Vous êtes sur la page 1sur 65

Duurzaam gedacht,

Dynamisch gedaan
Terugblik collegeperiode 2007-2011

December 2010
Inhoud
1. Inleiding 3

2. Reflectie op ‘Duurzaam denken, Dynamisch doen’ 4

3. Resultaten 8
3.1 Duurzaamheidsoffensief 8
Energie 8
Klimaat 10
Water 11
Leefomgevingskwaliteit 13
Verstedelijking en woningbouw 14
3.2 Groenoffensief 15
Realisatie natuur- en recreatiegebieden 15
Verbetering van de kwaliteit van het landschap 16
3.3 Bereikbaarheidsoffensief 18
Intensiveren van openbaar vervoer 18
Verbeteren van weg-, vaarweg-, en fietsinfrastructuur 19
Realiseren van ketenmobiliteit 22
3.4 Economisch Offensief 22
Herstructurering en aanleg nieuwe bedrijventerreinen 22
Versterking economische clusters 23
Vrije Tijd 25
Onderwijs en arbeidsmarkt 25
3.5 Jeugdoffensief 26
Jeugdzorg 26
Maatschappelijke participatie 27
Cultureel Erfgoed 28
3.6 Integrale Ruimtelijke Projecten 29
Zuidplaspolder 29
As Leiden-Katwijk 30
Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS). 30
Oude Rijnzone 31
Project Mainportontwikkeling Rotterdam 750 hectare 31
Kustontwikkeling 32
Hof van Delfland 33
3.7 Bestuurlijke onderwerpen 33
Provincie Nieuwe Stijl 33
Provinciale Structuurvisie 34
Zuidwestelijke Delta 34
Kwaliteit lokaal bestuur en gemeentelijke herindelingen 35
Regionale Uitvoerende Diensten 36
Randstad Samenwerking 36
Randstad Urgent 37
Europees en internationaal beleid 37

Bijlage 1: Financiën 39
Bijlage 2: Overzicht Effect-Indicatoren 40
Bijlage 3: Subsidies 41

Terugblik collegeperiode 2007-2011 2


1 Inleiding

In april 2007 is in de provincie Zuid-Holland een coalitie van CDA, VVD, PvdA en
Christenunie/SGP begonnen aan de uitvoering van een ambitieus coalitieakkoord:
“Duurzaam denken, dynamisch doen”. De visie achter dit akkoord was Zuid-Holland te
verstevigen als een provincie waar het ‘aangenaam wonen, werken en recreëren is, nu en in
de toekomst’. Door in te zetten op vijf offensieven beperkte het provinciebestuur zich tot de
hoofdopgaven en legde het met concreet beleid de nadruk op uitvoering.
“Wij willen een doe-provincie zijn”, aldus het coalitieakkoord.

Met deze terugblik maken Gedeputeerde Staten de balans op van de collegeperiode 2007-2011.
Hiermee wordt verantwoording afgelegd over het beleid van de afgelopen vier jaren. Ook wordt uitvoering
gegeven aan de motie van Provinciale Staten waarin zij vragen om inzicht in de behaalde resultaten.

De gepresenteerde resultaten in deze terugblik zijn gevalideerd door de Randstedelijke Rekenkamer.


De Rekenkamer heeft in december 2010 op verzoek van Provinciale Staten een beoordeling gegeven van
de afgelopen collegeperiode. De Randstedelijke Rekenkamer concludeert dat voor de 18 geselecteerde
doelstellingen uit de Terugblik de verantwoording van voldoende kwaliteit is. De relevantie, controleer­
baarheid en juistheid van de resultaten zijn over het algemeen goed. Op basis van de aanbevelingen stellen
Gedeputeerde Staten kunnen verschillende lessen worden getrokken, die aan het volgende college zullen
worden meegegeven. Het in januari 2010 verschenen Bestuurskrachtonderzoek Randstadprovincies geeft
ook een positief beeld: een onafhankelijke commissie constateert dat de provincie Zuid-Holland effectief
en doelmatig handelt.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 3


2. Reflectie op ‘Duurzaam denken,
Dynamisch doen’
De provincie Zuid-Holland heeft de afgelopen jaren geopereerd in een sterk veranderende
omgeving. In 2007 was er nog sprake van een relatief hoge economische groei. Het uitbre-
ken van de kredietcrisis in 2008 luidde echter een economische recessie in. Daarmee kwam
de Staatshuishouding in turbulent weer terecht en koos het Rijk voor de eerste structurele
bezuinigingen. Ook de provincies bleven niet buiten schot. Het toenmalige kabinet koos
voor een structurele korting van 300 miljoen euro op het provinciefonds die per 1 januari
2011 ingaat. De provincie Zuid-Holland heeft daarop geanticipeerd in de meerjarenramin-
gen met bijstellingen van beleidskeuzes. Recent heeft het kabinet-Rutte opnieuw forse
bezuinigingen aangekondigd.

De provincie kreeg behalve met een economische neergang ook te maken met het debat over de herijking
van de overheidstaken. De discussie over het bestaansrecht van de provincies werd de afgelopen periode
niet eerder zo intensief gevoerd. De herijking van taken kwam onder meer aan de orde in het advies van
de commissie-Lodders, het daaropvolgende bestuursakkoord tussen Rijk en provincies, de discussie over de
herverdeling van het Provinciefonds en de vergaande voorstellen van de commissie-Kalden.

In dit speelveld heeft de provincie geacteerd en geanticipeerd. Daarbij heeft Zuid-Holland nadrukkelijk
gekozen voor een focus op de ruimtelijke omgevingstaken. In het licht van bezuinigingen en nieuwe visie
op taakuitoefening zijn de hoofdopgaven uitgevoerd, met scherpe keuzes vanuit het provinciaal belang en
het toedelen van (nieuwe) middelen. In sommige gevallen heeft dat ertoe geleid dat ambities of doelen –
met instemming van Provinciale Staten - zijn bijgesteld.

Het coalitieprogramma “Duurzaam denken, dynamisch doen” legde in april 2007 vijf hoofdopgaven vast
waarbij de provincie de meeste toegevoegde waarde kon hebben voor de Zuid-Hollandse samenleving.
Niet elk maatschappelijk vraagstuk is een provinciale opgave, zo was de gedachte. De hoofdopgaven
legden de focus op achtereenvolgens een aantrekkelijke leefomgeving, integrale bereikbaarheid,
duurzame economische ontwikkeling, maatschappelijke participatie en daadkrachtig en slagvaardig
bestuur. Met vijf offensieven zijn die opgaven de afgelopen vier jaar uitgevoerd.

Gedeputeerde Staten stellen vast dat de doelstellingen uit het coalitieakkoord grotendeels zijn
gerealiseerd. Hieronder volgen de hoofdlijnen van de behaalde resultaten.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 4


Provincie Nieuwe Stijl: een helder profiel
Conform de ambities over een slagvaardiger bestuur in het coalitieakkoord, heeft de provincie met
Provincie Nieuwe Stijl haar hoofdtaken benoemd en aangescherpt. Behalve een aanscherping van taken
staat Provincie Nieuwe Stijl een aanpak voor die resulteert in minder bureaucratie, minder bestuurlijke
drukte, betere dienstverlening en een herijking van het interbestuurlijk toezicht.

In de afgelopen drie jaar is Provincie Nieuwe Stijl in de dossiers toegepast en concreet gemaakt.
De versterking van de provinciale kerntaken komt het meest duidelijk naar voren in de ruimtelijke
omgevingstaken. De provincie Zuid-Holland maakt keuzes met het oog op de kwaliteit van de (schaarse)
ruimte. Zij weegt bovenlokale belangen af, werkt samen met anderen en hakt op de juiste momenten
knopen door. Er zijn taken herijkt en er zijn taken beëindigd. Voorbeelden van beëindiging zijn taken
rondom sport, educatie, kleine kernen, goederenvervoer, visserij en ondernemersschap.

Provincie Nieuwe Stijl heeft geleid tot meer focus en meer resultaat op de hoofdtaken.
Hiermee is tegemoet gekomen aan de ambitie in het coalitieakkoord om een ‘doe-provincie’ te zijn:
minder visies en beleid, meer uitvoering.

Provinciale Structuurvisie
Met de vaststelling van de Provinciale Structuurvisie in deze collegeperiode is een belangrijke stap om de
rol van de provincie als gebiedsregisseur waar te maken. In de Provinciale Structuurvisie is gedefinieerd
hoe de provincie tot 2020 samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte in Zuid-
Holland. Verder benoemt de Provinciale Structuurvisie de provinciale belangen waarop zij zal sturen.

Met de structuurvisie richt de provincie zich op versterking van de economische concurrentiepositie,


duurzaamheid en een klimaatbestendig Zuid-Holland. Ook is er extra aandacht voor drie bovenregionale
opgaven: het concentreren van de verstedelijking langs het Zuidvleugelnet in en rond de steden in het
stedelijk netwerk, het verbeteren van de verbinding tussen steden en het landelijk gebied en sturen op
ruimtelijke kwaliteit. In de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit speelt cultureel erfgoed een steeds
grotere rol. Om haar ambities te realiseren, maakt de provincie gebruik van (nieuwe) wettelijke
instrumenten, zoals inpassingplannen en onteigeningen. Waar doorpakken nodig is, wordt er ook
doorgepakt.

Water is een structurend element in de ruimte. Met de vaststelling van het Provinciaal Waterplan 2010-
2015 in deze collegeperiode is een belangrijk plan voor de provincie en de waterketen tot stand gekomen.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat het college zich inzet voor zeewaartse kustuitbreiding door
uitvoering van het programma ‘bouwen met de natuur’. Met het project Zandmotor hebben Gedeputeerde
Staten hieraan invulling gegeven. De uitvoering van het project is in december 2010 gestart.

Regionale Uitvoeringsdiensten
De vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten of Omgevingsdiensten is voortvarend ter hand genomen.
Met de Uitvoeringsdiensten moet de vergunningverlening en handhaving op milieugebied efficiënter en
doelmatiger worden. De bundeling van kennis en expertise op milieuterrein moet het antwoord zijn op de
steeds complexer wordende milieuwet- en regelgeving.

Begin 2012 moet in Zuid-Holland een provinciaal dekkend netwerk van Regionale Uitvoeringsdiensten
staan. Per 1 januari 2011 gaat de eerste Omgevingsdienst van Nederland van start in Zuid-Holland Zuid;
de andere regio’s volgen later. In totaal gaan circa 300 ambtenaren van de provincie over naar een van de
vier Regionale Uitvoeringsdiensten of de Milieudienst Rijnmond (DCMR) in Schiedam.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 5


Bestuur
In de afgelopen jaren heeft de provincie veel energie gestoken in de versterking van de kwaliteit van het
lokaal bestuur. Op Goeree-Overflakkee en in de Krimpenerwaard heeft dit geleid tot het vaststellen van
een herindelingsadvies door de provincie. Daarnaast heeft de provincie, samen met de Vereniging van
Zuid-Hollandse Gemeenten, alle Zuid-Hollandse gemeenten aangespoord om periodiek de bestuurskracht
te onderzoeken en daarmee de kwaliteit van het lokaal bestuur te waarborgen.

Op het gebied van Europa haar inzet geprofessionaliseerd en ruim € 100 miljoen binnengehaald.

Duurzaamheid
Met het Kader Afweging Duurzame Ontwikkeling is duurzaamheid concreet gemaakt en verweven in het
provinciaal denken, doen en handelen. Hiermee is integraal beleid bevorderd. Zo is bij de gebieds­
ontwikkeling van de bijvoorbeeld de Greenports of de Zuidplas duurzame energie verankerd.
Uitgangspunt is dat groene innovatie de concurrentiepositie van Zuid-Holland helpt versterken.

Groen
De provinciale aanpak voor verwerving van inrichting van natuur- en recreatiegebieden is succesvol
geweest. De oorspronkelijke doelstelling voor de Ecologische Hoofdstructuur van 1.400 hectare is geheel
gehaald, die voor Recreatie om de Stad (ook 1.400 hectare) voor circa 60 procent. De actieve grondverwer­
vingsstrategie heeft hieraan bijgedragen. De collegedoelstelling voor het saneren van 200 hectare verspreid
glas wordt naar verwachting ruimschoots gehaald. Dit leidt tot een verbetering van de kwaliteit van het
landschap.

Bereikbaarheid
Op alle onderdelen van het bereikbaarheidsoffensief is vooruitgang geboekt. De kwaliteit van het
openbaar vervoer in de provincie is sterk verbeterd en dat is terug te zien in de waardering van de reiziger.
De provincie heeft geïnvesteerd in zowel meer openbaar vervoer als milieuvriendelijker openbaar vervoer.
Daarnaast is het openbaar vervoer toegankelijker geworden en is dynamische reisinformatie bij de haltes
geïntroduceerd. Met de extra impuls uit het coalitieakkoord heeft de provincie nieuwe provinciale wegen
aangelegd, zoals de N470 tussen Rotterdam, Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer. Ook zijn wegen gerecon­
strueerd, zoals de N210 in de Krimpenerwaard. Voor beheer en onderhoud van wegen en vaarwegen is in
deze collegeperiode € 78 miljoen extra uitgetrokken met als doel achterstallig onderhoud in te lopen en
het kwaliteitsniveau op peil te brengen.

Economie
De doelstelling voor de herstructurering van 750 hectare bedrijventerreinen is ruimschoots gehaald.
De inzet is vooral gericht geweest op de herstructurering van bedrijventerreinen en niet op de aanleg van
nieuwe bedrijventerreinen, gezien de economische crisis maar ook het nastreven van zuinig (duurzaam)
ruimtegebruik.

Jeugdzorg
De doelstellingen van het Jeugdoffensief zijn grotendeels gerealiseerd. Zo werden eind 2009 bijna alle
kinderen met een jeugdzorgvraag binnen negen weken geholpen. De verwachting is dat deze termijn eind
2010 is teruggebracht naar zeven weken. De instroom in de jeugdzorg is afgeremd doordat meer is
geïnvesteerd in preventief jeugdbeleid. Verder is er grote efficiencywinst geboekt: met eenzelfde budget
verlenen de instellingen aan zeventien procent meer jongeren zorg. Tegelijkertijd is de kwaliteit van de
zorg verbeterd. De instellingen leveren genormeerde en gecertificeerde zorg. Ten slotte zijn ook maat­
regelen genomen om de door cliënten en jeugdzorgprofessionals ervaren regeldruk te verminderen.

Beter begrotingsproces
De provincie heeft in de afgelopen jaren het begrotingsproces verder verbeterd. Alle indicatoren zijn
aangepast indien zij onvoldoende specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch of tijdgebonden waren.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 6


Organisatie Nieuwe Stijl
Provincie Nieuwe Stijl heeft ook geleid tot een herordening van de provinciale organisatie. Een aantal
afdelingen is samengevoegd, waarmee het aantal afdelingen is afgenomen van 31 in 2007 naar 21 in 2010.
Ook is de formatie is afgenomen in 2010 met 231 voltijdsbanen ten opzichte van 2007 (inclusief
taakstelling 2010). Met procesmanagement zijn werkwijzen gestandaardiseerd en geoptimaliseerd.
Hierdoor is de organisatie effectiever, efficiënter, flexibeler en digitaler geworden.

Conform de doelstellingen in het coalitieakkoord is het aantal publicaties (zoals de grote verscheidenheid
aan papieren nieuwsbrieven) sterk teruggebracht. Er is een nieuwe digitale, corporate nieuwsbrief in het
leven geroepen die wekelijks provinciaal nieuws verspreidt onder een brede doelgroep van overheden,
bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers. De website heeft de afgelopen een face-lift
ondergaan en biedt meer functionaliteiten zoals een reactieformulier onder webpagina’s en een
verbeterde zoekfunctie.

Tot slot
Zuid-Holland heeft zich de afgelopen periode gemanifesteerd als een provincie die initiatief toont, durft
te snijden in het eigen takenpakket en anticipeert op ontwikkelingen. Met de bereikte resultaten in deze
collegeperiode is de provincie klaar voor de toekomst, een toekomst met zonder meer veel dynamiek en
veranderingen.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 7


3. Resultaten
In deze terugblik komen de resultaten van de ‘offensieven’ uit het coalitieakkoord, de
Integrale Ruimtelijke Projecten en een aantal bestuurlijke onderwerpen aan bod. Per
onderwerp worden de doelstellingen uit het coalitieakkoord, eventuele bijsturingen en de
bereikte resultaten kort en krachtig beschreven. Bijsturingen kunnen het gevolg zijn van
politieke keuzes, Provincie Nieuwe Stijl, Halfwegevaluatie of financiële ontwikkelingen.

De doelstellingen uit het coalitieakkoord zijn, soms in aangepaste vorm, overgenomen in de begrotingen.
In de afgelopen jaren is de begroting, samen met Provinciale Staten, systematischer opgebouwd. In de
begrotingen is onderscheid gemaakt tussen maatschappelijke doelen, speerpunten en prestatie-doelen,
met de bijbehorende effect- en prestatie-indicatoren. De speerpunten en prestatie-doelen vormen een
uitwerking van de maatschappelijke doelen.

In deze tekst vormen de doelstellingen uit het coalitieakkoord het uitgangspunt. De speerpunten en
indicatoren uit de begrotingen komen niet expliciet, maar zijn alle verwerkt in de doelstellingen en
resultaten. In de bijlage zijn de maatschappelijke doelen uit de begroting weergegeven, met de
bijbehorende effect-indicatoren. Voor de jaren 2008 tot en met 2011 zijn de cijfers opgenomen.

3.1 Duurzaamheidsoffensief

Energie
Doelstellingen
• Vermindering CO2-uitstoot, verhoging van het
aandeel duurzame energie en energiebesparing door:
- CO2-reductie van 20 procent (in 2020 ten opzichte van 1990)
- verhoging van het aandeel duurzame energie naar 20 procent (in 2020)
- energiebesparing van 20 procent (in 2020 ten opzichte van 2007)
- realisatie van 350 megawatt aan windenergie in 2015
• Verbeterde provinciale bedrijfsvoering door CO2-neutrale huishouding en 100 procent
duurzame aanbesteding.

Bijstellingen
Vermindering CO2-uitstoot, verhoging van het aandeel duurzame energie en energiebesparing:
• De doelstelling is niet bijgesteld, maar wel nader ingevuld naar de bijdrage die door provinciale
maatregelen en instrumenten effectief kan worden gerealiseerd. Dit is gebeurd met de nota
“energiebeleid in uitvoeringsperspectief” (september 2009). Provinciale Staten hebben hiermee het
accent gelegd op het beter gebruiken van warmte, wind en slim innoveren. De nadere invulling ziet er
als volgt uit:

Terugblik collegeperiode 2007-2011 8


- De doelstelling van een CO2-reductie van 20 procent betekent een reductie van circa 30 megaton
uitstoot per jaar. Voor de berekening wordt uitgegaan van een autonome groei van de CO2-uitstoot
van 38 megaton in 1990 naar 62 megaton in 2020. Om in 2020 20 procent reductie te kunnen behalen
ten opzichte van 1990 is derhalve een reductie van 30 megaton per jaar benodigd.
- De doelstelling van 20 procent duurzame energie betekent voor het provinciaal grondgebied een
bijdrage aan het aanwezige potentieel aan opwekking van duurzame energie van circa 4000 megawatt
aan opgesteld vermogen. Dit komt ongeveer overeen met 6 megaton vermeden CO2- uitstoot.
Het stimuleren van elektriciteit uit zonlicht is als doelstelling toegevoegd. Voor het realiseren van
bovengenoemde doelstellingen worden drie fasen onderscheiden: 2009-2011 (robuuste basis), 2012-2015
(meer meters maken) en 2016-2020 (feitelijke realisatie).

Voor de fase 2009-2011 zijn de volgende doelstellingen vastgelegd:


• benodigde kennis en ervaring beschikbaar hebben
• afdoende bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak en overheidsbrede strategie tot 2020
• voor warmte en wind 850 megawatt (waaronder 350 megawatt windenergie) aan duurzame
energieprojecten in voorbereiding, uitvoering of gerealiseerd hebben.
De energiedoelstellingen kunnen alleen gerealiseerd worden als overheden, energieproducenten en
energieafnemers hun bijdrage leveren. Rijk, gemeenten, regio’s en bedrijfsleven hebben hun eigen
verantwoordelijkheid en zetten daar ook feitelijk op in.

Resultaten
Vermindering CO2-uitstoot, verhoging van het aandeel duurzame energie en energiebesparing:
• Met onderstaande activiteiten is tot op heden 1 megaton CO2-reductie gerealiseerd. Beoogd is een
reductie in 2020 van 30 megaton per jaar.
• Het uitvoeren van duurzame energieprojecten op het gebied van warmte en wind ligt op schema ten
opzichte van de doelstelling van 850 megawatt:
- Medio 2009 is totaal 150 Megawatt energie uit duurzame warmtebronnen (= 120 kiloton vermeden
CO2 uitstoot) gerealiseerd en 100 megawatt in vergaande staat van voorbereiding (= 80 kiloton
vermeden CO2-uitstoot). Voor warmte en koude opslag, waarvoor de provincie vergunningverlener is,
is voor nog eens circa 100 megawatt aan projecten gerealiseerd (= 50 kiloton vermeden CO2- uitstoot).
Na ingebruikname van deze projecten met een totaal van 350 megawatt aan vermogen wordt de
uitstoot van 250 kiloton CO2 vermeden. Voorbeelden van projecten die hieraan bijdragen:
- Het Warmtebedrijf Rotterdam is opnieuw gestart in het voorjaar van 2010. Het Warmtebedrijf
beoogt een CO2-reductie te bereiken van 80 kiloton per jaar bij een vermogen van 100 megawatt.
- De eerste vijf geothermische bronnen in Nederland met een gemiddeld vermogen van 5 megawatt
zijn in gebruik genomen. Dat betekent 20 kiloton vermeden CO2 uitstoot.
- Medio 2009 is 246 megawatt aan windenergie in Zuid-Holland opgesteld. Daarnaast wordt 31
megawatt op korte termijn gerealiseerd en is nog eens 321 megawatt aan gewenste locaties in
voorbereiding. Na ingebruikname van deze projecten komt het totaal van 598 megawatt overeen
met 860 kiloton vermeden CO2 uitstoot. De volgende stappen zijn hiertoe gezet:
- Met partijen voor de Rotterdamse Haven is het Windenergieconvenant afgesloten, met als doel
150 megawatt aan extra opgesteld vermogen in het havengebied in 2020.
- Gedeputeerde Staten hebben in 2010 de ontwerp-Nota Wervelender over windmolenlocaties
vastgesteld.
• Daarnaast heeft de provincie activiteiten ondernomen om energie te besparen in aanvulling op
Rijks- en Europees beleid:
- Gedeputeerde Staten hebben de intentieverklaring Duurzaam Nieuw Valkenburg getekend, gericht op
5.000 energieneutrale woningen.
- De provincie heeft de initiatiefnemers van tien innovatieprojecten uit de Stroomversneller geholpen
de projecten te concretiseren, procedurele en wettelijke knelpunten op te lossen en te komen tot een
betere samenwerking in de betreffende consortia. Deze zijn gericht op het versnellen van uitvoering
van initiatieven op het gebied van warmte, wind en groen gas. Enkele projecten zijn: Restwarmte
Drechtsteden, Geothermie Poelzone en Warmte Zestienhoven.
- Gedeputeerde Staten hebben subsidie verleend voor zonnedaken bij Space Expo te Noordwijk

Terugblik collegeperiode 2007-2011 9


(gereed eind 2010) en op het nieuwe station Rotterdam Centraal (gereed in de loop van 2012).
Verder hebben Gedeputeerde Staten afspraken gemaakt over zonnepanelen op het nieuwe
regionale Bedrijvenpark Hoeksche Waard en recreatiepark de Klepperstee.

