Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
29 januari 2009
Inhoud rapport 1
Informatie algemeen
Bevestigings- en plaatsingsmogelijkheden
Schema’s en opmerkingen
Specificaties
DonQi Urban Windmill
Het unieke van de gepatenteerde windturbine is dat deze gebruik maakt van een ‘venturi’
(horizontale buis waarbinnen de lucht wordt gelijkgericht en daardoor versneld). Voordeel van dit
ontwerp is dat de molen ondanks zijn geringe lengte en hoogte een zeer hoog rendement heeft
(1400 kWh per jaar bij een gemiddelde windsnelheid van 4,5 ms). Daarnaast worden door de
technologie van het ontwerp geluidsoverlast, resonantie en slagschaduw voorkomen. Door het
hoge rendement is de terugverdientijd van de DonQi Urban Windmill, zonder subsidies, minder dan
8 jaar en wordt het mogelijk om energie met winst terug te leveren aan het elektriciteitsnet. De
windturbine is kleiner dan 2 meter waardoor deze zonder milieuvergunning op huizen en of
utiliteitsgebouwen geplaatst kan worden.
De donQi Urban Windmill is vanaf het eerste kwartaal 2009 beschikbaar en meer informatie vindt u
op www.donqi.eu.
Constructieve berekeningen windturbine, mast en voetplaat
Krachten berekening van de DonQI windmolen
De donQi windmolen bestaat uit een gedeelte met wieken, een mast en een voetplaat. De
voetplaat onder de mast heeft als doel om deze eenvoudig op een betonnen constructie te
monteren. Dit is niet altijd mogelijk, daarom zijn er zijn aanvullende systemen ontwikkeld voor
toepassing op verschillende soorten dakconstructies of plaatsing op het maaiveld.
windturbine
Rekening houdend met storingen van de regeling zal de Ct kunnen stijgen naar 0,25 en de Fwieken
wordt dan 681 N. De krachten die op de mast werken en de constructie van de windmolen zijn
Fventuri + Fwieken dit is maximaal 886 N.
Voor de sterkte berekeningen is deze kracht wordt verhoogt tot 3000 N, dat is een veiligheidsfactor
van meer dan 3. Voor het moment op de mast grijpt deze kracht in het midden van de windmolen
aan dus in het hart van de molen.
Mast, ongetuid
De krachten die de DonQI windmolen opwekt, zijn berekend bij 55 m/s of 200 km/uur. Een situatie
die zelden voorkomt in de bebouwde omgeving.
Deze configuratie heeft dan ook geleid tot de bepaling van de maximale lengte van de mast met de
4 inch gasbuis. Met maximale spanningen, toleranties en veiligheidsmarges kan de uitkragende
mast een maximale lengte van 160 cm bereiken.
Bij deze mast is een voetplaat ontworpen, die via keilbouten op bestaande constructies kan worden
vastgezet. De voetplaat heeft een minimale afmeting van 30 bij 30 cm en een dikte van 12 mm.
De voetplaat dient op de vier hoeken door M12 keilbouten verankert te worden. Bij de verankering
mag een maximale voorspanning van 20 kN per bout optreden. Dit dient door een momentsleutel
gemaximaliseerd te worden (bijlage voetplaat). Voor kortere masten gelden lagere momenten en
zal de maximale belasting van de constructie zeker niet overschreden worden.
Er is een bestand beschikbaar, waarin de eigenfrequentie van de mast berekend kan worden.
Mast, getuid
Als we deze mast gaan tuien is de constructie aanzienlijk langer te maken, de tuien grijpen aan op de
maximale uitkragende lengte in het geval van de 4 inch buis is dit 1,6 meter bij de 5 inch buis is dit
4,1 meter. Hier kan dezelfde flens gebruikt worden, de bouten kunnen door oogmoeren bevestigd
worden aan de tuien. De flens is dan een buigpunt in de lengte van de mast, de mastvoet blijft star
aan de constructie. Nu kan door het maximale moment de mast lengte 4 keer de oorspronkelijke
lengte krijgen. Voor de hoek van de tuien is het beter de lengte ongeveer 3 maal de uitkraging te
maken. De hoek van de tuien is dan bij de 4 inch mast 3 meter hoog en 1,45 cm breed op de
stelconplaat.
