Vous êtes sur la page 1sur 8

Lesonderwerp: Aftellen naar oorlog. Oorzaken en aanleiding W.O. II.

A. Diepere oorzaken: de fascistische dictators startten al gauw met de voorbereiding van een nieuwe grote oorlog
Algemeen kader: ideologische tegenstellingen in de wereld tijdens het Interbellum (zie ook les **) Drie grote ideologien staan afwijzend en wantrouwend tegenover elkaar: fascistische en nazidictaturen (Nazi-Duitsland, Itali,), een communistische dictatuur (de USSR onder Stalin), en liberale democratien in Amerika en Europa (de VS, G-B, Frankrijk, o.a. ook Belgi). Atlas p.**. Nazisme/Fascisme Democratie Nazisme/Fascisme Communisme Communisme Democratie

De Volkenbond (soort voorloper van de VN), opgericht na WO I om toekomstige conflicten te vermijden, bleek zwak en niet bij machte oplopende spanningen het hoofd te bieden. De VS waren er dan ook geen lid van, hoewel de Volkenbond mede op hun initiatief (Wilson) tot stand was gekomen. Dit wegens een neiging tot isolationisme bij een groot deel van de Amerikaanse publieke opinie: men wou zich op de problemen van de VS zelf richten, en zich niet teveel bemoeien met het buitenland. O.a. Frankrijk en G-B waren wel lid, maar er was niet veel animo om een vuist te maken tegen provocaties en agressie. Zij hadden immers nog de zinloze slachtpartijen van WO I vers in het geheugen, hadden (net als de VS) economische problemen (Grote Depressie) en dus geen groot defensiebudget, en waren verdeeld door links-rechts tegenstellingen. Hitler, Mussolini en Japan (maar ook Stalin) keken neer op deze zwakke democratien en zullen dat middels een politiek van toenemend imperialisme openlijk laten zien

a) Hitler en Nazi-Duitsland
Hitler lapte de bepalingen van het Verdrag van Versailles aan zijn laars:
Het Verdrag van Versailles (zie les **) was zo hard voor Duitsland dat een demagoog als Hitler relatief makkelijk de ontevreden bevolking aan zijn kant kreeg door er tegen te fulmineren. Anderzijds zorgde het aarzelende optreden van Frankrijk en G-B toen Hitler het Verdrag begon te overtreden ervoor dat hij zich telkens sterker ging voelen en op een nieuwe provocatie afstevende. Hitler testte hoever hij kon gaan, en dat bleek steeds verder te zijn: Niet lang na zijn machtsovername (1933) begon Hitler de plannen die hij had neergeschreven in Mein Kampf, uit te voeren, tegen het Verdrag van Versailles in: Herinvoering van de dienstplicht voor alle Duitse mannen. Hermilitarisering van het Rijnland (1936). 1

Herbewapening van het leger (meer soldaten + ontwikkeling van nieuwe wapens). Opzegging van de akkoorden van Locarno (zie les **). Duitsland stapte uit de Volkenbond: Hitler wist dat hij omwille van zijn agressief buitenlands beleid vroeg of laat door de overige leden van de Volkenbond veroordeeld zou worden. Hij verkoos dan ook om deze organisatie al op voorhand te verlaten.

Toenemend imperialisme:
Het afsluiten van Bondgenootschappen met Japan en Itali. As Rome-Berlijn en Anti-Kominternpact (1936). Nazi-Duitsland, Itali en Japan: diplomatieke alliantie van de Asmogendheden. Hitler lanceerde het concept dat het krachtige Duitse volk nood had aan Lebensraum. Deze levensruimte voor het Duitse bevolkingsoverschot lag in Oost-Europa en de USSR.

De Duitse economie werd volledig op de oorlog gericht (zie les **) :


Oorlogsindustrie: productie van zware wapens. Leuze: Eerst de kanonnen, dan de boter!. Poging tot het bereiken van autarkie ( = Het kunnen voorzien in de eigen behoeften. Duitsland mocht dus niet langer van andere landen afhankelijk zijn). Later in de oorlog zou dit leiden tot de ontwikkeling van Ersatz-producten ( = minderwaardige vervangingsproducten: Ersatzbrood, Ersatzkoffie,)

