u

E Sport& r o o n a a
l N a t i
L o k
Pro
a
v
a
iEuropa
n c
l
i
Ea a
u
l
r o p
a a
Lo k
o n a a l Pr o v i n

a
N Lok st i l
Haal meer uit Europa
a
e
a
Subsidiëring als

e
financierings­

p
i a a l

o
c
mogelijkheid:
i n
r
ro v Hoe benut je de

u ationaal
mogelijkheden?

Sport & Europa

e
in de praktijk

l N p
Nederlandse

aa o
sportorganisaties

r
vertellen over hun

u
Europese ervaringen

nc
o k
i
a
a
a
a
l
l
E l
En ook:
a l
a i a
Brussels advies en de
c
n a p
v i n
visie van sportkoepel
Pr o
io
NOC*NSF
 52 Sport&Europa

Inhoud
Interviews
NOC*NSF kritisch, maar positief over Europa 54
Europa heeft sport omarmd, toch gaat er nauwelijks geld naartoe...

Bart Ooijen, sportexpert in Brussel 56

“Wordt onderdeel van het dynamische Europese netwerk”

Europa in de praktijk
Sport&Europa

Europese samenwerking met lokale impact 58

De Sportbank in Den Haag doet subsidieaanvraag

Vergroot de kans op subsidie 60

Nederlandse Sport Alliantie weet de weg naar Europa goed te vinden

Closing the gap dankzij Europa

Atletiekunie onderzoekt waarom vrouwen niet op leiderschapsposities terechtkomen
62 54
Dopingautoriteit kan niet zonder Europa 64
Maak voor subsidieaanvraag gebruik van ervaringsdeskundigen

WOS brengt Europa en sport dichter bij elkaar 65

Nederland loopt op arbeidsgebied voorop in Europa

En verder...
Projectnieuws 58
Met: aandacht voor Europa op Sportbestuurderscongres, sportsubsidiewijzer live,
inschrijvingen voor ‘Europa on tour’ en ondersteuning voor sport bij EU

Hoe benut je subsidiemogelijkheden?

Gouden financieringsmogelijkheid voor sportprojecten
61
56
Wat er te halen valt bij provincie en gemeente 63
“Wie zijn kantine wil inzetten als dorpshuis, kan bij ons terecht”

Colofon
© 2010-2011 Arko Sports Media, Nieuwegein

Teksten Friso Schotanus, Joost Hanewinkel en

Coen Kaaij (Het Sportbureau), Peter Donders (BMC),
Claudia Smit

Redactie Claudia Smit

Partners NOC*NSF, BMC Management & Advies,

63
Arko Sports Media, Europafonds

Mede mogelijk gemaakt met middelen van:

SPORT Bestuur & Management | december 2010/januari 2011

Sport&Europa 53

Europa is
dichterbij
dan u
denkt

Moet ik me als bestuurder van een sportvereniging verdiepen in wat zich op Europees niveau
afspeelt op het terrein van de sport? U verwacht van mij wellicht een volmondig ja op deze vraag.
Maar dan moet ik u teleurstellen. Een bestuurder van een lokale vereniging, zonder eigen accom-
modatie en met actieve vrijwilligers en goede contacten met de lokale overheid of sportraad, redt
het heus wel zonder op de hoogte te zijn van alle mogelijkheden en consequenties van Europees
beleid of Europese programma’s. Het is nuttig te weten dat mensen met een paspoort van een
ander EU-land gewoon lid kunnen zijn van uw vereniging en kunnen meedoen aan de nationale
competities. En het kan handig zijn dat u weet dat 2011 het Europees Jaar van de Vrijwilliger is en
dat Nederland met Europa samen in dat kader lokale sportprojecten ondersteunt.

Het wordt een heel andere zaak als uw club meedraait in Europese competities, spelers of trainers
onder contract heeft, of een eigen accommodatie heeft die met hulp van de gemeente gerenoveerd
gaat worden. Of dat u graag meedoet aan een internationaal project gericht op de bevordering
van sport en gezondheid, de strijd tegen doping of sociale integratie. In die gevallen is het goed
dat u zich verder verdiept in sport en Europa. Dat hoeft overigens niet alleen de regelgeving voor
onderwerpen als transfers, btw of staatssteun te betreffen, maar ook Europese steun aan projec-
ten waarbij de sport betrokken is. Momenteel heeft de EU geen specifieke mogelijkheden voor
sportorganisaties om bij één loket aan te kloppen. Sportprojecten kunnen onderdeel zijn van aller-
lei bestaande programma’s zoals Jeugd in Actie en de onderwijsprogramma’s. Ook in regionale

64 programma’s kan sport een plek krijgen indien provincies daaraan prioriteit geven en de projecten
passen binnen de doelstellingen van die programma’s.

De Commissie onderzoekt nu of een apart sportprogramma met een eigen budget op EU-niveau
in de toekomst zinvol is. Dit vloeit voort uit de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in
december 2009, waarin is opgenomen dat de EU een, weliswaar beperkte, verantwoordelijkheid
heeft op het terrein van de sport. In dat kader zijn enkele Nederlandse organisaties al betrokken
bij door de EU ondersteunde projecten, zoals de Atletiekunie met enkele verenigingen op het ter-
rein van vrouw en sport en NISB met de expertise over het meedoen van allochtone jongeren in de
sportclub. Dat zijn interessante projecten omdat organisaties uit verschillende landen in Europa
van elkaar kunnen leren en aanbevelingen kunnen doen aan lokale en nationale organisaties en
overheden, alsook aan de EU. Op die manier heeft Europa ook invloed op de sportsector; óók op
die kleine, lokale vereniging. Misschien staat de EU toch minder ver van uw bed dan u als sport­
bestuurder denkt...

Michal Krejza
65
Hoofd Sportafdeling,
DG Onderwijs & Cultuur
Europese Commissie

december 2010/januari 2011 | SPORT Bestuur & Management

 54 Sport&Europa

Sport is het kind van rekening...