De maximale span kracht is dan F = M /1,45 * 3 het moment is gegeven door de maximale kracht van
3 kN en in dit geval 6 / 3 meter omdat de 3 kN aangrijpt in het hart van de windmolen en de
mastlengte nu is gekozen op 4,6 meter.
De spankracht wordt hiermee 12,4 kN als we voor de kabel een maximale stress van 800 N/mm2
nemen dan wordt de doorsnede 15 mm2 dit betekend een dikte van 5 mm voor de staal kabel.
Omdat 6 mm een standaardmaat is nemen we deze maat.
Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat dan slechts één kabel de trekkracht opneemt. Dit
is slechts in vier richtingen mogelijk, bij de overige 356 graden zijn er meerdere kabels die de treklast
verdelen.
Bij de 5 inch mast is bij de maximale mastlengte van 11,5 meter de spankracht 26,7 kN hierbij dienen
dan 10 mm dikke kabels gebruikt te worden welke aan M16 oogbouten met chemische ankers
gemonteerd dienen te zijn.
Bijlage: Toelichting mastbelasting DonQI Urban Windmill
1. Extreme belastingen
Bij de berekeningen is van de extreme belasting is een situatie aangehouden, die zich één maal per
50 jaar kan voordoen. Deze is voor Nederland en Europa vastgesteld op een windsnelheid van 55
m/s en deze snelheid wordt ook wel de overlevingsnelheid genoemd. In deze situatie mag ervan
uitgegaan worden dat de regeling van de windmolen de wieken in vaanstand of vaansnelheid heeft
gebracht. Voor grote windmolens is de kracht van de drie afzonderlijke wieken verschillend bij
stilstand. Onze windmolen komt bij hoge windsnelheden boven 35m/s in een vaansnelheid of
toerental gepiched situatie welke de bladbelasting aanzienlijk verminderd. De invloed van de
zwaartekracht op de wieken is een te verwaarlozen factor, omdat de zwaartekracht van de wieken
slechts 2 N is. De windbelasting geeft krachten, die maximaal 80 N zijn per wiek. In werking geven
de wieken een maximaal vermogen van 2000W en dit komt overeen met een maximaal moment
van 28,7 Nm. Per wiek komt er een buigend moment van 28,7 Nm / 3 is 9,5 Nm door de
aandrijving plus de windbelasting van maximaal 80 N over de geïntegreerde lengte van de wiek.
Dit geeft 40 Nm en samen maximaal 50 Nm of 100 N axiale belasting. In totaal is dit 3 x 100N =
300 N.
Bij uitvallen van de regeling neemt de windbelasting flink toe tot Fmax = ½ ρ v2 Ct A = 681 N over
drie wieken. De venturi rond de wieken is geoptimaliseerd om de wind recht op de wieken te
richten en de wind te versnellen, door de ronde vorm van de venturi zal het krachten spel zich
concentreren in het middelpunt van de venturi en dus op dezelfde plaats als de wieken.
Een eventuele storing van de zelfrichtzaamheid dient ook bekeken te worden. Hiervoor worden de
normen uit de bouwwereld gebruikt. Tijdens de CFD-berekeningen bleek de maximale belasting op
te treden, als de donQi Urban Windmill een scheve aanstroming heeft van 120 graden. Het hierbij
optredende oppervlak is dan 2,45 m2 en de Ct = 0,52 geeft een windbelasting van 350 N/m2 dit
resulteert in een maximale kracht van 869 N op de mast.
