Vous êtes sur la page 1sur 52

sPEcIal

kennis, wetenschap & praktijkgericht onderzoek MagaZInE van dE HogEscHool ZEEland

De smart services Boulevard


// Is innovatie de schone slaapster van de Zeeuwse economie? // Zeehoveniers tuinieren in de deltawateren // Zeeland en de Biobased Economie // Well-being in Zeeland // De High Performance Incubator

mei 2011 // nr:

Inhoud
4

4
Is Innovatie de SCHONE SLAAPSTER van de Zeeuwse economie?
Wat is nodig om deze schone slaapster wakker te kussen?

5
T :J A B K

12

De Smart
De voormalige burelen van de Provinciale Stoomboot Diensten (PSD) bieden nu onderdak aan een eigentijdse broedplaats voor duurzaam innoveren en ondernemen. Hoewel geen opzet is de symboliek onmiskenbaar.

ServiceS
een kraamkamer voor innovatie

12

13

20

20
Zeehoveniers tuinieren in de deltawateren
DE KANSEN VAN KLEINSCHALIGE GROENE DELTATECHNOLOGIE
Uit onderzoek blijkt dat er kansen zijn voor de sector Water in Zeeland. Zeehoveniers beheren op een kleinschalige wijze zandplaten. Aannemerscombinaties in de deltatechnologie verwerven samen meer opdrachten in de nieuwe deltawerken. Slim verbinden van bestaande technologien voor waterbehandeling levert innovaties door preconcurrentile samenwerking in de watertechnologie. In de aquacultuur vormen kleine ondernemers gezamenlijk producentenallianties.

21

Tekst: Wim Brouwer

:N L

BoulevarD

De Smart Services Boulevard heeft onderzoek gedaan bij zeventig Zeeuwse ondernemingen naar de vier belangrijke aspecten van innovatie, te weten strategie, leiderschap, het externe bewustzijn en de interne innovatiekracht. De uitkomsten zijn positief maar in ieder aspect zit een belangrijk thema voor verbetering.

HZ Discovery | voorjaar 2011

voorWoord

overal op de wereld waar kennis wordt ontwikkeld in de buurt van bedrijvigheid, zie je de lokale economie opbloeien. sillicon valley is daarvan een voorbeeld bij uitstek. Zeeland kan nog wel een zetje in de goede richting gebruiken qua innovatie en economische ontwikkeling. Zeeland heeft natuurlijk wel veel mogelijkheden, zoals toerisme, water en ruimte. Het ontbreekt Zeeland ook niet aan talentvolle ondernemers met kansrijke innovatieve ideen. de uitdaging is om de ondernemers, de talenten, in verbinding te stellen met de kennis. de smart services Boulevard gaat die uitdaging aan en is daarmee een kennisbrug en een broedplaats voor nieuw talent. Een logische locatie voor zon broedplaats is de Hogeschool Zeeland, omdat de transfer van hoogwaardige kennis een kerntaak van een hogeschool is. de provincie Zeeland heeft de start van de smart services Boulevard door middel van een subsidie gesteund omdat ze gelooft in de werking van deze kennisbrug voor innovatie. In deze speciale uitgave van de HZ discovery leest u meer over de opzet van de smart services Boulevard en krijgt u inzicht in een aantal van de onderzoeken die zijn uitgevoerd. Het gaat dan met name om de speerpunten die voor deze provincie zo van belang zijn: water, hospitality en de biobased economy. als gedeputeerde ben ik blij met een instituut als de smart services Boulevard en ik hoop dat de sBB haar functie als kennisbrug en als broedplaats voor talent de komende jaren met veel succes kan blijven uitoefenen. George van Heukelom

24

26
Zeeland heeft kansen in de biobased economie, maar samenwerking en focus zijn essentieel
De verwachting is dat stijgende energieprijzen, klimaatverandering en een toenemende vraag naar duurzaam producten met een biobased economie voor een groot deel worden ondervangen1. Deze overtuiging leidt momenteel wereldwijd tot een ware explosie aan initiatieven bij bedrijven, overheden en NGOs. Een biobased economie zal de manier van produceren in de komende decaden ingrijpend veranderen. Nederland en meer specifiek Zeeland wil daar niet bij achterblijven. Veel grote bedrijven zijn er niet en ook de kennisinstellingen zijn beperkt. Waar gaat het om bij een biobased economie en waar liggen dan de kansen voor Zeeland? Welke initiatieven zijn er al en waarop kan Zeeland zich toeleggen? Dit artikel probeert een aantal antwoorden te geven.

25

32

32
WELL-BEING

33

40

Een broedplaats voor hoogwaardige prestaties en A Great Place to Learn

40

41

Tekst: Sonja Nossent

in Zeeland

De HiGH

EN DE
Economie
Biobased

ZEELAND

Een verkenning naar kansen voor de ontwikkeling van de Zuidwestelijke Delta tot wellness destinatie
Hoe kan de Zuidwestelijke Delta zich ontwikkelen tot een unieke wellnessregio van wereldformaat? Het gebied heeft heel veel te bieden aan natuur, rust en stilte. De waarde hiervan gaat de komende jaren enorm toenemen: mensen uit grootstedelijke gebieden zullen in toenemende mate willen bijkomen van de hectiek, files en stress, al of niet in combinatie met een vakantie. Gezondheid wordt een steeds belangrijker thema. De sector die daarop kan inspelen is die van de gastvrijheid, de hospitality.
HZ Discovery | voorjaar 2011

PErformAncE

De High Performance Incubator is een snelkookpan voor verbeteringen en innovatiewensen van Zeeuwse bedrijven en instellingen. Studenten, docenten, bedrijven en hun vragen zijn de ingredinten, bedrijfsverbeteringen en leerresultaten de waardevolle opbrengsten.

HZ Discovery | voorjaar 2011

Incubator

HZ Discovery | voorjaar 2011

5
Tekst: John van Beers en Andr de Korte

Is Innovatie de schone slaapster van de Zeeuwse economie?


Wat is nodig om deze schone slaapster wakker te kussen?

De Smart Services Boulevard heeft onderzoek gedaan bij zeventig Zeeuwse ondernemingen naar de vier belangrijke aspecten van innovatie, te weten strategie, leiderschap, het externe bewustzijn en de interne innovatiekracht. De uitkomsten zijn positief maar in ieder aspect zit een belangrijk thema voor verbetering.

HZ Discovery | voorjaar 2011

Uit onderzoek blijkt dat innovatieve bedrij- en hoe men deze strategie kan realiseren. Nog ven beter kunnen concurreren. Zij hebben belangrijker, de strategie moet daadwerkelijk zijn vertaald naar de diverse activiteiten in de een competitief voordeel ten opzichte van bedrijven die minder innovatief zijn. Inno- organisatie. Dit is bij de meeste bedrijven niet veren is voor veel bedrijven een noodzaak. het geval. Het management heeft een strategie ontwikkeld maar de organisatie is niet Wanneer bedrijven niet innoveren of dit te laat doen, is de kans groot dat deze bedrijven overtuigd. Uiteindelijk is dit terug te zien in de interne communicatie waar maar 50% ten onder gaan door concurrentie. De Provincie Zeeland heeft de Smart Services van de bedrijven antwoordt dat de strategie Boulevard opdracht gegeven een onderzoek gecommuniceerd is met de organisatie. uit te voeren naar het innovatievermogen van Tijdens de interviews werd duidelijk dat er Zeeuwse bedrijven. De onderzoekers hebben bij de leiders een helder beeld is waar men een aantal kenmerken en eigenschappen die naar toe wil. Maar het wat blijkt in de prakinnovatie positief benvloeden getoetst bij tijk veel scherper dan het hoe. Geen van de genterviewde bedrijven zeventig Zeeuwse bedrijven zegt een uitgewerkt stratedoor middel van een zestigMaar het wat gisch plan te hebben, hoetal vragen. Daarnaast zijn wel men wel aangeeft dit interviews gehouden met blijkt in de belangrijk te vinden. Of leiders van MKB bedrijven. zoals een van de genterDit artikel geeft de belangpraktijk veel viewde stelt: rijkste uitkomsten van het scherper dan Met regelmaat worden er onderzoek. goede resultaten geboekt. het hoe Het is dan echter niet het strategisch vermogen gevolg van doelen, sub-doealleen is niet genoeg De meeste bedrijven hebben een concrete len en een stappenplan. Het is veel meer het gevolg van spontane actie gevolgd door een visie op middellange termijn, ongeveer 85% van de respondenten heeft hierop positief positief resultaat! geantwoord. Op de vraag of er regelmatig analyses worden gemaakt van trends en lange termijn leiderschap en verandering ontwikkelingen in de omgeving om de stra- De actiegerichtheid op basis van het bereiken tegie te voeden, geeft 83% van de bedrij- van doelstellingen is bij alle bedrijven hoog ven een positief antwoord. Ook komen de te noemen. Echter de focus op de realisatie meeste innovaties voort uit de strategie van van gekozen innovatieprojecten is een stuk de organisatie. lager qua score. Als het gaat om innovatie in Een strategie is niets zonder dat deze door- organisaties is in het verkennend onderzoek gevoerd wordt in de organisatie. Afdelingen een tweedeling zichtbaar geworden. Daar moeten weten wat van hen wordt verwacht waar innovatie aan de orde is, zien we leiders
HZ Discovery | voorjaar 2011

Zeeuwse ondernemers onderkennen de noodzaak als het gaat om het ontwikkelen van het creatieve potentieel van hun medewerkers

in de rol van innovator of facilitator. In het eerste geval zijn het de leiders zelf degene die vernieuwende ideen hebben en ze ook doorvoeren in hun bedrijf. In het andere geval faciliteren ze de medewerkers om zelf na te denken en met nieuwe ideen te komen. In de derde variant is er simpelweg weinig of geen innovatie. Het onderzoek wijst uit dat de tweede variant over de hele linie het minste voorkomt. Zeeuwse leiders slagen er niet goed in om innovatie te faciliteren en het creatieve potentieel van hun medewerkers te benutten. Dat blijkt o.a. uit de lage score op verandervaardigheid. (35%) Deze tendens komt ook terug in de interviews. De leiders stellen dat het vermogen om te innoveren en te veranderen veel beter kan. Geen van de organisaties heeft een plan of zelfs maar een beeld hoe men een cultuur die open staat voor verandering kan realiseren. Tegelijkertijd is er besef van de noodzaak, maar ook een gebrek aan kennis en ervaring om dat zelf in gang te zetten. Zeeuwse ondernemers onderkennen de noodzaak als het gaat om het ontwikkelen van het creatieve potentieel van hun medewerkers, maar vragen zich af hoe dat in de praktijk te realiseren is. In de kwalitatieve test wordt duidelijk waar dat aan ligt. Innovaties betreffen in Zeeland vooral initiatieven van individuen. Er is te weinig sprake van een interne veranderstrategie en een veranderopvatting die zichtbaar wordt in een dynamische leercultuur. Vernieuwing en verandering komen bij veel bedrijven van binnenuit en dan met name van de leider zelf. Weinig innovaties komen dus voort uit interne leerprocessen. En nog minder is dat het geval met betrekking tot open

innovatie in de samenwerkingsverbanden met externe partijen. Veel ondernemers klagen dat het buitengewoon moeilijk is om samen te werken met andere Zeeuwse ondernemers. De echte innovators laten zich daar overigens weinig aan gelegen liggen en zoeken de oplossing dan maar buiten de provincie of zelfs buiten de landsgrenzen. Die aanpak is bepaald niet standaard. Het gebrek aan samenwerking leidt er helaas toe dat veel goede ideen niet tot wasdom komen en dus ook geen business genereren. Innoveren vraagt om het slechten van grenzen. Dat begint eerst in de organisatie en wordt zichtbaar in de procesvernieuwing van de interne productieketen. Dat vraagt afstemming van afdelingen op elkaar. Maar daarmee zijn we er nog niet. Uit de systeemkunde weten we dat veel systemen input van buiten nodig hebben om te kunnen overleven. Met organisaties is dat niet anders en dat geldt in het bijzonder voor het MKB waar doorgaans weinig middelen beschikbaar zijn voor R&D achtige activiteiten. Open innovatie gaat niet alleen om het slechten van interne barrires. En er is bereidheid nodig om anderen toe te laten in de eigen keuken. We mogen aannemen dat er weinig sprake van unieke bedrijfsgeheimen en zeker niet in het MKB. Dat zou er toe moeten leiden dat er meer initiatieven moeten komen in het Zeeuwse om samen innovatie vorm te geven.