Duurzame bedrijfsvoering:
• De doelstelling van een CO2-neutrale huishouding is vertaald in het Actieprogramma Duurzame
Bedrijfsvoering uit 2008. Door uitvoering van de daarin opgenomen zes deelprojecten is de provinciale
bedrijfsvoering duurzamer geworden:
- Energie: De provincie gebruikt 100 procent groene stroom. Daarnaast wordt ook ingezet op
vermindering van energieverbruik. Dit gebeurt onder andere door de vervanging of modernisering
van verschillende installaties.
- Reststoffenmanagement: Door sterk verbeterde afvalscheiding (batterijen, papier-, keuken-,
chemisch-, bouw- en restafval) kan een deel van het afval elders worden hergebruikt. Met name het
hergebruik levert een belangrijke eerste bijdrage aan het uiteindelijke doel van 15 procent minder
afval in 2011. Verdere afvalreductie wordt gerealiseerd door besparingen in de bedrijfsprocessen
waarin het afval wordt gegenereerd.
- Papier: In de periode 2007-2010 is 41procent bespaard op papierverbruik, daarmee is de doelstelling
– 20 procent besparing in 2011 – ruimschoots behaald. Deze besparing is bereikt door onder andere
lichter papier te gebruiken en het terugdringen van papieren publicaties zoals nieuwsbrieven en
knipselkranten.
- Vervoersmanagement: Met ingang van 2009 zijn bij de aanschaf van nieuwe auto’s de minimumeisen
en energielabels van AgentschapNL (voorheen SenterNovem) meegenomen. Bij een aantal auto’s
waarbij de functionaliteit voorop stond is gemotiveerd van deze eisen afgeweken en is op basis van
onderzoek door Stichting Natuur en Milieu gekozen voor de meest duurzame bij de gewenste
functionaliteit passende oplossing. Tussen 2006 en 2010 is het aantal gedeclareerde autokilometers
(dienstreizen) gedaald met 16,1procent.
- Catering: In september 2010 was 34,5 procent van het assortiment biologisch. Naar verwachting wordt
met de uitvoering van de lopende en voorgenomen acties – waaronder 100 procent duurzame
vergaderlunches – de doelstelling van 40 procent in het 4e kwartaal van 2010 behaald.
- Duurzame Inkoop: Gedeputeerde Staten hebben in 2009 de deelnameverklaring duurzaam inkopen
ondertekend en streven in alle nieuwe inkoop- en aanbestedingstrajecten naar 100 procent
duurzaamheid volgens de minimumeisen uit de duurzaamheidcriteria van AgentschapNL. Aan deze
doelstelling wordt voldaan voor alle Europese en nationale aanbestedingen. Voor meervoudige
onderhandse aanbestedingen zijn deze eisen expliciet opgenomen in de werkinstructies, maar niet
met zekerheid vast te stellen dat hieraan wordt voldaan. In totaal voldoet 84 procent van het totale
inkoopvolume van de Provincie Zuid-Holland aan de minimumeisen.

Klimaat

Doelstellingen
• Klimaatverandering als uitgangspunt bij de inrichting van het landschap.
• Gebundelde kennis op het gebied van innovatie, duurzame ontwikkelingen van klimaat, energie en
mobiliteit (delta-innovatie).

Bijstellingen
Geen.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 10


Resultaten
Klimaatverandering als uitgangspunt bij de inrichting van het landschap (aanpassen aan
klimaatverandering):
• Gedeputeerde Staten hebben verschillende activiteiten opgepakt om de doelstelling te realiseren:
- Gedeputeerde Staten hebben in december 2008 de Klimaatwijzer vastgesteld. Hierin zijn de nationale
KNMI-scenario’s vertaald naar concrete effecten voor Zuid-Holland. Dit gebeurt met klimaatsignaal­-
kaarten en adaptatiestrategieën. Deze hebben een plek gekregen in de Provinciale Structuurvisie en
het Provinciaal Waterplan.
- In juni 2009 is het Actieprogramma Klimaat en Ruimte 2009-2011 vastgesteld. Dit is gericht op
doorwerking van klimaatadaptatie in andere beleidsvelden, ontwikkelen van kennis en bouwstenen,
en methodieken en instrumenten. De activiteiten van het Actieprogramma Klimaat en Ruimte zijn
vertaald naar een strategie voor de korte termijn tot 2020 en een strategie voor de lange termijn na
2020.
- Er worden drie demonstratieprojecten uitgewerkt: IJsselmonde, Waalblok en klimaatdijk
Streefkerk. Bij succes kunnen andere partijen vergelijkbare projecten uitvoeren.
- Bij de (geplande) inrichting van de Zuidplaspolder is klimaatbestendigheid als uitgangspunt genomen.
Dat heeft geresulteerd in (geplande) fysieke maatregelen: niet bouwen in gebieden met een hoog
overstromingsrisico, klimaatbestendig watersysteem: grotere peilgebieden, hoger polderpeil en
grotere peilfluctuaties en vergroting oppervlakte groen voor berging van piekbuien.

Gebundelde kennis:
• Bundeling van kennis en bewustzijn heeft plaatsgevonden door methodieken en instrumenten te
ontwikkelen (klimaatschetsboek/effectatlas, afwegingskader, ruimtelijke klimaatscan, position paper/
onderzoek naar duurzame energievoorziening en mobiliteitssector) en toe te passen (bijvoorbeeld in de
Provinciale Structuurvisie, het provinciale Waterplan en bij de gebiedsontwikkeling Zuidplaspolder).
Voor de doorwerking in de openbaar vervoer-concessieverlening wordt verwezen naar de resultaten bij
“Bereikbaarheidsoffensief; Intensiveren van openbaar vervoer”.

Water

Doelstellingen
• Versterken van de zwakke schakels in de kust.
• In 2010 is minimaal 25 procent van de totale opgave wateroverlast opgelost.
• Verbeterde (zoet)wateraanvoer en -verdeling bij perioden van droogte.
• Verbeteren kwaliteit van water, door keuzes te maken in ambities ten aanzien van de Europese
Kaderrichtlijn Water.

Bijstellingen
De doelstellingen zijn niet bijgesteld. Wel zijn de vier in het coalitieakkoord gestelde doelstellingen in het
Provinciaal Waterplan uitgewerkt in de volgende kernopgaven:
• Waarborgen waterveiligheid.
• Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem.
• Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening.
• Realiseren mooi en schoon water (Kaderrichtlijn Water)

Terugblik collegeperiode 2007-2011 11


Resultaten
• Provinciale Staten hebben invulling gegeven aan de doelstellingen met de vaststelling van het
Provinciaal Waterplan en het Actieprogramma Water in november 2009. In juni 2010 hebben
Gedeputeerde Staten het Monitoringsplan en Nulmeting 2010 vastgesteld.
Versterken zwakke schakels:
• Voor vijf van de zes zwakke schakels in de kust is de planvorming voor versterking afgerond.
Bij drie zwakke schakels is de versterking inmiddels gerealiseerd, in combinatie met verbetering van de
ruimtelijke kwaliteit. De versterking van twee zwakke schakels is momenteel in uitvoering. Bij de zesde
schakel wordt de planvorming in 2011 afgerond. De versterking is in 2014 gereed.
• Aanvullend hierop is in totaal 30 kilometer waterkering versterkt. 65 procent van de in totaal
770 kilometer primaire keringen is goed op orde. 25 procent moet nog worden versterkt. Over
10 procent wordt door waterschappen nader onderzoek uitgevoerd om de kering (meer in detail)
te toetsen aan de veiligheidsnormen.
Opgave wateroverlast:
• De doelstelling voor wateroverlast is nog niet gehaald. Met de waterschappen zijn concrete
uitvoeringsafspraken gemaakt, waarmee wordt gestreefd naar volledige oplossing van de wateroverlast
in 2015.
• Op basis van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s wordt gewerkt aan verstromingsgevaarkaarten
(gereed in december 2013) en overstromingsrisicobeheerplannen (gereed in 2015).
• In april 2010 hebben Gedeputeerde Staten bij het formuleren van randvoorwaarden voor buitendijks
bouwen een richting bepaald.
Verbeterde (zoet)wateraanvoer:
• Voor zowel incidentele als structurele zoetwatertekorten is beleid geformuleerd in het Provinciaal
Waterplan.
• Voor de waterverdeling bij incidentele zoetwatertekorten is de landelijke verdringingsreeks ook
regionaal van toepassing verklaard. In combinatie met de vigerende waterakkoorden en op basis van de
actuele kennis verwacht de provincie goed voorbereid te zijn op incidentele zoetwatertekorten in tijden
van droogte.
• Specifiek voor de regio Zuid-Holland Zuid is in juni 2009 door Gedeputeerde Staten ingestemd met het
Zoetwateradvies Zuidwestelijke Delta: een pakket maatregelen waarmee de zoetwatervoorziening (ook
bij een zout Volkerak-Zoommeer) de komende decennia op hetzelfde niveau kan blijven en wordt
voorgesorteerd op een duurzame zoetwatersituatie voor de lange termijn.
Verbeteren waterkwaliteit:
• De provincie heeft in het Provinciaal Waterplan beleid geformuleerd om de waterkwaliteit te
verbeteren:
- De provincie heeft de doelstellingen vastgelegd, conform de Europese Kaderrichtlijn Water.
Uiterlijk in 2027 moeten alle 126 oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen in Zuid-Holland
voldoen aan de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water. In 2015 moeten elf oppervlaktewater­-
lichamen aan de Europese Kaderrichtlijn voldoen.
- De waterschappen hebben in hun beheerplannen maatregelen vastgelegd om de waterkwaliteit te
verbeteren.
- Afspraken met de waterschappen hebben ertoe geleid dat zij vanaf 2011 jaarlijks rapporteren over de
uitvoering van de maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 12


Leefomgevingskwaliteit

Doelstellingen
• Duurzame leefomgevingskwaliteit door integrale aanpak van luchtkwaliteit, externe veiligheid en
geluid.
• Stimuleren van de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
in 2007-2011.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
Duurzame leefomgevingskwaliteit:
• Een integrale aanpak van luchtkwaliteit, externe veiligheid en geluid is gerealiseerd via het formuleren
van de provinciale belangen in de Provinciale Structuurvisie, in de beoordeling van ruimtelijke plannen
en in vergunningverlening en handhaving. De bestaande knelpunten voor luchtkwaliteit, geluid en
externe veiligheid zijn onderzocht op de mogelijkheid om deze integraal uit te voeren. In de praktijk
bleken deze elkaar onvoldoende te overlappen om een integrale aanpak mogelijk te maken. Daarom
zijn afzonderlijke beleidsplannen gemaakt voor een aanvullende aanpak:
- Het Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit is ingebracht in het Nationaal Samenwerkings-
programma Luchtkwaliteit (zie tweede doelstelling).
- Voor provinciale wegen heeft de provincie een Actieplan Geluid 2008-2013 opgesteld. Hierin is
opgenomen dat 27 wegvakken als knelpunt voor wegverkeerslawaai zullen worden opgelost.
De uitvoering van maatregelen, onder andere stille wegdekken, is gekoppeld aan de aanleg en het
beheer- en onderhoudsprogramma van de provinciale weginfrastructuur. Alle knelpunt-wegvakken
zijn in de planning tot 2013 opgenomen. Tot en met 2010 zijn zes wegvakken van stil asfalt voorzien.
Om mogelijke toekomstige knelpunten te voorkomen is bij onderhoudswerkzaamheden ter
verbetering van de leefomgevingskwaliteit op één wegvak (aanvullend) stil asfalt aangebracht
(zie ook bij “Bereikbaarheidsoffensief; Verbeteren van weg-, vaarweg- en fietsinfrastructuur”).
- Het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 is uitgevoerd. Deskundigheid is met
regionale samenwerkingsverbanden, milieudiensten en veiligheidsregio’s opgebouwd, werkprocessen
zijn geprofessionaliseerd, en grootschalige risico-inventarisaties zijn uitgevoerd. In het sanerings-
programma zijn 28 potentiële knelpunten teruggebracht tot negen nog te saneren locaties.
Zes saneringen zijn afgerond en een vrijwel, waaronder de sanering rond Dupont en de uitkoop van
een discotheek nabij Kijfhoek. De provinciale risicokaart is geactualiseerd. Het vervolgprogramma
2011 t/m 2014 is in november 2010 in Provinciale Staten vastgesteld.
Uitvoering Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit:
• De provincie heeft onder andere met de regionale partners het Regionaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit Zuid-Holland opgesteld, als bouwsteen voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit. Hierin staan maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, zoals de ontsluitings-
wegen Zuidplaspolder, de ontwikkeling van Schieveste (Schiedam) en de glastuinbouwontwikkeling
Lansingerwaard. Elf van de achttien maatregelen uit het Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit
zijn afgerond, waaronder doorstromingsmaatregelen, wagenparkscans en het ombouwen van
dienstauto’s op aardgas. Van de nog lopende projecten worden het stimuleren van aardgasmobiliteit en
de realisatie van walstroomaansluitingen nog voor 2015 afgerond. Voor de verbetering van de
luchtkwaliteit heeft het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
€ 127 miljoen als cofinanciering beschikbaar gesteld. 70 procent van het bedrag is inmiddels uitgekeerd
als subsidie aan de regio’s. De overige 30 procent wordt in een volgende tranche verdeeld.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 13


Verstedelijking en woningbouw

Doelstellingen
• Een kwalitatief hoogwaardig netwerk in balans met de omgeving: verdichting voor behoud van de
open ruimte.
• Strenge hantering van bestaande contouren waarbij verruiming berust op regionaal beleid.
• Groei van de woningbouwproductie van 16.000 in 2007 naar 20.000 in 2012.
• 30 procent van de gedifferentieerde nieuwbouw voor de sociale sector.

Bijstellingen
Voor alle doelstellingen geldt dat met Provincie Nieuwe Stijl het accent is komen te liggen op kaderstelling
via de provinciale structuurvisie, het maken van regionale woningbouwafspraken en het monitoren van
de voortgang.
Groei van de woningbouwproductie:
• Vanaf 2010 wordt, gegeven de kredietcrisis en de huidige situatie op de woningmarkt, rekening
gehouden met een productie van 10.000 - 12.000 woningen per jaar.

Resultaten
Verdichting en strenge hantering van contouren:
• Met de Zuidvleugelpartners is een verstedelijkingsstrategie overeen gekomen met als doel 80 procent
binnen bestaand stads- en dorpsgebied 2010 te bouwen en 20 procent buiten het bestaand stads- en
dorpsgebied. Het integraal verstedelijkingsprogramma 2010-2019 voor de Zuidvleugel is in februari 2010
vastgesteld. In het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport van
mei 2010 is het verstedelijkingsprogramma vastgesteld. De strategie (inclusief regionale uitwerkingen)
voor het Groene Hart en de Zuidwestelijke Delta wordt momenteel opgesteld. De verwachting is dat
deze in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport in het
voorjaar 2011 kan worden vastgesteld. Doelstelling door de gebieden buiten de Zuidvleugel is 50 procent
binnen bestaand stads- en dorpsgebied 2010 en 50 procent buiten bestaand stads- en dorpsgebied, maar
binnen de bebouwingscontour.
• De verstedelijkingsafspraken zijn een gedeelde ambitie van Rijk, provincie en regio om in de
Zuidvleugel 80 procent binnen bestaand stads- en dorpsgebied te gaan bouwen in de periode 2010-2020.
De komende periode zullen de regio’s in samenwerking met gemeenten en andere partijen, de
afspraken uit voeren. De provincie monitort de afspraken jaarlijks. Naar aanleiding van de resultaten
uit de monitor kan worden besloten de afspraken te herzien.
Groei van de woningbouwproductie:
• In 2008 zijn in Zuid-Holland circa 17.000 woningen gerealiseerd. Dat is 1.000 woningen meer dan in de
doelstelling voor 2008 is opgenomen. In 2009 zijn circa 19.600 woningen gerealiseerd. Dit zijn 2.600
woningen meer dan in de doelstelling voor 2009 zijn opgenomen.
30 procent sociale woningbouw:
• In 2008 zijn 4.363 sociale woningen gerealiseerd (23 procent). In 2009 zijn 5.383 sociale woningen
gerealiseerd (25 procent). Provincie Zuid-Holland maakt met regio’s aparte afspraken (in procenten),
afgestemd op de huidige voorraad sociale woningbouw. Met Drechtsteden (25 procent) en Stadsregio
Rotterdam (20-30-40, afhankelijk van positie ten opzichte van centrum) zijn afspraken gemaakt. Van de
formeel opgegeven planvoorbereiding door Zuid-Hollandse gemeenten voor 2010-2020 is gemiddeld 29
procent sociale woningbouw. Vanwege de huidige crisis is het echter de vraag hoe realistisch deze
opgave is.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 14


3.2 Groenoffensief

Realisatie van natuur- en recreatiegebieden

Doelstellingen
• Een slagvaardige en doelgerichte organisatie gericht op de ontwikkeling (inclusief verwerving) van
recreatiegebieden en de Ecologische Hoofdstructuur:
- Realisatie van 1.600 hectare natuur (Ecologische Hoofdstructuur).
- Realisatie van 1.200 hectare recreatiegebied (Recreatie om de Stad), exclusief Project
Mainportontwikkeling Rotterdam.
• Doelmatig bestuur voor het beheer van recreatiegebieden.

Bijstellingen
Een slagvaardige en doelgerichte organisatie:
• Uit Provincie Nieuwe Stijl vloeit voort dat bij de realisatie van de natuur en recreatiedoelstellingen dat
de belangrijkste rol van de provincie ligt bij het prioriteren, financieren en aansturen van de uitvoering
(aankoop en inrichting).
Ecologische Hoofdstructuur en Recreatie om de Stad:
• In de begroting van 2008 zijn de doelstellingen voor de natuur en recreatiegebieden elk bijgesteld naar
1.400 hectare.
• Bij de Halfwegevaluatie in 2009 is besloten de programmering en inzet, meer dan in het coalitieakkoord
te richten op het behalen van de doelen van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor
verwerving in 2013 van 3.800 hectare (Ecologische Hoofdstructuur en Recreatie om de Stad
gezamenlijk). Het maximum van 10 procent verwerving via onteigening (al dan niet op vrijwillige basis)
is in 2009 losgelaten.

Resultaten
Slagvaardige en doelgerichte organisatie:
• Met het in 2009 vastgestelde herijkingstraject zijn middelen en te bereiken resultaten meer eenduidig
gekoppeld dan bij de start van het Investeringsbudget Landelijk Gebied in 2007. Ook is een aparte
programmamanager aangesteld. Daarnaast is de realisatie is versneld door het vastleggen van projecten
in bestemmingsplannen en het voeren van een actief grondbeleid. In april 2010 heeft het
onafhankelijke Comité van Toezicht Investeringsbudget Landelijk Gebied de provincie
gecomplimenteerd voor de aanpak en uitvoering, met name de goede samenwerking met omwonenden
en de zichtbare wisselwerking tussen natuur en recreatie.
Ecologische Hoofdstructuur:
• In de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2010 is 1.307 hectare verworven; daarnaast is in
deze periode 66 hectare nieuwe natuur gerealiseerd door middel van particulier natuurbeheer. Tezamen
is dat 1.373 hectare. Volgens de laatste prognose komt daar tot eind 2010 nog 178 hectare verwerving bij.
In de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2010 is 1.433 hectare ingericht. Volgens de
laatste prognose komt daar tot eind 2010 nog 236 hectare inrichting bij. Hiermee is de oorspronkelijke
doelstelling om 1.400 hectare Ecologische Hoofdstructuur te realiseren, gehaald.
• De verwervingen zijn over het algemeen verspreid geweest over vele kleinere gevallen; de grootste
verwerving in een keer die in deze periode heeft plaatsgevonden is Spuimond-Oost geweest
(188 hectare). Voorbeelden van grotere inrichtingsprojecten die in deze periode zijn afgerond zijn
Tiengemeten, De Groene Jonker, Volgerland en deelprojecten in de Krimpener¬waard. Een ander groter
project dat in het veld al is afgerond maar administratief nog niet is meegeteld in bovenstaande cijfers
betreft de Oosterse Bekade Gorzen.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 15


Recreatie om de Stad:
• Tot januari 2010 is 602 hectare verworven. Volgens de laatste prognose komt daar tot eind 2010 nog
circa 238 hectare bij. Daarnaast is tot januari 2010 494 hectare ingericht. Volgens de laatste prognose
komt daar tot eind 2010 nog circa 140 hectare bij. Hiermee is de oorspronkelijke doelstelling van 1.400
hectare voor circa 60 procent gehaald.
• 94 hectare ingericht recreatiegebied is overgedragen aan de definitieve beheerder.
• Voor drie gebieden is de onteigeningsprocedure ingezet, waardoor in de jaren 2011 en 2012 een dermate
inhaalslag kan plaatsvinden, dat voor het einde van 2013 (ILG-termijn) de beoogde resultaten kunnen
worden bereikt.
• De gronden in de Eendragtspolder zijn verworven en nog in 2010 wordt daadwerkelijk begonnen met
de aanleg van een groot recreatiegebied, met daarin geïncorporeerd een Olympische roeibaan en een
calamiteitenberging voor water.
• In het Bentwoud, één van de grootste te realiseren recreatieprojecten in Nederland, zijn de gronden
voor 60 procent verworven. Hierdoor kunnen de terreindelen waar dit in redelijkheid kan, ook
daadwerkelijk worden ingericht. Te noemen zijn het kinderbomenbos, de golfbaan, fiets- en
wandelpaden en delen van het toekomstige bos.
• In 2009 is besloten tot de inzet van € 16 miljoen extra (Amendement 98c) om versnelde inrichting
mogelijk te maken, met prioriteit van de stad-landverbindingen. De provincie heeft ervoor gezorgd dat
met deze extra middelen vijf extra projecten in het najaar 2010 starten.
Doelmatig bestuur voor het beheer van recreatiegebieden:
• Deze doelstelling is nog niet gerealiseerd. Gedeputeerde Staten stellen in januari 2011 een
ontwikkelagenda vast voor Recreatie en Vrijetijd. Deze vormt mede de basis voor besluitvorming over
het beheer van recreatiegebieden door het volgende college.

