Vous êtes sur la page 1sur 30

Mondiaal = over de hele wereld genomen, wereldwijd.

Twee scenarios die desastreus zijn voor de ontwikkeling van een duurzame internationale samenleving: 1. Het Disneyficatiescenario: de wereld wordt n groot Disney-park en de culturele standaard voor iedereen is een consumptieve levensstijl met als voornaamste bezigheid funshoppen. 2. Een fragmentatiescenario; hierin is sprake van mondiale desintegratie ontwikkeling van hevig lokaal verzet tegen de culturele mondialisering (iedereen met name gericht op eigen leefwereld. Mondialisering (Giddens) = de intensivering van wereldwijde sociale betrekkingen tussen ver van elkaar verwijderde lokale gemeenschapen op een dusdanige manier dat lokale gebeurtenissen worden benvloed door dingen die op grote afstand plaatsvinden intensivering gevolg van politieke beslissingen, economische ontwikkelingen en technische mogelijkheden, wat maakt dat de wereld in bepaalde opzichten kleiner wordt. Voor duurzaamheid van persoonlijke betrekkingen is vertrouwen essentieel geldt ook voor duurzame samenleving dat voldoende maatschappelijk vertrouwen tussen de deelnemers aan die samenleving een wezenlijk belang is; in moderne samenleving is het maatschappelijk vertrouwen in ernstige mate ondermijnd. Maatschappelijk vertrouwen ook ernstig ondermijnd doordat de falende interculturele communicatie het wederzijds wantrouwen en cynisme tussen verschillende culturele groepen enorm vergroot. Hoofdstuk 1: Inleiding en probleemstelling Voorbeelden van problemen van interculturele communicatie: taalverschillen handelingen en de vanzelfsprekendheid daarvan (dragen van een bidet, spel van loven en bieden, verschillende begroetingsrituelen, diverse manieren van versieren en versierd worden) Deze problematiek intenser ervaren door mensen die voor hun beroep enkele jaren in het buitenland werken (hirarchische verhoudingen, uiterlijke tekenen van status kan leiden tot inefficintie van de werknemer en soms zelfs tot voortijdige terugkeer. Benadering van Geert Hofstede Cultuur = een collectieve programmering van de geest, die een categorie mensen onderscheidt van anderen; categorie kan natie, streek of etnische groep, mannen of vrouwen, een leeftijds- of beroepscategorie, een organisatie of afdeling ervan, of een gezin zijn. Hofstede gaat van verschillende lagen in culturen (vanaf oppervlakte naar diepte: symbolen, helden, rituelen, waarden); in laatste laag is Hofstede met name genteresseerd (gevoelens over wat goed is en kwaad, mooi en lelijk, normaal en abnormaal diepste laag van culturen, omdat mensen hieraan in hun vroege opvoeding het merendeel van hun waarden ontlenen). Vijf dimensies van Hofstede (om nationale culturen te kunnen categoriseren en vergelijken): 1. Machtsafstand; de graag van ongelijkheid onder de mensen, die de bevolking van een land normaal vindt van relatief gelijk tot extreem ongelijk. 2. Individualisme; de mate waarin een bevolking geleerd heeft als individuen te handelen, eerder dan als leden van groepen van individualistisch tot collectivistisch.

Grenzeloos Communiceren

3. Mannelijkheid; de mate waarin mannelijke waarden zoals assertiviteit, succes en competitie het winnen van vrouwelijke waarden, zoals aandacht voor de kwaliteit van het bestaan, het handhaven van warme persoonlijk e relaties, zorg en solidariteit van hard tot zacht. 4. Onzekerheidsvermijding; de mate waarin een nationale bevolking de voorkeur geeft aan gestructureerde situaties boven ongestructureerde van relatief flexibel tot extreem strak. 5. Baserend op onderzoek door anderen heeft Hofstede later een vijfde dimensie toegevoegd: orintering op de lange termijn versus denken op de korte termijn. Grote machtsafstand centralisatie; kleine machtsafstand decentralisatie. Collectivisme groepsbeloning en ontstaan van familiebedrijven; individualisme bevorderlijk voor het gemakkelijk veranderen van baan en voor stelsel van individuele beloningen. Segregatie = afzondering van bevolkingsgroepen in een land met gemengde bevolking. Het gangbare cultuurbegrip: Gaat uit van homogeniteit (eenvormigheid van nationale culturen; alle inwoners van een land zouden in meer of mindere mate dezelfde waarden en normen delen en onderschrijven geen aandacht voor onderverdelingen of subculturen op basis van etnie, sociale klasse of religie). Cultuur wordt gezien als statisch, maar is in een voortdurend proces van verandering (dynamisch) door globalisering.; culturen zelden authentiek. Gangbare cultuurconcept nogal cerebraal; cultuur is ook lichamelijk, wat zich uit in lichaamshouding en gedrag. Geen of weinig oog voor de machtsverschillen tussen groepen in een maatschappij; gangbare opvatting doet alsof gesprekspartners evenveel recht van spreken hebben vertegenwoordigers van de staat, de personen met veel economisch en/of cultureel kapitaal, de mannen, de westerlingen, de blanken hebben meer gezag dan anderen. Zie bladzijde 20, figuur 1.1: Synthese van debat over multiculturele samenleving (Buijs 2000). Actor = handelende persoon of instantie. Argumenten dat globalisatie geen modegril is: zie bladzijde 23. Cultuur volgens sociologen en antropologen: de strijd om zingeving die in een groep gevoerd wordt tussen mensen zelden eensgezindheid over hoe de werkelijkheid gezien en gewaardeerd moet worden economische en institutionele hulpbronnen gebruikt om eigen visie te laten winnen wie meer hulpbronnen heeft en ze effectiever toepast, wordt erkend als de vertegenwoordiger van het legitieme werkelijkheidsbeeld cultuur dan ideologie? nee, een dominante cultuur komt over als logisch, systematisch en het gevolg van consensus ze krijgt instemming en is natuurlijk richtsnoer voor het handelen van de meerderheid. Bovenstaande alternatieve cultuurconcept gaat uit van de ongelijkheid die er bestaat tussen mensen en groepen sociale wereld opgevat als een ruimte waarin mensen en groepen gedefinieerd worden door hun posities in die ruimte in relatie tot elkaar; sociale ruimte is niet gegeven, maar product van strijd en competitie daardoor voortdurend in verandering. In de huidige constructivistische opvatting van cultuur zijn culturele normen en praktijken het wisselende resultaat van een voortdurende machtsstrijd tussen groepen over zingeving;

Grenzeloos Communiceren

constructivisten benadrukken ook dat culturele identiteiten niet identiek zijn aan culturele gewoonten. Natie (Benedict Anderson 1991)= verbeelde gemeenschap/imagined community (het idee van een gemeenschappelijke band is verbeeld); het gaat niet om een opgelegde ideologie of om manipulatie, maar naties zijn wel het product van een politiek project van natieopbouw. In Nederland wordt op twee niveaus een gevecht om de Nederlandse identiteit gevoerd: Expliciet in de politiek; politici bepalen uiteindelijk, ondersteund door media, wie en wat Nederlanders zijn en wie als vreemdeling (eventueel als symbolische vreemde) moet worden gezien. Wie zijn autochtonen en wie allochtonen, vreemdelingen, illegalen, minderheden? Wie heeft welke rechten in onze maatschappij? Onbewust in de sfeer van het dagelijks leven; geconstrueerd door een bepaald gedrag dat verschilt van dat van elders. Pierre Bourdieu culturele velden en dagelijks leven Velden = de nadruk wordt gelegd op dat culturele productie in gendustrialiseerde landen plaatsvindt in een serie van min of meer autonome velden hebben elk hun eigen spelregels en inzet, maar vertonen ongeveer dezelfde structuur; voorbeelden van dergelijke velden: rechtspraak, sport, politiek, literatuur, mode en muziek; fundamentele tegenstelling in de velden is een weerspiegeling van de tegenstelling binnen de heersende en overheerste klasse tussen economische en culturele elite deze velden zijn hirarchisch geordend, overeenkomstig het soort kapitaal dat in het veld gewaardeerd wordt (zie figuur 1.2, bladzijde 28). Interculturele communicatie = een specifieke vorm van communiceren waarbij de deelnemers verschillende culturele achtergronden hebben. Om de dynamiek van de interculturele interactie te doorgronden wordt vaak geredeneerd vanuit de positie van de vreemdeling de vertrouwde omgeving waarin men is groot gebracht wordt verlaten het schema van zien en waarderen van de werkelijkheid dat men zich heeft eigengemaakt in de vroegere omgeving past niet langer in de nieuwe situatie (gaat niet om tekortschietende kennis van de nieuwe cultuur, als wel om de gewone sociale vaardigheden die verschillen). Om de implicaties van interculturele communicatie goed te begrijpen is het belangrijk een onderscheid te maken tussen het dagelijks leven en andere velden, waar specifieke spelregels gleden zoals religie, sport, wetenschap en kunst. Communiceren = interactie die de positie bepaalt van de gesprekspartners in de sociale omgeving en de hirarchie tussen hen; gesprekspartners oefenen invloed op elkaar uit sprake van een machtsrelatie identiteitsbepaling; aam begin van gesprek vaak onbewust relatievoorstel gedaan plaatst gespreksdeelnemers tot elkaar en in de sociale ruimte relatie voortdurend afgetast en zonodig bijgesteld; gespreksdeelnemers letten op zelfpresentatie deze heeft volgens Goffman twee kanten: 1. Het projecteren van het echte ik 2. Het handhaven van het sociale zelf. Persoonlijke communicatie houdt ook in respect bewijzen aan de autonomie van de gesprekspartner en rekening houden met de behoefte van mensen om gewaardeerd te worden.

Grenzeloos Communiceren

Hoofdstuk 2: Communiceren als scannen Micro en macro, het psychologische en het sociale niveau zijn in de communicatie niet te scheiden hierdoor communiceren te vergelijken met scannen: het puntsgewijs aftasten om de juiste golflengte te vinden waar iets te horen is door buitenkant van het gesprek heengaan om de verhoudingen zichtbaar te maken zoals ze op een dieper niveau vastgelegd zijn (sociale positie en afstand, machtsrelaties en identiteit). Traditionele communicatiemodel, zie bladzijde 36 (eigenlijk hoort dit nog uitgebreid te zijn met twee elementen, namelijk feedback en kanalen). Communiceren is vaak vooral interactie die de plaats van de gespreksdeelnemers bepaalt en bevestigt; in gesprek tussen vreemden eerst hirarchie tussen de gesprekspartners en hun positie in de sociale omgeving bepaal identiteitsbepaling vind binnen dialoog plaats: de gesprekspartners geven elkaar een bepaalde ruimte, stellen elkaars positie vast; aan het begin van het gesprek wordt een meestal onbewust relatievoorstel gedaan, dat de gespreksdeelnemers plaatst tot elkaar en in de sociale ruimte. Ongelijkheid en machtsverschillen kunnen in de priv-sfeer nog tussen haakjes gezet worden, in officile situaties gaat dat veel moeilijker. Ondanks de druk van sociale omgeving en bestaande posities, liggen de verhoudingen tussen de gesprekspartners niet voor altijd vast (zie voorbeeld bladzijde 38, George Semprun) kunnen wisselen, ook in een ongelijke situatie. Het scannen, aftasten van elkaars plaats in een gesprekssituatie, is een proces waarin de posities nooit onbedreigd zijn Erving Goffman (interactionist) legt dit uit aan de hand van twee fundamentele menselijke behoeften: 1. De wil een vrij en autonoom mens te zijn. 2. Het verlangen erkend en gerespecteerd te worden door anderen. De twee behoeften vragen een actieve opstelling in de omgang met anderen mensen, oftewel tact en zelfpresentatie. Tactvol handelen kent twee wezenlijke vormen: 1. Het vermijden van zaken die de autonomie van de gesprekspartner kunnen bedreigen. Goffman noemt dit negatieve gezichtsbescherming (voorkomen dat de gesprekspartner gezichtsverlies lijdt. 2. Het tonen van waardering en respect voor de ander. Goffman noemt dit positieve gezichtsbescherming (het rekening houden met de behoefte van mensen om gewaardeerd te worden en complimenten te krijgen). Zelfpresentatie is de zorg voor het eigen gezicht/zorg voor hoe je overkomt (Hoe komt het ego over?) houdt een proces van zelf-monitoring in; de zorg voor een positieve indruk tijdens een gesprek is meestal geen bewuste activiteit; meer dan ons verstand heeft ons lichaam een automatisch besef dan de in te nemen plaats. Zelfpresentatie is in alle culturen aan de orde. Assertiviteit = het opkomen voor jezelf en de eigen ruimte een noodzakelijke fase in de emancipatie van achterliggende groepen: het opkomen voor de eigen rechten en het recht verschillend te zijn. In westerse democratien is men gericht op eigen rechten en eigen plek als midnerheid men vergeet hierdoor bijna dat zelfpresentatie en assertiviteit onmogelijk zijn zonder erkenning van de rechten van anderen.

