Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
BE
FOCUS CONCURRENTIEKRACHT
90 Grafiek 3
Werkgelegen-
80
heidsgraad
> in onze drie buurlanden voor gemiddeld 1,1% door de CRB werd over- 70 bij de 15-64-
schat. Rekening houdend met deze voorspellingsfout van 1,1% is de 60
jarigen in 2009
(in %; Bron: Eurostat)
verwachte loonkostenontwikkeling bij onze drie buurlanden dus niet 50
gelijk aan 5%, maar aan slechts 3,9%. Dit is exact gelijk aan de ver- 40 75,7 77,0
69,9 70,0 70,9 71,6 72,2
wachte indexering in België voor de komende twee jaar (3,9%). 64,2 66,3 67,6 68,7
30 57,5 59,8 61,2 61,6 61,8
20
104
en de KU Leuven hebben bijvoorbeeld berekend dat met elke 1%-cor-
rectie van de loonkostenhandicap uiteindelijk zo’n 15.000 à 20.000 103
extra jobs kunnen worden geschapen. Wanneer de volledige loon-
102
kostenhandicap van 3,9% zou worden weggewerkt, dan zou men dus
101
aan 60.000 tot 80.000 werkzoekenden op de arbeidsmarkt bijko- BE
mende kansen kunnen geven. En meer mensen aan het werk bete- 100 GEM3
2005 2006 2007 2008 2009
kent niet alleen een breder financieel draagvlak voor ons sociaal
76% Grafiek 6
74% Loonaandeel in
de industrie
> de consumptie van de gezinnen worden gestimuleerd, zonder dat de 72% (in % van de toege-
koopkracht via buitensporige loonsverhogingen nog eens massaal voegde waarde;
70%
Bron: CRB)
moet toenemen.
68%
66%
De lage lonen zijn in reële termen sterk gestegen
64%
De koopkracht kende niet alleen op korte termijn een dynamisch ver-
loop, ook over een iets langere periode werd ze sterk ondersteund. Een 62%
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
gen (met name de werkbonus) die de regering in het verleden heeft
doorgevoerd. Deze hebben tot gevolg gehad dat de gemiddelde aan-
prestatie, van de ondernemingen verbeteren. Ten tweede zal dit ook
slagvoet gevoelig kon verminderen, waardoor de nettolonen sterker
een positieve invloed uitoefenen op de rendabiliteit, en dus de inves-
konden stijgen dan de brutolonen. Voor een alleenstaande zonder kin-
teringen, van de ondernemingen. Grafieken 6 en 7 tonen onder ande-
deren tewerkgesteld aan 50% van het gemiddeld brutomaandloon viel
re welke klap de industrie in 2009 te verwerken heeft gekregen: het
de gemiddelde aanslagvoet bijvoorbeeld terug van 26,0% in 1996
loonaandeel is er bijvoorbeeld gestegen tot het hoogste niveau in 25
naar 15,9% in 2009, waardoor het nettoloon voor deze categorie
jaar en de rendabiliteit bereikte er een dieptepunt dat nooit is gezien
werknemers kon toenemen met een extra (d.w.z. bovenop de reële
in de afgelopen 40 jaar! Loonmatiging kan deze trend helpen keren,
brutoloonsverhogingen) 13,8% bovenop inflatie. Voor iemand tewerk-
de industrie terug sterker in de Belgische economie helpen veranke-
gesteld aan 100% van het gemiddeld brutomaandloon kwam de
ren en onze economische groei opnieuw op meer stevige fundamen-
daling van de gemiddelde aanslagvoet neer op 2 pct. (i.e. van 40,5%
ten helpen baseren: in dit scenario zouden immers zowel de
naar 38,5%) en de extra stijging van het nettoloon op 3,2% boven-
consumptie van de gezinnen, als de investeringen van de onderne-
op inflatie. Ten slotte, voor iemand tewerkgesteld aan 200% van het
mingen, als de export een belangrijke bijdrage aan het economisch
gemiddeld brutomaandloon bedroegen deze cijfers respectievelijk
herstel blijven leveren.