Verbetering van de kwaliteit van het landschap

Doelstelling
• Sanering van 200 hectare ‘verspreid glas’.
• De economische waarde van de agrarische sector wordt erkend evenals haar waarde als drager van het
landschap.
• Behoud van de groenblauwe structuur in het landschap.
• De twee nationale landschappen Groene Hart en Hoeksche Waard krijgen prioriteit in de verbetering
van de groenblauwe functies.

Bijstellingen
Sanering van 200 hectare ‘verspreid glas’:
• De doelstelling is niet gewijzigd, maar wel nader ingevuld voor wat betreft de rol van de provincie.
De provincie maakt met gemeenten afspraken en sluit overeenkomsten over het saneren van verspreid
liggend glas. De gemeente voert die afspraken uit, de provincie draagt financieel bij en/of staat toe dat
de Ruimte voor ruimte regeling wordt toegepast.

Resultaten
Sanering van verspreid glas:
• De provincie heeft tot medio 2010 afspraken gemaakt over de sanering van 144 hectare verspreid
liggend glas. Er is nog 77 hectare in voorbereiding, zodat naar verwachting dit college voor in totaal
221 hectare afspraken maakt. De collegedoelstelling om 200 hectare te saneren wordt daarmee
ruimschoots gehaald. De gemaakte afspraken betreffen onder andere de projecten Hof van Delfland in
de gemeente Midden-Delfland (rijksbufferzone), de projecten Oude Leede en Katwijkerbuurt in de
gemeente Pijnacker-Nootdorp (GroenBlauwe Slinger), en het project Noordse Buurt in Nieuwkoop
(Groene Hart).

Terugblik collegeperiode 2007-2011 16


• Tot aan medio 2011 heeft de provincie in totaal ruim € 27 miljoen ter beschikking gesteld voor de
glassanering. De provinciale toezegging heeft er mede voor gezorgd dat andere overheidspartijen
(voornamelijk rijk en gemeenten) ongeveer € 97 miljoen in diezelfde periode gaan bijdragen.
Dit is een multiplier van 3,5.
Erkenning economische waarde van de agrarische sector:
• De provincie heeft met onderstaande activiteiten de waarde van de agrarische sector erkend:
- Er is € 10,5 miljoen van de middelen uit het Investeringsbudget Landelijk Gebied besteed aan
projecten voor grondgebonden landbouw, zoals het verbeteren van landbouwkavels en pilots voor
duurzaam ondernemen.
- De in het begin van 2011 vast te stellen agenda landbouw is gericht op versterking van de
economische positie van de landbouw.
Behoud van de groenblauwe structuur in het landschap:
• De provincie heeft een aantal maatregelen genomen om de groenblauwe structuur te behouden en te
versterken:
- In 2010 is gestart met een verkenning naar het opstellen van gebiedsprofielen om te sturen op
ruimtelijke kwaliteit. Met partners uit de regio wordt een gezamenlijk kwaliteitsbeeld ontwikkeld,
waarin ambities en sturingsmiddelen opgenomen worden om kwaliteiten te behouden of te
versterken.
- Op basis van het Europees Plattelandsontwikkelingsprogramma en Leader is € 7,7 miljoen aan
subsidies verleend aan projecten die onder andere bijdragen aan behoud van de groenblauwe
structuur.
- Gedeputeerde Staten hebben in 2009 de transformatievisie Merwedezone vastgesteld, waarin
afspraken zijn gemaakt over de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden (regiopark, waterberging,
windenergie, bedrijventerreinen en woningbouw).
- Sinds 2009 is er provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit die adviseert en agendeert over beleid en
projecten, en daarmee invulling geeft aan de doelen uit de Provinciale Structuurvisie. De aanstelling
van deze provinciaal adviseur is een gevolg van het in 2008 door Gedeputeerde Staten vastgestelde
Programma Mooi Zuid-Holland.
Verbetering groenblauwe functies in de nationale landschappen Groene Hart en Hoeksche Waard:
• De eerste recreatieve en natuurprojecten uit het Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013 zijn
afgerond. De integrale gebiedsontwikkelingen Krimpenerwaard (2.400 hectare) en Gouwe Wiericke zijn
in uitvoering. In de Krimpenerwaard is een aantal landschapselementen, fiets- en wandelpaden en grote
kavelruilen, waarbij natuur en landbouw zijn betrokken, gerealiseerd. Voor het gebied Gouwe-Wiericke
zijn afspraken gemaakt en wordt stapsgewijs tot uitvoering over gegaan.
Daarnaast heeft Zuid-Holland samen met de andere Groene Hart-provincies de programmabrede
projecten opgepakt, gezamenlijk invulling gegeven aan het ruimtelijk beleid en is het Kwaliteitsteam
van start gegaan. De nulmeting 2009 toont dat de nulsituatie van het Groene Hart als geheel positief is.
Aandachtspunten zijn de lokale verrommeling, waterkwaliteit, grondverwerving voor de Ecologische
Hoofdstructuur en kwaliteit van weidevogelgebieden.
• In 2007 hebben Gedeputeerde Staten het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Hoeksche Waard
vastgesteld. Aan verschillende uitvoeringsprojecten zijn subsidies uit het Investeringsbudget Landelijk
Gebied toegekend voor kwaliteitsverbetering natuur en landschap, en het promoten van recreatieve en
toeristische activiteiten.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 17


3.3 Bereikbaarheidsoffensief

Intensiveren van openbaar vervoer

Doelstellingen
• Een stijging van de kwaliteit van het openbaar vervoer en daarmee een hoger aandeel in de totale
mobiliteit.
• Planontwikkeling en aanleg voor ontbrekende schakels in het openbaar vervoernetwerk (bussen en
railvervoer) en kwaliteitsverbetering van bestaande corridors.
• Meer personen- en goederenvervoer over water.

Bijstellingen
Voor alle doelen geldt dat de provincie met het programma Provincie Nieuwe Stijl meer sturend optreedt
in concessiemanagement door stringenter beheer en toezicht op naleving. Ook is de implementatie van
milieueisen in het openbaar vervoer geïntensiveerd.
Stijging van kwaliteit en hoger aandeel van openbaar vervoer in de totale mobiliteit:
• Bij de Halfwegevaluatie hebben Gedeputeerde Staten besloten om het deel van de doelstelling dat
betrekking heeft op een hoger aandeel los te laten in verband met beperkte invloed van provinciaal
beleid hierop.

Resultaten
Stijging van kwaliteit van openbaar vervoer:
• Uit de jaarlijkse Klantenbarometer van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer blijkt dat het openbaar
vervoer van de provincie beter wordt gewaardeerd dan het landelijk gemiddelde, ook ten aanzien van
sociale veiligheid. Bovendien is de MerwedeLingelijn in de landelijke Klantenbarometer door de
reizigers gewaardeerd met een rapportcijfer 7,7 en staat daarmee in de top 3 van openbaar
vervoerprojecten in Nederland. De provincie heeft een aantal activiteiten ondernomen dat bijdraagt aan
de stijging van de kwaliteit:
- In 2010 is gestart met het aanbrengen van dynamische reizigersinformatie op circa 1.500 halten in het
concessiegebied van de provincie. Begin 2011 is dit project, met de grootste schaalgrootte van
Nederland, gereed.
- Eind 2009 zijn 1.050 bushaltes aangepast om rolstoelgebruikers en visueel gehandicapten, maar ook
mensen met kinderwagens, koffers of rollators een betere toegang tot de bus te geven. De provincie
heeft als ambitie dat in 2015 de helft van in totaal 3.440 haltelocaties in de concessiegebieden van
Zuid-Holland toegankelijk zijn gemaakt. Daarmee wordt ongeveer 85 procent van alle reizigers
bediend.
- In het concessiegebied Zuid-Holland Noord zijn in 2009 en 2010 in totaal 24 hybride bussen
geïntroduceerd. In de Drechtsteden worden afspraken gemaakt voor nog eens 27 hybride bussen.
Via concessie-eisen heeft de provincie bereikt dat de bussen in de Hoeksche Waard en
Goeree-Overflakkee voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen van de Enhanced Environmentally
friendly Vehicle-norm (EEV).
- In alle provinciale busconcessies kan sinds november 2009 met de OV-Chipkaart op saldo worden
gereisd. Het afschaffen van de strippenkaart volgt eind 2010. In de loop van 2011 wordt, naast het
kilometertarief, ook het tarievenkader met kortingsproducten voor diverse doelgroepen ingevoerd.
De OV-Chipkaart beoogt het openbaar vervoer veiliger en toegankelijker te maken.
• Bij de aanbesteding van de concessie Hoeksche Waard-Goeree Overflakkee heeft de provincie een groter
vervoersaanbod gerealiseerd, waarmee de trend van aanbestedingen uit de vorige collegeperiode is
doorgetrokken. Voor de toekomstige aanbestedingen is overigens de verwachting dat door de
consolidatie in de markt een dergelijke ontwikkeling niet opnieuw te verwachten is.
Ontbrekende schakels:
• Er is een eerste stap gezet naar het mogelijk maken van een dienstregeling met acht Intercity’s en zes
sprinters per uur mogelijk tussen Den Haag en Dordrecht (stedenbaandoelstelling). De provincie draagt
€ 37 miljoen bij aan de Spoortunnel Delft. Het Rijk heeft in het kader van het Programma Hoogfrequent

Terugblik collegeperiode 2007-2011 18


Spoor een voorkeursbesluit genomen waarin een spoorverdubbeling tussen Rijswijk en Delft Zuid is
opgenomen. Tevens is toegezegd dat spoorverdubbeling Delft Zuid – Schiedam Kethel prioriteit heeft.
• Met de ingebruikname van het stedenbaanstation Sassenheim wordt naar verwachting in 2011 een
ontbrekende schakel aan het Stedenbaantraject toegevoegd.
• Voor de ontbrekende schakel RijnGouwelijn West is voortgang geboekt met onder meer de
bestuursovereenkomsten over het tracé door de binnenstad van Leiden en de RijnGouwelijn West. Een
flinke inspanning is nodig om de medewerking van de nieuwe gemeenteraad in Leiden te behouden.
Met ProRail is een realisatieovereenkomst gesloten en in juni 2010 zijn de bouwwerkzaamheden aan
het bestaand spoor gestart. Het Rijk heeft in het overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport € 45 miljoen toegezegd voor de RijnGouwelijn West en voor de kosten van het
beheer en onderhoud van het bestaand spoor. Aanbesteding van de vervoersconcessie is gestart.
• De Merwedelingelijn is een volledige schakel geworden in het openbaar vervoernetwerk. Op het
huidige traject van de Merwedelingelijn tussen Geldermalsen en Dordrecht rijdt sinds medio september
2008 nieuw light-train materieel. De invoering verliep zonder problemen en heeft veel positieve reacties
van reizigers gekregen. Arriva meldt sinds invoering van het nieuwe materieel een forse toename van
het aantal reizigers. De MerwedeLingelijn laat al drie jaar op rij een reizigersgroei zien: 9,7 procent in
2007, 6,7 procent in 2008 en opnieuw 4,3 procent in 2009. Medio 2011 worden de infrastructurele
aanpassingen voor de Merwedelingelijn opgeleverd en wordt ook de frequentieverhoging naar vier keer
per uur gerealiseerd.
• De eerste fase van Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden is in 2009 grotendeels afgerond. Er zijn
onder andere meer doorstromingsmaatregelen, systemen voor prioriteit van de bussen bij
verkeerslichten en verbeteren van haltes (dynamische reisinformatie, toegankelijkheid) gerealiseerd.
Voor de tweede fase (vanaf 2010) is een bestuurlijke overeenkomst gesloten over de projecten die de
Drechtsteden willen realiseren. De provincie stelt hiervoor subsidie beschikbaar, op voorwaarde dat de
projecten uiterlijk in 2011 zijn gestart.
• De kwaliteitsverbetering van drie buscorridors (Alphen-Schiphol, Goeree-Rotterdam en Bollenstreek-
Schiphol) is in gang gezet. Voor Alphen-Schiphol en Goeree-Rotterdam zijn de verkenningen en
planstudies afgerond, De werkzaamheden hiervoor starten naar verwachting in 2011. De buscorridor
Bollenstreek-Schiphol bevindt zich nog in de planstudiefase. Gedeputeerde Staten hebben in 2008 met
het Rijk afspraken over co-financiering gemaakt voor infrastructuurmaatregelen op de buscorridors
Alphen-Schiphol en Bollenstreek-Schiphol.
Vervoer over water:
• Het personenvervoer over water is sinds 2007 licht gedaald: van 1,8 miljoen in 2007 tot 1,7 miljoen in
2009. De doelstelling van meer personenvervoer over water is daarmee niet gehaald.
• Sinds 1 januari 2010 vervolgt Aquabus (combinatie van Arriva met rederij Doeksen) het vervoer op de
verbindingen in de Drechtsteden en Dordrecht-Rotterdam voor de komende twaalf jaar. Onderdeel van
de aanbestedingsafspraken is om binnen twee jaar de vloot milieuvriendelijker te maken door de inzet
twee nieuwe energiezuinige schepen en een verdere CO2-reductie op de andere schepen te
bewerkstelligen.
• Voor de goederenvervoerprestatie is geen informatie beschikbaar, omdat het Centraal Bureau voor de
Statistiek hiervoor een nieuwe meetmethode aan het invoeren is. De cijfers van 2007 en later zijn
daardoor nog niet bekend. De provincie verbetert de infrastructuur door onder meer de uitbreiding van
de Julianasluis bij Gouda (€ 43 miljoen), de Bochtafsnijding Delftse Schie bij Overschie (€ 12,5 miljoen)
en afstandbediening van 40 bruggen (€ 10 miljoen).

Verbeteren van weg-, vaarweg- en fietsinfrastructuur

Doelstellingen
• Een goede doorstroming op het (vaar)wegennet.
• Goed en duurzaam inrichten en onderhouden van provinciale (vaar)wegen.
• Hogere verkeersveiligheid: substantiële vermindering van het aantal dodelijke slachtoffers.
• Aanleg ontbrekende schakels in, en (A-wegen) ter realisering van een adequate basiscapaciteit.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 19


• Regionale luchtvaart: de kwaliteit van de leefomgeving (veiligheid, milieu) mag door regionale
luchtvaart niet verslechteren.
• Duurzaam goederenvervoer (onder andere ongestoorde logistieke verbindingen) met beperkte
veiligheidsrisico’s.
• Een uitgebreid fietspadennetwerk: aanleg van 75 kilometer extra fietspad.

Bijstellingen
Doorstroming, inrichting en onderhoud van provinciale (vaar)wegen
• Met Provincie Nieuwe Stijl is effectiviteit en efficiëntie van dynamisch verkeersmanagement verhoogd
door bundeling met het Rijk en de WGR+ regio’s. Overprogrammering is ingezet als instrument om een
versnelling te realiseren in beheer en onderhoud.
Goederenvervoer
• Met Provincie Nieuwe Stijl is in het goederenvervoerbeleid een focus aangebracht op routering en
ruimtelijke consequenties.
Fietspadennetwerk
• De doelstelling voor fietspaden is uitgebreid met de al structureel geplande kilometers naar een totaal
van 110 kilometer. Overprogrammering is ingezet als instrument om een versnelling te realiseren.

Resultaten
Goede doorstroming, aanleg ontbrekende schakels en aanpassingen van het hoofdwegennet:
• Met de extra impuls uit het coalitieakkoord van ruim € 400 miljoen heeft de provincie in totaal circa
27 kilometer nieuwe provinciale wegen aangelegd en is 20 kilometer gereconstrueerd en onder andere
de onderstaande resultaten bereikt:
- Met de opening van de westtak in 2008 is de N470 tussen Delft, Zoetermeer en Rotterdam volledig
gerealiseerd (totale investering € 210 miljoen).
- De vernieuwing van de N210 in de Krimpenerwaard is medio 2011 gereed (totale investering
100 miljoen).
Daarnaast is een aantal projecten in gang gezet:
- De uitvoering van de N207 Zuidwestelijke Randweg Gouda (totale investering € 70 miljoen) is de
tweede helft van 2010 gestart. De weg wordt eind 2012 opengesteld. De provincie heeft hiervoor een
inpassingsplan vastgesteld.
- De uitvoering van het “3-in-1” project in het Westland start begin 2011 (totale investering
€ 144,5 miljoen). Bijna alle gronden zijn verworven en de aanbesteding is gestart.
- In het kader van het overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport met
de minster van Verkeer en Waterstaat is de Verkenning Integrale Benadering Holland Rijnland
uitgevoerd. Voor het project Rijnlandroute heeft het Rijk een bijdrage van € 422 miljoen inclusief
BTW toegezegd. Het betreft de helft van de geschatte totaalkosten.
- De provincie heeft met het Rijk en de Stadsregio’s brede MIRT-Verkenningen gestart (MIRT Rotterdam
VooRuit en MIRT Haaglanden) om een gezamenlijke oplossingsstrategie te bepalen voor de
mobiliteitsknelpunten op het hoofdwegennet in de Zuidvleugel. De Provincie Zuid-Holland heeft hier
in 2009 en 2010 in totaal € 2,5 miljoen aan bijgedragen.
- In 2009 hebben Gedeputeerde Staten een overeenkomst met het Rijk getekend voor zes aansluitingen
van snelwegen en provinciale wegen. Vaak ontstaan juist op deze punten files. Hiervan wordt het
project N218/N57 op Voorne Putten volledig door de provincie voorbereid en uitgevoerd.
Ter versnelling van de planvorming heeft de provincie de voorbereiding van de aansluitingen A16/N3/
N217 en A15/N3/N214 bij Dordrecht overgenomen van Rijkswaterstaat.
- Voor de Parallelstructuur A12 is in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport een rijksbijdrage van € 100 miljoen binnengehaald en in mei 2010 een
projectbesluit genomen. De totale kosten bedragen € 265 miljoen.
• Via dynamisch verkeersmanagement zorgt de provincie voor betere benutting van provinciale wegen
en vaarwegen (investering in totaal € 25 miljoen). Samen met Rijkswaterstaat en de stadsregio’s heeft de
provincie bestaande verkeerscentrales gekoppeld, informatiepanelen aangelegd en regelscenario’s voor
reguliere verkeerssituaties en incidenten opgesteld. Dit bevordert de doorstroming tussen de diverse
wegennetten.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 20


Goed en duurzaam inrichten en onderhouden van provinciale (vaar)wegen:
• Voor beheer en onderhoud van wegen en vaarwegen is in deze collegeperiode € 78 miljoen extra
uitgetrokken met als doel achterstallig onderhoud in te lopen en het kwaliteitsniveau op peil te
brengen. Eind 2011 is naar verwachting 80 tot 90 procent van het afgesproken beheerplan 2008-2011
inclusief impuls wegen en vaarwegen gerealiseerd. Met de extra impuls zijn onderstaande resultaten
bereikt:
- Naast het dagelijks beheer en onderhoud is op 53 wegtrajecten en over een totale lengte van circa
258 kilometer grootschalig onderhoud uitgevoerd. Dit is ruim 49 procent van het totale provinciale
wegennet.
- Naast het reguliere onderhoud zijn diverse verbetermaatregelen doorgevoerd. Zo is op zeven locaties
stil asfalt aangelegd (onder andere op de N218 nabij Spijkenisse, de N470 bij Delft en de N447 bij
Voorschoten). Tot eind 2011 komen hier nog zeven locaties bij. Daarnaast zijn de wegen volgens de
Duurzaam veilig principes ingericht.
- Buiten het grootschalig onderhoud heeft de provincie een aantal noodzakelijke losstaande projecten
uitgevoerd. Een in het oog springend voorbeeld is de reconstructie van de N228 in Haastrecht. In de
onderhoudscyclus is voor € 55 miljoen voor de periode 2008-2011 aan verkeersveiligheidsmaatregelen
meegenomen.
- Vanwege de strenge winters is veel tijd en energie gestoken in de gladheidbestrijding.
- Ook hebben grootschalige onderhoudswerkzaamheden aan vaarwegen plaatsgevonden, ter
verbetering van de doorstroming op het vaarwegennet:
• Tot nu toe is circa 43 kilometer grootschalig baggerwerk afgerond. Tot eind 2011 wordt nog eens
43 kilometer gerealiseerd.
• Circa 20 kilometers oevers zijn vervangen door duurzame constructies.
Hogere verkeersveiligheid:
• Het aantal dodelijke verkeersslachtoffers is substantieel gedaald, zowel in het provinciale regiegebied
(van 43 in 2007 tot 40 in 2009) als op provinciale wegen (van 15 in 2007 tot 12 in 2009). De provincie
heeft met het rijk en de regio’s de verkeersveiligheid aangepakt, gericht op gedrag, onveilige locaties en
voertuigveiligheid. Met inzet van het Regionaal Ondersteuningbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland
zijn de pijlers van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008 – 2020 van het Rijk vertaald naar de
wegbeheerders en zijn programma’s voor permanente verkeerseducatie, publiekscampagnes en
afstemming van verkeershandhaving bevorderd.
Regionale luchtvaart:
• Voor alle bestaande luchthavens in Zuid-Holland zijn omzettingsbesluiten genomen zodat in de
betreffende vergunningen de kwaliteit van de leefomgeving een onderdeel is. De kwaliteit van de
leefomgeving is uitgangspunt in het beleidsplan voor de regionale luchtvaart dat in 2008 door
Provinciale Staten is vastgesteld.
Goederenvervoer:
• Om de bereikbaarheid van overslaglocaties voor vervoer over water te verbeteren wordt in 2010 en 2011
een maatregelenpakket van € 20 miljoen (€ 10 miljoen van de provincie) uitgevoerd. Ook wordt op
1 oktober 2010 de overslagterminal Alphen aan de Rijn geopend. De eerste resultaten van het project
Fresh Corridor zijn zichtbaar door het varen van bargeshuttles met groente- en fruitcontainers tussen
de Maasvlakte en Ridderkerk (Barendrecht). In het kwaliteitsnet goederenvervoer investeert de
provincie € 9 miljoen van de in totaal benodigde € 21 miljoen.
Fietspadennetwerk:
• De doelstelling om in de periode 2008 tot en met 2011 110 kilometernieuwe fietspaden aan te leggen
wordt naar verwachting gehaald. In 2008, 2009 en de 1e helft van 2010 is al 71 kilometer gerealiseerd.
Bovenop de 110 kilometer zijn nog eens ruim 40 projecten met een gezamenlijke lengte van circa
75 kilometer voorbereid als overprogrammering.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 21


Realiseren van ketenmobiliteit

Doelstellingen
• Sociaal veilige en hoogwaardige openbaar vervoerknooppunten.
• Een sterk vervoersnetwerk in de Randstad door één vervoersautoriteit en integratie van het openbaar
vervoer tot één hoogwaardig vervoerssysteem.