Grenzeloos Communiceren

Tact en zelfpresentatie zijn cultureel bepaald (de manier waarop ze worden gebruikt, varieert tussen groepen). Tact en zelfpresentatie zijn fundamentele mechanismen om relaties te kunnen opbouwen en onderhouden, doordat behoefte aan respect (d.m.v. positieve boodschappen) algemeen menselijk is. Het ontkennen van het relationele aspect van de boodschap is verantwoordelijk voor menig misverstand probleem is dat men vaak de miscommunicatie niet op het relationele vlak te lijf gaat, maar een inhoudelijke, zakelijke discussie of conflict begint conflict op te lossen door metacommunicatie (praten over het communiceren zelf, over hoe de boodschap overkomt). Bij een positieve presentatie van zichzelf is face work (gezichtsbescherming) geen individueel, maar een zeer sociaal gebeuren gaat niet alleen om ophouden van positief zelfbeeld, maar ook om ruimte en erkenning die men daarvoor krijgt (sociale beelden afhankelijk van anderen). Identiteit bepaalt door: Zelfpresentatie Positiebepaling Erkenning Twee dimensies van identiteit: 1. Een sociaal beeld; een sociale positie die is toebedeeld door anderen; het gaat hierbij om een relatieve positie die een persoon inneemt in het sociale veld; distinctie = het positief uitvallen van verschillen met anderen; stigmatisering = het negatief uitvallen van verschillen met anderen. Het afbakenen van sociale identiteit (in de zin van het markeren van verschillen tussen individuen en groepen) gebeurt meestal op grond van een duidelijk kenmerk (huidskleur, accent, sekse) kenmerk staat dan symbool voor een cluster van rele of veronderstelde eigenschappen. 2. Een zelfbeeld. Identiteit kan niet bestaan zonder actieve toe-eigening van een beeld: identificering = mensen maken zich aangereikte beelden eigen, worden het beeld dat de maatschappelijke spiegel hen voorhoudt. Roos van Leary, zie bladzijde 43/44. Communicatieve vaardigheid bepaalt door het sociale, culturele en symbolische kapitaal van de gespreksdeelnemers (niet door technische beheersing van taal) gaat dus om sociale status en de erkenning daarvan door de gesprekspartner. Het taalgebruik plaatst ons sociaal (elite middenklasse volksklasse); taal heeft ook directe invloed op hoe mensen worden ervaren los van de inhoudelijke kwaliteit wordt een spreker die een taal bezigt met meer status, sneller competent geacht en hoger gewaardeerd (persoonlijkheidsbeoordeling). Macht wordt bij het spreken niet alleen uitgeoefend door het soort taal, maar ook door de manier waarop er gesproken wordt; men oefent in een gesprek macht uit door het beheersen, eventueel zelfs monopoliseren van de spreektijd: de ander niet laten uitspreken, tot stilte dwingen door te interrumperen.

Grenzeloos Communiceren

Communicatieve competentie is de kunst van het beluisterd worden de gesprekspartner laten zwijgen, luisteren afdwingen en overtuigen, liefst zonder dat de ander dit als dwang ervaart. In menselijke omgang is altijd van benvloeding en dus van macht sprake. Het grootste machtsmiddel is het symbolische geweld, het aanvaarden door de gesprekspartner van het recht van spreken, het recht de werkelijkheid te benoemen en te definiren. Feministes hebben aangetoond dat macht niet altijd op de overheersende manier hoeft te worden uitgeoefend macht gericht op ontwikkeling van de ander macht die de groei van de ander, de afhankelijke of ondergeschikte, stimuleert; macht, kennis en vaardigheden worden niet gebruikt om de ander te imponeren of te onderschikken, maar om deze een betere positie te geven door het vergroten van zelfvertrouwen. In de interactie kan het verleden van de gespreksdeelnemers een cruciale rol spelen, zie voorbeelden bladzijde 47. Diverse lichamelijke aspecten van communicatie: Gebaren; gaat hierbij meestal om bewuste codes. Lichaamstaal; kent veel onbewuste en niet-intentionele dimensies, die ook cultuurgebonden zijn. Blik; aankijken of wegkijken kan tussen groepen zeer variren. Experimenten hebben aangetoond dat langer kijken dominantie betekent; de niet-dominante gesprekspartner kijkt sneller weg; ook de pupilgrootte benvloedt de interactie: grote pupillen maken een gezicht sympathieker. Controle van de blik is een belangrijk aspect van het scannen. Houding; het spiegelen van de lichaamshouding van de gesprekspartner betekent dat men zich identificeert met de persoon of de standpunten van de gesprekspartner; meningsverschil: wegkijken of afgewend zitten. Lichaamscontact/aanraken; hierbij ook sprake van grote cultuurverschillen; aanraken overal met allerlei impliciete regels omgeven: Wie mag in een samenleving wie waar ongestraft aanraken? Wanneer gaat aanraken over in lastig vallen? Niet alleen het verschil tussen etnische groepen bepaalt over welk repertoire mensen beschikken in communiceren met anderen, maar ook gender heeft hier invloed op. Communicatiestijl van mannen en vrouwen is nogal verschillend: Mannen zijn sneller geneigd de gesprekspartner te onderbreken, vrouwen zijn meer afwachtend en praten volgend mee. Vrouwen streven meer naar verbondenheid dan naar status meer geven van complimenten, zich vaker verontschuldigen, minder direct versterkt beeld van onzekerheid. Bourdieu: de maatschappelijke orde functioneert als een immense culturele of symbolische machine, die de mannelijke overheersing waarop zij uiteindelijk rust legitimeert gaat dan om arbeids- en taakverdeling tussen mannen en vrouwen, de toewijzing van plaats, tijd en ruimte aan ieder van de seksen deze vanzelfsprekende orde der dingen maken mannen en vrouwen zich eigen wordt vertaald in typisch mannelijk en vrouwelijk gedrag; relaties tussen mannen en vrouwen worden niet geschapen door een bewust ik, maar door gesocialiseerde lichamen; onze houding en ons gedrag t.o.v. de andere sekse is

Grenzeloos Communiceren

vanzelfsprekend geworden door onze opvoeding, waarin we getraind zijn als jongen of als meisje te reageren. Non-verbale communicatie belangrijk omdat het de lichaamshouding uitdrukt en tegelijk gestalte geeft kan ook andersom werken: een nieuwe mentaliteit, een nieuwe houding moet zich vertalen in een andere lichaamshouding; een nieuw gevoel van eigewaarde veronderstelt een ander gedrag en andere lichaamshouding. Wezenlijke elementen, nodig om de persoonlijke communicatie te begrijpen (samenvatting): Plaats bepalen Tact Zelfpresentatie Taal Macht Non-verbale communicatie Communicatiewetenschappers hebben begrippen ontwikkeld die ook nuttig zijn voor het beter begrijpen van de dynamiek van een gesprek: Situatie; gespreksvormen hebben sociaal bepaalde regels die bekend verondersteld worden. Goffman heeft inventarisatie gemaakt van verschillende gesprekssituaties: Hij noemt bijvoorbeeld geconcentreerde interactie en ongeconcentreerde interactie (een situatie waarbij men in elkaars nabijheid is en elkaar ziet, maar elkaar voor de rest negeert). Context; contextualiseren = men heeft om boodschappen te begrijpen ook hetgeen nodig wat niet is uitgesproken; het begrijpen van elkaar vereist dat je de gesprekspartner kunt plaatsen als lid van een groep, klasse of etnie (is een kernactiviteit van het scannen); begrip context ook gebruikt om onderscheid te maken tussen High en Low Context-culturen (Edward Hall) hiermee twee vormen van communiceren tegenover elkaar gesteld: - Impliciet, met een sterk lichamelijk accent; naast de inhoud geven de gespreksscne en situatie veel informatie over wat er wordt bedoeld. - Deze vorm heeft veel meer woorden en uitleg nodig, probeert zo uitgesproken mogelijk te zijn en zo min mogelijk aan de interpretatie van de gesprekspartner over te laten. Het is geen absolute tegenstelling, maar van meer of minder. Gespreksstructuur; t.a.v. de structuur van een ontmoeting valt veel te zeggen over het beginnen, eindigen en beurt wisselen; veel onderzoek gedaan naar belang van de eerste indruk, wanneer onbekenden elkaar ontmoeten stereotypen = het gaat om een versimpelde verklaring voor het gedrag van groepen. Onderzoek naar stereotypen en cultuur (Perry Hinton); met name interessant hoe wij mensen nieuwe informatie verwerken gebeurt op twee manieren (volgens nieuwste inzichten): - Reflexieve manier: informatie punt voor punt kritisch getoetst. - Snelle, automatische manier, waarbij we terugvallen op de categorien die we geleerd hebben van de groep waartoe we behoren. Goffman: markeringen = het afbakenen van een ontmoeting met name belangrijk wanneer er twijfel zou kunnen bestaan over de situatie. Beurt wisselen (het onderbreken van de gesprekspartner en het overnemen van de beurt); taalwetenschappers hebben geprobeerd de dynamiek van het wisselen te begrijpen onderscheid gemaakt tussen:
Grenzeloos Communiceren 7

Taalhandelingen die voortkomen uit een initiatief (verzoek, aanbod, bevel, vraag). - Reacties op genoemde taalhandelingen (inwilliging, acceptatie, opvolging, antwoord geven, weigeren van verzoek, aanbod afwijzen). Het samenwerkende gedrag van de een wordt meestal beantwoord met coperatief gedrag van de ander, de tegenwerking van de een roept meestal tegendraads gedrag van de ander op. Zie ook bladzijde 55 Leary. Wisselen van code; is belangrijk in de context van interculturele communicatie voor de dynamiek van het gesprek heeft te maken met twee- of meertaligheid en met cultuurverschillen. Diverse vormen van codeverandering bekend, die gaan van simpel (woorden uit twee talen gebruiken in een zin) tot complex (in een zin de grammatica van twee talen afwisselen). Giles heeft taalkeuzemodel ontwikkeld geeft aan hoe mensen kunnen kiezen in een multi-etnische situatie drie mogelijkheden onderscheiden: 1. Assimilatie: van keuze geen sprake zowel de dominantie groep als de taalminderheid maakt gebruik van de dominante taal (misschien alleen de eigen taal in huiselijke kring gesproken). 2. Aanpassing: bewust voor eigen taal gekozen, maar alleen in eigen groep. Verder spreekt men de dominante taal. Men verwacht niet dat de anderen de minderheidstaal zullen leren. 3. Tweetaligheid; leden van minderheidsgroepen kunnen door woordgebruik en stijl een onbekende gesprekspartner laten weten wat hun eigenlijke taal is en daarmee een identiteitsvoorstel doen; naargelang reactie van partner, kan men overgaan op eigen taal (codewisseling) of afstand nog vergroten. Genres (slaat vooral op stijl en vorm van spreken preken, pleidooien, consulten, interviews, verhalen, grappen); onderscheiding van genres hangt af van bedoeling. Er bestaat zekere vrijheid om de regels van het genre te veranderen; zie bladzijde 57/58 over het tappen van moppen. David Riesman onderscheidt drie manieren van communiceren, die samenhangen met verschillende historische fasen (dit naar aanleiding van de vragen: Waarom deze zorg voor de gevoelens van anderen, waarom deze nadruk op tact? Is dat nu echt nieuw en hoe deed men dat vroeger dan?): 1. Communicatie bepaald door traditie; in traditionele maatschappij lagen functies en rollen min of meer vast en iedereen wist waar hij zich aan te houden had. 2. Inner directed een mens die zich liet leiden door zijn geweten als een innerlijk kompas, dat altijd wordt gevolgd ook tegen de omgeving in. 3. De mens de outer directed is (postmoderne tijd) gericht op anderen en de omgeving. Scannen in de zin van het voortdurend bedacht zijn op groei in de relaties met anderen, is niet alleen een eigenschap van het communiceren, maar van het hele leven, thuis en op het werk. Communiceren op microniveau ook complex betere communicatie: leren op proces te letten en minder op de informatie; wil er berhaupt gecommuniceerd worden, dan is voortdurend scannen van relaties en posities een levensvoorwaarde; op microniveau liggen verhoudingen niet volkomen vast, maar worden wel in grote mate bepaald door de context (samen praten is als een dans, waarin men op de passen van de partner anticipeert en reageert. De leiding wisselt en soms staat men op elkaars tenen); voortdurend moeten alle tekens in de gaten gehouden worden, die verschillen en overeenkomsten tussen de sprekers in kaart brengen.

