Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Contact 18
Contact 18
1. Juist/onjuist-vragen.
duizend: mille
juist
onjuist
juli
compter
juillet
une mer
mille
een zoon
une fille
un fils
une mer
un mois
3. Schrijf de vertaling
een buurman
een buurvrouw
een bakker
een dochter
een strand
een maand
een zee
terugkomen
rekenen
een resultaat
4. Waar of niet.
5. Vertaal de uitdrukkingen.
4) Duizendmaal bedankt !
6. Kopieer :
Tu peux il compter -
4) aller : Il où ?
7. Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in. Schrijf daarna alles
in het meervoud.
vingt: dix:
sept: quinze:
treize: huit:
2. On écoute la radio.
3. Le film commence.
4. On arrête le travail.