Bijstellingen
Sociaal veilige en hoogwaardige openbaar vervoerknooppunten:
• Met Provincie Nieuwe Stijl is de provinciale inzet in vervoermanagementbureaus afgebouwd.
Het realiseren van openbaar vervoerknooppunten is niet de primaire verantwoordelijkheid van de
provincie. De provincie levert een bijdrage aan de realisatie van doelstelling door middel van subsidies.
Sterk vervoersnetwerk door één vervoersautoriteit en één hoogwaardig vervoerssysteem:
• Op de realisatie van het Randstad Urgent project Openbaar Vervoersautoriteit is met de vaststelling van
Provincie Nieuwe Stijl extra ingezet.

Resultaten
Sociaal veilige en hoogwaardige openbaar vervoerknooppunten:
• De provincie subsidieert de volgende projecten:
- Tot en met 2011 worden meer dan 1000 ‘Park and Ride’-plekken gerealiseerd. Tot en met 2009 heeft
de provincie subsidies verleend voor de realisatie van 753 ‘Park and Ride’-plekken bij openbaar
vervoerknooppunten. Voor 2010 staan ruim 250 plekken en voor 2011 150 plekken gepland.
- Tot en met 2009 is voor bijna 13.000 fietsparkeervoorzieningen bij openbaar vervoerknooppunten
subsidie verleend. Voor 2010 en 2011 staan ruim 1200 voorzieningen gepland.
Sterk vervoersnetwerk door één vervoersautoriteit en één hoogwaardig vervoerssysteem:
• De vier provincies, vier stadsgewesten en het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben een
Openbaar Vervoer-Bureau Randstad opgezet. Dit bureau doet voorstellen op het gebied van
ketenmobiliteit, ontwikkeling van een Randstedelijk Hoogwaardig Openbaar Vervoer-netwerk en de
betrokkenheid van decentrale overheden op het personenvervoer per spoor. De overeenkomst heeft een
looptijd van 2,5 jaar (tot voorjaar 2012).
• Gedeputeerde Staten hebben in 2009 initiatief genomen tot de ontwikkeling van het Zuidvleugelnet,
waarin trein, metro, lightrail en bus aan elkaar zijn verbonden. Dit zorgt voor hoogwaardig openbaar
vervoer in samenwerking met de stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam.

3.4 Economisch Offensief

Herstructurering en aanleg nieuwe bedrijventerreinen

Doelstellingen
• Voldoende bedrijventerreinen en kantoorlocaties door:
- Provinciale bijdrage aan de herstructurering van 750 hectare bedrijventerrein.
- Provinciale bijdrage aan 250 hectare nieuw bedrijventerrein.
- Behoud van 5.800 hectare netto teeltareaal voor de glastuinbouw.
• Inzetten op innovatief ruimtegebruik (10 procent ruimtewinst).

Bijstellingen
Voldoende bedrijventerreinen:
• Bij de Halfwegevaluatie zijn de doelstellingen van 750 hectare herstructurering en 250 hectare nieuw
terrein gehandhaafd. Aangegeven is dat deze onderling uitwisselbaar zijn. Het resultaat ten aanzien van
de herstructurering van bedrijventerreinen kan meer worden dan 750 hectare.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 22


Resultaten
Voldoende bedrijventerreinen en kantoorlocaties:
• Op dit moment is er voor de provincie Zuid-Holland als geheel voldoende direct uitgeefbaar
bedrijventerrein. In 2010 is er 357 hectare direct uitgeefbaar (bron: Infodesk Zuid-Holland). De uitgifte
per jaar is door de crisis sterk teruggelopen van circa 95 hectare per jaar naar 37 hectare in 2010. In
kwantitatief opzicht zijn er momenteel ook kantoorlocaties voldoende: mede onder invloed van de
crisis is een overaanbodsituatie ontstaan. Zowel voor bedrijventerreinen als kantoorlocaties kunnen er
regionaal uitzonderingen op het provinciale beeld bestaan, bijvoorbeeld bij een kwalitatieve mismatch
tussen vraag en aanbod.
• De provincie heeft tot medio 2010 gestuurd op concrete projecten en financiële bijdragen verstrekt op
de onrendabele top van 49 herstructureringsprojecten tot een totaal van 779 hectare. De 750 hectare-
doelstelling is hiermee gerealiseerd. Met de nieuwe subsidieronde wordt naar verwachting in 2011 nog
eens circa 100 hectare herstructurering gerealiseerd, waarmee het totaal uitkomt op 850 hectare.
• De middelen voor 250 hectare nieuw bedrijventerrein zijn, als gevolg van de economische crisis en in
verband met de discussie over de invoering van de SER-ladder, ingezet voor de herstructurering.
• Naast de subsidie voor de herstructurering worden ook andere financiële middelen ingezet die
bijdragen aan de doelstellingen voor herstructurering en nieuwe bedrijventerreinen. Zo worden
bijvoorbeeld de locaties Westelijke Dordtse Oever te Dordrecht en Nieuw Reijerwaard te Ridderkerk als
alternatieven voor het bovenregionale bedrijventerrein in de noordrand van de Hoeksche Waard
ontwikkeld. Nieuw Reijerwaard is nieuw bedrijventerrein met een omvang van 90 hectare en draagt
daarmee bij aan de 250 hectare doelstelling. De bijdrage van Zuid-Holland bedraagt € 8 miljoen voor de
Westelijke Dordtse Oever (infrastructuur) en € 9 miljoen voor Nieuw Reijerwaard (groeninpassing). In
totaal hebben publieke partijen (€ 90 miljoen) en het Havenbedrijf Rotterdam (€ 10 miljoen) € 100
miljoen toegezegd om de alternatieven voor de Hoeksche Waard te realiseren.
• In 2008 was het teeltareaal voor de glastuinbouw al fors lager dan 5.800 hectare, namelijk 5.185 hectare.
In 2011 zal dit zijn teruggelopen naar circa 5.000 hectare. Dit komt door de sanering van verspreid
liggende kassen en door verstedelijking. Het college heeft zich ingespannen om een nieuwe,
grootschalige glaslocatie aan te wijzen. Dat is echter niet mogelijk gebleken in Zuid-Holland waar de
ruimte zo schaars is. Het is wel gelukt om circa 530 hectare toe te voegen door: herstructureren van
bestaande glasgebieden (ruimtewinst 150 hectare) en aanwijzen van vier nieuwe locaties (samen 130
hectare). Aanvullend is met de provincie Noord-Holland overleg geweest over het ruimte bieden (250
hectare) aan Zuid-Hollandse tuinders. In de structuurvisie van Noord-Holland is een strategische reserve
glastuinbouw opgenomen. Tenslotte zal een deel van de transformatie van kassen naar woningbouw in
gebieden met geconcentreerde glastuinbouw later of niet plaatsvinden dan tot op heden verwacht. Dat
scheelt circa 125 ha in de periode tot 2020.
Innovatief ruimtegebruik:
• Tot en met medio 2010 is er 12,3 procent ruimtewinst behaald bij de herstructurering van
bedrijventerreinen. Dit is meer dan de provinciale doelstelling van 10 procent. Dit hoge percentage is
mede te danken is aan een project met hoge ruimtewinst in Boskoop-Oost. Door de verankering van de
SER-ladder in de Verordening Ruimte kan in de toekomst meer worden gestuurd op onder andere het
behalen van ruimtewinst. Tevens is ruimtewinst een nog belangrijker beoordelingscriterium geworden
bij het verlenen van subsidies.

Versterking economische clusters

Doelstelling
• Versterken van de kenniseconomie is noodzakelijk voor het ruimtelijk, economisch, ecologisch en
sociaal evenwicht. Er wordt meer nadruk gelegd op vier stuwende beeldbepalende clusters: greenports,
bio- en lifesciences, water- en deltatechnologie, transport en logistiek. Procesindustrie en petrochemie
en ‘Den Haag Internationale Stad’ worden nu al vooral door de grote steden en het Rijk getrokken.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 23


Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• In 2008 hebben Gedeputeerde Staten het Actieprogramma Economische Clusters vastgesteld, waarmee
de ondersteuning van de geselecteerde clusters en de twee hotspots Bio Science Park Leiden en Science
Port Holland integraal wordt opgepakt. De provincie richt zich op het stimuleren van samenwerking en
innovatie, het faciliteren van ruimtelijke ontwikkelingen, het zorgen voor passende infrastructuur en
het oplossen van arbeidsmarktknelpunten.
• Voor het stimuleren van samenwerking en innovatie was in de periode 2007-2011 een budget
beschikbaar van € 24 miljoen (€ 12 miljoen Pieken in de Delta en € 12 miljoen Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling). Het gaat hier om co-financieringsmiddelen met een multiplier van minimaal
3,5. Dit betekent dat met de inzet van de provinciale middelen in totaal minimaal € 84 miljoen aan
investeringen van publieke en private partijen is losgekomen.
• In het cluster Life & Health Sciences is met name ingezet op het mogelijk maken van verdere
ruimtelijke ontwikkeling en campusvorming (Bio Science Park) en het bevorderen van
kennisvalorisatie. Zo heeft de provincie bijgedragen aan:
- de ontsluiting van het Bio Science Park (bijdrage Provincie Zuid-Holland € 10 miljoen)
- het aanbieden van gedeelde faciliteiten via de Biopartner Accelerator
(bijdrage Provincie Zuid-Holland 0,8 miljoen)
- het stimuleren van de samenwerking Medical Delta (startsubsidie Provincie Zuid-Holland € 350.000)
- de ontwikkeling tot Europese topregio voor Life & Health Sciences via Health Ties
(Provincie Zuid-Holland coördineert)
• In het cluster Water- en Deltatechnologie wordt via de Kennisalliantie het organiserend vermogen
versterkt, omdat dit relatief zwak is in dit cluster. De provincie heeft bijgedragen aan:
- het project Kennisnetwerken van de Kennisalliantie gericht op het identificeren en stimuleren van
samenwerkingsverbanden (bijdrage Provincie Zuid-Holland in de periode 2008-2012 € 0,4 miljoen).
- de samenwerking onder de noemer ‘Delft Blue Technology’ (waterinnovaties).
- de Proeftuin Maritieme Innovatie (bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
€ 1,5 miljoen, bijdrage Provincie Zuid-Holland € 150.000).
- de verdere ontwikkeling van Science Port Holland door een bijdrage aan een openbaar
vervoerverbinding (€ 1,3 miljoen uit bedrijventerreinenbudget), verdere duurzame visieontwikkeling
(bijdrage van € 50.000), en de nieuwe “Bioprocess Pilot Facility” bij DSM/Delft, waarmee een nationale
koploperspositie van bio-based economy wordt gecreëerd (bijdrage van € 1,5 miljoen).
• Binnen het cluster Transport en Logistiek zijn twee baanbrekende agrologistieke Pieken in de Delta
projecten ondersteund: Fresh Corridor (13 samenwerkende partijen), gericht op de ontwikkeling van
een netwerk van terminals en verbindingen voor het vervoer van groenten en fruit via de binnenvaart,
en Greenrail (20 samenwerkende partijen), gericht op de introductie van co-modaliteit in het vervoer
van sierteelt. De bijdrage van de Provincie Zuid-Holland aan de projecten bedraagt respectievelijk € 0,6
miljoen en € 0,3 miljoen).
• Binnen de Greenports zijn projecten gegenereerd op het gebied van agrologistiek, duurzame
waterhuishouding en energievoorziening en het stimuleren van de bio-based economy. Dit om de
toppositie van dit cluster te versterken. In totaal is de afgelopen jaren aan acht projecten op het gebied
van agrologistiek en duurzaamheid via rijks- en provinciale cofinanciering bijgedragen. Voorbeelden
hiervan zijn Fresh Corridor, Greenport campus en Greenrail. Voor agrologistiek wordt samen met het
bedrijfsleven een visie ontwikkeld en is gezamenlijk een groslijst opgesteld van zo’n 30 projecten die
aan die visie invulling kunnen geven. Enkele projecten zoals Coolport en Ongestoorde logistieke
verbindingen zijn in de Gebiedsagenda van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en
Transport genoemd als prioritair uit te werken projecten.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 24


Vrije Tijd

Doelstelling
Toeristisch beleid moet leiden tot een toename van de banengroei en bestedingen in de toeristische sector.

Bijstellingen
Met de Halfwegevaluatie is de indicator voor het meten van de doelstelling aangepast. Dit is geworden het
versterken van het marktaandeel daguitstapjes met 3 procent in 2010. Door de recessie is het belang
toegenomen om naast kwantitatieve groei in te zetten op kwalitatieve ontwikkeling van het toeristisch
aanbod, in het bijzonder de vier provinciale iconen (Brouwersdam, Keukenhof, Kinderdijk en
Wierickerschans).

Resultaten
• Voor de ontwikkeling van het marktaandeel daguitstapjes over de periode 2008-2009 kan nog niet
worden geconcludeerd dat de doelstelling van 3 procent is gehaald. De meetmethode is hiervoor nog
ontoereikend en de cijfers over het jaar 2010 zijn nog niet beschikbaar. Wel kan worden geconcludeerd
dat voor Fort Wierickerschans de doelstelling van 3 procent is gehaald.
• Daarnaast heeft de provincie sterk ingezet op een kwalitatieve impuls voor de vier provinciale iconen:
- Keukenhof is, onder andere door het verstrekken van provinciale subsidies, verder uitgebouwd als
showvenster van de bollensector en de activiteiten van zowel bollententoonstelling als landgoed
beperken zich niet meer alleen tot het bollenseizoen. Er vinden jaarrond kunsttentoonstellingen
plaats op het landgoed Keukenhof. Ook zijn extra activiteiten ontwikkeld waaronder een Kerstflora.
- Brouwersdam is met financiële steun van de provincie ontwikkeld tot sportief strand- en
watersportcentrum, onder meer door het plaatsen van de Waterjump.
- Fort Wierickerschans is uitgebouwd tot bakermat van de cultuurhistorische water- en
verdedigingsgeschiedenis. Met subsidie van de provincie wordt het Fort gerestaureerd en is een
informatiecentrum ingericht.
- Bij werelderfgoed Kinderdijk is met subsidie van de provincie de bereikbaarheid vergroot (plaatsen
van aanlegsteigers) en wordt een bezoekerscentrum ingericht.
- Met zes toeristische overstappunten heeft de provincie de bereikbaarheid van de iconen vergroot.
Bij elk toeristisch overstappunten zijn informatiepanelen met wandel- en fietsroutes gerealiseerd.
- Met het instrument regionale beeldverhalen heeft de provincie een begin gemaakt om de vier
toeristische iconen te laten uitgroeien tot vrijetijdsknooppunten in de regio.
• Daarnaast is gewerkt aan:
- Een integrale Visie Recreatie en Vrijetijd. Hierin wordt het beleid voor recreatiebeheer, waterrecreatie
en vrijetijd in samenhang ontwikkeld. In december 2009 hebben Gedeputeerde Staten hiertoe
besloten.

Onderwijs en arbeidsmarkt

Doelstelling
Vergroting van de arbeidsparticipatie en verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de
arbeidsmarkt.

Bijstellingen
Met Provincie Nieuwe Stijl is de rol van de provincie in het kader van onderwijs-arbeidsmarktbeleid nader
gedefinieerd: primair verantwoordelijke partijen (onderwijs en bedrijfsleven) samenbrengend en niet zelf
uitvoerend. Verder is afgesproken dat het onderwijs-arbeidsmarktbeleid van de provincie nadrukkelijk
aansluit op de regionale economische agenda en gericht is op het oplossen van in de vier stuwende
economische clusters ervaren arbeidsmarktknelpunten.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 25


Resultaten
• Het onderwijs en arbeidsmarktbeleid is integraal onderdeel geworden van het provinciaal economisch
beleid. Gedeputeerde Staten hebben in 2008 met de drie Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid en de
Kennisalliantie een vernieuwd convenant afgesloten om partijen bij elkaar te brengen, daarbij
gebruikmakend van het subsidie-instrument.
- De provincie heeft meer dan 50 projecten gesubsidieerd. In de projecten werken het onderwijs en het
bedrijfsleven samen aan de vermindering en oplossing van de door het bedrijfsleven ervaren
arbeidsmarktknelpunten. Voor iedere euro die de provincie investeert, investeren het bedrijfsleven en
onderwijs tezamen ruim 2,5 euro in de projecten, waarmee de multiplier 3,8 is.
- De doelstellingen uit het convenant op dit punt (2009: 60 procent en 2010: 70 procent) zijn gehaald.
In het overgangsjaar 2009 was 64 procent van de verleende subsidiemiddelen reeds clustergericht.
Voor de verleende subsidiemiddelen 2010 is dat 89 procent.
- Het beleid is door een onafhankelijk bureau geëvalueerd. Het bureau concludeert dat de provincie
met het vraaggerichte arbeidsmarktbeleid voor versterking van specifieke clusters een toegevoegde
waarde heeft ten opzichte van andere actoren en dat het beleid voldoet aan eisen van efficiëntie en
kosteneffectiviteit.

3.5 Jeugdoffensief

Jeugdzorg

Doelstellingen
• Een jaarlijkse vermindering van de wachttijden met één week ten opzichte van de landelijke norm van
negen weken. Na indicatie zo snel mogelijk opname voor behandeling.
• Een integrale toegang tot de jeugdzorg, goede aansluiting tussen vraag en aanbod.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
Wachttijden:
• Op 31 december 2009 is de wachtlijst langer dan negen weken teruggedrongen tot 66 jeugdigen,
waarvan 18 jeugdigen wachten wegens capaciteitsgebrek. Naast dit aantal wachtenden bij de regionale
zorgaanbieders wachtten nog negen cliënten bij de landelijk werkende instellingen. Doordat het aantal
indicaties en tevens de zorgzwaarte (op grond van verbetering indicatiebesluit categorie II) is
toegenomen, is er minder instroom in de jeugdzorg gerealiseerd en is het lastiger gebleken de
wachtlijst volledig weg te werken. Het aantal ontvangen eerste indicaties is toegenomen van 2.637 in
2008 naar 2.882 in 2009 en 3.000 (raming) in 2010.
• Aan het eind van 2010 worden de wachttijden teruggebracht naar maximaal zeven weken en in 2011
naar verwachting naar vijf weken. De wachtlijst is in 2010 opnieuw gestegen, maar de beoogde
doelstelling lijkt nog haalbaar gezien de vraag-aanbod raming en de extra investeringen die op basis
hiervan gedaan zijn. Ondernomen acties gericht op uitbreiding van het zorgaanbod en beperking van
de instroom en bevordering van de uitstroom:
• Met ruim € 10,6 miljoen extra provinciale middelen en 6 miljoen extra rijksmiddelen heeft de provincie
in 2008-2010 het volgende extra aanbod toegekend aanvullend op de reguliere capaciteit:
- 1.886 extra ambulante trajecten
- 81 extra plaatsen voor 24-uurs zorg
- 136 extra plaatsen daghulp
- o 150 extra plaatsen pleegzorg
Voorts is in september 2010 nog voor € 2,6 miljoen extra geïnvesteerd waarmee opnieuw extra aanbod
is gerealiseerd.
• Resultaten zijn gericht op beperking van de instroom, bevorderen van de uitstroom en bevorderen van

Terugblik collegeperiode 2007-2011 26


beschikbaarstelling van de juiste soort hulp, waardoor er meer en sneller zorg wordt verleend.
Voorbeelden hiervan zijn extra casemanagement en wachtlijstbegeleiding bij bureau Jeugdzorg,
behandeling tienermoeders en online hulpverlening. Bovendien is extra geïnvesteerd in
opvoedingsondersteuning en nazorg via de Regionale Agenda’s Samenleving, en in een televisieserie
(0-23) over opvoedproblematiek op de regionale omroepen TV-West en Rijnmond.
Integrale toegang tot jeugdzorg en goede aansluiting tussen vraag en aanbod:
• De toegang tot de provinciaal gefinancierde jeugdzorg, het speciaal onderwijs, de geestelijke
gezondheidszorg (GGZ) en de licht verstandelijk gehandicaptenzorg is zoveel mogelijk gebundeld.
In 2008 is de provincie gestart met een experiment om te komen tot een volledig integrale
indicatiestelling van Bureaus Jeugdzorg, de Regionale Expertise Centra en de partners uit de geestelijke
gezondheidszorg voor de jeugd en de licht verstandelijk gehandicapte jeugd. In 2010 is de ontwikkelde
werkwijze van een integraal voortraject geïmplementeerd in alle regio’s van Zuid-Holland.
Indicatiestelling rond de licht verstandelijk gehandicapte jeugd is nog niet overgeheveld naar de
Bureaus Jeugdzorg. Wanneer dit plaatsvindt, ondersteunt de provincie dit proces.
• De provincie Zuid-Holland ziet erop toe dat Bureau Jeugdzorg een jaarlijkse vraag- en aanbodanalyse
opstelt waarin door haar eventuele lacunes in het aanbod preventief jeugdbeleid, licht verstandelijke
gehandicapte jeugd, geestelijke gezondheidszorg (GGZ) voor de jeugd en provinciale jeugdzorg worden
gesignaleerd. Op basis van deze analyse geeft de provincie sturing aan het zorgaanbod.

Maatschappelijke participatie

Doelstellingen
• Een provinciedekkende, sluitende aanpak voor wonen-welzijn-zorg dankzij uitvoeringsgerichte
regionale afspraken.
• Een op resultaat gerichte Regionale Agenda Samenleving waarbij geldstromen worden gebundeld en
regels en procedures worden verminderd.

Bijstellingen
Beide doelstellingen zijn door Provincie Nieuwe Stijl en de invoering van de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning gewijzigd (zie nota Maatschappelijke participatie oktober 2008). Bepaald is dat de
provinciale rol bij tweedelijnsactiviteiten wordt versterkt door:
• het terugdringen van het aantal provinciale ondersteuningsorganisaties
• het maken van resultaatafspraken met gemeenten over preventief jeugdbeleid, cultuurparticipatie en
sociale infrastructuur via de Regionale Agenda Samenleving
Voor eerstelijnsactiviteiten ligt de verantwoordelijkheid bij gemeenten.