Grenzeloos Communiceren

In een tweegesprek gaat het nooit alleen om de twee individuen die eraan deelnemen; de betekenis van de interactie wordt uiteindelijk ontleend aan haar context; scannen is nodig om de gesprekspartners te plaatsen in de sociale ruimte, binnen de dieper liggende relatiepatronen. Echte communicatie veronderstelt begrip voor de positie van de gesprekspartner eerste indrukken van gesprekspartner worden bijgesteld en verwachtingen aangepast op grond van het voortdurend scannen. Tact, gezichtsbescherming, zelfpresentatie, macht en identiteit zijn wezenlijke aspecten van de interactie. Hoofdstuk 3: Gesprekssituaties en sociale verschillen in Nederland Goede manier om onze maatschappij te begrijpen (Bourdieu) is haar te zien als een driedimensionale ruimte, waarin mensen ten opzichte van elkaar verschillende posities innemen: hoger of lager, dichterbij of verder weg posities bepaald door geheel van sociaal, cultureel of economisch kapitaal. Sociaal kapitaal: het sociale netwerk, de relaties waarover iemand beschikt en die hij of zijn kan mobiliseren. Cultureel of symbolisch kapitaal: de erkenning en waardering van iemands kapitaal door anderen. Over hoeveel en welk kapitaal iemand beschikt, bepaalt zijn of haar positie in de sociale ruimte. Economisch kapitaal: geld, grondbezit, productiemiddelen (gereedschappen, patenten, fabriek) waarover iemand beschikt. Maatschappelijke verschillen kunnen nooit alleen cultureel worden verklaard; met name de economie heeft een grote invloed. De verschillen in maatschappelijke positie leiden tot verschillende disposities: houdingen, visies op en waarderingen van de wereld en de samenleving. Mensen hanteren verschillende categorien waarmee ze de wereld te lijf gaan en waarmee ze zin aan hun bestaan proberen te geven = labels of sociale categorien door deze verschillen in categorieseringen ontstaat onderscheid tussen mensen en groepen werkelijkheid geordend en overzichtelijk gemaakt (labels of sociale categorien zijn geen afspiegelingen van een bestaande werkelijkheid). Labels kunnen ook gebruikt worden om een ander zicht op de werkelijkheid te creren, maar anderzijds zien we ook delen van de werkelijkheid niet, omdat er geen namen voor zijn = hors categorie. Verschillen tussen groepen kunnen positief of negatief gewaardeerd worden: Positief: verschillen worden gezien en ervaren als distinctie: de ene groep is beter en heeft een hogere status dan de andere. Tot hun ergernis is dit nogal eens het geval bij de ontwikkelingswerkers, die door de doelgroepen vaak als rijker of zelfs als superieur worden gezien. Negatief: bestaande verschillen in huidskleur, origine of taalgebruik worden gebruikt ter stigmatisering: bepaalde kenmerken worden aangewend om een groep ondergeschikt te maken of te houden. Dit kan de situatie zijn van migranten, vrouwen, homoseksuelen of andere ondergeschikte groepen. Stereotypering is een gevolg van het gebruik van categorien of labels vooroordelen hierdoor onvermijdelijk. Recent onderzoek wijst uit dat stereotypen en vooroordelen niet gezien moeten worden als karakteristieken van de menselijke geest. Zij zijn menselijke constructies.

Grenzeloos Communiceren

Stereotypen en vooroordelen kunnen dus ook veranderen. Sociale verschillen en overeenkomsten bepalen de sociale afstand tussen mensen en groepen op twee manieren twee dimensies te onderscheiden: 1. hoog laag binnen een bepaalde groep of samenleving (bijvoorbeeld: rijken armen) 2. dichtbij ver weg: de sociale afstand tussen groepsleden en niet-groepsleden (de buitenstaanders); de verschillen tussen binnen en buiten (insiders versus outsiders, groepsleden versus vreemden, autochtonen versus allochtonen) bepalen in belangrijke mate de eigen identiteit. Schelden doet geen zeer klopt niet, omdat mensen de discriminatie niet alleen voelen, maar het benvloedt ook hun handelen en zelfbeeld hierbij twee belangrijke culturele mechanismes werkzaam: 1. Publiek (politici en andere officile woordvoerders hebben de macht om hun woord wet te laten worden). 2. Het gezonde verstand de basis van de meeste waarnemingen en waarderingen van de werkelijkheid verklaard waarom mensen op een bepaalde manier tegen anderen aankijken en waarom sommigen zelfs vrede kunnen hebben met het negatieve beeld dat anderen over hen verspreiden. Ons dagelijks bestaan wordt niet door wetenschappelijke kennis gestuurd, maar door praktische kennis, het gezonde verstand praktische kennis verschilt per cultuur en wordt door iedereen op een vanzelfsprekende en onbewuste manier in het dagelijks leven toegepast. Theoretische kennis wordt geproduceerd in velden (= min of meer autonome structuren met eigen regels, waar men afstand heeft genomen van de dwang van het dagelijks bestaan) men is daar vrij van economische noodzaak of de onmiddellijke eisen van lichamelijke behoeften, en er wordt een eigen spel gespeeld rond het specifieke kapitaal dat ingezet wordt. De structuur van de velden wordt meestal bepaald door de tegenstelling tussen de gevestigden en de nieuwkomers ofwel tussen de orthodoxen en de ketters het gaat om het bezetten of handhaven van verworven posities en de daarmee verbonden macht, om de visies op wat de wet is, of wat waar, wat kunst is, wat mode of politiek is, en om het dwingend opleggen van de definities. Praktische kennis heeft minder status dan wetenschappelijke, maar is ter verklaring van ons denken en doen minstens zo belangrijk. Leden van een lokale gemeenschap delen in de dagelijkse praktijk vanzelfsprekende denkkaders en waarderingen van zaken en personen komt door eenzelfde soort gezinsopvoeding die hen trainde in mannelijk en vrouwelijk gedrag, door schoolopleiding en in toenemende mate door een gezamenlijke tv-cultuur. Van jongsaf aan leren we te denken in categorien en gemeenplaatsen die tegenstellingen uitdrukken: hoog (subliem, verheven, zuiver) laag (vulgair, bescheiden); fijn grof; licht zwaar; vrij gedwongen; uniek gewoon; briljant middelmatig tegenstellingen die uiteindelijk samenhangen met de indeling in de maatschappij tussen de heersenden elite en de massa van de overheersten. Sociale verschillen tussen groepen kunnen gebaseerd zijn op sekse, klasse, leeftijd en etnische of regionale afkomst; alle zichtbare en onzichtbare verschillen kunnen worden gebruikt om machtsongelijkheid te legitimeren.

Grenzeloos Communiceren

10

Gemeenplaatsen die leden van een samenleving gemeenschappelijk hebben, maken de communicatie en interactie tussen hoger en lager geplaatsten mogelijk. Symbolisch of cultureel geweld verklaart waarom mensen in een onderdrukte positie deze situatie meestal zonder morren en als vanzelfsprekend aanvaarden. Men waardeert de plaats die men in de sociale ruimte inneemt als vanzelfsprekend en natuurlijk. Het bestaan van gemeenschappelijke categorien wil niet suggereren dat het dagelijks handelen beredeneerd is of doordacht. Deze denk- en handelingspatronen zijn deel van onszelf geworden en vertalen zich in gedrag zonder dat we daarover hoeven nadenken. Sociale verschillen in de Nederlandse samenleving; zeven soorten van sociale verschillen die een belangrijke rol spelen in de interculturele communicatie en de categorien die daarbij gebruikt worden. Eerste vijf categorien worden gebruikt om uit te maken wie er tot de Nederlandse samenleving gerekend worden en wie de buitenstaanders zouden zijn. De laatste twee soorten labels slaan meer op interne verschillen binnen de Nederlandse samenleving. Vertrouwd versus vreemd Emigrant of vakantieganger ervan bewust dat onze dagelijkse routine niet vanzelfsprekend is, dat er ook andere manieren zijn om het dagelijks leven te organiseren. Giddens legt de nadruk op de routine en rituelen die het dagelijks bestaan vertrouwd en leefbaar maken; Giddens ziet in de dagelijkse routine, in alle dingen die we gewoonlijk doen, het basiselement van het sociale bestaan. Het zich herhalende karakter van dit handelen is de basis van zelfvertrouwen en existentile zekerheid. Vertrouwen in anderen, aangeleerd in de vroege jeugd in de omgang met opvoeders, is wezenlijk voor het gevoel van eigenwaarde en de eigen identiteit zelfvertrouwen geen gegeven, maar moet in dagelijkse interactie steeds beschermd worden. Het handhaven van routines en rituelen helpt ons met de angst om te gaan, die in het menselijk bestaan altijd op de loer ligt. Menselijke identiteit ook geen gegeven moet aan gewerkt worden, we moeten ons persoonlijke biografische verhaal blijven vertellen komt aan op de vaardigheid het eigen verhaal aan de gang te houden, voortbordurend op het verleden, maar ook in staat om voorvallen in te passen in dit verhaal (identiteit is het autobiografische verhaal dat we anderen vertellen relatie met scannend communiceren: de noodzaak eigen en andermans gezicht te sparen in de dagelijkse interactie). Routine helpt ons om de dagelijkse zekerheid op te bouwen, die we nodig hebben om onszelf te kunnen zijn dit proces begrijpen? verplaatsen in de positie van de vreemdeling: omdat het dagelijks leven drijft op routine, zegt Schutz dat de vreemdeling degene is die roet in het eten gooit vreemdeling is degene die twijfels oproept over wat voor de leden van de gemeenschap vanzelfsprekend is; voor deze buitenstaander hebben de bestaande gedragsrecepten geen autoriteit, al was het maar dat hij/zij de geschiedenis van de groep niet deelt. Wil hij gaan deelnemen aan het sociale leven van zijn nieuwe omgeving, dan kan hij niet volstaan met de houding van een observator, een wetenschappelijke houding (het gaat niet om begrijpen en verklaren, maar om handelen). Het beeld dat de vreemdeling thuis over de nieuwe groep heeft geleerd, blijkt niet te kloppen was niet bedoeld om met deze groep te communiceren, maar om hen te plaatsen hierdoor ervaart vreemdeling pijnlijk dat deze kennis geen gids is voor de dagelijkse omgang, evenmin