organisatievermogen van zand tot en met klant


Een organisatie moet kunnen omgaan met de complexiteit van het heden en dit combineHZ Discovery | voorjaar 2011

ren met exploratie van nieuwe markten, pro- toren op trends, ontwikkelingen die mogelijkheden bieden voor het bedrijf. ducten of diensten. Bij 80% van de respondenten worden inno- Er wordt in hoge mate samengewerkt met vatieve projecten bij voorkeur uitgevoerd kenniscentra ter ontwikkeling van kennis. door multidisciplinaire teams. Systemen die Ongeveer 65% van de bedrijven is betrokken inzicht geven in de aanwezige kennis van de in een netwerk waarin in samenwerking met organisatie zijn bijna niet aanwezig binnen andere partijen innovaties ontwikkeld worden. het Zeeuws MKB. Dit kan betekenen dat De genterviewde ondernemers geven aan dat bedrijven het te omslachtig vinden kennis angst de grootste factor is voor het ontbreken via een systeem te managen. Kennis echter van samenwerking. Dat heeft tot gevolg dat ieder zijn eigen innovatie en research moet is de bakermat van innovatie. Als bedrijven in staat zijn hun kennis te combineren en te organiseren. En dat is een kostbare zaak. En delen dan levert een organisatie met dezelfde van de andere elementen die naar voren komt is dat er in Zeeland weimiddelen een veel hogere nig notie is van gezamenoutput. Innovatieslagkracht lijkheid. Dat komt o.a. tot gemeten in termen van Het lijkt er uiting dat er in veel situahet inbrengen van ideen, op dat het gras ties voor partners buiten de die efficint doorvoeren in provincie wordt gekozen, de hele organisatie en dit groener is bij de terwijl ze er in Zeeland wel vervolgens effectief verzijn. Een van de gentermarkten, blijkt sterk voor buren. viewde zegt hierop toepasverbetering vatbaar te zijn selijk: Het lijkt er op dat binnen het MKB. Tot slot wordt het vinden van een financiersbron voor het gras groener is bij de buren. innovaties over het algemeen als een pro- Juist het gebrek aan volume (markt en omzet) in Zeeland maakt het noodzakelijk om samen bleem gezien. sterk te staan. Het benutten van de aanwezige kansen zal vooral in gezamenlijkheid extern bewustzijn? moeten gebeuren, anders komt er volgens We kijken naar binnen en doen het zelf! Zeven factoren in de vragenlijst bepalen de genterviewde personen niets van terecht. in welke mate een bedrijf extern gericht is. Aansluitend geven ze aan dat de overheid Vijf hebben te maken met samenwerking en het initiatief moet nemen door partijen bij twee, te weten concurrentiescanning en markt elkaar te brengen en al is het in eerste instaninterfacing met het continu aftasten van de tie maar weinig; zorgen voor succes! Succes omgeving op het vlak van technologie en krijgt altijd volgers en zo zal het ook in Zeenieuwe ontwikkelingen op gebied van pro- land werken. ducten en diensten. De samenwerking met de klant is over het alge- opbouw van het onderzoek meen beter ontwikkeld dan samenwerking met De uitkomsten van dit onderzoek zijn gebaleveranciers. Concurrentiescanning , weten waar seerd op een in theorie gefundeerde vragende concurrent mee bezig is wat de concurrent lijst waarin zevenentwintig innovatiefactoren ontwikkelt en welke markten deze kiest en op aan de orde komen. Van de 200 aangeschrebasis hiervan de positie van het eigen bedrijf ven bedrijven heeft 35% geantwoord. Naast bepalen, is niet gebruikelijk binnen het MKB. de informatie uit de vragenlijst zijn vier Deze trend zet zich door op het gebied van het leiders van Zeeuwse MKB organisaties scannen van de omgeving, markt en andere sec- bevraagd over innovatie.

HZ Discovery | voorjaar 2011

9
Boer en During (2001) stellen dat innovatie gedefinieerd kan worden als het implementeren en commercialiseren van iets nieuws. Dit kan een product of dienst zijn, maar ook een nieuwe technologie of manier om met je klanten om te gaan. Dit betekent dat een vernieuwing niet direct een innovatie is, er moet tenminste ook een markt voor zijn. De toepassing moet economisch zinvol zijn. een bedrijf kan innoveren, wanneer het een bepaalde mate van innovatief vermogen bezit. een organisatie beschikt over innovatievermogen wanneer het beschikt over zodanige eigenschappen en kenmerken dat het in staat is tot het effectief en efficint op gang brengen en commercieel succesvol voltooien van vernieuwingen, gecombineerd met het snel kunnen doorlopen van de daaraan inherente organisatorische veranderingsprocessen (Gosselink et al,1991).

In dit onderzoek wordt gekeken naar de factoren die innovaties bevorderen binnen een bedrijf. Wij hebben het Dynamic Capabilities model (Teece & Pisano, 1997), gebruikt om nader onderzoek te doen naar factoren die innovatie bevorderen. In dit model gaat het met name om vermogens die wenselijk zijn voor de organisatie van morgen. Het model onderscheidt drie categorien, te weten: Interne capabiliteit (verandervermogen, leervermogen, technologieselectie) Externe bewustzijn (samenwerkingsvermogen, alliantiemanagement, Scanning) Het gebruikte innovatiemodel

Strategische capabiliteit (Visie, strategie, zicht op veranderingen in de markt) Daarnaast is leiderschap een thema dat steeds terugkomt als een belangrijke factor ter bevordering van innovatie. De figuur hieronder geeft inzicht in het uiteindelijke model dat gebruikt is om innovatievermogen in de organisatie te bepalen. Door middel van statistische onderbouwing is geprobeerd samenhang te vinden tussen de vier elementen die wij gebruiken om innova-

Organisatie vermogen

Strategie

Leiderschap

InnovatIe

Extren bewustzijn

HZ Discovery | voorjaar 2011

10

tievermogen in organisaties te meten. Deze samenhang bleek statistisch niet aantoonbaar. We hebben er daarom voor gekozen om de vier hoofd-aders van innovatie onafhankelijk van elkaar in relatie tot innovatie te plaatsen.

hoe verder?
Dit onderzoek geeft een overzicht waar Zeeuwse organisaties op dit moment staan als het gaat om factoren die positief bijdragen aan innovatie. Het in huis hebben van deze factoren is een belangrijke voorwaarde om als bedrijf te kunnen innoveren. Het geeft echter geen garanties tot het daadwerkelijk realiseren van innovaties. Het feit dat innovatiefactoren in de organisatie aanwezig zijn betekent nog niet dat er daadwerkelijk een innovatief bedrijf aan gekoppeld zit. Dit wordt bepaald door de manier waarop met de innovatie factoren wordt omgegaan en op welk aspect de organisatie nadruk legt. In het verkennend onderzoek hebben we ons

uitsluitend gericht op aanwezigheid van de factoren die innovatie versterken. Vervolgonderzoek, met en in de organisaties moet aantonen in welke mate bedrijven geactiveerd moeten worden om te innoveren en hoe dit het best tot stand komt. Specifiek zal per organisatie worden bekeken wat er geactiveerd moet worden en hoe dit het best kan worden aangepakt. De High Performance Incubator (HPI) is een goede bron om talenten (Studenten) en specialisten (Sr consultants) te vinden voor actief onderzoek in het veld. Er kan vanuit de HPI een gestandaardiseerde methodiek worden ontwikkeld om het bedrijfsleven te ondersteunen bij het vergroten van het innovatievermogen en daarmee het verhogen van de prestaties. De methodiek kan steeds verder geoptimaliseerd worden daar het vanuit een centrale rol wordt gecordineerd (SSB). Tevens kunnen de tools, ontwikkeld vanuit interventies ter beschikking worden gesteld aan anderen om met een olievlekwerking een sneller succes voor innovatie in Zeeland te bereiken.

saMenvattInG
het blijkt dat innovatie prominent aanwezig is op de strategische agenda van de Zeeuwse onderneming. het management durft risicos te nemen en stimuleert innovatie in de organisatie. leiderschap, het strategisch inzicht, het organisatievermogen en het extern bewustzijn, de belangrijkste factoren tot innovatie, zijn latent aanwezig binnen de bevraagde bedrijven. een paar belangrijke ontwikkelingen moeten nog een duw in de goede richting krijgen. Dit zijn met name het concretiseren van de strategie, het vermogen van organisaties om te veranderen, de slagkracht om innovaties te industrialiseren en zeer belangrijk het streven naar samenwerking met externe partijen om in gezamenlijkheid ideen te ontplooien.

Gebruikte Literatuur - Boer, H. and W. E. During. 2001. Innovation, what innovation? A comparison between product, process and organizational innovation. Int. J. Technology Management. 22(1/2/3): 83-107. - Gosselink, F.J. en W.G. de Winne en R. van den Akker (1991). Innovatievermogen in bedrijven: theoretisch concept en diagnose. Tweede druk, Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam. - Teece, D. J., G. Pisano en A. Shuen (1997). Dynamic Capabilities and Strategic Management, in: Strategic Management Journal, Vol 18, No 7, pp 509-533

HZ Discovery | voorjaar 2011

11

John van Beers is partner bij nextchange business improvement. nextchange houdt zich bezig met het optimaliseren van organisaties door te sturen op toegevoegde waarde vanuit het perspectief van de klant. Daarnaast is John van Beers promovendus op het gebied van organisatie innovatie waar hij met name genteresseerd is in de manier waarop organisaties ingericht moeten worden om succesvol te zijn in deze eeuw.

andr de Korte geeft leiding aan het Zeeuws Instituut voor organisatieontwikkeling, een netwerkorganisatie die bedrijven ondersteunt in vernieuwingsprocessen. voor de hogeschool verzorgt hij de Minor strategie & leiderschap en werkt als onderzoeker en moderator voor de smart service Boulevard van het lectoraat Duurzaam Innoveren en ondernemen.

12

De sMart
De voormalige burelen van de Provinciale Stoomboot Diensten (PSD) bieden nu onderdak aan een eigentijdse broedplaats voor duurzaam innoveren en ondernemen. Hoewel geen opzet is de symboliek onmiskenbaar.

servIces
een kraamkamer voor innovatie

BoulevarD

13

Tekst: Wim Brouwer

14

Laten we beginnen met een open deur: de wereld verandert en verandert steeds sneller. De nieuwe Westerscheldetunnel heeft de oude veerdiensten overbodig gemaakt. De PSD verdween doordat innovatieve technieken het mogelijk maakten dat de tunnel er kwam. Bedrijven en instellingen weten dat ze moeten blijven innoveren om mee te blijven tellen in een veranderende wereld. Maar hoe doe je dat? Wat moet je doen om innovatief te worden als organisatie? De Smart Services Boulevard biedt een reeks van slimme diensten om te leren innoveren. Ondernemen en innoveren zijn twee kanten van dezelfde medaille. Om te innoveren moet je eerst en vooral ondernemend zijn. Ondernemingen en instellingen moeten leren hoe ze zich organiseren om succesvol te veranderen of te vernieuwen. Immers, dt is innoveren, succesvol een vernieuwing tot stand brengen. Het kan dan gaan om nieuwe producten, diensten of organisaties. De Smart Services Boulevard is een incubator (zie kader), een kennisbrug en een broedplaats voor toppers.

De kennisbrug
Organisaties en hun werknemers moeten dus innoveren om concurrerend te blijven. Innoveren is ook belangrijk omdat diverse maatschappelijke problemen om een oplossing

vragen. Denk bijvoorbeeld aan krimp, aan de vergrijzing van de samenleving, aan klimaatverandering, aan energie- en watertekort of aan de economische crisis. In veel gevallen is hoogwaardige kennis nodig en eventueel nieuwe technologie. Regelmatig moet die kennis van buiten de provincie komen, van universiteiten bijvoorbeeld of van top-instituten als TNO of Wetsus. Er is dan een brug nodig om de kennis van buiten de provincie over te brengen naar toepassingen binnen de provincie. Dit is sinds 2001 een belangrijke taak van lectoraten van hogescholen. Om die reden is de Smart Services Boulevard nauw verbonden met de Hogeschool Zeeland. Naast een inspirerende leeromgeving is de Smart Services Boulevard ook een effectieve kennisbrug naar met name MKB-bedrijven en instellingen. Voor het project integraal ontwerpen voor Zeeuwse bouwbedrijven heeft de Smart Services Boulevard bijvoorbeeld een kennisbrug gebouwd met TNO en de Technische Universiteit Delft. Experts van deze instellingen dragen bij de Smart Services Boulevard hun kennis over op de docenten en bouwers. Een effectief voorbeeld uit Finland is het zogenaamde filiaalmodel.1

Broedplaats voor innovatieve ideen


Nieuwe grensverleggende kennis en technologie van elders moet altijd worden vertaald naar de specifieke context. In het geval van integraal ontwerpen is kleinschaligheid een specifieke Zeeuws kenmerk, zowel wat betreft de bedrijfsgrootte als de omvang van de bouwwerken. Kennisintensieve methoden zijn vaak ontwikkeld voor grootschalige complexe toepassingen. Bij die vertaalslag moet

De Smart Services Boulevard is een incubator, een kenn isbrug en een broedplaats voor toppers.
HZ Discovery | voorjaar 2011