Naast de zelfrichtzaamheid is er een blokkade mogelijk van de draaiing van de windmolen. Dit is
gedaan om twisten van de elektriciteitskabels te voorkomen. Deze is uitgevoerd met een flexibele
kabel welke een rek heeft van 20% en rond de mast wikkelt, zodat de windmolen maximaal 6
rondjes kan draaien. De rek in de kabel zorgt voor demping van de blokkade en terugveren uit
deze situatie. De maximale krachten die hierbij voorkomen zijn moeilijk te bepalen. Een ruwe
aanname is de maximale kracht maal de maximale arm van het aangrijpingspunt en het draaipunt.
Ervan uitgaande dat de maximale kracht van 869 N een arm heeft van 25 cm ontstaat er een
Mblokkade = 217 Nm. Deze situatie zal door de rek in kabel nooit stabiel zijn en kan als absoluut
maximum worden gezien.
Verschillende krachten spelen een rol bij de berekening van de constructie, de kracht van de
venturi, de wieken en eventueel optredende storingen. Voor de berekening van de constructie
dienen de optredende krachten met een veiligheid factor verhoogt te worden. Dynamische reacties
op de extreme krachten kunnen door demping de belastingen verlagen.
Keuze van materiaal bepaalt de vermoeiing en maximale spanningen. De constructie dient nog te
worden bevestigd aan een gebouw. Deze bevestiging dient de krachten en de dynamische
fluctuaties te kunnen weerstaan.
De kracht worden vermenigvuldigt met een veiligheidsfactor van 1,5 en gedeeld door een
dempingsfactor van 12 %. De maximale belasting is de 869 N maal 1,5 gedeeld door 1,12 is
1171N. Hierbij is er een extra torsie moment van 217 Nm. Dit is in storing bij blokkade van de
draaiing. Bij normaal bedrijf zijn de maximale krachten 477 N maal 1,5 gedeeld door 1,12 is 639 N
en bij storing van de elektronica zal bij 55m/s de maximale kracht 681 N + 200 N = 884 N en met
een veiligheidsfactor van meer dan 3 3000 N zijn. De constructie kan met 3000 N verder berekend
worden.
In het voorbeeld waarbij de mast een lengte heeft van 1,6 m is het middelpunt van de windmolen
1,4 meter boven de mast. Dit geeft een maximaal moment van 3000 N * 3m = 9 kNm.
Voor de prototypes van de windmolen is gekozen voor een naadloze 4 inch gasbuis welke een
wanddikte heeft van 6,03 mm, deze buis heeft een weerstands moment van Sbuig = 41226 mm3
en Storsie = 13742 mm3, een polairemoment van Ip = 2977287 mm4 en een oppervlak van A =
2035 mm2.
De totale stress in de buis is het Mmax / S = 196 N/mm2 plus Fmax / A = 1,23 N/mm2 plus
Tmax / Storsie = 31 N/mm2 . Deze gesommeerd door middel van de wet van Moore geeft een
maximale stress van 205 N/mm2. Deze maximale stress is ruim onder de plastische vervorming
welke bij de gekozen staalsoort 210 N/mm2 ligt. Bij overstijgen van deze grens zal de mast door
buigen, de vermoeiing zal hierbij niet optreden omdat deze situatie zeer zelden voorkomt.
In de bedrijfssituatie is maximaal een stress van 39 N/mm2 mogelijk. Deze waarde ligt ruim onder
de vermoeiingsgrens, waarbij rekening gehouden dient te worden met het windaanbod.
Onder aan de mast is een flens gelast. Deze is versterkt door ribben van 12 mm dikte, welke 10
cm hoog zijn en van de mast tot de boorgaten naar 0 cm verlopen. Er zijn vier boorgaten van 13
mm met een hartafstand van 25 cm in een 12mm dikke plaat van 30 cm vierkant. Het
weerstandmoment van de flens tot de boorgaten is door de ribben en de flens S=1086400 mm3 en
hiermee sterk en stijf genoeg om de krachten van de mast door te leiden naar de boorgaten,
waarin M12 bouten op de hartafstand van 250 mm van elkaar via een flensverbinding met de
balastvoet worden verbonden. Om het moment van de windmolen over de M12 bouten te verdelen
dienen de bouten 9,0 kNm / 0,25 m / 2 = 18 kN te weerstaan.