Maar NOC*NSF ziet

lichtpunten voor de
nabije toekomst
Sport&Europa

Met de ratificatie van het Verdrag van Lissabon eind 2009 is sport door aldus Dippel: “Zij zijn de aangewezen organi-
saties om over sportzaken contact te houden
Europa officieel omarmd. De Europese Unie neemt sport – op papier met de Europarlementariërs en het verant-
woordelijke ministerie in hun eigen land.
– nu net zo serieus als bijvoorbeeld cultuur. NOC*NSF is uiteraard Als elke koepel zich hiervoor inzet, komt het
belang van de sport echt goed aan. We moe-
verheugd over deze status, maar moet tot zijn teleurstelling vaststellen ten de Nederlandse Europarlementariërs beter
dat er vooralsnog nauwelijks meer geld naar de sport gaat. Voorzitter informeren over wat er speelt in de sport,
welke invloed Europa heeft op de sport en
André Bolhuis, directeur Gerard Dielessen en Marije Dippel, directeur wanneer het specifieke karakter van de sport
in het geding komt. Omgekeerd moet de sport
van het International Office van NOC*NSF aan het woord over de beter weten wanneer welke zaken spelen
in het Europees Parlement en daar tijdig op
hooggespannen verwachtingen. Bolhuis: “The proof of the pudding is inspelen. De relatie met de Europarlementari-
ërs is belangrijker dan het lidmaatschap van
in the eating en dat blijkt toch wat minder smaakvol dan verwacht.” allerlei Europese (sport)netwerken. Daar zijn
er zo ontzettend veel van en daarin zijn ook
al allerlei andere stakeholders actief. Als we
Om ‘Nederlands Sportland’ in Europa en daar- Europese lobby alles zelf willen oppakken, kunnen we fulltime
buiten op de kaart te zetten en internationaal Als het gaat om de belangenbehartiging in vergaderen op het gebied van sportgerela-
bij te dragen aan de Olympisch Beweging Europa, vaart NOC*NSF op het lobbybureau teerde onderwerpen in Europees verband. Dat
beschikt NOC*NSF sinds 2009 over een Inter- voor de sport in Brussel, het EOC EU Office. zal zeker wat opbrengen, maar voor NOC*NSF
national Office. Sinds de lancering van het Daar is de koepel sinds 1992 bij aangesloten. wegen de kosten niet op tegen de baten.”
Olympisch Plan 2028 heeft ook de interna- “Een fantastisch bureau”, vindt Marije Dippel.
tionale missie namelijk extra gewicht gekre- “Zij volgen nauwkeurig wat er gebeurt op het Teleurstelling
gen. Daarbij laat de sportkoepel zich graag gebied van EU en sport bij de verschillende Het gezamenlijk optreden van sportorganisaties
bijstaan door de andere stakeholders van het Europese instellingen. Zo volgen ze bijvoor- in Europa heeft er mede toe geleid dat sport is
plan, zoals de politiek, het bedrijfsleven en de beeld wat de Europese Commissie onder- opgenomen in het Verdrag van Lissabon, het
bestuurlijke partners. neemt sinds de verschijning van het witboek vervolg op de Europese grondwet die struikelde
over sport vorig jaar. Daarin presenteerde de over het “nee” van Nederland en Frankrijk.
Commissie haar sportbeleid en een ambitieus André Bolhuis beschouwt het sportartikel dan
actieplan. Maar het EOC EU Office houdt ook in ook als een kroon op het gezamenlijke werk,
Dippel: “De relatie met de gaten wat het Europees Parlement doet op maar doet tegelijkertijd een bittere vaststelling:
sportgerelateerd gebied.” “The proof of the pudding is in the eating en dat
Europarlementariërs blijkt toch wat minder smaakvol dan verwacht.
is belangrijker dan Belangrijke rol Europarlementariërs Want zowel financieel als wat betreft ‘het spe-
De nationale sportkoepels van landen die cifieke karakter’ wordt er nog steeds te weinig
het lidmaatschap van naast NOC*NSF aangesloten zijn bij het lob- rekening gehouden met sport. Tekenend voor
Europese netwerken” bybureau, spelen hierbij een belangrijke rol, de huidige situatie is bijvoorbeeld de discus-

SPORT Bestuur & Management | december 2010/januari 2011

 Sport&Europa
Bolhuis: “Wat wel goed
is: nationale sportkoepels
weten elkaar goed te vinden.
Ook het IOC slaagt erin met
één stem te spreken”
sie over de wijze waarop de EU en sport met
elkaar contact hebben, de zogenaamde struc-
turele dialoog. Daarover is het laatste woord
nog steeds niet gezegd en dan hebben we het
eigenlijk nergens over, alleen maar over wie er
wanneer aan tafel zitten.”
Gerard Dielessen is al even teleurgesteld:
“Sport lijkt tot nu toe niet voor te komen op de
Europese politieke agenda, terwijl het Verdrag
van Lissabon daartoe wel allerlei mogelijk­
heden biedt. Dit heeft natuurlijk ook te maken
met het feit dat de lidstaten vooral zelf willen
bepalen wat er in hun land met de sport moet
gebeuren, maar Europa kan met stimulerende
maatregelen veel betekenen op het gebied van
sportontwikkeling. Helaas heeft Europees Com-
missaris Androulla Vassiliou, die ook voor sport
verantwoordelijk is, deze mogelijkheid nog
steeds niet opgepakt. Via onze Europarlemen-
tariërs zal ik in ieder geval proberen de waarde
die sport voor onze samenleving kan hebben,
alsnog hoog op de Europese politieke agenda
te krijgen.” Marije Dippel vult Dielessen aan:
“Binnen de Commissie is sport een onderwerp
waarvoor gevochten moet worden. Als de ver-
antwoordelijke commissaris al niet warm loopt
voor sport, sta je al met 2-0 achter.”
Geen prioriteit
Bolhuis zei het al: er gaat nauwelijks meer
geld vanuit Europa naar de sport en de mon-
diale economische en financiële crisis is
daarvan een belangrijke oorzaak. Sport krijgt
voorlopig geen (financiële) prioriteit. Nu de
begroting van de Europese Commissie door
het Parlement is afgewezen, vraagt Dippel
zich ernstig af of er in de toekomst wel meer
financieringsmogelijkheden komen voor sport
dan voorheen. “Een aandachtspunt blijft ver-
der dat Europese financieringsmogelijkheden
bijna nooit rechtstreeks aan sport gekoppeld
zijn”, vervolgt Dippel. “Het gaat altijd over
zaken als educatie, gezondheidszorg en anti-
discriminatie waarin via sport wordt geïnves-
teerd. En daar zit de gemiddelde sportorga-
nisatie niet op te wachten. Natuurlijk zijn ze
geïnteresseerd in additionele financiering,
maar als de regeling waarop ze een beroep
moeten doen primair andere doelen heeft, is
de aarzeling te begrijpen. De koudwatervrees,
55
Dielessen: “Sport lijkt tot
nu toe niet voor te komen
op de Europese politieke
agenda”
de aarzeling om van dit soort financieringsre-
gelingen gebruik te maken, moeten we echter
wel proberen weg te nemen en in dat kader is
de ontwikkeling van de (Europese) Sportsubsi-
diewijzer ook zo belangrijk.”
Hoopvolle aanknopingspunten
Toch is het niet alleen maar kommer en kwel,
benadrukken de koepelvoorzitter en de direc-
teur. Vooral met het oog op de toekomst zijn er
hoopvolle aanknopingpunten. Dielessen: “Wat
wel heel goed is, is dat NOC*NSF en een aan-
tal andere nationale sportkoepels elkaar goed
weten te vinden en dat ook het IOC erin geslaagd
is met de Internationale en Europese Federaties
de gelederen te sluiten en met één stem te spre-
ken.” Bolhuis: “Nog een lichtpunt is dat in de
eerste helft van 2010 de Hongaren het EU-voor-
zitterschap overnemen. De President van Hon-
garije, Pál Schmitt, is een Olympische schermer
(goud in Mexico in 1968), heeft jarenlange erva-
ring in het Europees Parlement en is ook IOC-lid.
Deze president belichaamt de toe­nadering tus-
sen de EU en sport eigenlijk al. En dat leidt hope-
lijk tot stappen in de goede richting.”
december 2010/januari 2011 | SPORT Bestuur & Management
 56 Sport&Europa

Brussels advies: Nederland kan leren van andere EU-landen

“Word onderdeel
van het dynamische
Europese netwerk”
Sport&Europa

Bart Ooijen is als sportexpert in Brussel werkzaam bij de Sport Unit

van het directoraat Educatie en Cultuur van de Europese Unie. Hij
kent dus als geen ander het Europese speelveld van de sport en de
manier waarop je de kans op het binnenhalen van subsidies vergroot.
Zijn gouden tip: investeer in internationale contacten. Want: “Wij
Nederlanders zijn te veel geneigd problemen zelf op te lossen, terwijl
we kunnen leren van organisaties in andere EU-landen.”