15
Incubator
vaak wordt een incubator primair gezien als huisvesting voor startende ondernemingen. Dat is echter niet de kern van het verhaal. een incubator, zoals de smart services Boulevard, is in de eerste plaats een leeromgeving en is daarom meestal nauw verbonden met een kennisinstelling. een incubator is een faciliteit waarbinnen individuen en groepen leren hoe ze zich moeten organiseren om kennis succesvol tot economische of maatschappelijke waarde te brengen. Dit wordt valorisatie genoemd. sinds het eind van vorige eeuw worden tientallen miljarden euros subsidiegeld van europa en van de lidstaten gebruikt om valorisatie rond kennisinstellingen van de grond te krijgen. De beschikbaarheid van goede incubators wordt in de kenniseconomie gezien als een onmisbare voorwaarde voor valorisatie en economische ontwikkeling. 3

ook iets nieuws worden ontwikkeld om het goed passend te maken. Het vertalen moet bij voorkeur gebeuren door regionale spelers zoals medewerkers van de bedrijven of instellingen die de kennis willen toepassen, docenten en studenten van HZ en/of consultants en adviseurs. Bij integraal ontwerpen in de bouw is informatiebeheer bijvoorbeeld een heel belangrijke functie. Grote ondernemingen hebben hier een of meer specialisten voor. De Zeeuwse bouwondernemers zijn te klein om een dergelijke functionaris in huis te hebben en moeten iets slims bedenken, zoals gezamenlijk n beheerder inhuren. Dit kan een kans zijn voor een nieuwe startende onderneming. De Smart Services Boulevard is daarom ook een broedplaats van nieuwe kennis en voor startende ondernemingen. Een functie die samen met de NV Economische Impuls Zeeland wordt uitgevoerd in InnoGo! De Smart Services Boulevard leert de starter hoe hij zich moet organiseren om innovatiekansen te grijpen en de NV Economische Impuls Zeeland ondersteunt bijvoorbeeld met venture capital of met huisvesting (zie ook kader: incubator )

De meeste ideen vallen af


Leren en innoveren hebben veel met elkaar gemeen. Het moeilijkste aan innoveren is namelijk in de verandering die ermee tot stand wordt gebracht. Dat eist ander gedrag van de betrokkenen. Dit is de sociale kant van innovatie. Bij integraal ontwerpen moeten mensen in de bouwketen elkaar vertrouwen als ze gaan samenwerken. Ze zullen bijvoorbeeld onderlinge afspraken maken over verdeling van de risicos en van de opbrengsten. Ze dienen veel meer met elkaar te gaan communiceren en meer gebruik maken van ICT, zoals bijvoorbeeld 3D-tekenpaketten en een Bouw Informatie Model. Voor al deze gedragsveranderingen zijn leerprocessen nodig. En dat geldt niet alleen voor de mensen en organisaties die de innovatie tot stand brengen, maar ook voor de mensen en de organisaties die met de resultaten geconfronteerd worden. Slechts 1 a 2 % van de echt nieuwe ideen wordt uiteindelijk een succes2. Dat lage succespercentage komt vooral door gebrek aan kennis, door een verkeerde aanpak en door gebrek aan ondernemerschap. Hier valt dus nog heel veel winst te behalen.
HZ Discovery | voorjaar 2011

16

Ondernemerschap en samenwerkingsvermogen zijn belangrijke competenties. Toppers kunnen dat leren.

Integrale aanpak levert toppers op


Het gebrek aan kennis en die verkeerde aanpak vindt zijn oorzaak in onderschatting van de complexiteit van innovatieprocessen. Zo wordt in veel gevallen nog gebruik gemaakt van traditionele, zogenaamde lineaire innovatiemodellen. In de huidige tijd moet veel meer worden overgeschakeld op cyclische innovatiemodellen, waarin zowel technologische, ecologische, sociale, als business aspecten vanaf het begin van het innovatieproces evenwichtig aan de orde komen. In de meeste gevallen zijn de innovatieteams te eenzijdig samengesteld. Teams die met technologieontwikkeling bezig zijn, denk bijvoorbeeld aan vis-kweek, algenkweek, water zuivering, het ontwikkelen van biomaterialen of wellness-producten hebben vaak te weinig of te laat oog voor het ontwikkelen van de productiesystemen, voor de markt, of voor sociale, politieke of maatschappelijke weerstanden. Bij het beoordelen van startende of groeiende ondernemingen kijken potentile investeerders vaak juist wel goed naar de businesskant van de innovatie en naar de persoon van de ondernemer, maar ze hebben meestal te weinig oog voor de technologische risicos en de sociale en maatschappelijke kant van de innovatie. Voor een hoge slagingskans dienen innovaties vanaf het begin integraal te worden opgepakt en gedurende het traject in teams van wisselende samenstelling te worden gerealiseerd. De Smart Services Boulevard stelt zich ten doel om de Zeeuwen te leren hoe diverse manieren van moderne aanpak op het gebied van innovatie worden toegepast. Integraal, open, cyclisch en multidisciplinair zijn daarbij belangrijke begrippen. Ondernemerschap en samenwerkingsvermogen zijn belangrijke competenties. Toppers kunnen dat leren. Toppers zijn volgens de SSB mensen en organisaties die het beste uit zichzelf willen halen.

Integraal ontwerpen
Integraal ontwerpen is een ontwerpbenadering die een ontwerp benadert vanuit het grotere geheel waarvan het onderdeel uitmaakt. traditioneel werd een machine of een apparaat eerst ontworpen op basis van de hoofdfunctie door een werktuigbouwer, of een woning door een bouwkundige. andere disciplines als elektronica, installatietechniek, onderhoud, vormgeving, marketing, etc. werden pas later betrokken als het basisontwerp klaar was. Dat leidde tot veel onnodige fouten en een duur en langdurig ontwerpproces. Bij integraal ontwerpen worden vanaf het begin alle disciplines in multidisciplinair verband bij het ontwerp betrokken. Daarmee wordt sneller een beter en goedkoper product gemaakt. 4

17

action research 5
De smart services Boulevard wil zich onder andere onderscheiden door het effectief toepassen van action research als onderzoeksstrategie. Met action research worden tegelijkertijd vier doelen nagestreefd. - 1e een succesvol inhoudelijk innovatieresultaat voor de onderneming. - 2e leeropbrengst voor alle betrokkenen, studenten, docenten, medewerkers van het bedrijf, experts (indien gewenst met certificering van de personen) - 3e leeropbrengst voor het innovatieteam en de organisatie als geheel, met indien gewenst certificering van de organisatie - 4e Generieke kennis voor de body of knowledge van de ssB, die beschikbaar is voor andere individuen, groepen en organisaties. Met action research worden sneller betere resultaten gehaald dan met een andere aanpak. Betrokkenen krijgen parallel aan het innovatietraject een training in toepassing van action research.

leren van de praktijk, in de praktijk


Innoveren kan het beste in de praktijk worden geleerd. Learning by Doing, aan de hand van concrete innovatieprojecten. Action Research is daarvoor de meest effectieve en efficinte aanpak (zie kader 3). De Smart Services Boulevard gebruikt drie hoofdlijnen voor innovatie. In de eerste plaats is dat de High Performance Incubator, gericht op het verbeteren van bedrijfsprestaties voor individuele ondernemingen. De tweede lijn is Open Innovatie, meer gericht op ketens of clusters van ondernemingen en of instellingen. De derde lijn is Innovatief Ondernemen, gericht op het ondersteunen van starters en groeiers. In elk van de lijnen werken zowel studenten, als docenten, als medewerkers van ondernemingen, als experts en consultants samen aan een innovatie. Individuen zowel als organisaties kunnen als ze dat willen door de HZ erkende certificaten halen op het gebied van innovatie. Individuen kunnen door stapelen van certificaten even-

Learning by Doing, aan de hand van concrete innovatieprojecten

18

tueel een HBO-diploma halen. Onderzoekers van de Smart Services Boulevard doen voortdurend onderzoek naar de veranderingen in de markt en de consequenties die dat heeft voor de diensten die worden aangeboden. De beheerders van de kennisbank zijn continu bezig met het vernieuwen en actualiseren van de zogenaamde toolbox en bronnenbox van de body of knowledge. De Smart Services Boulevard heeft daarbij meer dan

gewone belangstelling voor het ondersteunen van de speerpunten van Zeeland en de niches van Hogeschool Zeeland. De effectiviteit en efficiency is zeer gebaat met de beschikbaarheid van goede software tools en communicatiemiddelen zoals web-gebaseerde tools voor samenwerking, video conferencing, concurrent design tools, ondersteunende software voor integraal ontwerpen en inzet van sociale media.

Innovatie is van levensbelang voor bedrijven die in de snel veranderende wereld overeind willen blijven

saMenvattInG
Innovatie is van levensbelang voor bedrijven die in de snel veranderende wereld overeind willen blijven. De smart services Boulevard is een incubator, een kennisbrug en een broedplaats voor innovatie. De functie als incubator treedt op als kennis succesvol tot economische of maatschappelijke waarde gebracht wordt. een kennisbrug komt tot stand als kennis van een instelling als de hZ beschikbaar komt voor innovaties in bedrijven en kan daarmee ook een broedplaats vormen voor nieuwe ideen waarmee een startende ondernemer kan gaan beginnen. De smart services Boulevard heeft drie hoofdlijnen waarin aan innovatie gewerkt wordt: de hpI, open Innovatie en Innovatief ondernemen.

Kosonen, Kati-Jamin. 2005. Strengthening the Research and Educational basis for Regional Development in Less-Favored Regions. Local Innovation Systems Project, MIT-IPC-LIS-05-003. University of Tampere, Finland 2 Berkhout, Guus., Duin, Patrick van der., Hartman, Dap and Orit, Roland. 2007. The cyclic nature of innovation: connecting hard sciences with soft values. ISBN 978-0-7623-1336-5 3 Etzkowitz, Henry. 2008. The Triple Helix. University-Industry-Government Innovation in Action. Routledge. ISBN 0-415-96451-2 4 Delhoofen, Piet. 2010. Integraal Ontwerpen. Handboek voor methodisch ontwerpen, innovatie, communicatie en analyse. Noordhoff. ISBN 978-90-01-77137-4 5 Coghlan, David and Brannick, Teresa. 2010. Doing Action Research in your own Organization. Sage. ISBN 978-1-84860-216-8
1

HZ Discovery | voorjaar 2011

19

Wim Brouwer studeerde Werktuigbouwkunde in vlissingen en regeltechniek in Dordrecht. na zijn studie werkte hij zeventien jaar bij de philips lichtgroep, overwegend aan technische en organisatorische innovaties in meerdere functies. In die periode rondde hij een tweejarige opleiding in kwaliteit en procesbeheersing af. In 1991 stapte hij over naar de hogeschool Zeeland, eerst als docent en vervolgens opleidingsmanager Werktuigbouwkunde en engineering. sinds 1 januari 2006 is hij fulltime lector. De samenwerking met het regionale bedrijfsleven is in zijn werk altijd een belangrijk aandachtspunt geweest. sinds 2008 werkt hij aan een promotietraject bij de universiteit van Bradford. onderwerp: triple helix in het Zeeuws Innovatie systeem.

HZ Discovery | voorjaar 2011

20

Zeehoveniers tuinieren in de deltawateren

21

Tekst: Nico Landsman

De Kansen van KleInschalIGe Groene DeltatechnoloGIe


Uit onderzoek blijkt dat er kansen zijn voor de sector Water in Zeeland. Zeehoveniers beheren op een kleinschalige wijze zandplaten. Aannemerscombinaties in de deltatechnologie verwerven samen meer opdrachten in de nieuwe deltawerken. Slim verbinden van bestaande technologien voor waterbehandeling levert innovaties door preconcurrentile samenwerking in de watertechnologie. In de aquacultuur vormen kleine ondernemers gezamenlijk producentenallianties.

22

Genterviewden uit de sector water tonen ambitie om meer werk in de regio te creren. Men is echter gericht op de bestaande product-markt-combinaties en op kleine verbeteringen. Ontwikkelingskansen liggen niet voor het grijpen, anders had men ze al lang opgepakt. Ontwikkelingskansen volgen niet uit het doortrekken van bestaande ontwikkelingslijnen. Het gaat niet om iets meer van het bestaande. Het vinden van deze kansen vraagt om een open houding naar de toekomst. Wat kan de toekomst brengen? En hoe moeten de mensen nu handelen om een stap te zetten naar de best mogelijke toekomst? De vorming van innovatieclusters door de Smart Services Boulevard kan doorbraakinnovaties op gang brengen. Daarbij bieden de grenzen van deelsectoren extra kansen, zoals samenwerking van aquacultuur met landbouw of kustveiligheid.