Resultaten
Versterken tweedelijnsactiviteiten:
Terugdringen van het aantal provinciale ondersteuningsorganisaties:
• De tweedelijnsorganisaties Tympaan Instituut en Netwerk Sociale Initiatieven zijn gefuseerd.
• De activiteiten van PJpartners (cultuur) zijn overgegaan naar Kunstgebouw en (jeugd) naar het
Expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en Opvoeding.
• De provincie is voornemens de ondersteuning van de sociale infrastructuur uit de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning op de vijf prestatievelden onder te brengen bij het Expertisecentrum voor Jeugd,
Samenleving en Opvoeding. De taken van dit Expertisecentrum zijn gericht op vraaggericht werken
RAS), innovatie en kennisoverdracht.
Maken van resultaatafspraken met gemeenten via de Regionale Agenda Samenleving:
• De door Gedeputeerde Staten afgesloten Regionale Agenda’s Samenleving 2009 tot en met 2012, richten
zich op versterking van jeugdpreventie en cultuurparticipatie op basis van jaarlijkse werkplannen,
alsmede een vereenvoudiging van de systematiek.
- Resultaten die bereikt zijn voor het speerpunt Jeugdpreventie zijn 37.000 extra uren lokale jeugdzorg
(opvoedondersteuning en nazorg) en preventieve projecten.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 27


- Voor cultuurparticipatie hebben Gedeputeerde Staten in alle regio’s netwerken gestimuleerd en zijn
meerjarenprogramma’s uitgevoerd op basis van intergemeentelijke visies cultuurparticipatie.
Afbouwen eerstelijnsactiviteiten:
• Projectsubsidies voor eerstlijnsactiviteiten zijn met ingang van 1 januari 2010 afgebouwd.
Voor een aantal instellingen is een overgangsmaatregel voor 2010 getroffen.
• De subsidierelatie met de steunfunctie-instellingen Meander, Stimulans en PJpartners worden
per 1 januari 2012 beëindigd.

Cultureel erfgoed

Doelstellingen
• Ontwikkeling en benutting van het culturele erfgoed voor recreatief-toeristische doeleinden en
verhoging van de belevingskwaliteit van de ruimte, onder andere door:
- Behoud, herstel en beter toegankelijk maken van landgoederen, buitenplaatsen, opvallende
bouwkundige complexen als Fort Wierickerschans, Werelderfgoed Kinderdijk, waterlinies en oude
vaarverbindingen.
- Uitvoeren van het Deltaplan molens: 90 procent restauratie van het aantal van 50 molens op de
urgentielijst.
• Sterkere positie van regionale omroepen.

Bijstellingen
Ontwikkeling en benutting van het culturele erfgoed:
• Met Provincie Nieuwe Stijl is het cultuurbeleid nadrukkelijker gekoppeld aan het ruimtelijk beleid van
de provincie, onder meer via de Cultuurhistorische Hoofdstructuur. Daarnaast heeft de provincie
toegevoegde waarde in het bevorderen van recreatie en toerisme ten aanzien van het bovenregionale
cultuurhistorische erfgoed. De rol van de provincie is dat zij kaders stelt en adviseert in relatie tot
ruimtelijk beleid en financieel bijdraagt aan projecten.

Resultaten
Behoud, herstel en beter toegankelijk maken van het culturele erfgoed:
• Voor het behoud van het culturele erfgoed zijn de volgende activiteiten opgepakt:
- De Regioprofielen Cultuurhistorie, met daarin richtlijnen voor topgebieden, archeologie en molens,
zijn in de Provinciale Structuurvisie opgenomen. In de Verordening Ruimte is naast de molenbiotoop
ook een landgoedbiotoop opgenomen.
- In stand houden van de cultuurhistorische waarde van de Ruïne van Teylingen (door boekjaarsubsidie
aan de Kastelenstichting Holland en Zeeland).
- In stand houden van de cultuurhistorische waarde Diefdijk (door extra subsidie voor het op
cultuurhistorische verantwoorde manier versterken van de Diefdijk vanwege waterveiligheid).
• Voor het herstel van het culturele erfgoed zijn onderstaande activiteiten opgepakt:
- Restauratiesubsidie verleend voor de restauraties van landgoed Keukenhof, Stolwijkersluis en
Fort Wierickerschans
- Via ‘Deltaplan molens’ restauratie van circa 60 molens gerealiseerd (zie de resultaten onder “Deltaplan
molens”).
• Voor het beter toegankelijk maken van het culturele erfgoed zijn de volgende activiteiten opgepakt:
- Met de Culturele Themajaren heeft de provincie het Zuid-Hollands erfgoed op de kaart gezet:
‘Leve het landgoed’ (2008), ‘Leve de Limes’ (2009) en ‘Leve de vaarwegen en waterlinies’ (2010). In 2011
wordt het themajaar ‘Leve de molens’ georganiseerd. De provincie heeft kunstuitingen langs de Limes
en fietsroutes gerealiseerd. Via de culturele themajaren wordt het cultureel erfgoed (via fietsroutes,
schaatsroutes, aanlegsteigers en bekendheid bij het publiek) beter toegankelijk gemaakt.
- De provincie heeft met de Percentageregeling Cultuur kunstprojecten uitgevoerd langs het nieuwe
fietspad langs de kust Hoek van Holland – Monster en bij de N470.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 28


Deltaplan molens:
• In 2012 zijn circa 60 molens gerestaureerd in plaats van de 50 die op de lijst van het Deltaplan stonden,
waardoor de urgente restauratieachterstand volledig is ingelopen. Daarnaast:
- Zijn met het Nationaal Restauratiefonds afspraken gemaakt over de toekenning van de provinciale
subsidies voor onderhoud en draaipremies. Voor moleneigenaren is hierdoor sprake van een
eenvoudig en doelmatig systeem van subsidietoekenning dat in de pas loopt met de rijksregeling.
- Is om de bij het Rijk in behandeling zijnde aanvragen van urgente molenrestauraties te kunnen
matchen is geld beschikbaar gesteld. Met de Kadernota 2008-2011 is € 0,5 miljoen voor 2010 en
€ 0,5 miljoen voor 2011 aan de financiële ruimte onttrokken. Op grond van de Kadernota 2009-2012 is
nog eens € 1 miljoen provinciaal geld beschikbaar gesteld.
Sterkere positie van regionale omroepen:
• Provinciale Staten hebben voor de jaren 2010 en 2011 extra middelen van in totaal 1,8 miljoen
(€ 450.000 per omroep per jaar) ter beschikking gesteld. De inzet van deze middelen is gericht op meer
en snellere verversing van het nieuws, invoering van een crossmediale werkwijze en versterking van de
rampenzender-functie via internet en televisie. Daarnaast is door een sterkere focus van Gedeputeerde
Staten de samenwerking tussen de omroepen op redactioneel, reclame en facilitair gebied toegenomen.
Ten slotte hebben Gedeputeerde Staten de procesgang rondom de subsidiëring van de omroepen
verbeterd, met in het bijzonder de monitoring van de financiële positie.

3.6 Integrale Ruimtelijke Projecten

Zuidplaspolder

Doelstellingen
De Zuidplaspolder wordt ontwikkeld tot aantrekkelijk woon-, werk- en recreatielandschap. In 2020 moeten
minimaal 7.000 woningen, 280 hectare glas en 325 hectare Ecologische Hoofdstructuur, plus de benodigde
infrastructuur, zijn gerealiseerd. In de zuidelijke delen is plaats voor natuurontwikkeling. Dorpse en
landelijke milieus vinden een plek bij bestaande dorpen en in het middengebied. In het noordelijke deel
komen glastuinbouw en bedrijventerreinen tot ontwikkeling, direct ontsloten door de A12. Vanaf 2011
wordt gestart met de realisatie van de woningen. De Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas is een
gemeenschappelijke samenwerking tussen provincie en gemeenten. Zij programmeert de ontwikkeling en
draagt zorg voor bovenplanse verevening en kwaliteitsborging.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• De bestemmingsplannen Rode Waterparel, Zuidplaswest, Vredenburghzone, Zuidplasnoord,
Het Nieuwe Midden, Restveen en Groene Waterparel zijn vastgesteld. Hierin is vastgelegd:
- Woonbestemmingen: 5.600 van de in totaal 7.000 woningen
- 30 hectare nieuw bedrijventerrein
- 200 hectare nieuwe glastuinbouw
- Tracés van de infrastructuur
• De Grondbank heeft circa 300 hectare grond verworven. Ook is 15 hectare van de 325 hectare voor
natuurontwikkeling in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur in Restveen en de Groene
Waterparel verworven.
• Er is 80 hectare glastuinbouw herontwikkeld.
• In 2009 heeft het Rijk € 100 miljoen toegekend voor de aanleg van de parallelle structuur A12 en
de Moordrechtboog voor het ontsluiten van de bedrijventerreinen en € 24 miljoen voor een
klimaatbestendige en klimaatneutrale inrichting van het gebied.
• Een drietal businesscases wordt onderzocht: Energyweb, versnellen Groene Waterparel en Restveen,
en Duurzame ontwikkeling woningbouw en bedrijventerreinen

Terugblik collegeperiode 2007-2011 29


As Leiden-Katwijk

Doelstellingen
Tussen Leiden en Katwijk komt een nieuw internationaal vestigingsmilieu voor kennisintensieve
bedrijvigheid en hoogwaardig wonen. Dit is inclusief de ontwikkeling van de locatie Valkenburg. Een
voorwaarde hiervoor is goede infrastructuur via weg (Rijnlandroute) en rail (RijnGouwelijn-West). In
samenspraak met de regio Holland-Rijnland is besloten verstedelijking in het gebied zoveel mogelijk
binnen de As Leiden-Katwijk te concentreren (23.000 woningen tot 2020) en het Groene Hart te vrijwaren.
Op voormalig vliegveld Valkenburg komt een hoogwaardige woonlocatie met 5.000 woningen (500 in het
topsegment). De kenniseconomie en kennisinfrastructuur worden versterkt in Bioscience Park Leiden. De
Greenport Duin- en Bollenstreek wordt geherstructureerd en verder ontwikkeld. Rond Estec wordt het
Space Business Park verder ontwikkeld.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• Het Randstad Urgent-project Integrale Benadering Holland Rijnland is in 2009 met succes afgerond.
Hierin staat een voorkeursalternatief voor onder meer bereikbaarheidsmaatregelen op zowel het
hoofdwegennet, onderliggend wegennet als in het openbaar vervoer.
• De projecten Rijnlandroute, RijnGouwelijn, Valkenburg, Bioscience en Greenport Duin- en Bollenstreek
zijn als één project in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) opgenomen
zodat ze in samenhang ontwikkeld kunnen worden.
• Voor de aanleg van de Rijnlandroute wordt onderzocht of fasering mogelijk is, vanwege het financiële
tekort van € 207,2 miljoen (stand van zaken augustus 2010). Dit kan ook fasering van de
verstedelijkingsopgave impliceren.
• Het tracé voor de RijnGouwelijn is in 2009 bepaald en de bestuursovereenkomst RijnGouwelijn-West is
in 2010 door de betrokken partijen getekend. Door de nieuwe coalitie in de gemeente Leiden staan beide
afspraken onder druk. Gedeputeerde Staten houden vast aan deze getekende bestuursovereenkomst.
• Voor de ontsluiting van het Bioscience Park is 30 miljoen beschikbaar gekomen vanuit het Fonds
Economische Structuurversterking.
• Er is 20 hectare grond verworven voor de groenblauwe structuur.

Integrale Ontwikkeling Delft – Schiedam

Doelstellingen
Tussen Delft en Schiedam wordt de A4 aangelegd. De weg wordt zorgvuldig ingepast in het landschap en
het stedelijk gebied tussen Schiedam en Vlaardingen. De weg biedt aanknopingspunten voor de
groenblauwe ontwikkeling in Midden-Delfland. De afspraak is dat alle IODS-projecten (Groenblauwe Lint,
Saneren verspreid glas, Recreatieve routestructuur, Groen ondernemen en Traject A4Delft Schiedam)
gelijktijdig in uitvoering komen. De planning van de A4 Delft-Schiedam is leidend. De provincie gaat uit
van de inpassingsafspraken van juni 2006.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• Het ministerie van Verkeer en Waterschap heeft het ontwerp-tracébesluit is gepubliceerd in maart 2010.
Vaststelling van het tracébesluit heeft in september 2010 plaatsgevonden.
• De Bestuurlijke Overeenkomst Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam is in september 2010 afgesloten.
• Er is € 240 miljoen extra vastgelegd in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport,
onder andere voor een extra ecopassage, een extra fietsroute en extra geluidsvoorzieningen.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 30


• Gedeputeerde Staten hebben het natuurbeheersplan voor 100 hectare nieuwe natuur is vastgesteld voor
het Groenblauwe Lint.
• De provincie heeft 29 hectare natuur verworven voor het Groenblauwe Lint.
• De strategie voor het saneren van glas is gereed voor uitvoering.
• De provincie en gemeente hebben een plan van aanpak voor Groen Ondernemen ontwikkeld.
• Het Recreatieschap heeft het Recreatief Routestructuurplan 2009 vastgesteld en dit is gereed voor
uitvoering.
• De IODS-projecten lopen volgens planning, onder regie van de provincie.

Oude Rijnzone

Doelstellingen
De ruimtelijke kwaliteiten van de Oude Rijnzone, landschappelijk en stedelijk, wordt in de collegeperiode
verbeterd. Bestaande bedrijventerreinen worden geherstructureerd. Er komt woningbouw met een
verbeterde ontsluiting met het openbaar vervoer (RijnGouwelijn, onderdeel van As Leiden-Katwijk).
Deze verbinding is een belangrijke ontsluiting voor het Groene Hart. De Oude Rijnzone is een typisch
Zuid-Hollands landschap en is aangewezen als Groene Hart-icoon.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• De contouren voor woningbouw en bedrijventerreinen zijn vastgelegd in de Provinciale Structuurvisie.
• Gedeputeerde Staten hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Rijk, de betrokken
gemeenten en het Hoogheemraadschap Rijnland. Het Rijk draagt € 30 miljoen bij.
• De betrokken gemeenteraden hebben hun Colleges toestemming gegeven de Gemeenschappelijke
Regeling aan te gaan. De gemeenteraad van Zoeterwoude heeft besloten niet bij te dragen aan het
regionale tekort in de Oude Rijnzone.
• De Stuurgroep Oude Rijnzone heeft een regionale bedrijvenstrategie vastgesteld, met afspraken over
programmering, uitgifte en herstructurering van bedrijventerreinen. De Stuurgroep heeft een integrale
business case vastgesteld. De provincie draagt € 5,5 miljoen hieraan bij.
• In 2008 hebben Provinciale Staten, op voordracht van Gedeputeerde Staten, besloten:
- 20 hectare Recreatie om de Stad te reserveren voor de Oude Rijnzone. Door de Stuurgroep is de locatie
voor deze 20 hectare vastgesteld. Gemeenten zijn bezig met de uitvoering die volgens planning
verloopt.
- € 10 miljoen (25% van de kosten tot een maximum van) te reserveren in het Meerjarenprogramma
Infrastructuur voor de oeververbinding over de Oude Rijn. De gemeenten Alphen aan den Rijn en
Rijnwoude werken de plannen nu verder uit.
- € 8,6 miljoen te reserveren voor herstructurering van bedrijventerreinen. Hiervan is circa 3,5 miljoen
inmiddels aan de gemeenten toegekend, op basis van concrete aanvragen. Feitelijke herstructurering
vindt plaats in Bodegraven. De start van het Baronieproject in Alphen aan de Rijn is gepland.
Voor Hoogewaard/Rijnhaven worden nog plannen uitgewerkt door de gemeenten.

Project Mainportontwikkeling Rotterdam 750 hectare

Doelstellingen
De mainport Rotterdam moet worden versterkt. Dit moet samengaan met verbetering van de kwaliteit van
de leefomgeving in de regio Rijnmond. Parallel aan de aanleg van de Tweede Maasvlakte wordt daarom
750ha groen aangelegd. Het betreft een aantal nieuwe natuur- en recreatiegebieden in de nabijheid van
Rotterdam, zoals het Landschapspark Buytenland op Midden-IJsselmonde, de Vlinderstrik en de Schiezone.
Ook wordt bestaand havengebied geherstructureerd.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 31


De provincie is verantwoordelijk voor sturing op het programma 750ha en het deelproject Buytenland, dat
in 2021 gereed moet zijn. De gemeente Rotterdam is verantwoordelijk voor de deelprojecten Schiezone en
Vlinderstrik. De stadsregio Rotterdam is verantwoordelijk voor het deelproject Groene Verbinding.

Bijstellingen
Geen bijstelling.

Resultaten
• In 2009 is via minnelijke grondverwerving 27 hectare verworven, was voor 10 hectare een contract in
voorbereiding en zijn biedingen gedaan of in voorbereiding voor 131 hectare. Deze voortgang is conform
planning.
• In juni 2009 is door de deelnemende partijen een intentieovereenkomst getekend voor de Beheersvisie.
• In 2010 is, nadat Gedeputeerde Staten een principebesluit hebben genomen tot het opstellen van een
provinciaal inpassingsplan, door de gemeente een bestemmingsplan voor Buytenland vastgesteld.
De provincie en de gemeente hebben afspraken gemaakt over een Uitwerkingsplan Buytenland dat in
februari 2011 moet worden vastgesteld.

Kustontwikkeling

Doelstellingen
Naast kustversterking is kustontwikkeling met daarbij zeewaartse kustuitbreiding een belangrijke taak
voor de provincie. De aanpak van de zwakke schakels waarborgt de veiligheid en risicobeheersing voor de
komende vijftig jaar en heeft als nevendoelstelling het verbeteren van ruimtelijke kwaliteit. De
kustontwikkeling draagt bij aan veiligheid op de langere termijn. De kust moet de voortuin zijn van de
Zuidvleugel van de Randstad. Dit is belangrijk voor het woon- en leefklimaat in dit gebied. Ook moet de
kust het gebied aantrekkelijk maken voor (inter)nationale vestiging.

Bijstellingen
In 2008 is de ontwikkeling van de zandmotor toegevoegd als doelstelling van het collegebeleid. De
provincie beoogt hiermee een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de Delflandse kust, onder
andere door zeewaartse kustuitbreiding. Deze draagt bij aan de leefomgevingskwaliteit in de Zuidvleugel.
De zandmotor is een innovatieve vorm van kustontwikkeling, ongeveer 20 miljoen kubieke meter zand
wordt vlak voor de kust, ter hoogte van Ter Heijde, in zee gestort. De zeestromingen, golven en wind
zullen dit zandeiland doen afkalven en het zand verderop verspreiden langs de kust, die daardoor wordt
verbreed. De extra ruimte die hierdoor ontstaat biedt mogelijkheden voor ontwikkeling van nieuwe
natuur en recreatie.

Resultaten
• De integrale planvorming voor vijf van de zes zwakke schakels is succesvol afgerond. Inmiddels zijn
Noordwijk, Flaauwe Werk en Voorne integraal versterkt door onder andere verbreding, zandopspuiting
en aanleg van extra duinenrijen. Scheveningen en Delflandse Kust zijn in uitvoering. Voor Katwijk volgt
afronding van de planvorming in 2011. Het planproces voor een milieu-effectrapport is met ongeveer een
jaar vertraagd vanwege het onderzoek naar alternatieven.
• De provincie heeft succesvol de regie gevoerd over de planvoeringsfase van de pilot Zandmotor met als
resultaat onder andere een goedgekeurd milieu-effectrapport, aangevraagde vergunningen bij het
ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit en ter inzage liggende concept-besluiten.
De bijdrage van de provincie voor de uitvoering bedraagt € 12 miljoen exclusief BTW. De uitvoeringsfase
is gestart, onder regie van Rijkswaterstaat. De starthandeling is in december 2010.
• Voor de integrale ontwikkeling Delflandse Kust hebben partijen in juni 2010 een samenwerkingsagenda
vastgesteld. Er wordt nu gewerkt aan een uitvoeringsprogramma voor ontwikkeling groenblauwe
vaartenstructuur en versterking van recreatieve infrastructuur voor langzaam verkeer.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 32


Hof van Delfland

Doelstelling
Hof van Delfland is tijdens de collegeperiode als Integraal Project toegevoegd. Daarom is dit niet
opgenomen in het Coalitieakkoord.

Bijstellingen
Het Hof van Delfland moet een landschapspark worden. Het gaat over de kwaliteitsverbetering van het
landschap (recreatie, agrarische structuur, water, ecologie, openheid), over de stad-landverbindingen en
over het mede-eigenaarschap voor de opgave bij de omringende steden. Het programma beslaat zowel de
bescherming, de ontwikkeling als het beheer van het gebied. Het project is in 2007 gestart als Mooi Vitaal
Delfland en opgenomen als Randstad Urgentproject.

Resultaten
• In september 2008 hebben de regiopartijen de ambitieverklaring Hof van Delfland getekend.
• In december 2008 hebben Gedeputeerde Staten het Integraal Ruimtelijk Project Hof van Delfland
vastgesteld en besloten de regisseurs- en trekkersrol te vervullen.
• In de eerste helft van 2010 is de ruimtelijke visie aan de Hof van Delflandraad gepresenteerd.
De ruimtelijke visie is de basis voor het opstellen van een uitvoeringsstrategie 2025.
Binnen Hof van Delfland zijn versnellingsprojecten benoemd. Het aantal versnellingsprojecten
schommelt tussen de 10 en 15, door het afvoeren van projecten die gereed zijn en de toevoeging van
nieuwe.
• Met een instemmingsbesluit heeft de Hof van Delflandraad een belangrijke stap gezet naar een
definitieve organisatie van bescherming, ontwikkeling en beheer.

