Vous êtes sur la page 1sur 44

Algemene gegevens windturbine donQi,

29 januari 2009
Inhoud rapport 1

Algemene gegevens windturbine donQi

Informatie algemeen

Constructieve berekeningen windturbine, mast en voetplaat

Bevestigings- en plaatsingsmogelijkheden

Bevestigingsprincipe flensbevestiging op ballastvoet

Bevestigingsprincipe flensbevestiging direct op dakvlak beton

Bevestigingsprincipe flensbevestiging op ballastvoet op secundaire frame

Bevestigingsprincipe dakdoorvoer, mast aan hoofdraagconstructie

Schema’s en opmerkingen

Specificaties
DonQi Urban Windmill

DonQI Quandary Innovations ontwikkelde gezamenlijk met het Nationaal Lucht- en


Ruimtevaartlaboratorium en de TU Delft de DonQi Urban Windmill, een hoog renderende
kleine windturbine ontwikkeld voor stedelijke gebieden. SenterNovem ondersteunt de
ontwikkeling van de windmolen. Door plaatsing van de turbine is het mogelijk om 30 tot 50%
van het elektriciteitsgebruik thuis of op kantoor decentraal op te wekken en de turbine is zodanig
ontworpen dat deze veilig op huizen en utiliteitsgebouwen gemonteerd kan worden en particulieren
en bedrijven de mogelijkheid geeft zelf decentraal energie op te wekken. De energieopbrengst is
gemaximaliseerd door bij weinig wind een versnelling te genereren die het mogelijk maakt vanaf
2Bft elektriciteit op te wekken. De windmolen is sterk genoeg om tot 11Bft elektriciteit op te
wekken en zelfs windsnelheden van 200 km/uur te overleven.

Het unieke van de gepatenteerde windturbine is dat deze gebruik maakt van een ‘venturi’
(horizontale buis waarbinnen de lucht wordt gelijkgericht en daardoor versneld). Voordeel van dit
ontwerp is dat de molen ondanks zijn geringe lengte en hoogte een zeer hoog rendement heeft
(1400 kWh per jaar bij een gemiddelde windsnelheid van 4,5 ms). Daarnaast worden door de
technologie van het ontwerp geluidsoverlast, resonantie en slagschaduw voorkomen. Door het
hoge rendement is de terugverdientijd van de DonQi Urban Windmill, zonder subsidies, minder dan
8 jaar en wordt het mogelijk om energie met winst terug te leveren aan het elektriciteitsnet. De
windturbine is kleiner dan 2 meter waardoor deze zonder milieuvergunning op huizen en of
utiliteitsgebouwen geplaatst kan worden.

De donQi Urban Windmill is vanaf het eerste kwartaal 2009 beschikbaar en meer informatie vindt u
op www.donqi.eu.
Constructieve berekeningen windturbine, mast en voetplaat
Krachten berekening van de DonQI windmolen

De donQi windmolen bestaat uit een gedeelte met wieken, een mast en een voetplaat. De
voetplaat onder de mast heeft als doel om deze eenvoudig op een betonnen constructie te
monteren. Dit is niet altijd mogelijk, daarom zijn er zijn aanvullende systemen ontwikkeld voor
toepassing op verschillende soorten dakconstructies of plaatsing op het maaiveld.

windturbine

Door de CFD berekening zijn er


krachten bepaald welke door de
windmolen worden gegenereerd.
Voor de IEC 64200-2 dient dit te
gebeuren bij een windsnelheid van
55 m/s vergelijkbaar met een 1250
N/m2. Bij de DonQI windmolen
heeft de venturi een Cw waarde
van 0,095 en de propeller een Ct
van maximaal 0,25. Bij hogere
windsnelheden daalt de Ct door
toerental pitchen. Bij
windsnelheden van 25m/s en meer
is de Ct slechts 0,1.

Fventuri = ½ ρ v2 Cw A = ½ 1,015 * 552 *0,095 * 1,378 = 205 N

Fwieken = ½ ρ v2 Ct A = ½ 1,015 * 552 * 0,1 * 1,773 = 273 N

Rekening houdend met storingen van de regeling zal de Ct kunnen stijgen naar 0,25 en de Fwieken
wordt dan 681 N. De krachten die op de mast werken en de constructie van de windmolen zijn
Fventuri + Fwieken dit is maximaal 886 N.

Voor de sterkte berekeningen is deze kracht wordt verhoogt tot 3000 N, dat is een veiligheidsfactor
van meer dan 3. Voor het moment op de mast grijpt deze kracht in het midden van de windmolen
aan dus in het hart van de molen.

Mwindmolen = ( Lmast + 1,4 m ) * 3 kN


Krachten berekening van de DonQI windmolen

Mast, ongetuid

De krachten die de DonQI windmolen opwekt, zijn berekend bij 55 m/s of 200 km/uur. Een situatie
die zelden voorkomt in de bebouwde omgeving.

Rekenvoorbeeld Mast lengte L mm 1600


Dimensies mast mm 114 x 6
Bij gegeven condities is de afschuifkracht 3,0 kN en Oppervlak doorsnede
mm2 2035
het moment bij maximale mastlengte van 160 cm
maximaal 9 kNm. Weerstand S mm3 41226
Polairemoment Ip mm4 2977287
Voor het moment van de mastconstructie is
Maximale kracht F N 3000
gerekend vanuit het hart van de windmolen en
Maximale moment M Nm 8035,714286
hierop is de constructie van de DonQI windmolen
Trillingen per omw. 3
ontworpen.
Eigenradiaalfrequentie f1
rad/s 2,040348292
Voor de mast zijn verschillende configuraties
Kritisch toerental owm 40,80696583
mogelijk met als basis een 4 inch gasbuis met een
Maximale stress N/mm2 196,3928035
wanddikte van 6 mm. De zwakste constructie bleek
Massa windmolen kg 110
de uitkragende mast te zijn, omdat deze zijn
grootste moment bij de lasnaad te verwerken krijgt.
Eigenfreguentie in Hz 0,324731516

Deze configuratie heeft dan ook geleid tot de bepaling van de maximale lengte van de mast met de
4 inch gasbuis. Met maximale spanningen, toleranties en veiligheidsmarges kan de uitkragende
mast een maximale lengte van 160 cm bereiken.