Rijk betaalt daarvoor. Primair gaat het om veiligheid. Het dienen van de natuur en het produceren voor de handel zijn mooi meegenomen. Veel innovaties liggen op het grensvlak van sectoren, dat is hier ook het geval. Een schelpdierkweker als zeehovenier wordt een deltatechnoloog.

regionale aannemers in de dijkenbouw


Zeeuwse bedrijven zijn in de deltatechnologie vooral actief als onderaannemers. Vroeger waren Zeeuwen meer zelf actief in aanleg en onderhoud van dijken. Door overstromingen ging het leven met de zee gepaard met angst. De deltawerken hebben meer zekerheid gebracht, maar ook afhankelijkheid van grote aannemers. In de toekomst zouden Zeeuwen weer zelf hun omgeving kunnen plannen en inrichten. Maar dan met de nieuwe kennis over deltamanagement en met meer zekerheid, zonder de angst van vroeger. In gesprekken werden ideen geopperd die leiden tot meer werkgelegenheid bij Zeeuwse bedrijven: - Vorm een consortium van Zeeuwse bedrijven (uitvoerders en toeleveranciers), die samen grotere opdrachten kunnen verwerven; - Vorm een alliantie die probeert het aanbestedingsbeleid van opdrachtgevers te benvloeden met als doel het uitschrijven van kleine aanbestedingen, die kansen bieden aan (kleine) regionale aannemers(combinaties); - Los bedrijfskundige en technische problemen op met hulp van de Smart Services Boulevard; - Gebruik bestaande netwerken, zoals Kennis Netwerk Delta Water, om nationale expertise in te schakelen bij het verwerven en uitvoeren van nieuwe opdrachten; - Pas sensoring en monitoring toe in duinen en dijken; - Doe meer creatieve voorstellen aan het Projectbureau Zeeweringen voor uitvoering van op handen zijnde projecten. - Richt je op het ecologische beheer van het estuariene gebied (zie Zeehoveniers).

Zeehoveniers
In Zeeland denken we bij water in de eerste plaats aan de waterveiligheid; het versterken van duinen, dijken en dammen. De vroegste inwoners van Zeeland staken zelf de handen uit de mouwen om droge voeten te houden. De moderne grootschalige dijken worden aangelegd en onderhouden door bedrijven van buiten Zeeland. Het Rijk is verantwoordelijk en is de grote opdrachtgever. Er wordt gezocht naar nieuwe oplossingen, zoals Building with nature. Lector Mindert de Vries van de Hogeschool Zeeland is betrokken bij de aanleg van oesterriffen: een vlechtwerk van een soort betonijzer, gevuld met schelpen, dat dient als hechtbodem voor jonge oesters. Zo worden zandplaten in de Oosterschelde beschermd tegen erosie. Onderhoud van zandplaten en vooroevers kan grootschalig plaats vinden met zandsuppleties, maar kan op sommige plaatsen kleinschalig worden uitgevoerd door zeehoveniers. Een nieuw ambacht dat drie doelen dient: veiligheid, natuur en voedselproductie. Een zeehovenier doet aan een soort agrarisch landschapsbeheer in de deltawateren en het
HZ Discovery | voorjaar 2011

Incubator
tomatentelers in het Westland concurreerden op prijs en door afscherming van de eigen werkwijze; totdat de afzet instortte nadat de afnemers de smaak van de Wasserbombe niet meer aanvaardden. 24 zelfstandige telers hebben zich verenigd in prominent om gezamenlijk onderzoek te doen naar kweekmethoden voor de lekkerste tomaat. Kenmerken van de samenwerking zijn dat men nu indringend bij elkaar in de kassen kijkt en tips geeft voor verbetering. productkwaliteit wordt blind beoordeeld. De kweekmethode wordt geperfectioneerd in twee testbedrijven, waar iedere deelnemer elke twee weken een bezoek mag brengen. De efficinte bedrijfsvoering in het eigen bedrijf is ieders eigen verantwoordelijkheid. De verpakking en afzet verloopt coperatief. 1

23

Is in Zeeland de expertise aanwezig voor deze vernieuwing? In het hoger onderwijs is er de Hogeschool Zeeland met de goed presterende opleidingen Civiele Techniek en Aquatische Ecotechnologie. Ze zijn ondergebracht in de Delta Academy, die tevens de nieuwe opleiding Deltamanagement gaat verzorgen. De deskundigheid van de hogeschool is uitgebreid door het aantrekken van onderzoekers, die tevens elders werkzaam zijn bijvoorbeeld bij Deltares. Wetenschappelijk onderzoek is stevig verankerd in de instituten in Yerseke en Wageningen. IMARES is leidend op het gebied van schelpdierkweek en NIOO-CEME voor het ecologisch onderzoek in de deltawateren. In het Kennis Netwerk Delta Water werken deze instituten samen met overheden en bedrijven aan het ontwikkelen van nieuwe kansen voor de regionale watereconomie. Op nationale en internationale schaal is de economische betekenis van de Zeeuwse bedrijven in de sector deltatechnologie van weinig betekenis.2 Voor de regio liggen er wel groeimogelijkheden. De nauwe samenwerking in opleiding en onderzoek belooft meer en beter opgeleide studenten en jonge werknemers in de deltatechnologie en voordelige oplossingen voor praktijkproblemen. Het belang van Zeeland als uitvoeringslocatie van deltawerken (nieuw Nationaal Deltaprogramma) wordt zo gekoppeld aan een toenemend belang voor de regionale economie.

Watertechnologie
Het Innovatienetwerk Zeeland kent een Innovatiekring Watertechnologie, waarin Zeeuwse bedrijven en de Hogeschool Zeeland elkaar enkele keren per jaar ontmoeten. De innovatiekring kan de kern vormen van het ontstaan van een innovatiecluster. Bedrijven in de productieketen werken in een innovatiecluster samen in een verlengde preconcurrentile relatie voor het oplossen van problemen of het creren van kansen. Een voor de regio relevant watertechnologisch proces kan hiervoor het begin zijn. Hoe kun je zon proces opsporen? Daarvoor biedt de Open Innovatiestudio van de Smart Services Boulevard de ruimte en de methode. De werkwijze van de studio is concreet en gericht op strategie, innovatie en samenwerkingsvormen. Een voorbeeld is de aangroei in leidingen. Als het probleem te groot wordt, is doorspoelen met natronloog nodig. Maar er zijn meer mogelijkheden. Laboratoriumonderzoek leverde tot nu toe oplossingen die alleen in het lab werken. In de studio kan grootschalig praktijkonderzoek worden opgezet vanuit meer disciplines en invalshoeken. Creativiteit is nodig om tot doorbraken te komen. Succes is mogelijk, maar niet gegarandeerd. Die garantie levert de gebruikelijke aanpak echter ook niet. Een tweede suggestie uit de gesprekken is het aanleggen van een proeftuin watertechnologie. Dit is een industriegebied waar experiHZ Discovery | voorjaar 2011

24

menten met nieuwe zuiveringstechnieken mogelijk zijn met binnen de begrenzing van het gebied een ruime vergunning en naar de omgeving een strenge vergunning en toetsing. Voor testen op de schaal tussen laboratorium en productiebedrijf kan dit sneller leiden tot het afronden van innovatieprocessen. Een voorbeeld is het testen van nieuwe materialen voor biologische waterzuivering. In de Hogeschool Zeeland is het SeaLab opgezet, een watertechnologisch laboratorium, dat door bedrijven in de regio wordt benut. Het SeaLab is voordelig door inzet van docentonderzoekers en studenten en door de toegang tot subsidies. Het is gericht op de hbo-praktijk. Voor experimenten die een academische omgeving vereisen, zijn de universiteiten, KWR en Wetsus de partners. Maar er zijn genoeg vragen die in de regio zelf kunnen worden opgepakt, waarbij ook de academische kennis kan worden ingeschakeld.

kennisexport een groeisector worden. Een ontwikkeling op de grens van natuur, landbouw en visserij is het Kustlab. Hierin worden groenblauwe diensten ontwikkeld met structurele inkomenssubsidies voor de ondernemers die zorg dragen voor het onderhoud van de natuur en van mooi en natuurlijk ingepaste kweekvijvers. Om hiervan een gezond verdienmodel te maken is verder onderzoek nodig. De Smart Services Boulevard kan hiervoor zorgen; ze is dan de schakel tussen de ondernemers, kennisinstellingen en het zich ontwikkelende Europese en Nederlandse beleid voor de landbouw, het waterbeheer en de mariene omgeving.

onderzoeksaanpak
Waar liggen de ontwikkelingskansen voor Zeeland in het speerpunt water? Welke kennis en technologie is daarvoor nodig? Waar is die te vinden? Kunnen Zeeuwse bedrijven en de Hogeschool Zeeland die kennis absorberen en toepassen? Welke leerstappen zijn daarvoor nodig? Dat is de kern van de onderzoeksvragen die de Smart Services Boulevard stelde aan de onderzoeker. Het zijn vragen die leidden tot een verkennend onderzoek met een kwalitatief karakter. Bestaande kennis, aangevuld met literatuurstudie en elf interviews vormen de bouwstenen voor het gepresenteerde beeld van de ontwikkelingskansen. Door actie-onderzoek in de vervolgfase zal blijken of de geschetste mogelijkheden door de betrokkenen kunnen worden omgezet in succesvolle acties. Met de betrokkenen moet dan een open houding worden gecreerd door de aanpak van de Smart Services Boulevard. De visie, die nu door individuen is geuit, kan dan worden omgevormd tot een gemeenschappelijke visie en actieplannen. Daarbij zal de Smart Services Boulevard een realistische visie op intellectueel eigendom moeten ontwikkelen.

Water en groen
Water en groen gaat over water als levensbron voor organismen, over landbouw, aquacultuur en natuurbeheer. Levende natuur en planten en dieren, die dienen als voeding van de mens, stellen andere eisen aan het water dan veiligheid en industrile processen. Er gebeurt al veel in de aquacultuur, vooral door de grote bedrijven en het gesubsidieerde project Zeeuwse Tong. Voor de kleinere bedrijven kunnen innovatieve bedrijfsvormen, zoals bijvoorbeeld Prominent in de tomatenteelt, inspiratie bieden (zie kader). De Smart Services Boulevard kan, met steun van het Visserij Initiatief Zeeland, het voortouw nemen door dit model om te vormen voor de aquacultuur. Bedrijven en onderzoekers kunnen een kenniscluster vormen. Kennis die gebruikt wordt voor de regionale productie en export van schelpdieren, kennis over duurzame productieprocessen en kennis van de toeleveringsindustrie. Als dit goed wordt aangepakt, kan de
1 2

Man, A.P. de (2006) Alliantiebesturing: samenwerking als precisie-instrument. Assen: Van Gorcum. Netherlands Water Partnership (2010) Water 2020, Toekomstvisie Watersector. Den Haag.

HZ Discovery | voorjaar 2011

25

saMenvattInG
De ontwikkelingskansen voor water liggen in Zeeland vooral in meer intensieve samenwerking en het ontwikkelen van nieuwe productiegebieden. Zeehoveniers, die zich gaan specialiseren op ecologisch beheer. aannemerscombinaties die zich op de vernieuwing van de deltawerken richten. In de watertechnologie gaat het om de vergroting van de preconcurrentile samenwerking bij de oplossing van problemen door slimme combinaties van bestaande technologien. allianties van kleinere ondernemers in de aquacultuur kunnen meer doen aan productvernieuwing. De hogeschool Zeeland heeft met zijn keuze voor de Delta academy en de smart services Boulevard zowel technisch als bedrijfskundig de middelen in handen voor een succesvolle rol.

Drs. nico landsman is zelfstandig onderzoeker en adviseur voor de ontwikkeling van mens, bedrijf en omgeving. landsman is afgestudeerd als onderwijskundige en heeft een postacademisch diploma in auditing van automatiseringsprocessen. landsman is genteresseerd in integratie van kennisgebieden, de toepassing van innovaties en het ontwikkelen van potenties van mensen. Daarnaast is landsman als beleidsmedewerker werkzaam bij de provincie Zeeland.

HZ Discovery | voorjaar 2011

26

En dE
Economie
Biobased

ZeelanD

27

Tekst: Dirk Vermaire

Zeeland heeft kansen in de biobased economie, maar samenwerking en focus zijn essentieel
De verwachting is dat stijgende energieprijzen, klimaatverandering en een toenemende vraag naar duurzaam producten met een biobased economie voor een groot deel worden ondervangen1. Deze overtuiging leidt momenteel wereldwijd tot een ware explosie aan initiatieven bij bedrijven, overheden en NGOs. Een biobased economie zal de manier van produceren in de komende decaden ingrijpend veranderen. Nederland en meer specifiek Zeeland wil daar niet bij achterblijven. Veel grote bedrijven zijn er niet en ook de kennisinstellingen zijn beperkt. Waar gaat het om bij een biobased economie en waar liggen dan de kansen voor Zeeland? Welke initiatieven zijn er al en waarop kan Zeeland zich toeleggen? Dit artikel probeert een aantal antwoorden te geven.

