Vous êtes sur la page 1sur 2

Zie

ik de lichtjes van de Schelde


Bobbejaan Schoepen

                     
F C F FM Gm C

  

   
1.De

          
F C F C F

 
12
2.Je

tijd zit er op en we va ren naar huis, het duurt nog maar


weet wel m'n schat, dat ik veel van je hou, dat hoef ik jou

      
        
17 A♭dm C D Gm D Gm

en ke le we ken. Een paar keer op wacht en dan kom ik naar


niet te ver kla ren. Een zee man is dol op zijn kroost en zijn

            
D G GM C F

 
23

huis, dan zul len w'el kan der weer spre ken. Dus dit is de
vrouw, toch wil hij al tijd weer va ren. Maar soms heet de

            
C F C F F

 
29

laat ste brief die ik je schrijf, kijk 's a vonds maar goed in de
zee iets ver keerds met me voor, en krijg ik voor goed a ve

               
34 B♭ Gm B♭m F Dm Dm

krant, dan weet je pre cies waar ik ben en ik blijf, voor


rij, denk dan aan de kin' dren en sla je er door, maar

             
 
40 G C C C F

dat ik te rug ben in 't land! Zie ik de licht jes


spreek hun dan dik wijls van mij!

             
C F G m C F C G m

 
47

van de Schel de, dan gaat mijn hart wat snel ler slaan. Ik weet dat

Notatie: J. L. Seynaeve
        
     
54 C G m C F

jij op mij zult wach ten en dat je aan de kaai zult staan.

  
           
  
61 B♭ C F C F B♭ C F Cm B♭

Zie ik de licht jes van de Schel de is 't of ik in je o gen kijk,

         
       
69 D Gm B♭M F Dm F Gm C

die zo heel veel liefs ver tel len, dan ben ik als een prins zo

     
F


77

rijk. Je

2 Notatie: J. L. Seynaeve

Vous aimerez peut-être aussi