“Weet welke Bart Ooijen reageerde onlangs op de site van

NOC*NSF op de stelling dat “de Nederlandse
precies weten hoe je een sportaanvraag moet
indienen. Volgens Ooijen zijn dit soort speci-

mogelijkheden
sport er zonder aanvullende ondersteuning alisten ook in Nederland wel te vinden, met
niet in zal slagen om optimaal gebruik te name bij universiteiten en grote steden, maar
maken van de financieringsmogelijkheden ontbreekt het aan kruisbestuiving van kennis.

er zijn en zoek die de EU biedt.” Want, het zij nog maar eens
gezegd, Europa staat bij sportorganisaties
“Ik denk niet dat het nodig is om in Neder-
land permanent een gespecialiseerd bureau

naar Europese
niet of nauwelijks op de radar. Een belang- voor de sport op te tuigen. Er zijn in Neder-
rijk onderdeel van het probleem is volgens land genoeg adviesbureaus, maar dit soort
Ooijen het feit dat er bij Nederlandse instel- consultancybureaus kost veel geld. Nee, kijk

partners lingen nogal eens sprake is van een geringe

Europese oriëntatie. “Iedereen in Nederland is
liever naar goede Nederlandse voorbeelden.
Zo heeft het Nederlands Instituut voor Sport

voor je een
geïnteresseerd in Europese kampioenschap- en Bewegen (NISB) onlangs Europese subsidie
pen en men wil elkaar graag ontmoeten”, legt toegewezen gekregen op het terrein van sport-
Ooijen uit. “Maar wat er precies in Europa participatie door allochtonen. Zij beschikten al

aanvraag doet” gebeurt, wat voor wetgeving er is, hoe er sub-

sidie verkregen kan worden door Europese
samenwerkingsverbanden aan te gaan, daar
mankeert het in Nederland nog aan ervaring
en expertise.”
Inhaalslag
Italië is een van de landen die de weg naar
de Europese subsidiepotten wel kent. Daar
zijn ook gespecialiseerde bureaus te vinden,
vaak onderdeel van de provincie of regio, die
over kennis omtrent de jeugdprogramma’s van
de Europese Unie en zijn lid van het Europese
netwerk voor sport en gezondheid. Andere
sportorganisaties zouden van die knowhow
gebruik moeten maken. Maar in Nederland
denken we nog iets te veel in hokjes. Er moet
dus een inhaalslag worden gemaakt en op dat
gebied geloof ik wel in ondersteuning. Leg één
keer goed uit hoe een aantal van deze Euro-
pese programma’s in elkaar zit, hoe je zo’n
aanvraag indient en waaraan je moet voldoen

SPORT Bestuur & Management | december 2010/januari 2011

 Sport&Europa
om zo’n programma te kunnen uitvoeren.
Want daar denken mensen vaak te gemak-
kelijk over. Het is geen kwestie van ‘even een
formuliertje invullen’. Je moet een methodiek
kiezen die matcht met de doelstellingen van
een bepaalde Europese regeling. Als je daar-
aan voldoet, gaat het de goede kant op. Uit-
eindelijk draait het om de kwaliteit; een goede
methodiek met een duidelijk gekwantificeerde
output.”
Voortraject
Een ander, minstens zo belangrijk aspect
van een succesvolle aanvraag, zit ’m in het
voortraject, legt Ooijen uit. “Voordat je een
aanvraag kunt doen, moet je weten welke
mogelijkheden er zijn en moet je op zoek gaan
naar Europese partners met wie je samen
kunt optrekken. Je kunt proberen jezelf op de
hoogte te stellen van alle regels. Maar ik weet
niet of Nederlandse sportorganisaties nou
zo nodig het hele handboek voor Europese
subsidieprogramma’s uit hun hoofd moe-
“Het
mankeert in
Nederland
nog aan
ervaring en
expertise”
AFBEELDING: DREAMSTIME.COM
ten kennen. Het is veel handiger om actief te
zijn binnen bestaande Europese netwerken.
Investeer daarin en denk mee over projectaan-
vragen. Zoek buitenlandse partners op bij de
aanpak van thema’s. Daar zit ’m de crux. De
gedachte in Nederland is nu vaak: ‘We hebben
een probleem en dat gaan we zelf oplossen.’
Het besef om in het buitenland te kijken hoe
zij het doen, dat is vervaagd, omdat we zelf
redelijk goed zijn in het bedenken van oplos-
singen.”
Investeren in relaties
De vraag is of de afstand tussen Nederland
en Europese partnerorganisaties, zoals de
ENGSO (Europese koepelorganisatie van non-
gouvernementele organisaties in de sport)
nog wel te overbruggen is. Ooijen: “Als het
EOC EU Office (vertegenwoordiging van Euro-
pese Olympisch Comités in Brussel, red.) met
een aanvraag komt en Nederland zit er niet
bij, dan moet je bij jezelf te rade gaan. Dan zit
je te ver van het vuur. Als je helemaal geen lid
57
bent van een Europees netwerk, wordt het nog
moeilijker. Nederlandse organisaties moeten
investeren in relaties. Dus niet alleen op jaar-
vergaderingen aanwezig zijn. Je moet goed
kijken of samenwerking mogelijk is en zelf
initiatief nemen. Anders word je niet gevraagd
om mee te doen. Vaak zijn organisaties wel lid
van diverse Europese sportorganisaties, maar
als je niet hebt geïnvesteerd in contacten of
je bent geen lid van een specifiek platform,
dan moet je opeens je vrienden zoeken op het
moment dat je een aanvraag wilt indienen.
De vraag is of sportbonden in Nederland
genoeg tijd kunnen vrijmaken om te lobbyen.
Als daarvoor niet voldoende mensen zijn, heb
je een probleem. Zulke investeringen beta-
len zich nooit meteen terug. Het betekent dat
iemand misschien iets vaker naar Brussel
moet gaan of net iets actiever alle ontwikke-
lingen moet volgen. En als je daar geen tijd of
mankracht voor hebt, dan moet je dat wellicht
coördineren. Misschien ontberen wij in Neder-
land de cultuur om te investeren in relaties.”
Match
“Ik probeer vanuit mijn huidige functie wel
iets voor Nederland te betekenen. Ik kan bij
projectaanvragen natuurlijk niet roepen: ‘We
moeten maar eens voor deze Nederlandse
aanvraag kiezen.’ Maar ik probeer mijn Neder-
landse contacten wel op zaken te wijzen.
Bijvoorbeeld dat de mogelijkheid tot een
aanvraag zich aandient. Soms wordt dat goed
opgepikt, maar soms is het ook lastig. Want
als je in Nederland al een project hebt lopen,
dan ben je toch niet geneigd om het hele-
maal om te gooien, omdat Europa een andere
insteek heeft gekozen. Je moet kijken op welk
vlak de doelstellingen van de EU en je project
met elkaar matchen.”
december 2010/januari 2011 | SPORT Bestuur & Management
 58 Sport&Europa

Europese samenwerking met lokale impact

‘The sports club as a

local community centre’
Als ‘Proeftuin nieuwe sportmogelijkheden’ van “Als proeftuin willen wij de sport- Succesvolle aanpak
Sport&Europa

vereniging centraal stellen in De aanpak van De Sportbank,

NOC*NSF is De Sportbank in Den Haag actief om de wijk. Op die manier kan een
vereniging een belangrijke rol
sport als bindmiddel in de samenleving in te zetten. spelen in het vergroten van veilig-
heid, gezondheid en participatie
In dat kader diende De Sportbank, samen met binnen de wijk. Als club heb je
gemeente Den Haag en vier internationale partners, een voorbeeldfunctie. Er is een
verband tussen een goede trai-
een subsidieaanvraag in bij de Europese Unie. ner/coach bij een vereniging en
de mate van criminaliteit in de
Helaas is de aanvraag niet goedgekeurd, maar dat wijk waar de sportvereniging zich
bevindt. Het clubhuis kan het
zet geen rem op de plannen van de organisatie. “We buurthuis van de toekomst zijn en
hele wijken en bevolkingsgroepen
passen de aanvraag aan en beginnen opnieuw”, kunnen vanuit die club samenle-
ven.”
zegt De Sportbank-directeur Louk Burgers.
opgericht op initiatief van hoc-
keyclub HDM en met medewer-
king van de Rabobank, is sinds
2007 succesvol, vertelt Burgers.
“We hebben ervoor gezorgd dat
zes sportverenigingen zijn gaan
nadenken over de manier waarop
zij in de wijk staan. Voetbalvereni-
ging BMT bijvoorbeeld heeft een
nieuw complex. Tegenover dat
complex staat een verzorgings-
huis. Als je daar de combinatie
kunt maken en de ouderen aan
het bewegen krijgt, vervul je als
club een belangrijke functie in de
samenleving. Zo kunnen vereni-