Grenzeloos Communiceren

11

als de praktische kennis die hij thuis heeft geleerd kennis kan niet zomaar omgevormd worden redenen: Praktische kennis neemt de eigen persoon als uitgangs- en middelpunt (de buitenlander heeft geen referentiekader om zich aan te orinteren, geen idee over de eigen status) Het kost tijd om zich het lokale interpretatieschema eigen te maken (voor vreemdelingen is het niet mogelijk meteen te zien welke tactiek zij moeten toepassen in een bepaalde sociale situatie, ze moeten eerste de situatie nog definiren). Vreemdelingen kunnen nog niet in schatten in hoeverre de ander reageert op een typisch functionele manier die gangbaar is, of er een persoonlijke interpretatie aan geeft, Wat de ander doet, is dat een psychologische, persoonlijke of culturele eigenaardigheid? Het culturele patroon van de nieuwe groep is voor de vreemdeling niet een vertrouwde schuilplaats, maar een avontuur, niet een instrument om problemen op te lossen, maar een moeilijk op te lossen probleem verklaart volgens Schutz de houding van de vreemdeling ten aanzien van de groep tweeledig: 1. Objectieve blik op de nieuwe omgeving betekent dat zij veel beter de betrekkelijkheid van de voorgestelde oplossingen doorzien dan de groep dat kan. 2. Twijfelachtige solidariteit met de nieuwe groep; komt doordat zij in de overgang waarin zij verkeren onmogelijk de dagelijkse routine van de groep kunnen volgen. Autochtone groep wantrouwt de vreemdeling, want komt bedreigend over vertrouwde van de routine wordt bedreigd en de eigen zekerheid wordt aangetast (het vanzelfsprekende blijkt niet langer natuurlijk vreemdeling toont dat men dingen ook anders kan doen). Etnocentrisme = de neiging het eigene hoger te achten dan het vreemde; dit is de keerzijde van groepssolidariteit; Openheid ten aanzien van het vreemde moet geleerd worden en dit kan alleen maar als we de pijn en de irritatie die het vreemde en de vreemdeling op kunnen roepen, serieus nemen. Beschaafd versus primitief De sfeer van het praktische is algemeen menselijk. Ook het dagelijks bestaan in complexe samenlevingen kent zijn magische oplossingen, Het past niet om te praten over onlogisch denken in niet-complexe samenlevingen, zonder te beseffen dat het de normale menselijke praktijk is van ieder van ons ten behoeven van het eigen overleven. De sfeer van het dagelijks leven of het gezond verstand is niet iets van alleen de westerse maatschappij. Elders in de wereld bestaat dit gebeid van het gezond verstand ook. Alleen wat daar normaal gevonden wordt, is verschillend. Langzaam groeit het besef voor de eigen aard van andere samenlevingen. Postmoderne twijfel maakt het moeilijk de eigen maatschappij als maatstaf en ideaal te blijven zien. Invloedrijk is het beeld dat in stand wordt gehouden over ontwikkelingslanden door de grote publiekscampagnes. Internationale solidariteit heeft nog steeds geen vorm gevonden die uitgaat van gelijkwaardigheid. Echte ontwikkelingssamenwerking veronderstelt het aanvaarden van de ander als gelijkwaardige partij, die ons ook iets te vertellen heeft. Zwart versus wit In 2000 hebben Essed en Hall erop gewezen dat racisme tegenwoordig veeleer gebaseerd is op etniciteit, met de nadruk op culturele en religieuze verschillen. De verhouding zwart wit is niet onproblematisch of vanzelfsprekend. We zullen moeten nadenken over de mate waarin we erfgenamen zijn van verschillen de geschiedenissen en

Grenzeloos Communiceren

12

hoe we omgaan met het dilemma tussen te weinig en te veel aandacht voor verschil, tussen onwaarachtige kleurenblindheid en een overbewustzijn van kleur. Allochtonen versus autochtonen Naties = verbeelde gemeenschappen, het resultaat van een politiek project van natieopbouw. Moderne staten gebruiken fysiek, maar vooral symbolisch geweld om de nationale identiteit te vormen; het gaat hierbij om twee elkaar aanvullende processen (twee mechanisme van natievorming): 1. Insluiting = het vormen van de verbeelde gemeenschap Kymlicka (filosoof) zegt dat de aanwezigheid van verschillende culturen erkend moet worden als een waardevol onderdeel van een liberaal-democratische samenleving. Er is volgens hem geen volwaardig burgerschap mogelijk zonder de vrijheid te leven volgens eigen overtuiging. Burgerschap in zon multiculturele samenleving houdt in dat alle burgers het recht hebben op behoud van culturele identiteit. Het is niet eenvoudig om verschillen tussen mensen n hun fundamentele gelijkwaardigheid te combineren. In elke maatschappij is er veel dat mensen onderscheidt (verschillen in sekse, leeftijd, afkomst, etnie, gezondheid, huwelijkse staat, economisch en cultureel kapitaal). Wil de sociale samenhang in een maatschappij gehandhaafd blijven, dan moet ook minstens de ongelijkheid beperkt worden, zo niet symbolisch uitgebannen gemakkelijker wanneer staat en natie samenvallen gevoel van gelijkheid, behoren tot gemeenschappelijke oorsprong die zich uit in een gemeenschappelijke taal of andere zichtbare gedragingen, die samen een etnische identiteit vormen. Taalverschillen en andere culturele tegenstellingen tussen groepen kunnen het proces van natievorming zeer bemoeilijken. 2. Uitsluiting = het beperken van het recht om je Nederlander te mogen noemen waardoor dit recht aan vreemdelingen, asielzoekers en migranten onthouden kan worden. Twee opmerkelijke elementen te onderscheiden bij de vraag of Nederland tolerant is: 1. Beleid, gepland en uitgevoerd door de centrale overheid, in nauwe samenwerking met gespecialiseerde wetenschappers. Culturele minderheden mogen in Nederland leven volgens de eigen opvattingen over goed en kwaad, voorzover de grenzen van de Nederlandse rechtsorde en de daaraan ten grondslag liggende waarden en normen niet worden overschreden. Met een beroep op deze principes zijn minderheden geneigd ook respect te vragen voor eigen waarden en normen die afwijken. Zie ook bladzijde 83/84. 2. De praktijk van het samenleven, met name in de volkswijken, die gekenmerkt wordt door een culturalisering van de verschillen (het is gemeengoed geworden om ervan uit te gaan dat de verschillen tussen diverse bevolkingsgroepen onoverbrugbaar zijn, omdat ze terug zouden gaan op verschillen in nationale cultuur). Zie ook bladzijde 84/85.

Grenzeloos Communiceren

13

Christenen versus moslims De Islam is in Nederland zichtbaar geworden reden voor meerderheid om zich bedreigd te voelen is er sprake van gevaar voor de Nederlandse tradities? Verschillende argumenten te geven tegen deze (irrationele, en daarom niet altijd vatbaar voor argumenten) vrees: 1. Verschillen en verdeeldheid onder moslims in Nederland zijn uitermate groot (geloofstegenstelling (soennieten en alawieten) en verdeling volgens etnische scheidslijnen (Surinamers, Marokkanen, turken, Koerden en Pakistani)). 2. Islam wordt, meestal ten onrechte, gelijkgesteld met fundamentalisme; fundamentalisme bestaat ook weer uit verschillende vormen, waarvan er maar n gewelddadig is meeste Nederlandse moslims houden zich hier verre van; meeste moslims in Nederland volgen wel een letterlijke interpretatie van de koran en de sharia (overlevering). 3. Nederlandse grondwet erkent vrijheid van godsdienst en godsdienstbeleving, maar altijd binnen de grenzen van de Nederlandse wet. De discussie over tegenstellingen tussen christenen en moslims zou niet gevoerd moeten worden op het niveau van groepen, maar van individuen. Het grote risico van de groepsbenadering is dat de vrijheid van het individu opgeofferd wordt aan de bedachte en veronderstelde collectiviteit. Erkenning van culturele rechten betekent ieder individu de ruimte geven het eigen leven in te richten volgens het eigen geweten. Interne verschillen: leken versus experts Twee vragen staan vanaf nu nog centraal: Hoe worden categorien gemeengoed? Antwoord heeft te maken met het verschil tussen leken en experts; gaat daarbij om verschillen in cultureel kapitaal, die belangrijk zijn voor het bepalen van de sociale positie van mensen, voor hun zeggingskracht en recht van spreken. Kunnen sociale verschillen worden overbrugd en uiteindelijk verdwijnen? Deze vraag wordt besproken aan de hand van het verschil tussen mannen en vrouwen. Officieel zijn we voor de wet allemaal gelijk, maar steeds wordt ongelijkheid subtiel herbevestigd in de dagelijkse interactie. In dagelijks leven worden veel namen gegeven, veel categorien toegewezen. Bourdieu wijst erop dat een intellectueel of wetenschapper die tegenwoordig succes wil hebben en naam wil maken, bijna de consecratie van de media nodig heeft. De wetenschappelijke visie is niet per definitie beter dan dagelijkse kennis. Met Bourdieu kunnen we spreken van hirarchie in de culturele productie in deze culturele pikorde staat de economie hierin bovenaan; veel aan het veranderen in de sfeer van de culturele productie: traditionele intellectuelen verliezen status ten gunste van informatiewerkers die de kern vormen van de zogenaamde nieuwe middenklasse, werkzaam in de culturele industrie en dienstensector. Waarom en wanneer bepaalde themas geagendeerd (binnen de politiek) worden, blijkt het gevolg te zijn van een ingewikkeld samenspel van factoren, dat uiteindelijk wordt bepaald door de krachtenverhoudingen in en tussen de velden van symbolische productie.

Grenzeloos Communiceren

14

Afnemende verschillen: mannen versus vrouwen Genderbenaderingen en de internationale vrouwenbeweging hebben op een eigen manier de spanning duidelijk gemaakt tussen gelijkheid en verschillen in de samenleving gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen wordt nu erkend, althans in theorie, met gelijktijdige erkenning van hun verschillen. Veel geschreven over ontwikkelingen in de man-vrouwverhoudingen die tot een veranderde visie hebben geleid Giddens: nadruk op verandering in intimiteit, nieuwe vormen van liefde en seksualiteitsbeleving optimistische stelling van Giddens is dat de nieuwe relatievormen ongekende mogelijkheden bieden voor persoonlijke en maatschappelijke emancipatie; Giddens stelt tegenover het romantische liefdesideaal het beeld van een relatie voor altijd, de samenvloeiende liefde dit liefdesideaal is zelfbewust, voorwaardelijk, herzienbaar en draait om de relatie zelf ziet een van de partners geen voordeel meer in de relatie, dan houdt deze op; dergelijke relatie van gelijkheid is mogelijk geworden door de scheiding tussen seksualiteit en reproductie; dezelfde ontwikkeling heeft ook de overheersing door het fallische (het mannelijke lid) in de heteroseksuele relatie verminderd seksualiteit wordt plastisch, kan vele vormen aannemen relatie wordt vrij(er). Ook in persoonlijke levenssfeer, de intimiteit, zien we leven in meervoud liefdesrelaties, vriendschap en seksuele relaties liggen niet vast, maar moeten voortdurend vorm krijgen; ondanks optimisme van Giddens erkent hij de risicos van deze ontwikkelingen, zoals de onzekerheid over wat er tussen de seksen mogelijk is rolpatronen zijn onduidelijk geworden, vooral voor de man. Meervoudigheid van het zelf brengt dus risicos met zich mee, maar ook grote mogelijkheden voor persoonlijke emancipatie niet voor niets dat steeds meer het begrip identiteit de plaats inneemt van de term cultuur gemeenschappelijke identiteit dient steeds vaker als een banier (standaard) in de strijd van minderheidsgroepen die opkomen voor hun rechten gender en etniciteit zijn in deze niet de onbelangrijkste aspecten van identiteit Giddens stelt terecht dat de identiteit van ene persoon niet kan worden gevonden in zijn of haar gedrag, noch in de relaties met anderen, maar in de vaardigheid om een specifiek verhaal te blijven vertellen deze vaardigheid ligt niet op het puur intellectuele vlak; ons ik is in sterke mate lichamelijk betekent niet dat daardoor identiteit beperkt wordt, want ook ons lichaam is in toenemende mate plastisch (veranderbaar) cosmetica, plastische chirurgie, tatoeages, piercings, haarstijlen, etcetera. Kunnen we ontsnappen aan genderidentiteit? in sterke mate cultureel en historisch gevormd, ze is biologisch gefundeerd; volgens Judith Butler ben je geen man of vrouw, maar word je vrouw of man gemaakt door herhaling van gebaren en houdingen zijn zo vaak herhaald dat ze natuurlijk lijken (travestie, crossdressing, lesbische butch-femme-creaties) bewijzen volgens haar dat seksuele identiteiten niet vastliggen, oftewel in deze praktijk nemen vrouwen een mannelijke identiteit aan en andersom. Butlers benadering heeft aan hoezeer mannelijk en vrouwelijk gedrag gevarieerd is en tegelijk een performance. Het is belangrijk om te kijken naar het utopische karakter van genderidentiteiten zoals deze in de homo- en lesbische beweging beleefd worden politieke voorhoede van deze beweging verzet zich tegen het aanvaarden van de dominante vorm van seksualiteitsbeleving: de principes van mannelijke activiteit (het penetreren) en vrouwelijke passiviteit (het gepenetreerd worden); homos kunnen als paar in traditionele rolverdelingen terugvallen, waarbij dominantie een rol speelt komt ook voor dat zij alternatieve relatievormen gestalte geven bewijzen zij mee dat seksuele relaties niet gebaseerd hoeven te zijn op machtsongelijkheid, zoals in de traditionele heterorelatie. Hoe beperkt dit verschijnsel misschien ook is in getalsmatig opzicht, het gaat om de symbolische breuk met het gangbare model; de principes die stigmatiserende en