Krachten berekening van de DonQI windmolen
voetplaat
De voetplaat onder de mast heeft als doel om deze eenvoudig op een betonnen constructie te
monteren. Dit is niet altijd mogelijk, daarom zijn er zijn aanvullende systemen ontwikkeld voor
toepassing op verschillende soorten dakconstructies of plaatsing op het maaiveld.
De krachten die de DonQI windmolen opwekt zijn berekend bij 55 m/s of 200 km/uur. Een situatie
die overigens zelden voorkomt in de bebouwde omgeving. Bij gegeven condities is de
afschuifkracht 3,5 kN en het moment bij maximale mastlengte van 160 cm maximaal 9 kNm.
De voetplaat heeft standaard een dikte van 12 mm en een lengte en breedte van 300 mm, en vier
gaten van 14 mm op de vier hoeken. Het moment wordt over voetplaat verdeeld en heeft door de
lengte of breedte van de voetplaat een maximale trekkracht op de bouten van 9 kNm / 0,3 m = 30
kN. Deze trekkracht wordt over twee bouten verdeeld, zodat per bout een trekkracht van 15 kN en
een afschuifkracht van 3,5kN / 4 = 0,9 kN moet worden opgevangen. M12 bouten van klasse 8.8
kunnen maximaal een trekkracht van 43 kN en een afschuifkracht van 15,5 kN weerstaan en zijn
voor deze constructie sterk genoeg om de maximale krachten van de DonQI windmolen te
genereren. De bevestiging geschiedt d.m.v. chemische ankers, zie bijlage.
Uit deze berekening is af te leiden dat de voorspanning maximaal 3 kN mag zijn. Voor een
afdoende verankering is een voorspanning van 3 kN meer dan voldoende en deze waarde wordt
dan ook aanbevolen voor montage.
Flensbevestiging
Ballastvoet
Dakdoorvoer
Bevestigingsprincipe
flensbevestiging op ballastvoet
plaatsingsprincipe A en C
Berekening ballastvoet donQi Urban Windmill
De windmolen met ballastvoet kan gebruikt worden voor plaatsing op platte daken of voor op het
maaiveld. Welke extra krachten en gewichten optreden op het te gebruiken dakvlak hangt af van
de gekozen configuratie.
Rekenvoorbeeld
De maximale uitkragende mast is 1,6 meter hoog. De totale hoogte van de windmolen is dan 1,6 +
2,3 = 3,9 meter en het hart van de windmolen is dan 2,9 meter hoog. Hier grijpt de maximale
kracht van 3 kN aan en dit levert de geëiste sterkte en massa van de stelconplaat 2,9 m * 3 kN =
8,7 kNm. Deze hoeft niet getuit te zijn.
De stelconplaat heeft een massa van 1375 kg = 13,5 kN. De stelcon plaat kantelt over 1 meter als
de mast in het midden staat en kan dus maximaal 13,5 kNm weerstaan. We vergeten hierbij de
massa van de windmolen, maar de mast rekenen we hier wel mee. Dan is de maximale weerstand
15 kNm en kan de mast maximaal 5-1,3 = 3,7 meter lang zijn. Uitgegaan is van een mast van 3
meter en een totale hoogte van 3 + 2,3 = 5,3 meter. In het geval van de drie meter mast dient
deze dan wel getuid te zijn.
Plaatsings- en bevestigingsprincipe A, vrijstaande mast op maaiveld
De donQi Urban Windmill kan in sommige gevallen beter op een vrijstaande mast op het
maaiveld geplaatst worden in plaats van op een dakvlak.
