijd geweerd van werk-
bezoeken, zo was mijn ervaring in de Israel-delegatie. Ik had gelijk, bleek
later. Weinig aandacht voor deze dingen. Hans dacht dat het om inhoud zou
gaan, maar het Europees Parlement geeft gewoon zoveel mogelijk geld weg.
Daar voelen ze zich erg goed bij. Ik probeerde voor hem nog onderwerpen
te claimen waarop je nog wel eens kunt scoren: de juridische zaken. Maar
Vicky Maeijer was ook lid en terzake kundig en claimde die onderwerpen.
Toen was ik dus assistent. Dat was ik al eerder geweest voor Barry
Madlener. Dat was op het gebied van economie, en hoewel als econoom dat
onderwerp niet al te moeilijk was, moest ik erg wennen aan al die andere
dingen die het leven van een parlementariër bepalen. De stemlijsten, de
amendementen, spreekteksten schrijven, interviews voorbereiden, en
vooral het ontwikkelen van een politieke antenne. Dat was toch compleet
anders dan het werk op een ministerie. Toen ik in 2011 zelf parlementariër
werd was het een goede zaak dat ik het handwerk al kende. En nu kon ik
dat ook inzetten voor Hans.
Hans wist niet goed wat te doen. Hij vertelde dat ook vaak, want als hoog-
leraar wilde hij gewoon mensen geleerder maken dan ze eerst waren. Maar
dat is voor een parlementariër maar heel gedeeltelijk je werk. Na twee keer
had hij de commissie Ontwikkelingswerk wel gezien, want daar liepen ze in
hun denken decennia achter, vertelde Hans, die als adviseur op dat gebied
gewerkt had. Ook de vijandschap had hij niet verwacht; de andere partijen
die je negeren, ridiculiseren. Dat soort dingen. Maar gelukkig had Hans ook
een vaste deal met GeenStijl voor een wekelijkse column. Dat was erg leuk
120
om te doen, omdat Hans iedere week zuchtend binnenkwam en dan zei:
“Auke, wat denk je van de rol van gnostici in de tweede eeuw?” “Nou, Hans”,
zei ik dan, “het kan misschien ook iets actueler?” ‘”Toch niet wéér over de
islam, Auke?” “Ik denk dat we iets kunnen proberen over de boten vol
vluchtelingen en de islamitische opdracht tot verovering?”, probeerde ik
dan. Hij had me eens uitgelegd wat de islamitische uitdrukking ‘na de
zaterdag, komt de zondag’ betekent. Namelijk, eerst de Joden onderwerpen,
daarna de Christenen.
Hoofdschuddend ging hij dan aan het werk en twee uur later kwam hij met
een tekst die precies de goede lengte had. Ik las het met genoegen, gaf één
of twee aanwijzingen -niet dat ik ook maar enige hulp was op zijn
vakgebied- maar heel af en toe moest ik zeggen dat zijn woordkeus
weliswaar academisch correct was, maar politiek onhandig en of hij iets
anders wist?
En hij had geweldige verhalen over wat hij allemaal had meegemaakt. Als
directeur van het Nederlands Instituut in Cairo, als begeleider bij vele
reizen, als tolk, als getuige-deskundige, en nog veel meer. Zo vertelde hij
eens een schitterend verhaal dat hij met Nederlandse gezanten bij een
toespraak van Gadaffi in Libie was. Gadaffi zei iets, dat werd vertaald, aan
het einde klapte iedereen. Maar Hans hoorde gewoon dat Gadaffi tegen de
tolk zei dat hij maar wat moest verzinnen want hij ging niet echt iets zeggen
tegen die dwazen. Dus de tolk verzon zelf wat gemeenplaatsen. Maar het
mooiste was het spandoek aan het gebouw waar de gezanten voor stonden.
Daar stonden in het Arabisch beledigende teksten voor de ongelovigen (wat
ben ik helaas vergeten) en de officiële foto’s werden dus gemaakt met die
tekst op de achtergrond. Voor de lokale kranten een duidelijke boodschap,
terwijl de Nederlanders positief gestemd weer de terugreis aanvaardden.