Bij deze mast is een voetplaat ontworpen, die via keilbouten op bestaande constructies kan worden
vastgezet. De voetplaat heeft een minimale afmeting van 30 bij 30 cm en een dikte van 12 mm.
De voetplaat dient op de vier hoeken door M12 keilbouten verankert te worden. Bij de verankering
mag een maximale voorspanning van 20 kN per bout optreden. Dit dient door een momentsleutel
gemaximaliseerd te worden (bijlage voetplaat). Voor kortere masten gelden lagere momenten en
zal de maximale belasting van de constructie zeker niet overschreden worden.

Er is een bestand beschikbaar, waarin de eigenfrequentie van de mast berekend kan worden.
Mast, getuid

Als we deze mast gaan tuien is de constructie aanzienlijk langer te maken, de tuien grijpen aan op de
maximale uitkragende lengte in het geval van de 4 inch buis is dit 1,6 meter bij de 5 inch buis is dit
4,1 meter. Hier kan dezelfde flens gebruikt worden, de bouten kunnen door oogmoeren bevestigd
worden aan de tuien. De flens is dan een buigpunt in de lengte van de mast, de mastvoet blijft star
aan de constructie. Nu kan door het maximale moment de mast lengte 4 keer de oorspronkelijke
lengte krijgen. Voor de hoek van de tuien is het beter de lengte ongeveer 3 maal de uitkraging te
maken. De hoek van de tuien is dan bij de 4 inch mast 3 meter hoog en 1,45 cm breed op de
stelconplaat.

De maximale span kracht is dan F = M /1,45 * 3 het moment is gegeven door de maximale kracht van
3 kN en in dit geval 6 / 3 meter omdat de 3 kN aangrijpt in het hart van de windmolen en de
mastlengte nu is gekozen op 4,6 meter.

De spankracht wordt hiermee 12,4 kN als we voor de kabel een maximale stress van 800 N/mm2
nemen dan wordt de doorsnede 15 mm2 dit betekend een dikte van 5 mm voor de staal kabel.
Omdat 6 mm een standaardmaat is nemen we deze maat.

Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat dan slechts één kabel de trekkracht opneemt. Dit
is slechts in vier richtingen mogelijk, bij de overige 356 graden zijn er meerdere kabels die de treklast
verdelen.

Bij de 5 inch mast is bij de maximale mastlengte van 11,5 meter de spankracht 26,7 kN hierbij dienen
dan 10 mm dikke kabels gebruikt te worden welke aan M16 oogbouten met chemische ankers
gemonteerd dienen te zijn.
Bijlage: Toelichting mastbelasting DonQI Urban Windmill

1. Extreme belastingen

Bij de berekeningen is van de extreme belasting is een situatie aangehouden, die zich één maal per
50 jaar kan voordoen. Deze is voor Nederland en Europa vastgesteld op een windsnelheid van 55
m/s en deze snelheid wordt ook wel de overlevingsnelheid genoemd. In deze situatie mag ervan
uitgegaan worden dat de regeling van de windmolen de wieken in vaanstand of vaansnelheid heeft
gebracht. Voor grote windmolens is de kracht van de drie afzonderlijke wieken verschillend bij
stilstand. Onze windmolen komt bij hoge windsnelheden boven 35m/s in een vaansnelheid of
toerental gepiched situatie welke de bladbelasting aanzienlijk verminderd. De invloed van de
zwaartekracht op de wieken is een te verwaarlozen factor, omdat de zwaartekracht van de wieken
slechts 2 N is. De windbelasting geeft krachten, die maximaal 80 N zijn per wiek. In werking geven
de wieken een maximaal vermogen van 2000W en dit komt overeen met een maximaal moment
van 28,7 Nm. Per wiek komt er een buigend moment van 28,7 Nm / 3 is 9,5 Nm door de
aandrijving plus de windbelasting van maximaal 80 N over de geïntegreerde lengte van de wiek.
Dit geeft 40 Nm en samen maximaal 50 Nm of 100 N axiale belasting. In totaal is dit 3 x 100N =
300 N.

Bij uitvallen van de regeling neemt de windbelasting flink toe tot Fmax = ½ ρ v2 Ct A = 681 N over
drie wieken. De venturi rond de wieken is geoptimaliseerd om de wind recht op de wieken te
richten en de wind te versnellen, door de ronde vorm van de venturi zal het krachten spel zich
concentreren in het middelpunt van de venturi en dus op dezelfde plaats als de wieken.

Fventuri = ½ ρ v2 Cw A = 200 N, hierbij is de Cw bepaalt door het Nationaal Lucht en Ruimtevaart


laboratorium via CFD-analyse en de resultaten uit de windtunnel.

