Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Dynamisch gedaan
Terugblik collegeperiode 2007-2011
December 2010
Inhoud
1. Inleiding 3
3. Resultaten 8
3.1 Duurzaamheidsoffensief 8
Energie 8
Klimaat 10
Water 11
Leefomgevingskwaliteit 13
Verstedelijking en woningbouw 14
3.2 Groenoffensief 15
Realisatie natuur- en recreatiegebieden 15
Verbetering van de kwaliteit van het landschap 16
3.3 Bereikbaarheidsoffensief 18
Intensiveren van openbaar vervoer 18
Verbeteren van weg-, vaarweg-, en fietsinfrastructuur 19
Realiseren van ketenmobiliteit 22
3.4 Economisch Offensief 22
Herstructurering en aanleg nieuwe bedrijventerreinen 22
Versterking economische clusters 23
Vrije Tijd 25
Onderwijs en arbeidsmarkt 25
3.5 Jeugdoffensief 26
Jeugdzorg 26
Maatschappelijke participatie 27
Cultureel Erfgoed 28
3.6 Integrale Ruimtelijke Projecten 29
Zuidplaspolder 29
As Leiden-Katwijk 30
Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS). 30
Oude Rijnzone 31
Project Mainportontwikkeling Rotterdam 750 hectare 31
Kustontwikkeling 32
Hof van Delfland 33
3.7 Bestuurlijke onderwerpen 33
Provincie Nieuwe Stijl 33
Provinciale Structuurvisie 34
Zuidwestelijke Delta 34
Kwaliteit lokaal bestuur en gemeentelijke herindelingen 35
Regionale Uitvoerende Diensten 36
Randstad Samenwerking 36
Randstad Urgent 37
Europees en internationaal beleid 37
Bijlage 1: Financiën 39
Bijlage 2: Overzicht Effect-Indicatoren 40
Bijlage 3: Subsidies 41
In april 2007 is in de provincie Zuid-Holland een coalitie van CDA, VVD, PvdA en
Christenunie/SGP begonnen aan de uitvoering van een ambitieus coalitieakkoord:
“Duurzaam denken, dynamisch doen”. De visie achter dit akkoord was Zuid-Holland te
verstevigen als een provincie waar het ‘aangenaam wonen, werken en recreëren is, nu en in
de toekomst’. Door in te zetten op vijf offensieven beperkte het provinciebestuur zich tot de
hoofdopgaven en legde het met concreet beleid de nadruk op uitvoering.
“Wij willen een doe-provincie zijn”, aldus het coalitieakkoord.
Met deze terugblik maken Gedeputeerde Staten de balans op van de collegeperiode 2007-2011.
Hiermee wordt verantwoording afgelegd over het beleid van de afgelopen vier jaren. Ook wordt uitvoering
gegeven aan de motie van Provinciale Staten waarin zij vragen om inzicht in de behaalde resultaten.
De provincie kreeg behalve met een economische neergang ook te maken met het debat over de herijking
van de overheidstaken. De discussie over het bestaansrecht van de provincies werd de afgelopen periode
niet eerder zo intensief gevoerd. De herijking van taken kwam onder meer aan de orde in het advies van
de commissie-Lodders, het daaropvolgende bestuursakkoord tussen Rijk en provincies, de discussie over de
herverdeling van het Provinciefonds en de vergaande voorstellen van de commissie-Kalden.
In dit speelveld heeft de provincie geacteerd en geanticipeerd. Daarbij heeft Zuid-Holland nadrukkelijk
gekozen voor een focus op de ruimtelijke omgevingstaken. In het licht van bezuinigingen en nieuwe visie
op taakuitoefening zijn de hoofdopgaven uitgevoerd, met scherpe keuzes vanuit het provinciaal belang en
het toedelen van (nieuwe) middelen. In sommige gevallen heeft dat ertoe geleid dat ambities of doelen –
met instemming van Provinciale Staten - zijn bijgesteld.
Het coalitieprogramma “Duurzaam denken, dynamisch doen” legde in april 2007 vijf hoofdopgaven vast
waarbij de provincie de meeste toegevoegde waarde kon hebben voor de Zuid-Hollandse samenleving.
Niet elk maatschappelijk vraagstuk is een provinciale opgave, zo was de gedachte. De hoofdopgaven
legden de focus op achtereenvolgens een aantrekkelijke leefomgeving, integrale bereikbaarheid,
duurzame economische ontwikkeling, maatschappelijke participatie en daadkrachtig en slagvaardig
bestuur. Met vijf offensieven zijn die opgaven de afgelopen vier jaar uitgevoerd.
Gedeputeerde Staten stellen vast dat de doelstellingen uit het coalitieakkoord grotendeels zijn
gerealiseerd. Hieronder volgen de hoofdlijnen van de behaalde resultaten.
In de afgelopen drie jaar is Provincie Nieuwe Stijl in de dossiers toegepast en concreet gemaakt.
De versterking van de provinciale kerntaken komt het meest duidelijk naar voren in de ruimtelijke
omgevingstaken. De provincie Zuid-Holland maakt keuzes met het oog op de kwaliteit van de (schaarse)
ruimte. Zij weegt bovenlokale belangen af, werkt samen met anderen en hakt op de juiste momenten
knopen door. Er zijn taken herijkt en er zijn taken beëindigd. Voorbeelden van beëindiging zijn taken
rondom sport, educatie, kleine kernen, goederenvervoer, visserij en ondernemersschap.
Provincie Nieuwe Stijl heeft geleid tot meer focus en meer resultaat op de hoofdtaken.
Hiermee is tegemoet gekomen aan de ambitie in het coalitieakkoord om een ‘doe-provincie’ te zijn:
minder visies en beleid, meer uitvoering.
Provinciale Structuurvisie
Met de vaststelling van de Provinciale Structuurvisie in deze collegeperiode is een belangrijke stap om de
rol van de provincie als gebiedsregisseur waar te maken. In de Provinciale Structuurvisie is gedefinieerd
hoe de provincie tot 2020 samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte in Zuid-
Holland. Verder benoemt de Provinciale Structuurvisie de provinciale belangen waarop zij zal sturen.
Water is een structurend element in de ruimte. Met de vaststelling van het Provinciaal Waterplan 2010-
2015 in deze collegeperiode is een belangrijk plan voor de provincie en de waterketen tot stand gekomen.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat het college zich inzet voor zeewaartse kustuitbreiding door
uitvoering van het programma ‘bouwen met de natuur’. Met het project Zandmotor hebben Gedeputeerde
Staten hieraan invulling gegeven. De uitvoering van het project is in december 2010 gestart.
Regionale Uitvoeringsdiensten
De vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten of Omgevingsdiensten is voortvarend ter hand genomen.
Met de Uitvoeringsdiensten moet de vergunningverlening en handhaving op milieugebied efficiënter en
doelmatiger worden. De bundeling van kennis en expertise op milieuterrein moet het antwoord zijn op de
steeds complexer wordende milieuwet- en regelgeving.
Begin 2012 moet in Zuid-Holland een provinciaal dekkend netwerk van Regionale Uitvoeringsdiensten
staan. Per 1 januari 2011 gaat de eerste Omgevingsdienst van Nederland van start in Zuid-Holland Zuid;
de andere regio’s volgen later. In totaal gaan circa 300 ambtenaren van de provincie over naar een van de
vier Regionale Uitvoeringsdiensten of de Milieudienst Rijnmond (DCMR) in Schiedam.
Op het gebied van Europa haar inzet geprofessionaliseerd en ruim € 100 miljoen binnengehaald.
Duurzaamheid
Met het Kader Afweging Duurzame Ontwikkeling is duurzaamheid concreet gemaakt en verweven in het
provinciaal denken, doen en handelen. Hiermee is integraal beleid bevorderd. Zo is bij de gebieds
ontwikkeling van de bijvoorbeeld de Greenports of de Zuidplas duurzame energie verankerd.
Uitgangspunt is dat groene innovatie de concurrentiepositie van Zuid-Holland helpt versterken.
Groen
De provinciale aanpak voor verwerving van inrichting van natuur- en recreatiegebieden is succesvol
geweest. De oorspronkelijke doelstelling voor de Ecologische Hoofdstructuur van 1.400 hectare is geheel
gehaald, die voor Recreatie om de Stad (ook 1.400 hectare) voor circa 60 procent. De actieve grondverwer
vingsstrategie heeft hieraan bijgedragen. De collegedoelstelling voor het saneren van 200 hectare verspreid
glas wordt naar verwachting ruimschoots gehaald. Dit leidt tot een verbetering van de kwaliteit van het
landschap.
Bereikbaarheid
Op alle onderdelen van het bereikbaarheidsoffensief is vooruitgang geboekt. De kwaliteit van het
openbaar vervoer in de provincie is sterk verbeterd en dat is terug te zien in de waardering van de reiziger.
De provincie heeft geïnvesteerd in zowel meer openbaar vervoer als milieuvriendelijker openbaar vervoer.
Daarnaast is het openbaar vervoer toegankelijker geworden en is dynamische reisinformatie bij de haltes
geïntroduceerd. Met de extra impuls uit het coalitieakkoord heeft de provincie nieuwe provinciale wegen
aangelegd, zoals de N470 tussen Rotterdam, Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer. Ook zijn wegen gerecon
strueerd, zoals de N210 in de Krimpenerwaard. Voor beheer en onderhoud van wegen en vaarwegen is in
deze collegeperiode € 78 miljoen extra uitgetrokken met als doel achterstallig onderhoud in te lopen en
het kwaliteitsniveau op peil te brengen.
Economie
De doelstelling voor de herstructurering van 750 hectare bedrijventerreinen is ruimschoots gehaald.
De inzet is vooral gericht geweest op de herstructurering van bedrijventerreinen en niet op de aanleg van
nieuwe bedrijventerreinen, gezien de economische crisis maar ook het nastreven van zuinig (duurzaam)
ruimtegebruik.
Jeugdzorg
De doelstellingen van het Jeugdoffensief zijn grotendeels gerealiseerd. Zo werden eind 2009 bijna alle
kinderen met een jeugdzorgvraag binnen negen weken geholpen. De verwachting is dat deze termijn eind
2010 is teruggebracht naar zeven weken. De instroom in de jeugdzorg is afgeremd doordat meer is
geïnvesteerd in preventief jeugdbeleid. Verder is er grote efficiencywinst geboekt: met eenzelfde budget
verlenen de instellingen aan zeventien procent meer jongeren zorg. Tegelijkertijd is de kwaliteit van de
zorg verbeterd. De instellingen leveren genormeerde en gecertificeerde zorg. Ten slotte zijn ook maat
regelen genomen om de door cliënten en jeugdzorgprofessionals ervaren regeldruk te verminderen.
Beter begrotingsproces
De provincie heeft in de afgelopen jaren het begrotingsproces verder verbeterd. Alle indicatoren zijn
aangepast indien zij onvoldoende specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch of tijdgebonden waren.
Conform de doelstellingen in het coalitieakkoord is het aantal publicaties (zoals de grote verscheidenheid
aan papieren nieuwsbrieven) sterk teruggebracht. Er is een nieuwe digitale, corporate nieuwsbrief in het
leven geroepen die wekelijks provinciaal nieuws verspreidt onder een brede doelgroep van overheden,
bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers. De website heeft de afgelopen een face-lift
ondergaan en biedt meer functionaliteiten zoals een reactieformulier onder webpagina’s en een
verbeterde zoekfunctie.
Tot slot
Zuid-Holland heeft zich de afgelopen periode gemanifesteerd als een provincie die initiatief toont, durft
te snijden in het eigen takenpakket en anticipeert op ontwikkelingen. Met de bereikte resultaten in deze
collegeperiode is de provincie klaar voor de toekomst, een toekomst met zonder meer veel dynamiek en
veranderingen.
De doelstellingen uit het coalitieakkoord zijn, soms in aangepaste vorm, overgenomen in de begrotingen.
In de afgelopen jaren is de begroting, samen met Provinciale Staten, systematischer opgebouwd. In de
begrotingen is onderscheid gemaakt tussen maatschappelijke doelen, speerpunten en prestatie-doelen,
met de bijbehorende effect- en prestatie-indicatoren. De speerpunten en prestatie-doelen vormen een
uitwerking van de maatschappelijke doelen.
In deze tekst vormen de doelstellingen uit het coalitieakkoord het uitgangspunt. De speerpunten en
indicatoren uit de begrotingen komen niet expliciet, maar zijn alle verwerkt in de doelstellingen en
resultaten. In de bijlage zijn de maatschappelijke doelen uit de begroting weergegeven, met de
bijbehorende effect-indicatoren. Voor de jaren 2008 tot en met 2011 zijn de cijfers opgenomen.
3.1 Duurzaamheidsoffensief
Energie
Doelstellingen
• Vermindering CO2-uitstoot, verhoging van het
aandeel duurzame energie en energiebesparing door:
- CO2-reductie van 20 procent (in 2020 ten opzichte van 1990)
- verhoging van het aandeel duurzame energie naar 20 procent (in 2020)
- energiebesparing van 20 procent (in 2020 ten opzichte van 2007)
- realisatie van 350 megawatt aan windenergie in 2015
• Verbeterde provinciale bedrijfsvoering door CO2-neutrale huishouding en 100 procent
duurzame aanbesteding.
Bijstellingen
Vermindering CO2-uitstoot, verhoging van het aandeel duurzame energie en energiebesparing:
• De doelstelling is niet bijgesteld, maar wel nader ingevuld naar de bijdrage die door provinciale
maatregelen en instrumenten effectief kan worden gerealiseerd. Dit is gebeurd met de nota
“energiebeleid in uitvoeringsperspectief” (september 2009). Provinciale Staten hebben hiermee het
accent gelegd op het beter gebruiken van warmte, wind en slim innoveren. De nadere invulling ziet er
als volgt uit:
Resultaten
Vermindering CO2-uitstoot, verhoging van het aandeel duurzame energie en energiebesparing:
• Met onderstaande activiteiten is tot op heden 1 megaton CO2-reductie gerealiseerd. Beoogd is een
reductie in 2020 van 30 megaton per jaar.
• Het uitvoeren van duurzame energieprojecten op het gebied van warmte en wind ligt op schema ten
opzichte van de doelstelling van 850 megawatt:
- Medio 2009 is totaal 150 Megawatt energie uit duurzame warmtebronnen (= 120 kiloton vermeden
CO2 uitstoot) gerealiseerd en 100 megawatt in vergaande staat van voorbereiding (= 80 kiloton
vermeden CO2-uitstoot). Voor warmte en koude opslag, waarvoor de provincie vergunningverlener is,
is voor nog eens circa 100 megawatt aan projecten gerealiseerd (= 50 kiloton vermeden CO2- uitstoot).
