Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Geschiedenis Media Landschap
Wat is er belangrijk vanuit de powerpointslides?
Hoorcollege 1
Geschiedenis van media en communicatie
GML pakt 1440 ongeveer als startpunt (overgang middeleeuwen naar nieuwe tijd, ca. 1500) ER IS GEEN NULPUNT,
waar toen een vroeg-moderne, moderne (en hedendaagse) periode heerste. GML richt zich op het modernde westen:
West-Europa en de VS.
Vooral de:
Boekdrukkunst(pers)
Telegrafie en telefonie
Film
Radio en televisie
Mobiele media
Digitale media
Uitgangspunten
Media hebben een centrale rol in historische ontwikkeling van onze cultuur.
Media functioneren “in context”
Media functioneren in verband met elkaar.
Modernisering
Medialandschap
Orale cultuur
Printcultuur
Transport
Posterijen
Grammofoon en typemachine
Telecommunicatie (telegrafie en telefonie)
Visuele cultuur (fotografie, film, musea, etc.)
Broadcasting (radio, tv)
Digitale/netwerk media (internet)
Media functioneren..
.. binnen diverse domeinen: (m.n. religie, onderwijs, politiek, journalistiek, commercie, kunst en populaire cultuur)
.. voor verschillende “publieken”
.. met verschillende doelen
.. als middel voor communicatie: contact, uitwisseling, verspreiding
.. als bron informatie, educatie, entertainment
.. als getuige, opiniemaker, geheugen en “archief van media events
Deel 2, HC 1 à van die saaie duitse snorrenmans. Joelie hebben vast nok nooit ein floppydisk gesehen?
“Bias of Communication” en de “Publieke Sfeer”
Belangrijke uitspraken:
“A medium of communication has an important influence on the dissemination of knowledge over space and over time
and it becomes necessary to study its characteristics in order to appraise its influence in its cultural setting. According to
its characteristics it may be better suited to the dissemination of knowledge over time than over space, particularly if the
medium is heavy and durable and not suited to transportation or to the dissemination of knowledge over space than over
time, particularly if the medium is light and easily transported.’
Dissemination = verspreiding
Hoe zwaarder het medium, hoe moeilijker te verspreiden.
“The relative emphasis on time or space will imply a bias of significance to the culture in wich it is imbedded.”
Emphasis = nadruk
Bias = (ongeveer) vooroordeel
Imbedded = ingebed
Significance = betekenis
“Our knowledge of the other civilizations depends in large part on the character of the media used by each civilization in
so far as it is capable of being preserved or of being made accessible by discovery as in the case of the results of
archaeological expeditions”
We hebben meer kennis van oude bevolkingen, op het moment dat gebruikte media van een bevolking goed preserved
kan blijven.
“The bias of modern civilization incidental to the newspaper and the radio will presume a perspective in consideration of
civilizations dominated by other media.”
Presume = veronderstellen
Consideration = aandacht
Incidental to = in verband met
?? Moderne bevolkingen zullen door kranten en radio een aangetast perspectief hebben op bevolkingen dankzij media.
“We can perhaps assume that the use of a medium of communication over a long period will to some extent influence the
character of knowledge to be communicated and suggest that its pervasive influence will become exceedingly difficult to
maintain and that the advantages of a new medium will become such as to lead to the emergence of a new civilization.”
Pervasive = doordringend
“The growth of city states assumed continuity in time and the development of writhing and reading by which the complex
system of accounting could be made intelligible to individuals and to their successors. Alluvial clay as the medium for
writhing had implications for the Sumerian civilization in the difficulties of transport and the tendency to encourage the
development of a decentralized society.”
Intelligible = begrijpelijk.
Accounting = boekhoudkundige
Successors = opvolgers
De groei van steden zorgde voor continuïteit in tijd en ontwikkeling van schrijven en lezen zodat iedere idioot op een
gegeven moment kon lezen. Zware media (klei) zorgde voor decentralisatie omdat het moeilijk te transporteren was.