Een eventuele storing van de zelfrichtzaamheid dient ook bekeken te worden. Hiervoor worden de
normen uit de bouwwereld gebruikt. Tijdens de CFD-berekeningen bleek de maximale belasting op
te treden, als de donQi Urban Windmill een scheve aanstroming heeft van 120 graden. Het hierbij
optredende oppervlak is dan 2,45 m2 en de Ct = 0,52 geeft een windbelasting van 350 N/m2 dit
resulteert in een maximale kracht van 869 N op de mast.

Naast statische belastingen geven dynamische effecten op de windbelasting een verminderende


factor door demping van de wieken en de mast. In onze mast zijn trillingsdempers verwerkt die
zijn bedoelt om opgewekte trillingen niet aan de constructie door te geven, maar ook een
dynamische demping geven. De demping van de mast en de dempers is bepaald op 12 %, welke
het minimale is van gemeten demping door belasting en trillingsonderzoek en berekende demping
met mastlengte en dempingkarakteristiek.

Naast de zelfrichtzaamheid is er een blokkade mogelijk van de draaiing van de windmolen. Dit is
gedaan om twisten van de elektriciteitskabels te voorkomen. Deze is uitgevoerd met een flexibele
kabel welke een rek heeft van 20% en rond de mast wikkelt, zodat de windmolen maximaal 6
rondjes kan draaien. De rek in de kabel zorgt voor demping van de blokkade en terugveren uit
deze situatie. De maximale krachten die hierbij voorkomen zijn moeilijk te bepalen. Een ruwe
aanname is de maximale kracht maal de maximale arm van het aangrijpingspunt en het draaipunt.
Ervan uitgaande dat de maximale kracht van 869 N een arm heeft van 25 cm ontstaat er een
Mblokkade = 217 Nm. Deze situatie zal door de rek in kabel nooit stabiel zijn en kan als absoluut
maximum worden gezien.

2. Invloed van de windbelasting op de constructie

Verschillende krachten spelen een rol bij de berekening van de constructie, de kracht van de
venturi, de wieken en eventueel optredende storingen. Voor de berekening van de constructie
dienen de optredende krachten met een veiligheid factor verhoogt te worden. Dynamische reacties
op de extreme krachten kunnen door demping de belastingen verlagen.

Keuze van materiaal bepaalt de vermoeiing en maximale spanningen. De constructie dient nog te
worden bevestigd aan een gebouw. Deze bevestiging dient de krachten en de dynamische
fluctuaties te kunnen weerstaan.

De kracht worden vermenigvuldigt met een veiligheidsfactor van 1,5 en gedeeld door een
dempingsfactor van 12 %. De maximale belasting is de 869 N maal 1,5 gedeeld door 1,12 is
1171N. Hierbij is er een extra torsie moment van 217 Nm. Dit is in storing bij blokkade van de
draaiing. Bij normaal bedrijf zijn de maximale krachten 477 N maal 1,5 gedeeld door 1,12 is 639 N
en bij storing van de elektronica zal bij 55m/s de maximale kracht 681 N + 200 N = 884 N en met
een veiligheidsfactor van meer dan 3 3000 N zijn. De constructie kan met 3000 N verder berekend
worden.

In het voorbeeld waarbij de mast een lengte heeft van 1,6 m is het middelpunt van de windmolen
1,4 meter boven de mast. Dit geeft een maximaal moment van 3000 N * 3m = 9 kNm.

Voor de prototypes van de windmolen is gekozen voor een naadloze 4 inch gasbuis welke een
wanddikte heeft van 6,03 mm, deze buis heeft een weerstands moment van Sbuig = 41226 mm3
en Storsie = 13742 mm3, een polairemoment van Ip = 2977287 mm4 en een oppervlak van A =
2035 mm2.

De totale stress in de buis is het Mmax / S = 196 N/mm2 plus Fmax / A = 1,23 N/mm2 plus
Tmax / Storsie = 31 N/mm2 . Deze gesommeerd door middel van de wet van Moore geeft een
maximale stress van 205 N/mm2. Deze maximale stress is ruim onder de plastische vervorming
welke bij de gekozen staalsoort 210 N/mm2 ligt. Bij overstijgen van deze grens zal de mast door
buigen, de vermoeiing zal hierbij niet optreden omdat deze situatie zeer zelden voorkomt.

In de bedrijfssituatie is maximaal een stress van 39 N/mm2 mogelijk. Deze waarde ligt ruim onder
de vermoeiingsgrens, waarbij rekening gehouden dient te worden met het windaanbod.

Onder aan de mast is een flens gelast. Deze is versterkt door ribben van 12 mm dikte, welke 10
cm hoog zijn en van de mast tot de boorgaten naar 0 cm verlopen. Er zijn vier boorgaten van 13
mm met een hartafstand van 25 cm in een 12mm dikke plaat van 30 cm vierkant. Het
weerstandmoment van de flens tot de boorgaten is door de ribben en de flens S=1086400 mm3 en
hiermee sterk en stijf genoeg om de krachten van de mast door te leiden naar de boorgaten,
waarin M12 bouten op de hartafstand van 250 mm van elkaar via een flensverbinding met de
balastvoet worden verbonden. Om het moment van de windmolen over de M12 bouten te verdelen
dienen de bouten 9,0 kNm / 0,25 m / 2 = 18 kN te weerstaan.
Krachten berekening van de DonQI windmolen

voetplaat

De voetplaat onder de mast heeft als doel om deze eenvoudig op een betonnen constructie te
monteren. Dit is niet altijd mogelijk, daarom zijn er zijn aanvullende systemen ontwikkeld voor
toepassing op verschillende soorten dakconstructies of plaatsing op het maaiveld.

