Vous êtes sur la page 1sur 176

Gebruikersgids voor IQ2-metaaldetector

ii
Inleiding

Copyright en erkenningen
Copyright 20032005 Loma Systems. Alle rechten voorbehouden. Loma Systems Southwood Farnborough Hampshire GU14 0NY Engeland Tel: Fax: 01252 893300 01252 513322

Web: http://www.loma.com De IQ2-metaaldetector en bijbehorende documentatie zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze documentatie mag worden verveelvoudigd, overgebracht, getranscribeerd, opgeslagen in een terughaalsysteem, vertaald in een andere taal, of computertaal, in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Loma Systems. IQ2-metaaldetector is een handelsmerk van Loma Systems. Alle andere productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. De informatie in deze gids is naar vermeend juist op de datum van het ter perse gaan. Ons beleid is echter voortdurende ontwikkeling, zodat de informatie in deze gids zonder kennisgeving aan verandering onderhevig is en geen verbintenis van de zijde van Loma Systems voorstelt. Deze gids werd ontworpen en geproduceerd door Human Computer Interface Limited, http://www.interface.co.uk Publicatienummer: niveau K van uitgave 814116

4023

iii
Inleiding

Veiligheidsvoorschriften
Hieronder worden alle veiligheidsvoorschriften vermeld die in deze gids gebruikt worden. Wij raden ten zeerste aan dat personeel dat voor de installatie, het onderhoud of de bediening van de in deze gids beschreven apparatuur verantwoordelijk is of zal zijn, deze voorschriften leest en begrijpt. 1. LEVENSGEVAAR ELEKTRICITEITSTOEVOER. Een stroom van 100 milliampres die slechts n seconde door het lichaam gaat, kan doden. Dit kan gebeuren bij lage voltages zoals 35 V wisselstroom of 50 V gelijkstroom. De apparatuur die in deze gids beschreven wordt, gebruikt elektrische stroom die dodelijk kan zijn. Tenzij absoluut noodzakelijk, mogen reiniging, inspectie en onderhoud niet uitgevoerd worden zonder dat de apparatuur eerst van alle elektriciteitstoevoer gesoleerd is. 2. LEVENSGEVAAR PERSLUCHTTOEVOER. De apparatuur in deze gids kan geleverd worden met persluchttoevoer die onder een druk staat die dodelijk kan zijn. Tenzij absoluut noodzakelijk, mogen reiniging, inspectie en onderhoud niet uitgevoerd worden zonder dat de apparatuur eerst van alle persluchttoevoer gesoleerd is. 3. AAN APPARATUUR WERKEN. Als er toch aan de apparatuur gewerkt moet worden met elektrische stroom en/of persluchttoevoer aangesloten, mag het werk alleen uitgevoerd worden door bevoegd personeel dat zich volledig van het gevaar bewust is en voldoende veiligheidsmaatregelen genomen heeft om contact met gevaarlijke voltages en/of persluchttoevoer te vermijden. 4. UITWERPAPPARATEN. Wanneer persluchttoevoer en/of elektrische stroom gebruikt worden/wordt voor een automatisch uitwerpapparaat, mag geen enkel deel van het lichaam ooit binnen het bedrijfsgebied van het uitwerpapparaat komen. 5. OVERMATIG LAWAAI. Wanneer er een uitwerpapparaat met luchtinblazing in werking is, kan het lawaai ervan geluidsoverlast bezorgen. Hoewel korte blootstelling aan dergelijk lawaai geen permanente gehoorschade zal veroorzaken, kan langdurige blootstelling wel enige schade aanbrengen. Personeel dat regelmatig aan dit lawaai wordt blootgesteld, wordt aangeraden oorbeschermers te dragen. 6. ZWARE APPARATUUR. De apparatuur in deze gids is bijzonder zwaar, en bij het hanteren dienen er strenge voorzorgsmaatregelen in acht genomen worden. Er moeten voldoende personeel en een geschikte vorkheftruck of laadbordenhefwagen gebruikt worden om veilige hantering te verzekeren.

4023

iv
Inleiding

7. APPARATUUR OPTILLEN. Gebruik alleen de juiste draagriemen en hijswerktuigen om zware apparatuur te verplaatsen. Inspecteer alle draagriemen en hijswerktuigen voordat de apparatuur opgehesen wordt om te verzekeren dat: (a) de veilige werkbelasting niet wordt overschreden. (b) er geen gerafelde of gebroken draden zijn. (c) haken, ringen en dergelijke niet beschadigd zijn. 8. METAALDETECTORS VERPLAATSEN. Het zwaartepunt van sommige metaaldetectors ligt hoog. Wanneer ze op een hellend vlak verplaatst worden, moet men ervoor zorgen dat ze niet omvallen. Dit zou iemands dood of ernstig lichamelijk letsel, en/of zware schade aan de metaaldetector kunnen veroorzaken. 9. VERONTREINIGERS. Olin en smeermiddelen moeten altijd met zorg gehanteerd worden. Langdurige blootstelling van onbedekte huid aan bepaalde olin en smeermiddelen kan huidproblemen veroorzaken. Hanteer olin en smeermiddelen altijd volgens de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant. 10.BEKLEMDE VINGERS. Raak de onderkant van de transporteur niet aan terwijl de machine in werking is. Vingers kunnen klem komen te zitten en dan tussen een bewegend en vast onderdeel van de machine verbrijzeld worden. 11.OSHA. In de VS plaatst de OSHA (Occupational Safety and Health Administration) de last van naleving heel duidelijk op de gebruiker van de apparatuur, en de wetten zijn zodanig gegeneraliseerd dat bepaling van toereikendheid van navolging een gerechtelijke beslissing van de plaatselijke inspecteur is. Derhalve kan Loma niet verantwoordelijk gehouden worden voor geleverde apparatuur die niet volledig aan de voorwaarden van OSHA of OHSA voldoet. Loma kan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor boete die belast kan worden voor het niet-voldoen aan de eisen van de wetten zoals door een gemachtigde inspecteur genterpreteerd. Loma handelt echter wel op verantwoordelijke wijze wat betreft veilig ontwerp van apparatuur en zal altijd met klanten werken om waar mogelijk te helpen bij het verhaal op enige schending tegen redelijke kosten voor de koper.

4023

v
Inleiding

12.GEBRUIK VAN APPARATUUR IN WERKGEBIEDEN WAAR EXPLOSIEVE ATMOSFEREN KUNNEN OPTREDEN. CE-RICHTLIJN 94/9/EC ATEX-richtlijn Juli 2003 (a) LOCATIE VAN APPARATUUR. Deze apparatuur is gecerticeerd als categorie 3D voor exclusief gebruik in zones met de aanduiding 22. (b) INSTALLATIE EN ONDERHOUD. Stroomkasten dienen regelmatig genspecteerd en onderhouden te worden om de ophoping van stof te voorkomen en de integriteit van sluitingen te garanderen. Voordat er onderhoud uitgevoerd wordt, moet het apparaat van de elektrische stroomtoevoer ontkoppeld worden. Wees er tijdens installatie en onderhoud op bedacht dat er geen stof in de stroomkast komt. Mocht dit toch gebeuren, dan moet al het stof verwijderd worden voordat de apparatuur in gebruik wordt genomen. Na installatie en onderhoud en vr in gebruikname moeten alle kasten en kabelpakkingen goed afgeschermd worden om te voorkomen dat er stof in komt. Wees tijdens installatie en onderhoud voorzichtig om schade aan deurdichtingen en pakkingen voor kabelingangen te voorkomen. (c) GEBRUIK. Teneinde een veilige werking te garanderen dienen stofophopingen op elk oppervlak direct verwijderd te worden om te voorkomen dat de oppervlaktetemperatuur van apparatuur stijgt. 13.HOOGTEAFSTELLING. De hoogte van de farmaceutische en pijpleidingdetectors moet voorzichtig afgesteld worden. Als er geen toepasselijke maatregelen genomen worden, zou dit ernstig lichamelijk letsel of schade aan de detector kunnen veroorzaken.

4023

vi
Inleiding

De volgende veiligheidsvoorschriften hebben betrekking op specieke metaaldetectors in de IQ2-reeks.

Pijpleidingdetectors inclusief versies speciek voor vulapparaten


14.BEVEILIGING WANNEER OP EEN STANDER GEMONTEERD. Vanwege het hoge zwaartepunt moet een pijpleidingmetaaldetector op een stander voorzichtig verplaatst worden, aangezien de machine door de gebruikte kracht en/of obstructie van de wielen om kan vallen. Dit zou iemands dood of ernstig lichamelijk letsel, en/of zware schade aan de detector kunnen veroorzaken. 15.OPSTARTEN MET AUTOMATISCHE UITWERPKLEP (RV). Wanneer een pijpleiding ingeschakeld wordt, verandert de status van de automatische uitwerpklep van Reject- in Run-modus. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de uitwerpklepafvoer wanneer de machine aanstaat, om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen. 16.HOOGTEAFSTELLING OP STANDER-GEMONTEERDE VERSIES. Wanneer de hoogte van een detectorconstructie afgesteld wordt, mag de xeerschroef in de hoogteafstellingsstang niet losgedraaid worden. Wordt de schroef losgedraaid en verwijderd, dan kunnen het hoofddeel van de detector en de uitwerpklep (RV) ronddraaien op de hoogteafstellingsstang, en zal de machine omvallen. Dit zou iemands dood of ernstig lichamelijk letsel, en/of zware schade aan de detector kunnen veroorzaken. 17.VEILIGHEID. De detector is op een gasgevulde hoogteafstellingsstang gemonteerd. Nadat de hoogte van de detector afgesteld is, dient de bijstelhendel helemaal aangedraaid te worden, anders zou de detector omhoog kunnen gaan op de stang en ernstig lichamelijk letsel en/of zware schade aan de detector kunnen veroorzaken. 18.EEN MET SCHARNIER GEMONTEERDE VERSIE OP EEN PA30-VULAPPARAAT. Wanneer een pijpleiding op een PA30 gemonteerd is, moet de detector van de PA30 verwijderd worden voordat de PA30 van het hoofdvulapparaat ontkoppeld wordt. Wordt dit niet gedaan, dan kan de PA30 omvallen en iemands dood of ernstig lichamelijk letsel, en/of ernstige schade aan de PA30 veroorzaken. 19.EEN MET SCHARNIER GEMONTEERDE VERSIE ZONDER STANDER VERPLAATSEN. Wanneer de detector gemonteerd of van het vulapparaatscharnier verwijderd wordt, dient men voorzichtig te werk te gaan. De detector dient door twee personen aan de handvaten opgetild te worden. Als n persoon de detector probeert op

4023

vii
Inleiding

te tillen of de handvaten niet gebruikt worden, zou dit iemands dood of ernstig lichamelijk letsel, en/of ernstige schade aan de detector kunnen veroorzaken. 20.EEN MET SCHARNIER GEMONTEERDE VERSIE OP EEN STANDER VERPLAATSEN. Bij de verplaatsing van een detector dient men voorzichtig te werk te gaan, aangezien de machine door de gebruikte kracht en/of obstructies van de wielen kan omvallen. Alle hulpstukken moeten verwijderd worden voordat het vulapparaat ontkoppeld wordt, anders kan de detector omvallen. Dit zou iemands dood of ernstig lichamelijk letsel, en/of ernstige schade aan de detector kunnen veroorzaken. 21.VERPLAATSING WANNEER UITGERUST MET EEN WATERMANTEL. Wanneer een pijpleiding uitgerust is met een productpijp die voorzien is van een watermantel, kunnen de oppervlaktetemperaturen van de productpijp en de watermantelspoel stijgen tot 75C. Contact met de productpijp of de watermantelspoel kan kleine brandwonden of lichtelijk schroeien veroorzaken. 22.BEDIENING WANNEER VOOR HANDKOPPELING GEBRUIKT. Wanneer er een pijpleiding aan een vulapparaat gemonteerd is en voor handkoppeling gebruikt wordt, zit de kniehefboom van het vulapparaat dichter bij de toevoer van de detector dan de afvoer.

Farmaceutische versies
23.AFSTELLING. De detector is op een gasgevulde hoogteafstellingsstang gemonteerd. Als de hoogte van de detector afgesteld moet worden, dient de afstellingsklem daarna helemaal aangedraaid te worden. Wordt dit niet gedaan, dan zou de detector omhoog kunnen gaan op de stang en ernstig lichamelijk letsel en/of zware schade aan de detector kunnen veroorzaken. 24.VEILIGHEID. De kop en productgoot van de metaaldetector worden op een arm gemonteerd, zodat ze geroteerd kunnen worden wanneer de kantelhoek-afstellingsklem losgemaakt wordt. Wanneer de klem losser gemaakt wordt om de kantelhoek bij te stellen, moeten de kop en productgoot altijd ondersteund worden, anders zou dit ernstig lichamelijk letsel kunnen veroorzaken.

4023

viii
Inleiding

Freefall-versies
25.VERWIJDERING VAN EEN OMLEIDER. Een omleideruitwerpapparaat moet voorzichtig verwijderd worden. Wanneer men de eenheid laat vallen, zou dit iemand ernstig lichamelijk letsel kunnen bezorgen. 26.OPSTARTEN MET EEN OMLEIDER. Wanneer een vrijevaldetector ingeschakeld wordt, verandert de status van het omleideruitwerpapparaat van Reject- in Run-modus. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de uitwerpafvoeren wanneer de machine aanstaat, om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen.

Noodmaatregelen
1. NOODSTOP VAN TRANSPORTEURS. Deze apparatuur is uitgerust met een Stopnoodknop. Deze knop zit op de voorplaat en is rood. Wanneer de metaaldetector in een noodgeval onmiddellijk stopgezet moet worden, drukt u op deze knop. 2. OPTREDEN BIJ BRAND. In het onwaarschijnlijke geval dat er brand uitbreekt in een door Loma Systems geproduceerd onderdeel van de apparatuur, is het belangrijk dat er een brandblusser met het juiste blusmateriaal gebruikt wordt. Bij brand in elektrische apparatuur moet er een brandblusser met droog poeder (Blauw etiket) gebruikt worden. 3. HOORBARE WAARSCHUWINGEN. Een transporteur kan uitgerust zijn met een controlelamp, en een alarmbel die afgaat wanneer er een metaalverontreiniger in het product bespeurd wordt. Het maximumvolume van het alarmsignaal hangt af van het type en ligt in het bereik van 110 dB(A) tot 125 dB(A) bij 1 meter.

Kwaliteitsbewaking
Uw selectie van een Loma-metaaldetectorsysteeem bewijst dat u de kwaliteit van uw producten wilt garanderen en daarmee uw klant wilt beschermen. Wij raden u het volgende aan: 1. Is uw Loma-metaaldetectorsysteem eenmaal genstalleerd, dan dient u contact op te nemen met uw plaatselijke serviceafdeling van Loma om het systeem in bedrijf te stellen. 2. Controleer de werking van de metaaldetector regelmatig (eenmaal per uur wordt aanbevolen). Maak nauwkeurige aantekeningen van de tests, de metaalmonsters die gebruikt worden, en de productinformatie.

4023

ix
Inleiding

3. Als de detector de test niet haalt, isoleer het product dan van de laatste test en introduceer het opnieuw door de metaaldetector zodra de apparatuur weer gebruiksklaar is. 4. Laat de apparatuur ondersteunen door een planmatig preventief onderhoudscontract. Neem contact op met uw plaatselijke serviceafdeling van Loma voor meer informatie. 5. Heeft u of wilt u BS EN 9000-accreditering hebben, schrijf dan een sectie in uw gebruikersgids over metaaldetectieprocedures, en laat elke detector regelmatig kalibreren en zorg dat u hiervan een schriftelijke verklaring ontvangt. 6. Ten slotte dient u ervoor te zorgen dat uw operateurs, kwaliteitsbewakings- en onderhoudspersoneel ten minste jaarlijks in het gebruik van de apparatuur getraind worden. Neem contact op met uw plaatselijke serviceafdeling van Loma voor informatie over beschikbare training.

Over deze gids


Deze gids bevat volledige instructies voor de installatie en werking van de Loma IQ2metaaldetectors. De gids bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Over de IQ2-metaaldetectorreeks
In dit hoofdstuk krijgt u een algemene introductie tot de IQ2-metaaldetectorreeks en worden de werking en algemene toepassingen beschreven.

De IQ2-metaaldetector gebruiken
In dit hoofdstuk staan algemene informatie over het gebruik van de IQ2-metaaldetectors en een eenvoudige bespreking van hun werking.

Een nieuw product instellen


In dit hoofdstuk krijgt u stapsgewijze instructies om een nieuwe productcode in te stellen en de metaaldetector voor een bepaald product te kalibreren.

Rapporten vertonen en afdrukken


In dit hoofdstuk staat informatie over het weergeven en afdrukken van batchresultaten en verontreinigers-, fout- en defectenrapporten.

4023

x
Inleiding

De IQ2-metaaldetector instellen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de metaaldetector kalibreert en parameters instelt, zoals de meelooplimieten, tijden en datums, en machine-ID's.

Prestatievalidatie gebruiken
In dit hoofdstuk worden de voordelen van de procedure voor prestatievalidatie beschreven en wordt uitgelegd hoe u de IQ2-metaaldetector kunt instellen voor PV-tests.

De IQ2-metaaldetector installeren
In dit hoofdstuk krijgt u algemene aanwijzingen voor de installatie van een IQ2metaaldetector, evenals algemene regels voor plaatsing om juiste werking te verzekeren.

Onderhoud
In dit hoofdstuk staan uitgebreide onderhoudsinstructies voor de IQ2-metaaldetectors.

Bijlagen
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over speciale opties voor de Loma IQ2-metaaldetectors.

Conventies
In deze gids worden de volgende typograsche conventies gebruikt ter verduidelijking: Stijl Gebruikt voor
Toetsen die u indrukt op het besturingspaneel van de IQ2-metaaldetector. Namen van menu's en parameters die op de display van de metaaldetector verschijnen. verwijzing Een kruisverwijzing naar een ander deel van deze gids of naar een andere gids.

e, K
VET

3009

xi
Inleiding

De Loma-bedrijven
Verenigd Koninkrijk
Verkoop Loma Systems Southwood Farnborough Hampshire GU14 0NY United Kingdom Tel: Fax: Web: 01252 893300 01252 513322 http://www.loma.com Klantendienst Loma Systems Customer Services Unit 43 Campus Road Bradford West Yorkshire BD7 1HR United Kingdom Tel: Fax: 01274 378200 01274 729716

E-mail: sales@loma.co.uk

Canada
Verkoop en Klantendienst Loma Systems Unit 11, 333 Wyecroft Road Ontario L6K 2H2 Canada Tel: Fax: Web: 1-800-387-7987 / 905- 842-4581 905-842-3460 http://www.loma.com

VS
Verkoop en Klantendienst Loma Systems 283 East Lies Road Carol Stream Illinois 60188 USA Tel: Fax: Web: 1-630-588-0900 / 1-800-USA-Loma 1-630-588-1395 http://www.loma.com

E-mail: sales@loma.com

E-mail: sales@loma.com

3009

xii
Inleiding

Benelux
Verkoop en Klantendienst Loma Systems BV Panovenweg 22 5708 HR Helmond Netherlands Tel: Fax: E-mail: +31 (0) 492 573573 +31 (0) 492 573570 info@lomasystems.com Tel Klantendienst: +31 (0) 492 573550

Frankrijk
Verkoop en Klantendienst Loma Systems BV Panovenweg 22 5708 HR Helmond Netherlands Tel Verkoop: Tel Klantendienst: Fax: E-Mail: +33 (0) 1 55695777 +33 (0) 1 55695778 +33 (0) 1 55174331 info@lomasystems.com

Duitsland
Verkoop en Klantendienst Loma Systems BV Panovenweg 22 5708 HR Helmond Netherlands Tel Verkoop: Fax: E-Mail: +49 (0) 69 50070357 +49 (0) 69 50070405 info@lomasystems.com Tel Klantendienst: +49 (0) 69 50070358

Breng een bezoekje aan de Loma-website op www.loma.com voor details van andere Lomakantoren en het wereldwijde netwerk van distributeurs, of bel een van de verkoopkantoren.

4023

xiii
Table des matires

Inhoud
Over de metaaldetectorreeks Inleiding Transportbandversies Pijpleidingversies Handtmann-versies Farmaceutische versies Vrijevalversies De metaaldetector gebruiken Werkingsprincipes Optimale resultaten Goede werkmethoden ISO9000 Een sleutelcode invoeren Een product selecteren De displays Besturingspaneel De gevoeligheid/grenswaarde bijstellen De menu's gebruiken Een nieuw product instellen Een product instellen Rapporten weergeven en afdrukken Batchresultaten weergeven Rapporten maken De logs voor verontreinigers, run- en systeemfouten weergeven 55 49 50 51 37 38 41 42 1 2 3 9 14 18 20 27 28 29 31 33 34 34 35 36

2024

xiv
Table des matires

De metaaldetector instellen De metaaldetector kalibreren De kalibratieparameters handmatig instellen De werkingsmodus instellen De trigger-grenzen instellen De grens en compensatie bijstellen Het vermogen van de kop bijstellen De datum en tijd instellen De machine-ID instellen Sleutelcodes bepalen Prestatievalidatie (PV) gebruiken Inleiding PV-tests instellen Een prestatievalidatietest uitvoeren De metaaldetector installeren Algemene informatie Transportbandversies Pijpleidingversies Handtmann-versies Farmaceutische versies Vrijeval-versies (stand-alone) Modellen met kort of lang gestel met uitwerpomleider Alleen IQ2-zoekkop installeren Koppen op transporteurs monteren Onderhoud Inspectie- en reinigingsprocedures Specieke reinigingsprocedures Routineonderhoud

59 60 63 64 65 67 68 69 70 71 73 74 75 78 81 82 86 91 94 97 98 102 108 111 119 120 123 129

2024

xv
Table des matires

Bijlagen Bijlage A Omkeerkalibratie Bijlage B Opdrachtgids Bijlage C Product signal tracking-menu Bijlage D Servicemenu Bijlage E Uitwerpopties Bijlage F Bedradingsschema voor externe sensors LicentIeovereenkomst voor eindgebruikers Index

135 136 139 146 149 151 154

155 157

2024

xvi
Prface

Over de metaaldetectorreeks
In dit hoofdstuk krijgt u een algemeen overzicht van de verschillende producten, een uitleg van hun werking en voorbeelden van toepassingsmogelijkheden. De hoofdkenmerken van de verschillende modellen in de reeks worden hier ook beschreven.

2
Over de metaaldetectorreeks

Inleiding
De IQ2-metaaldetector wordt geleverd in een aantal verschillende conguraties om aan de eisen van verschillende productsoorten te voldoen. De detectors hebben dezelfde kop en besturingseenheid, maar hebben verschillende transporteurs al naar gelang het product dat door de zoekkop moet gaan. Dit zijn de verschillende transporteurs: Transportband met platte of plastic modulaire banden Pijpleidingversies Handtmann-versies Farmaceutische versies Vrijeval-versies De verschillen tussen deze versies worden in de volgende secties van dit hoofdstuk besproken.

Zoekkop en besturingseenheid
De zoekkop en besturingseenheid zijn ontworpen voor transporteursystemen die doorlopend in beweging zijn, farmaceutische, pijpleiding- en vrijeval-metaaldetectors. Er kan een tweede zoekkop gemonteerd worden voor producten in folie- en nietfolieverpakking; dit heet een Ferrous in Foil-metaaldetector. De besturingseenheid wordt standaard aan het uiteinde van de zoekkop bevestigd. Bij deze eenheid kan het systeem via een menugestuurde gebruikersinterface ingesteld en gekalibreerd worden. De besturingseenheid is compatibel met de volgende communicatiepakketten: LomaNet (optionele rapporten/logs en serieel schakelbord vereist). LomaLink (optionele rapporten/logs en serieel schakelbord vereist). De besturingseenheid kan uitgerust worden met een aantal externe sensors; een optionele sensorplaat is hiervoor vereist. Bovendien kan de besturingseenheid op een aantal visuele waarschuwingslampen aangesloten worden.

5086

3
Over de metaaldetectorreeks

Transportbandversies
In deze sectie worden Loma-transporteurs beschreven die uitgerust zijn met platte banden en plastic modulaire banden. Transporteurs met platte banden zijn geschikt voor gebruik met lichtere producten, terwijl transporteurs met plastic modulaire banden voor zwaardere producten in ruwere omgevingen geschikt zijn.

Platte banden
Bij transporteurs met platte banden zijn de banden van polyurethaan gemaakt.

5086

4
Over de metaaldetectorreeks

Plastic modulaire banden


Bij transporteurs met plastic modulaire banden zijn de banden gemaakt van spuitgietplasticmodules, die tot een aaneengekoppelde eenheid worden gemonteerd en door plastic scharnierstaven verbonden zijn. De band wordt positief aangedreven vanuit een centrale drijftand die op een vierkantdrijfas bevestigd is. Dit betekent dat er geen verschuivingen en meeloopafwijkingen kunnen optreden. In de volgende tabel staan details van de drie verschillende plastic modulaire banden die door Loma geleverd worden. Bandtype
Plat oppervlak Glad raster

Ontwerp
Glad, gesloten oppervlak. Open rasterpatroon met glad oppervlak.

Toepassingen
Verpakte of losse producten. Producten in dozen of ander verpakkingsmateriaal.

Lichtgewicht glad raster

Open rasterpatroon met glad oppervlak.

Producten in dozen of ander verpakkingsmateriaal.

Alle bandsoorten zijn van wit polyethyleen gemaakt en kunnen een maximumgewicht van 60 kg over de lengte van de band ondersteunen.

Uitwerpmechanismen
Transportbanden kunnen met de volgende uitwerpapparaten geleverd worden: Stop-On-Detect (SOD) Luchtinblazing Duwinrichting Terugtrekband (alleen verkrijgbaar op platte banden en banden met lichtgewicht gladde rasters). Transporteurs kunnen ook zonder uitwerpapparaten maar met 'Signal Only'-uitgang geleverd worden. Bij bespeuring van een metaalverontreiniger in het product geeft de besturingseenheid alleen een uitgangssignaal. Deze transporteur kan samen met de apparatuur van de klant gebruikt worden. Over het afvoerdeel van de band en het uitwerpapparaat wordt standaard een uitwerpdeksel gemonteerd. Deze beveiligingsinrichting moet lichaamsdelen buiten het bedrijfsgebied van het uitwerpapparaat houden. Het SOD-werpapparaat heeft geen uitwerpdeksel.

5086

5
Over de metaaldetectorreeks

Er zijn twee maten uitwerpbakken verkrijgbaar met pneumatische uitwerpmechanismen: klein en groot. De maat van de bak wordt bepaald door de lengte van de transporteur en het product dat afgekeurd wordt. De uitwerpbak wordt standaard uitgerust met een kap. SOD-uitwerpapparaat Het SOD-uitwerpapparaat zorgt ervoor dat de transporteur tot stilstand gebracht wordt en dat een alarm de aanwezigheid van een verontreiniger signaleert. Het maximumvolume van het alarmsignaal ligt tussen 110 en 25 decibel (dB) bij 1 meter, maar het niveau kan bijgesteld worden. Na verwijdering van het verontreinigde product moet de transporteur handmatig opnieuw gestart worden. Luchtinblazing-uitwerpapparaat Het luchtinblazing-uitwerpapparaat gebruikt een hogedrukstroom van perslucht om een verontreinigd product van de band naar de uitwerpbak te duwen. Duwuitwerpapparaat Het duwuitwerpapparaat duwt het verontreinigde product van de band naar de uitwerpbak. Terugtrekband-uitwerpapparaat Het terugtrekband-uitwerpapparaat gebruikt perslucht om het transportterugtrekmechanisme te activeren. Het verontreinigde product valt door het gat in de band in de uitwerpbak, die aan de onderkant van de transporteur gemonteerd is.

Andere standaardapparatuur
Elektrischevoedingskast Elektrische stroom naar de transporteur wordt aangesloten in de voedingskast. De kast wordt meestal aan de voorkant van het transporteurgestel gemonteerd maar kan ook hoog gemonteerd worden. De stroom wordt via de isolator aangesloten. De interne onderdelen kunnen op een gedrukte bedradingsplaat gemonteerd worden of op DIN-draadklossen als er een PLC-versie geleverd wordt. De deur van de kast is uitgerust met een isolatiehendel, Stop- en Start-knoppen en de Stop-noodknop. De isolator wordt gebruikt om de elektrische stroom naar de machine te isoleren. De Startdrukknop brengt de transporteur in beweging en de Stop-drukknop brengt hem tot stilstand. Stop-noodknop (Geproduceerd in Farnborough) Elke transporteur is uitgerust met een Stop-noodknop. Deze is op de deur van de elektrischevoedingskast gemonteerd en is rood. In noodgevallen wordt de transporteur met

5086

6
Over de metaaldetectorreeks

deze knop stopgezet en wordt er, waar toepasselijk, lucht uit de pneumatische aandrijver van het uitwerpapparaat geblazen. Luchtdrukschakelaar Als de transporteur met een duwuitwerpapparaat of een terugtrekband-uitwerpapparaat wordt geleverd, is er een luchtdrukuitvalschakelaar aangebracht. De schakelaar is door Loma zo ingesteld dat hij in werking treedt als de druk van de persluchttoevoer naar het uitwerpapparaat beneden 40 psi (2,8 bar) daalt. De transporteur komt dan tot stilstand. Foto-oog voor productregistratie Transporteurs die met een duwuitwerpapparaat worden geleverd, zijn met een foto-oog voor productregistratie uitgerust. Het foto-oog wordt standaard aan de zijkant van de transporteur gemonteerd. Het wordt gebruikt om de positie van de producten op de transporteur te registreren. Het kan desgewenst ook direct boven de band gemonteerd worden. Dit is vooral geschikt voor de registratie van producten die niet veel diepte hebben.