28

Zeeland en de rest van de wereld

In wereld perspectief gezien heeft Zeeland geen uitgestrekte landbouwgronden waar grote hoeveelheden biomassa worden geproduceerd. De eigen productie-industrie is beperkt en er zijn geen grote kennisinstellingen. Wel is er een levendige belangstelling bij de overheid voor de biobased economie, wat heeft geleid tot een aantal onderzoeken naar de mogelijkheden en de lopende initiatieven in Zeeland2,3. Dit heeft geresulteerd in een plan van aanpak, Eco-34, en een aantal concrete initiatieven. Zo is er een samenwerking met Oost-Vlaanderen tot stand gekomen die Kansen heeft geleid tot de oprichting van BioBased Zoutwateralgen lijken voor Zeeland een uitEurope in Gent, een pilot plant voor o.a. de gelezen kans te zijn. Er zijn niet alleen mogeraffinage van biomassa. En er wordt gespro- lijkheden in de ontwikkeling van de teelt en ken over samenwerking met West-Brabant. verwerkingstechnologie maar ook in grootOnder de naam BioBased Innovations werkt schalige productie. Al eerder heeft de HZ West-Brabant aan een groene campus op het Discovery een artikel gepubliceerd over terrein van Sabic in Beralgen van de hand van M. gen op Zoom met laboMichels5. Een aantal voorratoria, kenniscentra en delen van algen is daarbij Zeeland ligt bedrijfsruimte. uitvoerig uiteengezet, zoals ideaal tussen Verder heeft Zeeland de mogelijkheden om uit natuurlijk zijn eigen diepalgen olie te winnen voor Antwerpen en zeehavens, geschikt voor de de productie van biodiesel. aan- en afvoer van biobased De keuze van het type alg Rotterdam grondstoffen en producten stuurt de hoeveelheid olie, en een ideale ligging tussen protenen en koolhydraten. Rotterdam en Antwerpen. Zeeland heeft veel Vooral interessant is dat algen op een induwater, wat uitermate geschikt is voor aquacul- strile wijze in relatief compacte installaties tuur en de ontwikkeling van biomassa in de geproduceerd kunnen worden. Dit komt de vorm van zoutwateralgen die kunnen dienen energie-efficintie ten goede (geen transportals bron voor olie, protenen en koolhydraten. kosten) en kan plaatsvinden op industrieterKennisinstituten zijn de Hogeschool Zee- reinen met een goede infrastructuur. Op het land met de Delta Academie en het SeaLab moment is de productie van algen te duur en Wageningen/IMARES. Verder is Zeeland om met fossiele brandstoffen te concurreren.
HZ Discovery | voorjaar 2011

een agrarisch gebied dat verschillende gewassen produceert voor de voedselverwerkende industrie. Hierbij ontstaan reststromen die interessant zijn voor een biobased industrie voor de extractie van waardevolle componenten of voor vergisting/fermentatie. Op algen na zal Zeeland het in een biobased economie niet moeten hebben van de productie van grote volumen, maar van innovatie en de export en het ontwikkelen en aantrekken van bedrijven die raffineren en volgproducten produceren in een biobased keten.

Kenmerk van een biobased economie


Kenmerkend voor een biobased economie is dat de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen is terug gedrongen door het gebruik van op duurzame wijze geteeld en verwerkt plantaardig materiaal ofwel biomassa, voor de productie van transportbrandstoffen, chemicalin, materialen, warmte en elektriciteit. alleen planten en algen kunnen de complexe koolstofketens bouwen die nodig zijn voor onze economie. Kooldioxide wordt door planten en algen met behulp van de energie in zonlicht en nutrinten als fosfor, kali en stikstof omgezet in biomassa. In biomassa krijgt zonne-energie een tastbare vorm en kan worden gebruikt als energiebron voor mens en dier en als bron van bouwstenen voor de chemische industrie. Fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie en aardgas zijn ook afkomstig van biomassa, zij het van gefossileerde biomassa. Zo bekeken is de huidige economie dus al biobased. het probleem is de lengte van de kringloop van biomassa naar fossiele brandstof en verbranding. Waar de omzetting tot fossiele brandstof over vele miljoenen jaren gebeurt, worden grote hoeveelheden fossiele brandstoffen in het bestek van decaden door verbranding weer omgezet in kooldioxide, wat tot een abrupte stijging van de kooldioxideconcentratie in de atmosfeer leidt. Door het gebruik van biomassa in plaats van fossiele brandstoffen voor de productie van brandstoffen en chemicalin wordt deze kringloop enorm verkort tot een seizoen of enkele jaren en voorkomt daarmee een verdere stijging van de kooldioxideconcentratie in de atmosfeer. een belangrijk kenmerk van een biobased economie is dus een neutrale kooldioxidebalans. Daarbij zal het sluiten van nutrintenkringlopen steeds belangrijker worden en met name voor fosfor. 7 Zoals het begrip fossiele brandstoffen al aangeeft, wordt vrijwel alle gewonnen steenkool, aardolie en aardgas verbrand ten behoeve van verwarming, transport en de productie van elektriciteit en slechts enkele procenten wordt gebruikt voor de productie van kunststoffen en chemicalin. In een biobased economie zal de nadruk met name liggen op de productie van grote hoeveelheden brandstoffen en daarnaast op de productie van chemicalin in de breedste zin van het woord.

29

Er moet nog veel ontwikkelingswerk worden gedaan voordat grootschalige industrile productie concurrerend is, maar alle voorwaarden zijn in Zeeland aanwezig. De sterk ontwikkelde aquacultuur kan aanvankelijk de hogere prijs van algen als voer voor schelpdieren wel dragen en de aanwezige kennis bij aquacultuur bedrijven, de Hogeschool Zeeland en Wageningen/IMARES kan worden benut om de productiekosten te verlagen. De aanwezigheid van kennis helpt bedrijven aan te trekken die in Zeeland grootschalige productie willen realiseren. Parallel kunnen

nieuwe toepassingen voor algen worden ontwikkeld met een hogere toegevoegde waarde dan brandstoffen. Voorbeelden zijn voeding, nutraceuticals (middelen in de vorm van pillen of toevoegingen om de gezondheid te handhaven of te bevorderen, zoals vitaminen en vezels), diervoeders en de wellness industrie. Laatstgenoemde is voor Zeeland ook van groot belang. Zie het artikel over wellness elders in deze uitgave van HZ Discovery. Voor de kweek van algen zijn er al verschillende initiatieven ontplooid in Zeeland6,
HZ Discovery | voorjaar 2011

30

zowel individueel (Algelink: ontwikkeling en verkoop van bioreactoren) als in samenwerking (Lans en Prins&Dingemanse: algen als voer voor schelpdieren, Delta, Evides en EPZ: afvalwaterzuivering en het benutten van kooldioxide in rookgassen) Reststromen bieden ook mogelijkheden. Dit wordt onderzocht in West-Brabant door een samenwerking van Sabic, Cargill, Suikerunie en BOM/Rewin in het kader van BioBased Innovations. Het gaat in deze samenwerking om natuurlijke vezels en groene moleculen die dienen als bouwstenen voor de chemische industrie. Verder wordt er hard gezocht naar andere producten en halffabricaten en vooral bedrijven die ideen hebben. In het Zeeuwse zijn tevens initiatieven waarbij reststromen worden vergist en het biogas wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit en warmte7.

kelingen met veel geld (in de VS alleen al USD 1 miljard aan subsidies). Om je hierin staande te houden, is samenwerking noodzakelijk. Regionaal hebben de Provincie en een aantal bedrijven al het voortouw genomen. Elk bedrijf dat serieus mee wil doen in deze ontwikkeling zal moeten samenwerken om toegang te krijgen tot grondstoffen, halffabricaten, technologie en vooral om snel en efficint te innoveren door gebruikt te maken van bestaande kennis. De Smart Services Boulevard van de HZ kan daarbij het eerste loket zijn om de juiste partners te vinden, onderling vertrouwen te kweken en methodieken aan te leren om gezamenlijk tot een succesvol product te komen.

het onderzoek
Voor dit verkennende onderzoek is er met een aantal grote en kleine bedrijven gesproken die direct of zijdelings actief zijn in de biobased industrie. Er is ook gesproken met instellingen die een rol in de transitie naar een biobased industrie (kunnen) spelen. Uit deze gesprekken en een korte studie van de beschikbare literatuur is een eerste indruk gekregen van de mogelijkheden, kansen en drempels die er voor Zeeland en daarmee voor de HZ zijn, om een rol van betekenis te kunnen spelen.

samenwerking
Uit voorgaande kan worden afgeleid dat samenwerking een doorslaggevende factor voor succes wordt. De Provincie geeft het voorbeeld alsook een aantal bedrijven. Bij de ontwikkeling naar een biobased economie zijn grote bedrijven betrokken zoals de olieindustrie met grote financile mogelijkheden. Regeringen zien dit als een mogelijkheid om minder afhankelijk van de olieproducerende landen te worden en stimuleren de ontwik1 2

Literatuur De keten sluiten, oktober 2007, Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie, Buck Consulting International, maart 2010, Bio als Basis, Kader, kansen en keuzes voor een Biobased Economy in Zeeland, 3 SER Zeeland, 28 mei 2010, Bio-based hotspot Zuidwest Delta: duurzame ontwikkelkracht voor Nederland. Advies van SER-Zeeland met betrekking tot ontwikkeling van de bio-based economy in de regio Zuidwest Delta. 4 Eco-3 Duurzame Industrie, Plan van aanpak, Versie 1.7 5 Michels M., 2008. Algen als oliebron, HZ Discovery, Nr 3. 6 Gunter G., Meijering L.J.T., Helmendach-Nieuwenhuize C.L.J., Maas van der A.P., maart 2010, Logistieke kansen voor algenteelt in Zeeland, Clustervorming rondom algenteelt, Verrassend nieuwe verbindingen, Impuls. 7 Udo de Haes H.A., Jansen J.L.A., Weijden van der W.J. en Smit A.L., september 2009, Fosfaat - van te veel naar tekort, Beleidsnotitie van de Stuurgroep Technology Assessment van het ministerie van LNV.

HZ Discovery | voorjaar 2011

saMenvattInG
Biobased is hot! er is enorm veel belangstelling voor, er zijn kapitaalkrachtige partijen bij betrokken en de uiteindelijke resultaten zijn nog ongewis. het speelveld ligt nog helemaal open maar er zijn nog weinig gevestigde partijen. De behoefte aan innovatie is enorm, waardoor iedereen een kans maakt. het wordt een kennisintensieve industrie, gedreven door innovatie. Door samen te werken met de omliggende regios creert Zeeland kansen. een duidelijke focus zal daarbij mede bepalend zijn voor het succes. De bedrijven zullen intensief moeten samenwerken. Daarvoor moet men de juiste partners vinden, elkaar leren vertrouwen en de juiste methodieken aanwenden om snel en efficint te ontwikkelen en innoveren. De smart sevices Boulevard van de hogeschool Zeeland kan daarbij helpen.