Na ingebruikname van deze projecten met een totaal van 350 megawatt aan vermogen wordt de
uitstoot van 250 kiloton CO2 vermeden. Voorbeelden van projecten die hieraan bijdragen:
- Het Warmtebedrijf Rotterdam is opnieuw gestart in het voorjaar van 2010. Het Warmtebedrijf
beoogt een CO2-reductie te bereiken van 80 kiloton per jaar bij een vermogen van 100 megawatt.
- De eerste vijf geothermische bronnen in Nederland met een gemiddeld vermogen van 5 megawatt
zijn in gebruik genomen. Dat betekent 20 kiloton vermeden CO2 uitstoot.
- Medio 2009 is 246 megawatt aan windenergie in Zuid-Holland opgesteld. Daarnaast wordt 31
megawatt op korte termijn gerealiseerd en is nog eens 321 megawatt aan gewenste locaties in
voorbereiding. Na ingebruikname van deze projecten komt het totaal van 598 megawatt overeen
met 860 kiloton vermeden CO2 uitstoot. De volgende stappen zijn hiertoe gezet:
- Met partijen voor de Rotterdamse Haven is het Windenergieconvenant afgesloten, met als doel
150 megawatt aan extra opgesteld vermogen in het havengebied in 2020.
- Gedeputeerde Staten hebben in 2010 de ontwerp-Nota Wervelender over windmolenlocaties
vastgesteld.
• Daarnaast heeft de provincie activiteiten ondernomen om energie te besparen in aanvulling op
Rijks- en Europees beleid:
- Gedeputeerde Staten hebben de intentieverklaring Duurzaam Nieuw Valkenburg getekend, gericht op
5.000 energieneutrale woningen.
- De provincie heeft de initiatiefnemers van tien innovatieprojecten uit de Stroomversneller geholpen
de projecten te concretiseren, procedurele en wettelijke knelpunten op te lossen en te komen tot een
betere samenwerking in de betreffende consortia. Deze zijn gericht op het versnellen van uitvoering
van initiatieven op het gebied van warmte, wind en groen gas. Enkele projecten zijn: Restwarmte
Drechtsteden, Geothermie Poelzone en Warmte Zestienhoven.
- Gedeputeerde Staten hebben subsidie verleend voor zonnedaken bij Space Expo te Noordwijk
Duurzame bedrijfsvoering:
• De doelstelling van een CO2-neutrale huishouding is vertaald in het Actieprogramma Duurzame
Bedrijfsvoering uit 2008. Door uitvoering van de daarin opgenomen zes deelprojecten is de provinciale
bedrijfsvoering duurzamer geworden:
- Energie: De provincie gebruikt 100 procent groene stroom. Daarnaast wordt ook ingezet op
vermindering van energieverbruik. Dit gebeurt onder andere door de vervanging of modernisering
van verschillende installaties.
- Reststoffenmanagement: Door sterk verbeterde afvalscheiding (batterijen, papier-, keuken-,
chemisch-, bouw- en restafval) kan een deel van het afval elders worden hergebruikt. Met name het
hergebruik levert een belangrijke eerste bijdrage aan het uiteindelijke doel van 15 procent minder
afval in 2011. Verdere afvalreductie wordt gerealiseerd door besparingen in de bedrijfsprocessen
waarin het afval wordt gegenereerd.
- Papier: In de periode 2007-2010 is 41procent bespaard op papierverbruik, daarmee is de doelstelling
– 20 procent besparing in 2011 – ruimschoots behaald. Deze besparing is bereikt door onder andere
lichter papier te gebruiken en het terugdringen van papieren publicaties zoals nieuwsbrieven en
knipselkranten.
- Vervoersmanagement: Met ingang van 2009 zijn bij de aanschaf van nieuwe auto’s de minimumeisen
en energielabels van AgentschapNL (voorheen SenterNovem) meegenomen. Bij een aantal auto’s
waarbij de functionaliteit voorop stond is gemotiveerd van deze eisen afgeweken en is op basis van
onderzoek door Stichting Natuur en Milieu gekozen voor de meest duurzame bij de gewenste
functionaliteit passende oplossing. Tussen 2006 en 2010 is het aantal gedeclareerde autokilometers
(dienstreizen) gedaald met 16,1procent.
- Catering: In september 2010 was 34,5 procent van het assortiment biologisch. Naar verwachting wordt
met de uitvoering van de lopende en voorgenomen acties – waaronder 100 procent duurzame
vergaderlunches – de doelstelling van 40 procent in het 4e kwartaal van 2010 behaald.
- Duurzame Inkoop: Gedeputeerde Staten hebben in 2009 de deelnameverklaring duurzaam inkopen
ondertekend en streven in alle nieuwe inkoop- en aanbestedingstrajecten naar 100 procent
duurzaamheid volgens de minimumeisen uit de duurzaamheidcriteria van AgentschapNL. Aan deze
doelstelling wordt voldaan voor alle Europese en nationale aanbestedingen. Voor meervoudige
onderhandse aanbestedingen zijn deze eisen expliciet opgenomen in de werkinstructies, maar niet
met zekerheid vast te stellen dat hieraan wordt voldaan. In totaal voldoet 84 procent van het totale
inkoopvolume van de Provincie Zuid-Holland aan de minimumeisen.
Klimaat
Doelstellingen
• Klimaatverandering als uitgangspunt bij de inrichting van het landschap.
• Gebundelde kennis op het gebied van innovatie, duurzame ontwikkelingen van klimaat, energie en
mobiliteit (delta-innovatie).
Bijstellingen
Geen.
Gebundelde kennis:
• Bundeling van kennis en bewustzijn heeft plaatsgevonden door methodieken en instrumenten te
ontwikkelen (klimaatschetsboek/effectatlas, afwegingskader, ruimtelijke klimaatscan, position paper/
onderzoek naar duurzame energievoorziening en mobiliteitssector) en toe te passen (bijvoorbeeld in de
Provinciale Structuurvisie, het provinciale Waterplan en bij de gebiedsontwikkeling Zuidplaspolder).
Voor de doorwerking in de openbaar vervoer-concessieverlening wordt verwezen naar de resultaten bij
“Bereikbaarheidsoffensief; Intensiveren van openbaar vervoer”.
Water
Doelstellingen
• Versterken van de zwakke schakels in de kust.
• In 2010 is minimaal 25 procent van de totale opgave wateroverlast opgelost.
• Verbeterde (zoet)wateraanvoer en -verdeling bij perioden van droogte.
• Verbeteren kwaliteit van water, door keuzes te maken in ambities ten aanzien van de Europese
Kaderrichtlijn Water.
Bijstellingen
De doelstellingen zijn niet bijgesteld. Wel zijn de vier in het coalitieakkoord gestelde doelstellingen in het
Provinciaal Waterplan uitgewerkt in de volgende kernopgaven:
• Waarborgen waterveiligheid.
• Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem.
• Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening.
• Realiseren mooi en schoon water (Kaderrichtlijn Water)
Doelstellingen
• Duurzame leefomgevingskwaliteit door integrale aanpak van luchtkwaliteit, externe veiligheid en
geluid.
• Stimuleren van de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
in 2007-2011.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
Duurzame leefomgevingskwaliteit:
• Een integrale aanpak van luchtkwaliteit, externe veiligheid en geluid is gerealiseerd via het formuleren
van de provinciale belangen in de Provinciale Structuurvisie, in de beoordeling van ruimtelijke plannen
en in vergunningverlening en handhaving. De bestaande knelpunten voor luchtkwaliteit, geluid en
externe veiligheid zijn onderzocht op de mogelijkheid om deze integraal uit te voeren. In de praktijk
bleken deze elkaar onvoldoende te overlappen om een integrale aanpak mogelijk te maken. Daarom
zijn afzonderlijke beleidsplannen gemaakt voor een aanvullende aanpak:
- Het Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit is ingebracht in het Nationaal Samenwerkings-
programma Luchtkwaliteit (zie tweede doelstelling).
- Voor provinciale wegen heeft de provincie een Actieplan Geluid 2008-2013 opgesteld. Hierin is
opgenomen dat 27 wegvakken als knelpunt voor wegverkeerslawaai zullen worden opgelost.
De uitvoering van maatregelen, onder andere stille wegdekken, is gekoppeld aan de aanleg en het
beheer- en onderhoudsprogramma van de provinciale weginfrastructuur. Alle knelpunt-wegvakken
zijn in de planning tot 2013 opgenomen. Tot en met 2010 zijn zes wegvakken van stil asfalt voorzien.
Om mogelijke toekomstige knelpunten te voorkomen is bij onderhoudswerkzaamheden ter
verbetering van de leefomgevingskwaliteit op één wegvak (aanvullend) stil asfalt aangebracht
(zie ook bij “Bereikbaarheidsoffensief; Verbeteren van weg-, vaarweg- en fietsinfrastructuur”).
- Het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 is uitgevoerd. Deskundigheid is met
regionale samenwerkingsverbanden, milieudiensten en veiligheidsregio’s opgebouwd, werkprocessen
zijn geprofessionaliseerd, en grootschalige risico-inventarisaties zijn uitgevoerd. In het sanerings-
programma zijn 28 potentiële knelpunten teruggebracht tot negen nog te saneren locaties.
Zes saneringen zijn afgerond en een vrijwel, waaronder de sanering rond Dupont en de uitkoop van
een discotheek nabij Kijfhoek. De provinciale risicokaart is geactualiseerd. Het vervolgprogramma
2011 t/m 2014 is in november 2010 in Provinciale Staten vastgesteld.
Uitvoering Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit:
• De provincie heeft onder andere met de regionale partners het Regionaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit Zuid-Holland opgesteld, als bouwsteen voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit. Hierin staan maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, zoals de ontsluitings-
wegen Zuidplaspolder, de ontwikkeling van Schieveste (Schiedam) en de glastuinbouwontwikkeling
Lansingerwaard. Elf van de achttien maatregelen uit het Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit
zijn afgerond, waaronder doorstromingsmaatregelen, wagenparkscans en het ombouwen van
dienstauto’s op aardgas. Van de nog lopende projecten worden het stimuleren van aardgasmobiliteit en
de realisatie van walstroomaansluitingen nog voor 2015 afgerond. Voor de verbetering van de
luchtkwaliteit heeft het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
€ 127 miljoen als cofinanciering beschikbaar gesteld. 70 procent van het bedrag is inmiddels uitgekeerd
als subsidie aan de regio’s. De overige 30 procent wordt in een volgende tranche verdeeld.
Doelstellingen
• Een kwalitatief hoogwaardig netwerk in balans met de omgeving: verdichting voor behoud van de
open ruimte.
• Strenge hantering van bestaande contouren waarbij verruiming berust op regionaal beleid.
• Groei van de woningbouwproductie van 16.000 in 2007 naar 20.000 in 2012.
• 30 procent van de gedifferentieerde nieuwbouw voor de sociale sector.
Bijstellingen
Voor alle doelstellingen geldt dat met Provincie Nieuwe Stijl het accent is komen te liggen op kaderstelling
via de provinciale structuurvisie, het maken van regionale woningbouwafspraken en het monitoren van
de voortgang.
Groei van de woningbouwproductie:
• Vanaf 2010 wordt, gegeven de kredietcrisis en de huidige situatie op de woningmarkt, rekening
gehouden met een productie van 10.000 - 12.000 woningen per jaar.
Resultaten
Verdichting en strenge hantering van contouren:
• Met de Zuidvleugelpartners is een verstedelijkingsstrategie overeen gekomen met als doel 80 procent
binnen bestaand stads- en dorpsgebied 2010 te bouwen en 20 procent buiten het bestaand stads- en
dorpsgebied. Het integraal verstedelijkingsprogramma 2010-2019 voor de Zuidvleugel is in februari 2010
vastgesteld. In het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport van
mei 2010 is het verstedelijkingsprogramma vastgesteld. De strategie (inclusief regionale uitwerkingen)
voor het Groene Hart en de Zuidwestelijke Delta wordt momenteel opgesteld. De verwachting is dat
deze in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport in het
voorjaar 2011 kan worden vastgesteld. Doelstelling door de gebieden buiten de Zuidvleugel is 50 procent
binnen bestaand stads- en dorpsgebied 2010 en 50 procent buiten bestaand stads- en dorpsgebied, maar
binnen de bebouwingscontour.
• De verstedelijkingsafspraken zijn een gedeelde ambitie van Rijk, provincie en regio om in de
Zuidvleugel 80 procent binnen bestaand stads- en dorpsgebied te gaan bouwen in de periode 2010-2020.
De komende periode zullen de regio’s in samenwerking met gemeenten en andere partijen, de
afspraken uit voeren. De provincie monitort de afspraken jaarlijks. Naar aanleiding van de resultaten
uit de monitor kan worden besloten de afspraken te herzien.
Groei van de woningbouwproductie:
• In 2008 zijn in Zuid-Holland circa 17.000 woningen gerealiseerd. Dat is 1.000 woningen meer dan in de
doelstelling voor 2008 is opgenomen. In 2009 zijn circa 19.600 woningen gerealiseerd. Dit zijn 2.600
woningen meer dan in de doelstelling voor 2009 zijn opgenomen.
30 procent sociale woningbouw:
• In 2008 zijn 4.363 sociale woningen gerealiseerd (23 procent). In 2009 zijn 5.383 sociale woningen
gerealiseerd (25 procent). Provincie Zuid-Holland maakt met regio’s aparte afspraken (in procenten),
afgestemd op de huidige voorraad sociale woningbouw. Met Drechtsteden (25 procent) en Stadsregio
Rotterdam (20-30-40, afhankelijk van positie ten opzichte van centrum) zijn afspraken gemaakt. Van de
formeel opgegeven planvoorbereiding door Zuid-Hollandse gemeenten voor 2010-2020 is gemiddeld 29
procent sociale woningbouw. Vanwege de huidige crisis is het echter de vraag hoe realistisch deze
opgave is.
Doelstellingen
• Een slagvaardige en doelgerichte organisatie gericht op de ontwikkeling (inclusief verwerving) van
recreatiegebieden en de Ecologische Hoofdstructuur:
- Realisatie van 1.600 hectare natuur (Ecologische Hoofdstructuur).
- Realisatie van 1.200 hectare recreatiegebied (Recreatie om de Stad), exclusief Project
Mainportontwikkeling Rotterdam.
• Doelmatig bestuur voor het beheer van recreatiegebieden.
Bijstellingen
Een slagvaardige en doelgerichte organisatie:
• Uit Provincie Nieuwe Stijl vloeit voort dat bij de realisatie van de natuur en recreatiedoelstellingen dat
de belangrijkste rol van de provincie ligt bij het prioriteren, financieren en aansturen van de uitvoering
(aankoop en inrichting).