Grenzeloos Communiceren

15

gestigmatiseerde groepen produceren, worden overwonnen bestaande rolverdelingen worden verworpen toont dat verschillen en gelijkheid kunnen samengaan. Kan bovenstaande idee gegeneraliseerd worden? Kunnen verschillen tussen mensen uitgangspunt zijn van het zelfbeeld zonder het universele mens-zijn uit te sluiten of geweld aan te doen? Argentijnse denker Laclau zegt dat verschillen nooit helemaal uitgebannen kunnen worden geen kwestie van onderhandelen, want onderhandelen kan geen basis vormen voor een gemeenschap paradox tussen universele gelijkheidsprincipe en het particuliere van het verschil kan nooit opgelost worden voor Laclau is deze paradox de grondslag van de democratie, omdat het universele nooit een definitieve inhoud heeft; groepen die onderling verschillen strijden erom hun karakteristieken, zij het tijdelijk, tot uitdrukking van het universele te maken deze voortdurende strijd vormt de kern van democratische handelen. In Nederland leven we niet in een multiculturele, maar in een veelvormige maatschappij, bepaald door de expertisevelden etnie, klasse, seksuele voorkeur en gender; vele sociale verschillen bepaalde de context van interpersoonlijke communicatie en interactie verschillen moeten erkend worden, zelfsas al zijn ze pijnlijk, maar hoeven met de nodige inspanning op microniveau niet tot (grotere) ongelijkheid te leiden veronderstelt kennis van en gevoeligheid voor de geschiedenis van de verschillende groepen in Nederland communicatieproces immers bepaald door het zelfbeeld en het waargenomen beeld van de gespreksdeelnemers ongelijkheid kan vergroot of verkleind worden (beelden, percepties en categorien zijn gemaakt en zijn dus ook veranderbaar). Voor effectiviteit van het communiceren is het goed ons te realiseren dat de beschreven verschillen vaak samenhangen en een onderlinge wisselwerking hebben; volgens Bornewasser zijn mensen die laag op de sociale ladder staan, eerder geneigd zich bedreigd te voelen door vreemdelingen dan leden van de midden- en hogere klassen. Het is belangrijk ons ervan bewust te zijn wat de invloed is van benamingen als buitenlander, asielzoeker, allochtoon of onderontwikkeld, als we die in onze gesprekken gebruiken gaat daarbij vooral om de sociale en historische achtergronden van die namen, die dan mede als gesprekscontext gaan fungeren (we plaatsen en worden gesplaatst) wil de communicatie kunnen slagen, dan moeten de posities van de gesprekspartners inclusief hun historische achtergrond in het gesprek worden meegenomen, althans respect en gevoeligheid daarvoor (hier is de plaats voor het face work zie hoofdstuk 2 enerzijds betekent dat tact (respect voor met name die eigenschappen waarin de gesprekspartner van ons verschilt) en anderzijds een zelfpresentatie die voorkomt dat de ander zich door ons bedreigd voelt in het eigen zelfbeeld) vereist balanceren tussen niet te veel benadrukken dat we verschillen en tegelijk de verschillen niet te veel benadrukken dat we verschillen en tegelijk de verschillen erkennen en respecteren). Hoofdstuk 4: Communiceren door te consumeren Onze wereld wordt steeds kleiner wat is er aan de hand? twee gelijktijdige en tegenstrijdige trends waar te nemen: 1. Globalisering: verkleining van de wereld; thuis beleven we een mondiale werkelijkheid via de media. 2. Lokalisering: grotere aandacht voor de eigen plek mensen proberen zich ergens thuis te voelen en de veranderingen vanuit een plaatselijk perspectief te zien en te meten (belang van eigen regionale taal, eetgewoonten en kleding wordt benadrukt.

Grenzeloos Communiceren

16

Beide tendensen samengevat als glokalisering de hiermee aangeduide veranderingen zijn ingrijpend en hebben dan ook een stortvloed van publicaties veroorzaakt lezing van de literatuur roept twee type vragen op t.a.v. het intercultureel communiceren: 1. Zijn de verschillen tussen mensen niet aan het verdwijnen? Gaan we niet toe naar een wereldomvattende cultuur, gebaseerd op gelijkvormige smaakpatronen, die interculturele communicatie als probleem uit de wereld helpt? Hebben mensen nu niet veel meer gemeenschappelijk dan dat zij verschillen? 2. In hoeverre is de face to face-communicatie, het vertrekpunt van dit boek en behandeld in hoofdstuk twee, nog karakteristiek voor onze manier van communiceren? Maakt de technologie, de televisie maar zeker ook internet, de communicatie gebaseerd op co-presence (nabijheid) niet achterhaald, of op zn minst a-typisch? Deze vragen hangen samen en moeten ook in samenhang worden beantwoord. Hierbij zijn de begrippen consumptiemaatschappij en informatie- of kennismaatschappij veel gebezigde karakteriseringen beide zijn benamingen voor wereldomvattende processen. Globalisering en cultuur Jameson (n van grondleggers van begrip globalisering) onderscheidt vier posities in het debat over globalisering: 1. Het ontkennen van het bestaan van zoiets als globalisering. 2. Globalisering is er altijd al geweest. 3. De wereldmarkt is de uiteindelijke horizon van het kapitalisme en er vindt schaalvergroting plaats. 4. Het kapitalisme is in een nieuwe, postmoderne fase gekomen, waar globalisering een wezenlijk onderdeel van uitmaakt. Discussie rond het begrip is nog lang niet afgerond. Duidelijk is wel dat onder de meeste sociale wetenschappers consensus bestaat dat globalisering niet alleen vele dimensies kent (economisch, politiek, sociaal en cultureel), maar ook een verkleining van de wereld inhoudt: globalisering als een proces van het terugdringen van geografische grenzen en het besef dat dit gebeurt. Kern van de globalisering is de complexe verbondenheid, het zich snel intensiverende netwerk van verbindingen en afhankelijkheden dat het moderne leven eigen is. Wat is het effect van de grotere verbondenheid voor de cultuur? Kunnen we spreken van het ontstaan van een globale cultuur, in de zin van n enkele wereldomvattende cultuur die in de plaats komt van de verschillende culturele systemen die tot nu toe gebloeid hebben? bestaan zeer verschillende ideen over: George Ritzer (1993): heeft het idee van McDonaldisering populair gemaakt Ritzer ziet het wereldomvattende fast food-bedrijf als metafoor voor de ontwikkelingen in de hedendaagse wereld het idee is (in navolging van Max Weber) dat op wereldschaal een proces van rationalisering plaatsvindt dat alle aspecten van het menselijk bestaan raakt, van geboorte tot dood (onder andere zichtbaar in de industrie rond bevalling en begrafenis); vijf basisdimensies van dit proces zijn: de zorg om efficiency, berekenbaarheid (caculability), voorspelbaarheid, controle en het irrationele van de rationaliteit; Ritzer uit echter zelfkritiek en erkent dat zijn benadering de complexiteit van de wereldeconomie tekortdoet. Inglehart (1997): ziet sociale veranderingen als een rechtlijnig en onomkeerbaar proces dat culturen omvormt; maatschappijen gaan door verschillende fasen heen, van

Grenzeloos Communiceren

17

traditionele maatschappij (bijv Nigeria en India), via een moderne rationele (het vroegere Oostblok) naar een postmoderne samenleving (bijv Scandinavische landen en Nederland); volgens Inglehart bestaat er een nauwe samenhang tussen waardesystemen (bijvoorbeeld hoe men tegen homoseksualiteit aankijkt of religie beleeft) en de mate waarin de gemeenschap erin slaagt fundamentele behoeften te bevredigen. Inglehart geeft veel data over waardebelevingen in verschillende maatschappijen, maar het zwakke punt is dat naties vergeleken worden als veronderstelde eenheden van eenzelfde cultuur. Tomlinson (1999, 1992): verwerpt de these van het cultureel imperialisme (politiek van streven naar machts- en gebiedsuitbreiding, naar de wereldmacht), onder andere omdat het consumeren van goederen vele meer inhoudt dan deze passief te gebruiken. Hij onderkent de toenemende invloed van het kapitalisme, dat steeds meer cultuurgoederen tot handelswaar maakt. Uiteindelijk concludeert hij met Anthony Smith (1990) dat er geen wereldcultuur bestaat, omdat de nationale culturen identificatie met zon gemeenschappelijk waarde- en denksysteem (nog) niet mogelijk maken. De Swaan (1995): ziet lokale heterogenisering naast globale homogenisering volgens hem neemt op een groeiend aantal plaatsen de variteit van het aanbod van cultuurproducten toe, maar komt tegelijk dit gevarieerde aanbod van producten van plaats tot plaats steeds meer overeen. Consumeren is de hedendaagse vorm om het eigen ik te presenteren, waarbij verschillen en overeenkomsten in kleding, wonen en lichaamsverzorging een belangrijke rol spelen belang van leefstijlen in marketing en media suggereert dat sociale klassen en sociale afstand verdwijnen dit is wensdenken en geen werkelijkheid onderscheid gemaakt tussen de consumptiemaatschappij met een daarbij behorende economie, en een consumptiepatroon dat eigen is aan zon maatschappij; wereldwijd groeit er een gelijksoortig consumptiepatroon leidt niet noodzakelijkerwijs tot eenvormigheid consumptiemaatschappij benadrukt juist het verschil. Cultuur en consumptie De term consumptiemaatschappij duidt op diepgaande veranderingen, niet alleen in het culturele leven maar ook in het productieproces de productie van kennis kan nu direct sociale productie worden, zonder eerst door arbeidskracht bemiddeld te zijn er zijn nu kennisdisciplines waarvan de output onmiddellijk productief is (computerwetenschap en programmering, informatiewetenschap); het aanmaken van data en kennissystemen is onmiddellijk productief, omdat het de bestaande maatschappelijke kennis reproduceert gevolg: kennis minstens zo belangrijk als vroeger grondstoffen en arbeid; kennisdragers kunnen niet zo makkelijk vervangen worden als de arbeiders vroeger (ook al wordt er veel kennis gemechaniseerd, het blijft tot op zekere hoogte persoonlijke kennis) gevolg: centrale rol voor experts, adviseurs en consultants. Vooral symbolische betekenis van goederen belangrijk design speelt centrale rol in productie en verspreiding geproduceerde goederen radicaal van betekenis veranderd: dienen niet in eerste plaats behoeftebevrediging, maar communiceren betekenis de verschillen in consumptiegewoonten markeren de identiteit van de gebruiker consumeren daarom beleefd als actief proces. Culturele consumptie wordt gezien als het middel waaruit we onze identiteit construeren (we worden wat we consumeren).