31

Dr. Dirk vermaire is zelfstandig adviseur voor bedrijven en instellingen. Dirk vermaire is chemicus van opleiding met 25 jaar ervaring in de chemische industrie in r&D, productie, en management op directieniveau, met een passie voor verduurzaming van producten en het ontwikkelen van de visie en strategie om dit mogelijk te maken. (e-mail: dcvconsulting@solcon.nl)

HZ Discovery | voorjaar 2011

32

33
Tekst: Peter Kruizinga

Well-BeInG

in Zeeland
Hoe kan de Zuidwestelijke Delta zich ontwikkelen tot een unieke wellnessregio van wereldformaat? Het gebied heeft heel veel te bieden aan natuur, rust en stilte. De waarde hiervan gaat de komende jaren enorm toenemen: mensen uit grootstedelijke gebieden zullen in toenemende mate willen bijkomen van de hectiek, files en stress, al of niet in combinatie met een vakantie. Gezondheid wordt een steeds belangrijker thema. De sector die daarop kan inspelen is die van de gastvrijheid, de hospitality.

een verkenning naar kansen voor de ontwikkeling van de Zuidwestelijke Delta tot wellness destinatie

HZ Discovery | voorjaar 2011

34

speerpunt hospitality

een groeiende doelgroep vormend voor de bedrijven die zich op wellness toeleggen. Hospitality is n van de speerpunten van de provincie Zeeland. Voor het begrip hospita- 2.Wellness en vitaliteit Er is een sterk groeiende markt voor welllity wordt in dit onderzoek een brede definitie ness (zie kader 1) en vitaliteit. Wereldwijd gehanteerd, namelijk alle activiteiten binnen is sprake van een ware wellnessboom. De de vrijetijdssector gericht op het bevorderen omzet van bedrijven die wellnessproducvan welbevinden. Specifieke aandacht gaat ten aanbieden (inclusief voedingssuppledaarbij uit naar de bevordering van vitaliteit menten en gezonde voeding) steeg in de en gezondheid van gasten. Het begrip hosVS van 200 miljard dollar in 2002 naar 500 pitality is hiermee een verbreding en verdiemiljard in 2007 (Pilzer, 2007). Deze trend ping van het begrip toerisme. Het gaat niet is ook in Europa waarneembaar. Als gevolg om verblijf en vermaak op zichzelf, maar om van individualisering en de enorme stijhoog ontwikkelde gastvrijheid, die aantrekging van de kosten voor gezondheidszorg kelijk is voor de gezonde of niet meer zo verschuift de aandacht van gezonde mens. Of, simpecuratieve gezondheidszorg ler: toerisme en gezondheid. Hospitality is n naar preventie. Mensen willen gezond blijven en zoetrends van de speerpunten ken de balans tussen werk Drie sterke trends gaan de en priv. En ze hebben daar komende jaren de markt van de provincie ook iets voor over. En van van hospitality een ander de sterkst groeiende sectogezicht geven: Zeeland ren in de laatste jaren is de 1.Silver economy fitnessindustrie. Tussen 1999 Vergrijzing en ontgroeen 2009 steeg het aantal fitnesscentra met ning leiden tot een verschuiving van gast65 %. In 2007 deed tweentwintig procent groepen. De gemiddelde gast is ouder, van de bevolking tussen zes en 79 jaar aan heeft over het algemeen meer te besteden, fitness (Fitnesscentrum in Beeld, 2009). is mobieler en gezonder. Hij of zij heeft meer van de wereld gezien, kan dus verge- 3.Van belevingseconomie naar challenge economy lijken en stelt daarmee ook hogere eisen. Op de producteneconomie volgde de dienIn 2050 zal circa 37 % van de Eurosteneconomie, die daarna is opgevolgd door pese bevolking ouder dan zestig jaar zijn de belevingseconomie. In de belevingseco(Europese Commissie, 2010). Ter vergenomie gaat het niet meer om de materile lijking: de Nederlandse bevolking bestond waarde, maar om de emotie: beleving, verop 1 mei 2010 voor 15,4 % uit 65 plusbeelding, en - vooral - identiteit. Mensen sers (CBS, 2010). Tot 2025 zullen 850.000 kopen hun eigen identiteit in specifieke culextra inwoners zich verdringen in de Randturele contexten. Toerisme, vrijetijdsindustad en andere stedelijke regios, daarmee
HZ Discovery | voorjaar 2011

het begrip wellness is een samenvoeging van well being en fitness. het begrip werd in 1961 voor het eerst gebruikt door de amerikaanse arts dr. halbert Dunn om een lichamelijke en geestelijke toestand van welbevinden te benoemen. Wellness is een antwoord op de drukke en stressvolle maatschappij. voor het begrip Wellness circuleren tal van definities en het begrip wordt inmiddels te pas en te onpas gebruikt door slimme marketeers om consumenten te verlokken. In dit artikel wordt wellness gedefinieerd als producten en diensten die: 1) een gezonde leefwijze bevorderen of de gezondheid helpen herstellen en 2) een gevoel van welbevinden geven (well-being). Dit is een brede definitie.

35

strie, winkelcentra, steden en regios moeten daarop inspelen, anders verliezen ze hun aantrekkingskracht. Inmiddels bevinden we ons in de overgang naar een volgend stadium: de Challenge Economy. Mensen zoeken belevenissen die hen persoonlijk raken, waardoor ze worden uitgedaagd en tot actie kunnen komen (Lier e.a., 2009).

Kansen verzilveren; het onderzoek


Het is aan innovatieve ondernemers om kansen te verzilveren. Veel ondernemers zijn daarmee bezig. Aan de hand van literatuuronderzoek zijn vijf stellingen geformuleerd (zie kader Stellingen), aan de hand waarvan een aantal ondernemers in de regio is genterviewd. Hun antwoorden zijn in relatie gebracht met de clustertheorie van Porter (zie kader Michael Porter) en dienen als basis voor de opzet van verder onderzoek en het opzetten van een onderzoekslijn binnen de opleiding Vitaliteitsmanagement & Toerisme, waarin studenten zullen participeren.

Kansen voor de Zuidwestelijke Delta


De natuurlijke omgeving van de Zuidwestelijke Delta biedt unieke kansen. Bovendien is het gebied (nog) niet verpest door massatoerisme, met de daarbij horende hoogbouw. De regio heeft juist een eigen, authentieke identiteit, die mogelijkheden biedt om in te spelen op de belevings- en de challenge economie. Streekproducten zijn ingredinten voor koks van Europees formaat: Zeeland telt 375 eetgelegenheden en heeft het hoogste aantal restaurants per inwoner, namelijk 11,1 per 10.000, tegenover 6,6 voor heel Nederland en heeft per hoofd van de bevolking veruit de meeste sterrenrestaurants (PZC 10-01-2011). En last but not least het wordt gezien als een regio met een grote mate van veiligheid, een enorm pluspunt voor senioren, die hechten aan geborgenheid en een veilige verblijfsomgeving. Tegelijkertijd dient Zeeland een traditie op te bouwen op het gebied van wellness. Initiatieven zijn er te over, maar het kwantitatieve aanbod is nog laag. Volgens Marketscan Wellness (2008) heeft Zeeland na Flevoland het laagste aandeel in welnessfaciliteiten (3 %, respectievelijk 2 %). (Hierin wordt overigens het begrip Wellness in een beperkte betekenis gebruikt, namelijk bedrijven die ontspanning bieden, zoals saunas en hotels en bungalowparken met wellnessvoorzieningen.

aanbevelingen
Aan de hand van de stellingen konden aanbevelingen worden geformuleerd, als uitgangspunt voor verder onderzoek: 1. Ondernemers die voorbij het eigen belang kijken doen het beter en leveren een grote bijdrage aan innovaties. Samenwerking kan op verschillende niveaus plaatsvinden: - op subbrancheniveau (hotel-hotel; camping-camping) Voorbeeld: twee hotels met wellness bieden samen een tienbadenkaart aan. - tussen subbranches (hotel-camping). Voorbeelden: camping maakt afspraken met hotel over arrangement bij slecht weer, camping biedt beauty- en pedicurebehandelingen aan, door afspraken te maken met schoonheidsspecialiste. - branche-overstijgend (hotel-campingboer). Voorbeeld: hotel maakt arrangement met (kaas)boerderij of imkerij. 2. Door concepten te bedenken en daar binnen producten en diensten te ontwikkelen
HZ Discovery | voorjaar 2011

36

stellingen
1. Zeeland is bij uitstek geschikt als hospitalityregio volgens de definitie van toerisme en gezondheid, maar deze kracht wordt niet of amper gebruikt. voorwaarde om uit te kunnen groeien is vernieuwing en verdieping van toeristische producten, met uitbreiding naar wellness en gezondheid. 2. ontwikkeling van producten en van nieuwe concepten is nodig om meer volume en meer diversiteit te krijgen (denk aan arrangementen en gastvrijheidsconcepten). 3. er is gebrek aan kennis bij aanbieders op de volgende gebieden: - producten - Gezondheid - hospitality/gastvrijheid - Marktbenadering 4. Door verbindingen te maken worden ondernemers gezamenlijk en individueel sterker in het ontwikkelen van nieuwe producten, arrangementen en gastvrijheidsconcepten. 5. eenduidige marketing en imago zijn essentieel. alleen de naam Zeeland is al een gezondheids-statement! Manieren zoeken die inspelen op de behoefte bij de consument aan kwaliteit en authentieke beleving, bijvoorbeeld door middel van een Zeeuws Keurmerk; daarbij aansluiten op de campagne Zeeland echt waar.

en te koppelen aan een verhaal wordt de Deltaregio interessanter voor gezondheidstoerisme. Denk bijvoorbeeld aan kruiden, scrub van mosselschelpen, zeewier, algen, crmes van Zeeuwse producten, modderpakkingen, maar ook aan een voor Zeeland nog onontdekt gebied, het gebruik van zeewater voor hydrotherapie. Belangrijk hierbij is het verhaal achter de producten (beleving!), hoge kwaliteit en voortdurende ontwikkeling. Sterke concepten zijn gebaseerd op de kern en de identiteit van de onderneming en van de ondernemer. Dit sluit aan bij de behoefte aan zingeving (challenge!) bij de gasten. 3. Diversificatie en specialisatie zijn noodzakelijk om gasten te blijven trekken. Traditionele doelgroepen bestaan niet meer: de gast kiest de ene dag voor het strand, de volgende dag wil hij iets beleven: een historische stadswandeling, een ervaring in de natuur, een (misschien wel extreme) buitensport. De gast wil iets blijvends en unieks ervaren en die ervaring meenemen. Door zich te specialiseren en een uniek concept te kiezen, dat past bij de onderneming, wordt het totale hospitality aanbod
HZ Discovery | voorjaar 2011

in de Delta breder en daarmee sterker en aantrekkelijker. Verbindingen van de kust met het achterland, met name de regios West Brabant en Vlaanderen maken de regio sterker. De steden Breda, Bergen op Zoom, Brugge, Gent en Antwerpen bieden toegevoegde waarde voor gasten die beleving zoeken. 4. Kennis over de gast. De gast is verandert voortdurend en verwacht van ondernemers hetzelfde. Een succesvolle ondernemer kijkt vanuit de gast naar zichzelf en stelt de volgende vragen: - welke trends zijn belangrijk nu en in de toekomst en hoe speel ik daar op in; - wat wil de gast: welke belevingsproducten zoekt de gast, hoe kan ik de gast blijven boeien; - hoe zorg ik er voor dat de gast terugkomt; - hoe krijg ik informatie over de gast en hoe gebruik ik daarbij moderne middelen, zoals apps en communities. 5. Kennisontwikkeling is een voorwaarde. Kennis van de regio (verhalen over de cultuur en geschiedenis) om aan te sluiten bij de behoefte aan beleving, maar ook het ontwikkelen van vaardigheden op het

gebied van gastvrijheid, de mogelijkheden die de regio biedt voor gasten die gezondheid en toerisme combineren samen met de toepassing van moderne E-business technieken. 6. Kwaliteits- en rendementsverbetering. Er is behoefte om nieuwe businessmodellen te bedenken, zodat ondernemers kunnen werken aan kwaliteitsverbetering en ontwikkeling. Het toevoegen van een wellnessvoorziening trekt weliswaar extra gasten aan, maar vaak niet genoeg om de exploitatie te dekken. Dit vraagt van de ondernemer een andere manier van werken. Bijvoorbeeld door de voorziening ook open te stellen voor buitenstaanders. 7. Marketingstrategie De Zeeuwse Delta is een sterke merk, dat kansen biedt aan ondernemers bij hun marketingstrategie. Zeeland echt waar is een goede basis, maar is op de Duitse markt niet gemakkelijk uit te leggen. Succesvolle ondernemers sluiten aan bij het Zeelandgevoel en de identiteit van de kustregio. 8. Ondersteuning van ondernemers

Ondernemers hebben behoefte aan steun van en verbintenis met de overheid, onder andere op het gebied van planontwikkeling en juridische kaders. Duidelijke kaders, vlotheid van behandeling van aanvragen, advisering ten aanzien van infrastructuur, overheidsregels en overheidsoptreden zijn kritische factoren, waar volgens ondernemers nog veel in kan verbeteren.

37

conclusies
Van de aanbevelingen worden de meeste actief benvloed. Toetsing van de aanbevelingen aan het model van Porter levert het volgende beeld op: ondernemers zijn vooral gericht op hun eigen onderneming en hun ondernemerschap. Aansluiten bij eigenheid en cultuur en opbouwen van ervaring en traditie op het gebied van well being staan nog in de kinderschoenen. Er wordt nog weinig gebruik gemaakt van de natuurlijke omgeving en fysieke kenmerken van de regio. Daadwerkelijke ontwikkeling zal gebaseerd moeten zijn op het actief en marktgericht inspelen op deze factoren. De genterviewde ondernemers hebben hier in meer

Michael porter (1998) ontwikkelde de zogenaamde Diamanttheorie. hij was met name genteresseerd in de vraag waarom bedrijven in bepaalde regios zoveel beter presteerden dan andere. uit onderzoek bleek clustervorming (dus: samenhang) hierbij een bepalende factor. hij onderscheidt in zijn model de volgende factoren voor competitie: 1. strategie, structuur en rivaliteit van bedrijven (concurrentie) 2. vraagcondities 3. verwante en ondersteunende bedrijven 4. productiefactoren: geschoolde arbeid, kapitaal en infrastructuur een land of regio onderscheidt zich door de onderlinge verbondenheid van deze factoren, die het concurrentievoordeel bepalen. natuurlijke omgeving, geschoolde arbeid en andere aangetroffen productiefactoren leiden niet per definitie tot de vorming van een cluster van uitzonderlijk presterende bedrijven. toevallige of bewuste investeringen van bedrijven en overheden in infrastructuur, kennis en samenwerking leiden tot de ontwikkeling van een zogenaamd cluster van verbonden bedrijven, dat extreem succesvol kan zijn. Meest bekende voorbeeld daarvan is sillicon valley. De hypothese in dit onderzoek is dat door benvloeding (lees: verbetering) van deze factoren, de Zuidwestelijke Delta op het gebied van hospitality kan uitgroeien tot n van de topregios van europa. De vraag is hoe deze factoren te benvloeden zijn.