Ecologische Hoofdstructuur en Recreatie om de Stad:
• In de begroting van 2008 zijn de doelstellingen voor de natuur en recreatiegebieden elk bijgesteld naar
1.400 hectare.
• Bij de Halfwegevaluatie in 2009 is besloten de programmering en inzet, meer dan in het coalitieakkoord
te richten op het behalen van de doelen van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor
verwerving in 2013 van 3.800 hectare (Ecologische Hoofdstructuur en Recreatie om de Stad
gezamenlijk). Het maximum van 10 procent verwerving via onteigening (al dan niet op vrijwillige basis)
is in 2009 losgelaten.
Resultaten
Slagvaardige en doelgerichte organisatie:
• Met het in 2009 vastgestelde herijkingstraject zijn middelen en te bereiken resultaten meer eenduidig
gekoppeld dan bij de start van het Investeringsbudget Landelijk Gebied in 2007. Ook is een aparte
programmamanager aangesteld. Daarnaast is de realisatie is versneld door het vastleggen van projecten
in bestemmingsplannen en het voeren van een actief grondbeleid. In april 2010 heeft het
onafhankelijke Comité van Toezicht Investeringsbudget Landelijk Gebied de provincie
gecomplimenteerd voor de aanpak en uitvoering, met name de goede samenwerking met omwonenden
en de zichtbare wisselwerking tussen natuur en recreatie.
Ecologische Hoofdstructuur:
• In de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2010 is 1.307 hectare verworven; daarnaast is in
deze periode 66 hectare nieuwe natuur gerealiseerd door middel van particulier natuurbeheer. Tezamen
is dat 1.373 hectare. Volgens de laatste prognose komt daar tot eind 2010 nog 178 hectare verwerving bij.
In de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2010 is 1.433 hectare ingericht. Volgens de
laatste prognose komt daar tot eind 2010 nog 236 hectare inrichting bij. Hiermee is de oorspronkelijke
doelstelling om 1.400 hectare Ecologische Hoofdstructuur te realiseren, gehaald.
• De verwervingen zijn over het algemeen verspreid geweest over vele kleinere gevallen; de grootste
verwerving in een keer die in deze periode heeft plaatsgevonden is Spuimond-Oost geweest
(188 hectare). Voorbeelden van grotere inrichtingsprojecten die in deze periode zijn afgerond zijn
Tiengemeten, De Groene Jonker, Volgerland en deelprojecten in de Krimpener¬waard. Een ander groter
project dat in het veld al is afgerond maar administratief nog niet is meegeteld in bovenstaande cijfers
betreft de Oosterse Bekade Gorzen.
Doelstelling
• Sanering van 200 hectare ‘verspreid glas’.
• De economische waarde van de agrarische sector wordt erkend evenals haar waarde als drager van het
landschap.
• Behoud van de groenblauwe structuur in het landschap.
• De twee nationale landschappen Groene Hart en Hoeksche Waard krijgen prioriteit in de verbetering
van de groenblauwe functies.
Bijstellingen
Sanering van 200 hectare ‘verspreid glas’:
• De doelstelling is niet gewijzigd, maar wel nader ingevuld voor wat betreft de rol van de provincie.
De provincie maakt met gemeenten afspraken en sluit overeenkomsten over het saneren van verspreid
liggend glas. De gemeente voert die afspraken uit, de provincie draagt financieel bij en/of staat toe dat
de Ruimte voor ruimte regeling wordt toegepast.
Resultaten
Sanering van verspreid glas:
• De provincie heeft tot medio 2010 afspraken gemaakt over de sanering van 144 hectare verspreid
liggend glas. Er is nog 77 hectare in voorbereiding, zodat naar verwachting dit college voor in totaal
221 hectare afspraken maakt. De collegedoelstelling om 200 hectare te saneren wordt daarmee
ruimschoots gehaald. De gemaakte afspraken betreffen onder andere de projecten Hof van Delfland in
de gemeente Midden-Delfland (rijksbufferzone), de projecten Oude Leede en Katwijkerbuurt in de
gemeente Pijnacker-Nootdorp (GroenBlauwe Slinger), en het project Noordse Buurt in Nieuwkoop
(Groene Hart).
Doelstellingen
• Een stijging van de kwaliteit van het openbaar vervoer en daarmee een hoger aandeel in de totale
mobiliteit.
• Planontwikkeling en aanleg voor ontbrekende schakels in het openbaar vervoernetwerk (bussen en
railvervoer) en kwaliteitsverbetering van bestaande corridors.
• Meer personen- en goederenvervoer over water.
Bijstellingen
Voor alle doelen geldt dat de provincie met het programma Provincie Nieuwe Stijl meer sturend optreedt
in concessiemanagement door stringenter beheer en toezicht op naleving. Ook is de implementatie van
milieueisen in het openbaar vervoer geïntensiveerd.
Stijging van kwaliteit en hoger aandeel van openbaar vervoer in de totale mobiliteit:
• Bij de Halfwegevaluatie hebben Gedeputeerde Staten besloten om het deel van de doelstelling dat
betrekking heeft op een hoger aandeel los te laten in verband met beperkte invloed van provinciaal
beleid hierop.
Resultaten
Stijging van kwaliteit van openbaar vervoer:
• Uit de jaarlijkse Klantenbarometer van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer blijkt dat het openbaar
vervoer van de provincie beter wordt gewaardeerd dan het landelijk gemiddelde, ook ten aanzien van
sociale veiligheid. Bovendien is de MerwedeLingelijn in de landelijke Klantenbarometer door de
reizigers gewaardeerd met een rapportcijfer 7,7 en staat daarmee in de top 3 van openbaar
vervoerprojecten in Nederland. De provincie heeft een aantal activiteiten ondernomen dat bijdraagt aan
de stijging van de kwaliteit:
- In 2010 is gestart met het aanbrengen van dynamische reizigersinformatie op circa 1.500 halten in het
concessiegebied van de provincie. Begin 2011 is dit project, met de grootste schaalgrootte van
Nederland, gereed.
- Eind 2009 zijn 1.050 bushaltes aangepast om rolstoelgebruikers en visueel gehandicapten, maar ook
mensen met kinderwagens, koffers of rollators een betere toegang tot de bus te geven. De provincie
heeft als ambitie dat in 2015 de helft van in totaal 3.440 haltelocaties in de concessiegebieden van
Zuid-Holland toegankelijk zijn gemaakt. Daarmee wordt ongeveer 85 procent van alle reizigers
bediend.
- In het concessiegebied Zuid-Holland Noord zijn in 2009 en 2010 in totaal 24 hybride bussen
geïntroduceerd. In de Drechtsteden worden afspraken gemaakt voor nog eens 27 hybride bussen.
Via concessie-eisen heeft de provincie bereikt dat de bussen in de Hoeksche Waard en
Goeree-Overflakkee voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen van de Enhanced Environmentally
friendly Vehicle-norm (EEV).
- In alle provinciale busconcessies kan sinds november 2009 met de OV-Chipkaart op saldo worden
gereisd. Het afschaffen van de strippenkaart volgt eind 2010. In de loop van 2011 wordt, naast het
kilometertarief, ook het tarievenkader met kortingsproducten voor diverse doelgroepen ingevoerd.
De OV-Chipkaart beoogt het openbaar vervoer veiliger en toegankelijker te maken.
• Bij de aanbesteding van de concessie Hoeksche Waard-Goeree Overflakkee heeft de provincie een groter
vervoersaanbod gerealiseerd, waarmee de trend van aanbestedingen uit de vorige collegeperiode is
doorgetrokken. Voor de toekomstige aanbestedingen is overigens de verwachting dat door de
consolidatie in de markt een dergelijke ontwikkeling niet opnieuw te verwachten is.
Ontbrekende schakels:
• Er is een eerste stap gezet naar het mogelijk maken van een dienstregeling met acht Intercity’s en zes
sprinters per uur mogelijk tussen Den Haag en Dordrecht (stedenbaandoelstelling). De provincie draagt
€ 37 miljoen bij aan de Spoortunnel Delft. Het Rijk heeft in het kader van het Programma Hoogfrequent
Doelstellingen
• Een goede doorstroming op het (vaar)wegennet.
• Goed en duurzaam inrichten en onderhouden van provinciale (vaar)wegen.
• Hogere verkeersveiligheid: substantiële vermindering van het aantal dodelijke slachtoffers.
• Aanleg ontbrekende schakels in, en (A-wegen) ter realisering van een adequate basiscapaciteit.
Bijstellingen
Doorstroming, inrichting en onderhoud van provinciale (vaar)wegen
• Met Provincie Nieuwe Stijl is effectiviteit en efficiëntie van dynamisch verkeersmanagement verhoogd
door bundeling met het Rijk en de WGR+ regio’s. Overprogrammering is ingezet als instrument om een
versnelling te realiseren in beheer en onderhoud.
Goederenvervoer
• Met Provincie Nieuwe Stijl is in het goederenvervoerbeleid een focus aangebracht op routering en
ruimtelijke consequenties.
Fietspadennetwerk
• De doelstelling voor fietspaden is uitgebreid met de al structureel geplande kilometers naar een totaal
van 110 kilometer. Overprogrammering is ingezet als instrument om een versnelling te realiseren.
Resultaten
Goede doorstroming, aanleg ontbrekende schakels en aanpassingen van het hoofdwegennet:
• Met de extra impuls uit het coalitieakkoord van ruim € 400 miljoen heeft de provincie in totaal circa
27 kilometer nieuwe provinciale wegen aangelegd en is 20 kilometer gereconstrueerd en onder andere
de onderstaande resultaten bereikt:
- Met de opening van de westtak in 2008 is de N470 tussen Delft, Zoetermeer en Rotterdam volledig
gerealiseerd (totale investering € 210 miljoen).
- De vernieuwing van de N210 in de Krimpenerwaard is medio 2011 gereed (totale investering
100 miljoen).
Daarnaast is een aantal projecten in gang gezet:
- De uitvoering van de N207 Zuidwestelijke Randweg Gouda (totale investering € 70 miljoen) is de
tweede helft van 2010 gestart. De weg wordt eind 2012 opengesteld. De provincie heeft hiervoor een
inpassingsplan vastgesteld.
- De uitvoering van het “3-in-1” project in het Westland start begin 2011 (totale investering
€ 144,5 miljoen). Bijna alle gronden zijn verworven en de aanbesteding is gestart.
- In het kader van het overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport met
de minster van Verkeer en Waterstaat is de Verkenning Integrale Benadering Holland Rijnland
uitgevoerd. Voor het project Rijnlandroute heeft het Rijk een bijdrage van € 422 miljoen inclusief
BTW toegezegd. Het betreft de helft van de geschatte totaalkosten.
- De provincie heeft met het Rijk en de Stadsregio’s brede MIRT-Verkenningen gestart (MIRT Rotterdam
VooRuit en MIRT Haaglanden) om een gezamenlijke oplossingsstrategie te bepalen voor de
mobiliteitsknelpunten op het hoofdwegennet in de Zuidvleugel. De Provincie Zuid-Holland heeft hier
in 2009 en 2010 in totaal € 2,5 miljoen aan bijgedragen.
- In 2009 hebben Gedeputeerde Staten een overeenkomst met het Rijk getekend voor zes aansluitingen
van snelwegen en provinciale wegen. Vaak ontstaan juist op deze punten files. Hiervan wordt het
project N218/N57 op Voorne Putten volledig door de provincie voorbereid en uitgevoerd.
Ter versnelling van de planvorming heeft de provincie de voorbereiding van de aansluitingen A16/N3/
N217 en A15/N3/N214 bij Dordrecht overgenomen van Rijkswaterstaat.
- Voor de Parallelstructuur A12 is in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport een rijksbijdrage van € 100 miljoen binnengehaald en in mei 2010 een
projectbesluit genomen. De totale kosten bedragen € 265 miljoen.
• Via dynamisch verkeersmanagement zorgt de provincie voor betere benutting van provinciale wegen
en vaarwegen (investering in totaal € 25 miljoen). Samen met Rijkswaterstaat en de stadsregio’s heeft de
provincie bestaande verkeerscentrales gekoppeld, informatiepanelen aangelegd en regelscenario’s voor
reguliere verkeerssituaties en incidenten opgesteld. Dit bevordert de doorstroming tussen de diverse
wegennetten.
Doelstellingen
• Sociaal veilige en hoogwaardige openbaar vervoerknooppunten.
• Een sterk vervoersnetwerk in de Randstad door één vervoersautoriteit en integratie van het openbaar
vervoer tot één hoogwaardig vervoerssysteem.
Bijstellingen
Sociaal veilige en hoogwaardige openbaar vervoerknooppunten:
• Met Provincie Nieuwe Stijl is de provinciale inzet in vervoermanagementbureaus afgebouwd.
Het realiseren van openbaar vervoerknooppunten is niet de primaire verantwoordelijkheid van de
provincie. De provincie levert een bijdrage aan de realisatie van doelstelling door middel van subsidies.
Sterk vervoersnetwerk door één vervoersautoriteit en één hoogwaardig vervoerssysteem:
• Op de realisatie van het Randstad Urgent project Openbaar Vervoersautoriteit is met de vaststelling van
Provincie Nieuwe Stijl extra ingezet.
Resultaten
Sociaal veilige en hoogwaardige openbaar vervoerknooppunten:
• De provincie subsidieert de volgende projecten:
- Tot en met 2011 worden meer dan 1000 ‘Park and Ride’-plekken gerealiseerd. Tot en met 2009 heeft
de provincie subsidies verleend voor de realisatie van 753 ‘Park and Ride’-plekken bij openbaar
vervoerknooppunten. Voor 2010 staan ruim 250 plekken en voor 2011 150 plekken gepland.
- Tot en met 2009 is voor bijna 13.000 fietsparkeervoorzieningen bij openbaar vervoerknooppunten
subsidie verleend. Voor 2010 en 2011 staan ruim 1200 voorzieningen gepland.
Sterk vervoersnetwerk door één vervoersautoriteit en één hoogwaardig vervoerssysteem:
• De vier provincies, vier stadsgewesten en het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben een
Openbaar Vervoer-Bureau Randstad opgezet. Dit bureau doet voorstellen op het gebied van
ketenmobiliteit, ontwikkeling van een Randstedelijk Hoogwaardig Openbaar Vervoer-netwerk en de
betrokkenheid van decentrale overheden op het personenvervoer per spoor. De overeenkomst heeft een
looptijd van 2,5 jaar (tot voorjaar 2012).
