Vous êtes sur la page 1sur 3

t hema duurzaamheid

Van energiegebruiker naar energieopwekker

Facility Manager als energieleverancier?


Stijgende olieprijzen en onrust in het Midden-Oosten doen ons beseffen dat we afhankelijk zijn van goedkope energie. Geen wonder dat duurzame energie hot is. Als mogelijke oplossing wordt vaak gesproken over het lokaal opwekken van duurzame energie. Moeten we rekening houden met energieproducerende Green Buildings in 2020 en zo ja, wat zijn de gevolgen voor facility management? PIETER VAN DEN HERIK EN BERT VAN RENSELAAR *

inds de industrile revolutie is het snel gegaan met de ontwikkeling van de maatschappij. De ontdekking van olie en kolen als fossiele brandstof heeft ons in staat gesteld om hogere niveaus van welvaart en ontwikkeling te bereiken dan ooit voor mogelijk werd gehouden. De altijd overvloedig aanwezige hoeveelheden goedkope energie beginnen echter af te nemen en de flinke prijsstijgingen van de afgelopen jaren in combinatie met de huidige onrust in het Midden-Oosten doen ons beseffen hoezeer wij afhankelijk zijn van goedkope energie. Ook de Nederlandse regering onderkent dit probleem: in de komende tien jaar zal onze energievoorziening van een huidige 4 procent naar een 14 procent duurzame opwekking moeten transformeren. Door het zelf duurzaam opwekken van onze energie worden we onafhankelijk van gemporteerde fossiele brandstoffen. Tegelijkertijd verschuiven de rollen binnen het nieuwe systeem doordat duurzame energie overal kan worden opgewekt in plaats van in de huidige grote centrales. De rol van gebouwen verandert langzaam van energiegebruikend naar energieopwekkend. Dit leidt tot nieuwe vragen bij de beheerders van deze gebouwen, de facility managers. Zijn zij de nieuwe energieleveranciers of

blijven dat de energiebedrijven? In dit artikel willen we bekijken hoe onze toekomstige energievoorziening eruitziet en wat dat betekent voor de gebouwen die we beheren.

Toekomstscenario
Voordat we kunnen vaststellen welke energie onze gebouwen in de toekomst nodig hebben en hoe we die gaan opwekken, kijken we naar het toekomstscenario. Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar een volledig duurzame energievoorziening. Uit een overzicht van het meest recente scenario (WNF, 2011) kan worden afgeleid dat voor Nederlandse kantoorgebouwen de elektriciteit naar verwachting voornamelijk uit zon en wind en voor een

klein gedeelte middels geothermische installaties opgewekt zal worden. Daarnaast zal in de benodigde warmte worden voorzien door warmtekoudeopslag (WKO) en geothermische installaties. De figuur hieronder geeft een overzicht van de verwachte toekomstige energiebehoefte in gigajoule (GJ), voor een gebouw van 6.000 m2 uit 1995 (CFP Expert Systeem, 2011). Een belangrijk uitgangspunt voor de toekomst is het renoveren van bestaande kantoren zodat de warmtevraag met 50 procent wordt gereduceerd. De elektriciteitsvraag zal waarschijnlijk toenemen, zowel voor de warmtepompen als voor de toege-

2.280

Warmte

1.140

Warmte

570 672

WKO Geothermie

2.160

Elektriciteit

2.549

Elektriciteit

1.733

Zon

714 Huidige vraag Toekomstige vraag

Wind

Energieopwekking

Figuur. Case toekomstige energiebehoefte.

30

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

t hema duurzaamheid

nomen hoeveelheid elektrische apparatuur (TU Delft, 2010). De benodigde hoeveelheid warmte is in de figuur gelijkmatig over beide bronnen verdeeld, in de praktijk zal voor dit kantoorgebouw n bron worden gebruikt.

