Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Eindrapport 1.0
Administratieve Lasten Provincies
Eindrapport 1.0
drs.ing. P.M.H.H.Bex
ing. R.C. van Markus
drs. P.A.M. van der Poll
ir. W. Thomas
SIRA Consulting is inhoudelijk verantwoordelijk voor deze rapportage. De in deze rapportage opgenomen teksten en onderzoeks-
resultaten mogen uitsluitend worden gebruikt als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken mits de bron duidelijk
wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van
SIRA Consulting. SIRA Consulting aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
Eind-rap AL Prov v1.0 - 28 apr 05 2
Inhoudsopgave
Samenvatting 5
1 Leeswijzer 11
2 Inleiding 13
6 Conclusies 39
7 Aanbevelingen 43
7.1 Aangrijpingspunten voor AL reductie bij provincies 43
7.2 Beperken regelgeving 43
7.3 Alternatieven voor informatieverplichtingen 46
7.4 Wijzigen van informatieverplichtingen 47
7.5 Faciliteren van de uitvoering 50
Bijlagen
Het bedrijfsleven en de (georganiseerde) burgers ondervinden last van een grote hoeveelheid re-
gels en de daaruit voortvloeiende administratieve lasten (AL). De AL van de regelgeving van het
Rijk voor bedrijven bedragen met circa € 16,4 miljard ongeveer 3,6 procent van het BBP. De AL
van (georganiseerde) burgers worden nog onderzocht.
Het Kabinet wil onder andere het ondernemingsklimaat verbeteren, het economische herstel be-
vorderen en de toegankelijkheid van de overheid voor bedrijven en burgers verbeteren . Daarvoor
zijn regels en AL in het bijzonder een belemmering. Het kabinet heeft daarom een concrete en
meetbare doelstelling geformuleerd: de AL voor bedrijven en (georganiseerde) burgers moeten in
de huidige kabinetsperiode (2003-2007) met een kwart verminderen ten opzichte van 31 decem-
ber 2002. Hierbij gaat het zowel om het verminderen van AL uit bestaande regelgeving als het
zoveel mogelijk beperken van AL uit voorgenomen regelgeving. Deze doelstelling van het kabi-
net Balkenende II is terug te vinden in het Hoofdlijnenakkoord “Meedoen, meer werk en minder
regels”.
De AL zijn gedefinieerd als: “De kosten voor bedrijven, (georganiseerde) burgers en maatschap-
pelijke instellingen om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit (subsidie)regel-
geving van de overheid. Het gaat hierbij zowel om het nakomen van verplichtingen als het uitoe-
fenen van rechten”.
De Rijksoverheid heeft in de laatste jaren een infrastructuur opgezet, waarmee de AL op een ge-
structureerde manier in kaart kunnen worden gebracht en gekwantificeerd. Op basis hiervan zijn
reductie- en monitoringprogramma’s door de verschillende departementen opgesteld en gekop-
peld aan de begrotingscyclus.
AL-kostenmodel Provincies
Voor het bepalen van de AL van de autonome regelgeving is – aansluitend bij de hiervoor ont-
wikkelde methodieken2 – een generiek AL-kostenmodel Provincies opgezet. In dit model is de
tijdsbesteding per informatieverplichting (en handeling) ingevuld. Hierbij is gebruikgemaakt van
gegevens uit interviews met bedrijven, (georganiseerde) burgers en maatschappelijke instellingen.
Daarnaast hebben de deelnemende provincies informatie aangeleverd. Omdat niet alle gegevens
voor iedere provincie in de juiste vorm beschikbaar zijn gekomen, zijn de AL van de provincies in
Nederland op basis van een extrapolatie kwantitatief bepaald.
1
De provincie Zeeland heeft in 2004 zelf een nulmeting naar de AL Bedrijven uitgevoerd. De kwalitatieve resultaten hiervan zijn
voor zover relevant opgenomen in dit onderzoek.
2
Voor AL Bedrijven en maatschappelijke instellingen is hierbij aangesloten bij de methodiek zoals deze is gebruikt door de
Interdepartementale Projectdirectie Administratieve Lasten van het ministerie van Financiën (deze AL worden uitgedrukt in
kosten per jaar). Voor AL (georganiseerde) burgers zijn de uitgangspunten gehanteerd zoals deze zijn vastgesteld door het
ministerie van BZK voor de AL Burger (deze AL worden uitgedrukt in tijd en in Out of Pocket kosten per jaar).
De totale Administratieve Lasten Provincies uit medebewind en uit autonome taken bedragen
€ 243 miljoen per jaar voor Bedrijven (AL Be) en Maatschappelijke instellingen (AL MI).
Voor georganiseerde burgers (AL GBu) en burgers (AL Bu) bedragen deze AL 231.000 uur
en € 4,6 miljoen out-of-pocket kosten per jaar.
Een uitsplitsing van de Administratieve Lasten in (1) regelgeving en subsidies en (2) autono-
me en medebewindsregelgeving is weergegeven in onderstaande tabel. De belangrijkste con-
clusies die uit deze kwantitatieve gegevens naar voren komen zijn:
1. De AL Regelgeving worden voornamelijk veroorzaakt door regelgeving die in medebe-
wind door Provincies wordt uitgevoerd.
2. De AL Subsidies worden voornamelijk veroorzaakt door de autonome subsidieregelge-
ving van Provincies.
3. De AL voor de doelgroepen Maatschappelijke Instellingen, Georganiseerde Burgers en
Burgers worden voornamelijk veroorzaakt door subsidieaanvragen.
4. De AL voor de doelgroep Bedrijven worden voornamelijk veroorzaakt door het voldoen
aan informatieverplichtingen uit regelgeving.
Bij bepaalde provincies kan bijvoorbeeld voor grondwateronttrekking worden volstaan met een
melding, terwijl voor een vergelijkbare onttrekking in een andere provincie ook een vergunning
noodzakelijk is. Dergelijke verschillen kunnen gedeeltelijk worden verklaard doordat provincies
geografisch niet altijd vergelijkbaar zijn. Uit het onderzoek komt echter naar voren dat voor een
groot deel van de verschillen dergelijke verklaringen niet te vinden zijn en dus alternatieven met
minder AL voor handen zijn.
Het betreft bijvoorbeeld risico’s die bedrijven veroorzaken voor de omgeving of het risico dat
verleende subsidiegelden niet rechtmatig worden besteed. Uit het onderzoek komt naar voren
dat binnen provincies de behoefte aanwezig is om dergelijke risico’s te beperken door meer
informatie te vragen dan strikt noodzakelijk is om de regelgeving goed uit te voeren. Het
zichtbaar maken van politieke, bestuurlijke en ambtelijke risico’s – en de hieruit af te leiden
aansprakelijkheden – kan daarom een bijdrage leveren aan betere randvoorwaarden voor AL-
reductie.
Afhankelijk van het gevoerde beleid worden in alle provincies diverse programma’s en pro-
jecten uitgevoerd om deze lasten te reduceren. Zo wordt in bepaalde provincies de dienstver-
lening en het serviceniveau van de provincie gericht gemonitord. De resultaten hiervan wor-
den vaak gerapporteerd in Burgerjaarverslagen. Daarnaast is een aantal provincies actief op
het gebied van deregulering.
De aanbevelingen uit het onderzoek zijn samengevat aan de hand van de volgende aangrij-
pingspunten voor reductie van de AL:
1. Beperken van regelgeving.
Dit aangrijpingspunt is er op gericht om regelgeving overzichtelijk en duidelijk te hou-
den voor de verschillende doelgroepen. Het gaat hierbij concreet om de vraag of natio-
nale regelgeving dient te worden uitgewerkt in provinciale regelgeving en of autonome
regelgeving strikt noodzakelijk is (of dat ook via andere beleidsinstrumenten dezelfde
beleidsdoelen kunnen worden gerealiseerd). In het kader van de reductie van de AL
zijn de volgende aangrijpingspunten voor provincies naar voren gekomen:
Het schrappen van gedateerde regelgeving.
Het afstemmen van onderwerp- of objectgerelateerde regelgeving met andere be-
voegde gezagen.
Het integreren en uniformeren van regelgeving.
Hoofdstuk 4 gaat nader in op de provinciale regelgeving. Hierbij wordt een onderscheid ge-
maakt tussen (a) autonome regelgeving en (b) regelgeving in medebewind. Daarnaast wordt
in dit hoofdstuk de indeling naar doelgroepen4 toegelicht.
3
Voor de term Administratieve Lasten wordt in dit rapport vaak de afkorting AL gebruikt
4
Onder doelgroepen worden verstaan:
Bedrijven.
Georganiseerde Burgers.
Burgers.
Maatschappelijke Instellingen.
Het bedrijfsleven en de (georganiseerde) burgers ondervinden last van een grote hoeveelheid
regels en de daaruit voortvloeiende administratieve lasten (AL). De AL van de regelgeving
van het Rijk voor bedrijven bedragen met circa € 16,4 miljard ongeveer 3,6 procent van het
BBP. De AL van (georganiseerde) burgers worden nog onderzocht.
Het Kabinet wil onder andere het ondernemingsklimaat verbeteren en het economische her-
stel bevorderen. Daarvoor zijn regels en AL in het bijzonder een belemmering. Het kabinet
heeft daarom een concrete en meetbare doelstelling geformuleerd: de AL voor bedrijven en
(georganiseerde) burgers moeten in de huidige kabinetsperiode (2003-2007) met een kwart
verminderen ten opzichte van 31 december 2002. Hierbij gaat het zowel om het verminderen
van AL uit bestaande regelgeving als het zoveel mogelijk beperken van AL uit voorgenomen
regelgeving. Deze doelstelling van het kabinet Balkenende II is terug te vinden in het Hoofd-
lijnenakkoord “Meedoen, meer werk en minder regels”.
5
De provincie Zeeland heeft in 2004 zelf een nulmeting naar de AL Bedrijven uitgevoerd [EIM, 2004]. De gegevens van dit
onderzoek zijn voor zover relevant overgenomen in dit onderzoek bij de berekening van de AL Bedrijven voor Provincies. Voor
de andere doelgroepen is uitgegaan van extrapolatie (voor een toelichting hierop zie paragraaf 5.1)
- 14 - SIRA Consulting
3 Uitgangspunten en werkwijze nulmeting
Deze nulmeting heeft als primaire doelstelling het in kaart brengen van de AL van de auto-
nome en medebewindsregelgeving van Provincies. Twee aspecten zijn hierbij van belang: (1)
de absolute omvang van de AL en (2) het verkrijgen van inzicht in de informatieverplichtin-
gen die de meeste AL veroorzaken en aangrijpingspunt kunnen zijn voor reductiemaatrege-
len.
Het project is daarom helder afgebakend ten opzichte van twee andere bestuurslagen: het Rijk
en de Gemeenten. Deze afbakening is schematisch weergegeven in onderstaande figuur.
6
Dit betekent dat leges en belastingen buiten de definitie van AL vallen en daarom in deze nulmeting niet zijn onderzocht.
7
Een uitgebreide beschrijving van de definitie van AL voor bedrijven en een toelichting op de handelingen en kosten die
hieronder vallen is opgenomen in de handleiding “Meten is Weten” van de Interdepartementale Projectdirectie Administratieve
Lasten (IPAL) van het ministerie van Financiën en op te vragen via www.administratievelasten.nl.
8
Een uitgebreide beschrijving van de definitie van AL voor (georganiseerde) burgers en een toelichting op de handelingen en
kosten die hieronder vallen is opgenomen in de werkmap “AL Burger” van het ministerie van BZK en op te vragen via
www.lastvandeoverheid.nl.
Rijk Rijk
1 2 1 2
- 16 - SIRA Consulting
3.3 AL-kostenmodel Provincies
Het model kan ook worden gebruikt als basis om de AL per Provincie te berekenen en te ver-
gelijken met het landelijke gemiddelde. Het AL-kostenmodel Provincie dient hiertoe provin-
cie specifiek te worden gemaakt. De provincies kunnen vervolgens op basis hiervan zelfstan-
dig bepalen of beter of slechter dan de gemiddelde tijdsbesteding wordt gepresteerd. Indien
het model voor een provincie specifiek wordt ingevuld dan is het ook mogelijk om:
Reductievoorstellen door te rekenen zodat kan worden bepaald of bepaalde reductiedoel-
stellingen worden gehaald.
De AL te monitoren die als gevolg van wets- en uitvoeringswijzigingen (al dan niet
voortvloeiend uit reductievoorstellen) gedurende een bepaalde periode kunnen worden
doorgevoerd.
Snel en betrouwbaar te rapporteren over de:
Ontwikkeling van AL in de tijd en het realiseren van doelstellingen.
Verdeling van de AL in de categorieën nationaal versus EU/internationaal.
Verdeling van de AL in de categorieën van beleidsvrijheid.
Het project is gestart met een inventarisatie van de autonome regelgeving en de regelgeving
die door Provincies in medebewind wordt uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van:
De eerder uitgevoerde onderzoeken.
De verordeningen van de Provincies.
De nulmetingen van de departementen.
9
Voor een meer gedetailleerde uitleg van het AL-kostenmodel wordt verwezen naar bijlage V.
10
Als peildatum voor de regelgeving en de nulsituatie is 31 december 2002 gekozen. Aangezien de feitelijke nulmeting meer dan
twee jaar na deze datum is uitgevoerd, was het niet in alle gevallen mogelijk om de situatie op de peildatum eenduidig te
reconstrueren. Voor bepaalde informatieverplichtingen is daarom uitgegaan van meer actuele gegevens.
- 18 - SIRA Consulting
Invullen algemene handelingen. Dit zijn handelingen die door elke doelgroep kunnen
worden uitgevoerd zonder dat hiervoor een bepaalde ervaring of kwalificatie vereist is.
Deze tijdsbestedingen zijn in eerste instantie geschat op basis van de gegevens die wor-
den gevraagd. In het praktijkonderzoek zijn deze verder uitgewerkt in interviews met
bedrijven, (georganiseerde) burgers en maatschappelijke instellingen. Een beschrijving
van de uitvoering en de samenstelling van de interviews is opgenomen in de bijlage III.
Voorbeelden van dergelijke algemene handelingen in de nulmeting zijn:
Invullen doelgroepspecifieke handelingen. Dit zijn handelingen die alleen door de doel-
groep worden uitgevoerd. Het bepalen van de tijdsbesteding voor deze handelingen is al-
leen mogelijk met ervaringsdeskundigen. In het praktijkonderzoek zijn deze verder uit-
gewerkt in interviews met bedrijven, (georganiseerde) burgers en maatschappelijke in-
stellingen (zie bijlage IV). Voorbeelden van dergelijke doelgroepspecifieke handelingen
zijn:
Het streven naar representativiteit heeft centraal gestaan bij het segmenteren van de totale on-
derzoekspopulatie naar doelgroepen. Gezien de beperkingen die een relatief kleine steekproef
oplegt, is bij de interviews gericht aandacht besteed aan de volgende aspecten:
Er is in de interviews gewerkt met gebruikte formulieren.
Meervoudig gebruik van interviews: de interviews van specifieke doelgroepen zijn te-
vens gebruikt om vergelijkbare vragen te beantwoorden over meer algemene gegevens.
Cross-checks zijn uitgevoerd voor vergelijkbare informatieverplichtingen. Hiervoor zijn
bijvoorbeeld bepaalde delen van formulieren aan meerdere doelgroepen voorgelegd.
Voor sommige complexere informatieverplichtingen is een grote spreiding geconstateerd
in de tijdsbesteding. Hiervoor zijn aanvullend in interviews de deskundigen van de pro-
vincies benaderd in de rol van doelgroep, om concrete aanvraagsituaties te simuleren.