• Gedeputeerde Staten hebben in 2009 initiatief genomen tot de ontwikkeling van het Zuidvleugelnet,
waarin trein, metro, lightrail en bus aan elkaar zijn verbonden. Dit zorgt voor hoogwaardig openbaar
vervoer in samenwerking met de stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam.
Doelstellingen
• Voldoende bedrijventerreinen en kantoorlocaties door:
- Provinciale bijdrage aan de herstructurering van 750 hectare bedrijventerrein.
- Provinciale bijdrage aan 250 hectare nieuw bedrijventerrein.
- Behoud van 5.800 hectare netto teeltareaal voor de glastuinbouw.
• Inzetten op innovatief ruimtegebruik (10 procent ruimtewinst).
Bijstellingen
Voldoende bedrijventerreinen:
• Bij de Halfwegevaluatie zijn de doelstellingen van 750 hectare herstructurering en 250 hectare nieuw
terrein gehandhaafd. Aangegeven is dat deze onderling uitwisselbaar zijn. Het resultaat ten aanzien van
de herstructurering van bedrijventerreinen kan meer worden dan 750 hectare.
Doelstelling
• Versterken van de kenniseconomie is noodzakelijk voor het ruimtelijk, economisch, ecologisch en
sociaal evenwicht. Er wordt meer nadruk gelegd op vier stuwende beeldbepalende clusters: greenports,
bio- en lifesciences, water- en deltatechnologie, transport en logistiek. Procesindustrie en petrochemie
en ‘Den Haag Internationale Stad’ worden nu al vooral door de grote steden en het Rijk getrokken.
Resultaten
• In 2008 hebben Gedeputeerde Staten het Actieprogramma Economische Clusters vastgesteld, waarmee
de ondersteuning van de geselecteerde clusters en de twee hotspots Bio Science Park Leiden en Science
Port Holland integraal wordt opgepakt. De provincie richt zich op het stimuleren van samenwerking en
innovatie, het faciliteren van ruimtelijke ontwikkelingen, het zorgen voor passende infrastructuur en
het oplossen van arbeidsmarktknelpunten.
• Voor het stimuleren van samenwerking en innovatie was in de periode 2007-2011 een budget
beschikbaar van € 24 miljoen (€ 12 miljoen Pieken in de Delta en € 12 miljoen Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling). Het gaat hier om co-financieringsmiddelen met een multiplier van minimaal
3,5. Dit betekent dat met de inzet van de provinciale middelen in totaal minimaal € 84 miljoen aan
investeringen van publieke en private partijen is losgekomen.
• In het cluster Life & Health Sciences is met name ingezet op het mogelijk maken van verdere
ruimtelijke ontwikkeling en campusvorming (Bio Science Park) en het bevorderen van
kennisvalorisatie. Zo heeft de provincie bijgedragen aan:
- de ontsluiting van het Bio Science Park (bijdrage Provincie Zuid-Holland € 10 miljoen)
- het aanbieden van gedeelde faciliteiten via de Biopartner Accelerator
(bijdrage Provincie Zuid-Holland 0,8 miljoen)
- het stimuleren van de samenwerking Medical Delta (startsubsidie Provincie Zuid-Holland € 350.000)
- de ontwikkeling tot Europese topregio voor Life & Health Sciences via Health Ties
(Provincie Zuid-Holland coördineert)
• In het cluster Water- en Deltatechnologie wordt via de Kennisalliantie het organiserend vermogen
versterkt, omdat dit relatief zwak is in dit cluster. De provincie heeft bijgedragen aan:
- het project Kennisnetwerken van de Kennisalliantie gericht op het identificeren en stimuleren van
samenwerkingsverbanden (bijdrage Provincie Zuid-Holland in de periode 2008-2012 € 0,4 miljoen).
- de samenwerking onder de noemer ‘Delft Blue Technology’ (waterinnovaties).
- de Proeftuin Maritieme Innovatie (bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
€ 1,5 miljoen, bijdrage Provincie Zuid-Holland € 150.000).
- de verdere ontwikkeling van Science Port Holland door een bijdrage aan een openbaar
vervoerverbinding (€ 1,3 miljoen uit bedrijventerreinenbudget), verdere duurzame visieontwikkeling
(bijdrage van € 50.000), en de nieuwe “Bioprocess Pilot Facility” bij DSM/Delft, waarmee een nationale
koploperspositie van bio-based economy wordt gecreëerd (bijdrage van € 1,5 miljoen).
• Binnen het cluster Transport en Logistiek zijn twee baanbrekende agrologistieke Pieken in de Delta
projecten ondersteund: Fresh Corridor (13 samenwerkende partijen), gericht op de ontwikkeling van
een netwerk van terminals en verbindingen voor het vervoer van groenten en fruit via de binnenvaart,
en Greenrail (20 samenwerkende partijen), gericht op de introductie van co-modaliteit in het vervoer
van sierteelt. De bijdrage van de Provincie Zuid-Holland aan de projecten bedraagt respectievelijk € 0,6
miljoen en € 0,3 miljoen).
• Binnen de Greenports zijn projecten gegenereerd op het gebied van agrologistiek, duurzame
waterhuishouding en energievoorziening en het stimuleren van de bio-based economy. Dit om de
toppositie van dit cluster te versterken. In totaal is de afgelopen jaren aan acht projecten op het gebied
van agrologistiek en duurzaamheid via rijks- en provinciale cofinanciering bijgedragen. Voorbeelden
hiervan zijn Fresh Corridor, Greenport campus en Greenrail. Voor agrologistiek wordt samen met het
bedrijfsleven een visie ontwikkeld en is gezamenlijk een groslijst opgesteld van zo’n 30 projecten die
aan die visie invulling kunnen geven. Enkele projecten zoals Coolport en Ongestoorde logistieke
verbindingen zijn in de Gebiedsagenda van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en
Transport genoemd als prioritair uit te werken projecten.
Doelstelling
Toeristisch beleid moet leiden tot een toename van de banengroei en bestedingen in de toeristische sector.
Bijstellingen
Met de Halfwegevaluatie is de indicator voor het meten van de doelstelling aangepast. Dit is geworden het
versterken van het marktaandeel daguitstapjes met 3 procent in 2010. Door de recessie is het belang
toegenomen om naast kwantitatieve groei in te zetten op kwalitatieve ontwikkeling van het toeristisch
aanbod, in het bijzonder de vier provinciale iconen (Brouwersdam, Keukenhof, Kinderdijk en
Wierickerschans).
Resultaten
• Voor de ontwikkeling van het marktaandeel daguitstapjes over de periode 2008-2009 kan nog niet
worden geconcludeerd dat de doelstelling van 3 procent is gehaald. De meetmethode is hiervoor nog
ontoereikend en de cijfers over het jaar 2010 zijn nog niet beschikbaar. Wel kan worden geconcludeerd
dat voor Fort Wierickerschans de doelstelling van 3 procent is gehaald.
• Daarnaast heeft de provincie sterk ingezet op een kwalitatieve impuls voor de vier provinciale iconen:
- Keukenhof is, onder andere door het verstrekken van provinciale subsidies, verder uitgebouwd als
showvenster van de bollensector en de activiteiten van zowel bollententoonstelling als landgoed
beperken zich niet meer alleen tot het bollenseizoen. Er vinden jaarrond kunsttentoonstellingen
plaats op het landgoed Keukenhof. Ook zijn extra activiteiten ontwikkeld waaronder een Kerstflora.
- Brouwersdam is met financiële steun van de provincie ontwikkeld tot sportief strand- en
watersportcentrum, onder meer door het plaatsen van de Waterjump.
- Fort Wierickerschans is uitgebouwd tot bakermat van de cultuurhistorische water- en
verdedigingsgeschiedenis. Met subsidie van de provincie wordt het Fort gerestaureerd en is een
informatiecentrum ingericht.
- Bij werelderfgoed Kinderdijk is met subsidie van de provincie de bereikbaarheid vergroot (plaatsen
van aanlegsteigers) en wordt een bezoekerscentrum ingericht.
- Met zes toeristische overstappunten heeft de provincie de bereikbaarheid van de iconen vergroot.
Bij elk toeristisch overstappunten zijn informatiepanelen met wandel- en fietsroutes gerealiseerd.
- Met het instrument regionale beeldverhalen heeft de provincie een begin gemaakt om de vier
toeristische iconen te laten uitgroeien tot vrijetijdsknooppunten in de regio.
• Daarnaast is gewerkt aan:
- Een integrale Visie Recreatie en Vrijetijd. Hierin wordt het beleid voor recreatiebeheer, waterrecreatie
en vrijetijd in samenhang ontwikkeld. In december 2009 hebben Gedeputeerde Staten hiertoe
besloten.
Onderwijs en arbeidsmarkt
Doelstelling
Vergroting van de arbeidsparticipatie en verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de
arbeidsmarkt.
Bijstellingen
Met Provincie Nieuwe Stijl is de rol van de provincie in het kader van onderwijs-arbeidsmarktbeleid nader
gedefinieerd: primair verantwoordelijke partijen (onderwijs en bedrijfsleven) samenbrengend en niet zelf
uitvoerend. Verder is afgesproken dat het onderwijs-arbeidsmarktbeleid van de provincie nadrukkelijk
aansluit op de regionale economische agenda en gericht is op het oplossen van in de vier stuwende
economische clusters ervaren arbeidsmarktknelpunten.
3.5 Jeugdoffensief
Jeugdzorg
Doelstellingen
• Een jaarlijkse vermindering van de wachttijden met één week ten opzichte van de landelijke norm van
negen weken. Na indicatie zo snel mogelijk opname voor behandeling.
• Een integrale toegang tot de jeugdzorg, goede aansluiting tussen vraag en aanbod.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
Wachttijden:
• Op 31 december 2009 is de wachtlijst langer dan negen weken teruggedrongen tot 66 jeugdigen,
waarvan 18 jeugdigen wachten wegens capaciteitsgebrek. Naast dit aantal wachtenden bij de regionale
zorgaanbieders wachtten nog negen cliënten bij de landelijk werkende instellingen. Doordat het aantal
indicaties en tevens de zorgzwaarte (op grond van verbetering indicatiebesluit categorie II) is
toegenomen, is er minder instroom in de jeugdzorg gerealiseerd en is het lastiger gebleken de
wachtlijst volledig weg te werken. Het aantal ontvangen eerste indicaties is toegenomen van 2.637 in
2008 naar 2.882 in 2009 en 3.000 (raming) in 2010.
• Aan het eind van 2010 worden de wachttijden teruggebracht naar maximaal zeven weken en in 2011
naar verwachting naar vijf weken. De wachtlijst is in 2010 opnieuw gestegen, maar de beoogde
doelstelling lijkt nog haalbaar gezien de vraag-aanbod raming en de extra investeringen die op basis
hiervan gedaan zijn. Ondernomen acties gericht op uitbreiding van het zorgaanbod en beperking van
de instroom en bevordering van de uitstroom:
• Met ruim € 10,6 miljoen extra provinciale middelen en 6 miljoen extra rijksmiddelen heeft de provincie
in 2008-2010 het volgende extra aanbod toegekend aanvullend op de reguliere capaciteit:
- 1.886 extra ambulante trajecten
- 81 extra plaatsen voor 24-uurs zorg
- 136 extra plaatsen daghulp
- o 150 extra plaatsen pleegzorg
Voorts is in september 2010 nog voor € 2,6 miljoen extra geïnvesteerd waarmee opnieuw extra aanbod
is gerealiseerd.
• Resultaten zijn gericht op beperking van de instroom, bevorderen van de uitstroom en bevorderen van
Maatschappelijke participatie
Doelstellingen
• Een provinciedekkende, sluitende aanpak voor wonen-welzijn-zorg dankzij uitvoeringsgerichte
regionale afspraken.
• Een op resultaat gerichte Regionale Agenda Samenleving waarbij geldstromen worden gebundeld en
regels en procedures worden verminderd.
Bijstellingen
Beide doelstellingen zijn door Provincie Nieuwe Stijl en de invoering van de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning gewijzigd (zie nota Maatschappelijke participatie oktober 2008). Bepaald is dat de
provinciale rol bij tweedelijnsactiviteiten wordt versterkt door:
• het terugdringen van het aantal provinciale ondersteuningsorganisaties
• het maken van resultaatafspraken met gemeenten over preventief jeugdbeleid, cultuurparticipatie en
sociale infrastructuur via de Regionale Agenda Samenleving
Voor eerstelijnsactiviteiten ligt de verantwoordelijkheid bij gemeenten.
Resultaten
Versterken tweedelijnsactiviteiten:
Terugdringen van het aantal provinciale ondersteuningsorganisaties:
• De tweedelijnsorganisaties Tympaan Instituut en Netwerk Sociale Initiatieven zijn gefuseerd.
• De activiteiten van PJpartners (cultuur) zijn overgegaan naar Kunstgebouw en (jeugd) naar het
Expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en Opvoeding.
• De provincie is voornemens de ondersteuning van de sociale infrastructuur uit de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning op de vijf prestatievelden onder te brengen bij het Expertisecentrum voor Jeugd,
Samenleving en Opvoeding. De taken van dit Expertisecentrum zijn gericht op vraaggericht werken
RAS), innovatie en kennisoverdracht.
Maken van resultaatafspraken met gemeenten via de Regionale Agenda Samenleving:
• De door Gedeputeerde Staten afgesloten Regionale Agenda’s Samenleving 2009 tot en met 2012, richten
zich op versterking van jeugdpreventie en cultuurparticipatie op basis van jaarlijkse werkplannen,
alsmede een vereenvoudiging van de systematiek.
- Resultaten die bereikt zijn voor het speerpunt Jeugdpreventie zijn 37.000 extra uren lokale jeugdzorg
(opvoedondersteuning en nazorg) en preventieve projecten.
Cultureel erfgoed
Doelstellingen
• Ontwikkeling en benutting van het culturele erfgoed voor recreatief-toeristische doeleinden en
verhoging van de belevingskwaliteit van de ruimte, onder andere door:
- Behoud, herstel en beter toegankelijk maken van landgoederen, buitenplaatsen, opvallende
bouwkundige complexen als Fort Wierickerschans, Werelderfgoed Kinderdijk, waterlinies en oude
vaarverbindingen.
- Uitvoeren van het Deltaplan molens: 90 procent restauratie van het aantal van 50 molens op de
urgentielijst.
• Sterkere positie van regionale omroepen.
Bijstellingen
Ontwikkeling en benutting van het culturele erfgoed:
• Met Provincie Nieuwe Stijl is het cultuurbeleid nadrukkelijker gekoppeld aan het ruimtelijk beleid van
de provincie, onder meer via de Cultuurhistorische Hoofdstructuur. Daarnaast heeft de provincie
toegevoegde waarde in het bevorderen van recreatie en toerisme ten aanzien van het bovenregionale
cultuurhistorische erfgoed. De rol van de provincie is dat zij kaders stelt en adviseert in relatie tot
ruimtelijk beleid en financieel bijdraagt aan projecten.