Grenzeloos Communiceren

18

Veel gebruikte manier om jezelf te presenteren is mode kleding een middel om aan jezelf te werken en het eigen ik vorm te geven (zie ook bladzijde 101 over de rol van mannen). In de interetnische relaties in veel West-Europese landen zijn de sluier en de islamitische mode een andere manier om identiteit te markeren de draagster wil moslima zijn, wil zich onderscheiden, maar tegelijk ook behoren tot een groep. Consumptieverschillen worden gebruikt om de individuele identiteit te visualiseren en te verduidelijken, maar tegelijk is dit meestal een groepsidentiteit. Consumptiegoederen vormen in het dagelijks leven cordinaten waarop duidelijk iemands positie in kaart gebracht kan worden. Sociale verschillen steeds vaker uitgedrukt in leefstijlen die eigen zijn aan marktsegmenten of doelgroepen. Ogenschijnlijk is de consumptiemaatschappij steeds democratische geworden (iedereen kan in een auto rijden, spijkerbroeken zijn in alle lagen van de bevolking te vinden), maar tegelijk zijn de mogelijkheden om je te onderscheiden alleen maar toegenomen (automerken, etc). Verschillen in leefstijl duiden op klassenverschillen. Klassen bestaan nog steeds, maar zij zijn nooit alleen maar economisch gefundeerd, ze hangen ook samen met verschillen in sociaal en cultureel kapitaal. De grote variatie in levensstijlen heeft ook gevolgen voor de identiteit van de consument er zijn niet alleen verschillen tussen de beroepsgroepen en tussen individuen, maar vooral ook binnen individuen sprake van een pluraliteit (veelheid, meervoudigheid) van identiteiten (verschillende gedaanten aannemen met kleding en voorkomen verandert ook eigen ik). Flexiestijl = voor het presenteren van de eigen identiteit is de non-verbale communicatie steeds belangrijker je bent niet wat je zegt, maar wat je consumeert dit is de oorzaak van de meervormigheid van identiteiten, maar aan de wortel van deze meervoudigheid van het zelf ligt wel degelijk iets gemeenschappelijks: een nieuw idee over persoon zijn. Onze maatschappij kent een nieuwe middenklasse die afwijkt van de traditionele segmenten van de middenklasse, als gevolg van veranderingen in het productieproces zoals de opkomst van de kennisindustrie; de nieuwe middenklasse is voornamelijk werkzaam in de productie en verspreiding van symbolische goederen (vooral culturele bemiddelaars: actief in de publiciteit, in de massamedia, bij public relations, reclame) of helpers voor een beter en gezonder leven (therapeuten, relatieraadgevers, huwelijksbemiddelaars, managementadviseurs); haar devies is zelfrealisering (de ethiek van het plezier aanhangers werken met passie aan het reflectieve zelfproject zij zijn uitermate geschikt om te werken aan de symbolische organisatie van de consumptie). De nieuwe middenklasse is niet langer ascetisch (sober levend) ingesteld wil niet zeggen dat men de zelfcontrole achter zich heeft gelaten denk aan hoe men met de tijd omgaat (zie bladzijde 107/108). Massaal geproduceerde goederen zijn zeker niet gelijkelijk toegankelijk voor iedereen. Bovendien is de toegankelijkheid zeer gedifferentieerd. Participatie van de armen in de ontwikkelingslanden in de consumptiemaatschappij is zeer beperkt. Het is economisch onbetekenend, maar zo wordt het niet beleefd door de armen en de bewoners van derde-wereldlanden.

Grenzeloos Communiceren

19

De globalisering van het ideaal van consumeren is niet hetzelfde als de uniformering tot n en dezelfde smaak. Prekapitalistisch gedrag (nog niet aangetast door het primaat van het eigenbelang), zie voorbeelden bladzijde 113 en 114. Giften uitwisselen blijft ook in onze commercile maatschappij een welsprekende vorm van communiceren. Negatieve aspecten zijn zeker niet moeilijk te ontdekken aan de consumptiemaatschappij: In haar huidige kapitalistische vorm is er een sterke neiging alle menselijke activiteiten, inclusief kunst en cultuur, tot koopwaar te maken. Goederen, diensten en ervaringen worden tot goederen die verkocht kunnen worden aan de consument. Alles wordt gezien vanuit een economisch oogpunt en vertaald in winstmogelijkheid. Marktdenken is ver doorgedrongen en dominant. De belasting van het milieu: de ecologische grenzen van de aarde veroorzaken dat de levensstandaard van de armen in deze wereld niet verhoogd kan worden zonder dat de bevoorrechte wereldelites een stap terug doen. We doen consumenten onrecht aan, wanneer we consumeren alleen maar als vervreemdend zouden beschouwen. Thompson meent dat we naast de directe face to face-communicatie twee bemiddelde vormen van communiceren moeten onderscheiden: 1. De bemiddelde interactie (zoals communiceren via de telefoon waarbij er een daloog mogelijk is. 2. De bemiddelde quasi-interactie (zoals die in de massamedia plaatsvindt geen dialoog mogelijk en het gaat ook niet om communiceren met specifieke personen); kijkers worden ongevraagd geconfronteerd met beelden van rampen en ellende, waar zij zich machteloos tegenover voelen vergroot gevoel dat deze problemen buiten ons liggen; niet alles wat mensen ervaren is even belangrijk voor hen de prioriteit van het selecteren en verwerken van de ervaringen wordt eerder gegeven aan de directe ervaringen dan aan de bemiddelde (wat je zelf meemaakt, is eerder gespreksstof dan het tv-nieuws); hierbij komt nog ander aspect: de culturele bagage van de kijker (zoals gender en sociale klasse). Mediagebruikers zijn niet passief zij interpreteren en decoderen de programmas op hun eigen manier, vaak afwijkend van de bedoelingen van de makers. Belang van nieuwe elektronische media voor cultuur en communicatie volgens Castells: 1. De ontwikkeling van deze media wordt gekenmerkt door differentiatie en als gevolg daarvan segmentering van de gebruikers. 2. Er is sprake van twee groepen gebruikers: enerzijds de consumenten van de massamedia en anderzijds de interactieve netwerken van zelfgekozen gemeenschappen (niet alleen koopkracht en woonplaats zijn van invloed op de toegang tot de media, maar het zijn vooraal de culturele verschillen die bepalen of de gebruikers actief de mogelijkheden van deze media kunnen benutten). 3. Het communiceren van alle boodschappen in hetzelfde systeem, hoe interactief ook, leidt tot integratie van alle informatie in een gemeenschappelijk kenniskader. 4. De multimedia intergeren in hun domein alle culturele vormen, hoe verscheiden ook.

Grenzeloos Communiceren

20

Dit alles leidt tot een cultuur van rele virtualiteit het is een systeem waarin de werkelijkheid (het materile en symbolische bestaan) helemaal gevangen is, volledig ondergedompeld in een omgeving van virtuele beelden, in een schijnwereld waarin verschijnselen niet op het scherm zijn om een ervaring te communiceren, maar om zelf de ervaring te worden. Volgens Castells zal dit systeem dominant en exclusief worden; alleen als een idee of overtuiging binnen dit systeem aanvaard is, wordt het verspreid; boodschappen buiten het systeem worden ertoe veroordeeld om individuele fantasie te blijven, of te blijven steken in de steeds meer gemarginaliseerde face tot face-subculturen. Symbolische macht van traditionele boodschappers (kerken, politieke partijen, autoriteiten) wordt verzwakt tellen alleen mee als zij de taal van het nieuwe systeem gaan spreken. Zie United Colors, bladzijde 122/123. Hoofdstuk 5: De wereld als context van ons communiceren Deterritoralisation (ontplaatsing, ontheemding) = de band tussen ons ervaren van de wereld en de situatie waarin we dat doen, is op alle niveaus anders geworden. Niet-plaatsen (Marc Aug) = ruimten en plaatsen die geschiedenis missen en waar mensen geen band mee hebben. Zij zien er overal ter wereld bijna hetzelfde uit (vliegvelden, supermarkten, snelwegen, benzinestations en hogesnelheidstreinen). Sinds de jaren vijftig is de toeristenindustrie een van de grootste en snelst groeiende transnationale industrien geworden. Toerisme = het zoeken naar andere vormen van bestaan dan het bestaan van alledag; toeristen leven in een ongewone staat van zijn. Reizen naar onbekende omgeving is breuk met werkelijkheid van alledag betekent dit ook een breuk met de vanzelfsprekendheid van onze dagelijkse gewoonten, waarden en normen? Kan de toerist van deze ervaring leren dat er andere bestaanswijzen en gedragsvromen mogelijk zijn, die minstens gelijkwaardig zijn? natuurlijk allerlei soorten toeristen enerzijds liefhebbers van ontspanning, anderzijds degenen die op zoek zijn naar nieuwe ervaringen (culturele toerisme). De postmoderne toerist weet dat het toerist-zijn maar een rol is die je speelt met veel vaste teksten, en niet direct een authentieke ervaring deze nieuwe toerist roept ook nieuw soort toerisme op: toerisme dat weet van het nu en dat niet langer op zoek is naar het verleden als het zogenaamde authentieke, waardoor immers alleen maar afstand wordt geschapen tussen de toerist en de lokale bevolking terug bij het uitgangspunt (hoofdstuk 2): Alleen als er machtsgelijkheid bestaat tussen de beide gesprekspartners, kan er sprake zijn van echte dialoog en uitwisseling (zie voorbeelden op bladzijde 128). Toerisme kan ons confronteren met leefwijzen die anders zijn dan thuis, maar dit is een mogelijkheid en geen garantie voor een doorbreking van onze alledaagse vanzelfsprekendheden; wil deze doorbraak gegarandeerd worden, dan zal de valkuil van het exotisme vermeden moeten worden. Transnationalisatie; termen zoals transnationale sociale ruimten, transnationale sociale velden of transnationalisme betekenen langdurige banden van personen, netwerken of gemeenschappen. Faist: het begrip transnationalisatie is te onderscheiden van globalisering;

Grenzeloos Communiceren

21

dit laatste proces is te vinden op het niveau boven en beneden de nationale staten. De transnationale processen zijn gesitueerd tussen twee of meer nationale staten. Deze nieuwe vorm van migratie heeft nogal wat gevolgen voor identificatie in relatie tot de cultuur van migranten. Huidige migranten komen niet op voor hun rechten door zich te baseren op nationale burgerrechten, maar door zicht te beroepen op rechten op transnationaal niveau (zie voorbeelden bladzijde 1131/132). Als mensen steeds naar hun oorsprong worden terugverwezen, werkt dit stigmatiserend. Als verdediging zullen zij dan hun oorspronkelijker identiteit sterker gaan benadrukken (zie voorbeelden bladzijde 132). Diaspora = het tussen andere volken leven. Culturen steeds meer met elkaar verweven en vermengd door toerisme; pure authentieke culturen hebben nooit bestaan, omdat culturen elkaar altijd hebben benvloed gebeurt tegenwoordig sneller, intensiever en op grotere schaal (hybridization (Canclini): kruising of mengcultuur); mengcultuur impliceert een oorspronkelijk pure, ongemengde en authentieke situatie. Transcultureel bruikbaar, omdat enerzijds culturen innerlijk zeer verdeeld zijn en anderzijds steeds meer verbonden en vermengd met andere culturen voor elke cultuur zijn alle andere culturen potentile leveranciers van inhoud geworden gevolg: niets is meer absoluut vreemd, alles is binnen ons bereik en daarom is er ook niets exclusief eigen; dit geldt ook op microniveau: het werken aan de eigen identiteit is steeds meer een kwestie van het integreren van elementen afkomstig uit verschillende culturen gaat hierbij niet alleen om professionele inspiratie, maar ook om de priv-sfeer (zie voorbeelden bladzijde 135/136); de afstand tussen mensen en hun gebruiken verkleinen voortdurend. Steeds vindt er uitwisseling plaats, zodat vreemd en authentiek als begrippen hun zin verliezen we erkennen en ervaren dat onze dagelijkse wereld kleiner wordt en dat er een voortdurende uitwisseling plaatsvindt van cultuurelementen. Kosmopolieten staan tegenover lokalen (mensen die zich vooral richten op hun eigen leefomgeving). Daarentegen is kosmopolitisme als cultureel perspectief de bereidheid de ander te ontmoeten en openheid te betrachten voor afwijkende culturele ervaringen. De laatste jaren is er meer aandacht gekomen voor het belang van het plaatselijke, met name voor de identiteit. Plaatsen zijn doordringen van betekenis, waarover ook voortdurend strijd en discussie is mensen geven plaatsen betekenis, maar hetzelfde geldt ook omgekeerd; een plaats kan bijdragen aan de identiteit van mensen (zij is een echte Brabantse!!). Een andere ontwikkeling die gevolgen heeft voor plaatsen is de media maken dat het beeld van de plaats steeds belangrijker is geworden (het lijkt erop dat de betekenis van de plaats zo gevangen is om het mediabeeld, dat de plaats zelf er minder toe doet. Abram de Swaan (1995): heeft geprobeerd te beschrijven hoe in de geschiedenis solidariteit met anderen steeds bredere groepen is gaan omvatten definieert daarbij identificatie met anderen als een emotioneel proces, waarbij mensen het gevoel krijgen dat sommige mensen zeer op hen lijken en anderen verschillend zijn uitsluiting van anderen kan niet langer in het geval van kosmopolitisme (behelst immers identificatie met de mensheid).