Voor het bepalen van de AL Provincies is een groot aantal gegevens uit verschillende bron-
nen verzameld. Hierbij is enerzijds regelmatig sprake van tegenstrijdige gegevens, anderzijds
zijn essentiële gegevens vaak niet volledig of niet op de vereiste wijze beschikbaar. Het is
daarom van groot belang dat inzichtelijk wordt gemaakt, waar de voor de berekening ge-
bruikte gegevens (Tijd, Kosten en Aantallen) vandaan komen, welke aannamen getroffen zijn
bij schattingen van niet beschikbare gegevens11. De herleidbaarheid van de gegevens is ge-
waarborgd doordat in het AL-kostenmodel Provincies verwijzingen zijn opgenomen naar (1)
de bronnen voor de gebruikte gegevens en (2) de interviewverslagen.
11
Deze herleidbaarheid stelt de opdrachtgever en latere gebruiker van het AL-kostenmodel Burger Provincies in staat om:
− Na te gaan of inderdaad ook beleidsmatig verdedigbare gegevens zijn gebruikt.
− Getroffen aannamen te herzien en de effecten daarvan op de omvang van de AL direct te beoordelen.
− Eventueel nieuw beschikbare informatie gericht in het AL-kostenmodel Burger Provincies te verwerken.
- 20 - SIRA Consulting
Ad. 3. Betrouwbaarheid van gegevens en resultaten
Aan het onderzoek hebben 11 Provincies deelgenomen. In onderstaande tabel is per Provincie
een aantal kengetallen opgenomen die inzicht geven in de omvang van de verschillende Provin-
cies.
Het is voor een aantal provincies niet mogelijk gebleken om de gewenste cijfers op te leveren
omdat de gevraagde gegevens niet als zodanig bij de provincie bekend zijn (of worden gere-
gistreerd). Een reden hiervoor is onder andere dat het onderscheid tussen de doelgroepen voor
provincies niet relevant is en dus ook niet als zodanig in registraties wordt bijgehouden. Hier-
door zijn de kwantitatieve gegevens op onderdelen compleet maar echter niet volledig voor
alle informatieverplichtingen. Voor een beschrijving van de wijze waarop hiermee in de
kwantitatieve berekening van de AL is omgegaan wordt verwezen naar paragraaf 5.1.
Ad 1. Bedrijven
Het bedrijfsleven bestaat uit alle sectoren van de economie, met uitzondering van de publieke
delen van het openbare bestuur, overheidsdiensten en de verplichte sociale verzekeringen
(SBI ´93 code 75), en het onderwijs (SBI ´93 code 80). Voor deze uitzonderingen geldt dat de
private onderdelen ervan wél onder het bedrijfsleven vallen. Het criterium hierbij is de vraag
of organisaties al dan niet kostendekkend12 zijn. Is dit het geval, dan is er sprake van bedrijfs-
leven.
Voorbeelden van enkele randgevallen die onder de definitie bedrijfsleven vallen zijn: Zieken-
huizen, verzorgings- en bejaardenhuizen, RIAGG's, particuliere zorgverzekeraars, Gemeente-
lijke Geneeskundige Diensten (GGD's), ziekenfondsen, pensioenfondsen, reïntegratiebedrij-
ven en CAO-partijen.
Burgers
Personen die zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) die 18 jaar of
ouder zijn. Uitgangspunt zijn de volgende artikelen uit de Wet gemeentelijke basisadministra-
tie persoonsgegevens:
Artikel 24. De inschrijving in een basisadministratie geschiedt op grond van de geboor-
teakte, de aangifte van de betrokkene of ambtshalve.
Artikel 26.1. Op grond van zijn aangifte van verblijf en adres wordt degene die niet in
een basisadministratie is ingeschreven, naar redelijke verwachting gedurende een half
jaar tenminste tweederde van de tijd in Nederland verblijf zal houden en:
De Nederlandse nationaliteit bezit.
Op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld.
Vreemdeling is en rechtmatig verblijf geniet als bedoeld in artikel 8 van de
Vreemdelingenwet 2000, ingeschreven in de basisadministratie van de gemeente
waar hij zijn adres heeft.
Georganiseerde Burger
Instellingen zonder winstoogmerk, zijnde stichtingen en verenigingen waarvan de middelen
voor het merendeel afkomstig zijn uit bijdragen om niet (giften en donaties) van huishoudens
en uit inkomen uit vermogen.
12
Ten aanzien van de door de overheid bekostigde instellingen kan worden opgemerkt dat het ministerie in kwestie kan bepalen
of deze al dan niet worden meegenomen. Zo worden bijvoorbeeld bekostigde onderwijsinstellingen en publieke omroepen niet en
ziekenfondsen en zorginstellingen wel als bedrijfsleven meegenomen.
- 24 - SIRA Consulting
De definitie van de georganiseerde burger is gebaseerd op de categorie IZW huishoudens (In-
stellingen Zonder Winstoogmerk) uit het rekeningenstelsel van het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS). Deze IZW-huishoudens zijn opgenomen in de Standaard Bedrijfsindeling
(SBI). De SBI-codes van deze instellingen (lees: georganiseerde burger) zijn, inclusief voor-
beelden, opgenomen in onderstaande tabel.13
Ad. 4. Overheidsorganisatie
Het gaat hierbij om het Rijk, de medeoverheden (zoals gemeentelijke en provinciale overhe-
den en waterschappen), Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en Publiekrechtelijke Be-
stuursorganen (PBO’s). De informatieverplichtingen die deze overheden krijgen opgelegd uit
nationale regelgeving - en de daarmee samenhangende bestuurlijke lasten - zijn geen onder-
deel van het onderzoek. Dit betekent bijvoorbeeld dat het toezicht dat de provincie uitvoert in
het kader van de Gemeentewet of de Wet financiële verhoudingen niet valt binnen het bereik
van dit onderzoek. Ook de interne regelgeving van de provincie is niet in dit onderzoek mee-
genomen.
13
Het betreft de SBI-codes uit de totale SBI-lijst die niet vallen onder de SBI-codes uit handleiding AL Bedrijven.
14
De in deze rapportage gebruikte definitie voor Maatschappelijke instellingen is niet gelijk zijn aan de definitie die wordt
gebruikt in het WRR rapport ‘Bewijzen van goede dienstverlening’
In de “Meetmethode AL Burger” heeft het Ministerie van BZK vier categorieën informatiever-
plichtingen voor burgers gedefinieerd. Door de indeling in categorieën wordt inzicht verkregen
in welke AL direct en welke AL indirect door provincies wordt veroorzaakt en dus ook kunnen
worden gereduceerd. De vier gedefinieerde categorieën zijn:
Categorie I. Rijksregelgeving.
De regelgeving wordt direct door het Rijk - lees de departementen - opgesteld en uitgevoerd.
Voorbeelden van informatieverplichtingen voor burgers in deze categorie zijn de aanvraag voor
huursubsidie en de aangifte inkomstenbelasting.
Voor de uitvoering van de taken kunnen provincies beleidsvrijheid hebben om nadere regels
(en dus informatieverplichtingen) op te stellen. Bijvoorbeeld bij situaties waarbij rekening
moet worden gehouden met regionale omstandigheden of de uitvoering van de door de Rijks-
overheid opgelegde taken. De beleidsruimte van verschillende bestuursorganen (provincies
en gemeente) kan sterk variëren. Dit betekent dat de AL van regelgeving die in medebewind
wordt uitgevoerd zowel worden beïnvloed door de rijksoverheid als door de provincie zelf.
- 26 - SIRA Consulting
Toedeling AL
De indeling van de regelgeving in categorieën dient tevens ter beantwoording van de volgende vraag: door wie
worden de AL Bedrijven en AL Burger volgens de ontwikkelde meetmethodieken gemeten en bij welke
bestuurslaag tellen de AL, zoals deze in de nulmeting zijn gekwantificeerd15. In de onderstaande figuur is dit
schematisch toegelicht. Hierbij wordt één inconsistentie geconstateerd: In categorie 3 zijn de AL Bedrijven
door het Rijk gemeten en gekwantificeerd, terwijl dit in categorie 3 niet het geval is voor AL Burger: Hier
worden de AL door de Provincies gemeten en tellen mee bij de provincie.
N.B. In dit onderzoek zijn zowel categorie 3 als categorie 4 opgenomen voor AL Burger, AL Bedrijven en AL
Maatschappelijke instellingen. De provincies hebben voor beide categorieën mogelijkheden om de AL te
beïnvloeden en AL-reductievoorstellen door te voeren.
Het project AL Provincies richt zich uitsluitend op de regelgeving die door Provincies wordt
uitgevoerd:
Medebewind met beleids- en/of uitvoeringsvrijheid (categorie III): De regelgeving wordt
door het Rijk opgesteld. De Provincie heeft de vrijheid om aanvullende regels te stellen
en is vrij in de wijze van uitvoering. In deze categorie worden AL beïnvloed door de wij-
ze waarop een bestuursorgaan invulling geeft aan de beleids- en uitvoeringsruimte. Voor-
beelden hiervan zijn:
Het vuurwerkbesluit. In dit besluit is de informatieverplichting “Vergunning profes-
sioneel vuurwerk” opgenomen. Deze vergunning dient door bedrijven te worden aan-
gevraagd bij de provincie.
De Wet op de jeugdzorg. Onder deze wet valt het subsidiebesluit jeugdzorg. Deze
subsidie kan door jeugdzorginstellingen worden aangevraagd bij de provincie.
15
Dit is niet van toepassing op de AL voor maatschappelijke instellingen.
Subsidies
AL Bedrijven gaat uit van dezelfde definitie, alleen is er in het kader van de vergelijkbaarheid
met de nulmetingen van departementen voor gekozen om subsidies voor bedrijven niet mee te
tellen bij de berekening van de AL. De gegevens uit dit onderzoek zullen daarom als volgt
worden gebruikt om over de AL te rapporteren aan het ministerie van:
1. Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK): Het gaat hierbij om de AL voor (geor-
ganiseerde) burgers en maatschappelijke instellingen, uitgedrukt in uren en kosten (€).
Subsidies zijn hierbij onderdeel van de AL.
2. Financiën. Het gaat hierbij om de AL voor Bedrijven, uitgedrukt in kosten (€). Subsidies
worden hier apart gerapporteerd.
- 28 - SIRA Consulting
Voorbeelden van informatieverplichtingen
De regelgeving en subsidies zijn onderverdeeld naar zes thema’s (A tot en met F), die op hoofdlijnen
aansluiten op de organisatiestructuur van provincies. Het betreft de volgende thema’s:
A. Bezwaar, klachten en inspraak.
B. Economie, bestuur en samenleving.
C. Milieu en omgeving.
D. Ruimtelijke ordening en landschap.
E. Verkeer, vervoer en infrastructuur.
F. Onderwijs, cultuur en welzijn.
C. Milieu en omgeving
Het betreft regelgeving en subsidies op het gebied van milieu en omgeving zoals Wm-, ontgrondings- en
grondwaterwetvergunningen.
Voorbeeld van regelgeving in medebewind: Wm-vergunning.
Voorbeeld van autonome regelgeving: Ontheffing gebruik woonschepen.
Voorbeeld van een subsidie in medebewind: Subsidie bodemsanering bedrijfsterreinen.
Voorbeeld van een autonome subsidie: Subsidie natuur- en milieueducatie.
In het onderzoek is ernaar gestreefd om zoveel mogelijk gegevens per provincie te verzame-
len. Het is echter niet mogelijk gebleken om voor alle provincies de benodigde gegevens vol-
ledig en op het juiste detailniveau te verzamelen. Hierdoor is een berekening en vergelijking
van de AL op het niveau van de individuele provincie niet mogelijk. De beschikbare gege-
vens zijn echter wel geschikt om de gemiddelde kosten per informatieverplichting (P) te be-
rekenen. Dit geldt eveneens voor de aantallen (Q). Onderstaand is toegelicht op welke wijze
dit heeft plaatsgevonden in het onderzoek.
Uitgangspunten
Bij de gevraagde informatie gaat het in principe om twee categorieën van gegevens die per
provincie voor de vier doelgeroepen zijn gevraagd:
De parameter P: de tijd respectievelijk de kosten per jaar voor het uitvoeren van de ad-
ministratieve handelingen.
De parameter Q: het aantal keren dat deze handelingen per jaar plaatsvinden.
De parameter P
In het onderzoek is daarom de volgende werkwijze gevolgd: de van alle provincies beschik-
bare informatie is over elkaar gelegd. Hierdoor is een representatief beeld verkregen van de
P’s van de “gemiddelde” provincie. Deze werkwijze is in onderstaande figuur schematisch
weergegeven.
16
De gegevens zijn wel kwalitatief geanalyseerd, de resultaten hiervan zijn beschreven in hoofdstuk 6.
P beschik- neen
baar uit nulmeting
ministeries
ja
ja
Resultaten analyse toetsen
bij doelgroepen
Deze werkwijze heeft één lijst van P’s opgeleverd die voor alle provincies worden toegepast.
De parameter Q
De parameter Q geeft aan hoe vaak per jaar bepaalde administratieve handelingen voor regel-
geving en subsidies door de vier doelgroepen worden uitgevoerd. Er is daarom van alle pro-
vincies gevraagd om deze gegevens voor elke regelgeving en subsidie aan te geven.
Een belangrijk deel van deze informatie is door de provincies aangeleverd. Deze gegevens
zijn echter niet voor alle provincies volledig. Voor een betrouwbare extrapolatie is voor de
invulling van de Q de volgende werkwijze gekozen:
Indien geen getal voor Q beschikbaar is maar wel uitvoering aan de regelgeving wordt
gegeven dan is hiervoor een waarde overgenomen van een vergelijkbare provincie.
Indien een getal beschikbaar is, is deze in het model opgenomen. Het kan zijn dat uitvoe-
ring aan een regelgeving of subsidie wordt gegeven, maar hier in de praktijk geen ge-
bruik van wordt gemaakt. De Q is dan gelijk aan nul.
- 32 - SIRA Consulting
Rapportage
De resultaten van het onderzoek per doelgroep (Bedrijven, georganiseerde burgers, burgers
en maatschappelijke instellingen) worden als volgt gerapporteerd:
Autonome regelgeving versus medebewindsregelgeving: Door de indeling in categorieën
wordt inzicht verkregen in welke AL direct (autonoom) en welke AL indirect (medebe-
wind) door provincies wordt veroorzaakt en dus ook kunnen worden gereduceerd.
AL van de regelgeving verus AL van de subsidieregelingen: Dit onderscheid wordt ge-
maakt omdat niet in alle nulmetingen de subsidieregelingen worden meegenomen in de
rapportage van de nulmeting. Zo worden bij AL Bedrijven deze AL niet toegerekend tot
de nulmeting, terwijl dit bij AL burger wel het geval is.
AL Totaal
Samenvatting resultaten Regelgeving
Sectie Thema AL Be (€/jr) AL MI (€/jr) AL GBu (€/jr) AL GBu (T/jr) AL Bu (€/jr) AL Bu (T/jr)
A Bezwaar, klachten en inspraak € 122.800 € 133.300 € - 1.525 € - 11.184
B Economie, bestuur en samenleving € 39.300 € - € - 104 € - 158
C Milieu en omgeving € 186.896.700 € 404.400 € 1.100 288 € 2.700 645
D Ruimtelijke ordening en landschap € 284.800 € 15.800 € - 450 € - 767
E Verkeer, vervoer en infrastructuur € 5.543.700 € 10.200 € - 146 € 800 4.098
F Onderwijs, cultuur en welzijn € 700 € 300 € - 0 € - 0
Totaal € 192.888.000 € 564.000 € 1.100 2.512 € 3.500 16.852
Samenvatting AL Totaal AL Be (€/jr) AL MI (€/jr) AL GBu (€/jr) AL GBu (T/jr) AL Bu (€/jr) AL Bu (T/jr)
Totaal € 218.474.600 € 22.244.300 € 2.315.800 142.968 € 2.284.800 87.661
De totale jaarlijkse AL van de provincies voor bedrijven bedragen € 218 miljoen. Hiervan is:
€ 193 miljoen (88%) het gevolg van regelgeving en € 25,6 miljoen (12%) het gevolg van
subsidies.