Resultaten
Behoud, herstel en beter toegankelijk maken van het culturele erfgoed:
• Voor het behoud van het culturele erfgoed zijn de volgende activiteiten opgepakt:
- De Regioprofielen Cultuurhistorie, met daarin richtlijnen voor topgebieden, archeologie en molens,
zijn in de Provinciale Structuurvisie opgenomen. In de Verordening Ruimte is naast de molenbiotoop
ook een landgoedbiotoop opgenomen.
- In stand houden van de cultuurhistorische waarde van de Ruïne van Teylingen (door boekjaarsubsidie
aan de Kastelenstichting Holland en Zeeland).
- In stand houden van de cultuurhistorische waarde Diefdijk (door extra subsidie voor het op
cultuurhistorische verantwoorde manier versterken van de Diefdijk vanwege waterveiligheid).
• Voor het herstel van het culturele erfgoed zijn onderstaande activiteiten opgepakt:
- Restauratiesubsidie verleend voor de restauraties van landgoed Keukenhof, Stolwijkersluis en
Fort Wierickerschans
- Via ‘Deltaplan molens’ restauratie van circa 60 molens gerealiseerd (zie de resultaten onder “Deltaplan
molens”).
• Voor het beter toegankelijk maken van het culturele erfgoed zijn de volgende activiteiten opgepakt:
- Met de Culturele Themajaren heeft de provincie het Zuid-Hollands erfgoed op de kaart gezet:
‘Leve het landgoed’ (2008), ‘Leve de Limes’ (2009) en ‘Leve de vaarwegen en waterlinies’ (2010). In 2011
wordt het themajaar ‘Leve de molens’ georganiseerd. De provincie heeft kunstuitingen langs de Limes
en fietsroutes gerealiseerd. Via de culturele themajaren wordt het cultureel erfgoed (via fietsroutes,
schaatsroutes, aanlegsteigers en bekendheid bij het publiek) beter toegankelijk gemaakt.
- De provincie heeft met de Percentageregeling Cultuur kunstprojecten uitgevoerd langs het nieuwe
fietspad langs de kust Hoek van Holland – Monster en bij de N470.
Zuidplaspolder
Doelstellingen
De Zuidplaspolder wordt ontwikkeld tot aantrekkelijk woon-, werk- en recreatielandschap. In 2020 moeten
minimaal 7.000 woningen, 280 hectare glas en 325 hectare Ecologische Hoofdstructuur, plus de benodigde
infrastructuur, zijn gerealiseerd. In de zuidelijke delen is plaats voor natuurontwikkeling. Dorpse en
landelijke milieus vinden een plek bij bestaande dorpen en in het middengebied. In het noordelijke deel
komen glastuinbouw en bedrijventerreinen tot ontwikkeling, direct ontsloten door de A12. Vanaf 2011
wordt gestart met de realisatie van de woningen. De Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas is een
gemeenschappelijke samenwerking tussen provincie en gemeenten. Zij programmeert de ontwikkeling en
draagt zorg voor bovenplanse verevening en kwaliteitsborging.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
• De bestemmingsplannen Rode Waterparel, Zuidplaswest, Vredenburghzone, Zuidplasnoord,
Het Nieuwe Midden, Restveen en Groene Waterparel zijn vastgesteld. Hierin is vastgelegd:
- Woonbestemmingen: 5.600 van de in totaal 7.000 woningen
- 30 hectare nieuw bedrijventerrein
- 200 hectare nieuwe glastuinbouw
- Tracés van de infrastructuur
• De Grondbank heeft circa 300 hectare grond verworven. Ook is 15 hectare van de 325 hectare voor
natuurontwikkeling in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur in Restveen en de Groene
Waterparel verworven.
• Er is 80 hectare glastuinbouw herontwikkeld.
• In 2009 heeft het Rijk € 100 miljoen toegekend voor de aanleg van de parallelle structuur A12 en
de Moordrechtboog voor het ontsluiten van de bedrijventerreinen en € 24 miljoen voor een
klimaatbestendige en klimaatneutrale inrichting van het gebied.
• Een drietal businesscases wordt onderzocht: Energyweb, versnellen Groene Waterparel en Restveen,
en Duurzame ontwikkeling woningbouw en bedrijventerreinen
Doelstellingen
Tussen Leiden en Katwijk komt een nieuw internationaal vestigingsmilieu voor kennisintensieve
bedrijvigheid en hoogwaardig wonen. Dit is inclusief de ontwikkeling van de locatie Valkenburg. Een
voorwaarde hiervoor is goede infrastructuur via weg (Rijnlandroute) en rail (RijnGouwelijn-West). In
samenspraak met de regio Holland-Rijnland is besloten verstedelijking in het gebied zoveel mogelijk
binnen de As Leiden-Katwijk te concentreren (23.000 woningen tot 2020) en het Groene Hart te vrijwaren.
Op voormalig vliegveld Valkenburg komt een hoogwaardige woonlocatie met 5.000 woningen (500 in het
topsegment). De kenniseconomie en kennisinfrastructuur worden versterkt in Bioscience Park Leiden. De
Greenport Duin- en Bollenstreek wordt geherstructureerd en verder ontwikkeld. Rond Estec wordt het
Space Business Park verder ontwikkeld.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
• Het Randstad Urgent-project Integrale Benadering Holland Rijnland is in 2009 met succes afgerond.
Hierin staat een voorkeursalternatief voor onder meer bereikbaarheidsmaatregelen op zowel het
hoofdwegennet, onderliggend wegennet als in het openbaar vervoer.
• De projecten Rijnlandroute, RijnGouwelijn, Valkenburg, Bioscience en Greenport Duin- en Bollenstreek
zijn als één project in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) opgenomen
zodat ze in samenhang ontwikkeld kunnen worden.
• Voor de aanleg van de Rijnlandroute wordt onderzocht of fasering mogelijk is, vanwege het financiële
tekort van € 207,2 miljoen (stand van zaken augustus 2010). Dit kan ook fasering van de
verstedelijkingsopgave impliceren.
• Het tracé voor de RijnGouwelijn is in 2009 bepaald en de bestuursovereenkomst RijnGouwelijn-West is
in 2010 door de betrokken partijen getekend. Door de nieuwe coalitie in de gemeente Leiden staan beide
afspraken onder druk. Gedeputeerde Staten houden vast aan deze getekende bestuursovereenkomst.
• Voor de ontsluiting van het Bioscience Park is 30 miljoen beschikbaar gekomen vanuit het Fonds
Economische Structuurversterking.
• Er is 20 hectare grond verworven voor de groenblauwe structuur.
Doelstellingen
Tussen Delft en Schiedam wordt de A4 aangelegd. De weg wordt zorgvuldig ingepast in het landschap en
het stedelijk gebied tussen Schiedam en Vlaardingen. De weg biedt aanknopingspunten voor de
groenblauwe ontwikkeling in Midden-Delfland. De afspraak is dat alle IODS-projecten (Groenblauwe Lint,
Saneren verspreid glas, Recreatieve routestructuur, Groen ondernemen en Traject A4Delft Schiedam)
gelijktijdig in uitvoering komen. De planning van de A4 Delft-Schiedam is leidend. De provincie gaat uit
van de inpassingsafspraken van juni 2006.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
• Het ministerie van Verkeer en Waterschap heeft het ontwerp-tracébesluit is gepubliceerd in maart 2010.
Vaststelling van het tracébesluit heeft in september 2010 plaatsgevonden.
• De Bestuurlijke Overeenkomst Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam is in september 2010 afgesloten.
• Er is € 240 miljoen extra vastgelegd in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport,
onder andere voor een extra ecopassage, een extra fietsroute en extra geluidsvoorzieningen.
Oude Rijnzone
Doelstellingen
De ruimtelijke kwaliteiten van de Oude Rijnzone, landschappelijk en stedelijk, wordt in de collegeperiode
verbeterd. Bestaande bedrijventerreinen worden geherstructureerd. Er komt woningbouw met een
verbeterde ontsluiting met het openbaar vervoer (RijnGouwelijn, onderdeel van As Leiden-Katwijk).
Deze verbinding is een belangrijke ontsluiting voor het Groene Hart. De Oude Rijnzone is een typisch
Zuid-Hollands landschap en is aangewezen als Groene Hart-icoon.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
• De contouren voor woningbouw en bedrijventerreinen zijn vastgelegd in de Provinciale Structuurvisie.
• Gedeputeerde Staten hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Rijk, de betrokken
gemeenten en het Hoogheemraadschap Rijnland. Het Rijk draagt € 30 miljoen bij.
• De betrokken gemeenteraden hebben hun Colleges toestemming gegeven de Gemeenschappelijke
Regeling aan te gaan. De gemeenteraad van Zoeterwoude heeft besloten niet bij te dragen aan het
regionale tekort in de Oude Rijnzone.
• De Stuurgroep Oude Rijnzone heeft een regionale bedrijvenstrategie vastgesteld, met afspraken over
programmering, uitgifte en herstructurering van bedrijventerreinen. De Stuurgroep heeft een integrale
business case vastgesteld. De provincie draagt € 5,5 miljoen hieraan bij.
• In 2008 hebben Provinciale Staten, op voordracht van Gedeputeerde Staten, besloten:
- 20 hectare Recreatie om de Stad te reserveren voor de Oude Rijnzone. Door de Stuurgroep is de locatie
voor deze 20 hectare vastgesteld. Gemeenten zijn bezig met de uitvoering die volgens planning
verloopt.
- € 10 miljoen (25% van de kosten tot een maximum van) te reserveren in het Meerjarenprogramma
Infrastructuur voor de oeververbinding over de Oude Rijn. De gemeenten Alphen aan den Rijn en
Rijnwoude werken de plannen nu verder uit.
- € 8,6 miljoen te reserveren voor herstructurering van bedrijventerreinen. Hiervan is circa 3,5 miljoen
inmiddels aan de gemeenten toegekend, op basis van concrete aanvragen. Feitelijke herstructurering
vindt plaats in Bodegraven. De start van het Baronieproject in Alphen aan de Rijn is gepland.
Voor Hoogewaard/Rijnhaven worden nog plannen uitgewerkt door de gemeenten.
Doelstellingen
De mainport Rotterdam moet worden versterkt. Dit moet samengaan met verbetering van de kwaliteit van
de leefomgeving in de regio Rijnmond. Parallel aan de aanleg van de Tweede Maasvlakte wordt daarom
750ha groen aangelegd. Het betreft een aantal nieuwe natuur- en recreatiegebieden in de nabijheid van
Rotterdam, zoals het Landschapspark Buytenland op Midden-IJsselmonde, de Vlinderstrik en de Schiezone.
Ook wordt bestaand havengebied geherstructureerd.
Bijstellingen
Geen bijstelling.
Resultaten
• In 2009 is via minnelijke grondverwerving 27 hectare verworven, was voor 10 hectare een contract in
voorbereiding en zijn biedingen gedaan of in voorbereiding voor 131 hectare. Deze voortgang is conform
planning.
• In juni 2009 is door de deelnemende partijen een intentieovereenkomst getekend voor de Beheersvisie.
• In 2010 is, nadat Gedeputeerde Staten een principebesluit hebben genomen tot het opstellen van een
provinciaal inpassingsplan, door de gemeente een bestemmingsplan voor Buytenland vastgesteld.
De provincie en de gemeente hebben afspraken gemaakt over een Uitwerkingsplan Buytenland dat in
februari 2011 moet worden vastgesteld.
Kustontwikkeling
Doelstellingen
Naast kustversterking is kustontwikkeling met daarbij zeewaartse kustuitbreiding een belangrijke taak
voor de provincie. De aanpak van de zwakke schakels waarborgt de veiligheid en risicobeheersing voor de
komende vijftig jaar en heeft als nevendoelstelling het verbeteren van ruimtelijke kwaliteit. De
kustontwikkeling draagt bij aan veiligheid op de langere termijn. De kust moet de voortuin zijn van de
Zuidvleugel van de Randstad. Dit is belangrijk voor het woon- en leefklimaat in dit gebied. Ook moet de
kust het gebied aantrekkelijk maken voor (inter)nationale vestiging.
Bijstellingen
In 2008 is de ontwikkeling van de zandmotor toegevoegd als doelstelling van het collegebeleid. De
provincie beoogt hiermee een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de Delflandse kust, onder
andere door zeewaartse kustuitbreiding. Deze draagt bij aan de leefomgevingskwaliteit in de Zuidvleugel.
De zandmotor is een innovatieve vorm van kustontwikkeling, ongeveer 20 miljoen kubieke meter zand
wordt vlak voor de kust, ter hoogte van Ter Heijde, in zee gestort. De zeestromingen, golven en wind
zullen dit zandeiland doen afkalven en het zand verderop verspreiden langs de kust, die daardoor wordt
verbreed. De extra ruimte die hierdoor ontstaat biedt mogelijkheden voor ontwikkeling van nieuwe
natuur en recreatie.
Resultaten
• De integrale planvorming voor vijf van de zes zwakke schakels is succesvol afgerond. Inmiddels zijn
Noordwijk, Flaauwe Werk en Voorne integraal versterkt door onder andere verbreding, zandopspuiting
en aanleg van extra duinenrijen. Scheveningen en Delflandse Kust zijn in uitvoering. Voor Katwijk volgt
afronding van de planvorming in 2011. Het planproces voor een milieu-effectrapport is met ongeveer een
jaar vertraagd vanwege het onderzoek naar alternatieven.
• De provincie heeft succesvol de regie gevoerd over de planvoeringsfase van de pilot Zandmotor met als
resultaat onder andere een goedgekeurd milieu-effectrapport, aangevraagde vergunningen bij het
ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit en ter inzage liggende concept-besluiten.
De bijdrage van de provincie voor de uitvoering bedraagt € 12 miljoen exclusief BTW. De uitvoeringsfase
is gestart, onder regie van Rijkswaterstaat. De starthandeling is in december 2010.
• Voor de integrale ontwikkeling Delflandse Kust hebben partijen in juni 2010 een samenwerkingsagenda
vastgesteld. Er wordt nu gewerkt aan een uitvoeringsprogramma voor ontwikkeling groenblauwe
vaartenstructuur en versterking van recreatieve infrastructuur voor langzaam verkeer.
Doelstelling
Hof van Delfland is tijdens de collegeperiode als Integraal Project toegevoegd. Daarom is dit niet
opgenomen in het Coalitieakkoord.