“De bourgeoisie rukt door de snelle verbetering van alle productiemiddelen, door het onnodig gemakkelijker verkeer
[???] alle, ook de meest barbaarse volken in de kring van de beschaving.”
“Van tijd tot tijd zegevieren de arbeiders, maar slechts voorbijgaand. Het eigenlijk resultaat van hun gevechten is niet
het onmiddellijk resultaat, maar de altijd verder om zich grijpende vereniging van de arbeiders. Zij wordt bevorderd
door de toenemende verkeersmiddelen, die door de grootindustrie worden voorgebracht en die de arbeiders van de
verschillende streken met elkaar in verbinding brengt.”
Jürgen Habermas (*1929) Frankfurter Schule
“The structural transformation of the public sphere”
Immanuel Kant (1724-1804)
“Was ist Aufklärurig?” (1784)
“Ik bedoel namelijk onder het openbare gebruik van het verstand datgene, wat iemand tot verstands-deskundige voor het
hele lezerspubliek maakt”
Hoorcollege 2
Dynamiek van het medialandschap.
Publieke sfeer
1.
openbaar forum voor debat
“burgers” (niet privé personen of staat)
Publieke sfeer onderscheiden van privé sfeer
“publiek”:gemeenschap, kritisch, mondig
Publiek opinie
= de macht van de meerderheid?
= een constructie van de media?
Opfrissen
Economisch:
Agrarisch (middeleeuwen, ca. 500)
Handelskapitalisme (vroegmodern, ca. 1500)
Industrie- en consumptie kapitalisme (modern, ca. 1800)
Politiek:
Feodaal koningschap (middeleeuwen)
New monarchy en absolutisme (vroeg-modern)
Parlementaire democratie (modern)
Industriële revolutie
Massaproduktie voor massamarkten
Wereldwijd transport van grondstoffen en produkten
Natiestaten – (geo)politiek en cultureel
Kolonialisme – handel, (geo)politiek en cultureel.
LET OP: Modernisering verloopt niet op alle plaatsen hetzelfde en niet op alle plaatsen tegelijkertijd. Het proces is
geografisch en historisch gedifferentieerd.
Introductie onderscheid tussen privé-sfeer en de sfeer van het openbaar (staats-)gezag (de overheid)
Introductie van een publieke sfeer in ontmoetingsplekken voor burgers.
Vorming van publieke sfeer als sociaal domein voor rationeel debat tussen burgers: een platform voor
constructie van sociale identiteit: burger wil meer zijn dan een onderdaan.
Publieke sfeer wordt basis voor ondergraving, verandering van het: staatsgezag (geleidelijk aan sterker
wordende roep om parlementaire democratie.
Bias of communication
Media nooit neutraal
Media structuren tijd en ruimte
Invloed van materialiteit (technologie) van media op historische ontwikkeling.
Mediafunctioneren..
à binnen diverse domeinen
à voor verschillende “publieken”
à met verschillende doelen
à als middel voor communicatie: contact, uitwisseling, verspreiding
à als bron informatie, educatie, entertainment
à als getuige, opiniemaker, geheugen en “archief’.
Visie op mediageschiedschrijving
Wie Wat Waarmee Waar “wie stuurt waarmee waar welke boodschap aan wie”
Geen technologisch determinisme
Geen teleogische verklaring
Geen (strikt) lineaire geschiedschrijving
Bewust van perspectief
Vanuit Innis: welke rol spelen technologische en materiële eigenschappen een rol in het functioneren van media, en
(daarmee) in de wijze waarop zij een samenleving/cultuur beïnvloeden (bias)
Periodisering medialandschap
Transformatie: processen van verandering, (inclusief constanten!)