€ 198 miljoen (91%) het gevolg van regelgeving in medebewind en € 20 miljoen (9%)
het gevolg van autonome regelgeving.
AL Bedrijven
Samenvatting resultaten Regelgeving
Sectie Thema AL Be (€/jr) AL Medebewind AL Autonoom
Regelgeving Bedrijven Bezwaar, klachten en
A Bezwaar, klachten en inspraak € 122.800 € 122.800 € - inspraak
Economie, bestuur en
B Economie, bestuur en samenleving € 39.300 € 39.300 € - 0% samenleving
3%
C Milieu en omgeving € 186.896.700 € 186.882.400 € 14.300 0% Milieu en omgeving
0%
D Ruimtelijke ordening en landschap € 284.800 € 134.400 € 150.400
Ruimtelijke ordening en
E Verkeer, vervoer en infrastructuur € 5.543.700 € 4.402.800 € 1.140.900 landschap
Verkeer, vervoer en
F Onderwijs, cultuur en welzijn € 700 € 700 € -
97% infrastructuur
Onderwijs, cultuur en
welzijn
Samenvatting AL Totaal AL Be (€/jr) AL Medebewind AL Autonoom
Totaal € 218.474.600 € 198.149.800 € 20.324.800
17
De AL zijn echter gecorrigeerd, aangezien betere informatie over de aantallen handelingen is verkregen.
- 34 - SIRA Consulting
De totale jaarlijkse AL Out-of-pocket kosten van de provincies voor georganiseerde burgers
bedragen € 2,3 miljoen. Hiervan is:
€ 1.100 (0%) het gevolg van regelgeving en € 2,3 miljoen (100%) het gevolg van subsi-
dies.
€ 748.000 (32%) het gevolg van regelgeving in medebewind en € 1,6 miljoen (68%) het
gevolg van autonome regelgeving.
Economie, bestuur en
B Economie, bestuur en samenleving € - € - € - samenleving
Sub-F Onderwijs, cultuur en welzijn € 857.600 € 233.100 € 624.500 35% Verkeer, vervoer en
infrastructuur
Totaal € 2.314.700 € 746.900 € 1.567.800 2%
Onderwijs, cultuur en
welzijn
De totale jaarlijkse AL Out-of-pocket kosten van de provincies voor burgers bedragen € 2,3
miljoen. Hiervan is:
€ 3.500 (0%) het gevolg van regelgeving en € 2,3 miljoen (100%) het gevolg van subsi-
dies.
€ 52.000 (2%) het gevolg van regelgeving in medebewind en € 2,2 miljoen (98%) het
gevolg van autonome regelgeving.
- 36 - SIRA Consulting
AL Burger (tijdsbestedingen)
Samenvatting resultaten Regelgeving
Sectie Thema AL Bu (T/jr) Medebew. Autonoom Regelgeving Burger Bezwaar, klachten en
inspraak
A Bezwaar, klachten en inspraak 11.184 11.184 0
Economie, bestuur en
B Economie, bestuur en samenleving 158 0 158 samenleving
0%
C Milieu en omgeving 645 532 113 24% Milieu en omgeving
De AL van de regelgeving voor burgers zijn voornamelijk (4.100 uur) het gevolg van regel-
geving op het gebied van verkeer en vervoer. De drie informatieverplichtingen met de hoog-
ste AL zijn: (1) ontheffingen op verboden uit de Wegenverkeerswet, (2) ontheffingen op het
verbod van maximale vaarsnelheden en (3) uitwegvergunningen naar provinciale wegen.
Daarnaast worden relatief hoge AL veroorzaakt door klachten en bezwaarschriften. Daarbij
dient te worden opgemerkt dat de AL als gevolg van klachten en bezwaarschriften afhangen
van de omvang van de klacht of het bezwaarschrift, het eventuele gebruik van rechtsbijstand
en het gebruik van een hoorzitting. Een laagdrempelige behandeling van klachten kan de AL
per klacht reduceren.
AL Maatschappelijke Instellingen
Samenvatting resultaten Regelgeving
Sectie Thema AL MI (€/jr) Medebew. Autonoom
Regelgeving Maatsch. Instellingen
A Bezwaar, klachten en inspraak € 133.300 € 133.300 € - Bezwaar, klachten en
inspraak
B Economie, bestuur en samenleving € - € - € - 0% Economie, bestuur en
2%
samenleving
C Milieu en omgeving € 404.400 € 404.400 € - 24%
3% Milieu en omgeving
D Ruimtelijke ordening en landschap € 15.800 € 15.800 € -
0%
Ruimtelijke ordening en
E Verkeer, vervoer en infrastructuur € 10.200 € 1.500 € 8.700 landschap
- 38 - SIRA Consulting
6 Conclusies
1. De totale Administratieve Lasten Provincies uit medebewind en uit autonome taken be-
dragen € 240 miljoen per jaar voor Bedrijven en Maatschappelijke Instellingen. Voor
burgers en georganiseerde burgers bedragen deze AL 231.000 uur en € 4,6 miljoen Out-
of-Pocket kosten per jaar.
2. De totale AL van bedrijven uit medebewind en uit autonome taken worden geraamd op €
218 miljoen per jaar.
3. De totale AL van georganiseerde burgers uit medebewind en uit autonome taken worden
geraamd op 143.000 uur en € 2,3 miljoen aan Out-of-Pocket kosten per jaar.
De AL van georganiseerde burgers zijn voor 40% ofwel 57.600 uur per jaar toe te reke-
nen aan Rijksregelgeving die via Provincies wordt uitgevoerd.19 Het aandeel autonome
regelgeving is 60% ofwel 85.400 uur per jaar.
18
Deze AL zijn reeds opgenomen in de nulmetingen van de departementen, met uitzondering van de AL als gevolg van: (1)
Ontheffing bepalingen Wet milieubeheer, (2) Melding ontbranding vuurwerk, (3) Ontgrondingsvergunning voor afgravingen
anders dan zandwinningsprojecten, (4) Melding ontgrondingen, (5) Schadevergoeding ontgrondingen, (6) Registratieplicht
productie/bewerking zuiveringsslib of compost, (7) Ontheffing voorschriften badinrichtingen, (8) Schadevergoeding grondwater-
onttrekkingen, (9) Ontheffing evenementen op of aan het water, (10) Overige ontheffingen Wegenverkeerswet en (11) Vergun-
ning ambulancevervoer. De omvang van de AL van deze informatieverplichtingen bedragen circa € 710.000.
19
Deze AL kunnen eventueel in beperkte mate overlap vertonen met de AL voor bedrijven zoals opgenomen in de nulmetingen
van departementen. Oorzaak hiervoor is dat de uitsplitsing in doelgroepen in een eerder stadium niet mogelijk was door een
gebrek aan gegevens. Voor de uitsplitsing in doelgroepen is in dit rapport uitgegaan van de gegevens van de provincies.
4. De totale AL van burgers uit medebewind en uit autonome taken worden geraamd op
87.700 uur en € 2,3 miljoen aan Out-of-Pocket kosten per jaar.
De AL van burgers zijn voor 19%, ofwel 16.900 uur per jaar, toe te rekenen aan Rijksre-
gelgeving die via Provincies wordt uitgevoerd. Het aandeel autonome regelgeving is
81%, ofwel 70.800 uur per jaar.
19% van de AL die door Provincies voor burgers wordt veroorzaakt, is afkomstig van
regelgeving. Het gaat hierbij voornamelijk om inspraakprocedures bij ruimtelijke plan-
nen en vergunningprocedures. Voor 81% worden deze AL veroorzaakt door het aanvra-
gen en verantwoorden van subsidies.
De AL van maatschappelijke instellingen zijn voor 35%, ofwel € 7,8 miljoen, toe te re-
kenen aan Rijksregelgeving die via Provincies wordt uitgevoerd. Het aandeel autonome
regelgeving bedraagt € 14,5 miljoen per jaar.
De AL van maatschappelijke instellingen worden voor 98% veroorzaakt door het aan-
vragen en verantwoorden van subsidies. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen struc-
turele (jaarlijkse) en projectsubsidies. De overige 3% aan AL worden veroorzaakt door
regelgeving.
De verschillen kunnen voor een beperkt deel worden verklaard door de regionale ver-
schillen tussen de provincies. Het is echter binnen de kaders van dit onderzoek niet mo-
gelijk gebleken om verklaringen te vinden voor het merendeel van deze verschillen.
Algemeen kan worden gesteld dat een belangrijk deel van de taken van de provincies ge-
richt is op een uiteenlopend spectrum van specifieke doelgroepen en onderwerpen. Aan-
gezien voor iedere doelgroep of onderwerp andere regelgeving van toepassing is, hebben
provincies te maken met een groot aantal verschillende regelingen.
- 40 - SIRA Consulting
9. De toegankelijkheid van de regelgeving die door de provincies wordt uitgevoerd ver-
schilt sterk.
10. De AL kunnen per provincie variëren doordat beleidsinstrumenten (zoals de keuze tus-
sen vrijstelling, melding, aanvraag ontheffing of vergunning) verschillend worden inge-
zet om bepaald beleid te realiseren.
Uit het onderzoek blijkt dat provincies verschillend omgaan met informatieverplichtin-
gen. Bij bepaalde provincies kan worden volstaan met een telefonische melding van een
bepaalde activiteit. Voor dezelfde activiteit moet in een andere provincie een schriftelij-
ke vergunningaanvraag worden ingediend.
De verschillen die hierdoor ontstaan, kunnen gedeeltelijk worden verklaard doordat pro-
vincies geografisch niet altijd vergelijkbaar zijn. In de ene provincie is de grondwater-
stand gevoelig voor schommelingen en worden, in de vorm van een vergunning, strikte
eisen gesteld aan grondwateronttrekking. In een andere provincie - met een andere bo-
demgesteldheid - vormen grondwaterschommelingen minder een probleem en kan er
daarom worden volstaan met een ontheffing.
11. Het reduceren van AL wordt bemoeilijkt door de behoefte risico’s af te dekken.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat in alle provincies diverse programma’s en projec-
ten worden uitgevoerd om deze lasten te reduceren. Zo worden in bepaalde provincies de
dienstverlening en het serviceniveau van de provincie gericht gemonitord. De resultaten
hiervan worden dan gerapporteerd in Burgerjaarverslagen20. Daarnaast is een aantal pro-
vincies actief op het gebied van deregulering.
20
Een goed voorbeeld hiervan is de Provincie Groningen die actief de dienstverlening en het serviceniveau van de verschillende
afdelingen van de provincie monitoren en rapporteren in het Burgerjaarverslag. Daarnaast heeft de provincie een handvest
opgesteld waarin algemene afspraken en beoordelingscriteria zijn vastgelegd.
- 42 - SIRA Consulting
7 Aanbevelingen
In dit hoofdstuk is op basis van de door de 11 provincies beschikbaar gestelde informatie een
uiteenzetting gegeven van de mogelijkheden om de AL te reduceren. Voor het identificeren
van de aangrijpingspunten zijn de verschillende provincies (op onderdelen) met elkaar verge-
leken en geanalyseerd. Als uitgangspunt is hierbij gebruik gemaakt van de wijze waarop re-
gelgeving en subsidies en de uitvoering daarvan AL tot gevolg hebben. Concreet betekent dit
dat voor deze niveaus verschillende aangrijpingspunten voor reductie van AL mogelijk zijn.
Afhankelijk van het niveau van het aangrijpingspunt kunnen de effecten op de AL groter of
kleiner zijn. In de onderstaande figuur zijn de verschillende aangrijpingspunten schematisch
weergegeven en toegelicht. In de onderstaande paragrafen worden de verschillende aangrij-
pingspunten voor AL reductie uitgewerkt met voorbeelden van de verschillende provincies.
Beleid /
Regelgeving medebewind
Beperken regelgeving (§ 7.2)
Provinciale Regelgeving
Alternatieven voor informatieverplichtingen (§ 7.3)
Informatieverplichting
Wijzigen informatieverplichtingen (§ 7.4)
Uitvoering
Faciliteren van de uitvoering (§ 7.5)
Administratieve Lasten
Het onderzoek is gestart met een inventarisatie van de provinciale regelgeving. Hiertoe zijn
van vijf provincies alle provinciale verordeningen achterhaald en op hoofdlijnen doorgeno-
men. Tijdens deze inventarisatie zijn diverse verordeningen naar voren gekomen die zeer ge-
dateerd of niet meer van toepassing waren.
Het gaat hierbij voornamelijk om subsidieverordeningen die voor een jaar van toepassing zijn
verklaard. De betreffende verordeningen zijn vervolgens niet ingetrokken en staan nog steeds
in het overzicht met actuele regelgeving. Andere voorbeelden zijn de verordeningen voor het
verstrekken van bepaalde gelden aan maatschappelijke instellingen.
Het schrappen van deze regelgeving heeft geen directe invloed op een reductie van de AL,
het levert echter wel een belangrijke bijdrage aan de toegankelijkheid van de regelgeving.
Reductie van de AL kan wel worden gerealiseerd als autonome regelgeving wordt geschrapt
waarvan weinig of geen gebruik wordt gemaakt.
Het bedrijfsleven en de georganiseerde burgers geven aan met veel verschillende vergunnin-
gen te maken te hebben bij de uitvoering van werkzaamheden. Voornamelijk werkzaamheden
van de sectoren Bouw en Landbouw (voorbeelden zijn uitgewerkt in onderstaande kaders)
hebben nog al eens te maken de provincie. Het gaat hierbij voornamelijk om vergunningen
die betrekking hebben op bouwactiviteiten of beregening. Voor iedere activiteit dient bij het
betreffende bevoegd gezag te worden nagegaan welke regelgeving van toepassing is:
Nationale regelgeving (Wetten, besluiten en regelingen).
Provinciale regelgeving (Provinciale verordening).
Gemeentelijke regelgeving (Algemene Plaatselijke verordening).
Waterschap (De Keur).
AL-reductievoorstellen
De route van het transport bepaald bij welke instanties een ontheffing moet worden aangevraagd. Om het
aantal aanvragen te reduceren is het mogelijk om over te gaan op een ontheffing per transport (en dus niet
meerdere ontheffingen voor een transport). De RDW heeft in samenwerking met een aantal provincies hiertoe
al afspraken gemaakt. Het resultaat is dat het bedrijf de ontheffing aanvraagt bij de RDW. In het kader van
reductie van de AL dient te worden nagegaan in hoeverre:
1. De overige provincies zich bij het systeem van de RDW kunnen aansluiten.
2. Dit systeem eveneens kan worden toegepast voor het aanvragen van een ontheffing voor het transport van
gevaarlijke stoffen over de weg.
3. Dit systeem eveneens kan worden toegepast voor het aanvragen van een ontheffing voor het transport van
gevaarlijke stoffen en/of exceptionele transporten over vaarwegen.
- 44 - SIRA Consulting
B. Samenvoegen van vergunningen onttrekken en lozen van water
Voor diverse bedrijfsactiviteiten waar grondwater wordt onttrokken of geloosd dienen ontheffingen of
vergunningen te worden aangevraagd. Afhankelijk van de activiteit en de omvang daarvan hebben bedrijven te
maken met een of meerdere partijen met bevoegd gezag:
- Waterschappen. Deze zijn verantwoordelijk voor het beheer van de waterkwantiteiten (dit is geregeld in de
Keur) en de waterkwaliteit (dit is geregeld in de Wet verontreiniging Oppervlaktewateren).