Ruim aandacht voor Europa Sportsubsidiewijzer live

tijdens Sportbestuurders­
congres Hij is er: de Sportsubsidiewijzer! Zowel
digitaal als op papier. De printversie van
Het project Sport & Europa draait weliswaar al op volle toeren, maar de Sportsubsidiewijzer vind je bijgeslo-
de formele aftrap van het project gaf NOC*NSF-voorzitter André Bol- ten bij deze editie van SPORT Bestuur &
huis tijdens het 7e Nederlands Congres voor Sportbestuurders op Management. Voor de online versie kun
10 december jongstleden. Speciale aandacht besteedde hij aan de je vanaf nu terecht op het digitale portaal
nieuwe Sportsubsidiewijzer, waarvan hij het eerste exemplaar overhan- van het project Sport & Europa. De Sport-
digde aan Marijke Roes van het Europafonds, dat het project Sport &
o p e es l
Provin
ciaal subsidiewijzer biedt sportverenigingen
Europa financieel mogelijk maakt.
Sport & Europa was ook het thema van een van de parallelsessies, Eurl Nationaa ees en -organisaties de mogelijkheid een-
voudig te achterhalen of er interessante
‘Europa en de mogelijkheden voor sport-
organisaties’. Aan de hand van de digitale
Lokaa al Europ
Provi
nciaa
l subsidieprogramma’s zijn. Bladeren in de
ciaprintversie
al geeft je een goede indruk van
Sportsubsidiewijzer lieten sessieleiders Emiel
Loka
a t i o naaalal Provin
de vele mogelijkheden. Wil je systema-
Krijt van NOC*NSF en Peter Donders van BMC N ciaal Lok tisch zoeken? Beantwoord dan de vragen
de deelnemers kort kennismaken met diverse Provin in de digitale versie, dan selecteert de
FOTO: WITBALANS/BOB VAN LEEUWEN

Europese subsidiemogelijkheden. Hoewel Sportsubsidiewijzer automatisch de

een subsidieaanvraag geen sinecure is en mogelijkheden die voor jouw vereniging
sportorganisaties geen torenhoge verwachtin- of organisatie relevant kunnen zijn.
gen moeten koesteren, werd wel duidelijk dat
Europa ook voor de Nederlandse sport interes- De Sportsubsidiewijzer vind je op www.
sante mogelijkheden biedt. nocnsf.nl/sporteneuropa
15-11-10 15:02
OPM_Sportsubsidiewijzer.indd 1

SPORT Bestuur & Management | december 2010/januari 2011

 Sport&Europa 59

“Onze overtuiging is: volgend jaar

komt de subsidie er wel.”

gingen ook helpen bij de emanci- sion Directorate-General for Edu-

patie en participatie van alloch-
tone vrouwen. Door het bieden
van sportmogelijkheden, maar
ook door het organiseren van
debatten. De sportclub fungeert
dan als een sociaal anker, waar
iedereen een kans krijgt op een
gezond en sociaal leven.”
Partner van De Sportbank is het
Verweij Jonker Instituut (VWI), dat
onderzoek doet naar de effecten
van sport op onderwerpen als
veiligheid, gezondheid en sociale
cohesie. Daarnaast onderzoekt
VWI de kosten en baten van sport
in Den Haag. Burgers: “Het is van
essentieel belang dat we inzicht
krijgen in wat sport aan euro’s
oplevert.”
Subsidieaanvraag
Met dit goede werk als bagage
diende de gemeente Den Haag op
28 augustus 2010 uit naam van
De Sportbank een subsidieaan-
vraag in bij de European Commis-
cation and Culture, samen met
vier Europese partners: de Welsh
Football Trust (Verenigd Konink-
rijk), de provincie Extremadura
(Spanje), het Griekse ministerie
van Cultuur en Toerisme/depar-
tement sport en de Italiaanse
gemeente Teramo. De partners
zetten sport in om ‘sociale inclu-
sie’ te bevorderen en het geza-
menlijke project draagt dan ook
de titel: The sports club as a local
community centre.
Niet ingewilligd
Helaas is het subsidieverzoek niet
ingewilligd. Burgers wil graag
weten wat de motivatie daarvoor
is. “We gaan op korte termijn naar
Brussel om tekst en uitleg te vra-
gen. Het toekennen van de subsi-
die zou een mooie motivatie zijn
voor ons project, maar we zijn nu
eigenlijk nog meer geïnspireerd
geraakt. Onze overtuiging is: vol-
gend jaar komt de subsidie er wel.”

Inschrijvingen voor Sport wil extra ondersteuning bij

Sport & Europa
ON TOUR van start
Het programma is rond, de data en locaties
bekend, de workshopleider staat in de start-
blokken: Sport & Europa is klaar om ‘op tournee’
te gaan. Vanaf maart 2011 vinden in het kader
van het project twaalf gratis workshops plaats
verspreid over heel Nederland. Wil je weten wat
Europa jouw organisatie of vereniging te bieden
heeft? Of ben je op zoek naar advies over je
eigen plannen of een subsidieaanvraag? Meld
je dan vandaag nog aan voor een van de work-
shops. Meer informatie hierover vind je op blad-
zijde 66 in deze special. Of surf naar:
www.nocnsf.nl/sporteneuropa/ontour.
EU-programma’s
“Zonder aanvullende ondersteuning zal de
Nederlandse sport er niet in slagen optimaal
gebruik te maken van de huidige en toekom-
stige mogelijkheden die de EU biedt waar het
gaat om financiering van sportgerelateerde
projecten.” Aldus luidde de stelling die de
afgelopen maand op het digitale portaal van
Sport & Europa te vinden was. Een ruime meer-
derheid van de stemmers is het met deze stel-
ling eens. Nauwelijks meer dan tien procent
van de stemmers koos voor ‘Oneens’. Recent
verscheen er een nieuwe, prikkelende stelling
op de website. Ditmaal over doping en Europa,
een veelbesproken thema waarover de menin-
gen vaak sterk uiteenlopen.
De stelling luidt:
“De Europese Commissie moet zorg dragen
voor de verwerking van Europese wetten,
regels, normen en waarden in het mondiale
antidopingbeleid, maar Europa is te gescha-
keerd en complex om die taak goed te vervul-
len. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de toepassing
van de Europese Privacyrichtlijn. Alle EU-lid-
staten hanteren die richtlijn, maar ze interpre-
teren hem zo verschillend dat ze hierover geen
gezamenlijk (Europees) standpunt kunnen
inbrengen bij WADA.”
Laat ook weten wat je vindt, want de mening
van de Nederlandse sport over Europa telt!

Digitaal platform Sport & Europa: hét adres voor meer informatie
Voor achtergrondinformatie, nieuws, een agenda, de prikkelende stelling, relevante links én de
Sportsubsidiewijzer ga je naar: www.nocnsf.nl/sporteneuropa.