Optionele apparatuur
De volgende opties zijn beschikbaar, afhankelijk van het gemonteerde uitwerpapparaat:
Optie SODuitwerpapparaat Hoorbaar alarmsignaal 'Bak vol'-foto-oog Indicatielampjes Stroomtoevoer boven detector Productgeleiders Foto-oog voor productregistratie PVS-controlelampje Bevestiging van uitwerpaandrijving Uitwerpbevestiging met foto-oog O O O O O O O O O O O O O S O O S O O O O O O Luchtinblazing uitwerpapparaat O O O O O O O O Duwuitwerpapparaat Terugtrekbanduitwerpapparaat

S = Standaard, O = Optioneel.

5086

7
Over de metaaldetectorreeks

De opties worden in de volgende secties beschreven: Hoorbaar alarmsignaal Het alarmsignaal gaat af wanneer er een verontreinigd product bespeurd wordt. Het maximumvolume van het alarmsignaal ligt tussen 110 en 25 decibel (dB) bij 1 meter, maar het niveau kan bijgesteld worden. 'Bak vol'-foto-oog Waarschuwt wanneer de uitwerpbak vol is. Indicatielampjes Er zijn vier opties die gecombineerd kunnen worden: de lampjes lichten op wanneer er een PVS-test vereist is, bij een systeemfout, bij bespeuring van verontreinigde producten of als een Loopindicateur. Stroomtoevoer boven detector De elektrischevoedingskast kan hoog of aan de voorkant van de transporteur (standaard) gemonteerd worden. Productgeleiders Er zijn drie soorten beschikbaar. En soort bevindt zich alleen bij de toevoer van de transporteur, de tweede wordt door de zoekkop heen gemonteerd en de derde wordt de hele lengte van de transporteur gemonteerd. De geleiders kunnen gemakkelijk op de breedte van een bepaald product ingesteld worden. Foto-oog voor productregistratie Een foto-oog registreert de positie van producten op de transporteur. PVS-controlelampje Gaat branden wanneer een voorgeprogrammeerde PVS-test vereist is. Het is normaal blauw, maar kan wit zijn als het systeem twee zoekkoppen gebruikt. Bevestiging van uitwerpaandrijving Brengt de transporteur tot stilstand wanneer er een verontreinigd product bespeurd wordt en de uitwerpsolenode niet op gang gebracht wordt. Uitwerpbevestiging met foto-oog PEC's over het uitwerpverzamelapparaat bevestigen dat er een pakket afgewezen is.

5086

8
Over de metaaldetectorreeks

Technische specicatie (alle Europese transportbanden)


Afmetingen Elke machine wordt ontworpen om aan de eisen van een bepaalde klant te voldoen. Gewicht Stroomvereisten Standaardoptie 380/400/440 V driefasig, 50 Hz, neutraal en aarde 380/400/440 V driefasig, 50 Hz, aarde maar geen neutraal 220/230/240 V, eenfasig, 50 Hz, neutraal en aarde 220/230/240 V, eenfasig, 50 Hz, aarde maar geen neutraal Stuurspanning Huidig verbruik Luchttoevoer (duw- en terugtrekuitwerpapparaat) Optimumdruk Minimumdruk Maximumdruk Capaciteit (liter/seconde bij 100 psi) Luchttoevoer (luchtinblazinguitwerpappraat via tuit) Optimumdruk Minimumdruk Maximumdruk Capaciteit (liters/seconde bij 100 psi) Omgeving Bedrijfstemperatuur Relatieve vochtigheid -10 C tot 40 C 80% tot 31 C (86 F) wordt verminderd tot 50% bij 40 C (104 F) 6,9 bar (100 psi) 6,9 bar (100 psi) 8,0 bar (120 psi) 27 5,5 bar (80 psi) 4,5 bar (65 psi) 6,0 bar (90 psi) 10 24 V wisselstroom, 50 Hz 350 voltampre Staat op identicatieplaat op het transportgestel.

5086

9
Over de metaaldetectorreeks

Pijpleidingversies
In deze sectie worden pijpleiding-metaaldetectors van Loma beschreven, die ontworpen zijn voor gebruik met verpompte producten zoals vlees, vloeistoffen, emulsies, slurry en brijachtige massa's. Ze kunnen gebruikt worden met vele verschillende vleespompen en snijmachines.
LAMP OPTIONEEL BESTURINGSEENHEID UITWERPKLEP ARV60

ELEKTRISCHE AANSLUITING ALUCHTAANSLUITING 10 mm DRUK 6 bar

RD80 x 1/4" CONTRASTSTEKKER STROOM

DETECTOR 100 X 100

RD80 x 1/4" MANNETJESSTEKKER

AFGEKEURD

Getoond wordt een 2,5-model op een standaard met een uitwerpklep. De pijpleiding-metaaldetector is van roestvrij staal en bestaat uit een pijpleidingdetectorconstructie en een besturingseenheid. De detector kan optioneel met een ARV (automatische uitwerpklep) uitgerust worden. De pijpleidingdetectorconstructie bestaat uit een pijpleidinghoofddeel, dat een verwijderbare Acetal-productpijp bevat, en een zoekkop. Als de detector voor producten gebruikt wordt die kunnen stollen of smeren, kan hij met een watermantel uitgerust worden. Pijpleidingdetectors kunnen in een horizontaal of omlaag stromend deel van de pijpleiding gemonteerd worden. Omhoogstromende delen zijn niet geschikt, aangezien uitwerptiming onvoorspelbaar wordt vanwege het zwaartekrachteffect op de verontreiniger.

5086

10
Over de metaaldetectorreeks

Montageconstructies
Pijpleidingdetectors van het standaardtype worden meestal op een stander of L-console gemonteerd, afhankelijk van de toepassing. Pijpleidingdetectors worden gemaakt van glasparelgestraald roestvrij staal en zijn verkrijgbaar in een aantal toepassingsafhankelijke openingsgroottes. Een typische op een stander gemonteerde versie heeft een gasgevulde stang die op de koningsstijl gemonteerd is, waarmee de hoogte gemakkelijk afgesteld kan worden. Dankzij vier onafhankelijk verstelbare/vergrendelbare wielen die op een H-basis met open constructie gemonteerd zijn, kan de detector gemakkelijk verplaatst, gereinigd en voor ongelijke vloerniveaus afgesteld worden.

Uitwerpkleppen
Er zijn een aantal optionele uitwerpkleppen die gebruiksafhankelijk zijn. Hieronder worden drie veel voorkomende soorten besproken. Loma-ARV (automatische uitwerpklep)

PNEUMATISCHE AANDRIJVER

CILINDERMONTAGEMOER

CILINDERMONTAGE

LEISTANG

SLUITSCHROEVEN (2 UIT)

MONTAGEPLAAT VOOR ZUIGER

O-RINGEN

STROOM

HOOFDDEEL O-RINGEN

ZUIGER AFGEKEURD

5086

11
Over de metaaldetectorreeks

Het pneumatisch werkende omleiderapparaat met directe doorstroom is van 304L roestvrij staal gemaakt. De klep bestaat uit een hoofddeel met een dubbelwerkende pneumatische aandrijver. Binnen in het hoofddeel zit een zuigerconstructie. Alle metaalonderdelen zijn van 304L roestvrij staal of aluminium gemaakt. De zuiger is van Acetal-copolymeer of polysulifon gemaakt. Perslucht naar de aandrijver wordt via een pneumatische klep met 5 poorten geleverd die boven op de besturingseenheid gemonteerd is. De persluchttoevoer moet droog en bij een aanbevolen druk van 80 psi (5,5 bar) doorgesmeerd zijn. Wanneer er een verontreinigd product wordt bespeurd, wordt er perslucht aan de onderste poort van de aandrijver geleverd. Hierdoor gaat de zuiger omhoog en stroomt het deel van het product dat de verontreiniger bevat, van de uitwerpafvoer naar de voet van de klep. Ladish Dairy-RV

O-RINGSLUITING

AANDRIJVER

STROOM

WISSELKLEP
ZUIGERMONTAGE

WISSELKLEP

AFGEKEURD

5086

12
Over de metaaldetectorreeks

De klep is gemaakt van 316 roestvrij staal en bestaat uit een wisselklep waarop een normaal gesloten pneumatische aandrijver met retourveer gemonteerd is. In het hoofddeel zit een zuigerconstructie. Alle metaalonderdelen zijn van 316 roestvrij staal gemaakt. De aanbevolen druk van de toegevoerde lucht is 80 psi (5,5 bar). Lee Turbo Charged Ball-RV
AANDRIJVER

SLUITINGEN

INVOERSLUITING SCHACHT KOGEL UITLAATSLUITING


KNIJPPUNT

PAKKING

KLEM

STROOM

INLAATADAPTER

NIET BEDIENEN ZONDER BESCHERMKAP

ADAPTER

AFGEKEURD AFGEKEURD

De eenheid bestaat uit een kleponderdeel met ingebouwde T-kogel die met een omgebouwde aandrijver verbonden is. Alle metaalonderdelen zijn van 316 roestvrij staal gemaakt, met teon- (of micagevulde) sluitingen en een Buna-N O-ring. De aanbevolen druk van de toegevoerde lucht is 100 psi (6,9 bar).

5086

13
Over de metaaldetectorreeks

Technische specicatie
Montageconstructie Standerconstructie Pijpleidingmaten (binnenwijdte) Stander of L-console Gasgevulde hoogteafstellingsstang 48 mm NB (2") 57 mm NB (2,5") 73 mm NB (3") 98 mm NB (4") Gewicht Stroomvereisten Universele invoer volgens voltagestandaard Huidig verbruik Luchttoevoer (ARV-uitwerpklep) Optimumdruk Minimumdruk Maximumdruk Capaciteit (liter/seconde bij 90 psi) Omgeving Bedrijfstemperatuur Relatieve vochtigheid -10 C tot 40 C (-14 F tot 104 F) 80% tot 31 C (86 F) wordt verminderd tot 50% bij 40 C (104 F) Uitwerpmechanismen Soorten Omleider met directe doorstroom, Lee Ball, of Ladish Dairy-kleppen. Materiaal Bedieningsmechanisme Fittingen Roestvrij staal Pneumatische aandrijver Verkrijgbaar met RD80 x 1/4 DIN11851 3A afschuiningsen sneluitschakelingsttingen. Materiaal Productpijpsluitingen Acetal-/Delrin-viton 6,0 bar (90 psi) 5,0 bar (73 psi) 8,0 bar (116 psi) 10 20 voltampre 85 V 264 V, eenfasig, 50/60 Hz Staat op de identicatieplaat op het transportgestel.

5086

14
Over de metaaldetectorreeks

N.B.: Werkdrukken van product zijn misschien beperkt, afhankelijk van de totale lijnconguratie inclusief een eventueel gemonteerd automatisch uitwerpapparaat.

Handtmann-versies
De basis 2,5"-pijpleidingdetector kan voor gebruik met een HandLinker-toepassing gecongureerd worden. Op het systeem zijn extra scharnieren en een uitbreidingsaandrijfas gemonteerd om het gebruik van HandLinker-apparatuur te vergemakkelijken. De metaaldetector bevindt zich op het scharnier van de vulapparaatuitvoer in plaats van op de normale tandwielkastaandrijving. De productpijp wordt aan de uitvoer van het vulapparaat gekoppeld via kwartslag RD80ttingen. De tandwielkast- en HandLinker-apparatuur zijn aan het replicascharnier op de uitvoer van de metaaldetector gemonteerd. Het gebruikte uitwerpsysteem is Stop-OnDetect. Dezelfde pijpleidingdetector kan ook voor gebruik met AL-systemen gecongureerd worden. Dit systeem wordt gemonteerd op het scharnier van het vulapparaat en omvat montage van een invoerwartel RD80 x kwartslag productpijpconnector waarmee hoogteverschillen tussen vulapparaat en AL Linker bijgesteld kunnen worden. Een verdere conguratie, kort scharnier genaamd, staat gebruik van de kwartslag RD80ttingen en een automatische uitwerpklep toe, indien vereist. Als de detector gebruikt moet worden voor producten die kunnen smeren, kan hij met een watermantel uitgerust worden.

5086

15
Over de metaaldetectorreeks

AL Linker-versie
PRODUCTPIJP

PRODUCTSTROOM

ZOEKKOP VAN METAALDETECTOR

HandLinker-versie

PRODUCTPIJP

PRODUCTSTROOM

ZOEKKOP VAN METAALDETECTOR

HOOGTEAFSTELLINGSKLEM

5086

16
Over de metaaldetectorreeks

ShortHinge-versie
PRODUCTPIJP

PRODUCTSTROOM

ZOEKKOP VAN METAALDETECTOR

HOOGTEAFSTELLINGSKLEM

Als de detector voor producten gebruikt wordt die kunnen smeren, kan hij met een watermantel uitgerust worden. De AL- en Linker-eenheden zijn 'toepassingsspeciek'; er is een dubbele versie die beide toepassingen beslaat en uit twee productpijpen plus een scharnieradapter bestaat, zodat de eenheid voor beide toepassingen gecongureerd kan worden. De elektrische aansluiting voor de AL of 'dubbele' eenheid is een dubbele connector, en de elektrische connector voor de Hand Linker en Short Hinge kan een enkele of dubbele verbinding zijn, afhankelijk van de toepassing.

Montageconstructies
Er zijn twee soorten montageconstructies verkrijgbaar voor Handtmann-detectors: standeren scharniermontage, en scharniermontage. De stander is van glasparelgestraald roestvrij staal. In de koningsstijl is een gasgevulde stang gemonteerd waarmee de hoogte van de detector gemakkelijk afgesteld kan worden. De stander is uitgerust met vier vergrendelbare wielen, zodat de detector gemakkelijk verplaatst kan worden.

5086

17
Over de metaaldetectorreeks

Technische specicatie
Montageconstructie Standerconstructie Pijpleidingmaten Gewicht Stander of scharnier Gasgevulde hoogteafstellingsstang 57 mm binnenwijdte Staat op de identicatieplaat op het transportgestel. Stroomvereisten Standaard universele invoer Huidig verbruik Luchttoevoer (ARV-uitwerpklep) alleen kort scharnier Optimumdruk Minimumdruk Maximumdruk Capaciteit (liter/seconde) bij 90 psi Omgeving Bedrijfstemperatuur Relatieve vochtigheid -10 C tot 40 C (-14 F tot 104 F) 80% tot 31 C (86 F) wordt verminderd tot 50% bij 40 C (104 F) Uitwerpmechanisme alleen kort scharnier Type Materiaal Bedieningsmechanisme Fittingen Materiaal Productpijp Sluitingen Acetal/Delrin Viton Omleider met directe doorstroom Roestvrij staal 304L/Acetal Pneumatische aandrijver RD80 x 1/4, kwartslag sneluitschakeling 6,0 bar (90 psi) 5,0 bar (73 psi) 8,0 bar (116 psi) 10 85 264 V, eenfasig, 50/60 Hz 20 voltampre

N.B.: Werkdrukken van product zijn misschien beperkt, afhankelijk van de totale lijnconguratie inclusief een eventueel gemonteerd automatisch uitwerpapparaat.

5086

18
Over de metaaldetectorreeks

Farmaceutische versies
In deze sectie wordt de farmaceutische metaaldetector van Loma beschreven, die ontworpen is om ijzerhoudende- en niet-ijzerhoudende verontreinigers te bespeuren in farmaceutische producten zoals tabletten, pillen en capsules. De metaaldetector is op een verstelbare stander gemonteerd en bestaat uit een zoekkop en een productgoot. De afvoerkant van de kop is uitgerust met een uitwerpconstructie.

BESTURINGSEENHEID

VOEDINGSKAST
UC TS OO TR M

PR

OD

ZOEKKOP VAN METAALDETECTOR

PRODUCTGOOT

UITWERPCONSTRUCTIE

450 MAX. KANTELING

HOOGTEAFSTELLINGSKLEM

KANTELHOEK VAN AFSTELLINGSKLEM

VERGRENDELBARE WIELEN

Bij standaard farmaceutische metaaldetectors is de besturingseenheid op de stander gemonteerd. Aan de achterkant van de besturingseenheid is een voedingskast bevestigd. De productgoot is van lage-frictie ABS gemaakt en met een polycarbonaatdeksel uitgerust. Het deksel is transparant zodat een bediener van het apparaat de stroom van het product door de detector kan controleren. Er worden twee gekartelde handmoeren gebruikt om de goot vast te zetten.

Montageconstructies
De stander is gemaakt van parelgeblazen roestvrij staal. In de koningsstijl is een gasgevulde stang gemonteerd waarmee de hoogte van de detector gemakkelijk afgesteld kan worden. De stander is uitgerust met vier vergrendelbare wielen, zodat de detector gemakkelijk verplaatst kan worden.

5086

19
Over de metaaldetectorreeks

De productgoot, detectorkop en uitwerpconstructie kunnen op een geschikte hoek schuingesteld worden met een sneluitschakelingsklem.

Uitwerpconstructie
De uitwerpconstructie bestaat uit een afvoergoot en een uitwerpmechanisme. Het uitwerpmechanisme bestaat uit een klep van roestvrij staal die door een ultrasnelle elektrische solenode in werking gesteld wordt. De afvoergoot is uitgerust met een polycarbonaatdeksel. Dit deksel moet altijd op z'n plaats zitten wanneer de detector in werking is om te verzekeren dat de pillen, tabletten of capsules door de goot naar beneden stromen. Wanneer er een verontreinigd product bespeurd wordt, opent de solenode de klep, zodat het verontreinigde product door een gleuf in de afvoergoot en door een uitwerptrechter aan de onderkant van de goot kan vallen. Afgekeurde producten worden via de uitwerptrechter in een ronde vergaarafvoer opgevangen. Deze werkmethode zorgt voor een schone en zorgvuldige uitwerping van het verontreinigde product. De snelle actie van de klep beperkt afval tot een minimum.

Technische specicatie
Montageconstructie Gewicht Stroomvereisten Standaard universele invoer Huidig verbruik Omgeving Bedrijfstemperatuur Relatieve vochtigheid -10 C tot 40 C (-14 F tot 104 F) 80% tot 31 C (86 F) wordt verminderd tot 50% bij 40 C (104 F) Uitwerpmechanisme Type Materiaal van klep Elektrische solenodegestuurde klep Roestvrij staal 85 264 V, eenfasig, 50/60 Hz 100 voltampre Stander, gasgevulde hoogteafstellingsstang Zie de identicatieplaat op het transportgestel.

5086

20
Over de metaaldetectorreeks

Vrijevalversies
In deze sectie worden de Freefall-metaaldetectors van Loma besproken, die ontworpen zijn om ijzerhoudende en niet-ijzerhoudende verontreinigers te bespeuren in producten die door middel van zwaartekracht via een soort hopper en pijpaanleg naar een verpakkingssysteem gestuurd worden.

Modellen met kort of lang gestel


De volgende illustratie toont de opbouw van modellen met een kort of lang gestel.

N.B.: Welke detector gemonteerd wordt, hangt af van de modelvereisten.

5086

21
Over de metaaldetectorreeks

Het detectorsysteem wordt volledig gemonteerd geleverd en hoeft dan alleen nog maar op de juiste plaats genstalleerd en op een nfasige wisselstroomtoevoer en een luchttoevoer aangesloten te worden. De detector en het bedieningspaneel zijn op een robuust gestel gemonteerd dat een koebelachtige uitwerpomleider heeft die de verontreinigde productstroom met behulp van vooraf ingestelde timings uit de verticale lijn wegleidt. De timings zijn ingesteld om positieve uitwerping van de verontreiniger met minimale productverspilling te verzekeren. De eenheid kan los staan of hoog opgehangen worden, afhankelijk van de toepassing. De eenheid bestaat uit een zoekkop en bedieningspaneel, met een noodstroomkast die op een uitwerpomleidingssysteem gemonteerd is. Er wordt een ronde productpijp meegeleverd voor aansluiting op de bestaande productpijpaanleg via een exibele gaiter. De uitwerpomleider is ontworpen voor gemakkelijke toegang tot en verwijdering van de koebelemmer om snelle en efcinte reiniging te verzekeren. De uitwerpomleideruitvoer bestaat uit twee rechthoekige goten met opstaande randen voor aansluiting op toepasselijk pijpwerk om een goed product naar de volgende verpakkingsmachine of een verontreinigd product naar een veilige uitwerpcontainer te leiden. Model met kort gestel Dit model is bestemd om in een droge omgeving gebruikt te worden met een product dat geen effect toont wanneer het aan het veld van de detector blootgesteld wordt en waar installatieruimte beperkt is. Model met lang gestel Het ontwerp van dit systeem lijkt op dat van het korte gestel, maar is bestemd voor gebruik in een ruwere omgeving met een product dat een effect toont wanneer het aan het veld van de detector blootgesteld wordt en waar de installatieruimte groot genoeg is voor het langere systeem. Stand-alonemodellen Er zijn twee modellen verkrijgbaar: Slimline CF-model (contained eld). Catalogue CF-model (contained eld).

5086

22
Over de metaaldetectorreeks

Slimline CF-model De Slimline CF-metaaldetector is minder gevoelig voor bewegend en niet-bewegend metaal dat zich dicht bij de opening bevindt. Deze metaaldetector is geschikt om gebruikt te worden in situaties waar ruimte en het beschikbare metaalvrije gebied beperkt zijn, bijv. boven zakkenmakers. De opening van een CF-metaaldetector is standaard rond, met een bevestigde metaalkraag van boven en onderen. De totale diepte hangt af van de grootte van de opening. De volgende illustratie toont een typisch slimline-model:
DRAAIHOUDER MEERKOPHOPPER

REDUCTIEKEGEL

CONTAINED FIELD (CF) FREEFALL-METAALDETECTOR

Catalogue CF-model Net als bij de slimline-versie heeft de catologusdetector een CF-ontwerp zodat er een minder groot metaalvrijgebied vereist is. Het ontwerp van dit model is iets groter en bestemd om in dezelfde toepassingen te werken, maar wanneer er meer installatieruimte beschikbaar is.

5086

23
Over de metaaldetectorreeks

De volgende illustratie toont een typisch catalogusmodel:

4-TAPBOUTGATEN M8 DOORSNEDE

ZOEKKOP

2 GATEN AAN BEIDE KANTEN DIAMETER 9.0

OPENING

Montageconstructies
Zoals bij alle metaaldetectors werkt een vrijeval-metaaldetector beter wanneer er geen vibratie is. Het is raadzaam de detector stevig te monteren om te voorkomen dat hij ten opzichte van zijn omgeving verschoven wordt. Dit vermindert het effect van bewegend metaal. Vrijeval-metaaldetectors kunnen op antivibratiehouders, een Tufnol-plaat of een draaiconstructie gemonteerd worden.

5086

24
Over de metaaldetectorreeks

Het gebruik van antivibratiehouders wordt alleen aangeraden wanneer het vibratieniveau beduidend is en er zich geen metaal in het metaalvrije gebied bevindt. Montage op een Tufnol-plaat is meestal toepasselijker, omdat de bevestiging dan onbuigzaam en nietgeleidend is. Een draaibevestiging maakt wisseling van producten en ook reiniging van de detector eenvoudiger. Detectors (alleen slimline) die op een steunpunt gemonteerd zijn, moeten aan het uiteinde tegenover het steunpunt ondersteund worden om vibratie te voorkomen.

Technische specicatie
Montageconstructie (stand-alonemodel) Montageconstructie (modellen met kort of lang gestel) Uitwerpmechanisme (afhankelijk van het model) Koebel-omleideruitwerpapparaat of spanningsvrije contacten Stroomvereisten Universele invoer (stand-alonemodel) Modellen met kort of lang gestel Huidig verbruik Milieubescherming Stand-alone en modellen met kort gestel Modellen met lang gestel Bedrijfstemperatuur Relatieve vochtigheid Stofvrij Stofvrij en waterbestendig -10 C tot +40 C (-14 F tot +104 F) 80% tot 31 C (86 F) verminderd tot 50% bij 40 C (104 F) Luchttoevoer (modellen met kort of lang gestel) Optimum luchtdruk Minimum luchtdruk Maximum luchtdruk Capaciteit (liter/seconde bij 4,5 bar (65 psi) 4,0 bar (60 psi) 3,5 bar (50 psi) 4,5 bar (65 psi) 10 85 264 V, eenfasig, 50/60 Hz 110, 220, 230 of 240 V, eenfasig, 50/60 Hz 50 voltampre Steunpunt, gemonteerd of anti-vibratiehouder Op de grond of aan het plafond

5086

25
Over de metaaldetectorreeks

Toegestane waarde voor spanningsvrije uitwerpcontacten (stand-alonemodel)

5 A bij 250 V wisselstroom of 3 A bij 30 V gelijkstroom weerstandsbelasting 2 A bij 250 V wisselstroom of 2 A bij 30 V gelijkstroom inductieve belasting

5086

26
Over de metaaldetectorreeks

5086

De metaaldetector gebruiken
In dit hoofdstuk staat algemene informatie over het gebruik van de metaaldetector en wordt de werking op eenvoudige wijze beschreven.

Bovendien wordt uitgelegd hoe u een sleutelcode invoert, tussen de menu's schakelt, en parameters en de gevoeligheid bijstelt.

28
De metaaldetector gebruiken

Werkingsprincipes
Voordat u de metaaldetector gebruikt, is het nuttig te weten hoe het apparaat werkt, zodat u de metingen die het verricht, en de basis die het gebruikt om een metaalverontreiniger in een levensmiddel te bespeuren, beter kunt begrijpen. Hoewel er verschillende soorten metaaldetectors gemaakt worden voor verschillende levensmiddelen, werken ze in principe allemaal op dezelfde wijze. Het product gaat door een buis waaromheen zich drie spoelen bevinden (zie onderstaand diagram):

Oscillator Ont va r nge

Zen

der

g van Ont

er

Product De centrale spoel wordt de zenderspoel genoemd. Deze spoel zendt een radiofrequentiesignaal uit dat lijkt op de frequenties die gebruikt worden voor AMuitzendingen. Er zijn twee ontvangerspoelen die zich elk op gelijke afstand van de zenderspoel bevinden en die als antennes fungeren om het radiosignaal op te vangen. De metaaldetector meet de voltageverschillen tussen deze spoelen en dit wordt aangeduid als het signaal.

7026

29
De metaaldetector gebruiken

Wanneer er zich niets tussen de spoelen bevindt, is het voltage in beide ontvangerspoelen gelijk, omdat ze zich op gelijke afstand van de zenderspoel bevinden en het signaal nul is. Elk geleidend object dat zich tussen de spoelen beweegt, zal met het magnetische veld reageren en zo een voltageverschil tussen de twee ontvangerspoelen opleveren. Hoewel elk object een klein verschil zal opleveren, geven metalen objecten een beduidend groter verschil, waardoor ze in niet-metalen objecten zoals levensmiddelen bespeurd kunnen worden. De metaaldetector kan zo onderscheid maken tussen een niet-verontreinigd product en een product met metaalverontreiniging.

Optimale resultaten
Voordat u de metaaldetector met een nieuw product gebruikt, is het belangrijk de detector met dat product te kalibreren, zodat de detector zich op de hoogst mogelijke gevoeligheid kan instellen. De metaaldetector heeft drie verschillende werkingsmodi: Dry [Droog], Resistive [Resistent] of Reactive [Reactief]. Tijdens kalibratie selecteert de detector automatisch de werkingsmodus die voor een bepaald product het beste resultaat zal opleveren.

Dry-modus
De Dry-modus wordt gebruikt voor producten met een laag vochtgehalte, zoals thee en kofe. Deze modus is ook geschikt voor bevroren voedsel omdat water niet geleidt wanneer het bevroren is. Dry-modus geeft de beste gevoeligheid; in deze modus kan de metaaldetector meestal een ijzerhoudende of niet-ijzerhoudende metaalverontreiniger van n millimeter bespeuren in een opening van 100 millimeter.

Resistive-modus
De Resistive-modus wordt gebruikt voor producten met een gering vochtgehalte, zoals bloem of cacao, of producten die met ijzer verrijkt zijn, zoals graan.

Reactive-modus
De Reactive-modus wordt gebruikt voor producten met een aanzienlijk vochtgehalte, die daarom geleidend zijn, waardoor het product een groot effect geeft wanneer het door de metaaldetector gaat.

7026

30
De metaaldetector gebruiken

In deze modus maakt de detector gebruik van het verschil tussen het resistente en het reactieve signaal om een onderscheid te maken tussen het effect van het product en het effect van een product met een metaalverontreiniger. Aangezien het product het signaal dat door de metaalverontreiniger gegenereerd wordt, kan verhullen, ligt de gevoeligheid meestal iets lager dan in Dry- of Resistive-modus.

Relatieve bespeurbaarheid van niet-ijzerhoudende metalen


De weerstand, en dus het bespeuringsgemak, van verschillende niet-ijzerhoudende metalen loopt sterk uiteen. Hoe beter de metalen geleiden, hoe gemakkelijker het wordt om ze te bespeuren, zoals blijkt uit de volgende graek:
MINDER WEERSTAND; MEER GELEIDING GEMAKKELIJKER TE BESPEUREN
Weerstand

MEER WEERSTAND; MINDER GELEIDING MOEILIJKER TE BESPEUREN

lv e Ko r pe r G ou A d lu m in iu W ol m fra am

B ro

si

Se

es

40

Gevoeligheid voor roestvrij staal is altijd slechter dan die voor andere niet-ijzerhoudende verontreiniging. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de relatieve conductiviteit van het materiaal, zoals hierboven aangetoond werd. Het is ook mogelijk een bepaald formaat van een niet-ijzerhoudende verontreiniger geleidelijk te elimineren, maar toch een kleiner of groter formaat te bespeuren. Dit kan omdat het metaalsignaal overeenkomt met het productsignaal en weggecompenseerd is. Het is belangrijk dat u zich bewust bent van de effecten van verontreinigerorintatie en relatieve bespeurbaarheid. De teststaven die in de metaaldetectie-industrie gebruikt worden, zijn bolvormig, omdat orintatie-effecten hierdoor gelimineerd en herhaalbaarheid

30

Se

K N wik ic hr oo m

p. )

nk

p. )

ke l

od

tl /S St r ie s St

tin

Ti

(ty

(ty

Zi

N ik

ng

ns

Lo

Zi

la

r ie

/S

tl

7026

31
De metaaldetector gebruiken

gegarandeerd wordt. In de praktijk is dit echter misschien niet altijd het geval, en daarom moet de gebruiker hieraan denken.