- Rijkswaterstaat. Heeft op dezelfde onderdelen verantwoordelijkheid als de waterschappen echter dan voor
de Rijkswateren.
- Provincies. Deze zijn verantwoordelijk voor het beheer van het grondwater (geregeld in grondwateront-
trekkingsvergunningen of via meldingen). Daarnaast kan indien wordt geloosd op provinciale wateren ook
hiervoor een ontheffing verplicht zijn.
- Gemeenten. Deze zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de Wm-vergunningen (voor
specifieke of grote bedrijven kan dit ook de Provincie zijn) en eventuele lokale vergunningen (zoals kap-
vergunningen).
In het kader van het samenvoegen kan worden nagegaan op welke wijze de verschillende vergunningen kun-
nen worden samengevoegd bij een bevoegd gezag. Op deze wijze wordt de inzichtelijkheid van de regelgeving
en de uitvoering vergroot. Aanvullende mogelijkheden van provinciale regelgeving die voor integratie in
aanmerking komen zijn de afstemming tussen (1) Milieu-, Arbo- en Veiligheidsregelgeving en (2) Vergun-
ningverlening en Handhaving.
AL-reductievoorstellen
In het kader van een Europese richtlijn wordt een lijst gepubliceerd waarin is aangegeven welke productietech-
nieken worden aangewezen als zogenaamde ‘Best Available Techniques’. In bepaalde provincies is beleid
vastgesteld dat alleen de beste van de in deze lijst opgenomen technieken door bedrijven mogen worden
toegepast. Hiermee worden bepaalde technieken – die Europees dus wel voldoen – niet erkend en daarmee
worden strengere eisen opgelegd. De consequentie is dat bedrijven met onderzoeken moeten aantonen dat toch
aan de gestelde eisen wordt voldaan.
In het kader van het beperken van de AL dient te worden nagegaan in hoeverre dergelijke strengere eisen
kunnen worden voorkomen of zodanig kunnen worden opgesteld dat deze hiermee geen verzwaring van de AL
veroorzaken.
In niet alle provincies zijn interne werkprocessen uniform in vaste procedures vastgelegd. Dit leidt met name
tot problemen bij de rolverdeling tussen vergunningverlener en handhavers. Door taken en bevoegdheden op
een duidelijke en eenduidige wijze vast te leggen, kan de samenwerking tussen vergunningverleners en
handhavers verbeteren. De administratieve- en nalevingslasten van bedrijven zullen hierdoor afnemen.
AL-reductievoorstellen
Een aantal provincies werkt reeds met een algemene subsidieverordening en een actieve benadering van de
doelgroep indien deze in aanmerking wil komen voor een subsidie. Voorbeeld provincies zijn Flevoland,
Utrecht en Zuid-Holland. Bij het uitwerken van een algemene subsidieverordening moet deze zodanig worden
ingericht dat deze aansluit bij de verschillende randvoorwaarden (zoals drempelwaarde voor accountantsver-
klaringen en verplichtingen vanuit de medebewindstaken) van de subsidieregelingen.
In het kader van het beperken van de AL kan worden nagegaan of een (landelijk afgestemde) subsidieverorde-
ning kan worden ontwikkeld voor de provincies. Op deze wijze wordt de landelijke herkenbaarheid vergroot en
subsidies toegankelijker voor de doelgroep. Daarnaast kan een landelijk overzicht van de verschillende
subsidies bij de provincies hieraan eveneens een bijdrage leveren.
AL-reductievoorstellen
Om de AL als gevolg van de provinciale regelgeving blijvend te beperken, wordt aanbevolen om voor nieuwe
regelgeving na te gaan of voldoende rekening is gehouden met de AL. Een dergelijke beoordeling kan goed
plaatsvinden als de AL voor de voorgenomen regelgeving worden gekwantificeerd. Deze aanpak wordt al bij
diverse departementen toegepast. Daarnaast heeft Actal een brochure waarin een dergelijke toets wordt
toegelicht en alternatieven voor informatieverplichtingen worden uitgelegd.
- 46 - SIRA Consulting
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat op onderdelen provincies verschillend omgaan
met informatieverplichtingen. In de onderstaande AL-reductievoorstellen worden hiervan en-
kele voorbeelden gegeven.
AL-reductievoorstellen
Voor het onttrekken van grondwater is in bepaalde provincies een vergunning noodzakelijk. In de ver-
gunningenvoorwaarden is vervolgens aangegeven of de onttrekking moet worden gemeld en/of geregistreerd.
Een aantal provincies heeft echter gekozen voor een meldingen/registratiesysteem. Een grondwateronttrek-
kingsvergunning is hier alleen voor het onttrekken van zeer grote hoeveelheden grondwater noodzakelijk.
In het kader van de reductie van de AL kunnen provincies – op basis van de lokale (geologische) situatie –
nagaan of het ophogen van de onderwaarde voor het onttrekken van grondwater mogelijk is. Hierdoor worden
minder bedrijven verplicht om een vergunning aan te vragen en dalen de AL. Opmerking: rekening dient te
worden gehouden met de bijbehorende belastingheffing.
In bepaalde provincies is het noodzakelijk om voor bepaalde evenementen (motorsportwedstrijden) een ont-
heffing aan te vragen. In andere provincies zijn bepaalde gebieden hiervoor beschikbaar gesteld en kan de
organisatie uitsluitend volstaan met een melding waarbij veel minder informatie hoeft te worden overlegd.
In het kader van de reductie van de AL kunnen provincies nagaan voor welke huidige aanvragen voor onthef-
fingen kan worden volstaan met een melding.
Tijdens de gesprekken bij de provincies is bij meldingen nagevraagd wat feitelijk met de informatie van de
melding wordt gedaan. In een aantal situaties was duidelijk dat bijvoorbeeld in het kader van veiligheid de
provincie op de hoogte wil zijn van bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld bij evenementen op of aan de
provinciale weg). In een aantal situaties werd echter aangegeven dat geen verdere actie werd ondernomen naar
aanleiding van een melding. Een vergelijkbaar voorbeeld als voor meldingen is van toepassing op ontheffin-
gen. Een voorbeeld hiervan is de ontheffing voor het plaatsen van borden in het landschap. Deze ontheffing
hoeft slechts bij een beperkt aantal provincies te worden aangevraagd. Bij andere provincies is in de land-
schapsverordening een vrijstelling opgenomen voor het plaatsen van borden met een bepaalde omvang.
In het kader van een reductie van de AL kunnen provincies voor de verschillende meldingsplichten nut- en
noodzaak beoordelen en wellicht enkele meldingen schrappen. Daarnaast kan worden nagegaan welke onthef-
fingen feitelijk een bijdrage leveren aan de uitvoering van beleid.
De omvang van de AL wordt naast de tijdsbesteding voor een belangrijk deel bepaald door
het aantal keer dat aan de verplichting moet worden voldaan. Hierbij wordt onderscheid ge-
maakt in (1) het aantal bedrijven, (georganiseerde) burgers en maatschappelijke instellingen
dat aan de verplichting moet voldoen en (2) de frequentie waarmee bepaalde gegevens of in-
formatie moet worden geleverd. In het kader van de reductie van de AL zijn in dit onderzoek
de volgende aangrijpingspunten voor provincies naar voren gekomen:
1. Het verschuiven van de grenzen.
2. Het reduceren van meet- en rapportage frequenties.
3. Het beperken van de informatievraag.
AL-reductievoorstellen
Op basis van de gegevens van de verschillende provincies is naar voren gekomen dat provincies verschillend
omgaan met eisen voor de (financiële) verantwoording. Bij een aantal provincies wordt hiermee ook binnen de
provincie verschillend omgegaan. Op hoofdlijnen wordt onderscheid gemaakt in:
- Subsidiebedrag is beperkt waardoor kan worden volstaan met een beperkte financiële verantwoording
(bijvoorbeeld een kopie van de facturen).
- Subsidiebedrag is hoger waardoor naast de beperkte financiële verantwoording ook een rapportage van de
behaalde resultaten moet worden opgesteld.
- Subsidiebedrag is significant hoger waardoor een uitgebreide financiële verantwoording met accountants-
verklaring en rapportage over de behaalde resultaten noodzakelijk is (eventueel met periodieke tussenrap-
portages).
Een voorbeeld van verschillen tussen provincies is dat bij één provincie een accountantsverklaring verplicht
wordt gesteld bij bedragen groter dan € 12.500 en bij een andere provincie deze verplichting geldt vanaf €
50.000. Aangezien de gemiddelde kosten voor een accountantsverklaring tussen de € 500 a € 1.000 liggen
kunnen de kosten voor een bepaalde doelgroep aanzienlijk worden gereduceerd.
In het kader van de reductie van de AL kunnen provincies nagaan op welke wijze met de grenzen van de
verantwoordingsverplichtingen kan worden omgegaan. Hierbij kan eventueel worden aangesloten bij de eisen
zoals deze door de Rijksoverheid worden gesteld.
Een groot deel van de informatieverplichtingen van provincies hebben betrekking op het aanvragen van een
ontheffing. In principe is een ontheffing een aanvraag om toestemming voor verbodsbepaling. Een voorbeeld is
de ontheffing voor het onttrekken van grondwater. In bepaalde provincies moeten alle onttrekkingen worden
gemeld (jaarlijks 800 meldingen), deze kunnen worden gereduceerd door de grenzen voor het melden te verho-
gen. Daarnaast kunnen meldingen eveneens worden voorkomen indien bijvoorbeeld het maximale pompdebiet
bepalend is voor het al dan niet melden van grondwateronttrekkingen.
- 48 - SIRA Consulting
Ad. 2. Het reduceren van meet- en rapportagefrequenties
In onder meer de Wm-vergunningen, de grondwateronttrekkingsvergunning en verschillende
subsidies worden met een bepaalde frequentie meet-, registratie- en rapportageverplichtingen
opgelegd. Afhankelijk van de situatie en de regelgeving kan het hierbij gaan om frequenties
uiteenlopend van dagelijks tot jaarlijks. Het terugbrengen van de frequentie heeft een aan-
zienlijke reductie van de AL tot gevolg. Een voorbeeld om het effect hiervan te verduidelij-
ken: Het terugbrengen van een maandrapportage naar een kwartaalrapportage levert een AL-
reductie van circa 70% op. In onderstaande AL-reductievoorstellen worden hiervan enkele
voorbeelden gegeven.
Ad. 3. Het beperken van de informatievraag
Een informatieverplichting heeft als doel dat bepaalde relevante gegevens beschikbaar wor-
den gesteld zodat hierop een beslissing kan worden genomen of toezicht kan worden gehou-
den. Het is dan uiteraard belangrijk dat de juiste informatie wordt verstrekt om dit te kunnen
uitvoeren. Het toetsen van de relevantie van de informatievraag is daarom een belangrijk
aangrijpingspunt om de AL van provincies te reduceren.
AL-reductievoorstellen
21
Het Vlaamse ministerie van Vlaamse gemeenschap heeft een uitgebreide handleiding uitgegeven voor het ontwerpen van goede
formulieren: Checklist Formulieren , 2004. Deze handleiding is te vinden op de website: www.wetsmatiging.be . Zie ook voetnoot
22 voor digitale formulieren in Nederland.
Een voorbeeld is de aanvraag voor een Wm-vergunning. Hier leidt het gebrek aan uniformiteit tot onnodige
administratieve lasten. De formulieren verschillen per provincie. Hierdoor zijn ondernemers onnodig veel tijd
kwijt aan het overleggen van de gevraagde gegevens.
Concreet betekent dit dat een bepaald minimaal niveau aan AL zal blijven bestaan. Het is
echter belangrijk dat voor deze informatieverplichting in de uitvoering de AL worden be-
perkt. Enkele belangrijke aangrijpingspunten hiervoor zijn:
1. Het faciliteren van de informatieverplichtingen met ICT. Bij diverse provincies zijn
hiervan voorbeelden te vinden die uiteenlopen van het gericht verstrekken van infor-
matie via Internet en productencatalogi (passief), actieve begeleiding van de doelgroep
bij subsidieaanvragen (Flevoland), tot het digitaal indienen van meldingen en aanvra-
gen (Noord-Brabant).
2. Het vergoeden van bepaalde informatieverplichtingen. Bij een aantal subsidies worden
de kosten voor de financiële verantwoording vergoed door de provincie. Hierdoor wor-
den de kosten voor de doelgroep beperkt gehouden.
3. Het zelfstandig opvragen van informatie die bij andere overheidsinstellingen beschik-
baar is. Het gaat hierbij onder meer om het bewijs van inschrijving bij de Kamers van
Koophandel en kadastrale gegevens van percelen en gebouwen bij het Kadaster.
- 50 - SIRA Consulting
AL-reductievoorstellen
A. Informatie- en Communicatietechnologie
Moderne Informatie- en communicatietechnologie biedt veel mogelijkheden22 tot het reduceren van admini-
stratieve lasten. Het is mogelijk gebruik te maken van digitale formulieren met een hieraan gekoppeld
databeheer. Het gebruik van deze technologie levert dan voordelen op voor zowel de aanvrager als de verlener
van de vergunning of subsidie.
Voorbeelden van aanvragen waarbij provincies gebruik maken van moderne informatie en communicatietech-
nologie zijn:
- De aanvraag voor een boekjaarsubsidie van de provincie Zuid-Holland. Voor de aanvraag van deze
subsidie staat alle informatie op de website van de provincie vermeld en kan de aanvraag volledig digitaal
worden gedaan.
- Bij de provincie Limburg kan de aanvraag voor een cultuursubsidie digitaal worden gedaan. Ook het
gebruik van een digitale handtekening wordt door deze provincie hier toegepast.
- Bij de provincie Noord-Brabant kan de aangifte die houders van de beregeningsvergunning moeten doen nu
digitaal worden gedaan. De gegevens worden gebruikt voor het vaststellen van het heffingsbedrag van de
provinciale grondwaterheffing. De totale afhandeling vindt in slechts 15 seconden plaats!23
B. Websites
Websites van provincies spelen een belangrijke rol in de informatievoorziening aan ondernemers en burgers.
Het gebruik van kwalitatief goede websites draagt bij aan het serviceniveau van de provincie en de transparan-
tie van regelgeving. De overheid heeft kwaliteitscriteria opgesteld voor de toegankelijkheid van overheidsweb-
sites.24 De criteria voor de toegankelijkheid kunnen worden gecategoriseerd in:
1. Beschikbaarheid.
2. Bereikbaarheid.
3. Begrijpelijkheid.
4. Bruikbaarheid.
De criteria kunnen worden gebruikt om de verschillende aspecten van toegankelijkheid op een systematische
manier te toetsen. Een voorbeeld van een website die hoog scoort op toegankelijkheid is de website van de
provincie Noord-Holland. Deze provincie vernieuwde in 2004 haar website en werd genomineerd voor de
Webwijzer Award. De Webwijzer Award is een prijs voor de overheidsorganisatie die zich digitaal in positieve
zin onderscheidt ten opzichte van andere overheidsorganisaties.
C. Eén-loket
Grondwateronttrekkingsheffingen vinden op rijks- en provinciaal niveau plaats. De inning vindt gescheiden
plaats via verschillende instanties (Belastingdienst en provincie). Het instellen van één loket voor de
belastingaangiften vereenvoudigt de werkwijze van de ondernemer.