Samenhang: economische, politieke, en culturele modernisering
Uitwisseling: invloed van media op elkaar
Voorbeeldvragen
Hoorcollege 3
Oraliteit en schriftcultuur
Vroegmoderne media
Oude media: kerkdiensten, liederen, optochten, spektakels, theater, kermis, handgeschreven manuscripten,
schilderijen etc.
Nieuwe media: drukwerk zoals pamfletten, (spot-)prenten, kranten, wetenschappelijk werk, vakboeken en
naslagwerken, literair “amusement”, romans, etc.
Culturele expansie
Uitwisseling(nieuwe producten, kennis, technieken, “exotica”)
Sensaties (prenten en reisverhalen)
Wetenschap en wereldbeeld:
Van gutenberg bijbel(ca. 1452) tot diderot’s encyclopedie (1751-1772)
Impact drukpers
Angsten en bezwaren
Kerk en machthebbers waren bang voor ondermijning gezag: ketterij, immoraliteit, magie
Afhankelijkheid van analfabeten
Reproducties: fouten en onbetrouwbaarheid
Commercieel belang: kwaliteitsverlaging en vulgarisering
Regulering
ad 1+2 Hoe sterker censuur en belastingdruk, hoe moeilijker vorming van openbaarheid.
Ad 3: dialoog(vorst “speelt” vorst en volk “speelt” volk)
Multimediaal* volksvermaak
Reproductie
Walter Benjamin
“het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid” à verlies van aura: uniciteit in tijd en plaats.
Nieuwe genres
Nieuwsvoorziening
Kranten en pamfletten
Kritiek en opinievorming.
Amusement
Voorbeeld: de bibliotheque bleue (blauwe boekjes)
Roddels, reisverhalen en romances
Amusement wordt commercieel interessant.
Cartografie
1507 (martin waldseemüller) eerste wereldkaart, incl. “amerika”
Revolutie of evolutie?
Kanttekening Briggs & Burke:
Proces had eerder karakter van evolutie dan revolutie: langzamer niet-lineair.
Drukpers als technologie veroorzaakte niets. Dat deden wel de schrijvers, drukkers en lezers: de ‘praktijk’.
Drukpers te beschouwen als onderdeel van veel breder scala van gerelateerde media en
communicatietechnieken.
Kennisorganisatie
“mediated literacy”
Briggs & Burke: veel “tweedehands-lezen”, voorleestradities, populaire cultuur, notariële beroepen
In stilte lezen
Individualisme
Verinnerlijking en vergelijking
Zonder directe bemiddeling en autoriteit
Walter Ong
Orale cultuur
Participatoire mystiek
Bevorderen gemeenschapszin
Concentratie op het moment(“event”)
Standaard formuleringen
Maar;
Gebaseerd op schriftcultuur en: gemediatiseerde aanwezigheid.
Hoorcollege 4
Massapers en de verbeelde gemeenschap
Asynchrone ontwikkeling!
Engeland(1760-1840), manchester
Nederland(1850-1890), Twente
België(1790-1850), Luikse bekken
Age of Invention
James Watt en Spinning Janny
De massa
Technologie en pers
Gutenberg pers 16e eeuw
Koenig’s stoompers 1814
Wat is er ‘nieuw(er)’?
Kranten
Maar ook: pamfletten en manifesten
Wetenschappelijke publicaties
Romans
Toegang(access) en participatie
Commodity = handelswaar
Secular = wereldlijk
“unselfconsciousness processes resulting from the explosive interaction between capitalism, technology and human
linguistic diversity.”
“the convergence of capitalism and print technology on the fatal diversity of human language created the possibility of a
new form of imagined community, wich in its basic morphology set the stage for the modern nation.”
Convergence = convergentie
Morphology = vormleer
Kernideëen
Digitale revolutie
The bias: ruimteoverschrijdend
Engels als Lingua franca
Wereldburgerschap
Handel drijven, zonder dat je het fysiek in bezit hebt (tegenwoordig: pinnen))
Hoorcollege 5
Bedrading ruimte en tijd.