december 2010/januari 2011 | SPORT Bestuur & Management

 60 Sport&Europa
Vergroot de kans op subsidie
“Het draait
vooral om het
verspreiden van
Sport&Europa
kennis”
De Nederlandse Sport Alliantie heeft ervaring met het aanvragen van
subsidie bij de Europese Unie. Algemeen directeur Leonie Hallers
benadrukt vooral het belang van goede relaties in Europa. “Eigenlijk
is je netwerk belangrijker dan de inhoud van je aanvraag. Gezien
het niveau van het sportbeleid in Nederland komt het met de
inhoud vaak wel goed.”
De Nederlandse Sport Alliantie (NSA) zet zich
als maatschappelijke sportorganisatie in voor
de sociale functie van de sport. Met als doel
een sportieve samenleving te creëren waarin
iedereen kan deelnemen. Directeur Leonie Hal-
lers: “We zetten ons in voor kwetsbare groepen,
zoals homoseksuelen, maar ook mensen met
een andere culturele of etnische achtergrond of
met een lage sociaaleconomische status. Het
gaat ons om het bewustmaken en versterken
van sportstructuren als sportverenigingen en
wijksportclubs over hoe om te gaan met deze
groepen. Wat betekent ‘inclusief’ beleid, dat
iedereen ook echt mee kan doen? Is er sprake
van een sociaal veilige sport­omgeving, waarin
iedereen zich thuis voelt? Vaak zeggen ver-
enigingen dat iedereen
welkom is, maar is daar
“Het is een misverstand dat
FOTO: DREAMSTIME.COM
ook beleid voor? Het lijkt
er in Europa een grote pot vaak niet zo van belang,
met geld is waarvan je een maar over ‘indirecte uit-
graantje kan meepikken” sluiting’ door bijvoor-
beeld teamgenoten, heb-
ben verenigingen nog niet nagedacht. En daar
maken wij ze dan bewust van.”
SPORT Bestuur & Management | december 2010/januari 2011
Geen grote pot met geld
Voor sommige projecten is het mogelijk een
Europese subsidie te krijgen. “Het is een mis-
verstand te denken dat er een grote pot met
geld is in Europa waar je een graantje van kan
meepikken. Zo werkt het niet. Er is maar een
paar miljoen beschikbaar voor alle 27 Euro-
pese lidstaten. Daarnaast is dit budget vooral
bedoeld voor het ontwikkelen en verspreiden
van kennis in Europa, dus organisaties moe-
ten zich afvragen wat de werkelijke motivatie
is om Europese financiering aan te vragen.
“Pas als je in Europa een rol wil spelen op het
gebied van kennisontwikkeling omtrent vrij-
willigers in de sport, sociale inclusie of doping,
maak je echt kans op subsidie”, zegt Hallers.
De kans van slagen is sterk afhankelijk van het
draagvlak voor de inhoud van je programma,
maar ook van de draagkracht van je netwerk.
Je moet er alleen voor gaan als die beide heel
groot zijn. Gezien het niveau van het sport-
beleid in Nederland komt het met de inhoud
vaak wel goed. Mocht dat niet het geval zijn,
haak dan aan bij een ander programma, die
staan daar voor open. Daar leer je ook heel
veel van.”
Grootste kans
“De grootste kans heb je als een grote interna-
tionale of nationale organisatie de kar trekt”,
vervolgt Hallers. “Wij werken bijvoorbeeld
met het ISCA (International Sports and Culture
Association, red.) samen in het project SANTE.
Dat richt zich op gezondheidsbevordering
door middel van sport. Daaraan doen zeven-
tien verschillende internationale organisaties
mee. Voor ons houdt het in dan we lezingen
en workshops geven en volgen in Europa. En
door daaraan mee te werken, hopen we dat
daaruit uiteindelijk Europees beleid zal voort-
vloeien. Maar het belangrijkste is dat wij kun-
nen leren van organisaties uit het buitenland.”
De NSA krijgt voor de deelname aan dit pro-
ject geen subsidie. De ISCA is de penvoerder,
de secretaris van het project, en moet alle
kosten declareren. De mensen die de work-
shops doen, krijgen de reis vergoed. Maar de
arbeidskosten komen gewoon voor rekening
van de NSA. Hallers: “Ik zie het vooral als
investering voor een grotere invloed in Europa
en versterking van de NSA.”
 Sport&Europa 61

Gouden financieringsmogelijkheid voor sportprojecten

Hoe benut je de
mogelijkheden
van subsidies?
Van breedtesport tot topsport, van schoolzwemmen tot WK Voetbal:
sport is een niet te negeren maatschappelijke sector. Een omvangrijke
sector ook, waar veel geld in omgaat. Waar komt dat geld vandaan?
Niet voor alle sporten worden riante tv-rechten betaald en zelfs met
die inkomsten kost het soms grote moeite om de financiële eindjes
aan elkaar te knopen. Subsidiëring is een niet te verwaarlozen Subsidies zijn
onontbeerlijk om
financieringsmogelijkheid. Maar hoe benut je de mogelijkheden? sportdoelstellingen
te verwezenlijken,
FOTO: HC NUTH

Subsidieverstrekkers zijn altijd overheden en
de subsidies zijn altijd gekoppeld aan hun
beleidsdoelen. Wil je ervoor in aanmerking
komen, dan moeten jouw project- of beleids-
doelen matchen met de beleidsdoelen van de
subsidieverstrekker. Omgekeerd werkt het
niet. Als je jouw doelen geweld moet aandoen
om subsidie te verkrijgen, vraag dan geen
subsidie aan. Dat verkleint de kans op succes
aanzienlijk en leidt meestal tot problemen bij
de uitvoering en verantwoording van het pro-
ject.
Budget- en projectsubsidie
Er zijn twee soorten subsidies. Van budget-
subsidies is sprake als de subsidieverstrekker
een organisatie financieel steunt. Bij project-
subsidie heeft de subsidie betrekking op een
specifiek project, zoals een eenmalig sport­
evenement of een beweegprogramma voor
ouderen. In de sport komen beide subsidie-
vormen voor.
Geen vetpot
De meeste subsidieregelingen bevatten uit-
gebreide documentatie, procedures en voor-
waarden. Zeker als de te verkrijgen bedra-
gen substantieel zijn, zijn de regels meestal
tamelijk streng. Europese subsidies zijn in dat
opzicht berucht. Het schrikt veel organisaties
af die een beroep willen doen op subsidiegel-
den. Beschuldigingen dat de subsidieregeling
te bureaucratisch is en dat de kosten voor de
uitvoering van het project dankzij de subsi-
die veel te hoog zijn, vliegen regelmatig over
tafel. Doorgaans zijn die verwijten onterecht
en komen ze voort uit het feit dat organisaties
die subsidie aanvragen, slecht of niet op de
hoogte zijn van de voorwaarden en regels van
de subsidieregeling. Vaak komt kritiek ook
voort uit te hoge verwachtingen. Subsidies
zijn geen vetpot en de winst zit niet in het geld,
maar in het bereiken van de sportdoelstellin-
gen.
Goede financiële verantwoording
Als het geld is toegekend, vergeten ontvan-
gers bovendien vaak dat ze met publiek geld
werken en dat vereist nu eenmaal een goede
financiële verantwoording en projectadmi-
nistratie. Het is daarom van belang dat sport-
organisaties bij hun project de goede subsi-
dieregeling kiezen. Als een regeling gepast
lijkt, maar wat procedures betreft ingewikkeld
maar brengen ook
verantwoordelijk­
heden met zich mee
is, aarzel dan niet om professionele hulp in
te roepen van de subsidieverstrekker of een
(subsidie)adviesbureau. De sportorganisatie
kan zich dan concentreren op datgene waar ze
goed in is, namelijk sport.
Positieve bijdrage
Subsidies zijn onontbeerlijk om sportdoel-
stellingen te verwezenlijken, maar brengen
ook verantwoordelijkheden met zich mee. Het
gaat immers om financiële stromen uit het
publieke domein. Dat vergt niet alleen verant-
woordelijkheid en zorgvuldigheid van de sub-
sidieverstrekker, maar ook van de ontvanger.
Als dit in het achterhoofd gehouden wordt,
kan het verwerven van subsidies een posi-
tieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van
de sport in Nederland en daarbuiten.
Auteur van dit artikel is Peter Donders, manager
Europese Zaken bij BMC Management en Advies. Kijk
voor meer tips in de Sportsubsidiewijzer die bij deze
SPORT Bestuur & Management wordt verstrekt of op
www.nocnsf.nl/sporteneuropa.

december 2010/januari 2011 | SPORT Bestuur & Management

 62 Sport&Europa

Atletiekunie heeft voortrekkersrol

in Europees subsidietraject
vrouwen die in de atletiek naar een leiding­

Closing the Gap

gevende positie willen groeien. “Dan heb je
de doelgroep echt bij elkaar, kun je bepaalde
valkuilen bespreken, gedragstrainingen
doen en dingen van elkaar leren.” Daarnaast

dankzij Europa
behelst het project meerdere studies, onder
meer naar het effect van trainingen op het
gedrag van mannen en vrouwen. Dus: wordt
leiderschap van vrouwen makkelijker geac-
cepteerd na zo’n training? Uiteindelijk moet
In de gedragscode van de Europese Atletiekfederatie (EAA) staat
Sport&Europa

dit alles leiden tot een rapport, dat medio

volgend jaar zal verschijnen. Hierin zal dan
het zwart op wit: geen discriminatie. Dus beloofde Hansjörg Wirz, duidelijk worden wat de hinderpalen zijn voor
vrouwen die leidinggevende posities binnen
voorzitter van de EAA, zich hard te maken voor meer vrouwen op de atletiek willen bekleden.