22
Een nieuw initiatief om de administratieve lasten te reduceren is de zogenaamde e-formulierenmachine. De e-formulieren-
machine is een centrale voorziening die het voor burgers (en bedrijven) mogelijk maakt on line formulieren in te vullen. Deze
toepassing streeft daarbij naar een eenvoudige vorm van eenmalige gegevensverstrekking. In eerste instantie zullen gegevens die
door de burger in eerdere contactmomenten met de overheid aan de e-formulierenmachine zijn verstrekt worden vooringevuld. In
een later stadium is de bedoeling dat de e-formulierenmachine wordt gekoppeld aan de zogeheten basisregistraties (bijvoorbeeld
het GBA) zodat het mogelijk wordt om vooringevulde formulieren te genereren op basis van reeds bij de overheid bekende
gegevens. Daarnaast is kenmerkend voor de e-formulierenmachine dat de gebruiker geen formulier op het scherm ziet maar een
dynamisch scherm dat nieuwe vragen stelt op basis van de gegevens die door de gebruiker worden ingevuld. Vragen die de
gebruiker niet hoeft te beantwoorden, omdat ze niet op hem van toepassing zijn, worden dus niet gesteld. De planning is dat eind
2005 een eerste prototype van de e-formulierenmachine met de bijbehorende formulieren functioneert.
23
Bron: www.e-provincies.nl
24
Meer informatie over deze kwaliteitscriteria staan op de website webrichtlijnen.overheid.nl
AL Provincies
Bijlagen
III Interviews
IV Beschrijving informatieverplichtingen
- SIRA Consulting
Nr. Subsidie Autonoom Van toepassing op
of medebewind Bedrijf Burger BuOrg Maat
Economie, bestuur en samenleving
sub B.01 Regionale arbeidsmarkt en scholing Medebewind x x
sub B.02 Investeringen Autonoom x
sub B.03 Human Resource Management Autonoom x
sub B.04 Recreatie en toerisme Autonoom x x x x
sub B.05 Openluchtrecreatie Autonoom x x x
sub B.06 Vrijwilligerswerk en -organisatie Medebewind x x x
sub B.07 Innovatiestimulering Autonoom x
sub B.08 Ontwikkelingssamenwerking Autonoom x
sub B.09 Loonkosten premieregeling Autonoom x
sub B.10 Locatiegebonden subsidies Autonoom x
sub B.11 Ruimtelijk-economische ontwikkeling Autonoom x x x x
sub B.12 Sociaal-economische ontwikkeling Autonoom x x x
sub B.13 Sociaal beleid Autonoom x x x
sub B.14 Duurzame economische ontwikkeling Autonoom x
sub B.15 Ondernemings/vestigingsklimaat Autonoom x
sub B.16 Concurrentiekracht Autonoom x
sub B.17 Samenlevingsopbouw Autonoom x x x
sub B.18 Besteding grondwaterheffing Autonoom x
sub B.19 Promotie provincie Autonoom x
sub B.20 Planvorming en ontwikkeling kenniseconomie Autonoom x
sub B.21 Mondiale bewustwording Autonoom x
sub B.22 Sociale veiligheid Medebewind x
sub B.23 Europees Structuurfonds Medebewind x
Milieu en omgeving
sub C.01 Programma bedrijfsomgeving Medebewind x x
sub C.02 Bodemsanering bedrijfsterreinen Medebewind x
sub C.03 Programma duurzaam ondernemen Medebewind x
sub C.04 Stimuleringsprogramma afvalscheiding en Medebewind x x x x
afvalpreventie van huishoudelijk afval (STAP)
sub C.05 Stimuleringsfonds milieubeschermingsgebieden Autonoom x x x x
sub C.06 Energieprojecten Autonoom x
sub C.07 Waterprojecten Autonoom x
sub C.08 Individuele behandeling afvalwater Autonoom x
sub C.09 Vuilwatertanks in pleziervaartuigen Autonoom x
sub C.10 Natuur- en milieueducatie Autonoom x x
sub C.11 Natuur- en milieuorganisaties Autonoom x x
sub C.12 Milieustimulering Autonoom x x x
sub C.13 Sanering industrielawaai Autonoom x
Ruimtelijke ordening en landschap
sub D.01 Soortenbescherming Medebewind x x x x
sub D.02 Natuurprojecten Autonoom x x x
sub D.03 Natuurbeheer en landschapsbeheer Autonoom x x x
sub D.04 Bosbeheer Autonoom x x x
sub D.05 Agrarisch natuurbeheer Autonoom x x
sub D.06 Natuurproductiebepaling weidevogels Autonoom x
sub D.07 Groene ruimte Autonoom x x x x
sub D.08 Landschapselementen Autonoom x x x
sub D.09 Plattelandsontwikkeling (POP) Medebewind x x x x
sub D.10 Duurzame landbouw Autonoom x x
sub D.11 Landbouw productverbetering Autonoom x
sub D.12 Plattelandsbeleid Autonoom x
sub D.13 Plattelandsontwikkelingsplan SNN Autonoom x x
sub D.14 Landinrichtingsgebieden Autonoom x x
sub D.15 FINH-projecten Autonoom x x
sub D.16 Wijksteunpunten Autonoom x x x
sub D.17 Blauwe Loper Autonoom x x x
sub D.18 Vitale dorpen Autonoom x x
sub D.19 Vitaliteit kleine kernen Autonoom x x
sub D.20 Gebiedsgericht beleid Autonoom x x x
sub D.21 Leefbaarheidsprojecten Autonoom x x
- SIRA Consulting
III Interviews
Tijdens het uitwerken en indelen van de informatieverplichtingen zijn in een eerste ronde 10 in-
terviews met deskundigen van de provincies gehouden. In de onderstaande tabel is de verdeling
van de interviews weergegeven.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het opstellen van een bezwaarschrift. De omvang hiervan varieert afhankelijk van het besluit
waar tegen bezwaar wordt gemaakt.
Het al dan niet gebruik van rechtsbijstand. De administratieve lasten nemen fors toe indien men
gebruik maakt van rechtsbijstand of in huur van juridische deskundigheid. Dit gebeurt in circa
10% van de gevallen.
Het gebruik van de hoorzitting. In de meeste gevallen maakt men geen gebruik van de hoorzit-
ting. De AL blijven dan beperkt.
Provincies zijn qua procedures gehouden aan de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). De uitvoe-
ringsvrijheid is zodoende beperkt.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het opstellen van een brief. Klachten kunnen echter ook telefonisch worden doorgegeven.
Het gebruik van de hoorzitting. In de meeste gevallen maakt men hiervan geen gebruik.
Provincies zijn qua procedures gehouden aan de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). De meeste
provincies proberen klachtenafhandeling echter zo laagdrempelig mogelijk te houden.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het kennisnemen van de ontwerpbeschikking in huis-aan-huis-bladen en het opvragen en door-
nemen van de stukken.
Het opstellen en opsturen van een zienswijze.
In sommige gevallen mag alleen in beroep worden gegaan, indien van de inspraakmogelijkheid
gebruik is gemaakt. Dit geldt met name voor beschikkingen op milieugebied.
Administratieve lasten
De administratieve lasten werden veroorzaakt door het opstellen van een brief, waarin de schade-
vergoeding werd gemotiveerd en de geleden schade werd toegelicht.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het jaarlijks melden van de onttrokken
hoeveelheden grondwater op basis waarvan de provinciale heffing kan worden vastgesteld. Deze
verplichting geldt alleen voor onttrekkers onder de registratieplichtige grens.
De provincie is vrij in het opstellen van de heffingscriteria.
De heffing vindt – indien mogelijk – plaats op basis van reeds aangeleverde onttrekkingsgegevens.
Vergunnings- en registratieplichtige onttrekkers hoeven zodoende geen extra informatie aan te
leveren.
Door het instellen van 1 loket voor de belastingaangiften kunnen de AL worden gereduceerd.
Momenteel vindt belastingheffing door de provincie geheel gescheiden plaats van de Rijksheffing.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het opstellen van een brief, waarin nauwkeurig het initiatief wordt omschreven en de kosten
worden van het initiatief geraamd.
Het verzamelen van handtekening. Voor behandeling van het initiatief moet een handtekening
van minimaal 1.000 burgers worden overlegd.
De provincie hebben volledige beleids- en uitvoeringsvrijheid inzake het burgerinitiatief.
Doelgroep
Bedrijven, zoals bedrijven die afvalstoffen in productieprocessen toepassen.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het opstellen van een brief, met de reden voor het ontheffingsverzoek.
In sommige gevallen, bijvoorbeeld voor ontheffingen op stortverboden, het uitvoeren van aan-
vullend onderzoek.
De mogelijkheid tot ontheffing is bij wet geregeld. De informatievraag kan in grote lijnen door de
provincie worden bepaald.
Administratieve lasten
Aanvraag Wm-vergunning. Het betreft o.a. het hebben van vooroverleg, het verzamelen van
gegevens, het laten uitvoeren van onderzoeken, het invullen en indienen van het aanvraagformulier
met bijlagen. Inzake de beleids- of uitvoeringsvrijheid van de provincies geldt het volgende:
Het beoordelen van de vergunningaanvraag gebeurt door toetsing aan normen die voor vrijwel
100% in rijks- of Europese (pseudo)regelgeving zijn opgenomen.1 Dit betekent dat de vergun-
ningverlener is gehouden aan een landelijk toetsingskader.
In de regelgeving zijn echter geen normen opgelegd voor de informatie-uitvraag in het kader van
de beoordeling. Dit betekent dat een vergunningverlener vrij is in het opstellen van de indie-
ningsvereisten en het opstellen van aanvullende eisen met betrekking tot de informatieaanleve-
ring door het bedrijf.
Het bepalen of en wanneer vergunningen worden getoetst op actualiteit (de actualisatietoets).
Deze toets speelt met name een rol bij vergunningen voor onbepaalde tijd.
Exploitatie Wm-vergunning. Het betreft het nakomen van de informatieverplichtingen – zoals meet-
en registratieverplichtingen – die als vergunningvoorschriften zijn opgenomen. Inzake de beleids-
of uitvoeringsvrijheid van de provincies geldt het volgende:
Bij het opstellen van de vergunningvoorschriften wordt rekening gehouden met (1) de door het
bedrijf uit te voeren activiteiten en (2) de omgeving van het bedrijf. Zo kunnen aanvullende
voorschriften worden opgenomen voor bedrijven in specifieke gebieden, zoals stilte- of grond-
waterbeschermingsgebieden. De provincie is vrij in het aanwijzen van deze gebieden en heeft
hiermee invloed op het vergunningverleningsproces.
Meewerken aan inspecties. Het betreft o.a. de tijd die een bedrijfsmedewerker moet besteden aan
1
Het gaat hierbij niet alleen om voorschriften in regelgeving, maar zeker ook om beleidsregels in richtlijnen zoals
onder andere de bodemrichtlijn en de emissierichtlijn.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van het milieuverslag.
Op rijksniveau is vastgelegd aan welke criteria het verslag moet voldoen. De uitvoeringsruimte
voor provincies is beperkt.
In beide gevallen kan een ontheffing op de verplichtingen worden aangevraagd. Dit zal meestal worden
gedaan als reeds veel informatie uit de Wm-vergunningprocedure voorradig is.
Doelgroep
Bedrijven: bijvoorbeeld grote chemische producenten.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een rapport, met een onder-
bouwing van de ontheffingsaanvraag.
Van de ontheffingsmogelijkheid wordt in de praktijk geen gebruik gemaakt. Reden hiervoor is dat
de ontheffingsaanvraag zo goed moet zijn onderbouwd, dat de winst ten opzichte van het uitvoeren
van een MER beperkt is.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het:
Hebben van vooroverleg.
Aantonen dat er sprake is van bedrijfsmatige verplichtingen.
Overleggen van een certificaat van vakbekwaamheid van personen die het vuurwerk ontbranden.
Aangeven van de uit te voeren handelingen en soorten vuurwerk.
Aangeven van de wijze van ontbranden.
De indieningsvereisten zijn vastgelegd in het Vuurwerkbesluit.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het:
Opstellen van een werkplan.
Overleggen van de ontbrandingsvergunning.
Overleggen van een certificaat van vakbekwaamheid van personen die het vuurwerk ontbranden.
De indieningsvereisten zijn vastgelegd in het Vuurwerkbesluit.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het melden van de voorgenomen ontbranding en
het aangeven van onder andere werkwijze en soort vuurwerk.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een brief, waarin het verzoek
tot schadevergoeding wordt gemotiveerd en de geleden schade wordt toegelicht.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen en indienen van een plan van
onderzoek. Op basis van dit plan wordt de ontheffing wel of niet verleend.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het:
Aanvragen van registerkaarten.
Het wekelijks bijhouden van de registraties.
Het jaarlijks indienen van de registerkaarten.
Administratieve lasten
De administratieve lasten maken onderdeel uit van de onderzoeken die in het kader van de
saneringsplicht moeten worden uitgevoerd.
In de huidige situatie schrijft de wet voor dat bij een vermoeden van bodemverontreiniging een
oriënterend bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek of als vanuit andere
activiteiten is geconstateerd dat de bodem verontreinigd is2, moet nader onderzoek worden uitgevoerd
naar de verontreinigingsgraad en -omvang. Hieruit kan volgen dat de bodem moet worden gesaneerd.
Een saneringsplan moet dan worden opgesteld en worden goedgekeurd door de provincie. De
saneringen en de daarbij benodigde onderzoeken worden in de regel volledig uitgevoerd door milieu-
kundige adviesbureau’s.
Bovenstaande werkwijze leidt ertoe dat in stedelijke gebieden veel verontreinigingen in zijn geheel
moeten worden weggewerkt, terwijl de gemiddelde verontreinigingsgraad van het gebied hoog is. In de
toekomst zullen dan ook alleen nog saneringen worden verplicht als de grond sterker is verontreinigd
dan de omgeving. Hiertoe worden op basis van de in ontwikkeling zijnde bodemkwaliteitskaarten de
‘diffuse achtergrondwaarden’ van stedelijke gebieden in kaart gebracht.
Doelgroepen
Burgers: particulieren die bodemverontreiniging constateren.
Bedrijven: met name projectontwikkelaars en aannemers.
Administratieve lasten
Oriënterend onderzoek. Het betreft beperkte onderzoeken om te achterhalen of daadwerkelijk
sprake is van bodemverontreiniging. De onderzoeksresultaten moeten aan de provincie worden
overlegd.
Nader onderzoek. Indien bodemverontreiniging is geconstateerd, wordt de mate en de omvang van
de verontreiniging bepaald in een nader bodemonderzoeken. Deze onderzoeken zijn ten opzichte
van de oriënterende onderzoeken zwaarder van aard.
Opstellen saneringsplan. Bij overschrijding van door de provincie vastgestelde verontreinigings-
normen moet een saneringsplan worden opgesteld. Het saneringsplan bestaat uit een formulier
2
Een dergelijke constatering van bodemverontreiniging zal hoofdzakelijk plaatsvinden bij bouwactiviteiten, maar
kan ook volgen uit andere activiteiten waar bodem wordt verzet.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van het verzoek, het aangeven van
de locatie en het aantonen van de geluidsproductie. De organisator zal verplicht zijn de geluidspro-
ductie te meten volgens voorgeschreven methode.
Meetprotocollen en –methoden zijn voorgeschreven op rijksniveau. De uitvoeringsvrijheid van
provincies is zodoende beperkt.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het invullen en opsturen van het meldingsfor-
mulier, waarbij de volgende gegevens moeten worden overlegd:
NAW-gegevens en de categorie badinrichting.
Het laboratorium dat de benodigde onderzoeken verricht.
Het stromingsschema en waterbehandeling.
De herkomst en kaliumpermanganaatverbruik van het water.
Een overzichtstekening en het maximaal aantal bezoekers en openingstijden.
De indieningsvereisten zijn grotendeels op rijksniveau vastgelegd. Door de provincies worden
nauwelijks aanvullende gegevens gevraagd.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van het ontheffingsverzoek.