De krachten die de DonQI windmolen opwekt, zijn berekend bij 55 m/s of 200 km/uur. Een situatie
die zelden voorkomt in de bebouwde omgeving. Uit het krachtenspectrum van 55 m/s wordt door
de windmolen een kracht opgewekt van 3kN hierin zit een veiligheidsmarge van 3,25m. Deze
kracht grijpt aan in het hart van de windmolen, het frame en de draai-as hebben een extra lengte
van 1,4m bij de mastlengte.
Bij gegeven condities is de afschuifkracht 3,0 kN en het moment bij maximale mastlengte van 9,6
meter maximaal 33 kNm (10 meter plus 1 meter tot hart turbine).
Bij deze mast is een voetplaat ontworpen, die via Eigenfreguentie in Hz 0,072331665
keilbouten op bestaande constructies kan worden vastgezet. De voetplaat heeft een minimale
afmeting van 50 bij 50 cm en een dikte van 20 mm. Maximale kracht in de bouten is dan 33kNm
over 0,475 m. Dit is 70 kN verdeeld over 2 bouten, dat wil zeggen 35 kN per bout en chemisch
anker. De voetplaat dient op de vier hoeken door M16x10 keilbouten verankerd te worden. Voor
het chemische anker en 8.8 bouten geldt een maximale kracht van 50,4 kN, de maximale
voorspankracht is dus 15kN of aanzetten met 9,5 Nm. Om deze krachten van de mast naar de
bouten over te brengen wordt de voetplaat door ribben versterkt, voetplaat en ribben hebben een
minimale dikte van 15 mm nodig om deze krachten over te brengen.
Voor kortere masten gelden lagere momenten en zal de maximale belasting van de constructie
zeker niet overschreden worden.
De turbine zal geplaatst worden op Stelconplaten. De Stelconplaat kantelt over 1 meter als de mast
in het midden staat. We vergeten hierbij de massa van de windmolen, maar de mast rekenen we
hier wel mee. De maximale weerstand is 33,7 kNm bij een mast van maximaal 10 meter (zie
bovenstaande berekening).
Voor de toepassingen in het vrije veld kunnen telconplaten van 200 x 200 x 18 uitkomst bieden.
Deze kantelen over de randen en de massa van de platen en de windmolen plus mast bepaald of
dit kantelmoment groot genoeg is. De massa van de windmolen met mast is 325 kg, de massa van
Stelconplaat is 1775kg. Om 33kNm op te vangen is 3375 kg over 1 meter nodig. Twee
Stelconplaten en de windmolen voldoen hier ruimschoots aan. De Stelconplaten dienen dan wel aan
elkaar bevestigd te worden, dit kan door de vier M10 chemische ankers in de hoekpunten.
Vanuit esthetiek kan een ongetuide mast mooier dan een getuide mast.
Uit het krachten spectrum van 55 m/s wordt door de windmolen een kracht op gewekt van 3kN
hierin zit een veiligheidsmarge van 3,25. Deze kracht grijpt aan in het hart van de windmolen, het
frame en de draai-as hebben een extra lengte van 1,4 meter bij de mast lengte. Als de windmolens
6 meter hoog mag zijn dan ligt het hart van de windmolen op 5 meter en eindigt de mast op 3,6
meter. Het maximale moment is dan 15 kNm. Hierbij hoort een weerstandsmoment van 7500
mm3. Een 5 inch gasbuis met een wanddikte van 6,55 mm voldoet aan deze criteria.