De krachten die de DonQI windmolen opwekt zijn berekend bij 55 m/s of 200 km/uur. Een situatie
die overigens zelden voorkomt in de bebouwde omgeving. Bij gegeven condities is de
afschuifkracht 3,5 kN en het moment bij maximale mastlengte van 160 cm maximaal 9 kNm.

De voetplaat heeft standaard een dikte van 12 mm en een lengte en breedte van 300 mm, en vier
gaten van 14 mm op de vier hoeken. Het moment wordt over voetplaat verdeeld en heeft door de
lengte of breedte van de voetplaat een maximale trekkracht op de bouten van 9 kNm / 0,3 m = 30
kN. Deze trekkracht wordt over twee bouten verdeeld, zodat per bout een trekkracht van 15 kN en
een afschuifkracht van 3,5kN / 4 = 0,9 kN moet worden opgevangen. M12 bouten van klasse 8.8
kunnen maximaal een trekkracht van 43 kN en een afschuifkracht van 15,5 kN weerstaan en zijn
voor deze constructie sterk genoeg om de maximale krachten van de DonQI windmolen te
genereren. De bevestiging geschiedt d.m.v. chemische ankers, zie bijlage.

Uit deze berekening is af te leiden dat de voorspanning maximaal 3 kN mag zijn. Voor een
afdoende verankering is een voorspanning van 3 kN meer dan voldoende en deze waarde wordt
dan ook aanbevolen voor montage.

Fanker = M / (114 + 2b) * ½ b = 68 Fanker = 18 kN

Fsplijt beton =( 1.4 * 1.8 )/ 6.74 E-5 * ½ = 18,5 kN

Fanker ≤ Fsplijt beton door Lanker in beton = 140 mm en a = 25 mm

Wvoetplaat ≥ 1/6 * 300 * 122 mm3 door verstevigingsribben naar de mast


Bijlage: Voetplaattekening 300x300mm
Bijlage: Chemische ankers
Bevestigings- en plaatsingsmogelijkheden
Bevestigingsmogelijkheden

Flensbevestiging

Ballastvoet

Dakdoorvoer
Bevestigingsprincipe

flensbevestiging op ballastvoet

plaatsingsprincipe A en C
Berekening ballastvoet donQi Urban Windmill

De windmolen met ballastvoet kan gebruikt worden voor plaatsing op platte daken of voor op het
maaiveld. Welke extra krachten en gewichten optreden op het te gebruiken dakvlak hangt af van
de gekozen configuratie.

Rekenvoorbeeld

De maximale uitkragende mast is 1,6 meter hoog. De totale hoogte van de windmolen is dan 1,6 +
2,3 = 3,9 meter en het hart van de windmolen is dan 2,9 meter hoog. Hier grijpt de maximale
kracht van 3 kN aan en dit levert de geëiste sterkte en massa van de stelconplaat 2,9 m * 3 kN =
8,7 kNm. Deze hoeft niet getuit te zijn.

De stelconplaat heeft een massa van 1375 kg = 13,5 kN. De stelcon plaat kantelt over 1 meter als
de mast in het midden staat en kan dus maximaal 13,5 kNm weerstaan. We vergeten hierbij de
massa van de windmolen, maar de mast rekenen we hier wel mee. Dan is de maximale weerstand
15 kNm en kan de mast maximaal 5-1,3 = 3,7 meter lang zijn. Uitgegaan is van een mast van 3
meter en een totale hoogte van 3 + 2,3 = 5,3 meter. In het geval van de drie meter mast dient
deze dan wel getuid te zijn.
Plaatsings- en bevestigingsprincipe A, vrijstaande mast op maaiveld

Constructie berekeningen aan de donQi Urban Windmill

De donQi Urban Windmill kan in sommige gevallen beter op een vrijstaande mast op het
maaiveld geplaatst worden in plaats van op een dakvlak.

De krachten die de DonQI windmolen opwekt, zijn berekend bij 55 m/s of 200 km/uur. Een situatie
die zelden voorkomt in de bebouwde omgeving. Uit het krachtenspectrum van 55 m/s wordt door
de windmolen een kracht opgewekt van 3kN hierin zit een veiligheidsmarge van 3,25m. Deze
kracht grijpt aan in het hart van de windmolen, het frame en de draai-as hebben een extra lengte
van 1,4m bij de mastlengte.

Bij gegeven condities is de afschuifkracht 3,0 kN en het moment bij maximale mastlengte van 9,6
meter maximaal 33 kNm (10 meter plus 1 meter tot hart turbine).

Voor het moment van de mastconstructie is gerekend


Mast lengte L mm 11000
vanuit het hart van de windmolen en hierop is de
constructie van de DonQI windmolen ontworpen. Dimensies mast mm 219 x 6,35
Oppervlak doorsnede
Voor de mast zijn verschillende configuraties mogelijk mm2 4470
met als basis een 4 inch gasbuis met een wanddikte
Weerstand S mm3 169189
van 6,35 mm. De zwakste constructie bleek de
Polairemoment Ip mm4 48000620
uitkragende mast te zijn, omdat deze zijn grootste
Maximale kracht F N 3000
moment bij de lasnaad te verwerken krijgt. Deze
Maximale moment M Nm 33214,28571
configuratie heeft dan ook geleid tot de bepaling van
Trillingen per omw. 3
de maximale lengte van de mast met de 4 inch
Eigenradiaalfrequentie f1
gasbuis. Voor de maximale spanningen, toleranties rad/s 0,454473252
en veiligheidsmarges op basis van een maximale Kritisch toerental owm 9,089465039
lengte van 1000 cm kan de uitkragende mast de in Maximale stress N/mm2 196,9858287
de tabel weergegeven waarde weerstaan.
Massa windmolen kg 110