Duitse mentaliteit binvloed door Hitlers persoonlijkheid en retoriek (zie les **!):
Wraakgevoelens i.v.m. het verdrag van Versailles. De economische crisis (Grote Depressie na de Crash van Wall Street in 1929) kwam in Duitsland des te harder aan wegens de hoge herstelbetalingen voor W.O. I die Duitsland volgens dat verdrag moest betalen. Mede door op die gevoelens in te spelen was Hitler aan de macht geraakt, en hij zal op dit ressentiment blijven teren om Duitsland warm te maken voor een nieuwe oorlog. Extreem nationalisme en racisme: Hitler en de Nazis waren van mening dat het Arische ras (en dan vooral de Duitsers!) voorbestemd was om de andere rassen te overheersen. Onderscheid tussen herenvolkeren en slavenvolkeren. Oost-Europeanen (Polen, Oekraners, Russen,) werden als slavenvolkeren beschouwd, voorbestemd om te werken voor hun Duitse heren. Maar vooral joden en zigeuners stonden zo mogelijk nog lager gerangschikt

b) Itali: Mussolini's honger naar gebiedsuitbreiding


Toenemend imperialisme:
Mussolini wilde de controle over het gebied rond de Middellandse Zee. Zijn wens was immers om de Mare Nostrum van het Romeinse Rijk opnieuw op te bouwen. Ook was hij ontevreden dat Itali, toch bij de winnaars, na W.O. I bijna niets gekregen had. Akkoord met Hitler omtrent Oostenrijk (1938). Het Duitstalige Zuid-Tirol dat na WO I Italiaans was geworden, vormde immers een twistpunt tussen de twee dictators. In 1934 hield Mussolini daarom een eerste poging tot inlijving van Oostenrijk bij Duitsland tegen. In 1938 ging hij wel met deze Anschluss (p. 5) akkoord. Maar Zuid-Tirol bleef Italiaans.

c) Japan streefde naar meer macht in Azi


Toenemend imperialisme:
Japan kende in de periode vr WO II een grote stijging van de welvaart met een enorme bevolkingstoename als gevolg. De Japanse economie had nieuwe grondstoffen en afzetgebieden nodig. Neiging tot imperialistische expansie om aan deze noden te voldoen.

Mentaliteit van de militaristische Japanse legertop:


De Japanners beschouwden zichzelf als het super-ras van Azi. Het leger speelde onder keizer Hirohito een vooraanstaande rol en was heel machtig: militarisme. Groot vertrouwen in het eigen kunnen: men dacht dat de andere Aziatische volkeren en de Europese kolonies snel en zonder al te veel tegenstand onderworpen zouden kunnen worden.

B. Directe aanloop tot de Tweede Wereldoorlog


a) De Spaanse burgeroorlog werd beschouwd als een een generale repetitie voor het "echte werk"
In Spanje was er na verkiezingen een linkse Volksfrontregering aan de macht gekomen.
Rechts-conservatieve krachten (de Nationalisten) onder leiding van Generaal Franco en zijn Falangisten (Spaanse fascisten), probeerden deze linkse Volksfrontregering (de Republikeinen) omver te werpen. Beide kampen bestonden echter uit een amalgaam van groeperingen die het onderling niet altijd eens waren (vooral binnen het linkse kamp tussen pro- en anti-stalinisten). Ontstaan van de Spaanse burgeroorlog (1936-1939), met veel wreedheden aan beide kanten. Beide kampen kregen steun uit het buitenland, ondanks de non-interventiepolitiek van Frankrijk, Groot-Brittanni en de Verenigde Staten: - Franco kreeg steun van Mussolini en Hitler. Ze zagen dit conflict in Spanje als een kans om nieuwe wapens te testen en militairen te trainen. Vooral Itali stuurde troepen, Duitsland bommenwerpers (het Condorlegioen). Guernica (cf. het schilderij van Picasso) ging aldus de geschiedenis in als de eerste stad die luchtbombardementen op burgers te verduren kreeg.
- De linkse regering kreeg beperkte steun van de USSR en ook van linkse vrijwilligers (internationale brigades) uit de rest van Europa en zelfs de USA (cf. de schrijvers Orwell uit G-B, en Hemingway uit de VS, jullie misschien bekend uit de lessen Engels).