“But industrial demands meant fresh emphasis on the ceaseless flow of mechanical time. Establishment of time zones
facilitated the introduction of uniformity in regions. An advance in the state of industrialism reflected in the speed of the
newspaper press and the radio meant a decline in the importance of biological time determined by agriculture.”
Ceaseless = onophoudelijk
Diffuse = verspreiding
Geglielmo Marconi(1874-1937
Hoorcollege 6
Film en populaire attracties
Visuele cultuur
Rol en betekenis van beelden in onze cultuur.
Intermediaal perspectief:
1. beelden migreren tussen media
2. media zijn onderling verbonden
Kenmerkend
Storage medium (opname en latere projectie)
Reizend medium: reizende camera’s, reizende “bioscopen”, wereldwijde circulatie film
Publiek vertongsmedium
Ons perspectief
Film als representatiemedium: onderlinge relatie representatietechnologien (schilderkunst, fotografie, optical toys,
etc.)
Film als vertoningsmedium(dispositief): relatie met andere vertoningspraktijken(panorama’s, musea, theater,
vaudeville, etc.) + film als historisch veranderend dispositief
Wisselwerking met de toeschouwer: eerste openbare filmvoorstelling als het begin van het “cinematiografisch
dispositief” (engels: apparatus)
N.B. uitgaande van ‘hollywood’ cinema: 1,2 en 3 produceren samen het werkelijkheids-effect van de filmische illusie.
Voorbeelden:
Vanessa schwartz spectacular realities: early mass culture in fin-de-siecle paris (1998); zie ook “cinematic spectatorship
before the apparatus” (1995)
Frank kessler’s: “the cinema of attractions as dispositif in wanda strauven (red.) The cinema of Atrractions reloaded
(2006)
Bewegend beeld
Bewegende beelden bestonden al sinds begin 19e eeuw, ook in projectie (1860)
Film= fotografie + illusie beweging + projectie + publiek
Novelty phase: nieuwe uitvinding film als attraktie
Fantasmagorie 1849
Genres en programma’s
Tot ca. 1903: film in multimediaal programma afgewisseld met variëteit (muziek, trucs, dans, etc.)
Filmprogramma’s bestaande uit meerdere titels (korte films van eklele minuten): afwisseling verschillende
genres (komedies, drama’s, reisfilms, actualitieten)
Ca. 1910 opkomst langere films (features)
Filmpublieken
Hoorcollege 7
Telefonie
KH tweets
“in deze tijd van mondialisering zijn snelheden vergroot en afstanden verkleind. Technische vooruitgang en
individualisering hebben de mens onafhankelijker gemaakt. […]
Je spreekt elkaar zonder gesprek, je kijkt naar elkaar zonder de ander te zien. Mensen communiceren via snelle korte
boodschapjes. […] Maar zonder enig ‘wij-gevoel’ wordt ons bestaan leeg. Met virtuele ontmoetingen is die leegte niet te
vullen, integendeel, afstanden worden juist vergroot […] De moderne technische mogelijkheden lijken mensen wel
dichter bij elkaar te brengen maar ze blijven op ‘veilige’ afstand, schuilgaand achter hun schermen. Wij kunnen nu
spreken zonder tevoorschijn te komen, zonder zelf gezien te worden, anoniem.” Kerstrede koningin 2009
Waarom is dit bullshit? Omdat het KH vervolgens zelf op twitter zit. POWNED.
Technische revolutie
Cultureel landschap
Wereldtentoonstellingen
Uitgangspunten
Sinds elektriciteit: verwijdering tussen experts (ontwikkelaars) en gebruikers (consumenten) van technologie
(apparaten)
Nieuwe technologieën moeten een plek veroveren binnen de bestaande sociale orde die door de vernieuwingen
uit balans (in “crisis”) is.
1876 patent voor Graham Bell (“wint” van Antonio Meucci, Elisha Gray e.a.)