Vier methoden
Om ons kantoorgebouw van in Nederland geproduceerde duurzame energie te voorzien, richten we ons hierna op de vier methoden van duurzame opwekking die genoeg potentie hebben: wind, zon, geothermie en warmtekoudeopslag. De huidige energiekosten in het voorbeeld bedragen 120.000 euro: 90.000 voor elektriciteit en 30.000 voor gas. De verwachte energiekosten voor 2020 bedragen bij een gemiddelde stijging van 6 procent per jaar ongeveer 200.000 euro. Wind De bewegingsenergie van de wind wordt door windturbines omgezet in elektriciteit. Hoe hoger de ashoogte en hoe groter de diameter van de turbine, hoe meer elektriciteit wordt geproduceerd. Voor de productie van de totale elektriciteitsvraag in ons kantoorgebouw in 2020 is 0,14 windmolen van 2,3 MW nodig. De benodigde investering bedraagt ongeveer 0,45 miljoen euro en kent een gemiddelde rentabiliteit van 17 procent (AgentschapNL, 2011). Windenergie kan makkelijk worden getransporteerd en kan het meest efficint worden opgewekt op plaatsen waar de windopbrengst het hoogst is. Hiervoor kan genvesteerd worden in de benodigde capaciteit die in een windpark op een andere locatie wordt gerealiseerd. Als de windmolen bij het eigen kantoor wordt gebouwd, dient de volledige 3,2 miljoen euro te worden genvesteerd, maar kan circa 4 miljoen kWh per jaar worden verkocht. Zon Zonlicht wordt door zonnepanelen omgezet in elektriciteit. Het is mogelijk om deze panelen te integreren in platte en hellende daken, gevels en glasoverkappingen. Als meer wordt geproduceerd dan afgenomen, wordt dit teruggeleverd aan het net. Op dit moment leveren optimaal ge-

plaatste zonnepanelen ongeveer 130 kWh per m2 per jaar. De verwachting is dat dit in de toekomst stijgt naar 250 kWh. Dat betekent dat er voor ons kantoorgebouw nu 4.600 m2 zonnepanelen nodig zijn, in 2020 zou dit waarschijnlijk nog 2.800 m2 zijn. De huidige investering bedraagt ongeveer 2,4 miljoen euro, wat bij een stijging van de energieprijzen met 6 procent per jaar na dertien jaar is terugverdiend. Zonnepanelen vereisen veel ruimte op zonnige plaatsen maar kunnen wel in kleine hoeveelheden worden geplaatst. Om een substantieel deel van onze energie uit de zon te halen, is al het beschikbare dakoppervlak benodigd.

Omdat tijdens transport veel warmte verloren gaat, zal dit transport beperkt moeten worden. Om deze reden is het het meest efficint om warmte lokaal op te wekken. Vooral voor geothermische installaties is schaalgrootte noodzakelijk voor de hoge investering en zal een gebiedsgerichte aanpak nodig zijn om genoeg afname te creren. Schaalgrootte maakt het bovendien makkelijker om (externe) investeerders te vinden en zorgt voor efficintievoordelen die de rentabiliteit verhogen. Warmte-koudeopslag (WKO) Een WKO-installatie gebruikt de bodem om warmte en koude in op te slaan. Op een diepte van 30 tot 180

Gebouwen en terreinen zullen in meerdere mate een rol krijgen in het opwekken van energie
Omdat geen energiebelasting betaald hoeft te worden voor zelf opgewekte energie, is dit voor kleinverbruikers het meest interessant. Het grootste probleem is echter dat er waarschijnlijk niet genoeg dakoppervlak in Nederland aanwezig is om deze panelen te plaatsen. Geothermie Geothermie is het gebruikmaken van warmte die in de bodem zit opgeslagen. Vanaf een diepte van 1,5 kilometer kan deze aardwarmte worden ingezet voor directe verwarming en vanaf 3 kilometer diepte ook om elektriciteit te produceren. Geothermische warmte kent een hoge betrouwbaarheid, de warmtelevering is makkelijk te regelen en is geheel onafhankelijk van seizoensinvloeden en het weer. Een gemiddelde geothermische bron zal naar verwachting 100.000 GJ per jaar leveren tegen een investering van ongeveer 5 miljoen euro. Hiervan is slechts 2,3 procent nodig om ons kantoor van warmte te voorzien. Voor volledig gebruik dient deze bron op 250.000 m2 kantoren aangesloten te worden en in de toekomst zelfs op 500.000 m2. meter wordt zomerwarmte opgeslagen waarmee in de winter gebouwen worden verwarmd en andersom. Deze techniek wordt in Nederland inmiddels op 1.500 locaties toegepast en is rendabel, mits de bron goed in balans is. In de praktijk blijkt echter dat meer dan 75 procent van de WKO-installaties geen thermische balans heeft. Dit heeft tot gevolg dat de maximale energie-efficintie niet wordt behaald. Dit is n van de redenen dat de terugverdientijden van een WKO-installatie uiteenlopen van twee tot zeven jaar. Evenals geothermische installaties zullen WKO-installaties decentraal worden gebruikt. De investering ligt een stuk lager waardoor er minder schaalgrootte nodig is voor het in gebruik nemen van een dergelijke installatie.