Wat een fijne man, die Gadaffi! Wat me eraan doet denken dat toen de PVV
vragen stelde over ‘dictator Gadaffi’, we die weer linea recta terugkregen
omdat we Gadaffi geen ‘dictator’ mochten noemen.
121
Maar het meest bijzonder waren toch de eindeloze gesprekken die we
hadden over zijn vakgebied. Of Jezus een historische figuur was, of
Mohammed dat was, hoe het religieus denken zich had ontwikkeld in die
periode, waarom de archeologie geen bevestiging kon vinden voor de
geschiedenis volgens de koran en de overlevering. Dat hij ontevreden was
dat hij door zijn enorme talenkennis oude documenten bestudeerde en
becommentarieerde, maar dat zijn vakgenoten in Nederland dan bena-
drukten dat dat geen enkele relevantie voor moslims in Nederland kon
hebben. “Ze hebben niet eens een idee wat daar in staat”, zei Hans dan.
Voortdurend benadrukte hij dat de wetenschap geen absolute waarheden
kent, en dat hij dat ook altijd op zijn studenten had proberen over te
brengen. Dat hij de ene week een stuk belichtte vanuit de ene hoek en dan
de volgende week hetzelfde onderwerp op een volledig andere manier met
een andere conclusie nog een keer vertelde. En steeds weer waren er
studenten die daar niet mee om konden gaan en die van hem wilden weten
welke van de twee nou correct was.
Met studenten die als bezoekersgroep langskwamen had hij weinig geduld,
als ze zich niet voorbereid hadden. Altijd overschatte hij de vaardigheden
van studenten. Vooral zijn talenkennis was dermate groot dat hij zich niet
kon voorstellen dat niet iedereen de drie moderne talen sprak.
Op een gegeven moment verontschuldigde Hans zich bij mij. Hij vond het
werk onverwacht leuk, voelde zich gesteund en gewaardeerd en wilde
gewoon verder. “Ik zit eigenlijk op jouw stoel, Auke”. “Onzin”, zei ik, “je bent
bekender, hebt een sloot voorkeurstemmen, en je staat gewoon hoger op de
lijst. Zo werken die dingen”. Bovendien was hij in de pers geen gewone
politicus, maar een autoriteit. Dat is een positie die niet veel mensen
gegeven is.
122
Op een vrijdag belde hij me. De column voor GeenStijl waarmee hij gewor-
steld had, was goed gelukt en hij wilde me bedanken. “Drink je wijn of
whisky, Auke?” Ik zei dat ik gewoon mijn werk had gedaan, maar dat ik wel
een whiskyman was. De maandag daarna belde de familie echter dat Hans
was opgenomen in het ziekenhuis en dat het er niet goed uitzag. De
volgende dag overleed hij. Ik heb geloof ik allerlei mensen gebeld, maar dat
weet ik allemaal niet meer. Heel veel geijsbeerd ook, met een gevoel van
gejaagdheid, alsof ik nog iets kon doen als ik het maar snel deed. Iedereen in
de PVV was geschokt en ik niet minder. Bij de uitvaartdienst in Amsterdam
was het druk en er waren vele bekende namen. Martin Bosma hield, naast
anderen, een mooie toespraak. De kerk waar de dienst gehouden werd was
de gewijde omgeving die er goed bij paste. Zoals altijd helpt dat.
Na zijn dood kreeg ik een schitterende fles whisky die hij de dag voor zijn
ziekenhuisopname voor mij had gekocht. Een jaar na zijn dood heb ik de
fles geopend. Hij is nu leeg, maar staat in de kast. Als herinnering. Alsof ik
een fles nodig heb om me Hans te herinneren.