Bijstellingen
Het Hof van Delfland moet een landschapspark worden. Het gaat over de kwaliteitsverbetering van het
landschap (recreatie, agrarische structuur, water, ecologie, openheid), over de stad-landverbindingen en
over het mede-eigenaarschap voor de opgave bij de omringende steden. Het programma beslaat zowel de
bescherming, de ontwikkeling als het beheer van het gebied. Het project is in 2007 gestart als Mooi Vitaal
Delfland en opgenomen als Randstad Urgentproject.
Resultaten
• In september 2008 hebben de regiopartijen de ambitieverklaring Hof van Delfland getekend.
• In december 2008 hebben Gedeputeerde Staten het Integraal Ruimtelijk Project Hof van Delfland
vastgesteld en besloten de regisseurs- en trekkersrol te vervullen.
• In de eerste helft van 2010 is de ruimtelijke visie aan de Hof van Delflandraad gepresenteerd.
De ruimtelijke visie is de basis voor het opstellen van een uitvoeringsstrategie 2025.
Binnen Hof van Delfland zijn versnellingsprojecten benoemd. Het aantal versnellingsprojecten
schommelt tussen de 10 en 15, door het afvoeren van projecten die gereed zijn en de toevoeging van
nieuwe.
• Met een instemmingsbesluit heeft de Hof van Delflandraad een belangrijke stap gezet naar een
definitieve organisatie van bescherming, ontwikkeling en beheer.
Doelstelling
Laten zien dat de provincie een krachtig en slagvaardig bestuur heeft, dat heldere keuzes maakt en deze
met verve uitdraagt en tot uitvoering brengt. Er wordt een actieprogramma Provincie Nieuwe Stijl
opgesteld met als doel:
• Een verdere concentratie op hoofdtaken
• Aanpak van de bureaucratie, vereenvoudiging van regelgeving en versnelling van procedures
• Vermindering van de bestuurlijke drukte
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
• Met Provincie Nieuwe Stijl heeft de provincie in 2008 haar kerntaken benoemd en aangescherpt.
Dit betekent dat gemeentelijke taken ook echt aan gemeenten worden overgelaten. De provincie heeft
gekozen voor een scherp profiel waarbij de focus ligt op de ruimtelijke omgevingstaken, inclusief de
bijbehorende cultuurtaken en de wettelijke taken op jeugdzorg. Zo is versterkt ingezet op de
groenopgave, beheer en onderhoud van vaarwegen en het terugdringen van de wachtlijsten voor de
jeugdzorg. In het onderzoek naar de bestuurskracht van de Randstadprovincies stelt de
visitatiecommissie dat de provincie Zuid-Holland met specifieke en meetbare doelstellingen werkt en
deze ook bereikt.
• Bij het verminderen van de bestuurlijke drukte is kritisch gekeken naar huidige deelname aan
bestuurlijke overleggen. Gedeputeerde Staten nemen op basis van de richtlijn bestuurlijke drukte niet
langer deel aan een aantal overleggen. Het aantal bestuurlijke is met 18 procent verminderd.
Provinciale Structuurvisie
Doelstelling
Het opstellen van een provinciale structuurvisie met een uitvoeringsstrategie en een verordening.
Dit gebeurt op basis van de nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening.
Bijstellingen
Op verzoek van Provinciale Staten is meer tijd genomen voor het gesprek met partners. Daarom is de
inspraak en daarmee de vaststelling met een half jaar uitgesteld naar 2 juli 2010. Het
uitvoeringsprogramma is omgezet naar een uitvoeringsagenda.
Resultaten
• Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie, de verordening Ruimte en de
Uitvoeringsagenda vastgesteld. Daarmee is duidelijk geworden hoe de provincie haar ruimtelijke
hoofdtaken aan gaat pakken en wat de provinciale belangen zijn.
• In het ontwikkelproces zijn externe partners (gemeenten, inwoners, maatschappelijke organisaties,
ondernemers en deskundigen) op meerdere momenten actief betrokken, bijvoorbeeld via bestuurlijke
tafels en in de Week van Zuid-Holland. Met de bestuurlijke partners zijn afspraken gemaakt over
samenwerking in de uitvoering.
Zuidwestelijke Delta
Doelstelling
In het Coalitieakkoord zijn geen doelen geformuleerd voor de Zuidwestelijke Delta.
Bijstellingen
In het najaar 2008 is de Zuidwestelijke Delta, als onderdeel van het Deltaprogramma, als provinciaal
onderwerp geïntensiveerd. Dit naar aanleiding van de adviezen van de tweede Nationale Deltacommissie
(‘commissie Veerman’) en het provinciale belang hierbij. Het beleid is gericht op:
• Meer veiligheid
• Duurzame waterkwaliteit (beschikbaarheid zoet water)
• Meer dynamiek in riviermondingen (estuariene dynamiek)
Resultaten
• Gedeputeerde Staten hebben het provinciale Ontwerp-Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta
2010-2015 in mei 2010 vastgesteld.
• In juni 2009 heeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta, waarin de provincie participeert, het Zoetwater
Advies Zuid-Holland Zuid aangeboden aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de
staatsecretaris van Verkeer & Waterstaat. Dit biedt een oplossing voor de zoetwatervoorziening van de
delta als in 2015 het Volkerak-Zoommeer weer zout wordt gemaakt ter verbetering van de
waterkwaliteit. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit hebben ingestemd met de aanbevelingen en onderzoeks- en procesgeld ter beschikking
gesteld.
Doelstellingen
De provincie streeft naar bestuurkrachtige gemeenten en samenwerkingsverbanden. Bestuurskrachtige,
autonome gemeenten met een grote mate van verantwoordelijkheid die berekend zijn op hun belangrijke
taak in de lokale en regionale samenleving. Om daartoe te komen herijkt en moderniseert de provincie
het beleidskader versterking kwaliteit lokaal bestuur en geeft de provincie per regio aan wat wordt gedaan
om de kwaliteit te verbeteren.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
• Provinciale Staten hebben Staten het herijkte beleidskader “Samenwerken aan de kwaliteit van het
lokaal bestuur in Zuid-Holland” in maart 2009 vastgesteld.
• Gedeputeerde Staten hebben met de Vereniging Zuid-Hollandse Gemeenten een convenant gesloten om
ervoor te zorgen dat uiterlijk in 2012 90 procent van alle Zuid-Hollandse gemeenten hun bestuurskracht
periodiek en in regionaal verband hebben laten meten. Van de 73 gemeenten hebben thans
60 gemeenten (ruim 80 procent) hun bestuurskracht laten onderzoeken.
• De lokale bestuurskracht is versterkt door interne oplossingen (bijvoorbeeld reorganisaties), versterking
van de samenwerking (Hoeksche Waard en Voorne-Putten) en fusies.
• Een aantal gemeenten is vrijwillig gefuseerd of gaat vrijwillig fuseren:
- Alkemade en Jacobswoude zijn op 1 januari 2009 vrijwillig gefuseerd tot de nieuwe gemeente
Kaag en Braassem (van twee gemeenten naar één gemeente).
- Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen-Moerkapelle zijn op 1 januari 2010 vrijwillig
gefuseerd tot de nieuwe gemeente Zuidplas (van drie gemeenten naar één gemeente).
- Rozenburg is op 18 maart 2010 vrijwillig toegevoegd aan de gemeente Rotterdam.
- Bodegraven en Reeuwijk zullen op 1 januari 2011 vrijwillig fuseren.
• Gedeputeerde Staten zijn herindelingsprocedures in de Krimpenerwaard en op Goeree-Overflakkee
gestart, gericht op een herindeling per 2013. Gedeputeerde Staten hebben het voorstel
herindelingsadvies Goeree-Overflakkee in juli 2010 vastgesteld (van vier gemeenten naar één gemeente).
Het voorstel herindelingsadvies Krimpenerwaard is in september 2010 vastgesteld (van vijf gemeenten
naar één gemeente). Voor de te fuseren gemeenten hebben Gedeputeerde Staten een financieel
onderzoek herindelingsvarianten en herindelingsscans laten uitvoeren, samen met het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
• Gedeputeerde Staten hebben in september 2010 het voornemen aangekondigd een
Doelstelling
De provincie realiseert Regionale Uitvoerende Diensten voor integrale vergunningverlening en
handhaving met één loket voor het bedrijfsleven.
Bijstellingen
De Regionale Uitvoeringsdiensten gaan uiterlijk 1 januari 2012 van start.
Resultaten
• Het provinciaal kader voor de Regionale Uitvoeringsdiensten is in 2010 vastgesteld. Op basis daarvan
gaan de Regionale Uitvoeringsdiensten Zuid-Holland Zuid en Rijnmond op 1 januari 2011 van start, de
Regionale Uitvoerende Dienst West-Holland op 1 juli 2011 en de Regionale Uitvoerende Diensten
Midden-Holland en Haaglanden op 1 januari 2012.
• In alle vijf regio’s is er bestuurlijk draagvlak voor de oprichting van de betrokken Regionale
Uitvoeringsdiensten in alle vijf regio’s hebben de provincie en de milieudiensten of gemeenten
intentieverklaringen ondertekend.
• De Regionale Uitvoeringsdienst “Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid” is als openbaar lichaam via een
gemeenschappelijke regeling ingesteld en wordt operationeel per 1 januari 2011.
De provincie participeert in het algemeen en dagelijks bestuur.
• Het Sociaal Beleidskader voor de overgang van het personeel van de provincie en de betrokken
milieudiensten of gemeenten naar de Regionale Uitvoeringsdiensten is in 2010 tot stand gekomen.
• Voor de dekking voor 2010 zijn bij de Voorjaarsnota middelen toegekend (€ 3,64 miljoen).
Bij de behandeling van de Begroting 2011 nemen Provinciale Staten een besluit over de meerjarige
dekking van de vorming van de Regionale Uitvoerende Diensten. Het gaat hierbij om een bedrag van
€ 13,6 miljoen.
Randstad Samenwerking
Doelstelling
• Intensief samenwerken op Randstadniveau aan de oplossing van thema’s, zoals bereikbaarheid
(één vervoersautoriteit voor de Randstad).
Bijstellingen
In 2008 hebben de Randstadprovincies op initiatief van Zuid-Holland besloten om gezamenlijk hun
bestuurskracht te laten meten. Bij de Halfwegevaluatie is geconstateerd dat, gezien de gebrekkige
voortgang van de Randstad Samenwerking, de Zuidvleugel een belangrijk niveau voor sturing blijft.
Resultaten
Samenwerking op Randstadniveau:
• De Bestuurskrachtmeting Randstadprovincies is in 2009 opgesteld.
• De provincie Zuid-Holland heeft zich onverminderd ingezet voor samenwerking en aansturing van
vraagstukken op Randstadniveau.
• Op aandringen van Gedeputeerde Staten zijn de P4 gestart met een samenwerkingsagenda voor de
thema’s Randstedelijk openbaar-vervoernetwerk, realisatie van de A4-corridor, binnenstedelijk bouwen
en de bescherming, het beheer en de ontwikkeling van het Groene Hart.
• Intensieve samenwerking vindt plaats op het thema Europa.
• Een openbaar vervoer-bureau is opgericht.
Doelstelling
De provincie werkt actief mee aan de totstandkoming van het urgentieprogramma om de bereikbaarheid
en het leefklimaat in de Randstad te verbeteren. Voor zeven van de 33 projecten vervult Zuid-Holland de
rol van regionaal bestuurlijk trekker en voor 15 andere projecten is zij één van de belanghebbende
partijen (in een aantal gevallen ook financieel betrokken).
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
• Voor een aantal projecten is de uitvoering gestart, onder andere Zwakke Schakels, Leiden Bio Science,
Zuidplaspolder, Hoeksche Waard (alternatief Nieuw Reijerwaard), Flessenhalzen A4-A12 en
Waterveiligheid Centraal Holland.
• De provincie Zuid-Holland heeft als trekker vier projecten afgerond en is op dit moment nog trekker van
drie projecten: A4 Delft-Schiedam, Integrale benadering Holland-Rijnland en het Openbaar
vervoerbureau Randstad.
Doelstellingen
• Participatie bij de totstandkoming van Europese wetgeving.
• Goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de Europese financiering.
• Versterken van strategische posities in Europa.
• Samenwerking in Randstadverband.
• Verdere professionalisering van de provinciale inzet.
• Voortzetting van het ingezette internationale beleid.
Bijstellingen
Geen.
Resultaten
Totstandkoming van Europese wetgeving:
• De provincie voert gerichte lobby op terreinen die voor de provincie van belang zijn. Focus op een aantal
dossiers is vastgelegd in de kadernota “Zuid-Holland in Europa”.
Europese financiering:
• De provincie Zuid-Holland heeft in de periode 2007-2013 voor € 100-120 miljoen Europese subsidie
binnengehaald voor regionale projecten op het gebied van onder andere economie, klimaat en energie,
natuur, plattelandsontwikkeling en water. Bij het verwerven van deze subsidies samen met partners ligt
de provincie op koers in relatie tot de vastgestelde ambitie.
Strategische positie van de provincie:
• Versterking van strategische posities door actieve deelname in netwerken (PURPLE en Conference of
Peripheral Maritime Regions) en door het voortouw te nemen bij rapporteurschappen (klimaat en
gemeenschappelijk landbouwbeleid). De provincie acteert op het strategisch programma van de nieuwe
Europese Commissie.
Samenwerking in Randstadverband:
• Zuid-Holland profileert zich primair in Randstadverband. Ook de samenwerking met grote en
middelgrote steden en waterschappen in Zuid-Holland heeft een impuls gehad.
Professionalisering van de provinciale inzet:
• De informatiestromen van en naar Brussel zijn verder geprofessionaliseerd. Hierbij is nauw
samengewerkt met de werkgroep Europa van Provinciale Staten. “Europa” is inmiddels een integraal
onderdeel van tal van provinciale beleidsterreinen.
Provinciefonds
Het Provinciefonds is een onderdeel van de Rijksbegroting en dient als algemeen dekkingsmiddel voor
provinciale taken. De omvang van het Provinciefonds heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Opcenten motorrijtuigenbelasting
De inkomsten uit de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting zijn de afgelopen jaren sterk gestegen:
De toename van de inkomsten is enerzijds het gevolg van de verhoging van de opcenten van 73,3 cent in
2007 naar 91,8 cent in 2008 en 95,0 cent voor 2009 en 2010. Anderzijds hebben de ontwikkelingen in het
wagenpark in de periode 2007-2010 ook geleid tot een toename van de inkomsten. Belangrijke grootheden
zijn het aantal auto’s en het gewicht van de auto’s. Het aantal auto’s in Zuid-Holland is met 4,1%
toegenomen tot 1,47 mln. auto’s. Daarnaast is het gemiddelde gewicht van het aantal belastbare auto’s
gegroeid met 3,4%. Het aantal energiezuinige auto’s die in het kwart tarief vallen is de afgelopen jaren
sterk toegenomen van 6.000 in 2007 tot 50.000 in 2010. Door uitvoering van motie M201 (PS 30 juni 2010) is
het opcententarief 2011 gehandhaafd op het peil van 2009.