3.7 Bestuurlijke onderwerpen

Provincie Nieuwe Stijl

Doelstelling
Laten zien dat de provincie een krachtig en slagvaardig bestuur heeft, dat heldere keuzes maakt en deze
met verve uitdraagt en tot uitvoering brengt. Er wordt een actieprogramma Provincie Nieuwe Stijl
opgesteld met als doel:
• Een verdere concentratie op hoofdtaken
• Aanpak van de bureaucratie, vereenvoudiging van regelgeving en versnelling van procedures
• Vermindering van de bestuurlijke drukte

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• Met Provincie Nieuwe Stijl heeft de provincie in 2008 haar kerntaken benoemd en aangescherpt.
Dit betekent dat gemeentelijke taken ook echt aan gemeenten worden overgelaten. De provincie heeft
gekozen voor een scherp profiel waarbij de focus ligt op de ruimtelijke omgevingstaken, inclusief de
bijbehorende cultuurtaken en de wettelijke taken op jeugdzorg. Zo is versterkt ingezet op de
groenopgave, beheer en onderhoud van vaarwegen en het terugdringen van de wachtlijsten voor de
jeugdzorg. In het onderzoek naar de bestuurskracht van de Randstadprovincies stelt de
visitatiecommissie dat de provincie Zuid-Holland met specifieke en meetbare doelstellingen werkt en
deze ook bereikt.
• Bij het verminderen van de bestuurlijke drukte is kritisch gekeken naar huidige deelname aan
bestuurlijke overleggen. Gedeputeerde Staten nemen op basis van de richtlijn bestuurlijke drukte niet
langer deel aan een aantal overleggen. Het aantal bestuurlijke is met 18 procent verminderd.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 33


• De toegankelijkheid van de provinciale website is verbeterd, de Europese Dienstenrichtlijn in de
processen en de systemen is ingevoerd en er is aangesloten op de landelijke basisregistratie
persoonsgegevens.
• De administratieve en interbestuurlijke lasten zijn in 2010 met 21 procent verminderd ten opzichte van
2005. Het provinciale doel is 25 procent minder lasten in 2011 ten opzichte van 2005.
• Gedeputeerde Staten hebben in maart 2010 op basis van het rapport van de commissie Oosting een plan
van aanpak voor interbestuurlijk toezicht vastgesteld. Het toezicht krijgt meer generiek en integraal
vorm en het specifieke toezicht wordt herijkt en waar mogelijk afgebouwd. Daarmee wordt het
interbestuurlijk toezicht sober, onafhankelijk, efficiënt en met minder bestuurlijke lasten voor derden
uitgevoerd. Begin oktober starten twee pilots met gemeenten: de pilot Archief Toezicht en pilot Wet
Ruimtelijke Ordening.
• Gedeputeerde Staten hebben de nota ‘Toezicht op de waterschappen” vastgesteld. Hierin heeft de
provincie haar gewijzigde rol als wettelijk, taakgericht en beleidgericht toezichthouder uitgewerkt.
• Provincie Nieuwe Stijl heeft geleid tot een herordening van de provinciale organisatie. Een aantal
afdelingen is samengevoegd, waarmee het aantal afdelingen is afgenomen van 31 in 2007 naar 21 in
2010. Ook is de formatie is afgenomen van 2.303 in 2007 naar 2.072 in 2010. Met procesmanagement zijn
werkwijzen gestandaardiseerd en geoptimaliseerd. Hierdoor is de organisatie effectiever, efficiënter,
flexibeler en digitaler geworden.

Provinciale Structuurvisie

Doelstelling
Het opstellen van een provinciale structuurvisie met een uitvoeringsstrategie en een verordening.
Dit gebeurt op basis van de nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening.

Bijstellingen
Op verzoek van Provinciale Staten is meer tijd genomen voor het gesprek met partners. Daarom is de
inspraak en daarmee de vaststelling met een half jaar uitgesteld naar 2 juli 2010. Het
uitvoeringsprogramma is omgezet naar een uitvoeringsagenda.

Resultaten
• Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie, de verordening Ruimte en de
Uitvoeringsagenda vastgesteld. Daarmee is duidelijk geworden hoe de provincie haar ruimtelijke
hoofdtaken aan gaat pakken en wat de provinciale belangen zijn.
• In het ontwikkelproces zijn externe partners (gemeenten, inwoners, maatschappelijke organisaties,
ondernemers en deskundigen) op meerdere momenten actief betrokken, bijvoorbeeld via bestuurlijke
tafels en in de Week van Zuid-Holland. Met de bestuurlijke partners zijn afspraken gemaakt over
samenwerking in de uitvoering.

Zuidwestelijke Delta

Doelstelling
In het Coalitieakkoord zijn geen doelen geformuleerd voor de Zuidwestelijke Delta.

Bijstellingen
In het najaar 2008 is de Zuidwestelijke Delta, als onderdeel van het Deltaprogramma, als provinciaal
onderwerp geïntensiveerd. Dit naar aanleiding van de adviezen van de tweede Nationale Deltacommissie
(‘commissie Veerman’) en het provinciale belang hierbij. Het beleid is gericht op:
• Meer veiligheid
• Duurzame waterkwaliteit (beschikbaarheid zoet water)
• Meer dynamiek in riviermondingen (estuariene dynamiek)

Terugblik collegeperiode 2007-2011 34


• Ontwikkelingsruimte voor natuur en economie (onder andere recreatie)
Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan een duurzame Zuidwestelijke Delta, die ook in de toekomst
bestand is tegen de gevolgen van klimaatverandering en die ecologisch veerkrachtig en economisch
vitaal is.

Resultaten
• Gedeputeerde Staten hebben het provinciale Ontwerp-Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta
2010-2015 in mei 2010 vastgesteld.
• In juni 2009 heeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta, waarin de provincie participeert, het Zoetwater
Advies Zuid-Holland Zuid aangeboden aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de
staatsecretaris van Verkeer & Waterstaat. Dit biedt een oplossing voor de zoetwatervoorziening van de
delta als in 2015 het Volkerak-Zoommeer weer zout wordt gemaakt ter verbetering van de
waterkwaliteit. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit hebben ingestemd met de aanbevelingen en onderzoeks- en procesgeld ter beschikking
gesteld.

Kwaliteit lokaal bestuur en gemeentelijke herindelingen

Doelstellingen
De provincie streeft naar bestuurkrachtige gemeenten en samenwerkingsverbanden. Bestuurskrachtige,
autonome gemeenten met een grote mate van verantwoordelijkheid die berekend zijn op hun belangrijke
taak in de lokale en regionale samenleving. Om daartoe te komen herijkt en moderniseert de provincie
het beleidskader versterking kwaliteit lokaal bestuur en geeft de provincie per regio aan wat wordt gedaan
om de kwaliteit te verbeteren.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• Provinciale Staten hebben Staten het herijkte beleidskader “Samenwerken aan de kwaliteit van het
lokaal bestuur in Zuid-Holland” in maart 2009 vastgesteld.
• Gedeputeerde Staten hebben met de Vereniging Zuid-Hollandse Gemeenten een convenant gesloten om
ervoor te zorgen dat uiterlijk in 2012 90 procent van alle Zuid-Hollandse gemeenten hun bestuurskracht
periodiek en in regionaal verband hebben laten meten. Van de 73 gemeenten hebben thans
60 gemeenten (ruim 80 procent) hun bestuurskracht laten onderzoeken.
• De lokale bestuurskracht is versterkt door interne oplossingen (bijvoorbeeld reorganisaties), versterking
van de samenwerking (Hoeksche Waard en Voorne-Putten) en fusies.
• Een aantal gemeenten is vrijwillig gefuseerd of gaat vrijwillig fuseren:
- Alkemade en Jacobswoude zijn op 1 januari 2009 vrijwillig gefuseerd tot de nieuwe gemeente
Kaag en Braassem (van twee gemeenten naar één gemeente).
- Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen-Moerkapelle zijn op 1 januari 2010 vrijwillig
gefuseerd tot de nieuwe gemeente Zuidplas (van drie gemeenten naar één gemeente).
- Rozenburg is op 18 maart 2010 vrijwillig toegevoegd aan de gemeente Rotterdam.
- Bodegraven en Reeuwijk zullen op 1 januari 2011 vrijwillig fuseren.
• Gedeputeerde Staten zijn herindelingsprocedures in de Krimpenerwaard en op Goeree-Overflakkee
gestart, gericht op een herindeling per 2013. Gedeputeerde Staten hebben het voorstel
herindelingsadvies Goeree-Overflakkee in juli 2010 vastgesteld (van vier gemeenten naar één gemeente).
Het voorstel herindelingsadvies Krimpenerwaard is in september 2010 vastgesteld (van vijf gemeenten
naar één gemeente). Voor de te fuseren gemeenten hebben Gedeputeerde Staten een financieel
onderzoek herindelingsvarianten en herindelingsscans laten uitvoeren, samen met het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
• Gedeputeerde Staten hebben in september 2010 het voornemen aangekondigd een

Terugblik collegeperiode 2007-2011 35


herindelingsprocedure te starten met de gemeenten Rijnwoude, Boskoop, Alphen aan den Rijn,
Zoetermeer, Gouda en Waddinxveen.

Regionale Uitvoerende Diensten

Doelstelling
De provincie realiseert Regionale Uitvoerende Diensten voor integrale vergunningverlening en
handhaving met één loket voor het bedrijfsleven.

Bijstellingen
De Regionale Uitvoeringsdiensten gaan uiterlijk 1 januari 2012 van start.

Resultaten
• Het provinciaal kader voor de Regionale Uitvoeringsdiensten is in 2010 vastgesteld. Op basis daarvan
gaan de Regionale Uitvoeringsdiensten Zuid-Holland Zuid en Rijnmond op 1 januari 2011 van start, de
Regionale Uitvoerende Dienst West-Holland op 1 juli 2011 en de Regionale Uitvoerende Diensten
Midden-Holland en Haaglanden op 1 januari 2012.
• In alle vijf regio’s is er bestuurlijk draagvlak voor de oprichting van de betrokken Regionale
Uitvoeringsdiensten in alle vijf regio’s hebben de provincie en de milieudiensten of gemeenten
intentieverklaringen ondertekend.
• De Regionale Uitvoeringsdienst “Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid” is als openbaar lichaam via een
gemeenschappelijke regeling ingesteld en wordt operationeel per 1 januari 2011.
De provincie participeert in het algemeen en dagelijks bestuur.
• Het Sociaal Beleidskader voor de overgang van het personeel van de provincie en de betrokken
milieudiensten of gemeenten naar de Regionale Uitvoeringsdiensten is in 2010 tot stand gekomen.
• Voor de dekking voor 2010 zijn bij de Voorjaarsnota middelen toegekend (€ 3,64 miljoen).
Bij de behandeling van de Begroting 2011 nemen Provinciale Staten een besluit over de meerjarige
dekking van de vorming van de Regionale Uitvoerende Diensten. Het gaat hierbij om een bedrag van
€ 13,6 miljoen.

Randstad Samenwerking

Doelstelling
• Intensief samenwerken op Randstadniveau aan de oplossing van thema’s, zoals bereikbaarheid
(één vervoersautoriteit voor de Randstad).

Bijstellingen
In 2008 hebben de Randstadprovincies op initiatief van Zuid-Holland besloten om gezamenlijk hun
bestuurskracht te laten meten. Bij de Halfwegevaluatie is geconstateerd dat, gezien de gebrekkige
voortgang van de Randstad Samenwerking, de Zuidvleugel een belangrijk niveau voor sturing blijft.

Resultaten
Samenwerking op Randstadniveau:
• De Bestuurskrachtmeting Randstadprovincies is in 2009 opgesteld.
• De provincie Zuid-Holland heeft zich onverminderd ingezet voor samenwerking en aansturing van
vraagstukken op Randstadniveau.
• Op aandringen van Gedeputeerde Staten zijn de P4 gestart met een samenwerkingsagenda voor de
thema’s Randstedelijk openbaar-vervoernetwerk, realisatie van de A4-corridor, binnenstedelijk bouwen
en de bescherming, het beheer en de ontwikkeling van het Groene Hart.
• Intensieve samenwerking vindt plaats op het thema Europa.
• Een openbaar vervoer-bureau is opgericht.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 36


Randstad Urgent

Doelstelling
De provincie werkt actief mee aan de totstandkoming van het urgentieprogramma om de bereikbaarheid
en het leefklimaat in de Randstad te verbeteren. Voor zeven van de 33 projecten vervult Zuid-Holland de
rol van regionaal bestuurlijk trekker en voor 15 andere projecten is zij één van de belanghebbende
partijen (in een aantal gevallen ook financieel betrokken).

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
• Voor een aantal projecten is de uitvoering gestart, onder andere Zwakke Schakels, Leiden Bio Science,
Zuidplaspolder, Hoeksche Waard (alternatief Nieuw Reijerwaard), Flessenhalzen A4-A12 en
Waterveiligheid Centraal Holland.
• De provincie Zuid-Holland heeft als trekker vier projecten afgerond en is op dit moment nog trekker van
drie projecten: A4 Delft-Schiedam, Integrale benadering Holland-Rijnland en het Openbaar
vervoerbureau Randstad.

Europees en internationaal beleid

Doelstellingen
• Participatie bij de totstandkoming van Europese wetgeving.
• Goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de Europese financiering.
• Versterken van strategische posities in Europa.
• Samenwerking in Randstadverband.
• Verdere professionalisering van de provinciale inzet.
• Voortzetting van het ingezette internationale beleid.

Bijstellingen
Geen.

Resultaten
Totstandkoming van Europese wetgeving:
• De provincie voert gerichte lobby op terreinen die voor de provincie van belang zijn. Focus op een aantal
dossiers is vastgelegd in de kadernota “Zuid-Holland in Europa”.
Europese financiering:
• De provincie Zuid-Holland heeft in de periode 2007-2013 voor € 100-120 miljoen Europese subsidie
binnengehaald voor regionale projecten op het gebied van onder andere economie, klimaat en energie,
natuur, plattelandsontwikkeling en water. Bij het verwerven van deze subsidies samen met partners ligt
de provincie op koers in relatie tot de vastgestelde ambitie.
Strategische positie van de provincie:
• Versterking van strategische posities door actieve deelname in netwerken (PURPLE en Conference of
Peripheral Maritime Regions) en door het voortouw te nemen bij rapporteurschappen (klimaat en
gemeenschappelijk landbouwbeleid). De provincie acteert op het strategisch programma van de nieuwe
Europese Commissie.
Samenwerking in Randstadverband:
• Zuid-Holland profileert zich primair in Randstadverband. Ook de samenwerking met grote en
middelgrote steden en waterschappen in Zuid-Holland heeft een impuls gehad.
Professionalisering van de provinciale inzet:
• De informatiestromen van en naar Brussel zijn verder geprofessionaliseerd. Hierbij is nauw
samengewerkt met de werkgroep Europa van Provinciale Staten. “Europa” is inmiddels een integraal
onderdeel van tal van provinciale beleidsterreinen.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 37


Internationaal beleid:
• In de collegeperiode hebben acht bestuurlijke handelsmissies naar China (Hebei en Shanghai-Pudong)
plaatsgevonden. Het aantal bedrijven dat in deze periode actief betrokken is bij onze Chinaprogramma’s
is in 2010 opgelopen tot 220. Er zijn 31 samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met Chinese
bedrijven en onder meer met DSM, DHV, Essent en VOPAK. Deze hebben betrekking op de sectoren
water, milieu, nieuwe energie, havens, landbouw en voeding, kennis, media en handelsbevordering.
Mede onder invloed van deze activiteiten hebben zich tal van Chinese bedrijven in Zuid-Holland
gevestigd. Ook is een aantal Chinese hotels geopend, gericht op de Chinese zakelijke contacten,
ondermeer in Delft en Den Haag.
• De provincie heeft in 2010 voor deze samenwerking een prestigieuze prijs van de Chinese nationale
overheid ontvangen.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 38


Bijlage 1 : Financiën
De inkomsten van de provincie zijn specifieke uitkeringen (zoals de Brede Doeluitkering Verkeer en
Vervoer, Jeugdzorg en het Investeringsbudget Landelijk Gebied), de opcenten uit de
motorrijtuigenbelasting en de uitkering uit het Provinciefonds.

Provinciefonds
Het Provinciefonds is een onderdeel van de Rijksbegroting en dient als algemeen dekkingsmiddel voor
provinciale taken. De omvang van het Provinciefonds heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:

Uitkering uit Provinciefonds 1 1


Totale uitkering Aandeel Provincie Zuid-Holland

2007 1,1 miljard € 142 miljoen

2008 1,2 miljard € 160 miljoen

2009 1,2 miljard € 175 miljoen

2010 1,3 miljard € 179 miljoen

De overheidsfinanciën en daarmee de uitkering van het Provinciefonds ondervinden de gevolgen van de


economische crisis. De ontwikkeling van het reëel accres (groei) van het Provinciefonds 2010 en 2011 is
daarom door het Rijk gesteld op 0%. De afgelopen periode is de omvang en de verdeling van het
Provinciefonds ter discussie gesteld, onder andere naar aanleiding van de vermogenstoename na de
gedeeltelijke verkoop van de energiebedrijven in diverse provincies. Naast een jaarlijkse korting van € 200
miljoen op het Provinciefonds bij het bestuursakkoord 2008-2011, is in de Rijksbegroting vanaf 2011 een
korting op het Provinciefonds opgenomen van € 300 miljoen structureel. De provincies hebben een
akkoord kunnen bereiken over de verdeling van € 290 miljoen in 2011. Het aandeel van de provincie
Zuid-Holland hierin bedraagt € 12 miljoen. Op dit bedrag is geanticipeerd in de begroting van 2011.

Opcenten motorrijtuigenbelasting
De inkomsten uit de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting zijn de afgelopen jaren sterk gestegen:

Jaar Inkomsten uit provinciale opcenten

2007 € 232 miljoen

2008 € 284 miljoen

2009 € 314 miljoen

2010 € 315 miljoen (voor Najaarsnota)

De toename van de inkomsten is enerzijds het gevolg van de verhoging van de opcenten van 73,3 cent in
2007 naar 91,8 cent in 2008 en 95,0 cent voor 2009 en 2010. Anderzijds hebben de ontwikkelingen in het
wagenpark in de periode 2007-2010 ook geleid tot een toename van de inkomsten. Belangrijke grootheden
zijn het aantal auto’s en het gewicht van de auto’s. Het aantal auto’s in Zuid-Holland is met 4,1%
toegenomen tot 1,47 mln. auto’s. Daarnaast is het gemiddelde gewicht van het aantal belastbare auto’s
gegroeid met 3,4%. Het aantal energiezuinige auto’s die in het kwart tarief vallen is de afgelopen jaren
sterk toegenomen van 6.000 in 2007 tot 50.000 in 2010. Door uitvoering van motie M201 (PS 30 juni 2010) is
het opcententarief 2011 gehandhaafd op het peil van 2009.

1 Toename van het Provinciefonds is deels te wijten aan de toename van decentralisatie-uitkeringen

Terugblik collegeperiode 2007-2011 39


Bijlage 2 : Overzicht Effect-Indicatoren
In 2007 zijn de afspraken uit het coalitieakkoord door middel van een conversietabel vertaald
naar (concrete) effect indicatoren. Deze effect-indicatoren zijn hiermee gerelateerd aan de
(maatschappelijke) doelen uit het coalitieakkoord. De effect-indicatoren zijn opgenomen in de begroting
2008. Deze begroting is het eerste formele, door Provinciale Staten vastgestelde, document waarin de
doelstellingen van het coalitieakkoord zijn opgenomen. Met het opnemen van de indicatoren in de
begroting kan Provinciale Staten sturing geven aan de realisatie van doelstellingen. Inzicht in de
voortgang is jaarlijks beschikbaar voor Provinciale Staten via de Planning en Control-producten.
Op verzoek van Provinciale Staten zijn tussentijds diverse indicatoren gewijzigd, toegevoegd of niet meer
van toepassing verklaard. Dit is vooral gebeurd naar aanleiding van de aanbevelingen van de KWINK-
groep, die in 2009 in opdracht van Provinciale Staten de indicatoren hebben doorgelicht. De meeste
wijzigingen doen zich dan ook voor met ingang van de begroting 2010.

De informatie in de tabel is rechtstreeks afkomstig uit de begrotingen en rekeningen uit de periode 2008
tot en met 2011.De effect-indicatoren, die zijn vervallen of zijn gerealiseerd, zijn in rood gemarkeerd.
In blauw beschreven zijn de effect-indicatoren, die nieuw zijn toegevoegd in de begroting 2010.
In de kolom toelichting is ruimte gelaten voor aanvullende opmerkingen om de cijfers in perspectief te
plaatsen.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 40


Programma 1: Gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
1.1 Voldoende Totale woningvoorraad 1.542.000 1.542.000 1.551.000 1.552.884
gedifferentieerd aanbod in Zuid-Holland
van (betaalbare) (nulmeting 2007:
woningen afgestemd op 1.531.000)
de woningbehoefte.

Woningproductie 16.000 17.400 17.000 CBS cijfers 19.700 19.700 De gerealiseerde productie overtreft, in 2008 en in het bijzonder in 2009, ruimschoots de begrote
komen in 2010 productie.In deze toelichting wordt uitgegaan van een raming op basis van voorlopige cijfers. In
beschikbaar deze jaren heeft de huidige crisis in de bouw nog geen invloed op de realisatie. Naar verwachting
zal in de jaren 2010 en 2011 de productie door de crisis onder druk komen te staan. De gevolgen
van de crisis komen bij de effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie" aan de
orde.
Sloop 6.700 6.700 Vanaf 2010 wordt deze indicatior in de begroting opgenomen. Er is sinds 2007 sprake van een
afname van het jaarlijks aantal aan de voorraad onttrokken woningen. Naar verwachting zal door
de crisis in de bouw de behoefte en noodzaak om woningen te slopen in de jaren 2010 en 2011
tijdelijk verder afnemen.De gevolgen van de crisis komen bij de effect-indicator "verwacht effect
kredietcrisis op sloop" aan de orde.

Toename voorraad 13.000 13.000 Idem

Toename voorraad 4.800 4.200 5.100 CBS cijfers 5.900 5.900


waarvan 30% sociaal komen in 2010
beschikbaar

Zuidvleugelaandeel 17.500 17.500 Vanaf 2010 wordt deze indicator in de begroting opgenomen. In 2009 wordt het geraamde aantal
ruimschoots overtroffen. Door de huidige crisis in de bouw zullen naar verwachting de gewenste
aantallen volgens het provinciaal woningbouwprogramma voor 2010 en 2011 niet gehaald
worden.

Zuidvleugelaandeel, 14.000 14.000 Vanaf 2010 wordt deze indicator in de begroting opgenomen. De Monitor Wonen geeft aan dat in
waarvan 80% binnen de Zuidvleugel in 2008 en 2009 al meer dan 50% van de productie binnenstedelijk plaatsvindt,
BBG hoewel de 80% nog niet wordt gehaald. Recente berekeningen laten zien dat momenteel
ongeveer 70% van de productie binnenstedelijk wordt gerealiseerd. Ook hier geldt dat er een
effect verwacht wordt van de crisis op de in 2010 en 2011 begrote aantallen.
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
Zuidvleugelaandeel, Zie toelichting bij effect-indicator "80% van Zuidvleugelaandeel binnen BBG".
waarvan 20%
uitleggebied
3.500 3.500

50% rond halten OV Deze effect-indicator kan door technische belemmeringen (nog) niet worden gemonitord.