Bij deze mast is een voetplaat ontworpen, die via Eigenfreguentie in Hz 0,072331665
keilbouten op bestaande constructies kan worden vastgezet. De voetplaat heeft een minimale
afmeting van 50 bij 50 cm en een dikte van 20 mm. Maximale kracht in de bouten is dan 33kNm
over 0,475 m. Dit is 70 kN verdeeld over 2 bouten, dat wil zeggen 35 kN per bout en chemisch
anker. De voetplaat dient op de vier hoeken door M16x10 keilbouten verankerd te worden. Voor
het chemische anker en 8.8 bouten geldt een maximale kracht van 50,4 kN, de maximale
voorspankracht is dus 15kN of aanzetten met 9,5 Nm. Om deze krachten van de mast naar de
bouten over te brengen wordt de voetplaat door ribben versterkt, voetplaat en ribben hebben een
minimale dikte van 15 mm nodig om deze krachten over te brengen.
Voor kortere masten gelden lagere momenten en zal de maximale belasting van de constructie
zeker niet overschreden worden.

Berekening ballastvoet bij vrijstaande mast donQi Urban Windmill

De turbine zal geplaatst worden op Stelconplaten. De Stelconplaat kantelt over 1 meter als de mast
in het midden staat. We vergeten hierbij de massa van de windmolen, maar de mast rekenen we
hier wel mee. De maximale weerstand is 33,7 kNm bij een mast van maximaal 10 meter (zie
bovenstaande berekening).

Voor de toepassingen in het vrije veld kunnen telconplaten van 200 x 200 x 18 uitkomst bieden.
Deze kantelen over de randen en de massa van de platen en de windmolen plus mast bepaald of
dit kantelmoment groot genoeg is. De massa van de windmolen met mast is 325 kg, de massa van
Stelconplaat is 1775kg. Om 33kNm op te vangen is 3375 kg over 1 meter nodig. Twee
Stelconplaten en de windmolen voldoen hier ruimschoots aan. De Stelconplaten dienen dan wel aan
elkaar bevestigd te worden, dit kan door de vier M10 chemische ankers in de hoekpunten.
Vanuit esthetiek kan een ongetuide mast mooier dan een getuide mast.

Uit het krachten spectrum van 55 m/s wordt door de windmolen een kracht op gewekt van 3kN
hierin zit een veiligheidsmarge van 3,25. Deze kracht grijpt aan in het hart van de windmolen, het
frame en de draai-as hebben een extra lengte van 1,4 meter bij de mast lengte. Als de windmolens
6 meter hoog mag zijn dan ligt het hart van de windmolen op 5 meter en eindigt de mast op 3,6
meter. Het maximale moment is dan 15 kNm. Hierbij hoort een weerstandsmoment van 7500
mm3. Een 5 inch gasbuis met een wanddikte van 6,55 mm voldoet aan deze criteria.

Deze gasbuis wordt gelast op een voetplaat met vier gaten en heeft vier verstevigingribben, vanuit
de mast naar de gaten in de hoekpunten. Door deze vier gaten komen M16 bouten welke door
chemische ankers aan de Stelconplaat verankert zijn. Voor de maximale belasting van de
betonplaat dient de voetplaat 50 cm bij 50 cm groot te zijn, de onderlinge afstand van de
chemische ankers is dan groot genoeg. Maximale kracht in de bouten is dan 15 kNm over 0,475 m
is 32 kN verdeelt over 2 bouten is 16 kN per bout en chemisch anker. Voor het chemische anker en
8.8 bouten geldt een maximale kracht van 50,4 kN, de maximale voorspankracht is dus 15kN of
aanzetten met 9,5 Nm. Om deze krachten van de mast naar de bouten over te brengen wordt de
voetplaat door ribben versterkt, voetplaat en ribben hebben een minimale dikte van 15 mm nodig
om deze krachten over te brengen.

Voor de toepassingen in het vrije veld kunnen Stelconplaten van 200 x 200 x 14 uitkomst bieden,
deze kantelen over de randen en de massa van de plaat en de windmolen plus mast bepaald of dit
kantelmoment groot genoeg is. De massa van de windmolen met mast is 200 kg, de massa van
Stelconplaat is 1375kg. Om 15 kNm op te vangen is 1525 kg over 1 meter nodig, de Stelconplaat
en de windmolen voldoen hier aan. De mast verjongt naar 4 inch om de bevestiging om de
trillingsdempers op de standaard methode te kunnen bevestigen.

Er zijn diverse configuraties mogelijk waarbij gevarieerd kan worden met de dikte van de
Stelconplaat, de dikte van de mast en het wel of niet toepassen van tuien.

Achterin bevinden zich de volgende schema’s die gebruikt kunnen worden voor de bepaling van de
benodigde configuratie.

Schema A overzicht waarden diverse mastlengten

Schema B overzicht max. mastlengte op kantelmoment ballastvoet

Schema C overzicht max. mastlengte op kantelmoment ballastvoet op secundaire frame

Schema D combinatieschema bepaling max. mastlengte op doorbuiging en kantelmoment

Schema E bepaling totale hoogte donQi Urban Windmill

Hierachter volgen enkele voorbeeldconfiguraties.


Bevestigingsprincipe

flensbevestiging op dakvlak beton

plaatsingsprincipe B
Bij een flensbevestiging direct op beton dakvlak zijn in principe dezelfde berekeningen als voor de
flensbevestiging op Stelconplaat. Het dakvlak dient hiervoor wel geschikt te zijn.

Daarnaast wordt er een maximale lengte van 11,5m aangehouden om op een dakvlak te plaatsen.