Goede werkmethoden
De volgende procedures worden aanbevolen om een doeltreffende metaalinspectieroutine te garanderen en in stand te houden. Voor een effectief gebruik van de IQ2-metaaldetector zijn de volgende drie stappen essentieel: Detectorgevoeligheden vaststellen Regelmatig testen van detectorgevoeligheid tijdens gebruik Effectieve verwerking van afgekeurde producten.

Detectorgevoeligheden vaststellen
Wanneer de metaaldetector eenmaal met het product gekalibreerd is, is het belangrijk om vast te stellen welk formaat metaalverontreiniger de detector kan vinden. In Dry- of Resistive-modus zijn ijzerhoudende en niet-ijzerhoudende gevoeligheden ongeveer gelijk. In Reactive-modus is niet-ijzerhoudende gevoeligheid slechter dan ijzerhoudende gevoeligheid. De metaaldetectors worden gewoonlijk met een aantal metalen teststaven geleverd. Er zijn drie soorten staven: ijzerhoudend (chroomstaal), niet-ijzerhoudend (messing) en roestvrij staal. Roestvrij staal wordt meegeleverd omdat de gevoeligheid hiervoor meestal slechter is dan voor andere niet-ijzerhoudende verontreiniging, vanwege de relatieve conductiviteit van het materiaal. De staven worden in een aantal verschillende maten geleverd, afhankelijk van de apparatuur die u gebruikt. In Dry- of Resistive-modus kan de gevoeligheid gemeten worden door een teststaaf aan de achter- en voorrand van een representatief productmonster te plaatsen en dit vervdgens door de detector te laten gaan. De teststaven dienen op zodanige hoogte geplaatst te worden dat ze zo dicht mogelijk door het midden van de opening gaan. De teststaven worden aan de voor- en achterranden van het product geplaatst voor correcte productafkeuring. Dit is vooral belangrijk bij metaaldetectors die geen foto-oogsysteem hebben, omdat de uitwerptijd bepaald wordt door de positie van de verontreiniger ten opzichte van het product.

7026

32
De metaaldetector gebruiken

In Reactive-modus kan het signaal dat de metaalverontreiniger genereert, verhuld worden door het product zelf. Het is daarom belangrijk het product niet alleen aan de voor- en achterranden met staven te testen, maar ook in het midden.

Regelmatig testen van detectorgevoeligheid tijdens gebruik


Het is belangrijk om de gevoeligheid van de metaaldetector regelmatig en nauwkeurig tijdens gebruik te testen met behulp van dezelfde technieken als bij de eerste gevoeligheidstest. Er dienen daarbij ook tests uitgevoerd te worden om te garanderen dat de uitwerpsystemen effectief zijn. Er dienen regelmatig tests uitgevoerd te worden met dezelfde technieken als bij de eerste gevoeligheidstest. Daarbij dient ook gecontroleerd te worden dat de uitwerpsystemen effectief zijn, inclusief uitwerpbevestigingssystemen, indien aanwezig. De records die door dit systeem gegenereerd worden, dienen op een veilige en gemakkelijk toegankelijke plaats bewaard te worden gedurende een periode die bij uw specieke kwaliteitsregime past. Enkele nuttige factoren voor het vaststellen van een geschikte bewaarperiode zijn: De verwachte levensduur van uw product binnen normaal consumentenverbruik. Elke voorgeschreven tijdsperiode waarin bevoegde autoriteiten een rechtsgeding moeten instellen na in kennis gesteld te zijn van een klacht.

Verwerking van afgekeurde producten


Er zal meestal een uitwerpverzamelapparaat, zoals een uitwerpbak, gebruikt worden om te voorkomen dat verontreinigde producten tussen niet-verontreinigde producten terechtkomen. Elk afgekeurd product dient apart gehouden te worden voor verder onderzoek. Laat uw bak nooit te vol worden. Het is raadzaam afgekeurde producten te onderzoeken om verontreiniging te identiceren. De verkregen informatie kan gebruikt worden om preventieve maatregelen te nemen en zo de productkwaliteit verder te verbeteren. Meerdere verontreinigers kunnen duiden op een defect in de apparatuur. Via identicatie kan de bron achterhaald worden, waarna doelgericht onderhoud kan plaatsvinden. De IQ2-metaaldetector kan ook nuttig zijn bij het onderzoeken van verontreinigde producten. U kunt de stand van het product bijvoorbeeld wijzigen en het dan opnieuw door de metaaldetector laten gaan om de positie te identiceren. U kunt het product ook verdelen in

7026

33
De metaaldetector gebruiken

een aantal kleinere monsters en dan de metaaldetector gebruiken om het monster te identiceren dat de verontreiniger bevat.

ISO9000
Hieronder vindt u advies over mogelijke probleemgebieden.

Kalibratiecerticaten
Dit soort kalibratie is beperkt tot controle van de elektronica van de metaaldetector aan de hand van de oorspronkelijke specicaties, waarbij aanpassingen of reparaties zo nodig worden uitgevoerd. Dit wordt meestal uitgevoerd door de fabrikant aan de hand van een geschreven specicatie en met behulp van apparatuur die tot nationale en internationale standaarden terug te voeren is. vervdgens wordt er voor het betreffende onderdeel een kalibratiecerticaat verstrekt. Loma raadt u aan deze kalibratie minstens n maal per jaar uit te voeren.

Productkalibratie
Dit soort kalibratie wordt uitgevoerd door de gebruiker en houdt in dat het product door de detector gaat volgens de vereisten van het gebruikte dectectorkalibratiesysteem. De detector wordt zo geoptimaliseerd voor de beste prestaties en verdere bespeuring van metaalverontreinigers.

Metalen teststaven
Het is raadzaam alle gevoeligheidscontroles uit te voeren met teststaven die metalen bollen gebruiken welke gewaarmerkt en tot nationale en internationale standaarden terug te voeren zijn. Op verzoek kan Loma conformiteitscerticaten verstrekken voor teststaven die met nieuwe apparatuur of als reserveonderdelen geleverd werden.

Werkinstructies, training en records bijhouden


Het is raadzaam om schriftelijke instructies te hebben voor gevoeligheidstests die tijdens gebruik worden uitgevoerd om een duidelijke en consistente aanpak door operateurs te allen tijde te verzekeren en u de middelen te geven om uw methoden te substantiren tegenover een beoordelingsinstantie die erom kan vragen. Het is raadzaam dat alle personeelsleden die tests mogen uitvoeren, hiervoor toepasselijke training ontvangen hebben en records bij te houden als bewijs van deze training.

7026

34
De metaaldetector gebruiken

Nauwkeurige en gemakkelijk te vinden records dienen gedurende een vastgestelde periode op een veilige plaats bewaard te worden.

Een sleutelcode invoeren


De toegang tot de metaaldetector kan beperkt worden met behulp van een sleutelcode. Wanneer het toetsenpaneel vergrendeld is, zal er bij het indrukken van elke toets, met uitzondering van ^ of V, om de sleutelcode gevraagd worden. Zo voert u een sleutelcode in: Druk op e om de sleutelcodeprompt op te roepen. Druk op ^ of V tot de juiste sleutelcode verschijnt. Druk dan op

Sleutelcode

57

e.

Een product selecteren


De IQ2-metaaldetector kan voor 100 verschillende producten vooraf gekalibreerd worden. Zo selecteert u de productcode: Druk op h. Op de display verschijnen de naam en het nummer van het huidig geselecteerde product.

CHOCOLAATJES

17

7026

35
De metaaldetector gebruiken

Zo selecteert u de productcode: (vervolg) Druk op ^ of V om in de productenlijst omhoog of omlaag te gaan tot het gewenste product verschijnt. Druk dan op e om het te seletecteren. Nu verschijnt de optie Veranderen naar, gevolgd door de naam en het nummer van het product. Daarna komt de normale display weer te voorschijn.

+ Veranderen naar +

De displays
Tijdens normale werking kunt u tussen de volgende displays schakelen met behulp van ^ of V.

Grenswaarde-/signaaldisplay
T*1000 Sign 7

Toont het signaal evenals de grenswaarde waarboven pakketten afgekeurd zullen worden. Het signaal wordt voortdurend bijgewerkt naarmate het signaal verandert.

Staafdiagramdisplay
|

De Staafdiagramdisplay toont het signaal in de vorm van een staafdiagram, en een vaste verticale staaf op de display stelt het grenspunt voor. Wanneer het signaal de grenswaarde bereikt, verschijnt er METAL op de display:

7026

36
De metaaldetector gebruiken

METAL|

Reject-aantal
Reject aantal 13

Toont het aantal afgekeurde producten voor de huidige batch.

Huidig geselecteerd product


1 CHOCOLAATJES

Toont het nummer en de naam van het huidig geselecteerde product.

Besturingspaneel
Bedieningstoetsen
In de onderstaande tabel worden de functies van de toetsen op het besturingspaneel beschreven: Toets Beschrijving
Annuleren via deze toets annuleert u de huidige handeling.

C K ^ en V < en > h s

Vergrendelen via deze toets vergrendelt u het toetsenbord.

Pijltjestoetsen hiermee kunt u tussen menuopties schakelen of de waarde van de huidige menuoptie wijzigen. Gevoeligheidstoetsen hiermee kunt u de gevoeligheid verlagen of verhogen. Wijzigen via deze toets kunt u het huidig geselecteerde product wijzigen. Instellen via deze toets kunt u een nieuw product instellen.

7026

37
De metaaldetector gebruiken

c r e
Indicators
Symbool

Kalibreren via deze toets kunt u een product kalibreren.

Resultaten via deze toets kunt u de resulaten weergeven voor de producten die gecontroleerd worden. Enter via deze toets kunt u een menu selecteren of een ingevoerde waarde bevestigen.

Beschrijving
Geeft aan dat de metaaldetector naar metaal zoekt.

1 2 3 4

Geeft aan dat de metaaldetector een kalibratiecyclus uitvoert.

Geeft aan dat er een systeemfout is geregistreerd.

Geeft aan dat er een run-fout is geregistreerd.

De gevoeligheid/grenswaarde bijstellen
De grenswaarde bepaalt het signaal waarboven pakketten afgekeurd zullen worden. Het signaal kan bijvoorbeeld tussen 0 en 10 liggen wanneer er geen producten door de metaaldetector gaan, en tussen 50 en 200 bij niet-verontreinigde producten. In dat geval zou u 300 als grenswaarde kunnen instellen om ervoor te zorgen dat alle pakketten die een signaal van 300 of hoger geven, afgekeurd worden.

Zo past u de grens aan in de Grenswaarde-/signaaldisplay: Druk op e. Het pijltje geeft aan dat u de gevoeligheid kunt aanpassen.

T 1000

Sign

7026

38
De metaaldetector gebruiken

Zo past u de grens aan in de Grenswaarde-/signaaldisplay: (vervolg) Druk op ^ of V om de grenswaarde te verhogen of verlagen. Druk op e om de huidige grenswaarde te bevestigen of op

C om te annuleren zonder de
grenswaarde te veranderen. Zo past u de gevoeligheid van de staafdiagramdisplay aan: Druk op < of > om de gevoeligheid te verhogen of verlagen. Naarmate u de gevoeligheid verlaagt of verhoogt, knippert er een of + aan de rechterkant van de display.

Verlaging van de gevoeligheid staat gelijk aan verhoging van de grenswaarde.

De menu's gebruiken
De opties voor instelling, kalibratie en werkingscontrole van de metaaldetector kunt u oproepen via de vier menu's die u kunt selecteren met behulp van de toetsen h, s,

c of r.

Zo selecteert u een menu: Druk op h, s, c of r. Zo schakelt u tussen de menuopties: Druk op ^ of V.

7026

39
De metaaldetector gebruiken

Zo bewerkt u een menuoptie: Een * geeft aan dat een menuoptie een waarde heeft die u kunt veranderen. Druk op e om de waarde te wijzigen. Een pijltje wijst naar de waarde die gewijzigd wordt: Druk op ^ of V om de waarde te wijzigen. Als de waarde een getal is, kunt u via

*Doorvoeraantal

Doorvoeraantal

} 2

Doorvoeraantal

}10

^ of V de waarde
respectievelijk verhogen of verlagen. Heeft de waarde opties zoals Ja en Nee, dan schakelt u hiertussen met

^ en V.
Druk op e om de ingevoerde de waarde te annuleren en de eerdere instelling te herstellen. Zo bewerkt u een te kstveld: Druk op e om de tekst te bewerken. De eerdere tekst wordt weergegeven. Als er geen eerdere tekst was, ziet u spatietekens. waarde te bevestigen of op C om

*Doorvoeraantal

10

Naam

} _

7026

40
De metaaldetector gebruiken

Zo bewerkt u een te kstveld: (vervolg) Druk op ^ en V om door de volgende tekens te bladeren: onderstreping, spatie, 0 tot 9, en A tot Z. Druk op e om de volgende tekenpositie te selecteren. Nadat u de naam heeft ingevoerd, blijft u op e drukken tot alle tekens zijn ingevoerd.

Naam

} C

*Naam

CHOCOLAATJES

7026

Een nieuw product instellen


In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een nieuwe productcode maakt en de metaaldetector voor dat product kalibreert.

Hierin staat ook de Gids voor snelle set-up. Achter in deze handleiding vindt u een gelamineerd exemplaar dat u kunt uitscheuren.

42
Een nieuw product instellen

Een product instellen


De metaaldetector dient gekalibreerd te zijn voor de verschillende productsoorten waarmee hij gebruikt zal worden. Telkens wanneer u de metaaldetector gebruikt, dient u het te testen product te speciceren om ervoor te zorgen dat de juiste kalibratie gebruikt wordt.

Zo stelt u een nieuw product in: Druk op s. Als het toetsenbord vergrendeld is, zal de display u om een sleutelcode vragen; zie Een sleutelcode invoeren, pagina 34. Setup product komt dan te voorschijn: Druk op e om het menu Setup product op te roepen en de eerste optie weer te geven: Druk op e om het productnummer te wijzigen. Druk op ^ of V om het nummer voor het nieuwe product te selecteren. Druk dan op e ter bevestiging. Druk op V om de Naam van de optie weer te geven. . Het productnummer kan een getal tussen 1 en 100 zijn.

Setup product

*Productnummer

*Naam

__________

7026

43
Een nieuw product instellen

Zo stelt u een nieuw product in: (vervolg) Druk op e om de naam te wijzigen. Voer een naam in met maximaal tien tekens en druk op e ter bevestiging. Zie Zo bewerkt u een te kstveld:, pagina 39 voor informatie over het wijzigen van namen. Druk op de toets c om het menu Frequentieselectie op te roepen. De optie Frequentie verschijnt als Dual freq. in het menu met gebruikersopties op JA is ingesteld. Druk op de toets e en selecteer dan HOOG of LAAG om de gewenste hoofdfrequentie in te stellen. De standaardfrequentie is Hoog.

*Naam

CHOCOLAATJES

*Frequentie

HOOG

7026

44
Een nieuw product instellen

Zo stelt u een nieuw product in: (vervolg) Druk op de toets V om het menu Droog product op te roepen. Druk op e om deze optie te wijzigen. Laat deze optie op Nee staan als u wilt dat de metaaldetector het product controleert en automatisch de toepasselijke kalibratie kiest. U kunt deze optie op Ja instellen met behulp van V en door op e te drukken om de machine te forceren een droge kalibratie te gebruiken als u ervan overtuigd bent dat het product geen vocht bevat. N.B.: Deze optie wordt niet weergegeven wanneer de frequentieselectie op LAAG is ingesteld. Druk op V om de optie Stroomlngt weer te geven. Via deze optie kunt u de lengte van het te stromen pakket invoeren, waarbij rekening gehouden wordt met scheefheid.

*Droog product

NEE

*Stroomlngt

255 mm

7026

45
Een nieuw product instellen

Zo stelt u een nieuw product in: (vervolg) Druk op V om de optie Rej vertr weer te geven. Hiermee bepaalt u de vertraging, in seconden, tussen de detectorkop, of het foto-oog indien gemonteerd, en de werking van het uitwerpapparaat. Druk op V om de optie Rej durr weer te geven. Met deze optie wordt bepaald hoe lang het uitwerpapparaat in werking is. Druk op V om naar de volgende ingang te gaan. Deze optie verschijnt in de display als PV-test is ingesteld op JA in het menu User Options. Druk op e om het menu Setup PV-test te selecteren. Dit menu bevat vijf systeemafhankelijke ingangen en vier productafhankelijke ingangen. Wilt u de PV-test gebruiken, dan dienen alle ingangen ingevuld te zijn. Zie PVtests instellen, pagina 75 voor meer informatie.

*Rej vertr

0.490 s

*Rej durr

0.250 s

Setup PV-test

7026

46
Een nieuw product instellen

Zo stelt u een nieuw product in: (vervolg) Druk op V om naar de volgende ingang te gaan. De display geeft Volledige Kalibr? of Omkeer calibrat? weer als de optie Detection ingesteld is op REVERSE in het menu Setup product. Zie Bijlage A Omkeerkalibratie, pagina 136 voor meer informatie over omkeerkalibratie. Dit is het punt waarop u een representatief product gereed moet hebben om te kalibreren, en er dienen verschillende monsters gebruikt te worden. Druk op e om de kalibratiecyclus te starten. Blijf het product doorvoeren totdat de kalibratie voltooid is. De display zal u waar nodig waarschuwen.

Volledige Kalibr ?

+Voer product door+

Kalibreren

19

Wanneer de kalibratie voltooid is, geeft het apparaat Kalibratie klaar weer en gaat daarna terug naar de normale display.

+ Kalibratie klaar +

Herhaal de bovenstaande installatieprocedure voor elk product dat u wilt kalibreren, tot een maximum van 100.

7026

7026
*T Sig

Gids voor snelle set-up

Afgekeurd aantal

Nr.

Naam

h WIJZIGEN

s SETUP Setup product *Productnr

c KALIBRIEREN

r RESULTATEN
Lopend product

K
Toetsen op slot?

Productnummer selecteren

Updatekalibratie?
Volledige kalibr?

Uitwerp uitschakelen?

*Naam *Frequentie
Handm. setup
*Droog product

Product Afgekeurd aantal Goedgekeurd aantal Pakketaantal Reset batch? Status report? Start PV-test? Contaminanten

Sleutelcodes Kalendar *Stroomlengte *Rej vertr *Rej durr Service PV-setup


Kpl kalibrieren?

Omkeerkalibrat?

Machinegegevens

Setup rapport?

Run-fout Systeemfouten

47

Een nieuw product instellen

48
Een nieuw product instellen

Zo stelt u de gevoeligheid bij:


Gebruik C, indien nodig, om naar het hoofdniveau van de menu's te gaan. Selecteer de staafdiagram- of grenswaarde-/signaaldisplay. Druk op < of > om de gevoeligheid in de staafdiagramdisplay bij te stellen. Druk op e. Druk op ^ of V om de grenswaarde in de grenswaarde-/ signaaldisplay bij te stellen. Druk op e om de nieuwe waarde op te slaan. Hogere grenswaarden geven lagere gevoeligheid en lagere grenswaarden geven hogere gevoeligheid.

Zo stelt u een nieuw product in:


Druk op s. Druk tweemaal op e. Gebruik ^ of V om het gewenste productnummer te selecteren. Druk op e om het productnummer op te slaan. Scroll door de Productsetup-lijst en pas de waarden aan, indien nodig. De optie Frequentie verschijnt alleen als Dual freq. in het menu Gebruikersopties op JA is ingesteld. De optie Stroomlengte verschijnt alleen als er een fotooog op het systeem is aangesloten, en dan dient de stroomlengte van het product ingevoerd te worden. Het menu Setup PV-test verschijnt alleen als het PVS (Performance Validation System) ingeschakeld is, en dan moeten er ingangen in het menu gemaakt worden om het systeem te programmeren. Aan het einde van de lijst, wanneer Volledige kalibratie weergegeven wordt, drukt u op e en laat u het product erdoorheen gaan tot de display weergeeft dat de kalibratiecyclus voltooid is.

Zo wijzigt u een product:


Druk op h. Druk op ^ of V om door de productselectie naar het gewenste product te scrollen. Wanneer het juiste product weergegeven wordt, drukt u op e ter bevestiging.

Zo navigeert u rond de menu's:


U selecteert een menu door op h (Wijzigen), s (Setup), c (Kalibreren) of r (Results) te drukken. U schakelt door de opties met behulp van ^ of V. Druk op e om naar de rechterkant van de kaart te gaan. Druk op C om naar de linkerkant van de kaart te gaan. U wijzigt een parameter op de display door op e te drukken om de in een < of > te veranderen. Dan verandert u de instelling via ^ of V. Druk op e om de nieuwe instelling op te slaan.

Zo kalibreert u een product opnieuw:


Druk op c en dan op e om het proces te starten. Laat product er steeds doorheen gaan tot de display aangeeft dat de kalibratiecyclus voltooid is.

7026

Rapporten weergeven en afdrukken


In dit hoofdstuk vindt u informatie over het weergeven van de batchresultaten, evenals de rapporten voor verontreinigers, fouten en defecten, via de opties in het menu Results.

Er wordt ook beschreven hoe u afgedrukte rapporten produceert met behulp van de instellingen in het vervdgmenu Reports Option van het menu Setup.

Voor het afdrukken van rapporten dient de metaaldetector uitgerust te zijn met het optionele rapporten-/ logspakket en serieel schakelbord.

50
Rapporten

Batchresultaten weergeven
De metaaldetector houdt de volgende statistieken voor het huidige product bij: Statistiek
Product Afgekeurd aantal Goedgekeurd aantal

Beschrijving
De naam van het product Het aantal afgekeurde producten Het aantal goedgekeurde producten Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer er een fotooog gebruikt wordt voor de registratie van het product.

Totaalaantal

Het totaalaantal pakketten dat door de metaaldetector gevoerd is, d.w.z. het totaalaantal afgekeurde en goedgekeurde producten.

Zo geeft u de batchresultaten weer: Druk op r. Het huidige lopende product wordt nu weergegeven: Druk op V om door de batchstatistieken voor de huidig lopende producten te schakelen sinds de batch de laatste keer opnieuw werd ingesteld. Zo stelt u de batch opnieuw in: Druk op r en dan op V totdat de display Reset batch? weergeeft.

Huidig product

Reset batch

7026

51
Rapporten

Zo stelt u de batch opnieuw in: (vervolg) Druk op e om de statistieken van de huidige batch opnieuw in te stellen. Als batchrapporten ingesteld zijn op Ja in het menu Report Options, worden de verzamelde statistieken afgedrukt of naar het serile schakelbord overgebracht.

De batch wordt telkens automatisch opnieuw ingesteld wanneer er van product gewijzigd wordt of er een batchrapport gegenereerd wordt.

Rapporten maken
De metaaldetector kan verschillende rapporten over productstatistieken, en kalibratie- en statusinformatie voor de machine produceren. Deze kunnen afgedrukt worden via een printer die aan een eenheid bevestigd is, of via de serile koppeling naar een pc of netwerk overgedragen worden. Dit zijn de rapporten: Rapport
Fout Defect Setup

Beschrijving
Bevat alle informatie uit het log met run-fouten. Bevat alle informatie uit het log met systeemfouten. Bevat de setupinformatie voor het product uit de menu's Setup product en Handm.setup.

Verontreinigers Kalibratie

Bevat alle informatie uit het log met verontreinigers. Bevat alle gegevens die betrekking hebben op de kalibratie van het huidige product. Dit rapport wordt na een kalibratiecyclus automatisch afgedrukt.

Status PV-test

Bevat de verzamelde batchstatistieken sinds het begin van de huidige batch. Bevat alle gegevens die betrekking hebben op de werking van de PV-test.

7026

52
Rapporten weergeven en

Batch

Dit rapport bevat alle batchstatistieken, zoals het aantal afgekeurde producten voor de huidige batch. Dit rapport wordt automatisch geproduceerd bij een opdracht om een batch opnieuw in te stellen, nadat er van product gewisseld wordt, wanneer het batchinterval voltooid wordt of de eenheid stopgezet wordt. Het batchinterval kan door een tijdsduur gespeciceerd worden, of, als er een foto-oog gemonteerd is, door het aantal pakketten.

Hieronder staat een voorbeeldrapport:


--------------------------------------: LOMA IQ METAL DETECTOR : --------------------------------------BATCHRAPPORT Tijd : 15-37-02 Datum : WO 20 SEP 1995 Machine Identificatie : Productnummer : Productnaam : Totaal aantal producten : Aantal goede producten : Aantal slechte producten : Minimum signaal : Maximum signaal : Gem signaal : LINE 12 2 CHOCOLAATJES 10 9 1 648 27727 3423

---------------------------------------

Voor het produceren van rapporten moet Usage ingesteld zijn op REPORTS in het linkmenu Link 1. U roept dit menu op door op s te drukken en het vervdgmenu Serial Link te selecteren in het menu Service. Het servicewachtwoord is 76. Volledige informatie vindt u in de optionele IQ2 Service Manual, publicatienummer 814119. Beknopte informatie over een koppelingssetup vindt u in Bijlage B Opdrachtgids, pagina 139.

7026

53
Rapporten

Zo speciceert u welk rapport u wilt produceren: Druk op s om het menu Setup product op te roepen. Druk op V totdat het menu Printopties verschijnt. Druk dan op

Setup product

Printopties

e om het te selecteren.
Verschijnt deze optie niet in het menu Setup, dan controleert u of u de koppeling heeft ingeschakeld in het vervdgmenu Serial Link van het menu Service. Nu verschijnt de optie Form feed. Zet deze optie op Ja om een paginadoorvoer aan het eind van elk rapport af te drukken, of op Nee om de rapporten zonder onderbrekingen af te drukken. Druk op V om de optie Alle rapporten weer te geven. Stel Alle rapporten in op Ja om alle rapporten te activeren. Als u de optie op Nee instelt, wordt er voor elk rapport een menuoptie weergegeven, zodat u apart kunt speciceren welk rapport u wilt afdrukken.

*Form feed

NEE

*Alle rapporten

NEE

7026

54
Rapporten

Zo speciceert u de batchstatistieken: Als de optie Alle rapporten is ingesteld op Ja of Batch rapport is ingesteld op Ja in het menu Printopties (menu Setup), kunt u de batchstatistieken via drie extra menuopties instellen. Druk op V om de optie Batch eenheden weer te geven.

*Batch rapport

JA

*Batch eenheden TIJD

Selecteer TIJD om het batchinterval door een tijdsduur of PACK door het aantal pakketten te speciceren. Als u de batcheenheden als tijd speciceert: Druk op V om de begintijd van de batch te speciceren. Wilt u de begintijd negeren, dan stelt u deze in op 00.00.

Het batchinterval kan alleen door het aantal pakketten gespeciceerd worden als er een foto-oog gemonteerd is; anders wordt deze menuoptie niet weergegeven.

*Batch start

00.00

Met deze optie kunt u het begin van elke batch op een bepaalde tijd van de dag synchroniseren. Als er bijvoorbeeld vanaf 18.30 uur elk uur batchstatistieken vereist zijn, stelt u de batchlengte in op n uur en de begintijd op 18.30.

Druk op V om de optie Batch duur weer te geven en speciceer de batchlengte in uren.

*Batch duur

01.00

7026

55
Rapporten

Zo speciceert u de batchstatistieken: (vervolg) Als batcheenheden op PACK zijn ingesteld: Druk op V om de optie Batch packs weer te geven.

*Batch grootte

1000

Deze optie kan ingesteld worden op een getal tussen 0 en 9999 om het batchpakketinterval te speciceren.

De logs voor verontreinigers, run- en systeemfouten weergeven


The IQ2-metaaldetector houdt de volgende logs bij met informatie over het product dat getest wordt:

Verontreinigerslog
Hierin staat informatie over de datum en tijd van een eventuele verontreiniging, evenals het opgenomen productsignaal voor het verontreinigde product.

Foutenlog
Houdt een log bij van alle fouten die het systeem genereert.

Defectenlog
Houdt een lijst bij met alle systeemdefecten. Elk log kan tot 20 records bevatten. Wanneer het log vol is, worden de oudste ingangen met de nieuwe overschreven, tenzij de optie Reports wordt gebruikt; in dat geval wordt er automatisch een kopie van het log afgedrukt of via de serile koppeling overgedragen, zodat er geen informatie verloren gaat.

7026

56
Rapporten

Zo geeft u het toepasselijke log weer: Druk op r om het huidig lopende product weer te geven. Druk op V totdat het menu Contaminants, Run errors of System Faults verschijnt. Druk dan op e om het te selecteren. Nadat u het toepasselijke log geselecteerd heeft, kunt u de logingangen bekijken, het log wissen of een rapport van het log afdrukken. Zo bekijkt u de logingangen: Druk op V totdat de toepasselijke View-optie verschijnt: Druk op e om de optie te selecteren. Als er geen ingangen in het log staan, wordt het bericht Geheugen leeg weergegeven. Anders wordt het aantal ingangen van het log weergegeven, gevolgd door de meest recente ingang. Druk op V om door de logingangen te schakelen.

Run errors

Bekijk errors

+ Geheugen leeg +

Errors in log

7026

57
Rapporten

Elke logingang wordt over drie regels weergegeven, waar u tussen kunt schakelen door op V te drukken. De informatie voor elke ingang ziet er als volgt uit: Ingang
Foutnaam

Voorbeeld

PV-testprompt
Tijd- en foutcode

08:43:01
Dag en datum

ACT

DO

30 MRT 2000

Zo drukt u een kopie van het log af: Selecteer het af te drukken log in het menu Results. Druk op V om de toepasselijke Report-optie weer te geven. Druk op e om deze optie te selecteren. De display geeft nu Rapport verstuurd weer. Zo wist u het log: Selecteer het te wissen log in het menu Results. Druk op V om de toepasselijke Clear-optie weer te geven.

Error rapport ?

+Rapport verstuurd+

Verwijd errors ?

7026

58
Rapporten

Zo wist u het log:

(vervolg)

Druk op e om de optie te selecteren. De display geeft nu Gewist weer.

+ Gewist +

7026

De metaaldetector instellen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de metaaldetector kalibreert en de parameters instelt die de werking van de machine benvloeden.