Deze gasbuis wordt gelast op een voetplaat met vier gaten en heeft vier verstevigingribben, vanuit
de mast naar de gaten in de hoekpunten. Door deze vier gaten komen M16 bouten welke door
chemische ankers aan de Stelconplaat verankert zijn. Voor de maximale belasting van de
betonplaat dient de voetplaat 50 cm bij 50 cm groot te zijn, de onderlinge afstand van de
chemische ankers is dan groot genoeg. Maximale kracht in de bouten is dan 15 kNm over 0,475 m
is 32 kN verdeelt over 2 bouten is 16 kN per bout en chemisch anker. Voor het chemische anker en
8.8 bouten geldt een maximale kracht van 50,4 kN, de maximale voorspankracht is dus 15kN of
aanzetten met 9,5 Nm. Om deze krachten van de mast naar de bouten over te brengen wordt de
voetplaat door ribben versterkt, voetplaat en ribben hebben een minimale dikte van 15 mm nodig
om deze krachten over te brengen.
Voor de toepassingen in het vrije veld kunnen Stelconplaten van 200 x 200 x 14 uitkomst bieden,
deze kantelen over de randen en de massa van de plaat en de windmolen plus mast bepaald of dit
kantelmoment groot genoeg is. De massa van de windmolen met mast is 200 kg, de massa van
Stelconplaat is 1375kg. Om 15 kNm op te vangen is 1525 kg over 1 meter nodig, de Stelconplaat
en de windmolen voldoen hier aan. De mast verjongt naar 4 inch om de bevestiging om de
trillingsdempers op de standaard methode te kunnen bevestigen.
Er zijn diverse configuraties mogelijk waarbij gevarieerd kan worden met de dikte van de
Stelconplaat, de dikte van de mast en het wel of niet toepassen van tuien.
Achterin bevinden zich de volgende schema’s die gebruikt kunnen worden voor de bepaling van de
benodigde configuratie.
plaatsingsprincipe B
Bij een flensbevestiging direct op beton dakvlak zijn in principe dezelfde berekeningen als voor de
flensbevestiging op Stelconplaat. Het dakvlak dient hiervoor wel geschikt te zijn.
Daarnaast wordt er een maximale lengte van 11,5m aangehouden om op een dakvlak te plaatsen.
Er zijn diverse configuraties mogelijk waarbij gevarieerd kan worden met de dikte van de mast en
het wel of niet toepassen van tuien.
Achterin bevinden zich de volgende schema’s die gebruikt kunnen worden voor de bepaling van de
benodigde configuratie.
plaatsingsprincipe D
Berekening ballastvoet donQi Urban Windmill op secundaire frame
Indien het dak de belasting van >350 kgN/m2 niet aankan, wordt de ballastvoet geplaatst op een
secundaire frame van stalen liggers. Deze liggers worden op steunpunten gelegd, die direct in lijn
liggen met de onderliggende hoofddraagconstructie van het dak. Zodoende is het mogelijk om de
belastingen direct af te dragen op de hoofddraagconstructie zonder het dakvlak te belasten.
Uitgangspunt is de donQi Urban Windmill op de ballastvoet op 6m1 stalen HEA profielen, welke
desgewenst ingekort of zwaarder uitgevoerd kunnen worden, teneinde op elke onderconstructie te
kunnen worden toegepast.
Standaard wordt gebruikt gemaakt van 2x een stalen HEA 160. In combinatie met een Stelconplaat
van 14 dm dik mag de totale hoogte van de windmolen maximaal 6,3m boven de Stelconplaat
worden.
Rekenvoorbeeld
M=R * x - q(x-a)(x-a)/2
Deze formule ingevuld geeft bij maximale belasting ( al het gewicht op één balk) een maximaal
moment voor de balk van 26,3 kNm .
Volgens bovenstaande berekening dient de stalen ligger 53 kNm te weerstaan met een
veiligheidsfactor van 2. Hieraan voldoet een HEA 160 met een lengte van 6m.
De HEA 160 heeft een S van 274 cm3. De maximale stress die optreedt is dan 193 N/mm2. Dit is
voldoende.
Bevestigingsprincipe
Dakdoorvoer-muurbevestiging
plaatsingsprincipe E
Bevestigingsprincipe dakdoorvoer-muurbevestiging, principe E
Er is speciaal een mast met verlaagde eigenfrequentie ontworpen(zie toelichting), deze heeft twee
ophangpunten die elk met vier chemische ankers aan de beton constructie gemonteerd worden.