7.000 7.000

Rond Stedenbaan 4.000 4.000 Zie toelichting bij effect-indicator "50% rond halten OV".
haltes

Groen Hart aandeel 1.800 1.800 Deze indicator zal vanaf 2010 in de begroting worden opgenomen. Het gewenste
woningbouwprogramma voor het Groene Hart is gebaseerd op basis van het uitgangspunt,
migratiesaldo nul. Het woningbouwprogramma beschrijft daarmee ook het maximale programma.
De gerealiseerde productie in 2009 blijft binnen dit maximale programma. Hier geldt eveneens
dat door de crisis in de bouw de productie in 2010 en 2011 zal afnemen.

Groene Hart aandeel 900 900 Zie de toelichting bij de effect-indicator "Groen Hart aandeel"
waarvan 50% binnen
BBG

Groene Hart aandeel 900 900 Zie de toelichting bij de effect-indicator "Groen Hart, aandeel".
waarvan 50% uitleg

Delta aandeel 400 400 Deze indicator zal vanaf 2010 in de begroting worden opgenomen. Het gewenste
woningbouwprogramma voor de Delta is gebaseerd op migratiesaldo nul. Het
woningbouwprogramma beschrijft daarmee ook direct het maximale programma. In 2009 ligt het
gerealiseerde aantal woningen 20% onder het maximale programma begroot voor 2009.

Delta aandeel waarvan 200 200 Deze indicator zal in 2010 worden opgenomen in de begroting. Ook hier geldt dat niet meer dan
50% binnen BBG 50% in uitleggebieden wordt gebouwd
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
Delta aandeel waarvan 200 200 Zie toelichting op "Delta aandeel - 50% BBG".
50% uitleg

Verwacht effect -7.700 -7.700 In de begrotingen voor 2008 en 2009 is nog geen rekening gehouden met een crisis in de bouw.
kredietcrisis op In de begroting voor 2010 en 2011 is er rekening gehouden met een achteruitgang van de
productie productie met 7.700 woningen. Of dit aantal, en dat geldt ook voor de sloop en vermeerdering,
goed is ingeschat, zal nog moeten blijken. Teveel onzekere factoren spelen bij het verloop van
de huidige crisis in de bouw een rol. De crisis is zeker niet alleen een probleem van Zuid-Holland.

Verwacht effect -3.000 -3.000 Zie toelichting bij effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie".
kredietcrisis op sloop

Dit resulteert in het 12.000 12.000 Zie toelichting bij effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie".
volgende totaal:
Woningbouwproductie

Dit resulteert in het 3.700 3.700 Zie toelichting bij effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie".
volgende totaal: Sloop

1.2 Betere bereikbaarheid Opvangcapaciteit in Gerealiseerd


én gebruik natuur- en personen per ha per Monitoring
ja
recreatiegebieden. dag (nulmeting op kaart uitgevoerd
(2008))
10% meer
recreatieplaatsen in
regionale natuur- en
recreatiegebieden in +2% +2%
2011 t.o.v. 2008
(nulmeting op kaart
(eind 2008))
14% meer Met ingang van Begroting 2010 wordt effect-indicator gemeten. Voor het eerst in 2011.Uitgegaan
recreatiemogelijkheden wordt van 20 personen per RodS-ha/dag en 3 personen per EHS-ha/dag. In periode 2007-2010
in regionale natuur - en is 494 ha nieuwe recreatiegebieden (RODS) ingericht en 1401 ha nieuwe natuurgebieden. Door
recreatiegebieden eind 5,5 % 8% de aanleg van nieuwe gebieden zijn per 1-1-2010 de recreatiemogelijkheden gegroeid met 7%,
2013 t.o.v. 2007 en ligt daarmee op schema.
(nulmeting op kaart
(eind 2008))
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
1.3 Een aantrekkelijk en Indicator wordt Gerealiseerd
gezond leefklimaat. ontwikkeld in het kader
van het actieprogramma
vanaf 2009 2009
Mooi Zuid-Holland en
volgt in Begroting 2009

Gerealiseerd
Actieprogramma Mooi
Zuid-Holland: start
x ja
adviseur ruimtelijk
kwaliteit met werkplan
2009-2011
Actieprogramma Mooi Gerealiseerd
Zuid-Holland: start pilots
bedrijventerreinen
x ja

Gerealiseerd

x ja
Actieprogramma Mooi
Zuid-Holland: start
uitwerkingsplan routes
Gerealiseerd

Actieprogramma Mooi
x ja
Zuid-Holland:
communicatieplan
gereed
Doorwerking van Versterken van de ruimtelijke kwaliteit is één van de uitgangspunten van de PSV. Behalve op
ruimtelijke kwaliteit in functie stuurt de provincie nu ook op ruimtelijke kwaliteit met de opgestelde kwaliteitskaart
minimaal 2 sectorale waarop de gewenste ruimtelijke kwaliteit in 2020 verbeeld is. Daarbij is het actieprogramma Mooi
programma's en PSV 2+1 Zuid-Holland opgericht. Ruimtelijke kwaliteit heeft hiermee verankering gekregen in de Mooi Zuid-
Hollandroute (verkeer en vervoer), herstructurering bedrijventerreinen (EZ) en de aanstelling van
een provinciaal adviseur Ruimtelijke Kwaliteit.

Percentage van In de begroting van 2010 is opgenomen dat de ecologische doelen in 2011 vastgesteld zouden
waterlichamen dat aan worden, echter conform het Actieprogramma Water zal dit in 2012 zijn. De Begroting 2011 zal
de doelen van de hier op aangepast worden. Vanaf 2011 zal ten aanzien van het speerpunt "Bevorderen
Kaderrichtlijn voldoet verbetering waterkwaliteit" jaarlijks worden gerapporteerd op basis van 'maatregel-indicatoren'
12% 18%
(212 waterlichamen) (hoeveel van de afgesproken KRW-maatregelen zijn in planvormingsfase, hoeveel in realisatie,
(nulmeting 2008: 3%) en hoeveel afgerond). Eens per 3 jaar zal ook het effect van die maatregelen worden
gerapporteerd (ten opzichte van de ecologische doelen).
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
1.4 Vermindering druk Aantal blootgestelden Gerealiseerd
leefomgeving. boven de
grenswaarden/normen indicator
ja
in Zuid-Holland ontwikkeld

Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009; is gericht op het behalen van de landelijke
boven de doelstelling van geen blootgestelden in 2015. Nulmeting 2008: 155.000 blootgestelden (100%).
grenswaarden/normen Uit de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zal blijken in
in Zuid-Holland: Lucht hoeverre de doelrealisatie op koers ligt. Deze (nationale) monitoring is medio september 2010
(totaal Zuid-Holland) beschikbaar; de eerste uitkomsten laten zien dat voor bronnen die onder provinciale
-10% 87.500 -10% -15%
(nulmeting 2008: verantwoordelijkheid vallen er nu reeds sprake is van het volledig behalen van de doelstelling
150.000) (geen blootgestelden), maar dat voor geheel Zuid-Holland voor de monitoringsperiode sprake is
van waarschijnlijk een beperktere doelrealisatie dan in het NSL beoogd. Desalniettemin is de
verwachting dat doelbereiking in 2015 (geen blootgestelden in Zuid-Holland boven de
grenswaarden) conform het NSL haalbaar is.
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009. Nulmeting 2008:130.000 blootgestelden totaal Zuid-
boven de Holland, 70.000 blootgestelden provinc+A456iale wegen. Dit jaar is een aanvullend beleidskader
grenswaarden/normen geschreven en in inspraak gebracht ten behoeve van een aanscherping van het geurbeleid. Het
in Zuid-Holland: Geur beleidskader is een handvat voor vergunningverleners en handhavers. Het is daarom (nog) niet
-5% - -5% -5%
(prov. inrichtingen) meetbaar welke beleidseffecten de verhoogde aandacht voor geurbeleid in termen van de
(nulmeting 2008: nieuwe indicator hebben gehad.
70.000, totaal ZH:
130.000)
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009, nulmeting 2008: 196.000 blootgestelden totaal
boven de Zuid-Holland. Monitor van resultaten totaal Zuid Holland kunnen pas berekend worden vanaf het
grenswaarden/normen moment dat de Rijks en Agglomeratie kaarten worden vrijgegeven. Wettelijk gebeurt dat eens in
in Zuid-Holland: Geluid -5% - -5% -5% de vijf jaar (volgende tranche: 2012)
(totaal Zuid-Holland)
(nulmeting 2008:
196.000)
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009. Nulmeting 2008: 17.000 blootgestelden provinciale
boven de wegen. Monitorberekening is op basis van verkeersgegevens. Deze zijn nog niet geleverd.
grenswaarden/normen Realisatie 2009 pas bekend in november.
in Zuid-Holland: Geluid -10% - -10% -15%
(prov. wegen)
(nulmeting 2008:
17.000)
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009
boven de Nulmeting 2008: 690.000 blootgestelden totaal Zuid-Holland, 200.000 blootgestelden provinciale
grenswaarden/normen bevoegdheid. Het beleid is er op gericht de stijging van de onveiligheid teniet te doen. Bij
in Zuid-Holland: Externe aanvang van het nieuwe programma Externe Veiligheid 2011 wordt bekeken of de
veiligheid (provinciale -0% - -0% -0% effectindicatoren/begrotingsindicatoren nog passen bij de doelstellingen van het beleid.
bevoegdheid)
(nulmeting 2008:
200.000, totaal ZH:
690.000)
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
KM-primaire keringen
die voldoen aan de
normen in de Waterwet
412 441
(afgeronde projecten)
(nulmeting 2009: 403)

Programma 2: Integrale bereikbaarheid


2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
2.1 Betere bereikbaarheid Modal split OV-Fiets-
door een integrale Auto (%= OV-aandeel)
benadering van het (nulmeting: 12,2%)
12,3% 10,4% (2007)
bereikbaarheidsvraagst
uk en intensivering van
het OV-gebruik.
Reizigerskilometrage Het reizigerskilometrage in 2008 daalde met 4% als gevolg van de landelijke openbaar vervoer
concessies Zuid-Holland stakingen in mei-juni: in absolute cijfers van 477,6 miljoen reizigerskilometers in 2007 naar 458,7
in miljoenen kilometers miljoen in 2008. Daardoor is de provincie teruggeworpen in haar streven om jaarlijks een groei
(nulmeting 2006: 464,8 van 1,5% te realiseren. Het realisatiecijfer voor 2009 laat een verdere daling zien, waarvan de
+ 3% -4% 485,7 448,7 +27,8 +34,9
busvervoer) oorzaak kan liggen in de economische crisis. Dit cijfer was de verwachting op het moment van
vaststelling van de begroting 2010. Het werkelijke cijfer is nog niet beschikbaar. In de loop van
2009 is besloten om voor deze indicator geen percentages meer te hanteren, maar absolute
cijfers.
2.2 Een goede Gemiddelde snelheid
doorstroming op het autoverkeer in de spits
provinciale wegennet. op belangrijke regionale spits ≥ 45 spits 39 spits ≥ 45 spits 45 spits ≥ 45 spits ≥ 45
trajecten dal ≥ 53 dal 44 dal ≥ 53 dal 47 dal ≥ 53 dal ≥ 53
(Spits 45km;Dal 53km)
(bron: PZH)
2.3 Het aantal fatale Fatale
verkeersslachtoffers en verkeersslachtoffers in
ziekenhuisgewonden Zuid-Holland
≤ 42 40 ≤ 41 40 ≤ 40 (41) ≤ 39
op de provinciale (regiegebied) (44)
wegen is een
belangrijke graadmeter
voor de Fatale
verkeersveiligheid. verkeersslachtoffers op
provinciale wegen in
≤ 12 15 ≤ 11 15 ≤ 10 (9) ≤9
Zuid-Holland (14)

Ziekenhuisgewonden op
provinciale wegen in
Zuid-Holland (169)
≤ 160 157 ≤ 155 157 ≤ 145 ≤ 145
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
2.4 Een toename van het Overslag binnenvaart in De overslag cijfers komen van het CBS. Door wijzigingen in de waarnemings- en
gebruik van spoor en Zuid-Holland verwerkingsopzet zijn na 2006 geen nieuwe CBS cijfers beschikbaar gekomen. De cijfers over
water draagt bij aan (x 1000 ton) (bron: geen data +5.040 - geen data 2007 en 2008 zijn naar verwachting in de loop van 2010 beschikbaar.
+ 2-4% +6.720-13.440 +8.400-16.800
een beperking van de CBS) beschikbaar +10.080 beschikbaar
milieubelasting. Vanaf
2007 stijgt het aandeel
van het vervoer van Containervervoer haven
goederen over water. Rotterdam overslag
spoor (in containers *
x x x x pm pm
1000)
(bron: Gemeentelijk
Havenbedrijf)
2.5 Realisatie van Bezetting P+R plaatsen
ketenmobiliteit zorgt
voor hoogwaardige,
≥ 2007 70,20% > 2008 68,90% >2009 >2010
sociaal veilige
overstappunten waarbij
P+R plaatsen en
fietsenstallingen beter Bezetting Het cijfer voor de bezettingsgraad fietsenstallingen 2009 lijkt te duiden op een verslechtering. Dat
worden benut. fietsenstallingen is echter niet het geval: de uitbreiding van het aantal plaatsen is groter geweest dan de stijging
(bron: PZH) van het aantal gestalde fietsen. Dat vertaalt zich in een lagere bezettingsgraad.
≥ 2007 76,40% > 2008 68,20%

Programma 3: Een concurrerende, innovatieve en duurzame economie


2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
Verbetering van Kwaliteit van de Gerealiseerd
Methodieken Methodiek op
bestaande bedrijfterreinen
nulmeting basis van
bedrijfterreinen en
gereed bij kwaliteitsstree
behoud van
Begroting efbeelden
bedrijvigheid in Zuid-
2009 gereed
Holland.
3.1 Behoud van Aantal
werkgelegenheid en geherstructureerde
bedrijvigheid door hectares waarvoor UHB-
verbetering van subsidie (Uitvoering
bestaande Herstructurering 150 292 200 115 175 75
bedrijventerreinen Bedrijventerreinen) is
(tegengaan verleend
verrommeling,
duurzame inrichting).
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
3.2 Behoud van Aanleg nieuwe terreinen Het aantal nieuw aan te leggen terreinen is een onbekende indicator. Aantal hectares wel. ieder
werkgelegenheid en waarvoor UHB-subsidie jaar realisatie 0 vanwege het feit dat er geen subsidie is aangevraagd voor de ontwikkeling van
bedrijvigheid door is verleend nieuwe terreinen.
aanleg nieuwe
bedrijventerreinen voor
40 0 85 0 85 80
schuifruimte
herstructurering,
compensatie
transformatie en
autonome groei.
3.3 Toepassen van Percentage ruimtewinst, Zie tekst eindevaluatie.
meervoudig en intensief dat gehaald wordt bij
ruimtegebruik bij gesubsidieerde UHB-
10% 17% 10% 10%
herstructurering en projecten
aanleg nieuwe
terreinen.
3.4 Versterken van de Het aantal opgeloste De projecten waaraan subsidie wordt verleend, dienen bij te dragen aan het oplossen van de
concurrentiekracht van arbeidsmarktknelpunten regionale arbeidsmarktknelpunten zoals opgenomen in bijlage 1 bij het convenant dat de
de vier clusters in Zuid-Holland provincie heeft afgesloten met de drie Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid (RPA’s) en de
2 2 2 2
(verbeterde aansluiting Kennisalliantie. De effecten van die projecten is pas in een later stadium te bepalen.
onderwijs en
arbeidsmarkt).
3.5 Versterken van de Voor de clusters Water- Door de recessie nam de productie af. In 2010 gaat de productie weer stijgen en heeft men
concurrentiekracht van & Deltatechnologie, inmiddels meer tijd gehad de omvang van het personeel aan de behoefte aan te passen. Het lijkt
de vier clusters (meer Transport & Logistiek en redelijk om voor 2010 weer een productiviteitsgroei van minimaal 2% t.o.v. 2009 na te streven
2% <2% 2% 2%
en innovatievere Greenports: een (het Centraal Plan Bureau gaat zelfs uit van een hogere stijging). Deze verwachting is voor alle
ondernemers) en de productiviteitsgroei van vier economische clusters gelijk.
vrijetijdssector. minimaal 2% Toeristische bestedingen:
Voor het cluster Life & Met de oorspronkelijke indicator (10% meer bestedingen), gaat het niet goed in Zuid-Holland.
Health Science: een Zuid-Holland kent een grote afhankelijkheid van de markt van de ‘zakelijke toerist’. De
continuering van de economische crisis heeft nadelige gevolgen voor deze markt teweeg gebracht. Bij
3% 3% 3% 3%
groei van het aantal Halfwegevaluatie 2009 is daarom besloten een verbijzondering toe te passen op de indicator
werkzame personen 'toeristische bestedingen'. De nieuwe indicator 'marktaandeel daguitstapjes' (toename met 3% in
(jaarlijks 3%) 2010) wordt gerealiseerd en geeft meer inzicht in de effecten van provinciaal beleid. Ten aanzien
Toeristische van daguitstapjes van eigen inwoners en bezoekers uit andere provincies, doet provincie Zuid-
bestedingen (+10% in Holland het beter dan andere provincies. Er is een stijgende lijn te ontdekken die zich ook in 2011
collegeperiode,
105 95 107,5 110
waardoor groei
werkgelegenheid wordt
bewerkstelligd).(nulmeti

Programma 4: Maatschappelijke participatie


2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
4.1 Opvangen van de Wachttijd in weken voor Op dit moment ziet het er naar uit dat de doelstelling voor 2010 zal worden gehaald. Per kwartaal
toenemende vraag in het geïndiceerde worden de wachtlijstgegevens van de jeugdzorgaanbieders bijgehouden en verwerkt in een
de jeugdzorg en een jeugdzorgaanbod prognose vraag-aanbod. Deze prognose geeft een indicatie over de kans van het ontstaan van
8 >9 9 9 7 5
reductie van de wachtlijsten > 7 weken in de loop van 2010.
wachtlijsten.
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
4.2 Handhaven afwezigheid Wachttijd in weken bij Gedurende deze collegeperiode zijn geen wachttijden bij het AMK. De open-eindfinanciering, die
wachttijden/-lijsten bij het AMK vanaf het najaar van 2003 voor het AMK is ingevoerd, maakt dit mogelijk. Voor deze financiering
het AMK. worden zowel de doeluitkering bureau jeugdzorg als autonome middelen ingezet.
0 0 0 0 0 0

4.3 Versterken sociale Gebundelde en Omschrijving indicator 2008: Tevredenehidsmeting onder de gebruikers van de
infrastructuur onder vraaggerichte tweedelijnsorganisaties op een nog te bepalen aantal punten (o.a. aansluiting bij de vraag) in het
andere met behulp van provinciale licht van de uitkomsten van een heroverweging.
uitvoering afronding evaluatie
effectieve en ondersteunings- voorbereiding
uitgevoerd herstruc- ja herstruc- nieuwe
vraaggerichte structuur (nulmeting: heroriëntatie
turering turering structuur
ondersteuning door Heroverweging rol en
provinciale positie
tweedelijnorganisaties. tweedelijnorganisaties)
4.4 Versterken culturele Barometer culturele De voortgang van het cultuurbeleid wordt gemeten op grond van tien (vooral) door de provincie
kwaliteit. Ontwikkeling kwaliteit via jaarlijkse te beïnvloeden indicatoren. De oorspronkelijke doelstelling is gerealiseerd en aangepast per
en benutting van het meting van 10 2011. Het cijfer voor de nulmeting (2008) werd laat bekend; op basis hiervan is een (te) lage
culturele erfgoed voor variabelen (nulmeting inschatting gemaakt voor 2009 t/m 2013. Bij de Begroting 2011 zal daarom worden voorgesteld
recreatietoeristische 2007: 110) de doelstelling aan te passen tot 148. Opvallende ontwikkelingen binnen de 10 indicatoren per
112 121 114 144 116 118
doeleinden. 2010 zijn het aantal gerestaureerde molens (verdubbeld ten aanzien van 2008), het aantal
archeologische rapporten dat ter beoordeling aan de provincie wordt voorgelegd (gehalveerd),
het percentage goedgekeurde ruimtelijke plannen met voldoende aandacht voor culturele
aspecten is toegenomen (gestegen van 65% naar 72%) en het percentage van voor doven
ondertitelde tv uitzendingen op de regionale omroepen (gestegen van 75% naar 94%).