Real-time klok en PV-test zijn alleen beschikbaar voor het optionele rappoten-/logspakket.

60
De metaaldetector instellen

De metaaldetector kalibreren
De metaaldetector biedt drie verschillende kalibratiemethodes: Updatekalibratie stemt de compensatiewaarde af om het signaal te minimaliseren, terwijl de detector nog steeds naar metaal in het product zoekt. Gebruik een updatekalibratie om het signaal bij te werken wanneer de lopende band in werking is, als er onjuiste afkeuringen gedaan worden omdat het signaal afwijkt. Via de volledige en de omkeerkalibratie wordt de detector helemaal opnieuw gekalibreerd, en hiervoor moet de normale metaaldetectie uitgeschakeld zijn. Gebruik de volledige kalibratie in alle andere omstandigheden of wanneer een update niet het gewenste resultaat levert. Alle kalibratiemethodes moeten echte monsters van het te testen product gebruiken.

Zo kalibreert u een product opnieuw: Druk op c. In de display ziet u Update? Druk op e om de update te starten. Er verschijnt dan een aftelklok terwijl de updatekalibratie plaatsvindt. Ten slotte verschijnt er Kalibratie klaar in de display. Zo voert u een volledige kalibratie uit: Druk op c en vervdgens op V. De display geeft dan Volledige Kalibr? weer.

Update ?

Kalibreren

19

+ Kalibratie klaar +

Volledige Kalibr?

8026

61
De metaaldetector instellen

Zo voert u een volledige kalibratie uit: (vervolg) Druk op e om de volledige kalibratie te starten. Nu verschijnen de naam en het nummer van het product dat gekalibreerd wordt. vervdgens verschijnt er Voer product door.

CHOCOLAATJES

+Voer product door+

Daarna wordt er afgeteld terwijl de kalibratie plaatsvindt.

Kalibreren

19

vervdgens verschijnt de geselecteerde handeling Auto droogafstem. Ten slotte verschijnt er Kalibratie klaar.

+ Auto droogafstem +

+ Kalibratie klaar +

De volgende tabel geeft de berichten weer die tijdens de kalibratie kunnen verschijnen: Bericht
+Use ferrite+

Uitleg
Dit geldt alleen voor product F, en geeft aan dat de ferrietstaaf niet door de machine gevoerd wordt of dat er niet genoeg ferriet in de staaf zit (controleer of het de staaf is die bij de machine geleverd werd).

8026

62
De metaaldetector instellen

Bericht
+Head overload+

Uitleg
Het vermogen van de kop kan niet verder gereduceerd worden om overbelasting van de kop tegen te gaan. Mogelijke redenen hiervoor zijn: er zit een grote metaalverontreiniger in het kalibratiepakket, waardoor de kop overbelast raakt; er wordt een niet-gespeciceerd product voor de werking van de machine gebruikt, zodat het product te geleidend is voor de conguratie van de machine; de verpakking van het product is zeer geleidend. In geval van twijfel kunt u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde Loma-hulpdienst.

+Working dry+

Het product bevat zo weinig vocht dat het geen productsignaal produceert, en daarom heeft de detector bepaald om de compensatie zo in te stellen dat de trillingseffecten geminimaliseerd worden (d.w.z. de werkingsmodus van de detectie is automatisch ingesteld op DRY).

+Bad pack+

De grens die de machine voor dit product berekent, overschrijdt de maximumgrens (ingesteld in het menu Handm. setup). Dit wordt meestal veroorzaakt doordat het kalibratiepakket verontreinigd of te geleidend is voor de instelling Max grens. Controleer of het kalibratiepakket representatief is voor het productiepakket (voor een diepvriesproduct moet het kalibratiepakket bijvoorbeeld bevroren zijn). In geval van twijfel kunt u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde Loma-hulpdienst.

+Power reducing+

De eenheid vermindert het vermogen van de kop om het effect van het product te compenseren.

+Kop vast+

De eenheid gebruikt de waarde voor het vermogen van de kop uit het menu Handm. setup, in plaats van de waarde zelf te bepalen, aangezien het vermogen van de kop in dat menu vergrendeld is.

+Mode locked+

De eenheid gebruikt de werkingsmodus uit het menu Handm. setup, in plaats van de waarde zelf te bepalen, aangezien de werkingsmodus in dat menu vergrendeld is.

+Droog product+

Het product heeft weinig productsignaal, en daarom is de verkeerde werkingsmodus misschien vergrendeld.

+Kalibratie klaar+

Er is een volledige kalibratie uitgevoerd.

8026

63
De metaaldetector instellen

De kalibratieparameters handmatig instellen


Kalibratieparameters
De volgende tabel geeft een overzicht van de kalibratieparameters die u kunt wijzigen in de modus Handm. setup. Parameter
Werkingsmodus

Beschrijving
'Dry', 'Reacts' of 'Resists' worden gebruikt om de werkingsmodus aan te geven.

Werking

Hiermee kan de werkingsmodus vergrendeld worden, zodat hij tijdens kalibratie niet gewijzigd kan worden.

Min grens Max grens Grenswaarde Compensatie Vermogen van kop

De acceptabele minimumgrens na kalibratie. De acceptabele maximumgrens na kalibratie. Hiermee kan de grenswaarde bijgesteld worden. Hiermee kan de compensatiewaarde aangepast worden. Het vermogen van de kop kan bijgesteld worden via de waarden Max, 7 tot 1, of Min.

Kop

Hiermee kan het vermogen van de kop vergrendeld worden, zodat het tijdens kalibratie niet automatisch bijgesteld wordt.

De menu's kunnen alleen opgeroepen worden als Handm. setup ingesteld is op JA in het menu User options. Deze worden uitvoeriger behandeld in de volgende secties: Zo voert u een handmatige setup uit: Druk op c, en vervdgens

tweemaal op V tot er Handm. setup in de display verschijnt.

Handm. setup

Druk op e om Handm. setup te selecteren.

8026

64
De metaaldetector instellen

De opties in het menu Handm. setup worden meestal door een technische deskundige van Loma ingesteld en hoeven normaal gesproken niet aangepast te worden.

De werkingsmodus instellen
De metaaldetector werkt in een van de drie modi om optimale resultaten met verschillende soorten producten te bereiken. De modus DRY wordt gebruikt voor producten zonder producteffect. De modus RESIST wordt gebruikt voor producten die een klein producteffect vertonen, zoals cacao, met ijzer verrijkte graanproducten, bloem enzovoort, of producten die een beetje vocht bevatten. De modus REACT wordt gebruikt voor producten die geleidend zijn, d.w.z. die een beduidende hoeveelheid water bevatten, zoals kaas of vlees, of producten die in metaalfolie verpakt zijn. Zie Werkingsprincipes, pagina 28 voor meer informatie. Meestal wordt deze instelling tijdens de kalibratie automatisch ingesteld, maar u kunt haar ook handmatig instellen en eventueel vergrendelen, zodat ze tijdens volgende kalibraties niet gewijzigd wordt.

Zo stelt u de werkingsmodus in: Selecteer het menu Handm. setup zoals hierboven beschreven. Druk op V om de optie Working om de optie te wijzigen. Druk op ^ of V om tussen de drie opties DRY, RESIST en REACT te schakelen.

mode weer te geven en druk op e

*Working mode DRY

8026

65
De metaaldetector instellen

Zo stelt u de werkingsmodus in: (vervolg) Druk op V om de optie Werking weer te geven, en druk op e om de optie te wijzigen. Druk op ^ of V om tussen LOCK en UNLOCK te schakelen. Hiermee kunt u de instellingen voor de werkingsmodi vergrendelen, zodat ze tijdens een kalibratieprocedure niet automatisch worden ingesteld.

*Werking

VAST

De trigger-grenzen instellen
De kalibratiemethode bepaalt automatisch de beste grensinstelling aan de hand van het monsterpakket dat voor kalibratie gebruikt wordt. Met de handmatige setup kunt u de minimum- en maximumwaarden voor de grens instellen, om te verzekeren dat de kalibratie goed is uitgevoerd. Daarnaast kunt u een trigger-grens instellen, die op pijpleidingsystemen gebruikt wordt om te verzekeren dat een kalibratiemethode niet wordt gestart zonder dat het product in de pijpleiding aanwezig is.

Zo stelt u de minimum- en maximumgrens in: Selecteer het menu Handm. setup zoals hierboven beschreven. Druk op V totdat er Min grens in de display komt te staan, en druk op e om de optie te wijzigen.

*Min grens

300

8026

66
De metaaldetector instellen

Zo stelt u de minimum- en maximumgrens in: (vervolg) Druk op ^ of V om de minimumgrens te verhogen of verlagen. Druk dan op e ter bevestiging. De minimumgrens is de laagste grens die na een kalibratiecyclus aangenomen kan worden, en moet ongeveer 15% tot 50% hoger ingesteld worden dan de maximumsignaalniveaus die door nietverontreinigde producten geproduceerd worden. Druk op V om de maximumgrens weer te geven, en druk op e om de optie te wijzigen. Druk op ^ of V om de maximumgrens te verhogen of verlagen. Druk dan op e ter bevestiging. Zo stelt u de trigger-grens in: Druk op V om de huidige triggergrens weer te geven, en druk op De maximumgrens stelt een bovenlimiet in op de acceptabele grens om te voorkomen dat er een verontreinigd product tijdens kalibratie gebruikt wordt.

*Max grens

15000

*Trigger grens

1000

e om de optie te wijzigen.
Deze optie verschijnt alleen als de optie Calib trigger ingesteld is op On in het menu User Options. Druk op ^ of V om de triggergrens te verhogen of verlagen. Druk dan op e ter bevestiging.

8026

67
De metaaldetector instellen

De grens en compensatie bijstellen


Deze waarden worden meestal automatisch tijdens de kalibratie ingesteld en hoeven normaal gesproken niet bijgesteld te worden. Terwijl een van deze waarden bijgesteld wordt, brandt het lampje Kalibreren. Handmatige instellingen gaan verloren bij een volgende kalibratie.

Zo stelt u de grens bij: Druk op V totdat de optie Grenswaarde weergegeven wordt. Druk dan op e om de optie te selecteren. In de display verschijnen de grenswaarde en het signaal. U kunt de grenswaarde nu wijzigen. Druk op e om de grenswaarde te wijzigen. Druk op de toetsen ^ en V om de grenswaarde te verhogen of verlagen. Druk dan op e ter bevestiging. Zo stelt u de compensatie bij: Druk op V totdat er Compensatie in de display verschijnt. Druk dan op

Grenswaarde

300

13

De grens kan tussen 0 en 65535 bijgesteld worden, in stappen van 5. De standaardinstelling is 1000.

Compensatie

e om de optie te selecteren.
De display geeft dan de huidige waarden voor de compensatie en het signaalniveau weer.

8026

68
De metaaldetector instellen

Zo stelt u de compensatie bij: (vervolg) Druk op e om de compensatiewaarde te wijzigen. Druk op ^ of V om de minimumgrens respectievelijk te verhogen of verlagen. Druk dan op

-285

13

e ter bevestiging.

Het vermogen van de kop bijstellen


Het vermogen van de kop wordt tijdens volledige kalibratie automatisch ingesteld en heeft normaal gesproken geen bijstelling nodig. U kunt het vermogen van de kop echter ook handmatig bijstellen en de bijstelling vergrendelen, zodat deze tijdens kalibratie niet gewijzigd wordt.

Zo stelt u het vermogen van de kop bij: Selecteer het menu Handm. setup. Druk op V totdat de huidige instelling voor het vermogen van de kop verschijnt: Druk op e om de instelling te Het vermogen van de kop kan bijgesteld worden met de waarden Min (minst gevoelig), 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of Max (meest gevoelig).

*Vermogen

MAX

wijzigen, en op ^ of V om het vermogen van de kop respectievelijk te verhogen of verlagen. Druk dan op

e ter bevestiging.

8026

69
De metaaldetector instellen

Zo vergrendelt u het vermogen van de kop: Druk op V om Kop weer te geven.

*Kop

VAST

Druk op e om de optie te

Wanneer u het vermogen van de kop vergrendelt, voorkomt u dat het bij een volgende kalibratie automatisch wordt ingesteld.

wijzigen, druk op ^ of V om tussen LOCKED en UNLOCKED te schakelen, en druk op e ter bevestiging.

De datum en tijd instellen


Het is belangrijk dat de juiste tijd en datum op de machine zijn ingesteld, want ze worden gebruikt om een tijdstempel op de gegevens in de verontreiniger(s), defecten- en foutenlogs te zetten, en ze worden op de afgedrukte rapporten weergegeven. Bovendien bepalen ze het interval en de synchronisatie van automatisch genitieerde PV-tests.

Zo stelt u de tijd en datum in: Druk op Setup om het menu Setup Product op te roepen. Druk op V totdat de optie Kalender verschijnt: Druk op e om de optie te selecteren. Druk op ^ en V om tussen de volgende opties te schakelen: Jaar, Maand, Dag, Datum, Uur en Minuten.

Kalender

*Jaar

2000

8026

70
De metaaldetector instellen

Zo stelt u de tijd en datum in: (vervolg) Druk op e om een optie te wijzigen. Druk op ^ en V om de optie ter bevestiging. Wanneer u op C drukt, wordt het menu afgesloten zonder dat er veranderingen zijn gemaakt. aan te passen en druk dan op e

De machine-ID instellen
Het menu Machinegegevens geeft informatie over de software voor de metaaldetector en de machine-ID. De machine-ID wordt op alle rapporten afgedrukt en kan naar elk geschikt nummer gewijzigd worden, zoals het identicatienummer dat in de fabriek gebruikt wordt.

Zo stelt u de machine-ID in: Druk op s en op V om het menu Machinegegevens op te roepen. Druk op e om het menu te selecteren. Zie Zo bewerkt u een te kstveld:, pagina 39 om de machine-ID op de gebruikelijke manier te wijzigen.

Machinegegevens

*Machine

LINE 23

8026

71
De metaaldetector instellen

Sleutelcodes bepalen
Er kunnen sleutelcodes gebruikt worden om de werking van de metaaldetector te beperken tot bevoegde gebruikers. Codes kunnen afzonderlijk gespeciceerd worden voor de volgende handelingen waarvoor toegang vereist is: wijziging van sleutelcodes wisseling van product uitvoering van PV-tests Zo beperkt u de toegang: Druk op s, en dan op V totdat het menu Sleutelcodes verschijnt. Druk dan op e om het menu te selecteren: De optie Toets code uit verschijnt nu:

Sleutelcodes

*Toets code

uit

Zo vergrendelt u het toetsenbord: Druk op K. Er verschijnt dan de volgende vraag: Druk op e om het toetsenbord te vergrendelen. Toetsen op slot wordt dan weergegeven: De toegang wordt nu beperkt tot het invoeren van de cijfers die gespeciceerd werden in de opties om de sleutelcode te wijzigen en PVtests uit te voeren.

Toetsen op slot?

+ Toetsen op slot +

8026

72
De metaaldetector instellen

Zo krijgt u toegang: Druk op K of selecteer een van de andere opties waarvoor toegang vereist is. U wordt dan gevraagd om de toepasselijke sleutelcode in te voeren: Druk op ^ en V om de sleutelcode in te stellen, en druk dan op e ter bevestiging. U krijgt dan toegang tot de door die sleutelcode gespeciceerde opties.

Sleutelcode

57

Om veiligheidsredenen moet het toetsenbord handmatig opnieuw vergrendeld worden door eerst op K en dan op e te drukken.

8026

Prestatievalidatie (PV) gebruiken


In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de voordelen van de PV-procedure zijn, en hoe de metaaldetector voor PV-tests ingesteld wordt, met informatie over alle parameters die gespeciceerd dienen te worden.

74
Prestatievalidatie (PV) gebruiken

Inleiding
Regelmatige controle van de metaaldetectorgevoeligheid dient een standaardonderdeel van elke kwaliteitsbewakingsprocedure te zijn. Dit is vooral belangrijk wanneer het noodzakelijk wordt om aan te tonen dat het apparaat op verantwoordelijke wijze gebruikt werd. U kunt bijvoorbeeld regelmatig gevoeligheidscontroles uitvoeren en handgeschreven records van de resultaten bijhouden. De metaaldetector heeft een automatisch PV-systeem om kwaliteitsbewakingscontroles in stand te houden. Het systeem kan zo ingesteld worden dat de operateur gevraagd wordt om regelmatig kwaliteitsbewakingscontroles uit te voeren. vervdgens begeleidt het de operateur door een reeks tests aan de hand van standaardtestmonsters. Aan het einde van de PV-test worden de resultaten naar een pc of printer gestuurd voor een gedrukte kopie van het rapport. Dit is een typisch voorbeeld van een PV-testrapport: --------------------------------------: LOMA IQ2 METAL DETECTOR : --------------------------------------PV-TESTRAPPORT Tijd: 10-22-00 Datum: Machine Identificatie: Productnummer: 1 Prompt: 10-15-00 Bedieners initialen: Teststaafje Ferrous: Teststaafje Non Ferrous: Test Samples Stainless St: Threshold Detection: 1000 PV-testprompt: MA 09 JUL 1995 MH23843 Naam: CHOCOLAATJES Op: MA 09 JUL 1995 ABC 5 x 1.00mm 5 x 1.00mm 5 x 1.00mm False: 2000 06:00

**PV-TEST SUCCESVOL** ---------------------------------------

8026

75
Prestatievalidatie (PV) gebruiken

PV-tests instellen
De optie PV-test moet ingesteld zijn op Ja in het menu User Options om PV-tests te gebruiken. Er verschijnt dan een extra Setup PV-test-optie wanneer er een nieuw product gedenieerd wordt:

Setup PV-test
Druk op e om de optie te selecteren. Aan de hand van een reeks opties kunt u vervdgens de werking van de PV-test speciceren. Deze opties worden in de volgende secties beschreven. Setup PV-testis niet beschikbaar met Reverse mode-detectie.

Zo stelt u het PV-interval in: Selecteer het menu Setup PVtestzoals hierboven wordt beschreven. Nu verschijnt de timingoptie: Druk op e om de optie te wijzigen. Druk op ^ of V om een selectie te maken uit de opties OFF, INTERVAL of BATCH. Druk dan op BATCH is alleen beschikbaar als Batch rapport is ingesteld op JA in het menu Pritopties.

*Timing

INTERVAL

e ter bevestiging.
Als u INTERVAL geselecteerd heeft: Druk op V om de optie Interval op te roepen. Druk dan op e om de optie te wijzigen.

Interval

} 06.00

8026

76
Prestatievalidatie (PV) gebruiken

Zo stelt u het PV-interval in:

(vervolg)

Druk op ^ en V om het interval met uren en minuten te verhogen of te verlagen. Druk dan op e ter bevestiging.

De maximumtijd is 24 uur en de minimumtijd is de waarde in het Testvenster plus n minuut. Als u bijvoorbeeld elke zes uur een PV-test wilt uitvoeren, stelt u Interval in op 6.00.

Druk op V om de optie Synch op te roepen. Druk dan op e om de optie te wijzigen. Druk op ^ of V om de Synchtijd respectievelijk te verhogen of te verlagen. Druk dan op e ter bevestiging.

*Synch

14.30

Stel Synch in op 00.00 voor nietgesynchroniseerd testen. Is het interval bijvoorbeeld op zes uur ingesteld, dan zal elke PV-test zes uur na voltooiing van de voorgaande test genitieerd worden. Voor gesynchroniseerde timing stelt u Synch in op een bepaald tijdstip. Als Interval bijvoorbeeld is ingesteld op zes uur en Synch op 14.30, zal er om half drie 's middags, en vervdgens elke zes uur, een PV-test genitieerd worden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de duur van de PV-test.

Druk op V om de optie Testvenster op te roepen. Druk dan op e om de optie te wijzigen. Zo speciceert u in minuten in hoeveel tijd de PV-test voltooid moet worden. Als de test niet binnen de gespeciceerde tijd afgerond wordt, verschijnt de fout PV test timeout.

*Testvenster

30

8026

77
Prestatievalidatie (PV) gebruiken

Via de onderstaande opties in het menu Setup PV-testkunt u speciceren wat voor tests er tijdens prestatievalidatie uitgevoerd moeten worden. De teststaven die u voor prestatievalidatie speciceert, moeten bepaald worden aan de hand van gevoeligheidstests die na kalibratie met het product uitgevoerd zijn.

Zo speciceert u de kenmerken van de PV-test: Druk op V totdat de optie Doorvoeraantal weergegeven wordt. Druk dan op e om de optie te wijzigen. Druk op ^ of V om het doorvoeraantal in te stellen voor elke gespeciceerde teststaaf die bespeurd moet worden om van een geslaagde PV-test te kunnen spreken. Druk dan op e ter bevestiging. Druk op V om de optie Fe afm op te roepen. Druk dan op e om de optie te wijzigen. Voer het formaat in van een ijzerhoudende teststaaf waarom gevraagd dient te worden wanneer een PV-test genitieerd wordt. Het formaat kan tussen 0,01 tot 10,00 millimeter liggen. Wordt het formaat op 0,00 ingesteld, dan is de prompt tijdens het testen uitgeschakeld. Het aantal kan tussen 1 en 8 ingesteld worden, en dient een meervoud van twee te zijn zodat de teststaven aan de voor -en achterranden van het product geplaatst kunnen worden.

*Doorvoeraantal

*Fe afm

2.00

8026

78
Prestatievalidatie (PV) gebruiken

Zo speciceert u de kenmerken van de PV-test: (vervolg) Stel ook het formaat voor NFe (nietijzerhoudend) en ST (roestvrij staal) in via de volgende twee menu's.

*NFe afm

2.00

*RVS afm
Zo stelt u de foute grens in: Druk op V om de optie Foute grens op te roepen. Druk dan op

2.00

*Foute grens

2000

e om de optie te wijzigen.
Deze grens wordt gebruikt ter identicatie van metalen testmonsters of andere metalen objecten die een hogere signaalwaarde geven dan de monsters of objecten die voor het testen gespeciceerd zijn. Als het signaal de ingestelde fout grenswaarde overschrijdt, verschijnt het bericht Foute contam en zal het doorvoeraantal niet vergroot worden. De grens kan op een willekeurige waarde tussen 0 en 99990 ingesteld worden en in stappen van tien eenheden bijgesteld worden. Standaard wordt de grens op tweemaal de normale grenswaarde ingesteld.

Een prestatievalidatietest uitvoeren


Als timing op INTERVAL of BATCH is ingesteld in het menu Setup PV-test, zal er tijdens het normale producttesten automatisch een PV-test worden genitieerd. In de volgende situaties wordt er automatisch een PV-test genitieerd: Als timing op Interval is ingesteld in het menu Setup PV-test en het gespeciceerde tijdsinterval is verstreken. Als Batch, Interval, Time of Size overschreden is, afhankelijk van de instelling voor batchrapporten. Als een batch handmatig opnieuw wordt ingesteld. Als het product opnieuw gekalibreerd wordt.

8026

79
Prestatievalidatie (PV) gebruiken

Als er een batch beindigd of een nieuwe batch gestart wordt, omdat het huidige product gewijzigd wordt. Wanneer dit gebeurt, verschijnt het volgende op de gangbare display:

Start PV-test

Druk op e om de PV-test voort te zetten. U kunt ook op elk gewenst moment een PV-test uitvoeren via het menu Results aan de hand van de volgende procedure.

Zo voert u een PV-test uit: Druk op r om het menu Results op te roepen. Druk op het pijltje V tot de optie Start PV-test verschijnt. Druk op e ter bevestiging. Nu verschijnt de volgende Bedienerprompt: Druk op e om de prompt te wijzigen en voer dan op de gebruikelijke manier het Bediener ID in (zie Zo bewerkt u een tekstveld:, pagina 39). De test vraagt de bediener dan om het formaat van het eerste teststaaftype dat in het menu Setup PV-test gespeciceerd werd:

Start PV-test

*Bediener id

___

Gebruik

0.80 mm FE

8026

80
Prestatievalidatie (PV) gebruiken

Zo voert u een PV-test uit:

(vervolg)

vervdgens wordt de eerste doorvoer van de PV-test uitgevoerd. Als er geen formaten voor testmonsters geprogrammeerd zijn, verschijnt er + No Samples+ op de display en wordt er onmiddellijk een rapport gemaakt. Zo annuleert u een PV-test: Druk op C. Als de PV-test handmatig uitgevoerd werd, ontstaat er geen fout. Werd de PV-test daarentegen automatisch genitieerd, dan wordt er een 'nonaction'-fout vastgelegd en een rapport gegenereerd.

Test 1

sign

13

Aan het einde van de PV-test komt de vorige display weer te voorschijn.

8026

De metaaldetector installeren
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de metaaldetectorreeks installeert. Eerst wordt er algemene informatie gegeven, die op alle versies van toepassing is. vervdgens worden er specieke installatierichtlijnen gegeven voor elke versie.

82
De metaaldetector installeren

Algemene informatie
De volgende informatie geldt voor alle versies van de metaaldetector. Zie hoofdstuk Over de metaaldetectorreeks, pagina 1 voor een beschrijving van elke versie in de metaaldetectorreeks.

Voorschriften
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op de procedures voor alle versies: 1. LEVENSGEVAAR ELEKTRICITEITSTOEVOER 2. LEVENSGEVAAR PERSLUCHTTOEVOER 3. AAN APPARATUUR WERKEN 4. UITWERPAPPARATEN 6. ZWARE APPARATUUR 7. APPARATUUR OPTILLEN 8. METAALDETECTORS VERPLAATSEN 9. VERONTREINIGERS Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie. De volgende noodmaatregelen gelden voor de onderstaande situaties: 2. OPTREDEN BIJ BRAND. Zie Noodmaatregelen, pagina vii voor meer informatie.

Vereiste ruimte voor installatie en onderhoud


Het is belangrijk dat er voldoende ruimte vr en achter de metaaldetector is, zodat een opdracht- of onderhoudsdeskundige de onderdelen gemakkelijk kan bereiken. Het is raadzaam om, waar mogelijk, minimaal 1 meter ruimte vr en achter de machine vrij te laten.

9089

83
De metaaldetector installeren

Een metaaldetector optillen en verplaatsen


Afhankelijk van de omvang en het gewicht van de metaaldetector is er een kraan of een vorkheftruck vereist om hem op te tillen en naar de doellokatie te verplaatsen. Wanneer een met wieltjes uitgeruste metaaldetector wordt verplaatst, moet dat voorzichtig gebeuren. Raak geen obstakels met de wielen, want hierdoor kunnen de plastic inzetstukken van de wielen aan de binnenkant van de poten beschadigd raken. Probeer een metaaldetector niet aan een uitwerpdeksel op te tillen of te verplaatsen. Uitwerpdeksels zijn van plastic gemaakt en raken gemakkelijk beschadigd. Een kraan gebruiken Plaats de riemen op een eenheid, zodat deze niet kantelt wanneer zij opgetild wordt. Bevestig de riemen aan de kraan. Til de eenheid op en verplaats haar voorzichtig naar de gewenste lokatie. Laat de eenheid zakken en verwijder de riemen. Duw riemen nooit door een opening. Een vorkheftruck gebruiken Plaats een eenheid zo op de vorken dat zij niet kantelt. Haal de lift voldoende omhoog om de eenheid van de grond en eventuele obstakels te tillen. Verplaats de eenheid voorzichtig naar de gewenste lokatie. Laat de vorken zakken en haal ze onder de eenheid uit.

Verpakkingsmaterialen verwijderen
Verwijder alle verpakkings- en beschermingsmaterialen.

EMC-voorschriften
Alle apparatuur van Loma is ontworpen om onder fabrieksomstandigheden te functioneren, en is getest om aan de erkende internationale standaarden voor EMC (elektromagnetische compatibiliteit) te voldoen. Men moet er echter nog steeds voor zorgen dat de apparatuur niet blootgesteld wordt aan overmatige elektrische ruis via zijn toevoer of luchtbronnen. Voorschriften voor elektriciteitstoevoer De eenheid moet haar eigen, aparte toevoer hebben, tenzij men weet dat de toevoerlijn schoon is. De aarde moet robuust zijn, een lage impedantie hebben en ruisvrij zijn. Een aparte toevoerlijn moet zijn eigen leiding/distributie uit de buurt van andere toevoerlijnen met ruis hebben.

9089

84
De metaaldetector installeren

Het invoervoltage mag niet onderhevig zijn aan voltageschommelingen buiten de limieten (NWML0320): Min 15% tot plus 10% van het nominale toevoervoltage (230 V of 110 V). Zero voltage voor meer dan 20 mS. 50% nominaal voltage voor meer dan 40 mS. 80% nominaal voltage voor meer dan 100 mS. Werking buiten deze limieten kan functieverlies veroorzaken totdat de toevoersituatie zich tot binnen de limieten herstelt. Andere EMC-voorschriften Elk invoer-/uitvoersignaal dat aangesloten is op de noodverbindingen, moet in een afschermsnoer zitten, aan n uiteinde geaard zijn via een lage-impedantiepad naar RF, en vrijgehouden worden van ruisbronnen, zoals netvoeding voor grote elektrische machines. De metaaldetector is een zeer gevoelig RF-meetapparaat, dat goed afgeschermd is tegen externe storing en een uitstekende elektronische discriminatie heeft tegen ongewenste elektromagnetische velden. Vanwege de gevoeligheid van de metaaldetector is het echter mogelijk dat andere apparaten die hoge niveaus RF-ruis bij de werkingsfrequentie van de detector uitzenden, storing zouden kunnen veroorzaken en daardoor de prestaties van de detector verminderen. Het is daarom belangrijk dat u de detector niet naast apparaten plaatst die abnormaal hoge niveaus RF-storing uitzenden, wilt u een goede werking behouden. Meer informatie hierover vindt u in uw Service Manual. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de PPMA EMC-gedragscode, die u moet raadplegen indien u twijfelt over het maken van externe elektrische aansluitingen op de detector. Radiofrequentiestoring Een metaaldetector is in wezen een RF-ontvanger (radiofrequentie). Als zodanig is hij gevoelig voor RF-ruis in de nabijheid van de detector. Terwijl frequenties die niet dicht bij de werkingsfrequentie van de detector liggen, meestal uitgelterd worden (hieronder vallen 'walkie-talkie'-frequenties, tenzij de zender heel dicht bij de opening van de detector gehouden wordt), is het niet ongewoon dat de besturingsfrequentie (of een veelvoud daarvan) die in moderne snelheidsregulateurs gebruikt wordt, storing veroorzaakt.