Grenzeloos Communiceren

22

Alternatieve definitie van kosmopolitisme (Tomlinson); omschreven als een ideaal, als ethisch glokalisme staat niet tegenover aandacht voor het plaatselijke, maar combineert beide perspectieven (het lokale en het globale) definitie: Kosmopolieten kunnen de eigen culturele orintaties onderkennen, op waarde schatten en hierover onderhandelen als gelijken met andere autonome lokalen. Maar zij kunnen ook verder denken dan het plaatselijke, de gevolgen van hun handelen op lange termijn en afstand overzien, gemeenschappelijke globale belangen erkennen; ze zijn in staat om een intelligente dialoog aan te gaan met anderen die vanuit andere vooronderstellingen denken, en zij weten hoe deze globale belangen te promoten. De kosmopolieten moeten een brede blik hebben die de wereld als eenheid omvat; maar tegelijk moeten ze gevoelig zijn voor het feit dat er in de wereld heel verschillend wordt gedacht en geleefd deze houding zou ons moeten motiveren tot een voortgaande dialoog, zowel met onszelf als met de cultureel anderen. In boek steeds de relatie tussen positie en dispositie benadrukt. Wie zijn de dragers van deze globale mentaliteit? Het globaliseringsproces creert een groeiend aantal globale beroepen, die zich afspelen in wereldomvattende velden (voetballers, managers, diplomaten, ontwikkelingswerkers, juristen, wetenschappers); groepen die dezelfde taal spreken en verstaan. Is de kosmopolitische mentaliteit te vinden onder deze nieuwe internationale elite? Leslie Sklair (1998): noemt de elite die het voor het zeggen heeft in het globale systeem transnationale kapitalistische klasse onderscheiden in vier fracties: 1. De leidinggevende figuren van de grote transnationale ondernemingen: de managers en leden van de raad van bestuur; de grensoverschrijdende fusies en investeringen vergroten de omvang van deze fractie. 2. Bureaucraten die op globaal niveau werken; zij zijn de neoliberale aanhangers van eht marktdenken. 3. Globaliserende politici (de atlantici), beroepsgroepen zoals bedrijfsadvocaten en consultants, en wetenschappers via de internationaal opererende verenigingen. Allerlei velden internationaliseren zich, zoals de diplomatie, de medische wetenschap en het management. Spelregels worden mondiaal en zijn niet langer nationaal gebonden. Experts spreken internationaal dezelfde taal. 4. De consumptie- of media-elite: de mediamagnaten, die politieke invloed kunnen uitoefenen doordat zij radio- en tv-ketens bezitten en belangen hebben in de reclameindustrie; met name deze fractie heeft ertoe bijgedragen dat het consumeren als ideaal en als vrijetijdsbesteding de meest succesvolle ideologie aller tijden is geworden. Deze internationale klasse heeft enkele eigenschappen gemeenschappelijk: 1. De leden van deze klasse zijn vanwege hun economische belangen vooral genteresseerd in de wereldeconomie, ondanks hun oorspronkelijke nationale orintatie. 2. Ze proberen op allerlei manieren controle uit te oefenen: economische op de werkvloer, politiek op nationaal en internationaal niveau, en in de sfeer van het dagelijks leven door ideologisch-culturele benvloeding. 3. Ze hebben gelijksoortige visies op de meeste onderwerpen; zij vertegenwoordigen dezelfde lifestyle, gekenmerkt door hoger onderwijs en de consumptie van luxegoederen en -diensten. 4. Ze presenteren zichzelf als wereldburgers.

Grenzeloos Communiceren

23

Velen twijfelen aan de goede wil van de wereldelite tegenkrachten op transnationale schaal actief (zie voorbeelden bladzijde 139/140) Naast traditionele symbolische velden ontstaan er ook nieuwe velden rond de industrile culturele productie hun invloed op het dagelijks leven wordt steeds groter (denk aan invloed van films, video, popmuziek, fotografie, toerisme); de penetratie van de culturele industrie gaat veel verder dan de traditionele symbolische velden; radio, tv, popmuziek en toerisme creren nieuwe globaal-lokale velden die wereldomspannend zijn. Wereldvelden van culturele productie en lokale velden gaan verbindingen aan (voetbal wordt lokaal gespeeld, maar is tegelijk een wereldsport geworden met wereldkampioenschappen) ontwikkeling heeft gevolgen voor identiteit en communicatie (hetgeen mensen gemeenschappelijk hebben, wordt minstens even belangrijk als de verschillen tussen hen Mensen participeren in netwerken, gemeenschappen, velden waarin een vermenging plaatsvindt van lokale gebruiken en soms wereldwijde culturele vormen = transcultureel. Voetbal als transcultureel veld: zie bladzijde 142 t/m 145. Hoofdstuk 6: Communiceren in transculturele velden Cultuur kan niet langer alleen vanuit een nationaal perspectief worden bekeken in toenemende mate sprake van wereldwijde culturele uitwisseling; cultuurgoederen worden steeds meer in transculturele velden geproduceerd, verspreid en geconsumeerd. Transculturele velden: begrip sluit aan bij de tegenstelling tussen velden en de sfeer van het dagelijks leven; velden zijn min of meer autonome structuren van symbolische productie, met eigen regels en eigen inzet van een specifiek kapitaal, waar men afstand heeft genomen van het dagelijks bestaan (voorbeelden: sport, kunst, literatuur, politiek, recht, religie of journalistiek); de regels en inzet zijn specifiek voor elk veld, maar er zijn overeenkomsten in de structuur van alle velden algemene structuur bepaald door: enerzijds de strijd om de macht tussen gevestigden en nieuwkomers, en anderzijds de tegenstelling tussen experts (insiders) en leken (outsiders). Niet alleen neemt de specialisatie toe door het ontstaan van steeds meer velden; ook krijgen vele velden in toenemende mate een internationaal karakter, waarbij lokale en globale culturele tradities worden vermengd en er nieuwe culturele producten ontstaan. Het begrip veld is een beeld en niet een geografische eenheid die nauwkeurig afgebakend kan worden; wat een zelfstandig veld genoemd kan worden, hangt vooral van de inzet van de deelnemers af die zon bestaan legitimeren; tegelijk echter is het bestaan van een veld verre van subjectief er is sprake van organisaties en acteurs die culturele producten produceren, verspreiden en consumeren gegevens zijn wel degelijk qua omvang van de wereldwijde verspreiding te kwantificeren. Via de verschillende cases kan aangetoond worden dat bij problemen in de communicatie niet alleen nationale waarden een rol spelen, maar ook en soms veel meer de specifieke houding die elk veld vereist.

Grenzeloos Communiceren

24

Rooms-katholieke kerk (bladzijde 147 t/m 150) Voortdurend botsing tussen centrum en periferie, omdat er te weinig ruimte is voor lokale aanpassingen van het cultureel product. Sterk hirarchisch en centralistisch georganiseerd veld, waarin de Romeinse curie (zeg het regeringscentrum) een centrale rol speelt. Conclusie Het Rooms-katholieke geloof is nog steeds een monopolie van de kerkelijke hirarchie en is een streng-gecentraliseerd transnationaal veld. Ook in dit veld gaat veel geld om, maar het is nadrukkelijk niet commercieel. Het kapitaal bestaat uit macht over de heilsmiddelen, die is voorbehouden aan de bisschoppen en priesters, op voorwaarde van hun totale toewijding, inclusief celibaat. Rockmuziek (bladzijde 151 t/m 157) Naam wereldmuziek is bedacht door de muziekindustrie als restcategorie om zeer verschillende muzieksoorten te classificeren en vervolgens te kunnen promoten. Uitgangspunt van Regev (1997): rockmuziek moet niet gezien worden als een vorm van cultureel imperialisme (streven naar machts- en gebiedsuitbreiding, naar de wereldmacht) van de VS, maar voor steeds meer musici en liefhebbers in verschillende landen is rockmuziek een belangrijk middel om de eigen lokale identiteit te onderstrepen; op vele plaatsen in de wereld kunnen lokale varianten gevonden worden van dit internationale rockidioom (idioom = eigen karakter, taaleigen); Rock kent internationaal vele varianten, subvelden en posities. Dit wereldomspannende muzikale veld mengt zich volgens Regev met andere muzikale tradities, lokaal of nationaal. Deze kruising kan op verschillende manieren tot stand komen en levert nieuwe en oorspronkelijke mengsoorten van muziek op gaat hier om iets anders dan de vernieuwingen en ingewikkelde kruisingen die de Engels-Amerikaanse rockmuziek toch al kenmerken het gaat ons nu om mengvormen tussen dit idioom en lokale muzikale tradities buiten deze regio. De manier waarop musici rockmuziek maken en waarop het publiek ervan geniet, is verre van homogeen betekenis is voor hen hetzelfde: rockmuziek wordt gebruikt om een nieuw modern, hedendaags, jong, vaak kritisch en tegendraads gevoel van plaatselijke identiteit af te bakenen van oudere traditionele vormen van deze identiteit. Muziek en identiteit Muziek: Is van belang voor het markeren van verschillen tussen jeugdculturen. 1. Geeft ons een manier om in de wereld te zijn, een manier om dat bestaan zin te geven; juist omdat muziek zo emotioneel is, absorberen we liederen in ons leven en ritme in ons lichaam. Construeert ons gevoel van identiteit door de ervaringen die het ons mogelijk maken onszelf te situeren in beeldrijke culturele verhalen (Frith); het gaat dan om alternatieve vormen van interactie en bestaan. Voor alle muziek geldt dat ze een grote rol speelt in het gevoelsleven en wordt gebruikt als een actieve strategie om met de ervaringen van het dagelijks leven om te gaan en ze draagbaar te maken.