Programma 6: Maatschappelijke participatie


2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
6.1 Wij willen een krachtig % uitgevoerde besluiten Omschrijving indicator 2008: Indicator wordt in 2007 ontwikkeld in het kader van het
en slagvaardig bestuur implementatie actieprogramma 'Provincie Nieuwe Stijl'
vormen dat heldere programma PNS Monitoring Monitoring
25% >50% 50% 100%
keuzes maakt en deze uitgevoerd uitgevoerd
met verve uitdraagt en
tot uitvoering brengt.
% Europese subsidies De indicator is in 2010 aangepast voor wat betreft de realisatie van de ambitie over de jaren


dat is verworven t.o.v. heen. 2008 geldt als nulmeting. De geformuleerde ambitie uit het coalitieakkoord is €



de vastgestelde aan Europese subsidies (excl. POP subsidies) te verwerven binnen de mogelijkheden die diverse


ambities (€ Europese subsidieprogramma’s voor de periode 2007-2013 bieden voor projecten op het





60% 80%


voor de periode 2007- grondgebied van Zuid-Holland. Tot en met eind 2009 is een bedrag van €





2013 (nulmeting 2008: Europese subsidies (excl. POP) verworven samen met partners binnen de provincie (48% van de
13%) geformuleerde ambitie). Het steunpunt Europese subsidies van de provincie speelt hierbij een
actieve, sturende rol.
Mijlpalen projecten Het alternatief voor de HW is de versnelde aanleg van 120 ha havengerelateerde
Randstad Urgent voor bedrijventerreinen in Nieuw Reijerwaard en de Westelijke Dordtse Oever. Hier zijn bestuurlijke
versnelde uitvoering bestuursover- afspraken over gemaakt.
uitvoering
Hoekse Waard eenkomst
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
Mijlpalen projecten De spitsstroken A 12 en het geluidsscherm bij Voorburg zijn gereed,voor de A4 is een
Randstad Urgent voor tracebesluit genomen en is de uitvoering begonnen.
versnelde uitvoering
uitvoering uitvoering
Flessenhalzen A4-A12

Mijlpalen projecten Er wordt een vervolgstudie verricht naar oplossingsrichtingen voor het verhogen van de dijken in
Randstad Urgent voor Dijkring 14.
versnelde uitvoering financiele
studie
Waterveiligheid dekking
Centraal Holland

6.2 De efficiency en Reductie van


effectiviteit van de interbestuurlijke en
uitvoering van het administratieve lasten


beleid nemen toe als de (nulmeting: €





administratieve lasten
voor burgers en
-5% -7% -10% -15% -15% -25%
bedrijven dalen. De
door de provincie
veroorzaakte
administratieve lasten
zijn in 2011 met 25%
verminderd.
6.3 Slagvaardige en Afspraken gemaakt met Omschrijving indicator 2008 en 2009: Uitgevoerde bestuurskrachtmetingen bij gemeenten en
bestuurskrachtige gemeenten en regio's regio's (streefwaarde 100% in 2011).GS hebben met de VZHG een convenant afgesloten om
gemeenten, regio's en over periodiek en in regionaal verband de bestuurskracht van alle Zuid-Hollandse gemeenten te laten
waterschappen dragen bestuurskrachtmetingen meten. In 2010 hebben 56 van de 73 gemeenten (77%) hun bestuurskracht laten onderzoeken.
20% 10% 30% 77% 80% 90%
bij aan een en bestuurlijke toekomst
daadkrachtig openbaar (streefwaarde 90% in
bestuur. 2012) (nulmeting 2007:
5%)
6.4 Helderheid en Opstellen PSV
duidelijkheid over het ontwikkelingsstrategie,
provinciaal ruimtelijk uitvoeringsprogramma
beleid en hoe de en daaraan
Vaststellen
provincie dit wil gerelateerde Nee
structuurvisie
realiseren volgens de verordeningen.
nieuwe wet op de (nulmeting: nieuwe wet
ruimtelijke ordening. op de ruimtelijke
ordening (1-7-2008))
% reactieve
aanwijzingen die de
provincie indient op het
totaal van de
gepubliceerde Max 5% Max 5%
gemeentelijke
bestemmingsplannen.
(nulmeting: vasstellen
structuurvisie (2010))
Bijlage 3: Subsidies
De provincie verstrekt subsidies aan instellingen, bedrijven, (samenwerkingsverbanden van) gemeenten
en soms ook aan particulieren om bepaalde activiteiten te stimuleren en zo haar beleidsdoelen te
bereiken. De inzet van provinciale middelen hiertoe is gebaseerd op wettelijke en autonome taken.

Bij wettelijke taken kan het enerzijds gaan om een verplichte taak. Dit houdt in dat de taak als
verplichting staat opgenomen in de wet. Anderzijds kan het gaan om een facultatieve taak.
Dit houdt in dat de taak weliswaar in de wet staat opgenomen, maar dat we niet verplicht zijn om deze
ook daadwerkelijk uit te voeren. We hebben de keuze (beleidsvrijheid) om de taak al dan niet uit te voeren
(de zogenaamde “kunnen”-bepaling). Bij autonome taken gaat het om taken die wij zelfstandig uitvoeren,
zonder wettelijke verplichting of facultatieve taakstelling. Soms wordt de subsidie in een dergelijk geval
verstrekt op basis van afspraken (bestuursovereenkomst) met bijvoorbeeld een rijksoverheid, waarop deze
ook bijdraagt. Zonder een provinciale bijdrage, kan het zo zijn dat de rijksbijdrage via co-financiering in
dat geval achterwege blijft.

Per soort taak kan sprake zijn van een bepaalde vrije beslissingsruimte, de zogenaamde “discretionaire
bevoegdheid”. Het bestuursorgaan heeft bijvoorbeeld de bevoegdheid om vergunningen te verlenen en
vaak zit hier wel een zekere mate van verplichting in (bv de provincie moet een vergunning verlenen),
maar kan het bestuursorgaan zelf bepalen hoe zij dit verder invult (dus wat er verder in de beschikking
komt te staan).

De onderstaande tabellen geven aan op welke (rechts)basis voor 2011 provinciale middelen worden ingezet
ten dienste van het subsidie-instrument en maken inzichtelijk waar beslissingsruimte beschikbaar is om
eventueel tot een andere verdeling van middelen te komen.

Project- of boekjaarsubsidies

Aard van de taak 1


Totale in € Bijdragen derden Provinciale middelen

Autonoom € 47,1 miljoen € 2,5 miljoen € 44,6 miljoen

Verplicht € 172,2 miljoen € 165,3 miljoen € 6,9 miljoen

Facultatief € 10,2 miljoen € 7,5 miljoen € 2,7 miljoen

Totaal € 229,5 miljoen € 175,3 miljoen € 54,2 miljoen

Onder autonome taak is voor de subsidieregeling Externe Veiligheid 2011-2014 een bedrag aan middelen
opgenomen van € 3,0 miljoen. Weliswaar komt dit uit provinciale middelen, maar deze zijn gerelateerd
aan een decentralisatie-uitkering die in het provinciefonds is opgenomen. De inzet van provinciale
middelen in het kader van de jeugdhulpverlening (opgenomen als verplichte taak) komen vanaf het
moment dat deze taken naar de gemeenten gaan vrij (€ 1,8 miljoen)

Begrotingssubsidies

Aard van de taak 1


Totale in € Bijdragen derden Provinciale middelen

Autonoom € 19,7 miljoen € 0 miljoen € 19,7 miljoen

Verplicht € 163,0 miljoen € 126,1 miljoen € 36,9 miljoen

Facultatief € 0 miljoen € 0 miljoen € 0 miljoen

Totaal € 182,7 miljoen € 126,1 miljoen € 56,6 miljoen

Terugblik collegeperiode 2007-2011 41


Bij de verplichte taken moet door de provincie € 13,7 miljoen aan middelen worden ingezet voor
instellingen die een relatie hebben met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Verplichte inzet van
middelen geldt eveneens voor Probilio € 5,4 miljoen en de RTV-zenders Rijnmond en West voor totaal €
21,7 miljoen. Deze middelen zijn “geoormerkt” binnen het provinciefonds.
De inzet van provinciale middelen in het kader van de jeugdhulpverlening komen vanaf het moment dat
deze taken naar de gemeenten gaan vrij (€ 0,2 miljoen)

Incidentele subsidies
Over het hele jaar 2009 werd voor een bedrag van € 13,6 miljoen aan incidentele subsidies verstrekt. Dit
waren alleen autonome middelen. Gegevens over het jaar 2010 zijn medio februari 2011 bekend.

In onderstaande tabellen is hiervoor genoemde informatie per hoofdstuk en subsidieplafond van de


provinciale begroting gespecificeerd.

Terugblik collegeperiode 2007-2011 42


1. Tabel project- en boekjaarsubsidies
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen

Programma 1: Gezonde, veilige en


aantrekkelijke leefomgeving
Boekjaarsubsidie natuur- en 120 748.042 355.575 392.467 verplicht ja
landschapsbeheer in het
cultuurlandschap
Boekjaarsubsidies terreinbeheer door 120 1.605.000 0 1.605.000 autonoom ja
natuurbeschermingsorganisaties
Boekjaarsubsidies voet- en fietsveren 120 53.500 0 53.500 autonoom ja
met een regionale functie
Boekjaarsubsidies Structurele 120 130.000 0 130.000 verplicht ja Het is een wettelijke taak.
activiteiten ter uitvoering van het
provinciale faunabeleid als bedoeld in
de Flora- en faunawet
Projectsubsidie Verwerving en 120 4.796.669 2.500.000 2.296.669 verplicht nee
inrichting (provinciale) ecologische
verbindingen
Projectsubsidie Verwerving en 120 680.670 0 680.670 autonoom ja
inrichting (provinciale) ecologische
verbindingen
Projectsubsidies Milieutekorten in de 120 3.000.000 2.000.000 1.000.000 verplicht ja
Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en
de Vogel- en Habitatrichtlijn
Projectsubsidies Maatregelen in de 120 180.000 0 180.000 autonoom ja
ecologische hoofdstructuur
Projectsubsidie soortenbeleid 120 1.017.388 972.388 45.000 verplicht ja
Leefgebied
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen

Projectsubsidie 120 160.000 0 160.000 verplicht ja Verplicht als beheersplan is


Natuurbeschermingswet vastgesteld. De vraag is of het
mogelijk is om beheersplannen niet
vast te stellen.
Projectsubsidie landelijke 120 1.000.000 500.000 500.000 verplicht ja
routenetwerken
Projectsubsidie Ontsluiting landelijk 120 90.000 45.000 45.000 verplicht ja
gebied; wandelen over boerenland
Subsidieregeling bodemsanering 130 12.000.000 12.000.000 0 verplicht ja Subsidieregeling is eindig;
voormalige gasfabrieksterreinen Zuid- gasfabrieksterreinen moeten uiterlijk
Holland in 2015 zijn gesaneerd danwel de
risico's beheerst. Het subsidieplafond
wordt jaarlijks gerelateerd aan de
beschikbare (door VROM
toegekende) middelen en de te
verwachten aanvragen.
Boekjaarsubsidie, proefproject 'boeren 130 118.631 108.631 10.000 verplicht nee
voor natuur' in polder Biesland
Projectsubsidies stimulering mooiere 130 500.000 0 500.000 autonoom ja De subsidieregeling eindigt
oevers langs de Hollandsche IJssel waarschijnlijk 31 december 2012,
aangezien dan het
Uitvoeringscontract Hollandsche
IJssel afloopt.
Projectsubsidie POP2-maatregel 111 130 375.000 250.000 125.000 facultatief nee
(Beroepsopleiding en voorlichting)
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen

Projectsubsidie POP2-maatregel 125 130 3.051.428 2.288.571 762.857 facultatief nee


(infrastructuur voor de
ontwikkeling/aanpassing van de land-
en bosbouw)
Projectsubsidie POP2-maatregel 216 130 500.000 500.000 0 facultatief nee De EU heeft de POP2-maatregel 216
(niet productieve investeringen, aangepast, waardoor 75% EU
verdrogingsbestrijding) middelen per aanvraag beschikbaar
zijn. Daarnaast heeft de EU extra
middelen beschikbaar gesteld. Voor
2012 leidt dit tot een beschikbaar











plafond van €








geen provinciale middelen ingezet.

Projectsubsidies POP2 maatregelen 130 5.259.111 3.506.074 1.753.037 facultatief nee De EU heeft de POP2-maatregel 311
311, 312, 313, 323 en 341 aangepast, waardoor 75% EU
middelen per aanvraag beschikbaar
zijn. Daarnaast heeft de EU extra
middelen beschikbaar gesteld. Voor
2012 leidt dit tot een beschikbaar








plafond van €







maatregel. Er worden geen
provinciale middelen ingezet.
Projectsubsidie POP2-maatregel 321 130 0 0 0 facultatief nee
(Basisvoorzieningen voor de economie
en plattelandsbevolking)
Projectsubsidie POP2-maatregel 322 130 0 0 0 facultatief nee
(Dorpsvernieuwing en ontwikkeling)
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen

Projectsubsidies POP2 maatregelen 130 0 0 0 facultatief nee


411, 412, 413, 421 en 431
Projectsubsidie Gebiedsgerichte 130 200.000 0 200.000 autonoom ja
ontwikkeling van groenblauwe
diensten
Projectsubsidie Ontwikkelen en 130 1.265.000 843.333 421.667 verplicht ja
instandhouding Nationale
Landschappen
Projectsubsidie Akkerrandenregeling 130 260.000 130.000 130.000 verplicht nee
Projectsubsidie Stimuleren regionaal 130 500.000 0 500.000 autonoom ja
landschapsbeleid
Projectsubsidie voor het versterken 130 833.000 833.000 0 verplicht ja
van de leefbaarheid en sociaal-
economische vitaliteit in het landelijk
gebeid
Subsidieregeling structurele 140 1.266.937 0 1.266.937 autonoom ja Er loopt een discussie over de
activiteiten milieuorganisaties Zuid- taakverdeling tussen
Holland milieuorganisaties. Begin 2011 moet
deze zijn afgerond, de implicaties
zullen dan bekend zijn.
Subsidieregeling realisatie 140 1.000.000 1.000.000 0 facultatief ja Er is verlenging tot 2012
aardgasvulpunten Zuid Holland aangevraagd.
Subsidieregeling regionale 140 0 0 0 autonoom
samenwerking tussen
handhavingspartners in Zuid-Holland
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen

Subsidieregeling 140 12.796.000 12.796.000 0 verplicht nee Looptijd NSL tot 2015. In 2011 komt
Programmafinanciering lokale een midterm review op basis
luchtkwaliteitsmaatregelen waarvan herschikking plaats kan
vinden (m.n.de 4e tranche, nu totaal
36 miljoen).
Subsidieregeling Externe Veiligheid 140 2.956.094 0 2.956.094 autonoom Bij besluit van Provinciale Staten van
2011-2014 Zuid Holland Zuid-Holland van 10 november 2010
is het beleidsplan externe veiligheid,
uitvoeringsprogramma externe
veiligheid 2011-2014 (incl.
subsidieplafond en maximaal bedrag
per regio) en de subsidieverordening
externe veiligheid 2011-2014
vastgesteld.
Subsidieregeling haalbaarheidsstudies 140 300.000 0 300.000 autonoom ja Regeling wordt in 2011 geëvalueerd,
duurzame energie Zuid Holland afhankelijk daarvan wordt de regeling
al dan niet gecontinueerd.
Subtotaal programma 1 56.642.470 40.628.572 16.013.898

Programma 2: Integrale
bereikbaarheid
Subsidieregeling kwaliteitsbevordering 210 30.000 0 30.000 autonoom nee
openbaar vervoer Zuid-Holland
Subsidieregeling kwaliteitsbevordering 210 2.000.000 0 2.000.000 autonoom nee
openbaar vervoer Zuid-Holland
Subsidieregeling kwaliteitsbevordering 210 2.000.000 0 2.000.000 autonoom nee
openbaar vervoer Zuid-Holland
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen

Uitvoeringsregeling brede 210 130.000.000 130.000.000 0 verplicht ja Heel beperkte dicretionaire


doeluitkering verkeer en vervoer bevoegdheid.
Subtotaal programma 2 134.030.000 130.000.000 4.030.000
Programma 3: een concurrende,
innovatieve en duurzame economie
Herstructurering/ontwikkeling 310 10.000.000 2.500.000 7.500.000 autonoom ja
bedrijventerreinen
Planvorming Bedrijventerreinen 310 1.000.000 0 1.000.000 autonoom ja
Subsidieregeling vrije tijd Zuid-Holland 320 1.200.000 0 1.200.000 autonoom ja Nog niet bekend. Afhankelijk van het
vervolg van de (nog door GS vast te
stellen) Visie Recreatie en Vrijetijd +
uitvoeringsplan.
Subsidieregeling clusterprojecten Zuid- 320 2.500.000 0 2.500.000 autonoom ja
Holland
Subsidieregeling cofinanciering Pieken 320 1.390.000 0 1.390.000 autonoom ja Dit bedrag staat wel in de begroting
in de Delta Zuidvleugel 2010, maar er is nog geen plafond
voor vastgesteld.
Subsidieregeling Cofinanciering 320 2.550.000 0 2.550.000 autonoom ja
Operationeel Programma Landsdeel
West
Subsidieregeling arbeidsmarkt en 330 943.633 0 943.633 autonoom ja
onderwijs Zuid-Holland
Subtotaal programma 3 19.583.633 2.500.000 17.083.633

Programma 4: Maatschappelijke
participatie
Subsidieregeling jeugdzorg Zuid- 410 4.026.102 2.193.364 1.832.738 verplicht ja
Holland
Subsidieregeling maatschappelijke 420/430 13.556.008 0 13.556.008 autonoom ja Voor onderdeel cultuurparticipatie
participatie Zuid-Holland zijn ingaande 2013 beleidwijzigingen
te verwachten.
Subsidieregeling molens Zuid-Holland 430 1.254.820 0 1.254.820 autonoom ja
Subsidieregeling Themajaar 2011 430 410.000 0 410.000 autonoom ja Looptijd tot 2012.
Kinderdijk en de Zuid Hollandse
Molens
Subsidieregeling landelijk gebied Zuid- autonoom
Holland
Subsidieregeling 0 autonoom
herstructurering/ontwikkeling en
planvorming bedrijventerreinen Zuid
Holland
Subtotaal programma 4 19.246.930 2.193.364 17.053.566

Subtotaal- project- Taken:


boekjaarsubsidies
autonoom
47.076.662 2.500.000 44.576.662
verplicht
172.240.832 165.277.291 6.963.541
facultatief
10.185.539 7.544.645 2.640.894

229.503.033 175.321.936 54.181.097


2. Tabel begrotingssubsidies

Opmerkingen indien er voor het jaar


verplichte, Discretionaire 2012 of volgende jaren wijzigingen
Product- Totaal facultatieve, of bevoegdheid van beleid voor deze subsidies aan de
Titel van de subsidieregeling groep subsidie Dekking: autonome taak bij deze taak? orde zijn.
Bijdragen
plafond derden Provinciale
2011 middelen
Begrotingssubsidies
Programma 1: Gezonde, veilige en
aantrekkelijke leefomgeving
Hoogheemraadschap van Rijnland 140 110.000 110.000 0 verplicht nee
Hoogheemraadschap van Schieland
en de Krimpenerwaard 140 6.833 6.833 0 verplicht nee
Waterschap Hollandse Delta (Dordtse
Biesbosch) 140 389.166 389.166 0 verplicht nee
Waterschap Hollandse Delta
(Aanpassing bemaling haven
Dirksland) 140 210.000 210.000 0 verplicht nee
Subtotaal programma 1 715.999 715.999 0

Programma 2: Integrale
bereikbaarheid
Rederij Naco b.v. 210 444.000 0 444.000 autonoom nee
Gemeente Delft 220 6.000.000 0 6.000.000 autonoom nee
Fietsersbond 220 40.000 0 40.000 autonoom nee
Subtotaal programma 2 6.484.000 0 6.484.000

Programma 3: een concurrende,


innovatieve en duurzame economie
Kennisalliantie 320 517.483 0 517.483 autonoom ja
WFIA 320 236.413 0 236.413 autonoom ja
Opmerkingen indien er voor het jaar
verplichte, Discretionaire 2012 of volgende jaren wijzigingen
Product- Totaal facultatieve, of bevoegdheid van beleid voor deze subsidies aan de
Titel van de subsidieregeling groep subsidie Dekking: autonome taak bij deze taak? orde zijn.
Bijdragen
plafond derden Provinciale
2011 middelen
ZHBT 320 622.750 0 622.750 autonoom ja
KMR 330 25.125 0 25.125 autonoom ja
RPA Haaglanden 330 116.012 0 116.012 autonoom
RPA RijnGouwe 330 79.144 0 79.144 autonoom ja
RPA Rijnmond 330 140.951 0 140.951 autonoom ja
Subtotaal programma 3 1.737.878 0 1.737.878

Programma 4: Maatschappelijke
participatie
AKJ 410 674.708 674.708 0 verplicht ja
Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-
Holland 410 38.043.621 37.944.074 99.547 verplicht ja
Cardea 410 19.486.773 19.486.773 0 verplicht ja
De Hoenderloo Groep 410 18.543.112 18.543.112 0 verplicht ja
Avenier 410 5.161.439 5.161.439 0 verplicht ja
Horizon 410 17.052.789 17.052.789 0 verplicht ja
NVP 410 29.383 29.383 0 verplicht ja
PSJ 410 80.000 0 80.000 autonoom ja
Stichting Stek 410 9.947.410 9.947.410 0 verplicht ja
Stichting Trivium 410 16.523.767 16.523.767 0 verplicht ja
Sportservice Zuid Holland 410 591.852 0 591.852 verplicht ja
Sensoor Zuid-Holland Midden 420 357.543 0 357.543 autonoom ja
Sensoor Zuid-Holland Noord 420 211.669 0 211.669 autonoom ja
Stichting Tympaan Instituut 420/310 1.835.742 0 1.835.742 verplicht ja
Stichting Zorgbelang Zuid-Holland 420 3.272.091 0 3.272.091 autonoom ja
Opmerkingen indien er voor het jaar
verplichte, Discretionaire 2012 of volgende jaren wijzigingen
Product- Totaal facultatieve, of bevoegdheid van beleid voor deze subsidies aan de
Titel van de subsidieregeling groep subsidie Dekking: autonome taak bij deze taak? orde zijn.
Bijdragen
plafond derden Provinciale
2011 middelen
Verzetsmuseum 420 145.580 0 145.580 autonoom ja
Meander 420 1.611.606 0 1.611.606 verplicht ja
Stimulans 420 1.394.946 0 1.394.946 verplicht ja
PJ partners 420 1.535.593 0 1.535.593 verplicht ja
Stichting JSO 410/420 2.725.300 0 2.725.300 verplicht ja
Erfgoedhuis Zuid-Holland 430 2.070.413 0 2.070.413 autonoom ja
Jeugdtheaterhuis Zuid Holland 430 517.249 0 517.249 autonoom ja
Kunstgebouw 430 3.781.970 0 3.781.970 autonoom ja
TheatergroepMAX 430 52.500 0 52.500 autonoom ja Gefaseerde afbouw 2010.
Zuid-Hollandse Popunie 430 459.002 0 459.002 autonoom ja
Probiblio 430 5.430.337 0 5.430.337 verplicht nee
RTV Rijnmond 430 10.852.819 0 10.852.819 verplicht nee
RTV West 430 10.871.709 0 10.871.709 verplicht nee
SKR/S.E.O.P. 430 282.061 0 282.061 autonoom ja
Bevrijdingsfestival 430 22.689 0 22.689 autonoom ja
Tot en met 2012 subsidieverplichting
Kastelenstichting Holland en Zeeland 430 170.850 0 170.850 autonoom ja met Rijk aangegaan.
Subtotaal programma 4 173.736.523 125.363.455 48.373.068

Programma 6: Daadkrachtig en
slagvaardig bestuur
Vereniging Reddingsbrigades
Nederland-KNBRD 610 7.715 0 7.715 autonoom nee
Subtotaal programma 6 7.715 0 7.715
Opmerkingen indien er voor het jaar
verplichte, Discretionaire 2012 of volgende jaren wijzigingen
Product- Totaal facultatieve, of bevoegdheid van beleid voor deze subsidies aan de
Titel van de subsidieregeling groep subsidie Dekking: autonome taak bij deze taak? orde zijn.
Bijdragen
plafond derden Provinciale
2011 middelen

Subtotaal begrotingssubsidies Taken

autonoom 19.653.210 - 19.653.210

verplicht 163.028.905 126.079.454 36.949.451

facultatief - - -

182.682.115 126.079.454 56.602.661

Vous aimerez peut-être aussi