9089

85
De metaaldetector installeren

Volg de onderstaande richtlijnen om de risico's te verminderen dat een dergelijke storing voor verkeerde afkeuringen zorgt of andere symptomen van ongewenste werking van de metaaldetector veroorzaakt: Leid in- en uitvoerbedrading voor snelheidsregulateurs altijd van de metaaldetector weg. Plaats de bedrading voor de snelheidsregulateur NOOIT in dezelfde buis of in dezelfde toevoer als de bedrading voor de metaaldetector. Laat de bedrading van de snelheidsregulateur in de buurt van de metaaldetector door een onbuigzame stalen buis lopen of gebruik andere methodes om ervoor te zorgen dat de kabel 100% afgeschermd is. Volg altijd de richtlijnen van de fabrikant van de snelheidsregulateur voor installatie, bedrading, afscherming en aarding. Naast deze richtlijnen kunnen de meeste fabrikanten van snelheidsregulateuren ingangs- en uitgangslters leveren die op de veldbedrading aangesloten kunnen worden om indien nodig RF-uitstraling drastisch te verminderen. Alle Loma-metaaldetectors zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de vereisten van de FCC en de nieuwe strenge Europese voorschriften voor RF-uitstraling, zowel betreffende niet buitensporige uitstraling als het niet onderhevig zijn aan ongewenste werking in de aanwezigheid van andere apparatuur waarvan de uitstralingen ook aan de standaarden voldoen. Dankzij deze aanpak kan Loma zelfs in een omgeving met veel RF-geruis een stabiele werking bieden, mits de andere apparatuur aan dezelfde standaarden voldoet en de veldbedrading passend 'hard' is.

Een serile koppeling installeren


De elektronische kaart van de hoofdbesturingseenheid moet uitgerust zijn met het optionele rapporten-/logspakket en een serieel schakelbord. Als u opties voor serile-koppeling wilt gebruiken, is een kabel- en connectorconstructie vereist die externe aansluiting op de ingebouwde serile-koppelingselektronica vergemakkelijkt. Meestal bevindt de connector zich aan de onderkant van de besturingskast. Als er met uw detector een serile-koppelingsoptie besteld werd, worden de benodigde interne kabels en externe contactdoos meegeleverd compleet met een blinde gepaarde externe stekker en verbindingsdiagrammen.

9089

86
De metaaldetector installeren

Wilt u een serile koppeling aan een bestaand systeem toevoegen, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Loma-hulpdienst. Raadpleeg uw optionele Service Manual voor bedradingsinstallatierichtlijnen en koppelingspositie-informatie voor alle beschikbare koppelingen.

Transportbandversies
Dit gedeelte beschrijft hoe u platte transportbanden en modulaire plastic transportbanden van Loma installeert, die al met een zoekkop van de Loma-metaaldetector zijn uitgerust. Nadat de toepasselijke voorzieningen zijn aangesloten, is een transporteur onmiddellijk gebruiksklaar.

Waarschuwingen
De volgende extra veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op deze procedures: 10. BEKLEMDE VINGERS. Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie. De volgende noodmaatregelen gelden voor de onderstaande situaties: 11. NOODSTOP VAN TRANSPORTEURS. Zie Noodmaatregelen, pagina vii voor meer informatie.

Installatie van een transporteurversie voorbereiden


Loma Engineering verzendt alle transporteurmetaaldetectors als volgt: Voeten (indien gemonteerd) zijn volledig ingeschroefd. Wielen (indien gemonteerd) zijn volledig ingeschroefd en geborgd (alleen VK), of worden meegeleverd in een plastic zak die in de uitwerpbak geplaatst is (Europa). Voeten kunnen om vervoersredenen gemonteerd zijn of er kunnen bouten van 20 mm gebruikt zijn om de transporteur op het pallet vast te zetten. Broze items zijn in beschermend materiaal verpakt.

Bouten en hulpwieltjes verwijderen


Transporteurs voor Europese klanten kunnen op het pallet vastgezet zijn met bouten van 20 mm die in de onderkant van de poten zijn geschroefd. Verwijder deze bouten indien aanwezig.

9089

87
De metaaldetector installeren

Als er wielen zijn meegeleverd voor de transporteur, haal deze dan uit de uitwerpbak en verwijder het verpakkingsmateriaal. Monteer de wielen aan de poten van de transporteur.

De transporteur aanpassen/recht zetten


Pas de toevoer- en afvoerhoogtes naar wens aan door middel van de verstelbare voeten of wielen. Zorg ervoor dat alle voeten of wielen stevig op de grond staan en de transporteur gelijkmatig ondersteunen zodat deze niet wiebelt. Veranker de transporteur indien nodig aan de grond met behulp van bouten die in de voeten geschroefd worden. Maak de transporteur niet aan andere apparaten vast. Dit kan ertoe leiden dat trillingen naar de kop gezonden worden, wat tot ongewenste reacties leidt. Wanneer de hoogte juist is, vergrendelt u de wielen (indien gemonteerd). Als de transporteur voeten heeft, raden wij u aan een siliconenafdichtmiddel rond de voeten en vloer aan te brengen.

Elektriciteitstoevoer aansluiten
De standaardtransporteur van een metaaldetector heeft een startelektrodeisolatieschakelaar en een 24 V wisselstroomcontrolecircuit. Het toevoervoltage voor de transporteur staat op de identicatieplaat op het transportgestel. Zet de isolatieschakelaar op OFF, ontgrendel vervdgens de deuren open deze. Op de volgende afbeelding ziet u de isolatieschakelaar in een standaard elektrischevoedingskast:
NEUTRAALAANSLUITINGEN
L1 L2 L3

NEUTRAALAANSLUITINGEN

AARDAANSLUITINGEN

T1

T2

T3

ISOLATIEAANSLUITINGEN

Verwijder het plastic deksel van het aansluitingspunt van de startelektrodeisolatieschakelaar.

9089

88
De metaaldetector installeren

Kabelingang loopt via de messing drukring onder op de achterkant van de elektrischevoedingskast. N.B.: Gebruik geen onbuigzame buizen. Onbuigzame buizen kunnen trillingen naar de kop veroorzaken, wat tot ongewenste reacties leidt. De transporteur moet gevoed worden via een vijfaderige kabel (drieaderig is geschikt voor nfasige apparaten) die door een buigzame buis loopt of een vijfaderige gepantserde kabel. Voer de kabel door de drukring. Splits de kabel in de kast en snijd de draden op een geschikte lengte af. De draden voor de fasen, nul en aarde worden verbonden aan de aansluitingspunten van de isolatieschakelaar. De aansluitingen op de isolatorschakelaar dienen als volgt uitgevoerd te worden:
driefasig, aarde en neutraal

Ader
driefasig Neutraal Aarde

Aansluitingspunt
L1, L2 en L3 N A driefasig, aarde en geen neutraal

Ader
driefasig Neutraal Aarde

Aansluitingspunt
L1, L2 en L3 Niet gebruikt A eenfasig, aarde en neutraal

Ader
driefasig Neutraal Aarde

Aansluitingspunt
L1 N A

Controleer dat alle aansluitingen goed bevestigd en juist zijn, en plaats het plastic deksel weer goed op de isolatieschakelaar. Sluit en vergrendel de deur.

9089

89
De metaaldetector installeren

De luchttoevoer aansluiten (alleen voor pneumatisch werkende uitwerpapparaten)


De minimumluchtdruk mag niet onder 65 psi (4,5 bar) komen wanneer het uitwerpapparaat werkt. Tenzij er een transporteur met een luchtinblazingsuitwerpapparaat is gemonteerd, wordt de luchttoevoer op een regulateur aangesloten die aan de voorkant van de transporteur is gemonteerd en op 80 psi (5,5 bar) is ingesteld. De luchttoevoer dient 100 psi (6,9 bar) te zijn voor luchtinblazingseenheden. De volgende afbeelding toont een typische regulateureenheid:

DRUKAFSTELSCHROEF

DRUKMETER

WATERZAKAFVOER

Met uitzondering van transporteurs met een luchtinblazing-uitwerpsysteem of SODuitwerpapparaat, wordt er een lage-luchtdrukschakelaar elektrisch in serie gemonteerd met de startmotorspoel. Dit wordt een open circuit als de luchtdruk onder 40 psi (2,8 bar) valt. De luchttoevoer wordt via buizen met een buitendiameter van 10 mm op de elleboog van 90 aangesloten. De elleboog bevindt zich aan de kant van de luchtregulateureenheid of de luchtinblazing-solenode, afhankelijk van het gemonteerde uitwerptype.

Beschermkappen controleren
Controleer dat alle beschermkappen stevig op hun plaats bevestigd zijn. Bepaalde transporteurs die speciaal op bestelling gemaakt worden, kunnen van elektrische vergrendelingen voorzien worden. Controleer of er zich geen obstructies voor de toevoer en afvoer van de transporteur bevinden.

9089

90
De metaaldetector installeren

De transporteur inschakelen
Zet de hoofdisolatieschakelaar aan bij de elektrischevoedingskast. Zet de besturingseenheid aan. Zet de persluchttoevoer naar de transporteur aan. Druk op de 'Start'-knop bij de elektrischevoedingskast. Controleer dat de transporteur start en de band in de juiste richting loopt. Als dit het geval is: Ontkoppel de lucht en controleer dat de motor stopt, wanneer er een lageluchtdrukschakelaar gemonteerd is. Een SOD-systeem heeft geen lageluchtdrukschakelaar. Is dit niet het geval (alleen driefasige systemen): Druk op de 'Stop'-knop bij de elektrischevoedingskast. Zet de besturingseenheid uit. Zet de hoofdisolatieschakelaar uit bij de elektrischevoedingskast om de elektriciteit naar de transporteur te isoleren. Isoleer indien van toepassing de pneumatische toevoer naar de transporteur. Ontgrendel en open de deur van de elektrischevoedingskast. Draai de aansluiting van twee willekeurige fasen om bij de isolatieschakelaar. Sluit en vergrendel de deur van de elektrischevoedingskast. Herhaal de bovenstaande procedures.

Loop van band controleren (alleen PV-bandsystemen)


De band moet gecontroleerd worden om te kijken of hij goed loopt voordat de transporteur gebruikt wordt. Zie Routineonderhoud, pagina 129 als de loop van de band opnieuw ingesteld moet worden.

Uitwerpmechanismen instellen
Bij levering van het transporteursysteem is het uitwerpmechanisme al correct ingesteld. Meestal is verdere aanpassing niet nodig. Mocht dit wel het geval zijn, zie dan De uitwerpmechanismen bijstellen, pagina 133. Als uitwerpvertragings- en uitwerpwachttijden aangepast dienen te worden, moet dit gebeuren via de gebruikersinterface vanuit het besturingspaneel. Zie Een product instellen, pagina 42.

9089

91
De metaaldetector installeren

Luchtinblazing-uitwerpapparaat Aangezien dit type uitwerpapparaat geen smoorregelingen heeft, moet het aangepast worden via uitwerpvertragings- en uitwerpwachttijden of door de hoogte en hoek van de luchtinblazingstuiten.

Pijpleidingversies
In deze sectie wordt beschreven hoe u een op een stander gemonteerde pijpleidingmetaaldetector installeert. Nadat de toepasselijke voorzieningen zijn aangesloten, is de detector onmiddellijk gebruiksklaar.

Waarschuwingen
De volgende extra veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op deze procedures: 13.BEVEILIGING WANNEER OP EEN STANDER GEMONTEERD 14. OPSTARTEN MET AUTOMATISCHE UITWERPKLEP (RV) 15. HOOGTEAFSTELLING OP STANDER-GEMONTEERDE VERSIES 16.VEILIGHEID Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie.

Installatie van een detector voorbereiden


Loma verzendt alle op een stander gemonteerde pijpleiding-metaaldetectors als volgt: Wielen zijn vergrendeld. De benodigde sleutels voor het installeren en onderhouden van de detector worden meegeleverd. De uitwerpklep is apart verpakt in noppenfolie.

9089

92
De metaaldetector installeren

De detector aansluiten
Sluit de automatische uitwerpklep aan op het hoofddeel van de detector. Los de hoogteafstellingshendel, waarbij u ervoor dient te zorgen dat de detector niet te snel op de gasgevulde stang omhooggaat. Stel de hoogte van de eenheid nauwkeurig in, zodat de invoer- en uitvoerpoorten op gelijke hoogte zijn met het bestaande leidingstelsel en de wielen het gewicht van de detector volledig ondersteunen. Draai de afstellingshendel helemaal aan. Wielen worden op gelijk niveau gebracht met de vloer en vergrendeld. Sluit de eenheid aan op het bestaande leidingstelsel.

Elektriciteitstoevoer aansluiten
Pijpleidingdetectors vereisen een eenfasige elektriciteitstoevoer. De elektrische aansluitingen worden op een connectorblok in de besturingseenheid gemaakt. De volgende afbeelding toont het aansluitschema voor het connectorblok:

JP301

TP303
Onder stroom

Neutraal

De inkomende hoofdaardaansluiting wordt met de linkeraardeverbindingsbout (in een groep van 3) gemaakt die zich vlak onder de rechterrand van de besturingseenheid bevindt

Stroomkabels moeten een stroomvoercapaciteit hebben van ten minste 5 A stroom en via een toepasselijke waterdichte drukring naar de besturingseenheid geleid worden. Het drukringgat voor stroominvoer zit helemaal links op de besturingseenheid wanneer u vr de bediening staat. N.B.: Gebruik absoluut geen onbuigzame buizen. Onbuigzame buizen kunnen trillingen naar de kop veroorzaken, wat tot ongewenste reacties leidt. Open de deur van de besturingseenheid en verwijder alleen het veiligheidsdeksel, de hoekverdeelplaat, van de stroomtoevoer. Plaats het onder in de deur van de besturingseenheid. Splits de kabel in de kast en snijd de draden op een geschikte lengte af.

9089

93
De metaaldetector installeren

Op de voorgaande afbeelding ziet u bedradingsdetails voor het connectorblok. De aansluitingen op het connectorblok dienen als volgt uitgevoerd te worden: De kleurcodering van wisselstroombedrading hangt af van het gebied.
Noord-Amerika 110/120 V Zwart Wit Groen/geel Alle andere gebieden 200/240 V Bruin Blauw Groen/geel = = = = = = HEET NEUTRAAL AARDE ONDER STROOM NEUTRAAL AARDE

Relaiscontactinformatie
Als uw metaaldetector met een uitwerpapparaat of randapparaten geleverd wordt, zijn deze al aangesloten. Wanneer u echter uw eigen uitwerpapparaat aansluit, dient u de onderstaande informatie voor spanningsvrije relaisschakeling te lezen. Het is raadzaam de bedrading van het uitwerpapparaat in serie aan te sluiten met een reeks defectrelaiscontacten om de uitwerping in werking te stellen wanneer er een systeemdefect gegenereerd wordt, zodat een storingveilige uitwerpwerking voor een storingsstaat verzekerd is. Zie Over de metaaldetectorreeks, pagina 1 voor informatie over contactschakeling. Welke aansluitingen gemaakt worden, is afhankelijk van uw vereisten. De getoonde contacten zijn voor ontkrachte relais (faalbestendig):
Pin1
Afkeurrelais 2 contactreeksen Defectrelais 2 contactreeksen Foutrelais Runrelais

NC C NO NC C NO

NC C NO NC C NO

NC C NO NC C NO

Controleer dat alle aansluitingen goed bevestigd en juist zijn, en zet de verdeelplaat dan weer stevig over de stroomtoevoer. Sluit en vergrendel de deur van de besturingseenheid.

9089

94
De metaaldetector installeren

De luchttoevoer aansluiten (alleen voor pneumatisch werkende uitwerpklep)


Een luchttoevoer met een druk tussen 6,0 en 8,0 bar (90 - 116 psi) is vereist wanneer er een pneumatisch werkende uitwerpklep op de detector gemonteerd is. De minimumluchtdruk mag niet onder 75 psi (5,2 bar) komen wanneer de uitwerpklep werkt. De luchttoevoer moet droog en doorgesmeerd zijn. Als er een pneumatisch werkende uitwerpklep gemonteerd is, verbindt u de persluchttoevoer met de invoerpoort van de klep met 5 poorten, via een luchtbuis met een buitendiameter van 10 mm. U vindt de klep achter onder aan de besturingseenheid.

De detector controleren
Controleer of alle koppelingen stevig vastzitten en of de eenheid niet aan de pijpleiding hangt, of zodanig omhoogdrukt dat de constructie vervormd wordt. Controleer of de vier wielen goed op de vloer staan en vergrendeld zijn.

De detector inschakelen
Zet de voeding voor de besturingseenheid van de zoekkop aan. Zet de luchttoevoer naar de detector aan. Stel de eenheid in zoals beschreven in De metaaldetector instellen, pagina 59.

Handtmann-versies
In deze sectie wordt de installatie beschreven van een Handtmann-pijpleidingmetaaldetector van Loma. De detector is gemonteerd aan het scharnierblok op de afvoer van het vulapparaat, naast de productpijp van dit apparaat.

Waarschuwingen
De volgende extra veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op deze procedures: 17. EEN MET SCHARNIER GEMONTEERDE VERSIE OP EEN PA30-VULAPPARAAT VERPLAATSEN 18. EEN MET SCHARNIER GEMONTEERDE VERSIE ZONDER STANDER VERPLAATSEN 19. EEN MET SCHARNIER GEMONTEERDE VERSIE OP EEN STANDER VERPLAATSEN 20. EERPLAATSING WANNEER UITGERUST MET EEN WATERMANTEL 21. EEDIENING BIJ GEBRUIK VOOR HANDKOPPELING

9089

95
De metaaldetector installeren

Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie.

Handkoppelingstoepassingen
Dit vereist verwijdering van de handkoppeling-tandwielkastconstructie van het vulapparaatscharnier, waarna de constructie op het replicascharnierblok op de afvoer van de metaaldetectorconstructie gemonteerd dient te worden. Stroom- en uitwerpverbindingen maakt u als volgt: Als de metaaldetector geen vaste stroomkabel heeft, wordt de stroom aangesloten zoals beschreven in Elektriciteitstoevoer aansluiten, pagina 87. Het uitwerpsysteem van dit model is een Stop-on-Detect, een paar spanningsvrije relaiscontacten worden op een enkele connector aangesloten (zie onderstaande afbeelding) die in het Utensil Socket gaat dat zich aan de achterzijde van het vulapparaat bevindt.

9089

96
De metaaldetector installeren

AL-toepassingen
Dit vereist ontkoppeling van de AL-machine van het vulapparaatscharnierblok, waarna de machine aan het replicascharnierblok op de afvoer van de metaaldetectorconstructie gekoppeld dient te worden. Als de metaaldetector geen vaste stroomkabel heeft, wordt de stroom aangesloten zoals beschreven in Elektriciteitstoevoer aansluiten, pagina 87. De VF200- en 300-modellen gebruiken het uitwerpsysteem Stop-On-Detect. Een paar spanningsvrije relaiscontacten worden op een enkele connector aangesloten (zie onderstaande afbeelding) die in het Utensil Socket gaat dat zich aan de achterzijde van het vulapparaat bevindt. Voor VF600-modellen kan de connector enkel of dubbel zijn, afhankelijk van de toepassingsvereisten. De enkele connector wordt meestal aangesloten op de tweede utensil-socket aan de achterkant van het vulapparaat.

Short Hinge-toepassingen
De detector bevindt zich op de scharnierverbinding van de vulapparaatuitvoer en wordt via kwartslag RD80-ttingen aangesloten. Er kan een automatisch uitwerpapparaat op deze eenheid gemonteerd worden. In dat geval heeft deze een extra stander. De eenheid kan ook aan een afkapapparaat voorafgaan. Als de metaaldetector geen vaste stroomkabel heeft, wordt de stroom aangesloten zoals beschreven in Elektriciteitstoevoer aansluiten. Als er een pneumatisch werkende uitwerpklep is gemonteerd, is er voor de klep een persluchttoevoer tussen 6,0 bar en 8,0 bar (90 - 116 psi) vereist. De minimumluchtdruk mag niet onder 75 psi (5,2 bar) komen wanneer de klep werkt. De luchttoevoer moet droog en doorgesmeerd zijn. De aansluiting wordt gemaakt met de invoerpoort van de klep met 5 poorten, via een luchtbuis met een buitendiameter van 10 mm.

De detector controleren
Controleer of alle koppelingen stevig vastzitten en of de eenheid niet zodanig gemonteerd is dat de constructie vervormd wordt. Controleer of alle toepasselijke elektrische en pneumatische verbindingen goed vastzitten en goed zijn aangesloten. Als er een stander gemonteerd is, dient u te controleren of de vier wielen goed op de vloer staan en vergrendeld zijn.

9089

97
De metaaldetector installeren

Farmaceutische versies
In deze sectie versie wordt de installatie beschreven van een farmaceutische metaaldetector van Loma. De detector wordt met zijn eigen standaard en uitwerpmechanisme geleverd. Nadat de toepasselijke voorzieningen zijn aangesloten, is de detector onmiddellijk gebruiksklaar.

Waarschuwingen
De volgende extra veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op deze procedures: 22. AFSTELLING 23. VEILIGHEID Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie.

Installatie van een detector voorbereiden


Wanneer de farmaceutische metaaldetector door Loma verzonden wordt, zijn de wielen vergrendeld.

De detector aansluiten
Stel de hoogte van de detector in door de hoogteklem te lossen en de kop hoger of lager op de standerbuis te schuiven. De stander wordt met een interne gasgevulde stang geleverd, die afstelling vergemakkelijkt door de detector een effectieve nulmassa te geven. Zet de hoogteklem weer vast. Kantel de metaaldetector door de kantelklem lichtjes te lossen en de kop voorzichtig te kantelen tot deze de gewenste hoek heeft. Het uitwerpmechanisme moet altijd aan de lage kant zijn. Zet de kantelklem weer vast. Het kan zijn dat de hoogte nu verder aangepast dient te worden. Vergrendel de vier wielen met behulp van de integrale remmen.

Elektriciteitstoevoer aansluiten
Farmaceutische metaaldetectors worden met voorgemonteerde netstekkers geleverd. Er is geen bedrading vereist.

De detector controleren
Controleer of alle beschermkappen stevig op hun plaats bevestigd zijn en of er zich geen obstructies voor de toevoer en afvoer van de transporteur bevinden.

9089

98
De metaaldetector installeren

De detector inschakelen
Zet de voeding en de besturingseenheid van de zoekkop aan. Stel de eenheid in en verieer de werking van de metaaldetector zoals beschreven in De metaaldetector instellen, pagina 59.

Vrijeval-versies (stand-alone)
Loma levert twee versies zoekkoppen voor stand-alone vrijevalmetaaldetectors: Catalogue CF-model (contained eld). Slimline CF-model (contained eld). Er moeten bepaalde richtlijnen gevolgd worden om optimale gevoeligheid te bereiken. De redenen daarvoor zijn gelijk aan die voor het monteren van koppen op transporteurs.

Voorschriften
De volgende extra veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op deze procedures: 25. OPSTARTEN MET EEN OMLEIDER Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie.

Methoden voor het monteren van zoekkoppen


Vrijeval-metaaldetectors kunnen op antivibratiehouders, een Tufnol-plaat of een draaiconstructie gemonteerd worden, afhankelijk van het geleverde model. Welke methode er ook gebruikt wordt om de kop te monteren, hij moet volledig gesoleerd worden van al het metaalwerk in de omgeving. De kop dient alleen door middel van een 12-aderig afschermsnoer geaard te worden dat op de kop van de besturingseenheid aangesloten wordt.

Advies voor het monteren van de detector


Gebruik de vier bevestigingsgaten in de vier uiterste hoeken van het openingsoppervlak van de detectorkast, als de detector op antivibratiehouders gemonteerd is op een nietmetalen plaat, vastgemaakt aan een geschikt gelast constructieraamwerk, dat het gewicht van de eenheid kan dragen. Gebruik de vier bevestigingsgaten in de vier uiterste hoeken van het openingsoppervlak van de detectorkast, indien de detector gemonteerd is via 2 x 5 mm dikke gesloten celsponsstrips, die over de langste dimensie langs de rand van de kast lopen en een niet-

9089

99
De metaaldetector installeren

metalen plaat die aan een geschikt gelast constructieraamwerk vastgemaakt is, dat het gewicht van de eenheid kan dragen. Alleen Catalogue-eenheden Zorg ervoor dat het raamwerk waaraan de detector is vastgemaakt, het gewicht van de eenheid kan dragen, indien de eenheid via de vier gaten in de uitbreidingsens aan de onderkant van de detectorkast gemonteerd is. Alleen Slimline-eenheden Indien de eenheid gemonteerd is met behulp van een draaipen, zorg er dan voor dat de draaipen van de detectorkast gesoleerd is en het gewicht van de eenheid kan dragen.

Metaalvrij gebied voor zoekkop


Net als met koppen die op transporteurs gemonteerd zijn, is er een metaalvrij gebied voor zowel bewegend als niet-bewegend metaal.

Metaalvrij gebied voor CF-modellen


O O=OPENINGSDIAMETER AFSCHERMKRAAG

HOOFDKAST

2O/3

METAALVRIJ GEBIED O/4 O/4 MIDDELLIJN VAN OPENING

O/3

Het getoonde metaalvrije gebied is voor bewegend metaal. Zorg voor een 150 mm metaalvrij gebied rond de eindplaatpakking. Het metaalvrije gebied is symmetrisch aan weerskanten van de detector. Het metaalvrije gebied kan verkleind worden, maar dit kan ten koste van gevoeligheid gaan.

9089

100
De metaaldetector installeren

De kabel tussen de zoekkop en de besturingseenheid leiden


Het meegeleverde 12-aderige afschermsnoer moet gebruikt worden om de zoekkop op de besturingseenheid aan te sluiten. N.B.: Houd de kabel uit de buurt van bedrading met elektrische ruis, zoals netvoeding.

Statische voorzorgsmaatregelen voor droge-poederproducten


Bij producten die waarschijnlijk statische elektriciteit zullen veroorzaken, is het belangrijk dat de productpijp die door de opening loopt, van een antistatisch scherm voorzien wordt. Neem contact op met uw Loma-hulpdienst voor meer informatie.

Elektriciteitstoevoer aansluiten
De op een stander gemonteerde vrijeval-metaaldetector (standaardmodel) van Loma vereist een eenfasige elektriciteitstoevoer. De elektrische aansluitingen worden op een connectorblok in de besturingseenheid gemaakt. De volgende afbeelding toont het aansluitschema voor het connectorblok:

JP301

TP303
Onder stroom

Neutraal

De inkomende hoofdaardaansluiting wordt met de linkeraardeverbindingsbout (in een groep van 3) gemaakt die zich vlak onder de rechterrand van de besturingseenheid bevindt

Stroomkabels moeten een stroomvoercapaciteit hebben van ten minste 5 A stroom en via een toepasselijke waterdichte drukring naar de besturingseenheid geleid worden. Het drukringgat voor stroominvoer zit helemaal links op de besturingseenheid wanneer u vr de bediening staat. N.B.: Gebruik geen onbuigzame buizen. Onbuigzame buizen kunnen trillingen naar de kop veroorzaken, wat tot ongewenste reacties leidt. Open de deur van de besturingseenheid en verwijder alleen het veiligheidsdeksel, de hoekverdeelplaat, van de stroomtoevoer. Plaats het onder in de deur van de besturingseenheid. Splits de kabel in de kast en snijd de draden op een geschikte lengte af.

9089

101
De metaaldetector installeren

Op de voorgaande afbeelding ziet u bedradingsdetails voor het connectorblok. De aansluitingen op het connectorblok dienen als volgt uitgevoerd te worden: De kleurcodering van wisselstroombedrading hangt af van het gebied.
Noord-Amerika 110/120 V Zwart Wit Groen/geel Alle andere gebieden 200/240 V Bruin Blauw Groen/geel = = = = = = HEET NEUTRAAL AARDE ONDER STROOM NEUTRAAL AARDE

Relaiscontactinformatie
Als uw metaaldetector met een uitwerpapparaat of randapparaten geleverd wordt, zijn deze al aangesloten. Wanneer u echter uw eigen uitwerpapparaat aansluit, dient u de onderstaande informatie voor spanningsvrije relaisschakeling te lezen. Het is raadzaam de bedrading van het uitwerpapparaat in serie aan te sluiten met een reeks defectrelaiscontacten om de uitwerping in werking te stellen wanneer er een systeemdefect gegenereerd wordt, zodat een storingveilige uitwerpwerking voor een storingsstaat verzekerd is. Zie Over de metaaldetectorreeks, pagina 1 voor informatie over contactschakeling. Welke aansluitingen gemaakt worden, is afhankelijk van uw vereisten. De getoonde contacten zijn voor ontkrachte relais (faalbestendig).
Pin1
Afkeurrelais 2 contactreeksen Defectrelais 2 contactreeksen Foutrelais Runrelais

NC C NO NC C NO

NC C NO NC C NO

NC C NO NC C NO

Controleer dat alle aansluitingen goed bevestigd en juist zijn, en zet de verdeelplaat dan weer stevig over de stroomtoevoer. Sluit en vergrendel de deur van de besturingseenheid.