1 Toename van het Provinciefonds is deels te wijten aan de toename van decentralisatie-uitkeringen
De informatie in de tabel is rechtstreeks afkomstig uit de begrotingen en rekeningen uit de periode 2008
tot en met 2011.De effect-indicatoren, die zijn vervallen of zijn gerealiseerd, zijn in rood gemarkeerd.
In blauw beschreven zijn de effect-indicatoren, die nieuw zijn toegevoegd in de begroting 2010.
In de kolom toelichting is ruimte gelaten voor aanvullende opmerkingen om de cijfers in perspectief te
plaatsen.
Woningproductie 16.000 17.400 17.000 CBS cijfers 19.700 19.700 De gerealiseerde productie overtreft, in 2008 en in het bijzonder in 2009, ruimschoots de begrote
komen in 2010 productie.In deze toelichting wordt uitgegaan van een raming op basis van voorlopige cijfers. In
beschikbaar deze jaren heeft de huidige crisis in de bouw nog geen invloed op de realisatie. Naar verwachting
zal in de jaren 2010 en 2011 de productie door de crisis onder druk komen te staan. De gevolgen
van de crisis komen bij de effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie" aan de
orde.
Sloop 6.700 6.700 Vanaf 2010 wordt deze indicatior in de begroting opgenomen. Er is sinds 2007 sprake van een
afname van het jaarlijks aantal aan de voorraad onttrokken woningen. Naar verwachting zal door
de crisis in de bouw de behoefte en noodzaak om woningen te slopen in de jaren 2010 en 2011
tijdelijk verder afnemen.De gevolgen van de crisis komen bij de effect-indicator "verwacht effect
kredietcrisis op sloop" aan de orde.
Zuidvleugelaandeel 17.500 17.500 Vanaf 2010 wordt deze indicator in de begroting opgenomen. In 2009 wordt het geraamde aantal
ruimschoots overtroffen. Door de huidige crisis in de bouw zullen naar verwachting de gewenste
aantallen volgens het provinciaal woningbouwprogramma voor 2010 en 2011 niet gehaald
worden.
Zuidvleugelaandeel, 14.000 14.000 Vanaf 2010 wordt deze indicator in de begroting opgenomen. De Monitor Wonen geeft aan dat in
waarvan 80% binnen de Zuidvleugel in 2008 en 2009 al meer dan 50% van de productie binnenstedelijk plaatsvindt,
BBG hoewel de 80% nog niet wordt gehaald. Recente berekeningen laten zien dat momenteel
ongeveer 70% van de productie binnenstedelijk wordt gerealiseerd. Ook hier geldt dat er een
effect verwacht wordt van de crisis op de in 2010 en 2011 begrote aantallen.
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
Zuidvleugelaandeel, Zie toelichting bij effect-indicator "80% van Zuidvleugelaandeel binnen BBG".
waarvan 20%
uitleggebied
3.500 3.500
50% rond halten OV Deze effect-indicator kan door technische belemmeringen (nog) niet worden gemonitord.
7.000 7.000
Rond Stedenbaan 4.000 4.000 Zie toelichting bij effect-indicator "50% rond halten OV".
haltes
Groen Hart aandeel 1.800 1.800 Deze indicator zal vanaf 2010 in de begroting worden opgenomen. Het gewenste
woningbouwprogramma voor het Groene Hart is gebaseerd op basis van het uitgangspunt,
migratiesaldo nul. Het woningbouwprogramma beschrijft daarmee ook het maximale programma.
De gerealiseerde productie in 2009 blijft binnen dit maximale programma. Hier geldt eveneens
dat door de crisis in de bouw de productie in 2010 en 2011 zal afnemen.
Groene Hart aandeel 900 900 Zie de toelichting bij de effect-indicator "Groen Hart aandeel"
waarvan 50% binnen
BBG
Groene Hart aandeel 900 900 Zie de toelichting bij de effect-indicator "Groen Hart, aandeel".
waarvan 50% uitleg
Delta aandeel 400 400 Deze indicator zal vanaf 2010 in de begroting worden opgenomen. Het gewenste
woningbouwprogramma voor de Delta is gebaseerd op migratiesaldo nul. Het
woningbouwprogramma beschrijft daarmee ook direct het maximale programma. In 2009 ligt het
gerealiseerde aantal woningen 20% onder het maximale programma begroot voor 2009.
Delta aandeel waarvan 200 200 Deze indicator zal in 2010 worden opgenomen in de begroting. Ook hier geldt dat niet meer dan
50% binnen BBG 50% in uitleggebieden wordt gebouwd
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
Delta aandeel waarvan 200 200 Zie toelichting op "Delta aandeel - 50% BBG".
50% uitleg
Verwacht effect -7.700 -7.700 In de begrotingen voor 2008 en 2009 is nog geen rekening gehouden met een crisis in de bouw.
kredietcrisis op In de begroting voor 2010 en 2011 is er rekening gehouden met een achteruitgang van de
productie productie met 7.700 woningen. Of dit aantal, en dat geldt ook voor de sloop en vermeerdering,
goed is ingeschat, zal nog moeten blijken. Teveel onzekere factoren spelen bij het verloop van
de huidige crisis in de bouw een rol. De crisis is zeker niet alleen een probleem van Zuid-Holland.
Verwacht effect -3.000 -3.000 Zie toelichting bij effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie".
kredietcrisis op sloop
Dit resulteert in het 12.000 12.000 Zie toelichting bij effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie".
volgende totaal:
Woningbouwproductie
Dit resulteert in het 3.700 3.700 Zie toelichting bij effect-indicator "verwacht effect kredietcrisis op productie".
volgende totaal: Sloop
Gerealiseerd
Actieprogramma Mooi
Zuid-Holland: start
x ja
adviseur ruimtelijk
kwaliteit met werkplan
2009-2011
Actieprogramma Mooi Gerealiseerd
Zuid-Holland: start pilots
bedrijventerreinen
x ja
Gerealiseerd
x ja
Actieprogramma Mooi
Zuid-Holland: start
uitwerkingsplan routes
Gerealiseerd
Actieprogramma Mooi
x ja
Zuid-Holland:
communicatieplan
gereed
Doorwerking van Versterken van de ruimtelijke kwaliteit is één van de uitgangspunten van de PSV. Behalve op
ruimtelijke kwaliteit in functie stuurt de provincie nu ook op ruimtelijke kwaliteit met de opgestelde kwaliteitskaart
minimaal 2 sectorale waarop de gewenste ruimtelijke kwaliteit in 2020 verbeeld is. Daarbij is het actieprogramma Mooi
programma's en PSV 2+1 Zuid-Holland opgericht. Ruimtelijke kwaliteit heeft hiermee verankering gekregen in de Mooi Zuid-
Hollandroute (verkeer en vervoer), herstructurering bedrijventerreinen (EZ) en de aanstelling van
een provinciaal adviseur Ruimtelijke Kwaliteit.
Percentage van In de begroting van 2010 is opgenomen dat de ecologische doelen in 2011 vastgesteld zouden
waterlichamen dat aan worden, echter conform het Actieprogramma Water zal dit in 2012 zijn. De Begroting 2011 zal
de doelen van de hier op aangepast worden. Vanaf 2011 zal ten aanzien van het speerpunt "Bevorderen
Kaderrichtlijn voldoet verbetering waterkwaliteit" jaarlijks worden gerapporteerd op basis van 'maatregel-indicatoren'
12% 18%
(212 waterlichamen) (hoeveel van de afgesproken KRW-maatregelen zijn in planvormingsfase, hoeveel in realisatie,
(nulmeting 2008: 3%) en hoeveel afgerond). Eens per 3 jaar zal ook het effect van die maatregelen worden
gerapporteerd (ten opzichte van de ecologische doelen).
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
1.4 Vermindering druk Aantal blootgestelden Gerealiseerd
leefomgeving. boven de
grenswaarden/normen indicator
ja
in Zuid-Holland ontwikkeld
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009; is gericht op het behalen van de landelijke
boven de doelstelling van geen blootgestelden in 2015. Nulmeting 2008: 155.000 blootgestelden (100%).
grenswaarden/normen Uit de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zal blijken in
in Zuid-Holland: Lucht hoeverre de doelrealisatie op koers ligt. Deze (nationale) monitoring is medio september 2010
(totaal Zuid-Holland) beschikbaar; de eerste uitkomsten laten zien dat voor bronnen die onder provinciale
-10% 87.500 -10% -15%
(nulmeting 2008: verantwoordelijkheid vallen er nu reeds sprake is van het volledig behalen van de doelstelling
150.000) (geen blootgestelden), maar dat voor geheel Zuid-Holland voor de monitoringsperiode sprake is
van waarschijnlijk een beperktere doelrealisatie dan in het NSL beoogd. Desalniettemin is de
verwachting dat doelbereiking in 2015 (geen blootgestelden in Zuid-Holland boven de
grenswaarden) conform het NSL haalbaar is.
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009. Nulmeting 2008:130.000 blootgestelden totaal Zuid-
boven de Holland, 70.000 blootgestelden provinc+A456iale wegen. Dit jaar is een aanvullend beleidskader
grenswaarden/normen geschreven en in inspraak gebracht ten behoeve van een aanscherping van het geurbeleid. Het
in Zuid-Holland: Geur beleidskader is een handvat voor vergunningverleners en handhavers. Het is daarom (nog) niet
-5% - -5% -5%
(prov. inrichtingen) meetbaar welke beleidseffecten de verhoogde aandacht voor geurbeleid in termen van de
(nulmeting 2008: nieuwe indicator hebben gehad.
70.000, totaal ZH:
130.000)
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009, nulmeting 2008: 196.000 blootgestelden totaal
boven de Zuid-Holland. Monitor van resultaten totaal Zuid Holland kunnen pas berekend worden vanaf het
grenswaarden/normen moment dat de Rijks en Agglomeratie kaarten worden vrijgegeven. Wettelijk gebeurt dat eens in
in Zuid-Holland: Geluid -5% - -5% -5% de vijf jaar (volgende tranche: 2012)
(totaal Zuid-Holland)
(nulmeting 2008:
196.000)
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009. Nulmeting 2008: 17.000 blootgestelden provinciale
boven de wegen. Monitorberekening is op basis van verkeersgegevens. Deze zijn nog niet geleverd.
grenswaarden/normen Realisatie 2009 pas bekend in november.
in Zuid-Holland: Geluid -10% - -10% -15%
(prov. wegen)
(nulmeting 2008:
17.000)
Aantal blootgestelden Effect-indicator is geïntroduceerd m.i.v. 2009
boven de Nulmeting 2008: 690.000 blootgestelden totaal Zuid-Holland, 200.000 blootgestelden provinciale
grenswaarden/normen bevoegdheid. Het beleid is er op gericht de stijging van de onveiligheid teniet te doen. Bij
in Zuid-Holland: Externe aanvang van het nieuwe programma Externe Veiligheid 2011 wordt bekeken of de
veiligheid (provinciale -0% - -0% -0% effectindicatoren/begrotingsindicatoren nog passen bij de doelstellingen van het beleid.
bevoegdheid)
(nulmeting 2008:
200.000, totaal ZH:
690.000)
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
KM-primaire keringen
die voldoen aan de
normen in de Waterwet
412 441
(afgeronde projecten)
(nulmeting 2009: 403)
Ziekenhuisgewonden op
provinciale wegen in
Zuid-Holland (169)
≤ 160 157 ≤ 155 157 ≤ 145 ≤ 145
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
2.4 Een toename van het Overslag binnenvaart in De overslag cijfers komen van het CBS. Door wijzigingen in de waarnemings- en
gebruik van spoor en Zuid-Holland verwerkingsopzet zijn na 2006 geen nieuwe CBS cijfers beschikbaar gekomen. De cijfers over
water draagt bij aan (x 1000 ton) (bron: geen data +5.040 - geen data 2007 en 2008 zijn naar verwachting in de loop van 2010 beschikbaar.
+ 2-4% +6.720-13.440 +8.400-16.800
een beperking van de CBS) beschikbaar +10.080 beschikbaar
milieubelasting. Vanaf
2007 stijgt het aandeel
van het vervoer van Containervervoer haven
goederen over water. Rotterdam overslag
spoor (in containers *
x x x x pm pm
1000)
(bron: Gemeentelijk
Havenbedrijf)
2.5 Realisatie van Bezetting P+R plaatsen
ketenmobiliteit zorgt
voor hoogwaardige,
≥ 2007 70,20% > 2008 68,90% >2009 >2010
sociaal veilige
overstappunten waarbij
P+R plaatsen en
fietsenstallingen beter Bezetting Het cijfer voor de bezettingsgraad fietsenstallingen 2009 lijkt te duiden op een verslechtering. Dat
worden benut. fietsenstallingen is echter niet het geval: de uitbreiding van het aantal plaatsen is groter geweest dan de stijging
(bron: PZH) van het aantal gestalde fietsen. Dat vertaalt zich in een lagere bezettingsgraad.
≥ 2007 76,40% > 2008 68,20%
4.3 Versterken sociale Gebundelde en Omschrijving indicator 2008: Tevredenehidsmeting onder de gebruikers van de
infrastructuur onder vraaggerichte tweedelijnsorganisaties op een nog te bepalen aantal punten (o.a. aansluiting bij de vraag) in het
andere met behulp van provinciale licht van de uitkomsten van een heroverweging.
uitvoering afronding evaluatie
effectieve en ondersteunings- voorbereiding
uitgevoerd herstruc- ja herstruc- nieuwe
vraaggerichte structuur (nulmeting: heroriëntatie
turering turering structuur
ondersteuning door Heroverweging rol en
provinciale positie
tweedelijnorganisaties. tweedelijnorganisaties)
4.4 Versterken culturele Barometer culturele De voortgang van het cultuurbeleid wordt gemeten op grond van tien (vooral) door de provincie
kwaliteit. Ontwikkeling kwaliteit via jaarlijkse te beïnvloeden indicatoren. De oorspronkelijke doelstelling is gerealiseerd en aangepast per
en benutting van het meting van 10 2011. Het cijfer voor de nulmeting (2008) werd laat bekend; op basis hiervan is een (te) lage
culturele erfgoed voor variabelen (nulmeting inschatting gemaakt voor 2009 t/m 2013. Bij de Begroting 2011 zal daarom worden voorgesteld
recreatietoeristische 2007: 110) de doelstelling aan te passen tot 148. Opvallende ontwikkelingen binnen de 10 indicatoren per
112 121 114 144 116 118
doeleinden. 2010 zijn het aantal gerestaureerde molens (verdubbeld ten aanzien van 2008), het aantal
archeologische rapporten dat ter beoordeling aan de provincie wordt voorgelegd (gehalveerd),
het percentage goedgekeurde ruimtelijke plannen met voldoende aandacht voor culturele
aspecten is toegenomen (gestegen van 65% naar 72%) en het percentage van voor doven
ondertitelde tv uitzendingen op de regionale omroepen (gestegen van 75% naar 94%).
dat is verworven t.o.v. heen. 2008 geldt als nulmeting. De geformuleerde ambitie uit het coalitieakkoord is €
de vastgestelde aan Europese subsidies (excl. POP subsidies) te verwerven binnen de mogelijkheden die diverse
ambities (€ Europese subsidieprogramma’s voor de periode 2007-2013 bieden voor projecten op het
60% 80%
voor de periode 2007- grondgebied van Zuid-Holland. Tot en met eind 2009 is een bedrag van €
2013 (nulmeting 2008: Europese subsidies (excl. POP) verworven samen met partners binnen de provincie (48% van de
13%) geformuleerde ambitie). Het steunpunt Europese subsidies van de provincie speelt hierbij een
actieve, sturende rol.