Franco kon de strijd in zijn voordeel beslechten (1939). Europa was een fascistisch dictator rijker: Franco, bijgenaamd El Caudillo (leider). Deze zou overigens tot zijn dood in 1975 aan de macht blijven in Spanje!

b) De expansiedrang van de AS-Mogendheden


Japanse expansiedrang in Azi:
Met de steun van de Japanse ondernemingen, de zaibatsu, ging het Japanse leger van start met uitbreiding van het Japanse grondgebied. 1931: Aanvang van de vijandelijkheden tegen China. Het land was zwak en verwikkeld in een burgeroorlog tussen Nationalisten en Communisten. Japan bestreed beide partijen. 1937-38: Bloedbad van Nanking (toenmalige hoofdstad van de Nationalisten).

Mussolini viel Abessini (Ethiopi) binnen (1935):


De aanval kaderde in Mussolinis plan om het oude 19de-eeuwse imperialisme te doen herleven (eind 19de eeuw had Itali al getracht om Ethiopi te veroveren, maar dit was mislukt). Veelvuldig internationaal protest: Itali veroordeeld door de Volkenbond. Itali kreeg hierbij evenwel de steun van Hitler. Later volgde ook nog de inlijving van Albani (1939).

Ook de Duitse expansiedrang was niet langer in te tomen:


Hitler wilde alle Duitstalige volkeren verenigen in n groot Nazi-Rijk. Na een lange propagandacampagne in de Oostenrijkse en Duitse pers: Anschlss (1938): Oostenrijk wordt bij Duitsland aangesloten in n groot Duits rijk Opmerkelijk: Er kwam geen scherpe reactie van de Volkenbond. Argument: zelfbeschikkingsrecht der volkeren Aanhechting van het Sudetenland (Duitstalig deel van Tsjecho-Slowakije) in 1938. Ondanks groot wantrouwen gingen Groot-Brittanni en Frankrijk op de conferentie van Mnchen (1938) toch akkoord met deze aanhechting. Deze toegeeflijke houding ging de geschiedenis in als de Appeasement-politiek: Men wou Hitler bedaren middels toegevingen. De Britse premier Chamberlain verwoordde dit als Peace in our time! De Tsjechische regering was hier heel ongelukkig mee, maar kon niet anders dan inbinden toen duidelijk werd dat er geen steun uit Frankrijk of Groot-Brittanni zou komen. Het wantrouwen van Stalin tegenover Frankrijk en Groot-Brittanni werd hierna nog groter: hij vreesde dat ze Hitler misschien tegen hem wilden inzetten, en zocht dan maar zelf toenadering tot Hitler om hen te snel af te zijn. Verklaringen voor de Frans-Britse politiek van Appeasement: 1) Frankrijk en Groot-Brittanni waren militair nog niet sterk genoeg en wilden een oorlog uitstellen en zo tijd winnen om zichzelf beter te bewapenen. 2) Groot-Brittanni wilde zijn goede handelsrelaties met Duitsland behouden. 3) Men dacht echt dat Hitler na een aantal toegevingen zou stoppen met provoceren en eisen stellen. Pas toen Hitler Tsjechi zelf binnenviel, zag men in dat de Appeasement gefaald had. Polen kreeg garanties van Fr. en G-B. In maart 1939 trokken de Duitsers Praag binnen en werd heel Tsjechi een protectoraat onder Duits gezag. Slovakije werd een onafhankelijke vazalstaat. Hitlers masker was afgevallen. Maar Fr. en G-B waren niet klaar voor oorlog Duits-Sovjetrussisch niet-aanvalspact (23 augustus 1939). Ook bekend als het Molotov von Ribbentrop-pact, of Duivelspact. Dit viel als een donderslag bij heldere hemel. Niemand had zon monsterverbond zien aankomen! Waarom dit pact? 1) Hitler wilde nog niet direct een front tegen de Sovjet-Unie. Toch niet vooraleer hij Frankrijk (en liefst ook Groot-Brittanni) verslagen had. 2) Stalin wilde de Duitse aanval ook zo lang mogelijk uitstellen, en hij wantrouwde Fr. en G-B: hij vreesde dat ze Hitler tegen de SU ipv tegen zichzelf wilden richten, en hoopte zelf Hitler tegen het westen ipv de SU te richten 3) Het Poolse grondgebied werd (in het geheim) op papier verdeeld onder Duitsland en de SU. Ook kreeg de SU van Duitsland de vrije hand tegen o.a. Finland en de Baltische staten (Estland, Letland, Litouwen). Ook dit was geheim. Gevolg: Als Duitsland naar het oosten wilde uitbreiden (Polen), dan hoefde het alvast geen Russische tegenaanval te vrezen. Fr. en G-B zouden er alleen voor staan en niet in staat zijn Polen op tijd te hulp te komen.