Ontheffingsaanvragen komen nauwelijks voor. Aanvragen worden in vrijwel alle gevallen
gehonoreerd.
Administratieve lasten
De administratieve worden veroorzaakt door de voorgeschreven onderzoeken.
De provincie heeft slechts een beperkte uitvoeringsvrijheid.
Administratieve lasten
Aanvraag vergunning. Het betreft het invullen van een aanvraagformulier met de volgende
gegevens:
NAW-gegevens.
Onttrekkingsgegevens (gebruiksdoel van het grondwater, pompcapaciteit, gegevens onttrek-
kingsputten, chloridengehalte, wijze van onttrekken en plaats van lozing) en/of;
Infiltratiegegevens (hoeveelheden, gegevens infiltratieputten, wijze van infiltreren).
Periode (start- en einddatum, duur, eventuele criteria).
Bijlage (kaarten voor putten, kadastrale kaart, bodemgegevens, effecten van onttrek-
king/infiltratie, onderzoek naar alternatieve mogelijkheden, herkomst en samenstelling van te in-
filtreren water in geval van infiltratie).
Exploitatie vergunning. De voorschriften die in de vergunning worden opgenomen zijn geheel
afhankelijk van de risicograad van de onttrekking of infiltratie. Als informatieverplichtingen zullen
altijd meet-, registratie- en rapportageverplichtingen zijn opgenomen. De vergunning geldt voor
onbepaalde tijd en hoeft vrijwel nooit – als gevolg van aanpassingen van de regelgeving of de
grondwateronttrekking zelf – te worden herzien.
De provincie is vrij in het opstellen van de criteria voor de vergunningplicht, de indieningsvereisten
en de vergunningsvoorschriften. Alleen de meetvoorschriften zijn wettelijk voorgeschreven.
Administratieve lasten
Het melden van de volgende gegevens middels en meldingsformulier:
NAW-gegevens.
Gegevens van de locatie waar de onttrekking plaats zal vinden, inclusief topografische tekening.
Gegevens van de grondwateronttrekking (doel, datum en duur, diepte, lengte filtertraject, water-
opbrengend vermogen van de pomp, geschatte hoeveelheid te onttrekken grondwater, de ge-
wenste verlaging van de grondwaterstand en de huidige grondwaterstand (hiervoor zal de aan-
vrager onderzoek moeten (laten) uitvoeren)).
Het maandelijks registreren van de werkelijk onttrokken hoeveelheden water. Aangezien de meting
automatisch plaatsvindt, zijn de aanvullende administratieve lasten beperkt.
Het jaarlijks rapporteren van de werkelijk onttrokken hoeveelheden water. De rapportage bestaat
uit een samenvoeging van de afzonderlijke maandstaten.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het overleggen van:
NAW-gegevens.
Gegevens over de locatie waar de onttrekking plaats zal vinden, inclusief topografische tekening.
Gegevens van de grondwateronttrekking (doel, datum en duur, diepte, lengte filtertraject, water-
opbrengend vermogen van de pomp, geschatte hoeveelheid te onttrekken grondwater).
Bij de melding moet worden aangegeven hoeveel water men gaat onttrekken en op welke plaats. De
reden voor provincies om alle onttrekkingen tenminste meldingplichtig te maken, is dat op basis
van de meldingen de provincie inzicht heeft in het cumulatieve effect van afzonderlijke kleine
onttrekkingen. Afhankelijk hiervan kunnen alsnog nadere eisen worden gesteld aan de onttrekker.
De provincie is vrij in het opstellen van de criteria voor de meldingsplicht en de indieningsvereis-
ten.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een brief, waarin het verzoek
tot schadevergoeding wordt gemotiveerd en de geleden schade wordt toegelicht.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een brief met verzoek en
waarin is aangetoond dat aan de technische voorwaarden uit het lozingenbesluit wordt voldaan.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het invullen en opsturen van een meldingsfor-
mulier.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een brief, waarin het verzoek
tot ontheffing wordt gemotiveerd.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een brief, waarin het verzoek
tot ontheffing wordt gemotiveerd.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het hebben van vooroverleg over de uit te voeren activiteit.
Het opstellen van het verzoek en het overleggen van situatietekeningen.
Voor ontheffingen in stiltegebieden zal tevens een akoestische onderbouwing worden verlangd.
De bepalingen zijn autonoom opgesteld door de provincies. Het beleid en de uitvoering worden dan
ook volledig provinciaal bepaald.
Administratieve lasten
Slechts een klein aantal provincies heeft reconstructieplannen opgesteld. Aangezien de plannen
geheel nieuw zijn, is er nog geen ervaring met ontheffingen en schadevergoedingen inzake de
reconstructieplannen.
Administratieve lasten
Slechts een klein aantal provincies heeft reconstructieplannen opgesteld. Aangezien de plannen
geheel nieuw zijn, is er nog geen ervaring met ontheffingen en schadevergoedingen inzake de
reconstructieplannen.
Administratieve lasten
De administratieve lasten als gevolg van de faunabeheerplannen zijn verwaarloosbaar. Enerzijds
komt dit door het lage aantal faunabeheereenheden (meestal maar 1 per provincie), anderzijds zijn
de plannen voor een periode van 5 jaar geldig.
Administratieve lasten
De administratieve lasten als gevolg van de erkenning is verwaarloosbaar. De erkenning is
eenmalig.
Doelgroepen
Maatschappelijke instellingen: Onderzoeksinstellingen en natuurbeheerders.
Bedrijven: Agrariërs.
(Georganiseerde) Burgers.
Administratieve lasten
De meest belastende ontheffingsaanvraag is de ontheffing voor het doden van inheemse dieren in
het kader van schadebestrijding. Hiervoor moeten de volgende gegevens worden overlegd:
NAW-gegevens.
Reden voor de ontheffingaanvraag (bijvoorbeeld schade die wordt geleden). Eventueel een
beschrijving van de geleden schade en preventieve maatregelen die zijn genomen ter voorko-
ming van de schade.
De activiteit waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd en de wijze waarop de activiteit wordt
uitgevoerd.
Kadastrale gegevens.
Vanuit de praktijk wordt vooral hinder ondervonden van de doorlooptijd. Bij schade aan gewassen
is het vaak noodzakelijk snel op te treden. Na een doorlooptijd van 4-6 weken is de schade vaak al
geleden. Het mogelijk maken van een versnelde procedure is hiervoor een oplossing.
De provincie is vrij in het opleggen van de vergunning en het opstellen van de indieningsvereisten
en de vergunningsvoorschriften.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van de brief, waarin het verzoek
wordt gemotiveerd.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een brief, waarin het verzoek
tot schadevergoeding wordt gemotiveerd en de geleden schade wordt toegelicht.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het opstellen van een brief waarin het onthef-
fingsverzoek wordt gemotiveerd.
Ontheffingsaanvragen komen in de praktijk zelden voor.
Administratieve lasten
De provincie heeft geen beleids- of uitvoeringsruimte en wordt enkel om advies gevraagd bij de
beoordeling van een vergunningaanvraag.
Doelgroepen
Bedrijven: veelal organisaties die waddentochten organiseren.
(Georganiseerde) Burgers.
Administratieve lasten
Aanvraag vergunning. Het betreft (1) het invullen van een aanvraagformulier (incl. pasfoto) en (2)
het overleggen van een bewijs van bekwaamheid en ervaring. Voor het verkrijgen van een dergelijk
bewijs moet de aanvrager een examen afleggen en moeten ervaringsgegevens worden overlegd.
Exploitatie vergunning. In het kader van de A- en B-vergunning moet jaarlijks een formulier
worden ingevuld met de volgende informatie:
Algemene gegevens en het type vergunning.
Invulschema per tocht met de gelopen route, de datum, het aantal gidsen en het aantal deelne-
mers.
De provincie is vrij in het opleggen van de vergunning en het opstellen van de indieningsvereisten
en de vergunningsvoorschriften.
In het verleden bestonden 3 afzonderlijke verordeningen met bijbehorende vergunningen voor de 3
Waddenprovincies (Noord Holland, Friesland en Groningen). Deze zijn in 1996 in het kader van de
1-loketgedachte onder één vergunningverlenende instantie ondergebracht: de Stuurgroep Wadden-
provincies.
Een tweede verbetering die reeds is doorgevoerd, is de geldigheidstermijn van de vergunning. Deze
is verlengd van 1 naar 3 jaar. Nadere evaluatie moet duidelijk maken of een verdere afname van de
aanvraagfrequentie mogelijk is.
Administratieve lasten
Aangezien alle vaarwegen in Nederland zijn aangewezen voor vervoer van gevaarlijke stoffen,
komen vergunningaanvragen nauwelijks voor. Alleen in het geval van vervoer van zeer specifieke
gevaarlijke stoffen kan een vergunningaanvraag nodig zijn.
Administratieve lasten
Voor schepen die geregeld over dezelfde vaarwegen varen is het mogelijk een jaarvergunning aan
te vragen. In dat geval hoeft slechts eenmalig gegevens over de afmetingen van het schip en de
betreffende vaarwegen te worden overlegd en kan per transport worden volstaan met een melding.
Voor individuele gevallen kunnen ook vergunningen worden aangevraagd, bijvoorbeeld bij het
slepen van zeeschepen of het vervoeren van een brugponton. Gegevens die dan onder andere wor-
den gevraagd zijn gegevens over:
De dimensionering van het te vervoeren object.
De verlichting bij het transport.
Het tijdstip van transport.
De uitsteek van het schip en het te vervoeren object.
Mogelijk kunnen als gevolg van de aanvraag maatregelen in het kader van de veiligheid worden
genomen, zoals het stremmen van de vaarweg.
Het beoordelen van de vergunningaanvraag gebeurt door toetsing aan normen die volledig in
Europese en rijksregelgeving zijn opgenomen. De provincie is echter vrij in het opstellen van de
indieningsvereisten en de nader te nemen maatregelen.
Voor de vergunning moeten leges worden betaald. Deze verschillen per provincie en bedragen circa
€ 40.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het overleggen van:
Een motivering van de ontheffingsaanvraag.
Informatie waaruit blijkt dat geen gevaar voor overige vaarweggebruikers wordt veroorzaakt.
De provincie is vrij in het opleggen van de vergunning en het opstellen van de indieningsvereisten
en de aanvullende voorschriften.
Administratieve lasten
Aanvraag ontheffing. Het betreft het opstellen van een brief waarin:
Verzocht wordt om een ontheffing.
De activiteit wordt omschreven. Bijgevoegd dient te worden een tekening van de oude en nieuwe
situatie.
Eventuele stremmingen worden vermeld.
Naleving voorwaarden en begeleiden inspecties. De activiteit moet worden uitgevoerd zoals bij de
aanvraag is aangegeven, waarbij tevens rekening wordt gehouden met eventueel nader gestelde
voorwaarden. Na afronding van het werk wordt hierop geïnspecteerd.
Ontheffingsaanvragen worden door de provincie beoordeeld op nautische en beheertechnische
aspecten van de uit te voeren activiteit. Dezelfde aanvraag wordt tevens door het waterschap beoor-
deeld op de gevolgen voor waterkwantiteit en –kwaliteit. Bij het beoordelen van de ontheffingsaan-
vraag worden adviezen ingewonnen van (1) de medewerkers bij de onderhoudsdistricten en (2)
andere overheden.
Bij toetsing van de aanvraag wordt het criterium uit de Scheepvaartverkeerswet gehanteerd,
namelijk dat vaarwegen niet mogen worden gestremd of versmald. De provincie is echter vrij in het
opstellen van de indieningsvereisten en de aanvullende voorschriften.
Administratieve lasten
Door bedrijven die vaak een kabel langs de vaarweg leggen, kan in sommige provincies een
algemene ontheffing worden aangevraagd. Per keer dat vervolgens een kabel wordt gelegd, moet
een melding van de werkzaamheden en de locatie worden gedaan.
De AL van individuele verzoeken hangen sterk samen met de plaats en type leidingen die wordt
gelegd. Voor grote leidingen onder de vaarweg door zal in de regel een gestuurde boring nodig zijn.
In dat geval zullen doorgaans bodem- en sonderingsonderzoeken door het bevoegd gezag worden
gevraagd.
De provincie is vrij in het opstellen van de indieningsvereisten en de aanvullende voorschriften.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het overleggen van gegevens over:
De dimensionering van het schip.
De locatie van de ligplaats.
Bij toetsing van de aanvraag wordt het criterium uit de Scheepvaartverkeerswet gehanteerd,
namelijk dat vaarwegen niet mogen worden gestremd of versmald. De provincie is echter vrij in het
opstellen van de indieningsvereisten en de vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het overleggen van gegevens over:
Een beschrijving en motivering van het gebruik van het vak.
De locatie van het vak.
Bij toetsing van de aanvraag wordt het criterium uit de Scheepvaartverkeerswet gehanteerd,
namelijk dat vaarwegen niet mogen worden gestremd of versmald. De provincie is echter vrij in het
opstellen van de indieningsvereisten en de vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
Op rijksniveau heeft een inventarisatie van wegen plaatsgevonden op basis waarvan specifieke
routes voor gevaarlijke stoffen transporten zijn vastgesteld. Voor het afwijken van deze routes,
bijvoorbeeld omdat goederen op tot aan de deur van het afleveringsadres moeten worden gereden,
moet een ontheffing worden aangevraagd. Deze zullen echter altijd op gemeenten van toepassing
zijn. Ontheffingen worden zodoende niet bij de provincie aangevraagd.
Administratieve lasten
Voor transporten die meerdere keren per jaar over een vaste route worden afgelegd, kunnen
transporteurs langlopende vergunningen aanvragen. Meestal hebben dergelijke vergunningen een
looptijd van 3 jaar. Individuele transporten hoeven vervolgens alleen te worden gemeld.
Voor vergunningaanvragen van individuele transporten worden de administratieve lasten veroor-
zaakt door het overleggen van gegevens over:
De afmetingen van het vervoermiddel.
De tijdstippen van transport en de gekozen route.
Eventueel aanvullende gegevens voor de belastingsberekening bij transporten over bruggen en
viaducten.
De leges van de ontheffingen variëren per provincie en bedragen ongeveer € 80.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het overleggen van gegevens:
Een routebeschrijving van de wedstrijd.
De wijze van uitvoering en de organisatie.
De data en tijdstippen van de wedstrijd.
Eventueel borden die moeten worden geplaatst in verband met de wedstrijd.
De AL hangen sterk af van de omvang van de te organiseren wedstrijd.
De provincie is vrij in het opstellen van de indieningsvereisten en de vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het overleggen van:
Een motivatie voor de ontheffingsaanvraag.
De wijze waarop de verkeersveiligheid wordt gewaarborgd.
De provincie is vrij in het opstellen van de indieningsvereisten en de vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
Aanbesteding concessie. Het betreft het overleggen van financiële gegevens, een beleidsplan en
overige gegevens volgens de aanbestedingsregels van het Rijk. Inzake de beleids- of uitvoerings-
vrijheid van de provincies geldt het volgende:
Concessies moeten momenteel – in tegenstelling tot het verleden toen concessies ook onder-
hands werden gegund – openbaar worden aanbesteed. Dit betekent dat moet worden aanbesteed
volgens Europese criteria. De beleids- en uitvoeringsvrijheid voor Provincies zijn zodoende zeer
beperkt en om deze reden buiten beschouwing van het onderzoek gelaten.
Exploitatie concessie. In de concessies zijn rapportageverplichtingen met verschillende frequenties
opgenomen (maandelijks, per kwartaal en jaarlijks). Het betreft rapportages (1) ter vaststelling van
Administratieve lasten
Door bedrijven die vaak een kabel langs de weg leggen, kan in sommige provincies een algemene
ontheffing worden aangevraagd. Per keer dat vervolgens een kabel wordt gelegd, moet een melding
van de werkzaamheden en de locatie worden gedaan.