1,6 pct. (i.e. van 49,9% naar 48,3%) en 3,4%. Voor gezinnen met
of zonder kinderen zijn de conclusies gelijkaardig. Met andere woor- 28% Grafiek 7
den, ook over een iets langere periode is dus de koopkracht van de Rendabiliteit in
26%
werknemers aanzienlijk toegenomen en zijn het voornamelijk de lage de industrie
24% (in % van het geïnves-
lonen die hiervan het meest geprofiteerd hebben. teerde kapitaal; Bron:
22% CRB)
0% Grafiek 5 20%
-3,0% -2,8% -2,5% -2,4% Vermindering
-2% 18%
van de gemid-
-6,1%
delde aanslag- 16%
-4%
voet tussen
14%
-6% -12,1% 1996 en 2009
voor een gezin 12%
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
-12%
-14%
1457€/1457€ 1457€/2915€ 2915€/2915€ 4372€/4372€
Brutomaandloon in EUR
5829€/5829€ 7287€/7287€
Vorming en innovatie
Vormingsinspanningen houden goed stand tijdens de crisis
Loonmatiging zal het economisch herstel bestendigen Verleden jaar had de CRB al voorlopige cijfers gepubliceerd betreffen-
Dankzij de koopkrachtbuffer die in de afgelopen jaren is opgebouwd de de vormingsinspanningen van de ondernemingen in 2008. De
en de extra koopkracht die in de komende twee jaar als gevolg van definitieve cijfers voor 2008 die in het rapport van dit jaar terug te
de extra jobcreatie voor de outsiders zal worden gecreëerd, moet het vinden zijn, komen uit op 1,68% van de loonkosten, ofwel 0,11%
afbouwen van de loonkostenhandicap geen negatieve impact hebben hoger dan het voorlopige cijfer van verleden jaar. Voor de onderne-
op de consumptie van de gezinnen. Op het vlak van de andere mingen met meer dan 10 werknemers (ofwel dezelfde referentiegroep
bestanddelen van het bbp is het effect van een loonmatiging dan weer waaruit ook de doelstelling van 1,9% is afgeleid) bedroeg dit cijfer
duidelijk positief. Ten eerste zal het afbouwen van onze loonkosten- zelfs 1,88%! Voor 2009 zijn er opnieuw slechts voorlopige cijfers
handicap de internationale concurrentiepositie, en dus de export- beschikbaar. Deze bedragen respectievelijk 1,59% voor alle onder- >
> nemingen en 1,78% voor de ondernemingen met meer dan 10 feit dat de Belgische ondernemingen minder in innovatie zouden
werknemers. Rekening houdend met het feit dat het voorlopige cij- investeren in vergelijking met hun concurrenten in het buitenland
fer voor 2009, net als verleden jaar, mogelijk nog opwaarts zal wor- (wel integendeel!), maar meer aan het feit dat de kennisintensieve
den bijgesteld, kunnen we vaststellen dat de vormingsinspanningen sectoren in ons land vaak een relatief kleinere omvang hebben dan
van de ondernemingen goed stand hebben gehouden tijdens de cri- in sommige andere landen. De uitdaging voor België bestaat er dan
sis. Voor de ondernemingen met meer dan 10 werknemers ligt het ook voornamelijk in om nieuwe kennisintensieve activiteiten tot ont-
voorlopige cijfer zelfs zeer dicht bij de doelstelling van 1,9% die de wikkeling te laten komen.
sociale partners in het verleden zijn overeengekomen.
(1) Van dit cijfer mogen de toegekende loonsubsidies (bv. voor ploegen- en nachtarbeid, overuren, onderzoekers, interprofessionele correctie) niet worden afgetrokken. Verschillende
redenen kunnen hiervoor worden aangehaald. Ten eerste doet men dit ook niet voor onze drie buurlanden, waardoor men appelen met peren zou vergelijken. Ten tweede zou
hiermee de marge voor loonsverhogingen worden verhoogd, waardoor deze lastenverlagingen niet meer ten gunste van onze concurrentiepositie zouden komen. Ten derde mag
in deze context ook de loonkostenhandicap niet uit het oog worden verloren die vóór 1996 werd opgebouwd.
(2) Zijnde het Centraal Planbureau in Nederland, de Projektgruppe Gemeinschaftsdiagnose in Duitsland en de Minefi in Frankrijk.
(3) Focus Concurrentiekracht, november 2009: ‘Economisch draagvlak als basis voor meer welvaart blijft uitermate fragiel’.