belangrijke functies binnen de atletiek. De uitgelezen mogelijkheid dit Succesvolle vrouw

in praktijk te brengen, ontstond na het vrijkomen van een sportbudget Barlag zelf speelt overigens geen actieve rol
tijdens de uitwerking van het project; ze is
bij de Europese Unie. Hierop startte de federatie een internationaal ‘slechts’ een voorbeeld van een succesvolle
vrouw op een leiderschapspositie. Wel houdt
project waarin de Nederlandse Atletiekunie een voortrekkersrol speelt. ze af en toe een verhaal op een seminar. “Dan
wil ik duidelijk maken dat je als vrouw niet
“Daar waren wij zeer in geïnteresseerd, vooral het een belangrijk en interessant onderwerp bang moet zijn in de mannenwereld en dat je
omdat het onderwerp genderstudies spe- vind.” heus niet afgemaakt wordt.” In het dagelijks
cifiek stond vermeld,” zegt Sylvia Barlag leven loopt Barlag naar haar zin nog te vaak
(56). Naast vice-voorzitter van de Konink- Ingewikkeld proces tegen situaties aan waaruit duidelijk wordt
lijke Nederlandse Atletiekunie, is zij namens Met de Atletiekunie belandde Barlag in een dat vrouwen regelmatig ondergeschikt worden
Nederland bestuurslid van de EAA. “Hoe kan ingewikkeld proces om de subsidie te ver- geacht aan mannen. “Klein voorbeeld: laatst
het dat vrouwen, met alle capaciteiten die ze krijgen. “Er zijn veel regels waaraan je moet was ik met mijn echtgenoot in een hotel. Daar
hebben, niet op leiderschapsposities binnen voldoen bij zo’n aanvraag, je moet een hoop regel en doe ik alles, ik betaal het ook nog
de sport terechtkomen? Daar wilden wij meer handtekeningen verzamelen. Het is gewoon en toch zie ik in de kamer: welkom, meneer
van weten.” Zo werd het project ‘Closing the lastig een subsidie bij Europa los te krijgen en Barlag. Ik ontplofte zowat. Er is iets funda-
Leadership Gap in European Athletics’ opge- voor de sport is het onbekend terrein. We had- menteels mis in de maatschappij en dat moet
start. Omdat de EAA zelf niet in aanmerking den voor het potje genderstudies ook flink wat gewoon veranderen.”
kan komen voor een Europese subsidie, kreeg concurrenten, maar ken-
FOTO: DREAMSTIME.COM

de Atletiekunie de vraag de leiding van het nelijk hadden we er goed

project te nemen en zo de subsidie binnen over nagedacht, want het
te slepen. “Van mij had dat niet gehoeven,” is gelukt.” Een bedrag van
zegt Barlag. “Ik ben een van de slechts twee 215.000 euro haalde de
vrouwen binnen het bestuur van de EAA en zei Atletiekunie binnen voor
altijd: het hoort niet op mijn bordje. Willen jul- het internationale project.
lie als mannen meer vrouwen aantrekken, dan Er wordt onder meer een
moeten jullie het zelf doen. Maar uiteindelijk trainingsweek georga-
kwam het toch bij mij terecht, ook omdat ik niseerd voor ambitieuze

“Hoe kan het dat vrouwen niet op

leiderschapsposities binnen de sport
terechtkomen?”

SPORT Bestuur & Management | december 2010/januari 2011

 Sport&Europa
Drie categorieën waarin subsidies worden verstrekt 63

Wat valt er te halen

bij provincies en
gemeenten?
Voor Nederlandse sportverenigingen en -instellingen bestaan er
uitgebreide mogelijkheden om bij provincie en gemeente aan te
kloppen voor subsidie. Soms komt de steun vanuit onverwachte
subsidiepotjes. “Willen ze nieuwe shirtjes, dan moeten ze niet bij
ons zijn. Maar wie zijn kantine wil inzetten als dorpshuis, kan bij
ons terecht.”

Er zijn grofweg drie categorieën te onder-
scheiden waarbinnen gemeenten en provin-
cies subsidies verstrekken. Om een duide-
lijk beeld te schetsen van de mogelijkheden,
komen ze hieronder één voor één aan bod.
Sociale projecten
Praktisch elke provincie beschikt over een
budget waarmee allerlei sociale projecten
in steden en dorpen kunnen worden gesti-
muleerd. Denk daarbij aan plannen om in
bepaalde wijken de leefbaarheid te vergroten
en de sociale structuur te versterken, maar
ook aan initiatieven om mensen meer te laten
bewegen en zo de gezondheid op peil te
houden. In de provincie Groningen is in dat
kader het loket ‘Leve(n)de dorpen’ geopend.
Vooral het oostelijke gedeelte van Groningen
staat bekend als arm en troosteloos, maar de
provincie doet hier veel om de dorpen vitaler
te maken. Volgens Heddy Leerink, werkzaam
bij de provincie Groningen, kan sport daarbij
een belangrijk middel zijn. “In een dorpje
stonden eens twee groepen jongeren elkaar
naar het leven. Toen hebben wij subsidie
gegeven voor een darttoernooi, waardoor de
gemoederen weer wat bedaarden. Sport-
verenigingen kunnen van ons een bijdrage
ontvangen, wanneer ze zich inzetten voor
een breder publiek. Willen ze nieuwe shirtjes,
dan moeten ze niet bij ons zijn. Maar wan-
neer ze de kantine willen verbouwen om die
door de week in te zetten als dorpshuis, dan
kunnen ze bij ons terecht.”
Evenementen
Sportverenigingen komen bij het organise-
ren van een evenement al gauw voor subsidie
in aanmerking. Een fraai sportspektakel is
immers goed voor de uitstraling van provin-
cie en gemeente en vaak brengt het niet-
sporters in aanraking met de sport. Wel zijn
er natuurlijk altijd bepaalde voorwaarden
waaraan moet worden voldaan. Zo eisen de
beleidsmakers in Drenthe dat het evenement
jaarlijks terugkeert en keert de provincie
Noord-Holland alleen uit als het gaat om een
‘provinciale kernsport’, te weten: judo, hockey,
handbal, honkbal, softbal, waterpolo en syn-
chroonzwemmen. In Friesland komen enkel
evenementen met een bepaalde omvang en
een ‘internationaal karakter’ in aanmerking
voor steun. “Het is van belang dat het betref-
fende evenement interessant is voor de lan-
delijke media”, zegt mevrouw Jepma van de
provincie Friesland. “Behalve om het promo-
ten van de sport, gaat het ook om promotie
van de provincie. Onlangs hebben we het EK
Korfbal in Leeuwarden nog gesubsidieerd,
maar bijvoorbeeld ook de wielerronde van
Surhuisterveen. Bij het aanvragen van steun
door een sportvereniging is het belangrijk
dat er een duidelijk beeld is van de verwachte
publiciteit en er moet een tekort op de begro-
ting zijn.”
Vrijwilligers
Verschillende provincies en gemeenten ken-
nen regelingen om vrijwilligerswerk binnen
AFBEELDING: DREAMSTIME.COM
“Sportverenigingen kun­
nen van ons een bij­
drage ontvangen, wan­
neer ze zich inzetten
voor een breder publiek”
de sport te stimuleren. Veel sportverenigin-
gen drijven namelijk op vrijwilligers en de
overheid beschikt dus over budget om deze
mensen bij te scholen en het aantal vrijwil-
ligers uit te breiden. Via de gemeentelijke
regeling ‘Deskundigheidsbevordering’ is het
mogelijk om het verenigingskader te verster-
ken. Scheidsrechters of juryleden gaan dan
bijvoorbeeld naar een cursus om kennis en
vaardigheden bij te spijkeren. Overijssel han-
teert een stimuleringsregeling speciaal voor
vrijwilligers. “Sportverenigingen en -orga-
nisaties die niet in wedstrijdverband actief
zijn, komen in aanmerking voor een jaarlijks
bedrag van 2.100 euro om de inzet van vrij-
willigers te versterken. Het is vooral bedoeld
om kleine clubs ter wille te zijn”, aldus Rita
Broekhuizen van de provincie.
In de Sportsubsidiewijzer vind je niet alleen
Europese regelingen, er komen ook vele nati-
onale, provinciale en gemeentelijke regelin-
gen aan bod.