De AL van individuele verzoeken hangen sterk samen met de plaats en type leidingen die wordt
gelegd. Voor grote leidingen onder de weg door kan een gestuurde boring nodig zijn. In dat geval
kunnen bodem- en sonderingsonderzoeken door het bevoegd gezag worden gevraagd.
De provincie is vrij in het opstellen van de indieningsvereisten en de aanvullende voorschriften.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het overleggen van gegevens:
Een beschrijving van de huidige en toekomstige situatie en de werkzaamheden.
De locatie van de uitweg.
Tekeningen of situatiefoto’s in meervoud. Dit kunnen uitgebreide tekeningen zijn, bijvoorbeeld
als er tevens bomen gekapt moeten worden.
De provincie is vrij in het opstellen van de indieningsvereisten en de vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het persoonlijk indienen van de aanvraag.
Het opvragen van een uittreksel bij de KvK.
De provincie is vrij in het opstellen van de indieningsvereisten en de vergunningvoorschriften..
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door het:
Het invullen van het aanvraagformulier, waarbij aan moet worden gegeven wat het totaal is aan
aantal omgezette liters brandstof.
Het controleren en betalen van de belastingaanslag.
De provincie is vrij in het opleggen van de vergunning, het opstellen van de indieningsvereisten en
de vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
De volgende handeling is van toepassing voor het aanvragen van de ontheffing: Het opstellen van
een brief waarin de reden voor de aanvraag is opgenomen en een beschrijving van de te plaatsen
reclameborden.
De provincie is bevoegd gezag voor de verlening en de handhaving van de ontheffing. In sommige
provincies is deze bevoegdheid echter gemandateerd aan de beheerder van de weg. Dit kan zijn
Rijkswaterstaat of de gemeente.
De provincie is vrij in het ontwikkelen van beleid, het opstellen van de indieningsvereisten en de
vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
De verbodsbepalingen in de Provinciale wegenverordening verschillen per provincie. Dit geldt dus
eveneens voor de ontheffingsaanvragen. De administratieve lasten worden veroorzaakt door het
overleggen van een motivering van de ontheffingsaanvraag.
De provincie is vrij in het ontwikkelen van beleid, het opstellen van de indieningsvereisten en de
voorschriften.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden veroorzaakt door:
Het opstellen van een brief waarin de vergunning wordt aangevraagd en waarin de locaties en
aantallen ambulances zijn aangegeven. Hiermee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan het
spreidings- en paraatheidsplan.
Overleggen met de provincie.
De provincie is vrij in het opstellen van de indieningsvereisten en de vergunningvoorschriften.
Administratieve lasten
De verplichting is laagdrempelig en komt zo weinig voor dat de administratieve lasten verwaar-
loosbaar zijn.
Voor het afgeven van de vergunning is vrijwel altijd de gemeente bevoegd gezag. Slechts in zeer
uitzonderlijke gevallen kan de provincie bevoegd gezag zijn.
Doelgroepen
Bedrijven: horecaondernemingen.
Administratieve lasten
De administratieve lasten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door:
Het overleggen van een diploma Sociale Hygiëne.
Het overleggen van een verklaring van vakbekwaamheid of andere bewijsstukken.
De leidinggevenden moeten met naam op de vergunning vermeld worden. Als de aanvrager ruime
openingstijden heeft, zullen dus meerdere leidinggevenden op de Drank- en Horecavergunning
moeten vermeld worden. Als door personeelswisselingen nieuwe leidinggevenden gaan optreden
zal hiervoor de vergunning steeds vernieuwd moeten worden.
Algemene opmerkingen
Structurele subsidies
Toelichting
Structurele subsidies zijn subsidies voor langer lopende initiatieven. Gedurende de looptijd van het
initiatief wordt periodiek subsidie uitgekeerd. Om in aanmerking te komen voor deze subsidies moet de
aanvrager een meerjarenprogramma opstellen, die past binnen het provinciale beleid. Het gaat met
name om programma’s op het gebied van sociaal cultureel werk, cultuur, milieu en landschapsbeheer
en welzijn.
Doelgroepen
Bedrijven: bijvoorbeeld bedrijven in de podiumkunsten.
Georganiseerde burgers: bijvoorbeeld sportverenigingen.
Maatschappelijke instellingen: bijvoorbeeld zorginstellingen.
Administratieve lasten
Subsidieaanvraag programma. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet worden aange-
toond dat het programma past binnen het beleid van de provincie. De volgende gegevens moeten
worden overlegd:
Algemene gegevens (NAW).
Statuten en reglementen van de organisatie.
Jaarverslag en jaarrekening van de organisatie.
Meerjarenprogramma met daarin een beleidsplan en een programma op niveau van activiteiten.
Meerjarenbegroting.
Incidentele subsidies
Toelichting
Het betreft subsidies voor afzonderlijke projecten met een vooraf gedefinieerde duur. Slechts in enkele
gevallen zijn dergelijke projecten zo algemeen van aard dat deze kunnen worden gevat onder de
Algemene subsidieverordening.
Doelgroepen
Bedrijven: afhankelijk van de aangevraagde subsidie.
Georganiseerde burgers: afhankelijk van de aangevraagde subsidie.
Maatschappelijke instellingen: afhankelijk van de aangevraagde subsidie.
Administratieve handelingen
Subsidieaanvraag. Het betreft het overleggen van de volgende gegevens (geen aanvraagformulier:
Algemene gegevens (NAW, samenwerking).
Projectgegevens (onder andere motivering, beschrijving, kentallen, mogelijke effecten).
Financiële projectgegevens.
Overleggen verantwoordingsinformatie. Deze informatie dient ter vaststelling (eenmalig) van de uit
te keren subsidiebijdrage en bevat een:
Financiële verantwoording.
Verklaring dat subsidie daadwerkelijk aan het project is besteed bij bedragen tot een bepaalde
grens of rekeningafschrift per product of dienst bij bedragen groter dan deze grens. De grenzen
hiervoor variëren per provincie.
Accountantsverklaring indien het subsidiebedrag groter is dan een bepaald bedrag. De grenzen
voor een accountantsverklaring variëren per provincie.
Project: AL Provincies
X
Samenvatting resultaten
Sectie Verplichting P
A.01 Bezwaar besluit bestuursorgaan € 158
A.02 Klachten over bestuursorgaan € 90
A.03 Inspraak € 135
Totaal € 383
Project: AL Provincies
X
Samenvatting resultaten
Sectie Verplichting P
B.01 Schadevergoeding als gevolg van referendum € 68
B.02 Grondwaterheffing (provinciale belasting) € 23
B.03 Burgerinitiatief € 1.935
sub B.01a Subsidie regionale arbeidsmarkt en scholing € 6.413
sub B.01b Meerjarensubsidie arbeidsmarkt en scholing € 8.490
sub B.02 Subsidie investeringen € 5.333
sub B.03 Subsidie Human Resources Management € 5.333
sub B.04 Subsidie recreatie en toerisme € 6.143
sub B.05 Subsidie openluchtrecreatie € 3.368
sub B.06a Subsidie vrijwilligerswerk en -organisatie € 1.808
sub B.06b Meerjarensubsidie vrijwilligerswerk en -organisaties € 11.550
sub B.07 Subsidie innovatiestimulering € 4.703
sub B.08 Subsidie ontwikkelingssamenwerking € 6.953
sub B.09 Subsidie loonkosten premieregeling € 5.333
sub B.11 Subsidie ruimtelijk-economische ontwikkeling € 6.143
sub B.12 Subsidie sociaal-economische ontwikkeling € 5.333
sub B.13 Subsidie sociaal beleid € 4.943
sub B.15 Subsidie ondernemings-/ vestigingsklimaat € 7.898
sub B.16 Subsidie concurrentiekracht € 5.333
sub B.18 Subsidie besteding grondwaterheffing € 225
sub B.19 Subsidie promotie provincie € 158
sub B.20 Subsidie planvorming en ontwikkeling kenniseconomie € 3.368
sub B.22 Subsidie sociale veiligheid € 2.393
sub B.23 Subsidie Europees structuurfonds € 6.503
Totaal € 109.740
sub B.01a Subsidie regionale arbeidsmarkt en scholing 92 30/60 € 45 € 4.163 € 2.250 € 6.413
Aanvraag 45 € - € -
Kennisname subsidiemogelijkheden 1 45 € 45 € 45
Vooroverleg, inclusief eventueel bezoek aan provinciehuis 4 45 € 180 € 180
sub B.03 Subsidie Human Resources Management 68 30/60 € 45 € 3.083 € 2.250 € 5.333
Aanvraag 45 € - € -
Kennisname subsidiemogelijkheden 1 45 € 45 € 45
Vooroverleg, inclusief eventueel bezoek aan provinciehuis 4 45 € 180 € 180
sub B.15 Subsidie ondernemings-/ vestigingsklimaat 125 30/60 € 45 € 5.648 € 2.250 € 7.898
Aanvraag 45 € - € -
Kennisname subsidiemogelijkheden 1 45 € 45 € 45
Vooroverleg, inclusief eventueel bezoek aan provinciehuis 8 45 € 360 € 360
sub B.20 Subsidie planvorming en ontwikkeling kenniseconomie 41 30/60 € 45 € 1.868 € 1.500 € 3.368
Aanvraag 45 € - € -
Kennisname subsidiemogelijkheden 1 45 € 45 € 45
Vooroverleg, inclusief eventueel bezoek aan provinciehuis 4 45 € 180 € 180
Project: AL Provincies
X
Samenvatting resultaten
Sectie Verplichting P
C.01 Ontheffing bepalingen Wet milieubeheer € 335
C.02 Wm-vergunning € 39.355
C.03 Milieuverslag inrichtingen € 4.500
C.04 Ontheffing voor verplichte MER € -
C.05 Vergunning professioneel vuurwerk € 296
C.06 Toestemming ontbranding vuurwerk € 161
C.07 Melding ontbranding vuurwerk € 90
C.08a Ontgrondingsvergunning: zandwinningsprojecten € 58.432
C.08b Ontgrondingsvergunning: overige afgravingen € 338
C.09 Melding ontgronding € 45
C.10 Schadevergoeding ontgronding € 68
C.11 Ontheffing gebruik organische meststoffen € -
C.12 Registratie productie/bewerking slib/compost € 3.420
C.13a Melding verontreiniging bodem: regulier Verwaarloosbaar
C.13b Melding verontreiniging bodem: dunne mest Verwaarloosbaar
C.14a Melding bodemsanering: regulier € 25.660
C.14b Melding bodemsanering: dunne mest € 25.700
C.15 Ontheffing gebruik sportmotoren (geluid) € 152
C.16 Ontheffing geluidsbelasting langs spoorwegen € -
C.26 Melding archeologische vondst € 180
C.27 Ontheffing gebruik woonschepen € 68
C.28 Ontheffing voor opschriften en opslag € 68
C.29 Ontheffing PMV € 171
sub C.01 Subsidie programma bedrijfsomgeving € 9.118
sub C.02 Subsidie bodemsanering bedrijfsterreinen € 4.118
sub C.03 Subsidie duurzaam ondernemen € 3.818
sub C.05a Subsidie stimuleringsfonds milieubeschermingsgebieden € 2.258
sub C.05b Meerjarensubsidie milieubescherming € 8.340
sub C.06 Subsidie energieprojecten € 6.233
sub C.10 Subsidie natuur- en milieueducatie € 158
sub C.11a Subsidie natuur- en mileuorganisaties € 2.258
sub C.11b Meerjarensubsidie natuur- en milieuorganisaties € 11.550
sub C.12 Subsidie milieustimulering € 1.493
sub C.13 Subsidie sanering industrielawaai € 2.248
Totaal € 210.624
Project: AL Provincies
X
Samenvatting resultaten
Sectie Verplichting P
C.20a Grondwatervergunning: waterwinbedrijven € 316.738
C.20b Grondwatervergunning: industriële processen € 17.974
C.21 Registratie onttrekking grondwater € 10.170
C.22 Melding onttrekking grondwater € 45
C.23 Schadevergoeding grondwater: derden € 68
C.24 Schadevergoeding grondwater: vergunninghouder € 68
C.25 Ontheffing lozing huishoudelijk afvalwater € 213
sub C.07 Subsidie waterprojecten € 3.368
sub C.08 Subsidie individuele behandeling afvalwater € 1.200
sub C.09 Subsidie vuilwatertanks in pleziervaartuigen € -
Totaal € 349.842
Project: AL Provincies
X
Samenvatting resultaten
Sectie Verplichting P
D.01 Ontheffing gebruiksverbod reconstructieplan € -
D.02 Schadevergoeding reconstructieplan € -
D.03 Terinzagelegging Faunabeheerplannen € -
D.04 Erkenning faunabeheereenheid € -
D.05 Erkenning samenwerkingsverband weidevogelbe € -
D.06 Ontheffing Flora en Faunawet € 66
D.07 Verzoek aanwijzing beschermde leefomgeving € -
D.08 Schadevergoeding beschermde leefomgeving € -
D.09 Ontheffing verkoop Wet voorkeursrecht gemeen € 68
D.10 Natuurbeschermingsvergunning (advies aan LNV € 57
D.11a Wadloopvergunning: A/B-vergunning € 203
D.11b Wadloopvergunning: C-vergunning € 45
sub D.01 Subsidie soortenbescherming € 2.438
sub D.02 Subsidie natuurprojecten € 1.875
sub D.03a Subsidie Natuur- en landschapsbeheer € 158
sub D.03b Meerjarensubsidie natuur- en landschapsbeheer € 3.900
sub D.04a Subsidie bosbeheer € 158
sub D.04b Meerjarensubsidie bosbeheer € 3.900
sub D.06 Subsidie natuurproductiebepaling weidevogels € 113
sub D.07 Subsidie groene ruimte € 1.875
sub D.08 Subsidie landschapselementen € 248
sub D.09 Subsidie POP (EU-subsidie) € 14.430
sub D.10 Subsidie duurzame landbouw € 6.413
sub D.12a Subsidie plattelandsbeleid € 6.413
sub D.12b Meerjarensubsidie plattelandsbeleid € 8.340
sub D.14 Subsidie landinrichtingsgebieden € 3.908
sub D.15 Subsidie FINH-projecten € 9.638
sub D.16 Subsidie wijksteunpunten € 6.773
sub D.17 Subsidie Blauwe Loper € 3.068
sub D.18 Subsidie vitale dorpen € 1.335
sub D.19 Subsidie vitaliteit kleine kernen € 1.335
sub D.20 Subsidie gebiedsgericht beleid € 3.908
sub D.21 Subsidie leefbaarheidsprojecten € 1.335
sub D.22 Subsidie bouw/aanpassing dorpshuizen € 1.335
sub D.24 Subsidie ARIBA € 1.335
sub D.25 Subsidie landelijke leefomgeving € 3.908
sub D.26 Subsidie provinciaal bouwheerschap € 1.335
sub D.27 Subsidie leren voor duurzaamheid € 158
Totaal € 90.062
Project: AL Provincies
X
Samenvatting resultaten
Sectie Verplichting P
E.01 Ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen over provinciale vaa € 272