Er zijn diverse configuraties mogelijk waarbij gevarieerd kan worden met de dikte van de mast en
het wel of niet toepassen van tuien.

Achterin bevinden zich de volgende schema’s die gebruikt kunnen worden voor de bepaling van de
benodigde configuratie.

Schema 1 overzicht waarden diverse mastlengten

Schema 2 overzicht max. mastlengte op kantelmoment ballastvoet

Schema 3 overzicht max. mastlengte op kantelmoment ballastvoet op secundaire frame

Schema 4 overzicht max. mastlengte op doorbuiging

Schema 5 combinatieschema bepaling max. mastlengte op doorbuiging en kantelmoment

Schema 6 bepaling totale hoogte donQi Urban Windmill

Hierachter volgen enkele voorbeeldconfiguraties.


Bevestigingsprincipe

flensbevestiging op ballastvoet op secundaire frame

plaatsingsprincipe D
Berekening ballastvoet donQi Urban Windmill op secundaire frame

Indien het dak de belasting van >350 kgN/m2 niet aankan, wordt de ballastvoet geplaatst op een
secundaire frame van stalen liggers. Deze liggers worden op steunpunten gelegd, die direct in lijn
liggen met de onderliggende hoofddraagconstructie van het dak. Zodoende is het mogelijk om de
belastingen direct af te dragen op de hoofddraagconstructie zonder het dakvlak te belasten.
Uitgangspunt is de donQi Urban Windmill op de ballastvoet op 6m1 stalen HEA profielen, welke
desgewenst ingekort of zwaarder uitgevoerd kunnen worden, teneinde op elke onderconstructie te
kunnen worden toegepast.

Standaard wordt gebruikt gemaakt van 2x een stalen HEA 160. In combinatie met een Stelconplaat
van 14 dm dik mag de totale hoogte van de windmolen maximaal 6,3m boven de Stelconplaat
worden.

Rekenvoorbeeld

M=R * x - q(x-a)(x-a)/2

R=7,5 kN, x = 3 meter


q = 15kN/2m, a = 2 meter

Deze formule ingevuld geeft bij maximale belasting ( al het gewicht op één balk) een maximaal
moment voor de balk van 26,3 kNm .
Volgens bovenstaande berekening dient de stalen ligger 53 kNm te weerstaan met een
veiligheidsfactor van 2. Hieraan voldoet een HEA 160 met een lengte van 6m.

De HEA 160 heeft een S van 274 cm3. De maximale stress die optreedt is dan 193 N/mm2. Dit is
voldoende.
Bevestigingsprincipe

Dakdoorvoer-muurbevestiging

plaatsingsprincipe E
Bevestigingsprincipe dakdoorvoer-muurbevestiging, principe E

Er is speciaal een mast met verlaagde eigenfrequentie ontworpen(zie toelichting), deze heeft twee
ophangpunten die elk met vier chemische ankers aan de beton constructie gemonteerd worden.

De ophangpunten liggen 2,4 meter uit elkaar, zodat het Mwindmolen gemakkelijk kan worden
opgenomen. Het maximale moment is verhoogd tot 9 kNm, hierdoor wordt gewerkt met een
veiligheidsfactor van meer dan 3.

Rekenvoorbeeld

Lengte van de mast is 4 meter en het uitkragende deel is 1,6 meter. Maximale trekkracht is nu per
ophangpunt 3750 N per anker 940 N de chemisch ankers kunnen 25 kN weerstaan en zijn dan
voldoende sterk. De splijtkrachten van de betonnen constructie zullen bij anker van 14 cm ruim
boven de trekkracht van de ankers liggen. Uit voorgaande berekeningen komt bij beton en deze
ankers de splijtkracht uit op ongeveer 18 kN.

De bevestigingsplaat heeft een minimale afmeting van 30 bij 30 cm en een dikte van 12 mm. De
bevestigingsplaat dient op de vier hoeken door M12 bouten verankerd te worden. Bij de
verankering mag een maximale voorspanning van 20 Nm per bout optreden. Dit dient door een
momentsleutel gemaximaliseerd te worden.

Gelijkwaardigheidsverklaring

Bouten zijn M12 klasse 8.8 DIN 931

RVS 304L gegloeid gelaste buis (4” S40) ASTM- A312 voor mechanica, chemisch A312 en optische
A-530
Toelichting uitkragende mast met verlaagde eigenfrequentie

Voor een uitkragende mast is de eigenfrequentie te berekenen door de massa van de DonQI
windmolen, de elasticiteitmodules, de polaire weerstand van de mast en de tijd te bepalen volgens
onderstaande formule.

f = 1/ 2π √3(ExI)/(mxL3 ) Hz

Er is een mast ontworpen volgens bijlage Uitkragende-mast-pdf. Deze mast heeft twee
knooppunten. Deze geven door het doorbuigen tussen de twee knooppunten een slappere
mastconstructie. Dit leidt tot een wortel 3 lagere eigenfrequentie volgens onderstaande formule.

f = 1/ 2π √1(ExI)/(mxL3 ) Hz

De spanningen in de mast blijven gelijk, alleen de uitwijking gaat met een factor √3 omhoog. Om
deze reden is de mast iets kleiner gemaakt. De lengte boven de betonnen constructie is nu 160 cm
en de lengte tussen de knooppunten bedraagt 300 cm. In het Excel-file zijn de berekeningen met
elkaar te vergelijken en aan te passen.