Mijlpalen projecten Het alternatief voor de HW is de versnelde aanleg van 120 ha havengerelateerde
Randstad Urgent voor bedrijventerreinen in Nieuw Reijerwaard en de Westelijke Dordtse Oever. Hier zijn bestuurlijke
versnelde uitvoering bestuursover- afspraken over gemaakt.
uitvoering
Hoekse Waard eenkomst
2008 2009 2010 2011
Maatschappelijk doel Effect-Indicator Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Begroting Toelichting
Mijlpalen projecten De spitsstroken A 12 en het geluidsscherm bij Voorburg zijn gereed,voor de A4 is een
Randstad Urgent voor tracebesluit genomen en is de uitvoering begonnen.
versnelde uitvoering
uitvoering uitvoering
Flessenhalzen A4-A12
Mijlpalen projecten Er wordt een vervolgstudie verricht naar oplossingsrichtingen voor het verhogen van de dijken in
Randstad Urgent voor Dijkring 14.
versnelde uitvoering financiele
studie
Waterveiligheid dekking
Centraal Holland
administratieve lasten
voor burgers en
-5% -7% -10% -15% -15% -25%
bedrijven dalen. De
door de provincie
veroorzaakte
administratieve lasten
zijn in 2011 met 25%
verminderd.
6.3 Slagvaardige en Afspraken gemaakt met Omschrijving indicator 2008 en 2009: Uitgevoerde bestuurskrachtmetingen bij gemeenten en
bestuurskrachtige gemeenten en regio's regio's (streefwaarde 100% in 2011).GS hebben met de VZHG een convenant afgesloten om
gemeenten, regio's en over periodiek en in regionaal verband de bestuurskracht van alle Zuid-Hollandse gemeenten te laten
waterschappen dragen bestuurskrachtmetingen meten. In 2010 hebben 56 van de 73 gemeenten (77%) hun bestuurskracht laten onderzoeken.
20% 10% 30% 77% 80% 90%
bij aan een en bestuurlijke toekomst
daadkrachtig openbaar (streefwaarde 90% in
bestuur. 2012) (nulmeting 2007:
5%)
6.4 Helderheid en Opstellen PSV
duidelijkheid over het ontwikkelingsstrategie,
provinciaal ruimtelijk uitvoeringsprogramma
beleid en hoe de en daaraan
Vaststellen
provincie dit wil gerelateerde Nee
structuurvisie
realiseren volgens de verordeningen.
nieuwe wet op de (nulmeting: nieuwe wet
ruimtelijke ordening. op de ruimtelijke
ordening (1-7-2008))
% reactieve
aanwijzingen die de
provincie indient op het
totaal van de
gepubliceerde Max 5% Max 5%
gemeentelijke
bestemmingsplannen.
(nulmeting: vasstellen
structuurvisie (2010))
Bijlage 3: Subsidies
De provincie verstrekt subsidies aan instellingen, bedrijven, (samenwerkingsverbanden van) gemeenten
en soms ook aan particulieren om bepaalde activiteiten te stimuleren en zo haar beleidsdoelen te
bereiken. De inzet van provinciale middelen hiertoe is gebaseerd op wettelijke en autonome taken.
Bij wettelijke taken kan het enerzijds gaan om een verplichte taak. Dit houdt in dat de taak als
verplichting staat opgenomen in de wet. Anderzijds kan het gaan om een facultatieve taak.
Dit houdt in dat de taak weliswaar in de wet staat opgenomen, maar dat we niet verplicht zijn om deze
ook daadwerkelijk uit te voeren. We hebben de keuze (beleidsvrijheid) om de taak al dan niet uit te voeren
(de zogenaamde “kunnen”-bepaling). Bij autonome taken gaat het om taken die wij zelfstandig uitvoeren,
zonder wettelijke verplichting of facultatieve taakstelling. Soms wordt de subsidie in een dergelijk geval
verstrekt op basis van afspraken (bestuursovereenkomst) met bijvoorbeeld een rijksoverheid, waarop deze
ook bijdraagt. Zonder een provinciale bijdrage, kan het zo zijn dat de rijksbijdrage via co-financiering in
dat geval achterwege blijft.
Per soort taak kan sprake zijn van een bepaalde vrije beslissingsruimte, de zogenaamde “discretionaire
bevoegdheid”. Het bestuursorgaan heeft bijvoorbeeld de bevoegdheid om vergunningen te verlenen en
vaak zit hier wel een zekere mate van verplichting in (bv de provincie moet een vergunning verlenen),
maar kan het bestuursorgaan zelf bepalen hoe zij dit verder invult (dus wat er verder in de beschikking
komt te staan).
De onderstaande tabellen geven aan op welke (rechts)basis voor 2011 provinciale middelen worden ingezet
ten dienste van het subsidie-instrument en maken inzichtelijk waar beslissingsruimte beschikbaar is om
eventueel tot een andere verdeling van middelen te komen.
Project- of boekjaarsubsidies
Onder autonome taak is voor de subsidieregeling Externe Veiligheid 2011-2014 een bedrag aan middelen
opgenomen van € 3,0 miljoen. Weliswaar komt dit uit provinciale middelen, maar deze zijn gerelateerd
aan een decentralisatie-uitkering die in het provinciefonds is opgenomen. De inzet van provinciale
middelen in het kader van de jeugdhulpverlening (opgenomen als verplichte taak) komen vanaf het
moment dat deze taken naar de gemeenten gaan vrij (€ 1,8 miljoen)
Begrotingssubsidies
Incidentele subsidies
Over het hele jaar 2009 werd voor een bedrag van € 13,6 miljoen aan incidentele subsidies verstrekt. Dit
waren alleen autonome middelen. Gegevens over het jaar 2010 zijn medio februari 2011 bekend.
plafond van €
geen provinciale middelen ingezet.
Projectsubsidies POP2 maatregelen 130 5.259.111 3.506.074 1.753.037 facultatief nee De EU heeft de POP2-maatregel 311
311, 312, 313, 323 en 341 aangepast, waardoor 75% EU
middelen per aanvraag beschikbaar
zijn. Daarnaast heeft de EU extra
middelen beschikbaar gesteld. Voor
2012 leidt dit tot een beschikbaar
plafond van €
maatregel. Er worden geen
provinciale middelen ingezet.
Projectsubsidie POP2-maatregel 321 130 0 0 0 facultatief nee
(Basisvoorzieningen voor de economie
en plattelandsbevolking)
Projectsubsidie POP2-maatregel 322 130 0 0 0 facultatief nee
(Dorpsvernieuwing en ontwikkeling)
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen
Subsidieregeling 140 12.796.000 12.796.000 0 verplicht nee Looptijd NSL tot 2015. In 2011 komt
Programmafinanciering lokale een midterm review op basis
luchtkwaliteitsmaatregelen waarvan herschikking plaats kan
vinden (m.n.de 4e tranche, nu totaal
36 miljoen).
Subsidieregeling Externe Veiligheid 140 2.956.094 0 2.956.094 autonoom Bij besluit van Provinciale Staten van
2011-2014 Zuid Holland Zuid-Holland van 10 november 2010
is het beleidsplan externe veiligheid,
uitvoeringsprogramma externe
veiligheid 2011-2014 (incl.
subsidieplafond en maximaal bedrag
per regio) en de subsidieverordening
externe veiligheid 2011-2014
vastgesteld.
Subsidieregeling haalbaarheidsstudies 140 300.000 0 300.000 autonoom ja Regeling wordt in 2011 geëvalueerd,
duurzame energie Zuid Holland afhankelijk daarvan wordt de regeling
al dan niet gecontinueerd.
Subtotaal programma 1 56.642.470 40.628.572 16.013.898
Programma 2: Integrale
bereikbaarheid
Subsidieregeling kwaliteitsbevordering 210 30.000 0 30.000 autonoom nee
openbaar vervoer Zuid-Holland
Subsidieregeling kwaliteitsbevordering 210 2.000.000 0 2.000.000 autonoom nee
openbaar vervoer Zuid-Holland
Subsidieregeling kwaliteitsbevordering 210 2.000.000 0 2.000.000 autonoom nee
openbaar vervoer Zuid-Holland
Titel van de subsidieregeling Product- Totaal Dekking Verplichte, Discretionaire Opmerkingen indien er voor het
groep subsidie facultatieve, of bevoegdheid jaar 2012 of volgende jaren
autonome taak bij deze taak? wijzigingen van beleid voor deze
subsidies aan de orde zijn
Plafond 2011 Bijdragen Provinciale
derden middelen
Programma 4: Maatschappelijke
participatie
Subsidieregeling jeugdzorg Zuid- 410 4.026.102 2.193.364 1.832.738 verplicht ja
Holland
Subsidieregeling maatschappelijke 420/430 13.556.008 0 13.556.008 autonoom ja Voor onderdeel cultuurparticipatie
participatie Zuid-Holland zijn ingaande 2013 beleidwijzigingen
te verwachten.
Subsidieregeling molens Zuid-Holland 430 1.254.820 0 1.254.820 autonoom ja
Subsidieregeling Themajaar 2011 430 410.000 0 410.000 autonoom ja Looptijd tot 2012.
Kinderdijk en de Zuid Hollandse
Molens
Subsidieregeling landelijk gebied Zuid- autonoom
Holland
Subsidieregeling 0 autonoom
herstructurering/ontwikkeling en
planvorming bedrijventerreinen Zuid
Holland
Subtotaal programma 4 19.246.930 2.193.364 17.053.566
Programma 2: Integrale
bereikbaarheid
Rederij Naco b.v. 210 444.000 0 444.000 autonoom nee
Gemeente Delft 220 6.000.000 0 6.000.000 autonoom nee
Fietsersbond 220 40.000 0 40.000 autonoom nee
Subtotaal programma 2 6.484.000 0 6.484.000
Programma 4: Maatschappelijke
participatie
AKJ 410 674.708 674.708 0 verplicht ja
Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-
Holland 410 38.043.621 37.944.074 99.547 verplicht ja
Cardea 410 19.486.773 19.486.773 0 verplicht ja
De Hoenderloo Groep 410 18.543.112 18.543.112 0 verplicht ja
Avenier 410 5.161.439 5.161.439 0 verplicht ja
Horizon 410 17.052.789 17.052.789 0 verplicht ja
NVP 410 29.383 29.383 0 verplicht ja
PSJ 410 80.000 0 80.000 autonoom ja
Stichting Stek 410 9.947.410 9.947.410 0 verplicht ja
Stichting Trivium 410 16.523.767 16.523.767 0 verplicht ja
Sportservice Zuid Holland 410 591.852 0 591.852 verplicht ja
Sensoor Zuid-Holland Midden 420 357.543 0 357.543 autonoom ja
Sensoor Zuid-Holland Noord 420 211.669 0 211.669 autonoom ja
Stichting Tympaan Instituut 420/310 1.835.742 0 1.835.742 verplicht ja
Stichting Zorgbelang Zuid-Holland 420 3.272.091 0 3.272.091 autonoom ja
Opmerkingen indien er voor het jaar
verplichte, Discretionaire 2012 of volgende jaren wijzigingen
Product- Totaal facultatieve, of bevoegdheid van beleid voor deze subsidies aan de
Titel van de subsidieregeling groep subsidie Dekking: autonome taak bij deze taak? orde zijn.
Bijdragen
plafond derden Provinciale
2011 middelen
Verzetsmuseum 420 145.580 0 145.580 autonoom ja
Meander 420 1.611.606 0 1.611.606 verplicht ja
Stimulans 420 1.394.946 0 1.394.946 verplicht ja
PJ partners 420 1.535.593 0 1.535.593 verplicht ja
Stichting JSO 410/420 2.725.300 0 2.725.300 verplicht ja
Erfgoedhuis Zuid-Holland 430 2.070.413 0 2.070.413 autonoom ja
Jeugdtheaterhuis Zuid Holland 430 517.249 0 517.249 autonoom ja
Kunstgebouw 430 3.781.970 0 3.781.970 autonoom ja
TheatergroepMAX 430 52.500 0 52.500 autonoom ja Gefaseerde afbouw 2010.
Zuid-Hollandse Popunie 430 459.002 0 459.002 autonoom ja
Probiblio 430 5.430.337 0 5.430.337 verplicht nee
RTV Rijnmond 430 10.852.819 0 10.852.819 verplicht nee
RTV West 430 10.871.709 0 10.871.709 verplicht nee
SKR/S.E.O.P. 430 282.061 0 282.061 autonoom ja
Bevrijdingsfestival 430 22.689 0 22.689 autonoom ja
Tot en met 2012 subsidieverplichting
Kastelenstichting Holland en Zeeland 430 170.850 0 170.850 autonoom ja met Rijk aangegaan.
Subtotaal programma 4 173.736.523 125.363.455 48.373.068
Programma 6: Daadkrachtig en
slagvaardig bestuur
Vereniging Reddingsbrigades
Nederland-KNBRD 610 7.715 0 7.715 autonoom nee
Subtotaal programma 6 7.715 0 7.715
Opmerkingen indien er voor het jaar
verplichte, Discretionaire 2012 of volgende jaren wijzigingen
Product- Totaal facultatieve, of bevoegdheid van beleid voor deze subsidies aan de
Titel van de subsidieregeling groep subsidie Dekking: autonome taak bij deze taak? orde zijn.
Bijdragen
plafond derden Provinciale
2011 middelen
facultatief - - -