123
Nawoord
Bent u er nog, na het lezen van zoveel EU-ellende? Complimenten! Het valt
niet mee om dit soort kwesties te bestuderen, omdat ze zo schadelijk zijn
voor ons Nederland. Dat geldt ook voor het dagelijks werk in het Europees
Parlement: het is vaak taai doorzetten om door de brei aan informatie en
sluwe partijpolitiek heen te komen. En zelfs als je de juiste analyse hebt
gemaakt en vol goede tegenvoorstellen naar een vergadering of stemming
vertrekt is het een bittere teleurstelling om te moeten vaststellen dat
opnieuw een blokkerende meerderheid van bijvoorbeeld socialisten en
christendemocraten het gezonde verstand op nul zet en met de blik op
oneindig stemt voor de meest schadelijke optie.
Het blijft verbazen hoe politici, verblind door het tijdelijke succes, roem of
vele geld, bereid zijn hun diepste overtuigingen en principes aan de kant te
schuiven voor dwaze beleidsvoorstellen en beslissingen. Alles voor een nog
belangrijker baantje of hoger aanzien? Wie zal het zeggen. Het likken naar
boven en schoppen naar beneden schijnt nog steeds wat op te leveren. Niets
124
nieuws onder de zon. Is het dan nutteloos dat de PVV in het Europees Parle-
ment vertegenwoordigd is? Zeker niet. Onze politici bezetten een zetel die
anders naar een pro-EU kosmopoliet zou zijn gegaan en dat op zich is al
reden genoeg. De PVV geeft, met gelijkgestemden in het EP, duidelijk
tegengas aan de pro-EU partijen. Zij hangt voortdurend aan de noodrem
van de voortdenderende dieseltrein, die daarmee steeds meer afremt. Hoe
zich dat concreet uit? Dat heeft u kunnen lezen in de hoofdstukken van dit
boek.
In dit jaar zijn er opnieuw verkiezingen voor het Europees Parlement. Hoe
die gaan uitpakken is deels koffiedik kijken. Het is uiteindelijk aan de kiezer
om te bepalen wie er naar Brussel en Straatsburg gaan. Wat ik wel hoop en
vermoed is dat de kiezers de eurokritische stem zullen versterken. Wat dat
betreft zijn er bemoedigende ontwikkelingen gaande in Europa. In Frank-
rijk is de positie van de zittende macht nog nooit zo zwak geweest en de
anti-EU stemming zo groot. In Hongarije, Polen en Italië zijn zeer EU-
kritische regeringen aan de macht. Engeland neemt afscheid van de EU en
heeft nu reeds bewezen op eigen kracht in staat te zijn om te overleven.
Sterker nog: de economie floreert als nooit tevoren. In Zweden, tot voor
kort sterk pro-EU socialistisch bolwerk, ruikt de eurokritische beweging
aan de macht. Iets dat tot voor kort onmogelijk werd gehouden. In Finland
neemt een eurokritische partij deel aan de regering en in ons land is ook al
lang geen sprake meer van EU-liefde. Zelfs politiek Duitsland schudt op haar
grondvesten, waar tot voor kort eigenlijk twee politieke stromingen voort-
durend de macht onder elkaar verdeelden.
125
Wij zullen echter als ware Geuzen de nationale soevereiniteit van ons mooie
land blijven bepleiten. Geen EU die voor ons bepaalt wat wij al dan niet
zouden mogen, maar soevereine zelfbeschikking. Datzelfde zien we in
Spanje (Catalonië) en België (Vlaanderen) gebeuren. Ontwikkelingen die
zeer boeiend zijn om te volgen, ondanks alle hate speech die de EU over alle
onafhankelijkheidsbewegingen uitstrooit. We zullen veel desinformatie en
nepnieuws vanuit de EU onze kant zien opkomen, zoals juichende peilingen
over vermeende successen van de EU en dergelijke. Misschien dat de PVV
daarover een meldpunt kan opzetten? PVVvsEUdisinfo of zo. Wie weet.
Tot slot. Het was mij een voorrecht om de afgelopen jaren de Nederlandse
kiezers te mogen vertegenwoordigen in het Europees Parlement. Ondanks
alle tegenwerking en regelmatige frustratie was het een feest der democra-
tie. Het is en blijft een enorm voorrecht om zonder last en ruggenspraak de
stem van de kiezer te mogen zijn. Ik hoop dat ik u daarin niet heb
teleurgesteld.
126
Biografie Auke Zijlstra
127
128