Bijlage: Mastberekening

verlaagde
eigenfrequentie
Mastberekening OVG Uitkragend configuratie
Mast lengte L mm 1600 1600
Dimensies mast mm 114 x 6 114 x 6
Oppervlak doorsnede mm2 2035 2035
Weerstand S mm3 41226 41226
Polairemoment Ip mm4 2977287 2977287
Maximale kracht F N 3000 3000
Maximale moment M Nm 7800 7800
Trillingen per omw. 3 3
Eigenradiaalfrequentie rad/s 2,65 1,53
Kritisch toerental owm 8,45 4,88
Maximale stress N/mm2 190,68 190,68
Massa windmolen kg 65 65
Eigenfreguentie in Hz 0,42 0,24
Bijlage: CAD berekening

Analysis of Part2
Author: steyn
Analysis Created: maandag 9 juni 2008 10:16:05
Analysis Last Modified: maandag 9 juni 2008 10:16:05
Report Created: maandag 9 juni 2008 10:19:18
Database: --------
Autodesk Inventor Professional 2008
Software:
ANSYS Technology

1. Introduction

Autodesk Inventor Professional Stress Analysis was used to simulate the behavior of a mechanical
part under structural loading conditions. ANSYS technology generated the results presented in this
report.

Do not accept or reject a design based solely on the data presented in this report. Evaluate designs
by considering this information in conjunction with experimental test data and the practical
experience of design engineers and analysts. A quality approach to engineering design usually
mandates physical testing as the final means of validating structural integrity to a measured
precision.

Additional information on AIP Stress Analysis and ANSYS products for Autodesk Inventor is
available at http://www.ansys.com/autodesk.

2. Geometry and Mesh

The Relevance setting listed below controlled the fineness of the mesh used in this analysis. For
reference, a setting of -100 produces a coarse mesh, fast solutions and results that may include
significant uncertainty. A setting of +100 generates a fine mesh, longer solution times and the
least uncertainty in results. Zero is the default Relevance setting.

TABLE 1
Part2 Statistics

114,0 mm
Bounding Box Dimensions 114,0 mm
2000 mm
Part Mass 33,05 kg
Part Volume 4,091e+006 mm³
Mesh Relevance Setting 0
Nodes 62298
Elements 9450
Bounding box dimensions represent lengths in the global X, Y and Z directions.

3. Material Data

The following material behavior assumptions apply to this analysis:

 Linear - stress is directly proportional to strain.


 Constant - all properties temperature-independent.
 Homogeneous - properties do not change throughout the volume of the part.
 Isotropic - material properties are identical in all directions.

TABLE 2
Stainless Steel

Young's Modulus 1,93e+005 MPa


Poisson's Ratio 0,3
Mass Density 8,08e-006 kg/mm³
Tensile Yield Strength 250,0 MPa
Tensile Ultimate Strength 0,0 MPa

4. Loads and Constraints

The following loads and constraints act on specific regions of the part. Regions were defined by
selecting surfaces, cylinders, edges or vertices.

TABLE 3
Load and Constraint Definitions

Name Type Magnitude Vector


3500 N
Force 1 Surface Force 3640 N 0,0 N
-1000 N
0,0 mm
Fixed Constraint 1 Surface Fixed Constraint 0,0 mm 0,0 mm
0,0 mm

TABLE 4
Constraint Reactions

Name Force Vector Moment Moment Vector


Fixed Constraint 1 3640 N -3500 N 7,e+006 N·mm 1,585e-002 N·mm
Name Force Vector Moment Moment Vector
-9,36e-006 N -7,e+006 N·mm
1000,0 N 7,882e-004 N·mm
Note: vector data corresponds to global X, Y and Z components.

5. Results

The table below lists all structural results generated by the analysis. The following section provides
figures showing each result contoured over the surface of the part.

Safety factor was calculated by using the maximum equivalent stress failure theory for ductile
materials. The stress limit was specified by the tensile yield strength of the material.

TABLE 5
Structural Results

Name Minimum Maximum


Equivalent Stress 0,6072 MPa 154,3 MPa
Name Minimum Maximum
Maximum Principal Stress -55,74 MPa 204,3 MPa
Minimum Principal Stress -204,6 MPa 46,29 MPa
Deformation 0,0 mm 16,25 mm
Safety Factor 1,621 N/A

6. Figures

FIGURE 1 FIGURE 2
Equivalent Stress Maximum Principal Stress

FIGURE 3 FIGURE 4
Minimum Principal Stress
Deformation
FIGURE 5
Safety Factor
Schema’s

Schema 1 overzicht waarden diverse mastlengten, ongetuid

dimensies mast inch 4 5 6 8


Mast lengte L mm 1600 4100 6400 11000
Dimensies mast mm 114 x 6 142,5 x 6,5 168 x 7.1 219 x 6,35
Oppervlak doorsnede
mm2 2035 2573 3540 4470
Weerstand S mm3 41226 75773 106948 169189
Polairemoment Ip
mm4 2977287 6781495 11493591 48000620
Maximale kracht F N 3000 3000 3000 3000
Maximale moment M
Nm 8035,714286 14732,14286 20892,85714 33214,28571
Trillingen per omw. 3 3 3 3
Eigenradiaalfrequentie
f1 rad/s 2,040348292 0,750690414 0,501108582 0,454473252
Kritisch toerental owm 40,80696583 15,01380828 10,02217164 9,089465039
Maximale stress
N/mm2 196,3928035 195,590655 196,2027438 196,9858287
Massa windmolen kg 110 110 110 110
Eigenfreguentie in Hz 0,324731516 0,11947609 0,079753908 0,072331665

flens 30x30 40x40 45x45 50x50


chemische ankers M12 M16 M16 M16

Schema 2 overzicht max. mastlengte -kantelmoment ballastvoet

stelconplaat N14 N20 N25 2xN20


massa in kg 1400 2000 2500 4000
Max. mastlengte
kantelpunt mm 3178 5140 6775 11680