De ophangpunten liggen 2,4 meter uit elkaar, zodat het Mwindmolen gemakkelijk kan worden
opgenomen. Het maximale moment is verhoogd tot 9 kNm, hierdoor wordt gewerkt met een
veiligheidsfactor van meer dan 3.
Rekenvoorbeeld
Lengte van de mast is 4 meter en het uitkragende deel is 1,6 meter. Maximale trekkracht is nu per
ophangpunt 3750 N per anker 940 N de chemisch ankers kunnen 25 kN weerstaan en zijn dan
voldoende sterk. De splijtkrachten van de betonnen constructie zullen bij anker van 14 cm ruim
boven de trekkracht van de ankers liggen. Uit voorgaande berekeningen komt bij beton en deze
ankers de splijtkracht uit op ongeveer 18 kN.
De bevestigingsplaat heeft een minimale afmeting van 30 bij 30 cm en een dikte van 12 mm. De
bevestigingsplaat dient op de vier hoeken door M12 bouten verankerd te worden. Bij de
verankering mag een maximale voorspanning van 20 Nm per bout optreden. Dit dient door een
momentsleutel gemaximaliseerd te worden.
Gelijkwaardigheidsverklaring
RVS 304L gegloeid gelaste buis (4” S40) ASTM- A312 voor mechanica, chemisch A312 en optische
A-530
Toelichting uitkragende mast met verlaagde eigenfrequentie
Voor een uitkragende mast is de eigenfrequentie te berekenen door de massa van de DonQI
windmolen, de elasticiteitmodules, de polaire weerstand van de mast en de tijd te bepalen volgens
onderstaande formule.
f = 1/ 2π √3(ExI)/(mxL3 ) Hz
Er is een mast ontworpen volgens bijlage Uitkragende-mast-pdf. Deze mast heeft twee
knooppunten. Deze geven door het doorbuigen tussen de twee knooppunten een slappere
mastconstructie. Dit leidt tot een wortel 3 lagere eigenfrequentie volgens onderstaande formule.
f = 1/ 2π √1(ExI)/(mxL3 ) Hz
De spanningen in de mast blijven gelijk, alleen de uitwijking gaat met een factor √3 omhoog. Om
deze reden is de mast iets kleiner gemaakt. De lengte boven de betonnen constructie is nu 160 cm
en de lengte tussen de knooppunten bedraagt 300 cm. In het Excel-file zijn de berekeningen met
elkaar te vergelijken en aan te passen.
Bijlage: Mastberekening
verlaagde
eigenfrequentie
Mastberekening OVG Uitkragend configuratie
Mast lengte L mm 1600 1600
Dimensies mast mm 114 x 6 114 x 6
Oppervlak doorsnede mm2 2035 2035
Weerstand S mm3 41226 41226
Polairemoment Ip mm4 2977287 2977287
Maximale kracht F N 3000 3000
Maximale moment M Nm 7800 7800
Trillingen per omw. 3 3
Eigenradiaalfrequentie rad/s 2,65 1,53
Kritisch toerental owm 8,45 4,88
Maximale stress N/mm2 190,68 190,68
Massa windmolen kg 65 65
Eigenfreguentie in Hz 0,42 0,24
Bijlage: CAD berekening
Analysis of Part2
Author: steyn
Analysis Created: maandag 9 juni 2008 10:16:05
Analysis Last Modified: maandag 9 juni 2008 10:16:05
Report Created: maandag 9 juni 2008 10:19:18
Database: --------
Autodesk Inventor Professional 2008
Software:
ANSYS Technology
1. Introduction
Autodesk Inventor Professional Stress Analysis was used to simulate the behavior of a mechanical
part under structural loading conditions. ANSYS technology generated the results presented in this
report.