9089

102
De metaaldetector installeren

Modellen met kort of lang gestel met uitwerpomleider


Deze systemen kunnen op verschillende manieren gemonteerd worden: op de grond op verstelbare poten of aan een hangconstructie gemonteerd. Tekeningen van het algemene oppervlaktebeslag volgen hierna. De vereiste installatieruimte hangt af van de grootte van de detectoropening. De vereiste ruimte kan worden bepaald aan de hand van de afstand tussen het begin van de toevoerproductpijp en het oppervlak waarop hij komt te staan. Er dient nog eens 10 mm toegevoegd te worden om ruimte te laten tussen het einde van het aanvoerpijpwerk en het begin van de productpijp van de detector. Het oppervlak waarop het systeem staat, moet zijn gewicht voldoende kunnen ondersteunen, en eventueel extra pijpwerk dat op het uitwerpapparaat gemonteerd wordt. Het gewicht van het systeem staat op zijn serienummerplaatje dat zich op het systeemgestel bevindt. Er moet voldoende ruimte rond het systeem vrijgelaten worden, zodat men er gemakkelijk bij kan voor bediening en reiniging. Er wordt een minimumruimte van 1 meter aanbevolen. Het aanvoerpijpwerk van het product wordt aan het pijpwerk van het systeem gekoppeld via een exibele plasticgalg die met opnieuw bruikbare banden aan de pijp bevestigd wordt; direct contact tussen de pijpen moet vermeden worden. Het uitvoerpijpwerk wordt direct aangesloten op de rechthoekige opstaande randen aan zowel de poort voor goede als de poort voor afgekeurde producten onder aan het uitwerpapparaat.

Systemen met kort gestel (alle openingsgroottes en montageopties)


Voor optimale prestaties mag de afstand tussen de bovenkant van de zoekkop en het punt waarop het product zijn vrije val begint, niet groter zijn dan 500 mm.

9089

103
De metaaldetector installeren

Systemen met lang gestel (alle montageopties, maar afhankelijk van grootte van opening)
Voor optimale prestaties dient de afstand tussen de bovenkant van de zoekkop en het punt waarop het product zijn vrije val begint, als volgt te zijn: Grootte van opening
125 mm 175 mm 250 mm

Afstand tot de bovenkant van de detector


1000 mm 1450 mm 2100 mm

Wanneer er een systeem met kort gestel genstalleerd wordt, moet er aandacht besteed worden aan de vereisten voor metaalvrije gebieden die in Metaalvrij gebied voor zoekkop, pagina 99 vermeld worden.

Metaalvrij gebied voor systemen met lang gestel


Er mag zich geen niet-bewegend metaal dichter bij de detectoropening bevinden dan 1,5 keer de grootte van de opening, gemeten vanaf de middellijn van de diepte van de detectorkast. Er mag zich geen bewegend metaal dichter bij de detectoropening bevinden dan 3,0 keer de grootte van de opening, gemeten vanaf de middellijn van de diepte van de detectorkast. Het metaalvrije gebied is aan weerskanten van de detector symmetrisch. Het metaalvrije gebied kan verkleind worden, maar dit kan ten koste van gevoeligheid gaan. Grootte van opening
125 mm 175 mm 250 mm

Niet-bewegend metaal
188 mm 263 mm 375 mm

Bewegend metaal
375 mm 525 mm 750 mm

9089

104
De metaaldetector installeren

Op de grond
PLASTIC VOETEN

GOED/AFGEKEURD FLENSDETAIL

AFNEEMBAAR DEKSEL OM BIJ AFKEUROMLEIDER TE KOMEN

PNEUMATISCHE TOEGANGSDEUR

AFGEKEURD GOED AFNEEMBAAR TOEGANGSPANEEL VOOR REINIGING Bevestigingen kunnen verschillen DETECTORBEDIENING ELEKTRISCHE HULPENCLOSURE

Oppervlaktebeslag van vloermontage-installatie

Het systeem heeft ongeveer 75 mm hoogteafstelling via zijn schroefpoten. Het is raadzaam de poot niet te lang te maken. De verstelbare poten zijn uitgerust met voeten, elk met een of twee vrijloopgaten van 10 mm. Het systeem moet bevestigd worden aan het oppervlak waarop het staat, om beweging tijdens het uitwerpproces te voorkomen. Wordt dit niet gedaan, dan kan dit overmatige druk uitoefenen op het pijpwerk waarop het aangesloten is. Dit kan slecht voor de globale werking en mechanische veiligheid van het systeem zijn.

9089

105
De metaaldetector installeren

Hangmontage
4 MONTAGEGATEN VOOR M16-SCHROEFBOUTEN

GOED/AFGEKEURD FLENSDETAIL

PNEUMATISCHE TOEGANGSDEUR

GOED

AFGEKEURD

AFNEEMBAAR TOEGANGSPANEEL VOOR REINIGING Bevestigingen kunnen verschillen

DETECTORBEDIENING

ELEKTRISCHE HULPENCLOSURE

Oppervlaktebeslag van hangmontage-installatie


Het systeem moet stevig vastgehangen worden met M16-schroefbouten die van het hoofdgestel gesoleerd zijn; de hoeken van het systeem moeten op gelijke hoogte zijn.

De luchttoevoer aansluiten
N.B.: Een luchttoevoer met een druk van tussen 3,5 bar (52 psi) en 4,5 bar (66psi) is vereist om het uitwerpapparaat in werking te stellen. De luchttoevoer moet droog en doorgesmeerd zijn.

9089

106
De metaaldetector installeren

Sluit de persluchttoevoer aan op de invoerzijde van de luchtregulateureenheid via een pijp met een buitendiameter van 10 mm. Deze eenheid bevindt zich aan de rechterkant van het systeemgestel wanneer u vr de detectorbediening staat. De luchtdruk is ingesteld op 4,0 bar (60 psi) via de regelaar boven op de waterzakes.

VELIGHEIDSVERGRENDELING

DRUKAFSTELSHROEF

LUCHTINVOER

WATERZAKAFVOER

De elektriciteitstoevoer aansluiten
Het systeem vereist een eenfasige wisselstroomtoevoer met aarde en neutraal volgens het voltage-etiket op de stroomkast. De stroom wordt aangesloten via de hoofdisolatieschakelaar aan de rechterkant van de besturingseenheid wanneer u vr de detectorbediening staat.

9089

107
De metaaldetector installeren

Wanneer u de hoofdtoevoerbron op uw systeem aansluit, dient u ervoor te zorgen dat de kabelverbinding niet parallel loopt met kasten of kabels met elektrisch ruis of er doorheengaat. Houd hoofdtoevoerkabels en signaalkabels apart. De toevoer naar het systeem moet via een 3-aderig snoer door een exibele buis of een 3-aderige gesoleerde kabel geleid worden. Voer de kabel door een toepasselijke drukring. Splits de kabel in de kast en snijd de draden op een geschikte lengte af. De aansluitingen op het connectorblok dienen als volgt uitgevoerd te worden:

ONDER STROOM

IN NEUTRAAL

AARDCONNECTORS

BUIS NAAR AFGEZET GEDEELTE

INGANGSKABEL

9089

108
De metaaldetector installeren

De kleurcodering van wisselstroombedrading hangt af van het gebied.


NoordAmerika 110/120 V Wit Groen/geel = = NEUTRAAL AARDE naar naar N Messingaansluitingspunt Alle andere gebieden 200/240 V Blauw Groen/geel = = Bruin = ONDER STROOM NEUTRAAL AARDE naar naar N Messingaansluitingspunt naar L1 Zwart = HEET naar L1

Alleen IQ2-zoekkop installeren


In deze sectie wordt beschreven hoe u de zoekkop van een Loma-metaaldetector op een bestaande of door de klant gebouwde transtporteur monteert.

Voorschriften voor elektriciteitstoevoer


Alle apparatuur van Loma is ontworpen om onder fabrieksomstandigheden te functioneren, en is getest om aan erkende internationale standaarden voor door hoofdleiding veroorzaakte storing te voldoen. Men moet er echter nog steeds voor zorgen dat de apparatuur niet blootgesteld wordt aan overmatige elektrische ruis via zijn toevoer. Hiervoor volgt u deze eenvoudige stappen: De eenheid moet zijn eigen, aparte toevoer hebben, tenzij men weet dat de toevoerlijn schoon is. Een aparte toevoerlijn moet zijn eigen leiding/distributie uit de buurt van andere toevoerlijnen met ruis laten lopen. Elk I/O-signal dat aangesloten is op de noodverbindingen, moet in een afschermsnoer zitten, aan het ingangspunt geaard zijn naar de besturingseenheid van de detector, en vrijgehouden worden van ruisbronnen, zoals netvoeding voor grote elektrische machines.

9089

109
De metaaldetector installeren

Voordat u een kop installeert


Het wordt installatiepersoneel ten sterkste aangeraden Koppen op transporteurs monteren, pagina 111 te lezen alvorens een kop op een transporteur te installeren om helemaal op de hoogte te zijn van de installatievereisten.

Elektriciteitstoevoer aansluiten
Wanneer een zoekkop voor een metaaldetector als Kop geleverd wordt, worden de elektrische aansluitingen op een connectorblok in de besturingseenheid gemaakt. Gebruik een schone toevoerbron bij voorkeur met een aparte onderbreker voor zowel de hoofdtoevoer als de stroom voor het uitwerpapparaat. Het systeem dient een goede aarde te hebben. Wanneer u de hoofdtoevoerbron op uw systeem aansluit, dient u ervoor te zorgen dat de kabelverbinding niet parallel loopt met kasten of kabels met elektrische ruis, of er doorheen gaat. Houd hoofdtoevoerkabels en signaalkabels apart. Gebruik een toepasselijke smoorschakeling om de uitwerptoevoerspoel te onderdrukken. Ze moet zo dicht mogelijk bij de spoel aangebracht worden. De volgende afbeelding toont het aansluitschema voor het connectorblok:

JP301

TP303
Onder stroom

Neutraal

De inkomende hoofdaardaansluiting wordt met de linkeraardeverbindingsbout (in een groep van 3) gemaakt die zich vlak onder de rechterrand van de besturingseenheid bevindt

Stroomkabels moeten een stroomvoercapaciteit hebben van ten minste 5 A stroom en via een toepasselijke waterdichte drukring naar de besturingseenheid geleid worden. Het drukringgat voor stroominvoer zit helemaal links op de besturingseenheid wanneer u vr de bediening staat. N.B.: Gebruik absoluut geen onbuigzame buizen. Onbuigzame buizen kunnen trillingen naar de kop veroorzaken, wat tot ongewenste reacties leidt.

9089

110
De metaaldetector installeren

Open de deur van de besturingseenheid en verwijder alleen het veiligheidsdeksel, de hoekverdeelplaat, van de stroomtoevoer. Plaats het onder in de deur van de besturingseenheid. Splits de kabel in de kast en snijd de draden op een geschikte lengte af. Op de voorgaande afbeelding ziet u bedradingsdetails voor het connectorblok. De aansluitingen op het connectorblok dienen als volgt uitgevoerd te worden: De kleurcodering van wisselstroombedrading hangt af van het gebied.
Noord-Amerika 110/120 V Zwart Wit Groen/geel Alle andere gebieden 200/240 V Bruin Blauw Groen/geel = = = = = = HEET NEUTRAAL AARDE ONDER STROOM NEUTRAAL AARDE

Relaiscontactinformatie
Wanneer u uw eigen uitwerpapparaat aansluit, dient u de onderstaande informatie over spanningsvrije relaisschakeling te lezen. Het is raadzaam de bedrading van het uitwerpapparaat in serie aan te sluiten met een reeks defectrelaiscontacten om de uitwerping in werking te stellen wanneer er een systeemdefect gegenereerd wordt, zodat een storingveilige uitwerpwerking voor een storingsstaat verzekerd is. Zie Over de metaaldetectorreeks, pagina 1 voor informatie over contactschakeling. Welke aansluitingen gemaakt worden, is afhankelijk van uw vereisten. De getoonde contacten zijn voor ontkrachte relais (faalbestendig):
Pin1
Afkeurrelais 2 contactreeksen Defectrelais 2 contactreeksen Foutrelais Runrelais

NC C NO NC C NO

NC C NO NC C NO

NC C NO NC C NO

Controleer dat alle aansluitingen goed bevestigd en juist zijn, en zet de verdeelplaat dan weer stevig over de stroomtoevoer. Sluit en vergrendel de deur van de besturingseenheid. Zie Bijlage F voor informatie over het aansluiten van uitwerpbevestiging, foto-ogen voor bak vol en productregistratie.

9089

111
De metaaldetector installeren

Koppen op transporteurs monteren


Loma maakt al jarenlang metaaldetectorsystemen en deze schat aan ervaring is terug te vinden in ons huidige transporteurontwerp. Er zijn een aantal dingen waar u op moet letten wanneer u een nieuwe metaaldetectorkop van Loma monteert op een bestaande transporteur, ongeacht het fabrikaat, of wanneer u een nieuwe transporteur bouwt voor een metaaldetectorkop, als in werking treding door hinderreacties bij verminderde gevoeligheidsinstellingen vermeden moet worden. De transporteur moet een substantile en gelaste niet met bouten bevestigde constructie hebben. Er mag zich geen niet-bewegend metaal dichter bij het midden van de detectoropening bevinden dan anderhalf keer de kleinste van de twee openingsdimensies; zie Verdere informatie, pagina 117. Er mag zich geen niet-bewegend metaal dichter bij het midden van de detectoropening bevinden dan drie keer de kleinste van de twee openingsdimensies. De kop dient op de transporteur gemonteerd te worden met behulp van het meegeleverde montagepakket. De transportband dient van plastic te zijn met een schuin dichtgelast of gevulkaniseerd verbindingspunt. Gebruik geen rechte verbindingspunten met egale niet-metalen klemmen. Rollen moeten bestaan uit staal dat met PVC bekleed is of een hoogwaardige roestvrijstalen constructie. De band moet door de opening ondersteund worden door middel van een niet-metalen rolplaat, zoals Tufnol, die zo sterk moet zijn dat deze niet onder het productgewicht zal buigen. Elektrische storing. Het uitwerprelais zet inductieve ladingen, zoals motoraanzetcontacten en solenodekleppen, meestal om. Daarom moeten op deze apparaten smoorschakelingen gemonteerd worden. De meeste problemen met intermitterende of storingsreacties vloeien voort uit het feit dat de fundamentele problemen onderschat worden. In de volgende secties wordt deze beredenering uitgelegd.

Transporteurconstructie
Wanneer het product dat gecontroleerd moet worden, droog of bevroren is, kan de detector in dry- of resistive-modus lopen. De detector is dan inherent trillings- of schokbestendig. Is het product echter nat en/of zout (bijv. vers vlees, vleesproducten, kaas, tafelzuur, mortel), dan moet de eenheid in reactive-modus lopen om producteffecten te compenseren. Als

9089

112
De metaaldetector installeren

gevolg daarvan wordt de weerstand van de detectorkop tegen trillingen ink verminderd. In het ontwerp van de transporteur moet daarom rekening gehouden worden met dit criterium. De transporteur moet te allen tijde de detectorkop kunnen dragen (grotere koppen kunnen honderden kilo's wegen), samen met het product, zonder ooit door te buigen of zakken en met minimale inherente trilling. De metaaldetector is een RF-elektromagnetisch apparaat dat door de opening een hoogfrequentieveld instelt. De roestvrijstalen kast functioneert als een scherm om te voorkomen dat extern metaal, of elektrische of magnetische velden, de zoekspoelconstructie benvloeden, en om het veld binnen de kop te behouden. Omdat er echter een opening moet zijn waar het te testen product doorheen kan gaan, kan dit veld enigszins naar buiten uitstralen en, door inductie, elektrische stroompjes (wervelstroom) door dichtbijzijnde metalen structuren laat lopen die gesloten circuits of herhalingslussen vormen. Dergelijke herhalingslussen zijn een inherent onderdeel van het gestel van de transporteur waarop de kop gemonteerd is en bestaan uit zijsteunen, langsverbanden, dwarsverbanden, rollen en rollenassen, enzovoort. Zolang de paden van de wervelstroom een constante elektrische weerstand hebben, kan de metaaldetector ze negeren. Door het gestel van de transporteur vast te lassen, zorgt u ervoor dat de meeste wervelstroompaden een constante elektrische weerstand behouden. Als het gestel met bouten bevestigd is, kan dit onmogelijk gegarandeerd worden. Bouten kunnen door trilling enigszins losser gaan zitten en corresponderende oppervlakken kunnen roesten of opnieuw geverfd worden, wat allemaal van invloed zal zijn op de weerstand van het verbindingspunt en onjuiste reacties kan veroorzaken. Met rollen is het vrijwel onmogelijk een constant weerstandspad te bieden, voornamelijk omdat de lagers meestal gesmeerd zijn met smeermiddel wat niet geleidt. De kogels fungeren als de contacten en dientengevolge varieert de contactweerstand terwijl zij zich door het smeermiddel bewegen. In dat geval maakt u de lus een permanent open circuit door een einde van de rollenas elektrisch te isoleren van het transporteurgestel. In de praktijk maakt het niet uit of het wervelstroompad door een open circuit gaat of kortsluiting maakt, mits gegarandeerd kan worden dat het voor de levensduur van de transporteur constant is. Problemen doen zich namelijk alleen voor wanneer de weerstand van het pad varieert. Wees ook voorzichtig wanneer u de transporteur installeert, omdat serviceleidingen, zoals voor elektriciteit en lucht, grote wervelstroomlussen kunnen vormen. Haal slechts n

9089

113
De metaaldetector installeren

elektrische leiding naar beneden omdat deze aan het transporteurgestel vastgemaakt moet worden uit veiligheidsoverwegingen voor elektrische aarding. De transporteurvan de metaaldetector moet om dezelfde reden niet rechtstreeks met bouten aan invoer- of uitvoertransporteurs bevestigd worden. Zorg ervoor dat de luchtbuis, indien van metaal, gesoleerd is waar hij de kop of het transporteurgestel raakt, of de elektrische leiding in de beurt van de transporteur. Het is altijd beter om de uiteindelijke luchtaansluiting via een exibele nylonbuis binnen te leiden. U kunt misschien ter bewijs dit kleine experiment eens uitvoeren. Neem een stuk draad en maak er een lus van die iets kleiner is dan de opening. Op dit punt de twee uiteinden nog niet kortsluiten. U zult zien dat de open-circuitlus heel dicht bij de opening gehouden kan worden, zonder dat de detector op gang gebracht wordt. Als de uiteinden van de lus met tussenpozen een gesloten en een open circuit vormen, zult u zien dat de detector start zodra het circuit geopend of gesloten wordt, zelfs wanneer dit op enige afstand van de opening gedaan wordt.

Niet-bewegend metaal
Aangezien de detector goed afgeschermd is, zullen grote hoeveelheden metaal nabij de bovenkant, onderkant of zijkanten geen invloed hebben op de prestaties. Metaal dat dichter bij de opening komt dan anderhalf keer de kleinste van de twee openingsdimensies, kan echter een belangrijke oorzaak van slechte prestaties zijn, en vereist een vermindering van de detectorgevoeligheid. De algemene richtlijnen die gevolgd kunnen worden voor het metaalvrije gebied voor alle kopformaten, vindt u in Verdere informatie, pagina 117. Een metalen invoer- en uitvoerdek dat tot de grens van het gebied van niet-bewegend metaal loopt, moet ondersteund worden en stevig bevestigd zijn aan de rand die zich het dichtst bij de opening bevindt, anders wordt het bewegend metaal en moet het verder weg geplaatst worden (zie hieronder). De beweging hoeft maar heel klein te zijn en er zijn gevallen bekend waar het dek 'zingt' terwijl de transportband er overheen gaat, waardoor ongewenste bespeuringen veroorzaakt worden. Geleiderails die dicht bij of in de opening gemonteerd zijn, mogen ook niet van metaal zijn. Gebruik Darvic of een gelijksoortig materiaal en houd de montagestanders buiten het metaalvrije gebied.

Bewegend metaal
Bewegend metaal moet op een afstand geplaatst worden die ten minste drie keer zo groot is als de kleinste van de twee openingsdimensies, zoals te zien is in Verdere informatie, pagina 117. Rollen behoren tot bewegend metaal, of het nu leirollen, aandrijfrollen of eindrollen zijn.

9089

114
De metaaldetector installeren

Dit bepaalt de minimumlengte van de transporteur. Wanneer de kleinere dimensieopening 300 mm is, aangenomen dat de kop in het midden geplaatst is, moet de transporteur minimaal 1,8 m lang zijn om ervoor te zorgen dat de eindrollen zich buiten het gebied bevinden dat vrij is van bewegend-metaal. Als rollen onjuiste reacties veroorzaken tijdens rotatie, isoleer dan n uiteinde om van een mogelijke wervelstroomlus een open circuit te maken. Ander bewegend metaal kan bestaan uit toevoerkabels of niet goed vastgemaakte leidingen die over of langs een kant van de transporteur lopen.

Trilling
Het is belangrijk dat de kop niet aan overmatige trilling wordt blootgesteld. De transporteur waarop de kop is gemonteerd, moet dus substantieel zijn en goed ondersteund worden om de kop stabiel te houden. Elektrische voorzieningen naar de kop moeten door een exibele, niet een onbuigzame, buis lopen. N.B.: Gebruik de kop of besturingskast niet als een handig bevestigingspunt voor een buis of pijpwerk, ongeacht of ze onbuigzaam of exibel zijn. N.B.: Gebruik de kop niet als een loopbrug over de transporteur, of als een bureau of vergaarbak voor ditjes en datjes.

Bandwerk
De transportband moet van plastic of polyurethaan zijn met een schuin bandverbindingspunt, bij voorkeur 60 graden maar niet meer dan 75 graden, en gevulkaniseerd of dichtgelast zijn. Een overlaps, afgesneden of genaaid verbindingspunt is niet acceptabel omdat er productresten in het verbindingspunt terecht kunnen komen. De gevoeligheid van de detector moet dan verminderd worden om onjuiste reacties te voorkomen. Sommige banden, met name lattenbanden, gebruiken oxidepigmenten als kleurstof. Deze zijn metaalhoudend van aard en kunnen tot onjuiste reacties leiden, vooral bij het bandverbindingspunt waar de oxiden geconcentreerd zijn. Deze banden dienen vermeden te worden. Zorg ervoor dat tijdens montage van een band alle metalen krullen en vijlsels opgeruimd worden en dat alle rollen bekleed zijn, bij voorkeur met PVC, om roestvorming tegen te gaan. Roest op de rollen of krullen kunnen op de onderkant van de band terechtkomen en onjuiste reacties veroorzaken.

9089

115
De metaaldetector installeren

Zorg ervoor dat de band soepel loopt en niet ontspoort waardoor hij de kanten van de opening zou raken. Niet alleen zou de band dan een groef in de wand van de opening snijden, er zouden ook trillingen uitgezonden worden waardoor er onjuiste reacties veroorzaakt worden. Voor de meeste lattenbanden worden metalen pennen gebruikt om de latten aan elkaar te zetten. Deze moeten door niet-metalen pennen vervangen worden.

Rolplaat
De band mag de onderkant of zijkanten van de opening absoluut niet raken. De band moet door de opening ondersteund worden door een niet-metalen rolplaat, zoals Tufnol, Darvic, Phenolic (droge toepassingen) of Delrin (natte toepassingen). Deze moet zich tot buiten het metaalvrije gebied uitstrekken en stevig aan het transporteurgestel vastgemaakt zijn zodat het op gelijke hoogte is met het invoer- en uitvoerdek. De plaat moet zo sterk zijn dat hij niet zal buigen onder het productgewicht terwijl het door de opening gaat. Er moet ten minste 10 mm ruimte zitten tussen de onderkant en zijkanten van de rolplaat en de onderkant en zijkanten van de opening. Zorg ervoor dat niets de boven-, onder- of zijkanten van de opening kan raken, inclusief producten die erdoor gaan, de rolplaat, geleiderails enzovoort. In het ontwerp van het transporteursysteem dient er ook voor gezorgd te worden dat zich geen productopeenhoping kan vormen aan de zijkanten en onder de rolplaat, omdat dit uiteindelijk tot onjuiste reacties zal leiden.

Elektrische storing
De detectorkop is ontworpen met een hoge immuniteit voor storing die door hoofdleidingen veroorzaakt wordt. Als u problemen ondervindt, spoor dan de storende apparaten op en onderdruk de storing bij de bron waar deze veel gemakkelijker te beheersen is. Is dit niet mogelijk, dan moet de gevoeligheid van de detector misschien verminderd worden. We willen u ook wijzen op de mogelijke problemen met andere metaaldetectors die misschien in de buurt staan; zij kunnen storing veroorzaken als ze op dezelfde frequentie werken. We adviseren u een afstand van ten minste 27 keer de kleinste dimensieopening (d.w.z. hoogte of breedte) tussen de detectors in acht te nemen. Alle inductieve apparaten, zoals uitwerpsolenodeklepspoelen, motoraanzetcontacten en gelijksoortige apparaten, dienen onderdrukt te worden door middel van geschikte storingeliminators over de inductieve lading zo dicht mogelijk bij de spoel. Andere apparaten, zoals thyristorregelaars, dienen zo goed mogelijk onderdrukt te worden. Het is moeilijker om luchtstoring te verhelpen, omdat deze wordt opgepikt door de zoekspoel die als antenne

9089

116
De metaaldetector installeren

dienstdoet. De bronnen zijn meestal radio-antennes en lussen, RF-verhitters, alle lasapparaten en zelfs luchthavenradar. U kunt dit alleen oplossen door de stand van de detectorkop of de storingsbron te verplaatsen, zodat de opening er niet direct op gericht is.

Problemen na installatie
In Service Bulletin MD20 worden opdrachtprocedures uitgebreid behandeld. Kopien zijn op verzoek beschikbaar. Ongewenste reacties Bewegend metaal wordt binnen het metaalvrije gebied bespeurd tot een afstand van twee keer de kleinere van de openingsdimensies rondom de kop. Voorbeelden van bewegend metaal: Ringen of horloges van bedieners Bandverontreiniging, zelfs door kleine roestdeeltjes Metalen bandklemmen, zelfs als ze met plastic bekleed zijn Metalen geleiderails, vooral in het metaalvrije gebied Los invoerdek Een transporteur die met bouten bevestigd is, in plaats van gelast is Metalen lakken of etiketten Metalen frames voor invoer- en uitvoerbeschermkappen Laagwaardige of gerecyclede kartonnen verpakkingsmaterialen die vaak gemetalliseerd papier of folie bevatten Drukringen of krullen onder de rolplaat. Andere oorzaken kunnen zijn: Buitensporige trilling, vooral wanneer de detector in reactive-modus loopt Wervelstroomlussen Openingsdruk Overwegingen voor elektrische storing en EMC.

9089

117
De metaaldetector installeren

Verdere informatie
Deze sectie bevat standaard montageposities voor metaaldetectorkoppen van Loma.
ZOEKKOP VAN METAALDETECTOR

TRANSPORTBAND

DETECTORBEDIENING

RETOURTRANSPORTROLLEN

NIET-METALEN ROLPLAAT

KOPMONTAGEBLOK BORSTSLUITRING SLUITRING VERENDE SLUITRING MOERBOUT

9089

118
De metaaldetector installeren

NIET-METALEN ROLPLAAT

ZOEKKOP VAN METAALDETECTOR

TRANSPORTBAND

DETECTORBEDIENING

RETOURTRANSPORTROLLEN

NIET-METALEN ROLPLAAT

KOPMONTAGEBLOK

BORSTSLUITRING SLUITRING VERENDE SLUITRING MOERBOUT

U kunt altijd contact opnemen met de serviceafdeling voor meer informatie en advies.

9089

Onderhoud
In dit hoofdstuk worden de onderhoudsprocedures voor de metaaldetectorreeks beschreven.

120
Onderhoud

Inspectie- en reinigingsprocedures
Deze procedures hebben betrekking op alle metaaldetectors in de IQ2-reeks, tenzij anders gespeciceerd.

Waarschuwingen
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn op deze procedures van toepassing: 1. LEVENSGEVAAR ELEKTRICITEITSTOEVOER. 2. LEVENSGEVAAR - PERSLUCHTTOEVOER. 3. AAN APPARATUUR WERKEN. 4. UITWERPAPPARATEN. Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie. Zie ook de veiligheidsvoorschriften voor specieke metaaldetectors in de Inleiding.

Reinigingsinformatie
In de onderstaande tabel vindt u informatie over geschikte reinigingsprocedures: Systeem Wasbeurt met slang
Transporteursystemen Handtmann- en pijpleidingsystemen Freefall-systemen met een lang gestel Zoekkoppen met een witte openingsafwerking Farmaceutische systemen Freefall-systemen met een kort gestel Stand-alone Freefall-systemen Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja

Lichte handreiniging of droog afnemen


Ja Ja Ja Ja

In de secties voor de afzonderlijke systemen vindt u mogelijk meer informatie.

10082

121
Onderhoud

Bij een wasbeurt met slang zijn de condities voor maximale veiligheid als volgt: Mondstuk van waterstraal is < 12,5mm (1/2") in doorsnee. Waterspuitsnelheid is <105 liter/minuut (23 gallons/minuut). De afstand van het mondstuk tot de apparatuur is 2,5 - 3,0 meter. Richt water nooit in lagers.

Reiniging
Transportbandversies Isoleer de elektrische en pneumatische toevoer naar de transporteur. Heeft uw transporteursysteem een zoekkop met een harde constructie (witte plasticbekleding) dan kunt u het met een slang afspuiten of met stoom reinigen in plaats van het met milde reinigingsmiddelen te wassen. Verwijder de uitwerpbak, indien aanwezig. Leeg de bak en was hem met een zacht reinigingsmiddel. Veeg los afval van de blootgestelde transporteuroppervlakken en de bandschraper, indien aanwezig. Was de transporteur, detectoropening, rollen, rolplaat en onderzijde van de band met een mild reinigingsmiddel. Spoel en droog alle gereinigde onderdelen grondig af. Inspecteer de transportband voor tekens van schade. Waar er een luchtregulateur is gemonteerd, controleert u de waterhoeveelheid in de kraan en laat u de vereiste hoeveelheid wegvloeien, zoals beschreven in Routineonderhoud, pagina 129. Controleer de beveiliging van alle bewakingssystemen van de transporteur. Sluit stroom- en luchtsystemen weer aan. Wanneer veiligheidsvergrendeling is gemonteerd, controleer dan of de transporteur stopt wanneer de beschermkappen geopend worden. Controleer voor transporteurs met een PU-band de spanning en loop van de band. De spanning en loop van de band worden beschreven in Routineonderhoud, pagina 129. Controleer bij modulaire plastic transportbanden of de band beschadigd is. Zie Routineonderhoud, pagina 129 voor vervanging van individuele secties. Controleer of het uitwerpsysteem goed werkt. U vindt hierover meer informatie in Goede werkmethoden, pagina 31. Controleer de werking van uitwerpbevestiging en bespeuring van een volle bak bij systemen die daarmee uitgerust zijn. Volle bak werkt als de sensor meer dan 5 seconden lang geblokkeerd wordt.