december 2010/januari 2011 | SPORT Bestuur & Management

64 Sport&Europa
Maak voor subsidieaanvraag gebruik van ervaringsdeskundigen
Dopingautoriteit kan
niet zonder Europa
Als geen ander instituut is het
werk van de Dopingautoriteit
internationaal genormeerd.
Europa heeft een voortrekkersrol
in het mondiale antidopingbeleid
en de Europese bemoeienis neemt
de komende jaren alleen maar
toe. “Dat biedt de Nederlandse
Dopingautoriteit subsidiekansen”,
vertelt directeur Herman Ram.
De voortrekkersrol van Europa op het gebied
van antidopingbeleid gaat terug tot begin
jaren negentig, toen de Raad van Europa de
eerste communautaire afspraken vastlegde.
“Er is vanuit de Raad ook veel kennis op ons
vakgebied ontwikkeld”, vertelt Herman Ram.
“Dit heeft er mede toe geleid dat het Europese
antidopingbeleid veruit het beste is ontwikkeld
van alle continenten. Dat heeft er natuurlijk
ook mee te maken dat we een rijk continent
zijn, met veel sporters. Maar dan nog, de voor-
aanstaande positie is onmiskenbaar.”
Vaker naar Brussel
Maar de echte Europese macht – op bijvoor-
beeld financieel en juridisch gebied – ligt bij
de EU en in het bijzonder de Europese Com-
missie (EC), meer dan bij de Raad van Europa.
Nu sport in het Europese Verdrag van Lissa-
bon terecht is gekomen, en daarmee vast op
de agenda van de Europese Commissie staat,
groeit de Europese bemoeienis. Ram: “Het is
niet zo dat nu het werk van de Raad van Europa
nog eens dunnetjes wordt overgedaan. Feit is
wel dat er nu meer financiële mogelijkheden
SPORT Bestuur & Management | december 2010/januari 2011
afbeelding: DREAMSTIME.COM
“Ik heb het idee dat
Nederland een van de
zijn. In de praktijk betekent het dat meest actieve landen in
wij als Nederlandse Dopingautori-
teit vaker naar Brussel afreizen.”
Europa is”
Het antidopingbeleid van de
Europese Commissie is met name
gericht op gezondheidsaspecten. Op dat ter-
rein kunnen subsidieaanvragen worden inge-
diend, door ten minste vijf lidstaten tezamen.
De Dopingautoriteit doet hieraan mee: “Wij
hebben recentelijk in twee aanvragen geparti-
cipeerd, waarvan één is toegewezen. Dat pro-
ject betreft de bestrijding van dopinggebruik
in sportscholen en fitnesscentra in Europees
verband. Het totale project heeft een waarde
van 270.000 euro. Het moet leiden tot een
verbetering van kennis en de ontwikkeling van
producten op dit gebied. Denemarken neemt
hierin het voortouw. Dat land is zeer actief op
dit terrein. Dat wij meedoen, hangt samen met
het feit dat Nederland veel fitnessbeoefena-
ren telt.”
Valt er wat te halen?
Volgens Ram is het geen toeval dat Neder-
land bij twee recente aanvragen betrokken
is. “Ik heb het idee dat Nederland een van de
meest actieve landen in Europa is. We weten
vrij goed onze weg te vinden: ‘of er wat te
halen valt’, zeg maar. Ik ken het beeld wel dat
Nederland minder subsidie binnenhaalt dan
mogelijk is, maar in ons geval waren we er op
tijd bij. Het feit is dat het ontzettend lastig is
om een subsidie binnen te halen. Bij de subsi-
dieaanvraag die wij zijn misgelopen, hadden
wij de coördinatie in handen. Als ik zag wat
we daar allemaal voor ’n papierwinkel moes-
ten aanleveren… dat is niet mis! De les van de
mislukte aanvraag is dat de regelgeving van
Europa dusdanig divers en complex is dat je
gebruik moet maken van ervaringsdeskundi-
gen om een kans te maken. Daarmee bedoel
ik personen en instellingen die regelmatig EU-
subsidies aanvragen. En ook dan kan het nog
fout gaan. Onze aanvraag is op een formaliteit
afgewezen, terwijl de aanvraag is voorbereid
door zo’n ervaringsdeskundige. Hierdoor is
de Commissie dus helemaal niet aan inhoude-
lijke toetsing toegekomen. Of we de subsi-
die wel hadden gekregen als er geen formeel
obstakel was geweest, zal ik nooit weten. Al
waren en zijn we van mening dat we een sterk,
interessant en goed doortimmerd voorstel
indienden.”
Denk zonder grenzen en benut de kansen die Europa biedt
“Werkgevers moeten
een omslag maken”
Zonder overdrijving kan worden
gesteld dat Nederland in Europa
vooroploopt als het gaat om de
arbeidspositie van werknemers
in de sport, van sporters,
coaches tot medewerkers. De
Werkgeversorganisatie in
de Sport (WOS) is een van
grondleggers van de goede
relatie tussen de sociale partners.
FOTO: DREAMSTIME.COM
Die rol probeert de WOS mee te
nemen naar Europa.
Met het basisprincipe uit het Olympisch Plan
2028 in het achterhoofd streeft de WOS ernaar
ook de arbeidsverhoudingen in de sportsec-
tor in 2016 op Olympisch niveau te brengen.
Deze ambities probeert de WOS mee te nemen
naar Europa, vertelt beleidsjurist Eric Lan-
kers van de werkgeversorganisatie. “In het
zuiden en oosten van Europa zie je dat ze daar
nog behoorlijk achterlopen op dit terrein. De
bedoeling is vanuit het Europese circuit een
gelijkwaardig niveau te creëren. Nederland is
echt een van de voorlopers, samen met Frank-
rijk en de Scandinavische landen. Andersom
nemen we de ervaringen vanuit Europa ook
mee terug naar Nederland.”
Europese subsidie
Het ‘Europese overlegcircuit’ bestaat uit het
lidmaatschap van de Europese werkgevers-
organisatie EASE, de European Association
of Sports Employers. WOS-directeur René
van der Burg is bestuurslid van EASE en was
betrokken bij een succesvolle subsidieaan-
vraag bij de Europese Commissie. Het geho-
noreerde project heeft als doel de werkgevers-
belangen in de sport te institutionaliseren.
Lankers: “NOC*NSF heeft ervoor gekozen om
deze belangen apart onder te brengen, bij ons
dus. Maar in heel veel andere landen is dat
niet het geval. In feite hebben veel Nationale
Olympische Comités twee petten op, want
vaak komen ze ook op voor de belangen van
werknemers in de sport.”
De WOS gaat nu met de uitvoering van dit
project aan de slag. Medio 2011 organiseren
we op Papendal een inleidend congres, waar
zo’n tien tot vijftien landen vertegenwoordigd
zijn. We leggen uit wat wij als werkgevers­
organisatie tot stand kunnen brengen en wat
het belang is van deze zelfstandige belangen-
behartiging. Daarna volgt een verdieping van
het onderwerp, onder meer in de vorm van
workshops.”
Europafonds
Daarnaast heeft de WOS een succesvolle sub-
sidieaanvraag ingediend bij het Europafonds,
onderdeel van het Ministerie van Buiten-
landse Zaken. Het fonds stelde het afgelopen
jaar in totaal 2,5 miljoen euro subsidiegeld
beschikbaar aan de Nederlandse sport-
organisaties, met als doel Europa en de sport
dichter bij elkaar te brengen. Lankers: “Wij
hebben de ontvangen subsidie ter grootte van
65
“Nederland is echt een van
de voorlopers, samen met
Frankrijk en de Scandinavi­
sche landen”
honderdduizend euro ingezet voor twee pro-