Directe aanleiding W.O. II : de Duitse inval in Polen. 1 september 1939. Slechts een week na het afsluiten van het Duits-Russisch non-agressiepact! Na twee weken viel ook de Sovjet-Unie Polen binnen. Na een maand Duitse Blitzkrieg moest Polen zich overgeven en werd door Duitsland (en de SU) bezet en verdeeld.

Dit viel niet meer te negeren. Onmiddellijke reactie van Groot-Brittanni en Frankrijk: oorlogsverklaring aan Duitsland op 3 september. Eigenlijke begin van de Tweede Wereldoorlog. Maar: toch nog geen echte gevechten tussen de Duitse en de WestEuropese troepen tot het voorjaar van 1940: schemeroorlog, drle de guerre of Phoney War. Ook wel Sitzkrieg (i.p.v. de Blitzkrieg in Polen). Dit omdat Frankrijk en Groot-Brittanni slecht op een oorlog waren voorbereid.

Verklaring termen
Blitzkrieg:

Of: bewegingsoorlog, een (toen) nieuwe, moderne vorm van oorlogsvoering: tanks en gemotoriseerde soldaten, ondersteund door gevechtsvliegtuigen, maakten snelle terreinwinst en omsingeling van de vijand mogelijk. De term Blitzkrieg wordt sindsdien ook in andere talen dan het Duits gebruikt, zo overweldigend werd deze bliksemoorlog ervaren. Toch zou het succes ervan niet blijven duren Maar meer hierover volgende les, waarin het verloop van de Tweede Wereldoorlog aan bod zal komen. Isolationisme: Een politiek (bijwijlen sterk in de VS aanwezig, zeker tot 1941) die erop gericht is buiten de politieke disputen en verwikkelingen te blijven die zich afspelen buiten het eigen land. Imperialisme: Het streven van een staat naar een sterke uitbreiding van zijn grondgebied. Asmogendheden: Of de As Rome-Berlijn-Tokio: samenwerkingsverband van de jaren 30 tot WO 2 van nazi-Duitsland, fascistisch Itali en militaristisch Japan tegen communisme en liberale democratie.

Autarkie: Zelfbedruiping van een land in economisch opzicht. Het land produceert zelf wat het nodig heeft en wordt daardoor onafhankelijk van het buitenland. Het bekendste voorbeeld is nazi-Duitsland in de jaren 1930. Militarisme: Men spreekt van militarisme als in een land het leger een grote macht en prestige geniet, en veel aandacht besteed wordt aan uitbouw en training van dat leger. Appeasement: Een politiek waarbij men de vrede wil handhaven door telkens weer concessies (toegevingen) te doen aan de tegenpartij. Vaak gebruikt voor de houding van Frankrijk en Groot-Brittanni tegenover Hitler in de jaren 1930. Schemeroorlog: Toestand van oorlog, waarbij beide partijen (voorlopig) op hun posities blijven, de vijand in de gaten houden en misschien af en toe eens over en weer schieten. Dit was het geval in West-Europa van september 1939 tot de lente van 1940: Groot-Brittanni en Frankrijk hadden Duitsland de oorlog verklaard, maar waren eigenlijk niet klaar voor oorlog, en Duitsland was met het grootste deel van zijn leger Polen aan het veroveren. Pas in de lente van 1940 ging Duitsland in het offensief in het westen.

Bronnen:
Lesnotities Geschiedenis van de Moderne Tijd. Gedoceerd door Bruno De Wever, UGent. Palmer, R.R. (e.a.), A History of the Modern World (9th edition). KNACK Werelgeschiedenis VI, de twintigste eeuw. Verschaffel, H. (e.a.), Beschavingen 6. Schuermans, W., Memo 6: Nieuwste Tijden. Adams, X. en Cuppens, L., Anno 5. Cochrane, J., Stilte voor de storm: 1919-1939. Davies, N., Europa in oorlog 1939-1945. Boyle, D., De Tweede Wereldoorlog in fotos. Bunting, E. (Ed.), World War II Day by Day. Vandepitte, P. & Van den Bossche, G., Lexicon. Een verklaring van historische en actuele maatschappelijke concepten.

Vous aimerez peut-être aussi