10082

122
Onderhoud

Pijpleidingen inclusief versies speciek voor vulapparaten Isoleer de elektrische en pneumatische toevoer naar het systeem. Ontkoppel het pijpleidingsysteem van de band, inclusief eventuele automatische uitwerpsystemen Als het systeem een constructie voor uitbreidingskoppelingsaandrijving heeft, inspecteer dan de aandrijvingstanden op schade. Verwijder eventuele automatisch uitwerpsystemen van de afvoer van de pijpleiding. Heeft uw systeem een van de in deze handleiding genoemde uitwerpkleppen, raadpleeg dan Specieke reinigingsprocedures, pagina 123 om de klep schoon te maken. Ontkoppel en reinig de productpijp- en koppelingen. Zie De productpijp en -koppelingen reinigen, pagina 124. Pijplijnsystemen kunnen gereinigd worden door ze af te spuiten of met stoom schoon te maken. Spoel en droog alle gereinigde onderdelen grondig af. Sluit stroom- en luchtsystemen weer aan. Verieer dat het uitwerpmechanisme of de automatische uitwerpklep goed werkt. Farmaceutische versies Isoleer de elektrische stroomtoevoer naar het systeem. Farmaceutische versies zijn niet geschikt om afgespoten of met stoom gereinigd te worden. Controleer of de wielen vergrendeld zijn. Controleer de beveiliging van de appendages en accessoires, inclusief de hoogteafstellingsklem en kijk of ze niet beschadigd zijn. Verwijder en reinig de productgoten en -deksels volgens de beschrijvingen in Specieke reinigingsprocedures, pagina 123. Monteer onderdelen opnieuw, sluit de stroom weer aan en controleer of het uitwerp- en bevestigingsysteem goed werken. Freefall-versies Voor reinigingsinformatie gaat u naar De vrijeval-kop reinigen en Een uitwerpomleider reinigen, pagina 129. Isoleer de elektrische en persluchttoevoer, indien aanwezig. Controleer de beveiliging van alle appendages en toebehoren. Sluit de elektrische en persluchttoevoer zoals vereist weer aan. Controleer dat het uitwerpsysteem werkt. Freefall-versies zijn niet geschikt om afgespoten of met stoom gereinigd te worden.

10082

123
Onderhoud

Specieke reinigingsprocedures
N.B.: Na aoop van de volgende procedures droogt u alle gereinigde onderdelen grondig af om eventuele reinigingsmiddelen te verwijderen en productverontreiniging te voorkomen.

De automatische uitwerpklep reinigen (Loma ARV)


Isoleer de elektrische en persluchttoevoer naar de metaaldetector. Schroef de twee kartelborgschroeven los. Draai de twee loslaathendels tegen de klok in om de zuigerconstructie vrij te geven. Licht de zuigerconstructie uit het kleponderdeel. Maak de zuiger grondig schoon met een milde reinigingsoplossing. Controleer dat de bevestigde 'O'-ringen zich in goede staat bevinden. Vervang ze als ze beschadigd zijn. Til de zuigerconstructie bij de twee loslaathendels op en laat de constructie in het kleponderdeel zakken. Zorg ervoor dat de stroomrichting juist is.

PNEUMATISCHE AANDRIJVER

CILINDERMONTAGE CILINDERMONTAGEMOER

LIESTANG

BORGSCHROEVEN (2 UIT)

MONTAGEPLAAT VOOR ZUIGER

O-RINGEN

STROOM

HOOFDDEEL

O-RINGEN

ZUIGER

AFGEKEURD

10082

124
Onderhoud

Draai de hendels met de klok mee om de zuigerconstructie vast te zetten in de klep. Draai de twee borgschroeven aan. Sluit de elektrische en persluchttoevoer naar de metaaldetector weer aan. N.B.: Spuit geen water rechtstreeks in de tandwielen van de koppelingsaandrijving.

De productpijp en -koppelingen reinigen


Pijpleidingversies Als de productpijp met een watermantel uitgerust is, isoleer dan de watertoevoer en ontkoppel de waterpijpen. Maak voor modellen van 2, 3 en 4 inch de productpijp los van de vaste tting met behulp van de meegeleverde sleutel. Haal de productpijp en de zwevende tting uit de console. Is de zwevende tting eenmaal verwijderd, dan kan deze van de productpijp losgeschroefd worden. Maak voor modellen van 2,5 inch de moer van de afvoer los en verwijder dan de moer van de invoer met het 110mm-uiteinde van de meegeleverde buissleutel. Verplaats de pijpconstructie 3 mm naar de uitvoer om het insteekeinde van de inlaatens los te maken. Roteer de pijp om de inlaatbuistting te plaatsen om de hoek van de detectoropening vrij te maken. Trek vervolgens de hele constructie vrij van het uitlaateinde. Schroef de inlaattting los met behulp van de meegeleverde sleutel. Gebruik daarbij het 70mm-uiteinde van de buissleutel om de pijp op zijn plaats te houden. Schroef de moer van de afvoer los en trek de afvoertting uit de pijp. Maak de productpijp en -koppelingen grondig schoon met een milde reinigingsoplossing. Controleer de O-ringsluitingen en kijk of ze vervangen moeten worden. Monteren is het omgekeerde van demonteren. Bij voedsel kan er geschikte siliconengel op de Oringen en pijpdraden aangebracht worden om montage te vergemakkelijken.

De Ladish Dairy-RV (CIP-compatibel) reinigen


Pijpleidingversies Isoleer de elektrische en persluchttoevoer naar de metaaldetector. Schroef de klem los en verwijder het onderste klepdeel van het bovenste klepdeel. Schroef de zuiger uit de aandrijver. Maak de zuiger en klep grondig schoon met een mild reinigingsmiddel. Controleer de sluitingen en zittingen op tekenen van slijtage. Vervang ze indien nodig.

10082

125
Onderhoud

O-RINGSLUITING

AANDRIJVER

STROOM

WISSELKLEP

ZUIGERMONTAGE

WISSELKLEP

AFGEKEURD

Controleer dat de bevestigde 'O'-ringen en de gespleten bus zich in goede staat bevinden. Vervang ze indien nodig. Schroef de zuiger op de aandrijver. Vervang het onderste klepdeel en klem de bovenste en onderste klepdelen samen.

De bus/pakking van de aandrijver vervangen


Pijpleidingversies Verwijder de einddop van de aandrijver door de vier schroeven los te draaien, scheid het doorzichtige steelbeschermingsdeel van de einddop en plaats de einddop terug.

10082

126
Onderhoud

Pas 60 psi lucht toe op de einddop, waardoor de pakking en bus naar buiten worden geduwd. Verwijder dan de luchttoevoer. Plaats de pakking (met de 'v'-kant naar de aandrijver) en bus terug en let erop dat u de rand van de pakking niet beschadigt of omrolt. Plaats de einddop en vier schroeven terug. Voer deze procedure ook aan het andere uiteinde van de aandrijver uit. Sluit de elektrische en persluchttoevoer weer aan.

De Lee Turbo Ball-RV reinigen


Pijpleidingversies Isoleer de elektrische en persluchttoevoer naar de metaaldetector. Draai de drie vleugelmoeren los en verwijder de inlaatadapter uit het klepdeel. Draai de vier schroeven los waarmee de aandrijverconsole aan het klepdeel bevestigd is en verwijder de aandrijveradapter en -koppeling. Schroef de klepsteel uit de 'T'-bal. Maak de bal grondig schoon met een mild reinigingsmiddel. Controleer de sluitingen op tekenen van slijtage. Vervang ze indien nodig.
AANDRIJVER

SLUITINGEN

INVOERSLUITING

SCHACHT KOGEL UITLAATSLUITING


KNIJPPUNT

PAKKING

KLEM

STROOM

INLAATADAPTER

NIET BEDIENEN ZONDER BESCHERMKAP

ADAPTER

AFGEKEURD AFGEKEURD

10082

127
Onderhoud

Controleer dat de bevestigde 'O'-ring zich in goede staat bevindt. Vervang de ring indien nodig. Plaats de 'T'-bal en sluitingen in het klepdeel en zet de klepsteel, aandrijverkoppeling en adapter weer terug. Zet de aandrijverconsole weer terug en draai de vier schroeven aan. Zet de inlaatadapter terug en draai de drie vleugelmoeren aan.

Het uitwerpmechanisme reinigen


Farmaceutische versies Isoleer de elektrische stroomtoevoer naar de metaaldetector. Draai de twee kartelknoppen aan de onderzijde van de productgoot los en trek de goot voorzichtig uit de detectorkop. Draai de kartelknoppen tijdens het reinigen lichtjes aan om te voorkomen dat u ze verliest. Verwijder het polycarbonaatdeksel van de uitwerplade.
POLYCARBONAATDEKSEL VERWIJDERD VOOR DE DUIDELIJKHEID

INGESLOTEN KARTELSCHROEVEN

AFKEURKLEP

NABIJHEIDSDETECTOR

ROTERENDE SOLENODE

AFKEURBAK

VEERBORSTSCHROEVEN

AFKEURTRECHTER

AFKEURDRAAGCONSTRUCTIE

10082

128
Onderhoud

Draai de beide ingesloten kartelschroeven die aan de uitwerpdraagconstructie zijn bevestigd, helemaal los. Hierdoor komen de lade en klep vrij. Houd de uitwerpklep vast en trek de uitwerplade ongeveer 25 mm bij de roterende solenode vandaan. Ontkoppel de uitwerpklep uit de as en verwijder hem. Trek de lade weg van de solenode tot ze loskomt. Maak de productgoot, het polycarbonaatdeksel, de uitwerplade en -klep schoon met een mild reinigingsmiddel. Spoel en droog ze grondig af. Stof of veeg de rest van de uitwerpconstructie lichtjes af om eventuele losse deeltjes te verwijderen. Gebruik geen schoonmaakmiddelen. Zorg ervoor dat alle onderdelen schoon en droog zijn voor u ze weer in elkaar zet. Reik onder de uitwerpdraagconstructie en duw verticaal op de twee veerborstschroeven die zich het verst van de solenode bevinden. Zo kan de uitwerplade op de zwaluwstaartklemmen geschoven worden. Schuif de lade in de richting van de solenodeas totdat de as in lijn is met de opening aan de binnenzijde van de lade. Houd de uitwerpklep ongeveer 45 graden horizontaal en zoek de koppin die in de lade ingesloten is met de ringveer. Duw de lade nu voorzichtig ongeveer 1,5 mm naar de solenode om de solenode-as en -klep te koppelen. Duw de lade helemaal op haar plaats en laat de klep los. Draai de twee ingesloten kartelschroeven weer aan om de lade vast te maken. Plaats het polycarbonaatdeksel terug op de uitwerplade. Draai de twee kartelknoppen op de productgoot los en plaats de goot op zijn oorspronkelijke positie in de detectorkop terug. Draai de twee kartelschroeven aan om de goot vast te maken. Schakel de elektrische stroomtoevoer naar de metaaldetector in. Controleer het uitwerpmechanisme en bevestigingssysteem. N.B.: De metaaldetector niet draaien als de toevoergoot en het polycarbonaatdeksel niet op hun plaats zijn bevestigd.

De vrijeval-kop reinigen
Stand-aloneversies Isoleer de elektrische stroomtoevoer naar de metaaldetector. Veeg de metaaldetector af met een mild reinigingsmiddel. Sluit de elektrische stroomtoevoer naar de metaaldetector weer aan.

10082

129
Onderhoud

Een uitwerpomleider reinigen


Isoleer de elektrische en persluchttoevoer naar de metaaldetector. Maak de asborstsloten of handwielen (bevestigingen kunnen verschillen) op het afneembare toegangsdeksel los en verwijder ze voorzichtig. De deur is aan het hoofdgestel bevestigd door middel van een aardleiding en kan daarom niet geheel verwijderd worden. Verwijder de omleideremmer uit de twee bevestigingspennen. Controleer de goten voor goede en afgekeurde producten; reinig ze indien nodig. Als het systeem met een Test Ball-verzamelingssysteem is uitgerust, verwijdert u achtergebleven product uit de rastergaatjes. Maak de emmer en de binnenkant van de behuizing grondig schoon met een mild reinigingsmiddel, en zorg ervoor dat alle achtergebleven productdeeltjes verwijderd worden. Droog alle schoongemaakte onderdelen grondig af voor u ze weer in elkaar zet. Zet de emmer weer in elkaar, en zorg ervoor dat beide draaipennen goed in de aandrijfarm geplaatst zijn. Zet het toegangsdeksel weer terug en zorg ervoor dat de omleiderdraaipen goed in het lagerhuis van het toegangsdeksel geplaatst is. Bevestig alle asborstsloten. Sluit de elektrische en persluchttoevoer naar de metaaldetector weer aan. Controleer dat het systeem goed werkt door testmonsterballetjes in de toegangsdeur te plaatsen in de productpijp boven de detector.

Routineonderhoud
Deze procedures hebben betrekking op alle metaaldetectors in de IQ2-reeks, tenzij anders gespeciceerd.

Waarschuwingen
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op deze procedures: 1. LEVENSGEVAAR ELEKTRICITEITSTOEVOER. 2. LEVENSGEVAAR - PERSLUCHTTOEVOER. 3. AAN APPARATUUR WERKEN. 4. UITWERPAPPARATEN. 9. VERONTREINIGERS.

10082

130
Onderhoud

Zie ook de veiligheidsvoorschriften voor specieke metaaldetectors in de Inleiding. Zie Veiligheidsvoorschriften, pagina iii voor meer informatie.

Smeren
Assen van aandrijfuiteindes en leirollen op transporteursystemen zijn uitgerust met lagers die geregeld gesmeerd moeten worden. Vrijeval-omleideruitwerpapparaten zijn uitgerust met lagers die geregeld gesmeerd moeten worden. Lagers dienen vier keer per jaar gesmeerd te worden, tenzij de omgeving of de reinigingsroutine vaker smeren noodzakelijk maakt. BP Energrease LS2 of een equivalent smeermiddel wordt aanbevolen.

Transporteursystemen
Isoleer de elektrische en persluchttoevoer. Op sommige modellen moeten de deksels of beschermkappen misschien verwijderd worden om de lagers te kunnen bereiken. Met een vetspuit brengt u op elke nippel smeer aan. Breng niet te veel smeer aan; er mag geen smeer uit de lager komen. Sluit de elektrische en persluchttoevoer weer aan. Zorg ervoor dat alle verwijderde deksels/beschermkappen weer teruggeplaatst zijn.

Vrijeval-systemen met een uitwerpomleider


Isoleer de elektrische en persluchttoevoer. Maak de scharnierende deur los waarop de besturingseenheid is gemonteerd en open hem; er is een imbussleutel vereist om de sluitingen te verwijderen. Met een vetspuit brengt u op elke nippel smeer aan. Breng niet te veel smeer aan; er mag geen smeer uit de lager komen. Sluit de deur en vergrendel hem. Sluit de elektrische en persluchttoevoer weer aan. Zorg ervoor dat alle verwijderde deksels/beschermkappen teruggeplaatst zijn.

Onderhoud van luchtregulateurs


Behalve op systemen die zijn uitgerust met luchtinblazing-, Stop-On-Detect- of elektrisch aangedreven uitwerpmechanismen, wordt de druk van de persluchttoevoer naar het gemonteerde uitwerpapparaat via een luchtregulateur geleid. Het specieke model kan

10082

131
Onderhoud

variren al naar gelang de specicatie van het systeem. Elk type heeft een drukafstellingsknop, toebehoren voor luchtinvoer en -uitvoer, een drukmeter en waterzak. De luchtdruk wordt meestal bijgesteld door de afstellingsknop omhoog te trekken om het slot los te maken, waarna u de knop met de klok mee of tegen de klok indraait om de druk bij te stellen. Water wordt uit de waterzakes verwijderd door middel van een draaiknop of een druk op een knop. In beide gevallen zit de knop aan de onderzijde van de waterzakes. Water dient geregeld verwijderd te worden. Hieronder vindt u een afbeelding van een typische regulateur:

DRUKAFSTELSCHROEF

DRUKMETER

WATERZAKAFVOER

De juiste instelling van de luchtdruk vindt u in de individuele systeemspecicaties in Over de metaaldetectorreeks, pagina 1.

Onderhoud van transportband


Plastic modulaire transportbanden - vervanging van bandsectie Als er productgeleiders op de band zijn bevestigd, draait u de borgschroeven los en verwijdert u de geleiders.

10082

132
Onderhoud

Klem de band vast aan een willekeurige zijde van een van de plastic scharnierpennen die gebruikt worden om de te vervangen bandsecties samen te voegen. N.B.: Als u de band niet vastklemt, zal hij van de losse tandwielen rollen wanneer u de pen verwijdert. Schuif de plastic scharnierpennen voorzichtig naar buiten en verwijder de bandsectie die vervangen moet worden. Maak de nieuwe bandsectie voorzichtig op haar plaats vast. Zorg dat de band op het aandrijftandwiel is geplaatst en goed in de andere 'drijvende' tandwielen grijpt. Schuif de plastic scharnierpenstaven voorzichtig door de vergrendelde bandsecties. Als er productgeleiders uit de transporteur verwijderd zijn, zet u ze op hun plaats terug en draait u de bevestingsschroeven aan. De bandspanning en -loop instellen Als de band tijdens normale werking glijdt of beweegt, controleert u dat de rollen schoon zijn en geen afval en vettige elementen bevatten. Volg daarna onderstaande stappen. Door de zeskantborgmoeren op de nokken van de vier balklagers aan de uiteindes van de transporteur aan te passen, kunt u de loop en spanning van de band op dit soort transporteur gemakkelijker bijstellen. Span de band niet te strak aan, omdat de lagers hierdoor sneller kunnen verslijten. De hoofdspanning van de band wordt bepaald door de balklagers aan het aandrijfuiteinde van de transporteur. De spanning wordt in de fabriek ingesteld en dient niet op lokatie gewijzigd te worden. De loop en kleinere spanningsbijstellingen worden bepaald door de balklagers aan het niet-werkzame uiteinde van de transporteur. Als u de spanning aan de rechterzijde van de band verhoogt, gaat de band naar links. Verlaagt u de spanning aan de rechterkant, dan gaat de band naar links. Blijf bijstellen totdat de band in het midden loopt. De spanning van de aandrijfketting bijstellen De aandrijfketting van de transportband wordt aangespannen door de vier bouten die de motor vasthouden, los te maken en de motor te verplaatsen totdat de juiste spanning van 5 mm maximum vrije speling op het middelpunt tussen de aandrijfrollen is bereikt.

10082

133
Onderhoud

De uitwerpmechanismen bijstellen
Duw- en terugtrekband-uitwerpapparaten Bij de uitwerpsolenodeklep stelt u de twee regelklepschroeven bij, in overeenstemming met de uitwerpvertragings- en wachttijden, totdat de vereiste uitwerptiming en werkingssnelheid zijn bereikt. Zowel de uitwerptiming als de werkingssnelheid worden benvloed door de luchtdruk naar de transporteur.

Luchtinblazing-uitwerpapparaat
Aangezien dit type uitwerpapparaat geen regelkleppen heeft, kunnen alleen de variabelen uitwerpvertragings- en wachttijd bijgesteld worden. Het luchtinblazing-uitwerpapparaat wordt niet met een luchtregulateur geleverd. De druk van de toegevoerde lucht dient ongeveer 100 psi (6,9 bar) te zijn.

10082

134
Onderhoud

10082

Bijlagen

136
Bijlagen

Bijlage A Omkeerkalibratie
Deze menuoptie vervangt het menu Volledige Kalibr? en verschijnt alleen wanneer het geselecteerde product op Detection REVERSE is ingesteld. Wanneer de detector in Reverse werkt, moet het geselecteerde product gekalibreerd worden via de functie Omkeer calibrat voor optimale prestaties. Producten die voor kalibratie gebruikt worden, moeten representatief zijn voor het te testen product. En enkel product kan verschillende malen door de zoekkop gevoerd worden, of er kan een set van ten minste acht identieke items gebruikt worden (aangenomen dat Autocal op SHORT is ingesteld.) Is deze opdracht eenmaal genitieerd, dan zal de omkeerkalibratiecyclus uitgevoerd worden, te beginnen met de instructie Pass good product. Tijdens deze cyclus wordt het product dat het metalen object bevat, door de zoekkop gevoerd tot het optimale vermogen voor de kop geselecteerd is. Daarna verschijnt het bericht Head Power x set, waarbij x staat voor het geselecteerde vermogen van de kop. Het wordt gevolgd door het bericht Pass fail product. Op dit punt kan het nodig zijn de stand van het metalen object te wijzigen en het eerste stadium van de kalibratievolgorde te herhalen om ervoor te zorgen dat de laagste vermogensinstelling van de kop gekozen wordt, dat wil zeggen dat het maximumsignaal van het product verkregen wordt. De kalibratievolgorde kan dan voortgezet worden door producten die geen metaal bevatten, door te voeren om de juiste werkingsmodus, compensatie- en grenswaarden te verkrijgen. Als de kalibratiecyclus gestart wordt via de opdracht Omkeer calibrat in het menu Setup product, zal het productnummer dat daarin gespeciceerd is, gekalibreerd worden. Anders zal het huidige lopende product gekalibreerd worden.

11050

137
Bijlagen

Druk op e om een omkeerkalibratiecyclus te starten voor het huidig geselecteerde productnummer.


+Head overload+ Dit geeft aan dat het vermogen van de kop niet verder gereduceerd kan worden om overbelasting van de kop tegen te gaan. Dit kan onder andere veroorzaakt worden door een te grote metaalverontreiniger in het kalibratiepakket, waardoor de kop overbelast raakt; een product dat niet-gespeciceerd is voor werking met het gebruikte apparaat, zodat het product te geleidend is voor de apparaatconguratie; de verpakking van het product die te geleidend is. In geval van twijfel kunt u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde Loma-hulpdienst. +Working dry+ Het product bevat zo weinig vocht dat het geen productsignaal produceert, en daarom heeft de detector bepaald om de compensatie zo in te stellen dat de trillingseffecten geminimaliseerd worden (d.w.z. de werkingsmodus van de detectie is automatisch ingesteld op DRY). +Bad pack+ De grens die het apparaat voor dit product berekent, overschrijdt de maximumgrens (ingesteld in het menu Handm. setup). Dit wordt meestal veroorzaakt doordat het kalibratiepakket verontreinigd of te geleidend is voor de instelling Max grens. Controleer of het (de) juiste kalibratiepakket(ten) representatief is (zijn) voor productiepakketten. In geval van twijfel kunt u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde Loma-hulpdienst. +Power reducing+ De eenheid vermindert het vermogen van de kop om de metaalinhoud van het product te compenseren. +Head locked+ De eenheid gebruikt de waarde uit het menu Handm. setup voor het vermogen van de kop, in plaats van de waarde zelf te bepalen, aangezien het vermogen van de kop in dat menu vergrendeld is. +Mode locked+ De eenheid gebruikt de werkingsmodus uit het menu Handm. setup in plaats van de waarde zelf te bepalen, aangezien de werkingsmodus in dat menu vergrendeld is. +Droog product+ Het product heeft weinig productsignaal, en daarom is de verkeerde werkingsmodus misschien vergrendeld. +Kalibratie klaar+ De omkeerkalibratie is geslaagd.

11050

138
Bijlagen

Terwijl de omkeerkalibratiecyclus uitgevoerd wordt, zal de metaaldetector niet naar metaalverontreiniging zoeken (het Run Detect-ledje gaat uit). Als Reject out of run geselecteerd is in het menu User options en er is een foto-oog gemonteerd, zullen alle pakketten tijdens de kalibratiecyclus afgekeurd worden.

11050

139
Bijlagen

Bijlage B Opdrachtgids
Telkens wanneer de detector aangezet wordt, zal de softwareversie die op de besturingseenheid van de detector genstalleerd is, ongeveer een halve seconde vertoond worden. Is dit de eerste keer dat de detector ingeschakeld wordt, dan dient hij voor de eindtoepassing gecongureerd te worden. Dit zal waar mogelijk gedaan worden door Loma voordat de eenheid verzonden wordt, of door een technische deskundige van Loma tijdens een bezoek om het apparaat in werking te stellen. Deze informatie is voornamelijk vereist om de prestaties van het apparaat te optimaliseren voor de toepassing en om bepaalde functies in te schakelen. Soms moet de eindgebruiker echter zelf de opdrachtprocedure voor de besturingseenheid uitvoeren. Dit is meestal het geval wanneer Loma onvoldoende informatie heeft over de eindtoepassing, zoals de bandsnelheid of uitwerpdetails, om het apparaat volledig te kunnen congureren. Daarnaast zijn er andere gevallen, zoals een software-update uitvoeren, de detector naar een andere toepassing verplaatsen en een bedieningskaart vervangen. De eenheid kan gemakkelijk opnieuw naar wens ingesteld worden. Als er echter slechts kleine veranderingen in de conguratie van het apparaat nodig zijn, kunnen de menu-ingangen binnen het menu Service afzonderlijk aangepast worden.

De metaaldetector congureren
Leg de conguratiedetails voor het apparaat vast in het kaartmenu. Wij raden u aan dit in te vullen wanneer u het systeem congureert, zodat u alle informatie bij de hand heeft als het ooit nodig mocht zijn deze procedure te herhalen. Zo gaat u naar het menu Conguration: Druk op s. Druk op V tot Service op de display verschijnt en druk dan op e.

Druk op V tot er 76 achter het wachtwoord komt te staan en druk dan op e. In de display ziet u User options. Druk op V tot Conguration op de display verschijnt en druk dan op e. In de display ziet u +Not detecting+. U dient nu de juiste parameters in het conguratiemenu in te voeren. Zie De menu's gebruiken, pagina 38 voor informatie over de menu's.

11050

140
Bijlagen

In de volgende tabel worden de parameters en beschikbare opties beknopt weergegeven: Parameter


Language

Opties
ENGLISH (standaardingang), FRANAIS, NEDERL, DEUTSCH, ESPAOL, ITALIAN, PORTUGES, KATAKANA.

Type Units Photo-eye FTC fout

CONVEYOR, FREEFALL, PIPELINE of PHARM. METRIC of IMPERIAL. Selecteer JA als er een foto-oog op de besturingseenheid is aangesloten. Selecteer JA als een geblokkeerd of ontkoppeld foto-oog een systeemfout moet genereren, of NEE als er een run-fout gegenereerd moet worden.

Coil gap

Voer de spoelopening in volgens de aanwijzingen op de plaat met apparaatgegevens (in de besturingseenheid) of volgens de tabel in uw Service Manual.

FTC length

Wanneer deze ingang verschijnt, moet er een waarde ingevoerd worden. De foto-ooglengte is de afstand tussen de middellijn van het foto-oog tot de voorzijde van de detector plus de Rx-afstand (ook dit vindt u op de plaat met apparaatgegevens).

Filter resist

Voer de weerstandwaarde voor het lter in, zoals aangebracht op de hoofdbesturingseenheid.

Speed mode

Selecteer FIXED, tenzij u een vrijlopend systeem of een systeem met variabele snelheid heeft. Selecteer VBLE voor een systeem met variabele snelheid en FRUN voor een vrijlopend systeem.

DSP

Deze ingang verschijnt als de snelheidsmodus op FRUN is ingesteld. Voer JA in voor een Freefall-eenheid van het catalogustype, anders NEE.

Belt speed

Deze ingang verschijnt als de snelheidsmodus op FIXED is ingesteld. Voer de bandsnelheid in.

CTB constant

Deze ingang verschijnt als de snelheidsmodus op VBLE is ingesteld. Voer de CTB-constante in.

Problogsnelheid

Deze ingang verschijnt als de snelheidsmodus op VBLE is ingesteld. Voer JA in om de run-fouten snelheid te snel of te langzaam te registreren. Grenzen worden bepaald door spoelopening en lterweerstand.

11050

141
Bijlagen

Tolerance

Selecteer het gewenste tolerantieniveau dat tijdens automatische kalibratie toegepast moet worden. Hoe hoger de instelling, hoe gevoeliger de detector, maar hoe groter de kans dat de detector producten onterecht uitwerpt als het producteffect varieert (fasenspreiding). LOW is raadzaam voor de meeste toepassingen.

Autocal

Selecteer de gewenste periode voor automatische kalibratie: Short, Long of Extra Long. 'Short' wordt aangeraden voor de meeste toepassingen, mits er minstens acht pakketten tijdens een kalibratiecyclus doorgevoerd kunnen worden.

N.B.: FTC is de afkorting voor foto-oogcel. FTC fout is alleen beschikbaar bij softwareversie IQ2V1.6.0. In de volgende tabel worden de beschikbare tolerantie-instellingen beknopt weergegeven: Menupositie % van gekalibreerde grenswaarde toegevoegd
MIN LOW MED HI MAX 15% 25% 50% 75% 100%

In de volgende tabel worden de periodes voor automatische kalibratie beknopt weergegeven: Foto-oog
Short Long Extra long 8 pakketten 20 pakketten n.v.t.

Geen foto-oog
20 seconden 1 minuut 2 minuten

Druk op C om het menu Conguration af te sluiten.

11050

142
Bijlagen

Gebruikersopties instellen
Nu dienen de gewenste gebruikersopties voor de detector ingesteld te worden. Tot u volledig vertrouwd bent met de werking van de detector, raden wij u aan de standaardwaarden van alle opties te behouden. Druk op ^ tot er User options op de display staat. gewenste opties in. In de volgende tabel worden de beschikbare opties beknopt weergegeven: Opties
Tracker

Druk op e om naar het menu User options te gaan en stel vervo vervdglgens de

Beschrijving
Deze optie verschijnt alleen als foto-oogwerking geselecteerd is in het menu Conguration. Zet naar behoeven op ON of OFF.