HZ Discovery | voorjaar 2011

38

en mindere mate stappen in gezet. Er liggen volop kansen voor de ontwikkeling van de hospitalitysector in de Zuidwestelijke Delta. De genterviewde ondernemers geven dit duidelijk aan. En zijn er meer ondernemers die er zo over denken. Vanuit de acht aanbevelingen die uit de interviews konden worden gedefinieerd, kan toe-

gepast onderzoek worden opgezet, waarbij de resultaten direct ter beschikking komen voor ondernemers. De meest geschikte methodiek daarvoor is Action Research, gericht op het ondersteunen en versnellen van de ontwikkeling van de regio in de gewenste richting, met ondersteuning vanuit het Kenniscentrum Kusttoerisme en de Smart Services Boulevard.

Dankwoord
Bijzondere dank gaat uit naar n.v. economische Impuls Zeeland, met name Marlies sobczak, projectleider vitaliteit & Wellness, voor het meedenken en voor het leggen van de contacten met ondernemers. verder aan alle ondernemers die direct en indirect bijdroegen. Met name: dhr. G. coppoolse, directeur van camping ons Buiten in oostkapelle, met een sterk belevingsconcept; mevr. I. heiszler, minicamping perkpolder (de mens centraal), die momenteel een kruidentuin ontwikkelt, als basis voor toekomstgerichte ontwikkeling; dhr. M. Doeleman, directeur Zeeuwse lagune Bv, dat onder meer plannen ontwikkelt voor een hotel met wellness in het veerse Meer; dhr. J.K. Fikke, directeur hampshire trivium hotel & spa, etten-leur, een hotel dat de zakelijke en toeristische markt uitbreidt met de lokale en regionale markt, door ontwikkeling tot vitaliteitscentrum; mevr. D. de Wilde van Quies, spiritueel raadgever, spreker, schrijver en kunstenaar.

Geraadpleegde bronnen en literatuur - CBS-gegevens - Beunders, N., Boers, H., De andere kant van de vrije tijd, Meppel 2008 - Coghlan, D., Brannick, T., Doing Action Research in Your Own Organization, London 2010 - Crabbin-Bailey J.C., Harcup J., Harrington J., The Spa Book, London 2005 - Europese Commissie, http://ec.europa.eu/health/ph_information/dissemination/diseases/age_en.htm - Het Fitnesscentrum in Beeld jaargang 2009, Van Spronsen & Partners Horeca. - Gmelich Meijling-van Hemert, G.R, Haas, M., Zin in Zeeland, Een reis langs Zeeuwse smaakmakers, Vlissingen, Den Boer, 2010 - Health & Wellness Tourism, M. Smith., L. Puczk - Lier, H., Heijblom, R., Waijers A., Van Experience naar Challenge Economy, Noordhoff 2009 - MarketScan Wellness, Kansen voor het binnenlands en inkomend toerisme, NBTC Research 2008. - Omgevingsverkenning Wellness, NEN Consumentenzaken, Delft 2007 - Pilzer, P.Z., The New Wellness Revolution, how to make a fortune in the next trillion dollar industry, Hoboken New Yersey 2007 - Porter, M. E. The Competitive Advantage of Nations, New York, Free Press, 1998. - Terug naar de kust - Toerisme: de banenmotor, Ecorys Nederland BV. In opdracht van NBTC, Rotterdam 2010 - Toeristische Trendrapportage 2009-2010 Kenniscentrum (Kust)toerisme - Trendrapport NBTC 2008

HZ Discovery | voorjaar 2011

peter Kruizinga werkt als projectmanager bij de hogeschool Zeeland, de laatste jaren vooral aan de ontwikkeling van de opleiding vitaliteitsmanagement & toerisme. Daarnaast is hij verbonden aan de smart services Boulevard en het Kenniscentrum Kusttoerisme. vanuit deze drie invalshoeken ontwikkelt hij, in afstemming met nv economische Impuls Zeeland het onderzoeksprogramma Wellbeing in de Zuidwestelijke Delta, waarbij de focus ligt op het snijvlak tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven.

39

saMenvattInG
De Zuidwestelijke Delta kan zich ontwikkelen tot een cluster van ondernemingen dat de streek ontwikkelt tot d wellnessregio van europa. De natuurlijke factoren zijn aanwezig. Door samen te werken, kennis te delen, nieuwe producten te ontwikkelen die aansluiten bij de behoefte aan beleving en zingeving, diversificatie en specialisatie te zoeken, kennis te ontwikkelen over de gast en in te spelen op trends kunnen kansen worden verzilverd. ondernemingen scheppen kansen voor succes als ze hun kennis ontwikkelen, werken aan kwaliteits- en rendementsverbetering en een duidelijke marketingstrategie ontwikkelen. overheden kunnen hen daarbij faciliteren door duidelijke kaders en regels te stellen en ondersteuning aan te bieden.
HZ Discovery | voorjaar 2011

40

De hIGh

perFor

41

een broedplaats voor hoogwaardige prestaties en a Great place to learn

Tekst: Sonja Nossent

rMance

De High Performance Incubator is een snelkookpan voor verbeteringen en innovatiewensen van Zeeuwse bedrijven en instellingen. Studenten, docenten, bedrijven en hun vragen zijn de ingredinten, bedrijfsverbeteringen en leerresultaten de waardevolle opbrengsten.

IncubatOr

HZ Discovery | voorjaar 2011

42

Komt een bedrijf bij de hpI

Met bijvoorbeeld de vraag: In de productie van ons granulaat voor plastic producten kampen we geregeld met stilstand. Wat zijn de oorzaken en hoe kunnen we de productiviteit verhogen? het hpI-model Bij deze vraag formeert de HPI een kundig Dit voorbeeld laat zien hoe de HPI werkt. projectteam: een student (junior), een docent Een organisatie klopt aan met een concrete of externe professional (senior) en enkele wens: een proces verbeteren of innoveren, medewerkers van het bedrijf zelf. Zij gaan een nieuw product of dienst ontwikkelen, een op gestructureerde wijze, volgens Six Sigma nieuwe markt onderzoeken of competenties DMAIC (kader Six Sigma) aan de slag en ontwikkelen. Allemaal gericht op problezoeken naar oorzaken in het schoonmaakpro- men oplossen of toekomst creren. De HPI ces van de menger vr de extruder. Ze ont- zoekt bij het vraagstuk, uit een beschikbare dekken dat het probleem pool, n of twee geschikte kleiner is dan gedacht: het studenten (juniors) en een We leren niet gaat maar om 10% van het docent of externe professiototale productieverlies in nal als projectleider (senior). op school, maar 2010. Verder identificeren Met enkele mensen uit ze in totaal 1600 oorzaken, de organisatie zelf wordt in het leven waarvan er 50 significant zo een HPI-projectteam blijken te zijn: het bespageformeerd. ringspotentieel van deze oorzaken varieert Dat team werkt gedurende n semester van 1000 8500 uur/jaar. Twee van de oorza- aan het organisatievraagstuk en maakt daarken zijn eenvoudig op te lossen door aanpas- bij gebruik van kennis binnen de organisasing van de software. Twee andere oorzaken tie n van externe kennis, bijvoorbeeld uit zijn lastiger want ze vergen een aanpassing literatuur, andere bedrijven of experts binvan de grondstof. nen en buiten de Hogeschool Zeeland. De vraagstukken beslaan verschillende experNa vijf maanden is de opbrengst voor het tisegebieden en sluiten aan op diverse HZbedrijf: een gefundeerd inzicht in de oorza- opleidingen, zoals Werktuigbouwkunde, ken van het productieverlies, in plaats van een Human Resource Management, Commeronderbuikgevoel. En een scala aan verbeter- cile economie, Management Economie en mogelijkheden om te testen en in te voeren. Recht, Chemie, Bouwkunde, Mechatronica De junior en senior hebben hun expertise en en Communicatie. methodieken in de praktijk ingezet, aange- In de HPI-projecten is Action Research de scherpt en uitgebreid. Allen hebben ervan leidende werkwijze. Actie (verandering), geleerd: vakinhoudelijk, effectieve team- onderzoek n leren gaan in voortdurende
HZ Discovery | voorjaar 2011

samenwerking en ervaring met succesfactoren in projectuitvoering, zoals out-of-the-box durven denken, domme vragen durven stellen en de werkvloer opgaan.

43

cycli hand in hand. Leidende principes zijn partnership, gezamenlijke verantwoordelijkheid en wederzijdse afhankelijkheid .De HPI met haar junior(s) en senior n het bedrijf of instelling investeren tijd en geld en committeren zich daarmee. Alle betrokkenen willen (dus) ook opbrengsten en ze hebben elkaar nodig voor het beste (leer)resultaat voor iedereen. Die resultaten worden geboekt door intensieve samenwerking, onder meer via 3-wekelijkse werksessies op het bedrijf. Er is een intensieve introductieweek met diverse workshops en iedere 3 weken zijn er afwisselend training- en reflectiebijeenkomsten voor de juniors en seniors om de werk- en leerprocessen in de verschillende HPI-projectteams te ondersteunen. De bijeenkomsten sluiten aan op de wensen en behoeften van de juniors en seniors, gaandeweg de HPI-projecten. Daarnaast zijn er bij de start,

halverwege en aan het eind van het semester uitwisselingsbijeenkomsten voor lle deelnemers, dus ook met de bedrijfsdeelnemers. Deze verbindingen versnellen en verdiepen de werk- en leerprocessen in de afzonderlijke HPI-projectteams en smeden hen tot een multidisciplinaire Learning Community, zie kader Learning Community. Kortom, de HPI geeft vorm aan Senecas uitspraak We leren niet op school, maar in het leven.

leeromgeving, Kennisbrug, Broedplaats


Hierboven is het HPI-model in een notendop beschreven. De HPI is dus een Leeromgeving, Kennisbrug en Broedplaats ineen, met specifieke karakteristieken, zie kader 3. De HPI is een krachtige leeromgeving, want het is activerend, levensecht en functioneel, draagt bij aan leren te leren en stelt in staat om

six sigma DMaIc


six sigma is een kwaliteitsmanagementmethode om operationele prestaties van een organisatie te verbeteren. centraal staat het identificeren van tekortkomingen in werkprocessen en het verbeteren daarvan. het achterliggende idee is dat processen alleen beheerst en verbeterd kunnen worden als er inzicht in deze processen bestaat. hiervoor zijn beschrijvingen en metingen vereist. six sigma is gebaseerd op statistisch denken en kent zijn oorsprong in de kwaliteitscirkel van William edwards Deming. Daarnaast wordt een vaste methodologie gebruikt om problemen op te lossen, zoals de DMaIc-methodologie. DMaIc is een acroniem voor Define-Measure-analyse-Improve-control. Deze is generiek toepasbaar in elk bedrijfsproces. six sigma wordt al jarenlang in veel (grote) bedrijven toegepast (Wikipedia).