1891 automatische telefooncentrale (stowgren, de begrafenisondernemer)
1892 eerste netwerk(“exchange”) met directe verbinding (“network”). N.B.: centrales bleven daarnaast ook
gangbaar!
1915 eerste transcontinentale verbinding
1927 eerste transatlantische verbinding (via radio)
1935 wereldwijde verbinding mogelijk
Elektronisch en analoog
Geen codering (zoals bv.. alfabet en morse)
Op afstand, in netwerk
Simultaan, onmiddellijk
Communicatie: van transport naar overdracht informatie. Nu ook: dialoog (tweerichting communicatie)
Verbinding met de wereld vanuit de privé sfeer
Abolishing = afschaffen
1891 “500 miles and return in 5 minutes. The mail is quick: telegraph quicker; but Long Distance telephone is
instantaneous and you don’t have to wait for an answer.”
Telfonie en tijd
Tele-fonie
“Any invention or technology is an extension or self-amputation of our physical bodies, and such extension also demands
new ratios or new equilibriums among the other organs and extensions of the body”
Equilibriums = evenwichten
Vroege gebruiken
Van instrument voor communicatie tot social medium:
“With the advent of the Telephone and other new media came relatively sudden and largely unanticipated possibilities of
mixing heterogeneous social worlds – a useful opportunity fors ome. A dreadful intrusion for others.
New media took social risks, by permitting outsiders to cross boudaries of race, gender and class without penalty. They
provided new ways to silence underclasses and to challenge authority by altering customary orders of secrecy and
publicity, and customary properties of address and interaction.” (marvin: 107)
Gleichstaltung
Individu > volksgemeenschap
Entertainment/censuur
Direct address
To speak ‘the truth’
Lying by omission
Demonisering (en verheerlijking)
Informatiemanagement/spin control
Kolonisering en
Marginalisering van openbaarheid
Structure – agency
De macht van propaganda
Injectienaaldmodel
Nicholas Reeves: myth or reality
Injectienaald methode
à MAAR:
Hoorcollege 9
Televisie: nationale en Europese publieke ruimte.
1. Introductie
1. Veranderend televisielandschap
Europees cultuurbeleid:
Television without Frontiers directive (1984, 1989, 1997)
EU media programma (vanaf 1986)
Transnationale politiek
ARTE (1992, Frans-Duits televisienetwerk)
Privé-initiatieven
1982: Sky Channel (murdoch), 1990: BSB
1987: MTV Europe
1988: European Business Channel (Genf)
1989: Eurosport (EBU initiatief)
1992/3: Euronews (EBU initiatief
CONCLUSIE:In het public service tijdperk van televisie (grofweg de periode 1945-1975) hebben de
natiestaten televisie primair ten behoeve van nationale belangen vormgegeven. Daarmee werd de constructie van een
Europese publieke sfeer (een werkelijk Europese televisieruimte) belemmerd.
De constructie van een Europese publieke ruimte op televisie is alleen gelukt op drie
programmagebieden.
Muziek (MTV europe)
Sport (eurosport)
Nieuws (euronews
CONCULSIE:
Televisie: nationaal en europees, homogeniserend en erkenning van verschil.
Europa = eenheid in verscheidenheid, erkenning van verschil.
Spanning tussen nationale en Europese identiteit via televisie.