Schema 3 overzicht max. mastlengte-kantelmoment ballastvoet op secundaire frame

stelconplaat N14 N20 N25


H-profiel HEA160 HEA200 HEA220
max. mastlengte
kantelpunt mm 3962,8 6905,8 8737
Schema 4 overzicht max. mastlengte, ongetuid doorbuiging berekend

Dimensie mast inch 4” 5” 6” 8”


max. mastlengte
ongetuid 1600 4100 6400 11000

Schema D combinatieschema bepaling max. mastlengte op doorbuiging en kantelmoment


berekend

dimensie mast inch Type Stelconplaat


N14 N20 N250 N400
4" <1,6 ogt
<5,1 gt
<5,2 gtHEA160
5" <3,2 ogt <4,1 ogt
<11,5 gt
<6,8 gtHEA200 <8,6 gtHEA220
6" <5,1 ogt <6,4 ogt
<6,4 ogtHEA200

8" <6,8 ogtHEA200 <6,8 ogt <11,0 ogt


<8,6 ogtHEA220

ogt =ongetuid
gt =getuid
(o)gtH160 = (on)getuid op HEA profiel

Schema 6 bepaling totale hoogte donQi Urban Windmill

Met ballastvoet
zonder op secundaire
ballastvoet Met ballastvoet frame
max. mastlengte in m L L L
Venturi + vleugel in m 2,4 2,4 2,4
Stelconplaat in m x x
Drukvaste isolatie 0,05 0,05
H-profiel y
H= L + 2,4 L + 2,45 + x L + 2,45 + x + y
Enkele kengetallen

• Stelconplaten

Stelconplaat 2x2m N14 N20 N25 2xN20


Hoogte in mm 140 200 250 2x200
totaalgewicht in kg 1400 2000 2500 4000

• HEA-profielen

HEA 160 200 220


gewicht in kg/m 1 30,44 42,26 50,51
hxb in mm 152x160 190x200 210x220

• Mastbuizen

Mast diameter in inch 4“ 5” 6” 8”


Diameter in mm 114 142,5 168 219
Dikte wand 6 6,5 7,1 6,35
Gewicht kg/m1 ca. 17 ca. 20 ca. 28 ca. 33

Enkele opmerkingen
• Max mastlengte op een dak is 11,5m, Max. mastlengte op het maaiveld is 13m

• Bij gebruik van een 5”, 6”, 8” mast als uitkragend deel, deze altijd verjongen bovenaan tot
4” om t.b.v. de bevestiging aan de trillingsdempers

• Bij plaatsing rekening houden met zeeg en afschot

• Bij de getuide constructies is de maximale lengte altijd inclusief de 1,5m

• Het hart van de molen is lengte mast+ 1,4m

• Tuien zijn staalkabel, 6mm


Specificaties
Technische specificaties

Algemeen Levensduur > 15 jaar


Min/Max temperatuur -20 °C/75 °C
Gewicht 110 kg
Certificering IEC 61400-2, NEN 6700

Output Vermogen (W) 1500


Maximaal vermogen 2000
Output windsnelheid 12,5
Output toerental 1200
Opstartsnelheid (m/s) 2,5
"Cut-out" snelheid (m/s) 30

Turbine Type Venturi


Materiaal Polyethyleen met RVS constructie
Turbine type Horizontaal tegenwinds
Diameter turbine (max.) 2000 mm
Lengte turbine 1000 mm
Kleuren Standaard RAL 9001, andere kleuren in overleg
Aantal bladen 3
Bladtype 3D CFD Optimized
Rotordiameter 1500 mm
Rotoroppervlakte (m2) 1,77
Vleugeltip snelheidsratio 4,2
Geluidsniveau max. 2 dbA boven omgevingsgeluid
Blad materiaal Nylon, glasvezelversterkt

Constructie Mast RVS 304 diameter 114 x 6 mm. (4” 40S)


Lengte (min/max) 1 mtr/5 mtr
Electrisch contact anti-twist
Demping mastvoet rubber-trillingsdemper
Aarding Via hijsoog aan mastvoet
Optioneel verstelbaar
Technische specificaties

Motor/generator
Type 110EMB-3S173N-B
Wikkeling 3 fasen en 4 poolparen
Stall: 9Nm
Peak” 27Nm

Propeller unit
Toerenbereik 0 – 1200rpm, maximaal toerental 1250rpm (automatische rem)

Besturing:
Aanstuur elektronica en netomvormer in aparte kast
Aansluiting voor de huisaansluiting wordt verzorgd door de installateur
Voldoet aan de normen voor terugvoeden en veiligheid, waaronder CE, EMC en netvereisten

Eigenschappen:
Toerental afhankelijke teruglevering
PWM motorgelijkrichter zorgt voor “vaste” tussenkringspanning
PWM netspanning wisselrichter zorgt voor maximaal retour vermogen
Maximaal uitgangsvermogen begrensd op 2000VA nominaal en 2250VA piek vermogen
Bij wegvallen netvoeding stopt de motor gecontroleerd en wordt de rem ingeschakeld.
Koppeling aan intelligente kWh meters e.d.

Extra’s:
Beschikbare informatie vanuit de besturing:
Actueel retour vermogen
Gemiddeld retour vermogen laatste 24 uur
Totaal retourvermogen
Toerental propeller
Aantal en foutcodes stops

Vous aimerez peut-être aussi