Reject time

Laat dit op de standaardinstelling ON staan voor toegang tot de informatie over uitwerptiming in het menu Setup product. Zet dit alleen op OFF als de uitwerptijd goed is ingesteld en u niet wilt dat lijnoperateurs daartoe toegang hebben.

Handm. setup Aux relay Access ferrite

Zet naar behoeven op ON of OFF. Zet dit naar behoeven op ERROR of RUN. Deze ingang moet op YES ingesteld zijn om een ferrietafstemming te kunnen uitvoeren.

Rej out of run Cal trigger Dual freq.

Zet naar behoeven op ON of OFF. Zet naar behoeven op ON of OFF. Stel in op JA om werking met twee frequenties in te schakelen wanneer u een detector met twee frequenties gebruikt.

Hilfrelais

Selecteer de gewenste werking: IN RUN, REJECT of DUAL. N.B.: IN RUN is de standaardoptie, tenzij het een detector met twee frequenties is. De optie DUAL verschijnt alleen wanneer 'Dual freq.' op JA ingesteld is. Wanneer de instelling Dual freq. gebruikt wordt, kan er geen andere instelling geselecteerd worden.

*PV-test *Fault on PV

Stel dit in op JA om het prestatievalidatiesysteem in te schakelen. Stel dit in op JA om de defectrelais in werking te stellen als een prestatievalidatiesysteemtest niet binnen de toegestane tijd in werking gezet of voltooid is.

11050

143
Bijlagen

*Reverse mode

Stel dit in op JA om ervoor te zorgen dat de detector een product uitwerpt wanneer er geen metaal in zit. De normale werking is NEE. De menu-ingang verschijnt alleen als de optie Foto-oog in het menu Conguration is ingesteld op JA.

Druk op C om het menu User options af te sluiten.

De uitwerpopties instellen
Zie Bijlage E Uitwerpopties, pagina 151. Druk op C om het menu Reject options af te sluiten.

Serile koppelingen instellen


Als u een van de serile koppelingen gebruikt, dient u deze als volgt in te stellen: Conguratie voor menu Serial link 'Link 1' kan op een van de volgende opties ingesteld worden. Druk op e om de de onderstaande mogelijkheden:
USAGE LOMALINK of REPORTS NOT USED is de standaardinstelling. Voor gebruik met LomaLink-besturingsprotocol. Voor gebruik met LomaView-managementsystemen. Voor gebruik met LomaNet of n printer.

gebruikslijst te selecteren. Druk er nogmaals op en selecteer met behulp van V een van

Druk op e ter bevestiging. Wanneer 'LomaLink' of 'Reports' geselecteerd is, kunt u via verdere menu-ingangen binnen de koppeling het protocol instellen.

11050

144
Bijlagen

Druk op V om omlaag te gaan in het onderstaande menu:


Baud rate Data bits Stop bits Parity Flow Ctrl 150, 300, 600, 1200, 2400, 4800, 9600 7 of 8 1, 1.5 OF 2 ODD, EVEN of NO NONE, CTS-RTS of XON-XOFF

Wanneer u in een willekeurige menupositie op e drukt, verandert '*' in '>'. Selecteer de Wanneer u op C drukt, wordt het menu afgesloten zonder dat er veranderingen worden gemaakt. N.B.: Zie Rapporten weergeven en afdrukken, pagina 49, als u de rapportoptie gebruikt, of de toepasselijke LomaView-, LomaNet- of LomaLink-informatie. Het apparaat zoekt nu naar metaal in uw product. De gevoeligheid is echter nog niet volledig geoptimaliseerd, omdat de detector nog niet voor het product gekalibreerd is. Voordat producten gekalibreerd kunnen worden, dient er een ferrietafstemming uitgevoerd te worden om de trillingseffecten te minimaliseren wanneer er producten zonder producteffecten doorgevoerd worden. gewenste ingang met behulp van ^ of V en druk dan op e ter bevestiging.

Zo voert u een ferrietafstemming uit:


Zorg ervoor dat Access ferrite in het menu User options is ingesteld op JA. Druk op e. Druk op h en vervdgens op V tot Ferrite F verschijnt. Voer een volledige kalibratie uit terwijl u het einde van de ferrietstaaf met het monster in en uit de zoekkop beweegt. Zorg ervoor dat u uw hand er niet insteekt en dat er geen horloges/ringen bij de zoekkop komen. Op systemen die met een foto-oog uitgerust zijn, blokkeert u het foto-oog om te dan op e. registreren dat er pakketten aanwezig zijn. Druk hiervoor op c, vervdgens op V en

Ga terug naar het menu User options en schakel de toegang tot Access ferrite uit. De besturingseenheid is nu volledig gereed voor uw toepassing.

11050

145
Bijlagen

Bij systemen met twee frequenties wordt ferrietkalibratie bij de frequentie-instelling HOOG van de detector uitgevoerd.

Systemen met variabele snelheid


Op systemen die variabele-snelheidtransporteurs gebruiken, is speciale hardware vereist om de CTB-invoer (conveyor time base) op de microbesturingskaart aan te drijven. Op transporteursystemen die door Loma geleverd worden, is deze hardware al aanwezig en gebruiksklaar. Koopt u echter alleen een kop, dan dient u met het volgende rekening te houden wanneer u variabele snelheid gebruikt. De uitwerptiming moet informatie krijgen over de afstand die de verontreiniger heeft afgelegd tussen de kop en het uitwerppunt om goed te kunnen werken. Dit gebeurt via een ascodeerapparaat dat pulsen naar de CTB-invoer van het microbesturingspaneel stuurt. De vertragingsinformatie, die in het menu Setup product wordt ingevoerd, telt vervdgens de CTB-pulsen af om het verontreinigde product tot het uitwerppunt te timen. De vertraging wordt daarom in afstand gemeten en dient op de snelste transporteursnelheid ingesteld te worden om ervoor te zorgen dat het uitwerpapparaat op tijd in werking gebracht wordt. De wachttijd dient echter op de laagste bandsnelheid ingesteld te worden om bij alle snelheden accurate uitwerping te garanderen. De wachttijd kan in eenheden van tijd of afstand gespeciceerd worden, afhankelijk van het type uitwerpapparaat.

CTB-constante
Deze parameter is het aantal pulsen per meter/voet van de riemweg. De constante kan voor systemen die met een foto-oog zijn uitgerust, tussen 1 en 999 pulsen per meter/voet ingesteld worden, terwijl ze voor systemen zonder foto-oog tussen '1000/coil_gap' en 999 pulsen per meter/voet ingesteld kan worden. Het ascodeerapparaat voor het systeem dient zo gekozen te worden dat het voldoende resolutie geeft voor accurate uitwerping, maar niet zoveel dat de CTB-snelheid een frequentie van 100 Hz overschrijdt bij maximumbandsnelheid. Er moeten minimaal 4 pulsen optreden binnen de afstand van de spoelopening. Deze afstand staat op de plaat met apparaatgegevens (in de besturingseenheid).

Variabele-snelheidsfouten
Omdat de detector alleen binnen een vooraf bepaald snelheidsbereik kan werken, is het mogelijk dat de bandsnelheid de grens overschrijdt waarbinnen het apparaat betrouwbaar werkt. In dat geval kan 'speed logging problems' ingeschakeld worden in het menu Conguration, wat de run-fouten Speed too slow of Speed too fast zal genereren.

11050

146
Bijlagen

Bijlage C Product signal tracking-menu


Deze functie stelt de detector in staat automatisch de bedrijfsgrenswaarde tussen twee vooraf ingestelde grenzen aan te passen, zodat de gevoeligheid van de detector geoptimaliseerd kan worden in situaties waar het productsignaal met de verandering in het producteffect uctueert. Zo is het producteffect voor een bevroren product erg klein wanneer het product pas uit de vriezer gekomen is, waardoor er een lage bedrijfsgrenswaarde gebruikt kan worden die voor metaalcontaminanten een hoge gevoeligheid geeft. Als de band echter om een de een of andere reden stil komt te staan, zou het product iets kunnen ontdooien; of als het product niet volledig bevroren was, zou dat een beduidende verhoging van het productsignaal tot gevolg hebben. In dat geval zal de bedrijfsgrenswaarde verhoogd moeten worden, zodat het product zonder onterechte uitwerpingen doorgevoerd kan worden. Wanneer de bedrijfsgrenswaarde verhoogd wordt, zodat een zachter product zonder onterechte uitwerpingen doorgevoerd kan worden, zal de gevoeligheid voor metaalverontreiniging hierdoor verminderd worden, wat betekent dat er grotere stukken metaal bespeurd worden. Als het product hard bevroren is terwijl de verhoogde bedrijfsgrenswaarde nog steeds ingesteld is, blijft de gevoeligheid voor metaalverontreiniging gereduceerd omdat de bedrijfsgrenswaarde hoger dan nodig is. Bij tracking wordt het productsignaal voor elk pakket opgenomen. Afhankelijk van de gelezen waarden neigt de bedrijfsgrenswaarde voortdurend omhoog of omlaag tussen een boven- en benedengrens. De snelheid en hoeveelheid waarmee de bedrijfsgrenswaarde verandert evenals de grenzen waartussen deze functioneert, worden door gebruikersparameters geregeld. Als verzachting van het product de bedrijfsgrenswaarde omhoog geduwd heeft, kan metaalverontreiniging die bespeurd zou zijn wanneer het product volledig bevroren is, met dit soort systeem gemist worden.

Bedrijfsomstandigheden:
Het menu Tracker-grenzen is alleen beschikbaar als Tracker ingesteld is op ON in het menu Gebruikersopties. Deze optie is alleen beschikbaar als er een foto-oog voor productregistratie gemonteerd is. Aangezien tracking productafhankelijk is, kan de functie in- of uitgeschakeld worden voor elk van de 100 productgeheugens; elk geheugen kan unieke instellingen bevatten.

11050

147
Bijlagen

De tracker wordt genitialiseerd wanneer: De detector aangezet wordt. Het lopende product gewijzigd wordt. De parameters voor Tracker-grenzen gewijzigd worden. Na voltooiing van de productkalibratie wordt de afgeleide bedrijfsgrenswaarde gebruikt tenzij het productsignaal een wijziging in werking stelt. In de volgende tabel wordt het menu Volgen beschreven:: Menu
*Volgen

Beschrijving
Schakelt de trackeroptie in of uit.

Gebruik
Kan per product ingesteld worden.

*Min grens

Laagste trackergrens

Begint bij de gekalibreerde bedrijfsgrenswaarde. De waarde kan niet lager ingesteld worden dan de gekalibreerde bedrijfsgrenswaarde, maar kan tot de waarde van de maximumgrens verhoogd worden.

*Max grens

Hoogste trackergrens.

Begint bij tweemaal de gekalibreerde bedrijfsgrenswaarde. De waarde kan niet lager ingesteld worden dan de gekalibreerde bedrijfsgrenswaarde, maar kan tot de gewenste waarde verhoogd worden. Het wordt echter ten sterkste aanbevolen deze waarde iets hoger in te stellen dan de typische hoeveelheid waarmee het productsignaal naar verwachting zal veranderen. Alle signalen die deze waarde overschrijden, worden afgewezen.

*Max grens

Vergrendeling/ ontgrendeling van maximumgrenswaarde

Zodra de hoogste trackergrenswaarde ingevoerd is, kan de waarde vergrendeld worden om wijziging bij eventuele herkalibratie te voorkomen.

*Bijstelling

Factor waarmee de grenswaarde gewijzigd wordt.

Het factorbereik ligt tussen 0 en 9, waarbij 9 het grootst is. De standaardwaarde is 1.

11050

148
Bijlagen

*Aantal pakket

Aantal pakketten dat in de trackerberekeningen is opgenomen.

Het uctuerende pakketaantal dat bij de trackerberekening inbegrepen is. Het bereik ligt tussen 1 en 100, waarbij 100 de jnste controle is. De standaardwaarde is 10.

11050

149
Bijlagen

Bijlage D Servicemenu
Via de ingangen in dit menu kunnen bepaalde gebruikersopties en functies aan- en uitgezet worden, al naar gelang de toepassing van uw apparatuur. Deze opties worden in de volgende tabel beschreven: Opties
Tracker

Beschrijving
Hiermee kan de gebruiker de gewenste trackeroptie voor elk product selecteren. Zie Bijlage C Product signal tracking-menu, pagina 146.

Handmatige setup

Stelt de gebruiker in staat via het menu Handm. setup handmatig de kalibratie van de eenheid aan te passen.

Auxiliary relay (Aux relay)

Het relais Attention op het PCB-stroomrelais heeft twee verschillende functies: selecteer Run om het relais in werking te stellen wanneer de detector in gebruik is, dw.z. naar metaal zoekt; selecteer ERROR om het relais in werking te stellen wanneer er een run-fout optreedt.

Access Ferrite

Biedt de gebruiker toegang tot product F via het menu Change Product of het menu Setup product . Zie Bijlage B Opdrachtgids, pagina 139.

Reject out of run

Zet dit op ON als elk product dat over de band gaat, gecontroleerd moet worden op de aanwezigheid van metaal. Het wordt dan onmogelijk het uitwerpmechanisme uit te schakelen via het disable-rejectmenu. Daarnaast zal het product, mits het systeem voorzien is van een foto-oog, tijdens een volledige kalibratiecyclus afgekeurd worden.

Cal trigger

Zet deze functie aan als productkalibratie genitieerd moet worden nadat het signaalniveau een vooraf ingestelde waarde (ingesteld via Trigger thrsh in het menu Handm. setup) overschreden heeft. De optie verschijnt alleen als er geen foto-oog gebruikt wordt of als FRUN (free run) voor de snelheidsmodus geselecteerd is in het menu Conguration.

Dual freq.

Stel in op JA om werking met twee frequenties in te schakelen wanneer u een detector met twee frequenties gebruikt.

11050

150
Bijlagen

Opties
Hulprelais

Beschrijving
Het relais RUN op de controle-PCB van de microprocessors heeft drie verschillende functies: Selecteer IN RUN, zodat het relais in werking gesteld wordt wanneer de detector in gebruik is en dus naar metaal zoekt; Selecteer REJECT, zodat het relais in werking gesteld wordt wanneer er een product uitgeworpen wordt (naast het relais REJECT). Selecteer DUAL wanneer de modus Dual freq. ingesteld is zodat er tussen hoge en lage frequentie geschakeld kan worden. (Verschijnt alleen wanneer Dual freq. ingesteld is op JA.)

PV-test

Selecteer YES om het prestatievalidatiesysteem (PVS) of (PV testing) in te schakelen. Er verschijnen een aantal extra menuopties die gegevensinvoer vereisen om PV-tests mogelijk te maken. Selecteer NEE om PV-tests uit te schakelen.

Fault on PV

Selecteer JA om defectrelaiswerking in te schakelen wanneer er een systeemfout gegenereerd wordt omdat een prompt voor een PV-test niet beantwoord werd. Wanneer de bedrading voor de motorregeling van de transportband via dit relais gaat, zal de band stoppen. Selecteer NEE om alleen de systeemdefectrelaiswerking uit te schakelen.

Reverse mode

Verschijnt alleen als het foto-oog op JA is ingesteld in het menu Conguration, ISC is ingesteld op OFF, Tracker is ingesteld op OFF, Cal trigger is ingesteld op OFF en PV-test is ingesteld op NEE. Selecteer JA om de optie Reverse Mode van de metaaldetector in te schakelen. Er verschijnt nu een extra menuoptie in het menu Setup product, waardoor de metaaldetector zo ingesteld kan worden dat hij in de NORMAL- of REVERSE-modus voor het geselecteerde product werkt.

Waar mogelijk heeft Loma de ingangen in dit menu ingesteld op de voor uw toepassing vereiste ingangen alvorens uw systeem verzonden werd, of tijdens een bezoek van een Loma-deskundige om het apparaat in werking te stellen, indien van toepassing.

11050

151
Bijlagen

Bijlage E Uitwerpopties
Via de ingangen in dit menu kunt u het type uitwerptiming en bepaalde uitwerpopties selecteren, zoals hieronder beschreven.

Modus
Selecteert de uitwerpconguratie uit de volgende opties: Pulse (alleen beschikbaar als er een foto-oog gemonteerd is) Wanneer er een verontreinigd pakket wordt bespeurd, wordt de uitwerpvertragingstijd afgeteld, zodat het pakket van het foto-oog naar het uitwerpapparaat kan gaan. Het uitwerpapparaat wordt dan aangezet voor de duur van de uitwerpwachttijd. Deze uitwerpmodus wordt meestal gebruikt voor luchtinblazing- of duwuitwerpapparaten om bij hoge snelheid kleine pakketten accuraat af te keuren. Pulse extension Dit is hetzelfde als de Pulse-modus met dit verschil dat de wachttijd verlengd wordt, als een tweede verontreinigd product het uitwerppunt bereikt voordat de wachttijd van het eerste verontreinigde product overschreden is. Deze modus wordt meestal gebruikt voor een luchtinblazing- of terugtrekbanduitwerpapparaat, maar niet voor een duwuitwerpapparaat. Deze uitwerpmodus is altijd beschikbaar. Toggle (alleen beschikbaar als er een foto-oog gemonteerd is) Wanneer er een verontreinigd pakket wordt bespeurd, wordt de uitwerpvertragingstijd afgeteld, zodat het pakket naar het uitwerpapparaat kan gaan, waarna de status van het uitwerpapparaat gewisseld wordt. Er verschijnt geen ingang voor uitwerpwachttijd in het menu Setup product voor deze werkingsmodus. Dwell extension (alleen beschikbaar als er een foto-oog gemonteerd is) Wanneer er een verontreinigd product wordt bespeurd, wordt het uitwerpapparaat onmiddellijk geactiveerd en blijft het geactiveerd voor de duur van de uitwerpwachttijd. Als er een tweede af te keuren product wordt bespeurd voordat de wachttijd verstreken is, wordt de wachttijd weer vanaf het begin afgeteld. Er verschijnt geen ingang voor uitwerpvertraging in het menu Setup product. Reject till accept (alleen beschikbaar als er een foto-oog gemonteerd is) Wanneer er een verontreinigd product bespeurd wordt, wordt de vertragingstijd overschreden. Het uitwerpapparaat wordt dan geactiveerd. Het apparaat blijft geactiveerd tot een niet-verontreinigd product het uitwerppunt bereikt.

11050

152
Bijlagen

Uitwerprelais
Dit kan zo ingesteld worden dat het normaal bekracht of normaal ontkracht is (de normale status is de niet-uitwerpende status). Voor faalbestendige toepassingen dient de relaisstatus normaal bekracht te zijn, op de display weergegeven als ENERG, zodat het relais zal uitvallen wanneer de stroom naar het systeem wegvalt, waardoor niet-gecontroleerde producten afgekeurd worden. Reject timing Deze timing kan productafhankelijk of universeel zijn. Productafhankelijk betekent dat alle producten andere wacht-/vertragingstijden kunnen hebben, terwijl universeel betekent dat ze allemaal hetzelfde zullen zijn. N.B.: Als universele timing geselecteerd is en de rejecttimings voor n product worden aangepast, dan worden alle andere automatisch naar dezelfde waarden bijgewerkt. Reject conrm Stel dit in op JA als u uitwerpbevestiging op uw systeem heeft en u wilt dat er een systeemfout gegenereerd wordt wanneer een bevestiging mislukt. Als uitwerpbevestiging is ingesteld op ON, bevestigen de ingangen vertraging als er een foto-oog gemonteerd is en verschijnt er een bevestigingsvenster in de menulijst. Via deze ingangen kan een tijdsvenster ingesteld worden waarin een uitwerpbevestigingssignaal ontvangen moet worden wanneer een verontreinigd pakket afgekeurd wordt. Als het bevestigingssignaal bijvoorbeeld moet optreden binnen 50 tot 150 ms nadat het uitwerpapparaat geactiveerd is, stelt u de bevestigingsvertraging in op 50 ms en het bevestigingsvenster op 100 ms. Bin full Selecteer deze optie als de 'bak vol''-voorziening op uw systeem aanwezig is en u wilt dat er een systeemfout gegenereerd wordt wanneer de uitwerpbak vol is. Voor een faalbestendige werking dient het defectrelais aangesloten te zijn op de transporteuraandrijving of het uitwerpschakelschema om ervoor te zorgen dat geen enkel verontreinigd product kan passeren tijdens een fout bij uitwerping of 'bak vol'. Dwell unit (alleen beschikbaar wanneer variabele snelheid geselecteerd is) Deze optie verschijnt alleen als werking met variabele snelheid is geselecteerd. Selecteer tijd of afstand afhankelijk van het uitwerpapparaat waarmee uw systeem is uitgerust.

11050

153
Bijlagen

Waar mogelijk worden de benodigde instellingen geselecteerd voordat de eenheid door Loma verzonden wordt. Er moet aan bepaalde hardwarevereisten voldaan worden om sommige opties te laten functioneren, zoals bespeuring van een volle bak. De uitwerpwachttijden en/of de uitwerpvertragingstijden worden in het menu Setup product ingesteld.

11050

154

Bijlagen

Uitwerpbevestiging

REGISTRATIE MET FOTOOOGBEVESTIGING (PEC)

Foto-oog voor productregistratie (PNP-UITVOER) +Vi -Vi BAK VOL PEC SIGNAAL UITWBEV PEC ASCODEERAPPARAAT (NPN-UITVOER)

Uitwerpbevestiging met foto-oog (PNP-UITVOER) of inductieve Nabijheidsschakelaar (PNP-UITVOER)

ASCODEERAPPARAAT (NPN-UITVOER)

SIGNAAL

AFSTKAL +CS1 -CS1 -Vi +Vi

SIGNAAL

SIGNAAL

Bak vol SIGNAAL BESTURINGSEENHEID VAN KOP

Vi = 12 DC bij 700 mA. SIGNAALINVOER, 1,5 mA bij 12 VDC LEGENDA VOOR BEDRADING PEC-REGISTRATIE UITWERPBEVESTIGING

Foto-oog voor Bak vol (PNP-UITVOER)

EXTERNE KALIBRATIEKNOP

BAK VOL EXT. KALIBRATIE ASCODEERAPPARAAT

Bijlage F Bedradingsschema voor externe sensors

11050

155
Licentieovereenkomst

Licentieovereenkomst voor eindgebruikers


Voor Loma software Loma IQ2 V1.0 en hoger
BELANGRIJK-ZORGVULDIG LEZEN: Deze licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EndUser License Agreement = 'EULA') is een wettige overeenkomst tussen u (een individu of n eenheid) en Loma Systems Ltd ('LOMA'), de leverancier van het metaaldetectiesysteem ('DETECTOR'), bij wie u het (de) hierboven gedenticeerde Loma-softwareproduct(en) ('SOFTWAREPRODUCT' of 'SOFTWARE') heeft aangeschaft. Als het SOFTWAREPRODUCT niet geleverd wordt met een nieuwe DETECTOR of niet aangeschaft is bij LOMA, een van haar dochterondernemingen of een geautoriseerde vertegenwoordiger, mag u het SOFTWAREPRODUCT niet gebruiken. Het SOFTWAREPRODUCT omvat computersoftware, de bijhorende media, eventuele gedrukte materialen en elektronische of 'online'documentatie. Door het installeren of anderszins gebruiken van het SOFTWAREPRODUCT, stemt u ermee in gebonden te zijn door de voorwaarden van deze EULA. Als u niet akkoord gaat met de voorwaarden van deze EULA, is LOMA niet bereid het SOFTWAREPRODUCT aan u te licentiren. In een dergelijk geval mag u het SOFTWAREPRODUCT niet gebruiken. SOFTWAREPRODUCTLICENTIE Het SOFTWAREPRODUCT wordt beschermd door copyrightwetten en internationale copyrightverdragen, evenals andere intellectuele eigendomswetten en -verdragen. Het SOFTWAREPRODUCT wordt gelicentieerd, niet verkocht. 1. VERLENING VAN LICENTIE. Deze EULA verleent u de volgende rechten: Software: U mag n kopie van het SOFTWAREPRODUCT op de DETECTOR installeren. Opslag: U mag op geen enkele media kopien van het meegeleverde SOFTWAREPRODUCT maken. 2. BESCHRIJVING VAN ANDERE RECHTEN EN BEPERKINGEN. Beperkingen op Ontsleutelen, Decompileren en Demonteren: U mag het SOFTWAREPRODUCT niet ontsleutelen, decompileren of demonteren. Scheiding van onderdelen: Het SOFTWAREPRODUCT wordt gelicentieerd als n product. De onderdelen mogen niet gescheiden worden voor gebruik op meer dan een DETECTOR. En DETECTOR: Het SOFTWAREPRODUCT wordt met de DETECTOR gelicentieerd als n gentegreerd product. Het SOFTWAREPRODUCT mag alleen met de DETECTOR gebruikt worden. Verhuur: U mag het SOFTWAREPRODUCT niet verhuren of leasen.

156
Licentieovereenkomst

Softwareoverdracht: U mag al uw rechten onder deze EULA alleen permanent overdragen als deel van een verkoop of overdracht van de DETECTOR, mits u geen kopien behoudt, u het gehele SOFTWAREPRODUCT overdraagt (inclusief alle onderdelen, de media en het gedrukte materiaal, eventuele upgrades, deze EULA en, indien van toepassing, het Certicaat (de Certicaten) van Authenticiteit), EN de ontvanger akkoord gaat met de voorwaarden van deze EULA. Beindiging: Onder voorbehoud van alle andere rechten mag Loma deze EULA beindigen als u zich niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze EULA houdt. In een dergelijk geval moet u alle kopien van het SOFTWAREPRODUCT en alle onderdelen ervan vernietigen. 3. SOFTWARE OP DUBBELE MEDIA: U kunt het SOFTWAREPRODUCT op meer dan een medium ontvangen. Ongeacht het type of de grootte van het medium dat u ontvangt, mag u slechts n geschikt medium gebruiken. U mag het andere medium niet op een andere computer gebruiken of installeren. U mag het andere medium niet uitlenen, verhuren, leasen of anderszins overdragen aan een andere gebruiker, behalve als deel van de permanente overdracht (zoals hierboven bepaald) van het SOFTWAREPRODUCT.

157
Index

B batch, opnieuw instellen batchresultaten, weergeven bedradingsschema besturingseenheid bewerken, tekstveld C compensatie bijstellen 67 configureren, IQ-metaaldetector 139 contact opnemen met Loma xi conventions x D Defectenlog Display Huidig geselecteerd product Display Reject-aantal displays Grenswaarde/signaal Huidig geselecteerd product Reject-aantal Staafdiagram dry-modus F farmaceutische versies montageconstructies technische specificatie uitwerpconstructie veiligheidsvoorschriften Foutenlog G gevoeligheid, aanpassen Grenswaarde-/signaaldisplay grenswaarden aanpassen grenzen bijstellen instellen, trigger-grens minimum en maximum instellen 38 35 37 65 67 66 65 18 18 19 19 vii 55 55 36 36 35 35 36 36 35 29 50 50 154 2 39

H Handm. setup, menu handmatige setup Handtmann-versies montageconstructies technische specificatie I installeren farmaceutische versies Handtmann-versies modellen met kort of lang gestel pijpleidingversies transportbandversies vrijeval-versies zoekkop, alleen instellen, handmatig ISO9000 K kalibratieparameters kalibreren, metaaldetector omkeerkalibratie product opnieuw kalibreren updatekalibratie volledige kalibratie kop, vermogen bijstellen vergrendelen kwaliteitsbewaking L logs afdrukken Defectenlog Foutenlog Verontreinigerslog weergeven wissen M Machinegegevens, menu machine-ID instellen menu Product signal tracking 70 70 146 55 57 55 55 55 56 57 63 60 60 60 60 60 68 68 69 viii 82 97 94 102 91 86 98 108 63 33 64 63 14 16 16

158
Index

menu Report Options 51 menu Results 49 menu Setup product 42 menu Setup PV-test 45 menu's Machinegegevens, menu 70 Menu Handm. setup 64 menu Product signal tracking 146 menu Report Options 51 menu Results 49 menu Setup product 42 menu Setup PV-test 45 opties bewerken 39 selecteren 38 149 Servicemenu Setup PV-test-menu 77 71 Sleutelcodes, menu User options, menu 63 Menu's, User options 63 metaaldetector kalibreren 60 N noodmaatregelen O omkeerkalibratie opdrachtgids opnieuw instellen, batch P pijpleidingversies montageconstructies technische specificatie uitwerpkleppen veiligheidsvoorschriften Prestatievalidatie productcodes, selecteren producten instellen PV-tests instellen interval instellen kenmerken specificeren test uitvoeren 9 10 13 10 vi 74 34 42 74 75 75 77 78 136 139 50 viii

R rapporten Batch Defect Fout Kalibratie PV-test Setup specificeren Status Verontreinigers reactive-modus reinigen resistive-modus routineonderhoud S selecteren, productcodes Servicemenu Setup PV-test-menu sleutelcodes bepalen invoeren toegang beperken toetsenbord vergrendelen sleutelcodes invoeren Sleutelcodes, menu Staafdiagramdisplay statistieken afgekeurd aantal goedgekeurd aantal product specificeren totaalaantal T tekstveld, bewerken tijd en datum instellen transportbandversies optionele apparatuur plastic modulaire banden platte banden standaardapparatuur technische specificatie uitwerpmechanismen 39 69 3 6 4 3 5 8 4 34 149 77 71 34 71 71 34 71 35 50 50 50 50 54 50 51 52 51 51 51 51 51 53 51 51 29 120 29 129

159
Index

U uitwerpconstructies uitwerpkleppen uitwerpmechanismen uitwerpopties V veiligheidsvoorschriften farmaceutische versies pijpleidingversies vrijevalversies Verontreinigerslog voorschriften veiligheid vrijevalversies montageconstructies technische specificatie veiligheidsvoorschriften iii vii vi viii 55 iii 20 23 24 viii 19 10 4 151

W weergeven, batchresultaten werkingsmodi dry-modus instellen reactive-modus resistive-modus werkingsprincipes Z zoekkop installeren 2 108 50 29 29 64 29 29 28

160
Index

Vous aimerez peut-être aussi