jecten. Samen met Sporteconomisch advies-
bureau Sport2B en Arko Sports Media orga-
niseerden we het ‘Nationaal Congres Sport
en Europa’ in het stadion van ADO Den Haag,
over de invloed van Europa op de sportwereld.
Daarnaast zijn we bezig met een college tour
langs sportmanagementopleidingen. We heb-
ben lesmateriaal en een docentenhandleiding
ontwikkeld om het onderwerp sport en Europa
bij de studenten – lees: de toekomstige mede-
werkers in de sport – onder de aandacht te
brengen.”
Omslag
“Mijn ervaring met Europa en de subsidies is
dat een aanvraag veel tijd kan kosten. Tege-
lijkertijd zie je dat de sport van oudsher toch
een naar binnen gerichte sector is. Men doet
er verstandig aan over zijn eigen grenzen te
kijken en na te gaan wat er in Europa speelt.
Door te onderzoeken welke kansen er liggen
en de samenwerking te zoeken. Die omslag
moeten werkgevers zeker maken.”
december 2010/januari 2011 | SPORT Bestuur & Management
 66 Sport&Europa
Gratis workshops voor sportprofessionals en sportbestuurders
Sport & Europa ON TOUR
“Europa? Ver van mijn bed!” Maar Europa is dichterbij
dan menigeen denkt. Hoe Europa de dagelijkse
praktijk van de sport in Nederland beïnvloedt en
óók voor jouw club of organisatie een positieve
Sport&Europa
betekenis kan hebben, verneem je tijdens de
workshops van Sport & Europa ON TOUR.
Onder de noemer ‘Sport & Europa
ON TOUR’ trekt het door het Euro-
pafonds gefinancierde project
Sport & Europa in 2011 het land
in. Met twaalf gratis workshops
speciaal voor sportprofessionals
en sportbestuurders. Over de rela-
tie tussen Europa en de Neder-
landse sport en de betekenis die
Europa ook voor jouw organisatie
of vereniging kan hebben. Wil je
meer weten over Europa en ben je
benieuwd of en hoe Europa jouw
organisatie of vereniging financi-
eel kan ondersteunen? Laat je dan
informeren tijdens een van deze
unieke workshops. De workshops
vinden plaats in heel Nederland,
dus óók bij jou in de buurt.
Voor wie?
De workshops zijn bestemd voor
sportprofessionals en sportbe-
stuurders werkzaam bij sport-
bonden, gemeenten, sportraden,
sportservices, sportverenigingen
of andere organisaties in de sport.
Gericht advies
Heb je concrete vragen over de
Europese subsidiemogelijkheden
Inschrijven via:
www.nocnsf.nl/sporteneuropa/
ontour
Subsidiemogelijkheden in Europa? Wij informeren je erover!
voor jouw organisatie of vereni-
ging, over aanvraagprocedures of
andere Europese onderwerpen?
Laat ons die dan bij je aanmelding
al weten! Dan zorgen wij dat we je
tijdens de workshop een passend
antwoord kunnen geven.
Meld je aan!
Voor je aanmelding kun je terecht
op www.nocnsf.nl/sporteneuropa/
ontour. Stuur ons vandaag nog
het aanmeldformulier, want er is
slechts plaats voor vijftien deelne-
mers per bijeenkomst!
Organisatie
De leiding van de workshops is
in handen van Peter Donders,
manager Europese Zaken bij BMC.
Het project Sport & Europa wordt
geleid door NOC*NSF en mede
mogelijk gemaakt met middelen
uit het Europafonds van het minis-
terie van Buitenlandse Zaken. De
inhoud van de workshops werd
ontwikkeld door BMC in samen-
werking met NOC*NSF. De organi-
satie is in handen van Arko Sports
Media.
Datum Plaats Accommodatie
7 maart 2011 Nunspeet, Gelderland Fletcher Hotel Veldenbos
14 maart 2011 Heiloo, Noord-Holland Fletcher Hotel Heiloo
28 maart 2011 Berg en Dal, Gelderland Fletcher Hotel Erica
4 april 2011 Wassenaar, Zuid-Holland Fletcher Hotel Auberge de Kieviet
11 april 2011 Heerenveen, Friesland Fletcher Hotel Heidehof
18 april 2011 Paterswolde, Groningen Fletcher Hotel Paterswolde
9 mei 2011 Oisterwijk, Noord-Brabant Fletcher Hotel Boschoord
16 mei 2011 Kerkrade, Limburg Fletcher Hotel Kasteel Erenstein
30 mei 2011 Sluis, Zeeland Fletcher Hotel Dikke van Dalen
6 juni 2011 Nieuwegein, Utrecht Huis van de Sport
20 juni 2011 Delden, Overijssel Aparthotel Delden
27 juni 2011 Almere, Flevoland Time Out Horeca/Topsportcentrum Almere
Programma Wat moet je doen om ervoor in aanmer-
king te komen? En wat niet? In deze ses-
sie krijg je vele praktische tips en hand-
13.30-14.00 Inloop
14.00-14.30 Introductie vatten die je kunnen helpen bij een
Met een introductie op het project Sport eigen aanvraag.
& Europa en de bijeenkomst, een voor-
stelrondje en een inventarisatie onder 16.30-17.00 Europese
deelnemers van ervaringen met en vra- subsidie: een
gen over Europese subsidies. praktijkvoorbeeld
Wat komt er allemaal kijken bij het aan-
14.30-15.00 Sport & Europa: vragen van een Europese subsidie en
altijd even goede vrienden? wat betekent het ontvangen van een
Aan de hand van een aantal stellingen subsidie voor het projectmanagement,
discussiëren deelnemers over de rela- de rapportageverplichtingen en derge-
tie tussen sport en Europa. De Europese lijke. Aan de hand van een praktijkvoor-
invloed op de sport is meer dan eens beeld doorlopen de deelnemers in deze
aanleiding tot discussie. Soms is er sessie een Europese subsidieaanvraag
(luide) kritiek, maar Europa kan ook van van A tot Z. Van de zoektocht naar pas-
grote positieve betekenis zijn. Aan het sende financiering tot en met de eind-
eind van deze sessie is duidelijk hoe- rapportage aan de subsidieverstrekker,
ver de Europese invloed reikt, op welke alle fases komen aan bod.
manier de rol van Europa zich de afge-
lopen decennia heeft ontwikkeld en wat 17.00-18.00 En nu aan de slag
we op dat gebied van de toekomst zou- In deze sessie staat de situatie van de
den kunnen verwachten. deelnemers zelf centraal. Deelnemers
kunnen hun vragen al bij de aanmel-
15.00-15.30 ding voor de workshop kenbaar maken
Sportsubsidiewijzer: en ontvangen tijdens deze sessie een
mogelijkheden en passend advies. Ook op vragen die tij-
beperkingen dens de bijeenkomst zelf opkomen,
De eind 2010 gelanceerde online wordt nu ingegaan. Wil je weten of jouw
Sportsubsidiewijzer is een handig hulp- project of beleidsdoelstelling in aanmer-
middel voor een eerste verkenning van king komt voor (Europese) financiering?
de subsidiemogelijkheden voor de sport. Ben je bezig met een aanvraagproce-
Hoe werkt dit instrument? Wat heb je dure, maar stuit je op bepaalde knel-
eraan? En welke vragen beantwoordt
het niet?
punten? Laat het weten en ontvang een
passend advies.
15.30-16.00 Pauze 18.00 Afsluiting
16.00-16.30 Europese
subsidies: do’s and don’ts
Onder het genot van een drankje en
een hapje kunnen deelnemers napra-
Europa heeft verscheidene financiële ten over de bijeenkomst en misschien
regelingen die voor de Nederlandse alvast vooruitblikken op een eigen suc-
sport interessant kunnen zijn. Welke cesvolle Europese subsidieaanvraag.
regelingen zijn er zoal? Hoe werken ze?