HZ Discovery | voorjaar 2011

44

learning community (lc)


er bestaan diverse definities van learning community. De hpI herkent zich in de volgende twee: - een lc is een groep mensen die gezamenlijke waarden en overtuigingen delen en actief deelnemen in met en van elkaar leren. er zijn vier sleutelfactoren: lidmaatschap, Invloed, vervulling van individuele behoeften, Gezamenlijke activiteiten en emotionele verbindingen (Wikipedia). - een lc ondersteunt en inspireert de intellectuele en persoonlijke ontwikkeling van alle leden. het creert een omgeving die diversiteit, verschillen en de rechten van alle individuen waardeert. voorts ondersteunt en ontwikkelt een lc nieuwe kennis en deelt die kennis met de bredere gemeenschap (Glossary for teacher and principal standards, www.esb.ode.state.oh.us/Word/glossary.

leervorderingen (zelf ) te bepalen (Lodewijks, 1995). En dat geldt niet alleen voor de studenten, maar ook voor de deelnemende docenten, bedrijven en instellingen en externe experts. De HPI is bovendien een kennisbrug. Enerzijds biedt de HPI bedrijven en instellingen toegang tot deskundigheid binnen en buiten de HZ, tot studenten die potentieel toekomstige werknemers zijn, tot een podium om eigen kennis met anderen te delen (gastcolleges, bijeenkomsten, seminars etc.) en tot de onderzoeksagenda van de HZ en andere kennisinstellingen. Anderzijds betekent de HPI voor de HZ een toegang tot de dagelijkse praktijk en expertise van bedrijven en organisaties, tot het werven van stageplekken en toekomstige werkplekken voor studenten, n tot de onderwijsmarkt van werkenden met activiteiten op het gebied van Leven Lang Leren en Erkenning van Verworven Competenties.
HZ Discovery | voorjaar 2011

Tenslotte is de HPI een broedplaats voor innovatie. De HPI experimenteert met innovatieve methoden in de bedrijfspraktijk, gericht op hoogwaardige prestaties inzake Smart Technology, Smart Business en Smart People. Door de uitkomsten in (meestal openbare) rapportages en presentaties vast te leggen en via bijeenkomsten met anderen te delen, draagt de HPI bij aan de (regionale) Body of Knowledge op deze gebieden.

een sterke Zeeuwse economie


De missie van de Smart Services Boulevard (SSB), en dus ook van de HPI, is versterking van de Zeeuwse economie, (Voor meer informatie over de SSB: zie elders in dit blad). Het initiatief voor de HPI is geworteld in de overtuiging bij bedrijven en andere partijen dat, als Zeeland in de wereldeconomie wil blijven mee-ademen, de prestaties en het innovatievermogen van alle regio-

nale spelers sterk moeten verbeteren. En dat geldt niet alleen voor de spelers afzonderlijk, maar vooral ook voor hen samen. Alleen dat maakt het mogelijk om adequaat in te spelen op huidige en toekomstige uitdagingen, zoals wereldwijde concurrentie, economische crises, klimaatverandering, vergrijzing en de transitie naar een duurzame samenleving.

uitdagingen

Natuurlijk zijn er nog steeds uitdagingen voor de HPI. Dat past bij de HPI als lerende organisatie, die zelf wil zjn wat ze de deelnemende bedrijven voorspiegelt: een organisatie die reflecteert, die in een open relatie van haar klanten, partners en stakeholdersfeedback krijgt en al doende voortdurend verbetert en professionaliseert, liefst zo veel mogelijk nog binnen het lopende semester. Het is de brug hpI in de praktijk De HPI kent een groeiscenario : klein begin- bouwen terwijl je erover loopt. Een uitdaging is het selecteren van toppers nen, elk semester enkele stappen nemen, en onder studenten, seniors en bedrijven. Gaanzo opschalen en uitbreiden van proces- en maakindustrie (Bio-Based Economy) naar deweg wordt steeds duidelijker wat belangrijk is voor HPI-succes. Bij de studenten zijn zorg en recreatie (Hospitality) en Water, zie figuur. In de praktijk verloopt de uitbreiding dat niet hoge cijfers, maar ondernemend, ininaar speerpunten volgens plan. De kwantita- tiatiefrijk en nieuwsgierig zijn, doorzetten, tieve groei verloopt echter iets rustiger, zoals teamwork en voltijds inzetbaar zijn. Bij de de tabel laat zien, zie tabel. Voordeel hier- seniors betreft dat: buiten de schoolmuren van is dat er meer ruimte is voor kwalitatieve willen kijken en bijleren, herkennen van organisatiebehoeften, daarop ontwikkeling in het HPIaansluiten door praktische model en de praktische toepassing van expertise, werkwijze, die ook nodig De praktijk van en professioneel acteren als is om uit de pioniersfase te de HPI behelst innovator, consultant, progroeien. jectleider. Van bedrijven Al met al hebben sinds de ook inspiratie, verlangt de HPI: willen en start van de HPI in juni kunnen leren en innoveren, 2008 ruim 40 Zeeuwse transpiratie, op MBO+ niveau opereren, bedrijven en instellingen, frustratie en tijd vrijmaken voor de pro70 studenten en 15 docenjectgroep en geld investeren ten en externe experts in 58 confrontatie ( 5.000 / project). De uitHPI-projecten geparticidaging is nu om deze critepeerd. Hiervan zijn circa 30 bedrijven afkomstig uit de proces- en maak- ria toe te passen en zo goede keuzes te maken. industrie, 6 uit de hospitality sector en er zijn Soms is dat nee zeggen, en zelfs halverwege een project afbreken, als de verwachtingen 4 deelnemers uit andere sectoren. De praktijk van de HPI behelst ook inspira- van bedrijf en HPI, ook na bijstellingen, niet tie, transpiratie, frustratie en confrontatie. En met elkaar overeenkomen. verwachtingen bijstellen, veel communiceren, tegen grenzen aanlopen en deze verleggen. Een uitdaging is verder om bedrijven en instelZoals eigen is aan hands-on innovatie- en lingen te binden en te boeien. De HPI wil veranderingsprocessen. (Leer)resultaten en immers via langdurige relaties het prestatienitevredenheid zijn aan het eind van de HPI- veau in de regio verhogen. Dat betekent niet projecten echter altijd te bespeuren, zowel bij alleen afzonderlijke vraagstukken tot een oplosde studenten, de docenten en externe profes- sing brengen, maar ook stapelen, verbinden en innovatievermogen ontwikkelen. De HPI ziet sionals, als de bedrijven. Enkele uitspraken daarom graag dat organisaties geregeld aan een illustreren dit heel duidelijk, zie kader 6.
HZ Discovery | voorjaar 2011

45

46

het hpI-model

links: Dit is een schematische weergave van een hpI-project. het hpI-projectteam bestaat uit projectmedewerkers vanuit het bedrijf en vanuit de ssB/hpI (senior en Junior(s)), en eventueel een expert. centraal in het hpI-projectteam staat de action research cyclus, die het team bij herhaling gezamenlijk doorloopt: c = constructing: van beelden over de huidige (ist) en de gewenste (soll) situatie, en van de doelen vraagstelling, mede door begrip van de (grotere) context en ambitie van de organisatie, en gebruikmakend van kennis uit de (bestaande) Body of Knowledge.

pa = planning action: plan van aanpak ontwikkelen om van nu (ist) naar de toekomst(soll) te komen. a = action: daadwerkelijke actie(s) uitvoeren. r = reflection: stilstaan bij effecten van de actie(s), inzichten en ervaringen expliciet maken en betekenis geven, leren voor de volgende cyclus en voor bijdragen aan de Body of Knowledge rechts: Door de hpI-projecten als het ware te stapelen en via training- en reflectiebijeenkomsten met elkaar te verbinden, vindt ook op metaniveau uitwisseling, leren en bijdragen aan de Body of Knowledge plaats.

HPI-project deelnemen, als vervolg op een voorgaand project of met een nieuw project. Een uitdaging is om de bedrijven en instellingen meer onderling te laten uitwisselen, kennis te delen en gezamenlijk te leren van gemeenschappelijke themas, met inzet van experts van binnen en buiten. En dus ook hen tot een Learning Community te smeden. Tenslotte is een uitdaging het HPI-model werkelijk te leven. Het is op papier helder
HZ Discovery | voorjaar 2011

en geloofwaardig, maar blijkt in de praktijk ook weerbarstig. Organisaties hebben bij een HPI-project vaak het beeld van een meewerkstage. Dat geldt ook voor studenten, temeer daar het binnen de HZ-kaders zo te boek staat. De docenten die als senior optreden, zien zich soms als (intensieve) begeleider van de student die het allemaal moet leren. De HPI besteedt veel aandacht aan communicatie en beeldvorming om het HPI-verhaal beter neer te zetten en voel-

baar te maken. Cruciaal pas zien hierbij is anders gaan denken en doen. Zodat bedrijf, door student en senior het HPIproject niet meer invullen als een stage, noch als een (voordelige) consultancy klus, maar als hun gezamenlijke onderneming op basis van partnership; comakership. Dat betekent zelfsturing, het

Je gaat het als je het hebt

beste bij elkaar naar boven brengen en je samen inzetten om kennis tot waarde te brengen. Waarschijnlijk geldt hierbij: Je gaat het pas zien als je het door hebt. Aan de HPI dus de uitdaging om HPI-deelnemers deze ontwikkeling te laten doormaken en de pareltjes die daaruit ontstaan flink te laten zien!

47

Groeiscenario van de hpI

Gerealiseerde groei van de hpI semester sem 2-2008 sem 1-2009 sem 2-2009 sem 1-2010 sem 2-2010 sem 1-2011 totaal ontdubbeld projecten 5 7 8 11 14 13 58 58 Bedrijven 5 5 7 7 12 12 48 40 Juniors 10 7 8 20 17 14 76 72 seniors 3 4 5 6 7 7 32 15

48

uitspraken van hpI-deelnemers


Door het in kaart brengen en analyseren, zagen wij dingen waar wij ons konden verbeteren Adri Bout Seafarm

uiteindelijk zijn er 59 lachwekkende, goede, rare en uitstekende ideen uitgekomen. We gaan hier direct mee aan de slag, bedankt!. Paul Verdurmen, Feyter Industrial Services.

er is veel intensiever contact tussen student en senior dan bij een stage. De mogelijkheden tijdens het project zijn hierdoor zowel voor het bedrijf als de studenten veel groter. Pleun Boone, student MER, en Benjamin Timmermans, student BIF.

niet alleen hadden we een senior met jarenlange ervaring, we konden ook workshops volgen. Kevin Troy, student HRM.

Werken voor de hpI was een leuke manier om samen met studenten een zeer inhoudelijke bijdrage aan innovatie te leveren. Door het intensieve contact in vergelijking met een normale stage werd ook mijn eigen kennis benut, een uitdaging! Femke IJsseldijk, Senior van HPI-project bij Philips Vitrite.

een student kunnen begeleiden bij het binnenkomen bij bedrijven uit zeer uiteenlopende sectoren, in nauw overleg met de opdrachtgever de probleemstelling formuleren, een diepgaande analyse uitvoeren om tot een gedegen oplossing te komen, een tevreden klant en een tevreden student aan het einde van het traject. Wat wil men als senior nog meer? niets. Pieter Sloterdijk, Senior van HPI-project bij Admiraal de Ruyter Ziekenhuis.

Geraadpleegde literatuur en verder lezen - Lodewijks, J.: Leren buiten de school - Op weg naar krachtige leeromgevingen. In: De leerling en zijn zaak. Adviesraad voor het Onderwijs, Utrecht, 1995. - Website: www.smartservicesboulevard.nl en klik door op High Performance Incubator.

HZ Discovery | voorjaar 2011

49

saMenvattInG
De high performance Incubator (hpI) is n van de instrumenten van de smart service (ssB) Boulevard om innovatiekracht en ondernemend gedrag in Zeeland te stimuleren en te ondersteunen. Dit gebeurt via projecten rond concrete vraagstukken van bedrijven en instellingen, waarin studenten, docenten, externe professionals en bedrijfsmedewerkers gedurende een semester intensief samenwerken. Daarnaast vindt uitwisseling plaats via gezamenlijke training- en reflectiebijeenkomsten. sinds juni 2008 hebben ruim 40 Zeeuwse bedrijven en instellingen, 70 studenten, 15 docenten en externe experts in 58 hpI-projecten geparticipeerd. het unieke hpI-model maakt de hpI tot een succesvolle leeromgeving, kennisbrug en broedplaats, die zelfs nog enkele uitdagingen kent.

sonja nossent is sinds februari 2010 actief voor de smart services Boulevard: als projectleider van de high performance Incubator en als moderator in de open Innovatie studio. Bovendien denkt en doet ze mee in de vormgeving van de ssB als organisatie van de 21e eeuw, in het project hpI en leven lang leren en ondersteunt ze student companies. Daarnaast heeft sonja haar eigen bureau essentio, voor coaching, training en ontwikkeling van mensen en organisatie. enthousiast, betrokken en creatief werkt ze aan doen stromen en aanwakkeren van werk- en levensvreugde. steeds ten bate van duurzame groei en bloei. voor contact over dit artikel: essentio@xs4all.nl .

50

colofon
hZ Discovery nr. 09 Magazine over kennis, wetenschap en praktijkgericht onderzoek van de Hogeschool Zeeland redactie Paul Vader; pvader@hz.nl Margot Verhaagen; margot.verhaagen@hz.nl redactionele bijdragen Wim brouwer, Sonja nossent, dirk Vermaire, andr de Korte en John van beers, nico Landsman, Peter Kruizinga. redactieraad Hans de bruin, Hans dekker, dick Fundter, Eric Hageman, Jouke Heringa, Leendert Jan Parlevliet, brigitte Pommee, Martin rijk, Margot tempelman.

vormgeving nilsson, creatieve communicatie Fotografie Mechteld Jansen; www.forumfotografie.nl oplage 3000 hogeschool Zeeland bezoekadres: Edisonweg 4, 4382 nW Vlissingen Postadres: Postbus 364, 4380 aJ Vlissingen Wilt u de hZ Discovery kosteloos ontvangen of hebt u een adreswijziging? Stuur een mail naar: Frederiek Stols; frederiek.stols@hz.nl

www.hz.nl

HZ Discovery | voorjaar 2011

51

www.hz.nl

Vous aimerez peut-être aussi