Hoorcollege 10
Televisie wereldwijd: Media Events
Genre(>ceremoniële televisie)
Interruptie van alledaagse televisie routine (kijker & omroep)
Monopolistisch (op alle zenders uitgezonden)
Rechtstreeks (live)
Buiten de media georganiseerd
à remote locations (schouwplaats buiten de media)
Vooruit gepland
à beperking van corpus (ceremonies, rituelen) vs. New events, event status programming (caldwell), phenomenal television
(lotz)
Publieke sfeer
Mediaspecifiek:
À realization of the full potential of electronic media technology pag. 15
USA (CBS)
Nederland(clip)
Rekening houden met fenomenen die soortgelijke functies hebben (imaginaire gemeenschap, reconciliatie)
Meer en/of andere events door verbeterde technologie
Veranderd medialandschap (post-network era)
Rekening houden met effecten van andere organisatievormen van televisie, bijv. staatstelevisie in totalitaire
staten
Eurovisie
Koppeling van nationale zendernetten
à internationalisering van Media Events
Voorbeeld: kroning koningin Elizabeth II (02-06-1953)
Satelliettechnologie
Wereldwijd televisienet
Voorbeelden: Olympische spelen in Tokio(1964), Bokswedstrijden van Muhammead Ali(jaren ’70), OUR WORLD (1967)
ketenschakeling rond de wereld.
à imaginaire gemeenschap van de televisiekijker
Hoorcollege 11
Convergentie en netwerken: het internet
Aansachtspunten:
Internet (Standage 1998:vii-viii)
“a new Communications technology was developed that allowed people to communicate almost instantly across great
distances, in effect shrinking the World faster and further than ever before […] [1] revolutionized business practice, gave
rise to new forms of crime, and inundated its users with a deluge of information. […] The benefits of the network were
relentlessly hyped by its advocates and dismissed by the skeptics. […] Attitudes toward everything from new gathering to
diplomacy had to be completely rethought.”
Inundated = overspoeld
Deluge = zondvloed
Relentlessly = meedogenloos
Internet?
Tom standage, The Victorian internet: “the remarkable story of the telegraph and the nineteenth century’s on-line pioneers
(1998)
Zeitgeist 1870-1910
Opkomst van
“the first unified electric sphere” (armand mattelart, networking the world 1794-2000 2008:10)
Spoorwegbedrijven als “the earliest modern corporations” (mattelart 2000: 10)
Globalisering op economisch en politiek niveau
Tijdperk gekenmerkt door grote doorbraken en optimisme over de toekomst: Belle Époque
Paul Otlet
Sterk geloof in de positieve gevolgen van het samenbrengen en beschikbaar maken van alle kennis
Zag het als noodzakelijk om de nieuwste media voor dat doel in te zetten (convergentie)
“Dieu lui-même” otlet
Overal aanwezig kunnen zijn, alles zien, alles horen en alles weten: dat is het menselijk sterven!
Militair-industrieel complex
Academische idealen
Miniaturisering (wet van moore)
Digitalisering
Privatisering en deregulatie
“a yearning to connect”
Internet als minifestatie van het ideaal van de open ontmoetingsplaats, van de plek waar het rationeel debat
door iedereen gevoerd kan worden. Habermas’ publieke sfeer nu (eindelijk) op globale schaal bewerkstelligd?
Ja – zeggen de idealisten, de PR-marketeers, de technologie-fanaten.
Nee – zeggen de sceptici, de sociaal- en culturele- wetenschappers… en Habermas. (say wuuut?!)
Habermas’ heritage
Het internet biedt dan misschien meer mogelijkheden tot participatie, maar het wordt tegelijkertijd gezien als een afspiegeling
van de consumenten-maatschappij waarin het democratisch debat is gereduceerd tot het telkens maken van simpele
keuzes, te midden van een stroom aan snel entertainment.
Pieter Boeder, “habermas heritage: the future of the public sphere in the network society”(2005)
Habermas’ heritage
“in the context of liberal regimes, the rise of millions of fragmented chat rooms across the world tend instead to lead to the
fragmentation of large but politically focused mass audiences into a huge number of isolated issue publics”
Jürgen habermas, “political communication in media society: does democracy still enjoy an epistemie dimension? The impact
of normative theory on empirical research.” (2006)
Babel… droom
“The dream of reestablishing the pre-babel ‘great human family’ is present throughout the history of the
imaginary of communication networks”(mattelart 2000:20)
“the internet is dominated by white, well off, English speaking, educated males, most of whom are USA
citizens” (Alinta Thornton, Does internet create democracy? 1996)
Hoorcollege 12
Convergentie en netwerken: Mobiele media.