E.02 Ontheffing bijzonder transport over de provinciale vaarwe € 3.630
E.03 Ontheffing evenementen op of aan het water € 45
E.04 Ontheffing maximale vaarsnelheden € 90
E.05a Ontheffing provinciale vaarwegverordening: kleine werken € 52
E.05b Vergunning provinciale vaarwegverordening: grote werken € 1.662
E.06 Verzoek aanleggen kabels/leidingen in provinciale vaarwe € 557
E.07 Ligplaatsvergunning € 68
E.08 Vakvergunning € 68
E.09 Overige ontheffingen provinciale vaarwegenverordening € 68
E.10 Ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen over de provinciale € 170
E.11 Ontheffing bijzonder transport over de provinciale weg € 363
E.12 Ontheffing wedstrijden/evenementen op de provinciale we € 363
E.13 Ontheffing bepalingen Wegenverkeerswet € 90
E.14 Concessie personenvervoer € 90.757
E.15 Verzoek aanleggen kabels/leidingen in provinciale weg € 557
E.16 Toestemming uitweg provinciale weg € 90
E.17 Standplaatsvergunning € 68
E.18 Vergunning tankstations gebruik provinciale grond € 45
E.19 Ontheffing plaatsing reclameborden € 68
E.20 Overige ontheffingen provinciale wegenverordening € 68
sub E.01a Subsidie buurtbusprojecten € 1.695
sub E.01b Meerjarensubsidie buurtbusprojecten € 8.340
sub E.02 Subsidie verkeersveiligheid € 2.055
sub E.03a Subsidie toegankelijkheid OV (projecten) € 1.560
sub E.03b Meerjarensubsidie toegankelijkheid OV € 8.340
sub E.04a Subsidie sociale veiligheid OV (projecten) € 1.560
sub E.04b Meerjarensubsidie sociale veiligheid OV € 8.340
sub E.05 Subsidie innovatieve projecten (OV) € 1.560
sub E.07 Subsidie voet- en fietsveren € 2.670
sub E.08 Meerjarensubsidie Nationale Fietsersbond € 12.338
sub E.09 Subsidie bedrijfsvervoer € 2.670
sub E.10 Subsidie collectief afhankelijk vervoer € 4.155
sub E.11 Meerjarensubsidie vervoersmanagement € 8.850
sub E.12 Subsidie vliegende brigade € 1.560
Totaal € 164.841
E.06 Verzoek aanleggen kabels/leidingen in provinciale vaarweg 5 24/60 € 45 € 243 € 250 € 557
Algemene ontheffing 45 € - € -
Aanvraag ontheffing 45 € - € 64
Individuele toestemmingen / meldingen 45 € - € -
Vooroverleg 3 45 € 135 € 135
Invullen , incl verzamelen van gegevens en opstellen tekeningen 1 30/60 45 € 68 € 68
Grondmechanische onderzoeken (€ 5.000; 5% van de gevallen) 45 € - € 250 € 250
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
Melden revisiegegevens (4 uur; 10% van de gevallen) 24/60 45 € 18 € 18
E.15 Verzoek aanleggen kabels/leidingen in provinciale weg 5 24/60 € 45 € 243 € 250 € 557
Algemene ontheffing 45 € - € -
Aanvraag ontheffing 45 € - € 64
Individuele toestemmingen / meldingen 45 € - € -
Vooroverleg 3 45 € 135 € 135
Invullen , incl verzamelen van gegevens en opstellen tekeningen 1 30/60 45 € 68 € 68
Grondmechanische onderzoeken (€ 5.000; 5% van de gevallen) 45 € - € 250 € 250
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
Melden revisiegegevens (4 uur; 10% van de gevallen) 24/60 45 € 18 € 18
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 8 45 € 360 € 360
- Inhoudelijke verantwoording
- Financiële verantwoording
Accountantsverklaring 45 € - € 750 € 750
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
25% Percentage accountantsverklaringen € -
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 12 45 € 540 € 540
- Inhoudelijke verantwoording
- Financiële verantwoording
Accountantsverklaring 45 € - € 750 € 750
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
25% Percentage accountantsverklaringen € -
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 8 45 € 360 € 360
- Inhoudelijke verantwoording
- Financiële verantwoording
Accountantsverklaring 45 € - € 750 € 750
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
25% Percentage accountantsverklaringen € -
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 8 45 € 360 € 360
- Inhoudelijke verantwoording
- Financiële verantwoording
Accountantsverklaring 45 € - € 750 € 750
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
25% Percentage accountantsverklaringen € -
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 18 45 € 810 € 810
- Inhoudelijke verantwoording (incl. te overleggen
administratie van gemaakte ritten en vervoerde
Accountantsverklaring 45 € - € 1.500 € 1.500
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
50% Percentage accountantsverklaringen € -
sub E.08 Meerjarensubsidie Nationale Fietsersbond 207 30/60 € 45 € 9.338 € 3.000 € 12.338
Aanvraag 45 € - € -
Opstellen meerjarenplan 50 45 € 2.250 € 2.250
Vooroverleg, inclusief bezoek aan provinciehuis 16 45 € 720 € 720
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
Opstellen jaarlijkse aanvraag, inclusief evt.: 16 45 € 720 € 720
- jaarplan
- gespecificeerde begroting
- overzicht eigen bijdrage en financiers
- overige stukken
Vooroverleg, inclusief bezoek aan provinciehuis 2 45 € 90 € 90
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
Doornemen en onderkennen subsidievoorwaarden 2 45 € 90 € 90
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot jaarlijkse 40 45 € 1.800 € 1.800
vaststelling van vergoeding 0,6 Fte:
- Inhoudelijke verantwoording
- Financiële verantwoording
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 18 45 € 810 € 810
- Inhoudelijke verantwoording (incl. te overleggen
administratie van gemaakte ritten en vervoerde
Accountantsverklaring 45 € - € 1.500 € 1.500
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
50% Percentage accountantsverklaringen € -
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) (kwartaal) 32 45 € 1.440 € 1.440
Informeren en toestemming vragen voor 2 45 € 90 € 90
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 8 45 € 360 € 360
- Inhoudelijke verantwoording (verkoop van
vervoersbewijzen, ritbestanden en klachten)
Accountantsverklaring 45 € - € 1.500 € 1.500
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
50% Percentage accountantsverklaringen € -
Exploitatie 45 € - € -
Tussentijdse rapportage(s) 45 € - € -
Informeren en toestemming vragen voor 45 € - € -
tussentijdse wijzingen
Indienen en archiveren 45 € - € -
Vaststelling 45 € - € -
Opstellen en indienen aanvraag tot vaststelling: 8 45 € 360 € 360
- Inhoudelijke verantwoording
- Financiële verantwoording
Accountantsverklaring 45 € - € 750 € 750
Indienen en archiveren 30/60 45 € 23 € 23
€ -
25% Percentage accountantsverklaringen € -
Project: AL Provincies
X
Samenvatting resultaten
Sectie Verplichting P
F.01 Vergunning ambulancevervoer € 68
F.02 Meldingsplicht opheffing school € 45
sub F.01a Subsidie sport € 720
sub F.01b Meerjarensubsidie sport € 9.840
sub F.02 Subsidie onderwijs € 2.708
sub F.03a Subsidie jongerenwelzijn € 405
sub F.03b Meerjarensubsidie jongerenwelzijn € 11.550
sub F.04a Subsidie jeugdhulpverlening (projecten) € 4.628
sub F.04b Meerjarensubsidie jeugdhulpverlening € 11.550
sub F.05a Subsidie jeugdzorg (projecten) € 4.628
sub F.05b Meerjarensubsidie jeugdzorg € 13.710
sub F.06 Subsidie wonen/welzijn ouderen € 855
sub F.07a Subsidie welzijn en zorg € 495
sub F.07b Meerjarensubsidie welzijn en zorg € 11.550
sub F.08 Subsidie zorgvoorzieningen € 675
sub F.09 Subsidie emancipatie € 855
sub F.10 Subsidie integratiebeleid € 855
sub F.11a Subsidie monumentenzorg: onderhoud € 1.470
sub F.11b Subsidie monumentenzorg: restauratie € 3.908
sub F.12 Subsidie rieten daken € 158
sub F.13 Subsidie draaipremieregeling molens € 203
sub F.15a Subsidie culturele infrastructuur € 1.335
sub F.15b Meerjarensubsidie culturele infrastructuur € 9.840
sub F.16 Subsidie cultureel erfgoed € 1.335
sub F.17 Subsidie kunst- en cultuureducatie € 360
sub F.18a Subsidie amateurkunst € 1.328
sub F.18b Subsidie podiumkunsten € 1.290
sub F.19 Subsidie publicaties € 1.290
sub F.20a Projectsubsidie bibliotheken € 2.865
sub F.20b Meerjarensubsidie bibliotheken € 11.550
sub F.22a Subsidie activiteiten musea (projectsubsidies) € 2.865
sub F.22b Meerjarensubsidie musea € 11.550
sub F.23 Subsidie archeologie € 2.055
sub F.25 Meerjarensubsidie Omroepen € 9.840
sub F.26a Subsidie Diversiteit (projectesubsidies) € 1.290
sub F.26b Meerjarensubsidie Diversiteit € 9.840
sub F.29 Subsidie evenementen € 720
sub F.30 Subsidie diverse € 495
sub F.31 Subsidie overige € 495
Totaal € 151.215
PROVINCIE Totaal
X
Samenvatting resultaten Regelgeving
Sectie Thema AL Be (€/jr) AL MI (€/jr) AL GBu (€/jr) AL GBu (T/jr) AL Bu (€/jr) AL Bu (T/jr)
A Bezwaar, klachten en inspraak € 122.800 € 133.300 € - 1.525 € - 11.184
B Economie, bestuur en samenleving € 39.300 € - € - 104 € - 158
C Milieu en omgeving € 186.896.700 € 404.400 € 1.100 288 € 2.700 645
D Ruimtelijke ordening en landschap € 284.800 € 15.800 € - 450 € - 767
E Verkeer, vervoer en infrastructuur € 5.543.700 € 10.200 € - 146 € 800 4.098
F Onderwijs, cultuur en welzijn € 700 € 300 € - 0 € - 0
Totaal € 192.888.000 € 564.000 € 1.100 2.512 € 3.500 16.852
INFORMATIEVERPLICHTINGEN
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
1 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
C Milieu en omgeving 0
C.01 s 3 Ontheffing bepalingen Wet milieubeheer 3,0 € 45 € 200 € 335 12 0 0 0 12
2 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
C.20 s 3 Aanvraag vergunning industriële € 10.895 11 0 0 0 12
processen
C.20 s 3 Exploitatie vergunning industriële € 7.079 100 0 0 0 12
processen
C.21 s 3 Registratie onttrekking grondwater Melding / aanvraag tijdelijke € 9.625 164 1 3 8 12
vergunning
C.21 s 3 Registraties en rapportage € 545 173 1 3 8 12
C.22 s 3 Melding onttrekking grondwater 1,0 € 45 € - € 636 980 1 8 11 12
C.23 s 3 Schadevergoeding grondwater: deredn 1,5 € 45 € - € 68 0 0 0 1 12
3 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
D.13 4 Melding opslagplaatsen 24,0 € 45 € - € 1.080 5 0 0 0 3
D.14 4 Melding stortplaatsen 24,0 € 45 € - € 1.080 25 0 0 0 3
4 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
E.20 a 4 Overige ontheffingen provinciale 1,5 € 45 € - € 68 43 3 3 4 12
wegenverordening
SUBSIDIES
5 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
Sub-B.18 4 Subsidie besteding grondwaterheffing 5,0 € 45 € - € 225 1 0 0 0 4
6 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
Sub-D.05 4 Subsidie agrarisch natuurbeheer Projectsubsidies Geen gegevens Geen gegevens 4
Sub-D.05 4 Structurele subsidies Geen gegevens Geen gegevens 4
Sub-D.06 4 Subsidie natuurproductiebepaling 2,5 € 45 € - € 113 0 160 0 0 4
weidevogels
Sub-D.07 4 Subsidie groene ruimte 25,0 € 45 € 750 € 1.875 38 80 30 18 5
Sub-D.08 s 4 Subsidie landschapselementen 5,5 € 45 € - € 248 61 0 12 12 8
Sub-D.09 s 3 Subsidie voor plattelandsontwikkeling 254,0 € 45 € 3.000 € 14.430 23 7 12 0 11
2000 - 2006 (POP)
Sub-D.10 s 4 Subsidieregeling duurzame landbouw 92,5 € 45 € 2.250 € 6.413 16 0 2 0 8
7 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
Sub-E.05 a 4 Subsidie innovatieve projecten 18,0 € 45 € 750 € 1.560 1 0 0 0 4
Sub-E.06 a 4 Subsidie infrastructuurprojecten Geen gegevens Geen gegevens 6
Sub-E.07 4 Subsidie voet- en fietsveren 26,0 € 45 € 1.500 € 2.670 0 3 0 0 4
Sub-E.08 4 Subsidie nationale fietsersbond Structurele subsidies 207,5 € 45 € 3.000 € 12.338 0 0 1 0 4
Sub-E.09 4 Subsidie bedrijfsvervoer 26,0 € 45 € 1.500 € 2.670 8 0 0 0 4
Sub-E.10 4 Contracten collectief afhankelijk vervoer 59,0 € 45 € 1.500 € 4.155 3 0 0 0 4
8 van 9
Opzet Provincies v1.0 Totaal AL
Volgnr. Cat. Informatieverplichting Specificatie T [uur] U [€/uur] K [€/hdlg] P [€/hdlg] Q [aantal handelingen per jaar] Uitvoering
Be MI Gbu Bu # provincies
Sub-F.18 s 4 Festivals Geen gegevens Geen gegevens 5
Sub-F.18 s 4 Beeldende kunst en vormgeving 12,0 € 45 € 750 € 1.290 0 5 15 7 10
Sub-F.18 s 4 Overige 11,0 € 45 € - € 495 0 10 6 8 11
Sub-F.18 s 4 Structurele subsidies 152,0 € 45 € 3.000 € 9.840 0 14 6 0 12
Sub-F.19 s 4 Subsidieregeling publicaties 12,0 € 45 € 750 € 1.290 0 3 5 1 7
Sub-F.20 s 4 Subsidie bibliotheken Projectsubsidies 47,0 € 45 € 750 € 2.865 0 36 0 0 8
Sub-F.20 s 4 Structurele subsidies 190,0 € 45 € 3.000 € 11.550 0 0 0 0 6
Sub-F.21 s 4 Subsidie digitale dienstverlening openbaar Geen gegevens Geen gegevens 6
bibliotheekwerk
Sub-F.22 s 4 Subsidieregeling activiteiten musea Projectsubsidies 47,0 € 45 € 750 € 2.865 0 11 0 0 8
Sub-F.22 4 Structurele subsidies 190,0 € 45 € 3.000 € 11.550 0 20 0 0 7
Sub-F.23 a 4 Subsidie archeologie (activiteiten en 29,0 € 45 € 750 € 2.055 0 3 5 4 7
voorlichting)
Sub-F.24 3 Subsidie taal Projectsubsidies Geen gegevens Geen gegevens 3
Sub-F.24 3 Structurele subsidies Geen gegevens Geen gegevens 3
Sub-F.25 3 Subsidie omroepen Structurele subsidies 152,0 € 45 € 3.000 € 9.840 1 1 0 0 4
Sub-F.26 4 Subsidie Diversiteit Projectsubsidies 12,0 € 45 € 750 € 1.290 0 94 0 0 3
Sub-F.26 4 Structurele subsidies 152,0 € 45 € 3.000 € 9.840 0 12 0 0 3
Sub-F.27 4 Subsidie geschiedbeoefening Geen gegevens Geen gegevens 2
Sub-F.28 4 Subsidie streekarchieven Geen gegevens Geen gegevens 2
Sub-F.29 4 Subsidie evenementen 16,0 € 45 € - € 720 0 10 13 0 2
Sub-F.30 4 Subsidie diverse 11,0 € 45 € - € 495 6 285 0 32 3
Sub-F.31 4 Subsidie overige 11,0 € 45 € - € 495 0 60 100 50 3
9 van 9