Grenzeloos Communiceren

25

Regev onderscheidt drie basisvormen over hoe volgens hem de integratie van lokale tradities binnen het mondiale veld van de popmuziek plaatsvindt: 1. De pure overname van Anglo-Amerikaanse rock als symbool van de modernisering van de eigen lokale cultuur. 2. De navolging, die kan variren van het op lokaal niveau produceren van AngloAmerikaanse rock tot het creren van een lokale variant hiervan, vaak in de eigen taal, als verzet tegen het establishment (gevestigde orde); het kan gaan om mengvormen, waarbij rockelementen op een selectieve manier worden aangepast en vermengd met traditionele plaatselijke stijlen. 3. De invloed van lokale muziek op het globale veld, maar hoe vaak en hoeveel? geeft Regev geen antwoord op (is zijn artikel niet voor bedoeld). Muzieksector grotendeels in handen van Angelsaksische (Engels-sprekend, oud Engels) conglomeraten (samenklontering, -pakking, -hoping; concentratieproces) bemoeilijkt ontstaan van nieuwe en regionale soorten muziek. Homosubcultuur (bladzijde 157 t/m 162) Een veld wat vaak nog half clandestien (heimelijk, volgens de wet verboden) is of soms nog helemaal ondergronds is, maar wel aanwezig in de meeste landen. Antropologisch onderzoek van Richard Parker (1999), zie bladzijde 157/158/159. Enige opmerkingen over homoseksualiteit in Nederland: De trend in het denken en de praktijk is nu om de term queer te gebruiken als manier om een veelheid aan seksuele belevingen te benomen en de verschillen tussen homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen op te heffen. Opvallend is dat in ons land de homos eerder georganiseerd worden via het verlanden dan de belangen. De officile aanvaarding van homoseksualiteit door de wetgever in ons land wil niet zeggen dat iedereen zo denkt. Binnen de Turkse gemeenschap betekent homoseksualiteit passief zijn (Je bent geen man als je geneukt wordt. Als je man bent, dan neuk je alles wat los en vast zit) dit is gegeneraliseerd. Onderzoek naar seksueel gedrag van Marokkaanse jongeren geeft aan dat het traditionele denken over homoseksualiteit in deze kring misschien sterker is. Er bestaat nog een sterke tegenstelling tussen wat geoorloofd en bespreekbaar is, en het feitelijke gedrag, Seks met seksegenoten is onrein, zondig en soms onmannelijk, maar wordt wel gepraktiseerd. De verschillende denkwijzen en de communicatiestoornissen in het veld betekenen niet dat de homosubcultuur geen transcultureel veld genoemd kan worden. Er is immers duidelijk sprake van een veld dat qua gedrag, zij het niet qua ideologie, wereldomspannend is. In dit veld gaat het om gemeenschappelijke inzet: hete vinden en beleven van homoseksuele relaties en soms de wettelijke erkenning daarvan. In dit veld strijden traditionele opvattingen met meer egalitaire, waarin seksegenoten als gelijken worden gezien, zonder dominantie. In dit veld is niet een duidelijk centrum aanwezig, al zijn sommige gebieden wel meer perifeer. Het is wel duidelijk dat openlijke identificatie met een homoseksuele leefstijl in steeds meer plaatsen in de wereld mogelijk wordt.

Grenzeloos Communiceren

26

Wereldfilmsysteem (bladzijde 162 t/m 165) Bart Hofstede (2000): Het stelsel is een netwerk van elites, waarin allianties en strijd elkaar afwisselen filmproducenten, financiers en organisatoren van filmfestivals zijn van elkaar afhankelijk. De positie van een nationale filmwereld binnen dit systeem is afhankelijk van: 1. De taal van het product. 2. De omvang van de lokale productie en markt. 3. Strategische allianties met de overheid (steun of niet). 4. Het innoverend vermogen van met name de regisseurs. In dit systeem kunnen drie subsystemen onderscheiden worden: 1. Hollywood, als centrum van het systeem; productie van marktgerichte principes: films die vooral tot doel hebben de kijker tevreden te stellen. 2. De onafhankelijke film die niet commercieel wil zijn; films tonen een originele visie en een duidelijk stempel van een auteur. Beide type films hebben gemeen dat zij mondiale distributie nastreven. 3. Films die met steun van de overheid via televisie worden verspreid; omvat allerlei genres en wordt gemaakt in de eigen taal lokaal georinteerd en vermindert in hoge mate de kansen op afzet op de internationale markt, juist ook omdat zij vaak een gevoel van nationale identiteit moeten oproepen. Verklaring van dominantie van Hollywood: 1. Hollywood maakt gebruik van de grootste thuismarkt. 2. Krijgt hulp bij export door eigen regering. 3. Engels als voertaal. 4. Innoverend vermogen. De onderscheidingen tussen de subsystemen zijn geen scheidingen. Hofstede benadrukt de vloeiende grenzen tussen de drie subsystemen en de wederzijdse afhankelijkheid en benvloeding. Ondanks de overheersing door Hollywood is duidelijk sprake van een wereldsysteem van filmproductie en van benvloeding tussen het mondiale niveau en de lokale tradities. Gezondheidszorg (bladzijde 165 t/m 171) Islamitische genezers: zie bladzijde 167/168. Winti: zie bladzijde 169 t/m 171. Er zijn nog veel meer culturele velden waar het proces van transnationalisering gaande is, zoals fotografie, management, audiovisuele kunst, klassieke muziek, gendustrialiseerd voedsel, verzekeringsrecht en ook de sociale wetenschappen. Kenmerken van transculturele velden/wat kunnen we voorlopig concluderen uit de behandelde cases? 1. Elk transnationaal veld, heeft, zoals alle velden, een eigen inzet (kan gaan om geestelijk of lichamelijk heul, om hedendaagse jeugdmuziek, om beeldende verhalen); de discussie die tussen de participanten in een veld worden gevoerd gaan in de eerste plaats over deze inzet; de context van de communicatie over deze themas is eerder het veld dan de nationale gemeenschap waartoe men behoort. Om goed te communiceren binnen een transcultureel veld is het minsten zo belangrijk het veld te kennen als de nationale achtergrond van de gesprekspartner.

Grenzeloos Communiceren

27

2. De structuur van het veld kan zeer verschillen. Het kan gestructureerd zijn rond een dominant centrum (Hollywood, Rome), maar ook meerdere centra (voetbal) of het centrum kan diffuus (verspreid) zijn (homosubcultuur). 3. De machtsstrijd die in de velden wordt gevoerd tussen insiders, experts en nieuwkomers bepaalt de ontwikkeling binnen het veld gevecht om behoud van bestaande posities of verovering van dominante posities verklaart de dynamiek in de velden. 4. De omvang van de transnationale velden varieert kunnen de hele wereld omvatten (katholieke kerk of rockmuziek) of zich tot enkele wereldregios beperken (voetbal). Maar alle velden tenderen ernaar echt wereldwijd te worden. 5. De culturele uitwisseling in deze velden is in principe altijd tweerichtingsverkeer, maar ze kan op een gegeven moment meer van boven naar beneden lopen (zoals bij gezondheidszorg). Er kan ook sprake zijn van meer echte uitwisseling (pop en rock, waar het lokale idioom een sterk stempel drukt op de wereldmuziektaal). 6. Al deze velden bieden de mogelijkheid tot grensoverschrijdende identificatie; zij vormen facetten van iemands identiteit als gelovige, filmadept of homo deze identiteiten sluiten elkaar niet uit, ze kunnen samengaan en elkaar overlappen hieruit volgt dat identiteiten meervoudig zijn. In gesprekken kunnen de gesprekspartners tussen deze identiteiten switchen. Het kunnen inspelen op deze identificaties bevordert de communicatie. 7. Elk veld vraagt van de deelnemers een eigen houding, dat wil zeggen een visie op de werkelijkheid. Door identificatie met het veld wordt deze visie weer versterkt. De praktische kennis van alledag, opgedaan tijdens de eerste socialisatie, is vaak verbinden met de lokale cultuur. Gemeenschappelijke eigenschappen van transculturele velden in kaart gebracht nu rest de vraag naar de betekenis van nationale culturen in het communiceren is hun rol dan uitgespeeld? Nee, maar het is geen exclusieve rol met de introductie van het begrip transculturele velden wordt het eerder benadrukte verschil tussen de sfeer van het dagelijks leven en de symbolische velden niet ontkend het is vooral de praktische kennis, opgedaan tijdens de eerste socialisatie in de vroege jeugd, die door nationale en/of etnisch-culturele waarden benvloed zijn. Regionale verschillen spelen een rol in nationale culturen, zoals ook sociale klasse (Wat speelt de grootste rol in een Nederlandse identiteit: het feit dat iemand in Limburg of Groningen is geboren, of in Nederland?). Het gaat hierbij met name om waarden die door onze vroegste opvoeding deel zijn geworden van onze lichaamshouding. Op het elementaire (grondbeginsel) vlak van zintuiglijke indrukken dat culturele verschillen het diepst gevoeld worden, maar die zijn misschien eerder plaatselijk dan nationaal. Hoofdstuk 7: Een alternatief model: glokaal scannen Elementen van het alternatieve model: 1. Communiceren vereist scannen van de posities van de gesprekspartners en van de sociale afstand tussen hen. Bladzijde 174/175 2. Verschillen tussen mensen worden gebruikt om ongelijkheid en afstand te creren. Bladzijde 175.

Grenzeloos Communiceren

28

3. Cultuur is strijd over zingeving, met name over het waarnemen en waarderen van relaties en verschillen. Bladzijde 176. 4. Waarden en normen worden op eigen wijze ge(re)produceerd in symbolische velden en steeds meer op een industrile manier. Bladzijde 176/177. 5. De sfeer van het gezond verstand vormt de basis van voor consensus en vanzelfsprekend gedrag van de leden van lokale gemeenschappen. Bladzijde 177. 6. Stereotypen en etnocentrisme zijn wijdverbreid. Bladzijde 177/178. 7. Intercultureel communiceren vindt niet alleen plaats tussen mensen van verschillende nationaliteiten, maar ook binnen complexe maatschappijen. Bladzijde 178. 8. Globalisering betekent onder meer de mondiale verspreiding van consumptiepatronen en het ontstaan van wereldwijze communicatienetwerken. Bladzijde 178/179. 9. Onder voorwaarden kan toerisme een grotere openheid en gevoeligheid voor culturele verschillen creren. Bladzijde 179. 10. De positie van migranten stimuleert hen tot culturele creativiteit. Bladzijde 179/180. 11. Wereldburgers schenken aandacht aan lokale n mondiale belangen. Bladzijde 180. 12. Transculturele velden zijn het resultaat van de interactie tussen lokaal en globaal, en vormen een eigen context voor communicatie. Bladzijde 180/181. 13. Identiteiten zijn in toenemende mate meervoudig. Bladzijde 181. 14. Sociale verschillen sluiten gelijkwaardigheid niet uit. Bladzijde 181/182. Bovenstaande punten bieden alles bij elkaar een nieuwe visie op interculturele communicatie: glokaal scannen het is een andere en kritische manier van kijken, los van de vanzelfsprekendheid van alledaagse opinies en gerenommeerde namen. Het is een subversieve (ondermijnende, revolutionaire) visie, omdat ze bestaande machtsverhoudingen probeert te doorzien en relativeert. Het inzicht in communicatie dat deze benadering biedt, kan zoals alle kennis gebruikt worden voor het eigen belang, voor het continueren van machtsposities en het bestendigen van ongelijkheid. Maar het kan net zo goed, en liever, worden gebruikt om ongelijkheid te bestrijden. Uitgangspunt van visie: echte communicatie stimuleert, maakt de ander machtig, helpt de gesprekspartner zichzelf te worden en te zijn. Communiceren hoeft de vaak bestaande machtsongelijkheid niet te vergroten, maar kan juist de erkenning van de ander als verschillend betekenen. Onderscheid tussen enerzijds de dagelijkse omgang van mensen die cultureel van elkaar verschillen, en anderzijds het publieke domein waarin officile uitspraken worden gedaan door mensen die beroepshalve recht van spreken hebben. Beide domeinen hangen samen. Communicatie tussen cultureel verschillende mensen impliceert het rekening houden met de sociale context bij start van gesprek is context een gegeven en wordt bepaald in grotere

Grenzeloos Communiceren

29

structuren (met name in het veld van de politiek). Als individuen hebben we hier maar een beperkte invloed op, maar dat ontslaat ons niet van onze verantwoordelijkheid. Het model van glokaal scannen kan helpen de interculturele communicatie te verbeteren vragen omtrent het in de praktijk brengen van het model: zie bladzijde 183 t/m 187. Plaats en omvang van de groepen waarmee we ons kunnen identificeren, veranderen voortdurend op de as van lokaal tot globaal. Sociale bewegingen en politieke coalities zijn flexibel en veranderlijk. Wie we zijn en met welke goede zaak we ons verwant voelen, varieert. Europeaan-zijn en wereldburgerschap worden rele mogelijkheden, naarmate de mensenrechten meer gewicht krijgen (zie ook bladzijde 187/188).

Grenzeloos Communiceren

30

Vous aimerez peut-être aussi