Aandachtspunten
Erkki Huhtamo, in the Routledge companion to Film history edited by William Guynn (2010) 203
“media archaeologists claim they are ‘excavating’ forgotten media-cultural phenomena that have been left outside the
canonized narratives about media culture and history. Histories of suppressed, neglected, and forgotten media have begun
to appear, ones that do not point selectively and theologically to the present cultural situation and currently dominant
media as their ‘perfection’, as traditional histories (including cinema history) often do. They have challenged the
‘rejection of history’ by modern media culture and theory alike by pointing out hitherto unnoticed continuities and
ruptures. As a consequence, the area considered relevant for media studies has begun to expand both temporally and
spatially.”
Excavating = uitgraven
Cononized = ??
Hitherto = tot nu toe
Ruptures = breuken
Media archeologie: Meerdere, parallelle historische lijnen, niet slechts één richting (nu) met één doel (perfectie)
Mobiele media
Mobiele media
Mobiele telefonie à 1947 en in 1973, nagespeeld in 2007 (??)
Laptops 1975
Walkman’s 1979 à mp3 spelers
Mobiel internet (modem, wifi 3G)(1998/2000)
PDA’s (1996) en smartphones (2000)
Persoonlijke GPS navigatie systemen(2000)
Single games (1980) en games consoles (1989)
eBook readers (1998)
iPad(2010)
Hybriditeit en conergentie
Hybriditeit te zien als gevolg van digitalisering (alles in 1 code/medium) en convergentie (samenkomen platformen)
Één apparaat voor meerdere media
Één platform voor meerdere gebruiken
Mix van technologieën, media, stijlen, genres, etc. geen “essentie”: de gelaagheid is karakteristiek.
Werkt op meerdere niveau’s door in onze cultuur (remixing, intermedialiteit, bricolage, etc.)
Mobiliteit en locatie-specificiteit
Hybriditeit apparaat: mobiliteit + binding locatie
Interface: diversiteit aan relaties met locatie/ruimte hierdoor: hybride ruimte
Virtuele ruimte (van bubble (Bull) naar floating (Gergen) bi-locatie (telefonie, online)
Augmented space: locatie-specifieke informatie lagen (v.b. layar)
Locative media
Mobiliteit + locatiebepaling (GPS, wifi, RFID, camera etc.)Diverse genres: pervasive gaming; interactive tours, urban
screens, media ‘op locatie’.
Bias
Wat is de bias van mobiele media? Wat is de bias van locative media?
Van space-bound media(krant/radio/tv)naar time-bound(secondary) orality van internet en mobiele
telefonienaar locatieve media als time/space-bound
Participatie en community
Gergen’s floating worlds:
Door transport en media – scheiding werelden en social cirkels
Mobiele telefonie: herstel verbindingen (onafhankeljik van locatie), nieuwe gemeenschappen, maar wel individueel en
gefragmenteerd.
Identiteit gebaseerd op relaties en netwerken:“i am linked, therefore i am”
Sociale gevolgen media: spanningen tussen fragmentatie en verbinding.
Connectiviteit en “empowerment”
Howard Rheingold – smart mobs: the next social revolution (2002)
“The people who make up smart mobs cooperate in ways never before possible because they carry devices that possess both
communication and computing capabilities. Their mobile devices connect them with other information devices in the
environment as well as with other people’s telephones. […]
Media cartels and government agencies are seeking to reimpose the regime of the broadcast era in wich the customers of
technology will be deprived of the power to create and left only with the power to consume […]
Are the populations of tomorrow going to be users, like the PC owners and website creators who turned technology to
widespread innovation? Or will they be consumers, constrained from innovation and locked into the technology and
business models of the most powerful entrenched interests?