Do not accept or reject a design based solely on the data presented in this report. Evaluate designs
by considering this information in conjunction with experimental test data and the practical
experience of design engineers and analysts. A quality approach to engineering design usually
mandates physical testing as the final means of validating structural integrity to a measured
precision.
Additional information on AIP Stress Analysis and ANSYS products for Autodesk Inventor is
available at http://www.ansys.com/autodesk.
The Relevance setting listed below controlled the fineness of the mesh used in this analysis. For
reference, a setting of -100 produces a coarse mesh, fast solutions and results that may include
significant uncertainty. A setting of +100 generates a fine mesh, longer solution times and the
least uncertainty in results. Zero is the default Relevance setting.
TABLE 1
Part2 Statistics
114,0 mm
Bounding Box Dimensions 114,0 mm
2000 mm
Part Mass 33,05 kg
Part Volume 4,091e+006 mm³
Mesh Relevance Setting 0
Nodes 62298
Elements 9450
Bounding box dimensions represent lengths in the global X, Y and Z directions.
3. Material Data
TABLE 2
Stainless Steel
The following loads and constraints act on specific regions of the part. Regions were defined by
selecting surfaces, cylinders, edges or vertices.
TABLE 3
Load and Constraint Definitions
TABLE 4
Constraint Reactions
5. Results
The table below lists all structural results generated by the analysis. The following section provides
figures showing each result contoured over the surface of the part.
Safety factor was calculated by using the maximum equivalent stress failure theory for ductile
materials. The stress limit was specified by the tensile yield strength of the material.
TABLE 5
Structural Results
6. Figures
FIGURE 1 FIGURE 2
Equivalent Stress Maximum Principal Stress
FIGURE 3 FIGURE 4
Minimum Principal Stress
Deformation
FIGURE 5
Safety Factor
Schema’s
ogt =ongetuid
gt =getuid
(o)gtH160 = (on)getuid op HEA profiel
Met ballastvoet
zonder op secundaire
ballastvoet Met ballastvoet frame
max. mastlengte in m L L L
Venturi + vleugel in m 2,4 2,4 2,4
Stelconplaat in m x x
Drukvaste isolatie 0,05 0,05
H-profiel y
H= L + 2,4 L + 2,45 + x L + 2,45 + x + y
Enkele kengetallen
• Stelconplaten
• HEA-profielen
• Mastbuizen
Enkele opmerkingen
• Max mastlengte op een dak is 11,5m, Max. mastlengte op het maaiveld is 13m
• Bij gebruik van een 5”, 6”, 8” mast als uitkragend deel, deze altijd verjongen bovenaan tot
4” om t.b.v. de bevestiging aan de trillingsdempers
Motor/generator
Type 110EMB-3S173N-B
Wikkeling 3 fasen en 4 poolparen
Stall: 9Nm
Peak” 27Nm
Propeller unit
Toerenbereik 0 – 1200rpm, maximaal toerental 1250rpm (automatische rem)
Besturing:
Aanstuur elektronica en netomvormer in aparte kast
Aansluiting voor de huisaansluiting wordt verzorgd door de installateur
Voldoet aan de normen voor terugvoeden en veiligheid, waaronder CE, EMC en netvereisten
Eigenschappen:
Toerental afhankelijke teruglevering
PWM motorgelijkrichter zorgt voor “vaste” tussenkringspanning
PWM netspanning wisselrichter zorgt voor maximaal retour vermogen
Maximaal uitgangsvermogen begrensd op 2000VA nominaal en 2250VA piek vermogen
Bij wegvallen netvoeding stopt de motor gecontroleerd en wordt de rem ingeschakeld.
Koppeling aan intelligente kWh meters e.d.
Extra’s:
Beschikbare informatie vanuit de besturing:
Actueel retour vermogen
Gemiddeld retour vermogen laatste 24 uur
Totaal retourvermogen
Toerental propeller
Aantal en foutcodes stops