Gevolgen voor FM
Voor de toekomst lijkt een model van decentrale opwekking door bijvoorbeeld een energie-bv de meest aannemelijke optie. Met name elektriciteit uit zonneenergie en warmte zullen decentraal worden opgewekt, maar ook windmolens kunnen een bedrijventerrein van elektriciteit voorzien. De benodigde juridische kennis, tech-

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

31

t hema duurzaamheid

lokale schaalgrootte en kennis uit de markt. De gemeente speelt een belangrijke rol in het stimuleren, faciliteren en soms investeren in lokale duurzame opwekking. Het heeft de voorkeur een aparte rechtspersoon op te richten voor de ontwikkeling, de aanleg, het beheer en de exploitatie van de installatie. Belangrijk hierbij is een gedegen onderzoek naar de haalbaarheid. Ook juridische ondersteuning is nodig in verband met de complexe wet- en regelgeving op het gebied van energie. De samenwerking zal voor de lange termijn aangegaan moeten worden, hiervoor is een goede basis nodig. Dit vereist nieuwe kennis, die zelf opgedaan kan worden of extern ingehuurd.

Conclusie
Een van de manieren om een kantoorgebouw te voorzien van in Nederland geproduceerde duurzame energie is het gebruikmaken van zonnepanelen op het dak. niek en financiering zullen vaak van de energie-bv afkomstig zijn. Dit is ook de visie van Eneco, die van een traditionele energieleverancier wil veranderen in een energieregisseur die met kennis, competenties en schaalgrootte de onttermijn genvesteerd moeten worden. Voor ongeveer 1.000 facility managers in Nederland betekent dit ook dat zij hun WKO-systeem laten optimaliseren zodat de al aanwezige techniek ook efficint gebruikt gaat worden. In de toekomst zal de facility manager in toenemende mate met vraagstukken op het gebied van lokale opwekking van duurzame energie worden geconfronteerd. De beheerde gebouwen en terreinen zullen in meerdere mate een rol krijgen in het opwekken van energie. Om deze rol goed te kunnen vervullen zal samenwerking gezocht moeten worden met andere organisaties in dezelfde regio om gezamenlijk de benodigde systemen te kunnen realiseren. Als deze ontwikkeling doorzet, krijgt de facility manager meerdere rollen in de keten (producent en afnemer). Hij of zij zal andere samenwerkingsovereenkomsten aangaan met de (traditionele) leveranciers en wordt in meerdere mate zelf leverancier. Financiering, techniek en juridische kennis komen daarmee meer op de voorgrond.

Voor de toekomst lijkt een model van decentrale opwekking door energie-bvs de meest aannemelijke optie
wikkeling van lokale duurzame energie kan stimuleren en realiseren. De eerste stap die vaak gemaakt moet worden, is het renoveren van de gebouwen zodat de energievraag significant afneemt. Hiervoor zal op korte De tweede stap voor het lokaal opwekken van energie moet vaak samen met andere organisaties uit hetzelfde gebied, een gespecialiseerde marktpartij en eventueel de lokale overheid genomen worden. Dit om te profiteren van

SAMENVATTING!
In de toekomst zal de facility manager vaker met vraagstukken op het gebied van lokale opwekking van duurzame energie worden geconfronteerd. Een belangrijk uitgangspunt in de toekomstscenarios is dat bestaande gebouwen gerenoveerd moeten worden zodat de warmtevraag met 50 procent wordt gereduceerd. Voor de toekomst lijkt een model van decentrale opwekking door energie-bvs de meest aannemelijke optie.

* drs. Pieter van den Herik en Bert van Renselaar MSc zijn respectievelijk partner en consultant bij Corparate Facility Partners (www.cfp.nl)

32

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

Vous aimerez peut-être aussi