Vous êtes sur la page 1sur 4

Nederlands literatuurgeschiedenis 1900-1940

Politiek WOI, Nederland bleef neutraal . Economische crisis 1929, Nederland leed. Communisme, fascisme & nationaal-socialisme. Mei 1940 Duitsers vallen Nederland binnen. Sociaaleconomisch Door de industrile revolutie trad er anomie op gemeenschappelijke normen en waarden verdwijnen of worden onduidelijk. Begin 20e eeuw werd het al geknakte wereldbeeld steeds meer ondermijnd. Eerste feministische golf, kiesrecht voor de vrouw in 1919. Steden groeien en vervoer en vermaak verbetert en neemt toe, metropolen. Vele veranderen leiden tot optimisme maar ook tot angstgevoelens en pessimisme. Angst dat het leven in een metropol zou leiden tot vervlakking. Nederland een verzuilde samenleving katholiek, protestant, liberaal &socialistisch. Cultureel Kunstenaars meenden dat er nieuwe vormen nodig waren om een nieuw bewustzijn te creren. De Stijl Piet Mondriaan en Theo van Doesburg, zochten naar Nieuwe Beelding. Ze wilden niet direct waarneembare, abstracte structuren van de werkelijkheid uitdrukken. Zo kwamen ze bij primaire kleuren en rechte lijnen. Film De film kwam op en montage was hierbij belangrijk, omdat je zo een reconstructie van de werkelijkheid kreeg. De montagetechniek werd ook in literatuur toegepast. Autonome taalbouwsels Literatuur was niet langer een beschrijving van de werkelijkheid of directe weergave van gevoel, maar werd meer beschouwd als een autonoom taalbouwsel. Dit ontregelt lezers. Martinus Nijhoff streefde een zo autonoom mogelijke pozie na. Modernisme/ historische avant-garde Een verzamelnaam voor het tal van nieuwe stromingen en richtingen die opkwamen tussen 1900-1940 die allemaal met de oude tradities wilden breken. (expressionisme, dadasme etc.) Hiernaast werd ook nog doorgegaan met de tradities, soms met kleine vernieuwingen maar dan was het dus niet langer als modernistisch te beschouwen. Kenmerken van het modernisme zijn het beschrijven van het individueel bewustzijn. Het draait om de psychologie. Neoromantiek De romantiek werd voortgezet in de neoromantiek. Er werd vaak niet meer verheerlijkt, zoals eerst wel gebeurde. Belangrijke neoromantische schrijvers zijn Arthur van Schendel en J.J. Slauerhoff. Dadasme Een zeer modernistische stroming. Kwamen in 1916 voor het eerst bijeen in Zurich. Dadasten trokken zich niks aan van literaire tradities, negeerden grammatica en interpunctie. Ze speelden met typografie en gebruikte montage- en collagetechniek. Ze wilden het publiek shockeren en maakten hiermee antikunst. Een belangrijke dadast is Paul van Ostaijen. Surrealisme Iets scheppen dat reler was dan de realiteit zelf, in navolging van Freud. Dromen en het onderbewuste was belangrijk. Surrealisme was niet sterk aanwezig in de literatuur.

Expressionisme Expressionisten wilden af van het weergeven van de werkelijkheid. Ze weken af van traditioneel kleurgebruik en de perspectieve weergave was niet langer altijd natuurgetrouw. Het draaide om gevoel. Schrijver Hendrik Marsman werd genspireerd door Der Blaue Reiter, een expressionistische groep. Die Brcke was ook zon groep. Schrijvers vonden dat een gedicht een autonoom product moest zijn, niet terug te draaien naar een gedachte. Zelfstandig naamwoorden waren belangrijker dan bijvoeglijke. Ze hanteerden korte, kernachtige zinnen. Beelden moesten voor zichzelf spreken. Expressionisten drukten vaak een drang uit naar vereniging met de kosmos. Het heelal als oneindige ruimte met de mens erin. Nieuwe Zakelijkheid Richt zich op de moderne tijd, zoals leven in de grote stad en nieuwe media. De weergave is zo feitelijk en objectief mogelijk, eigenlijk een journalistieke weergave. De film zorgde voor een korte scenische opzet en het ontbreken van psychologische motiveringen. Een belangrijke schrijver was F. Bordewijk. Modernisme in het proza Sigmund Freud zorgde voor een discussie rondom het rationalisme en positivisme. Realistische & naturalistische romans pasten niet langer in het veranderende wereldbeeld. De modernisten benadrukten het innerlijk van personages, de psychologie. Er werd gebruik gemaakt van zogenaamde bewustzijnsstroom , een reeks gedachten, gevoelens, stemmingen of verlangens. Ook was er sprake van innerlijke monoloog. Teksten waren fragmentaries, met onchronologische en soms onlogische opbouw. De werkelijkheid werd subjectief (en deels) weergegeven. Door deze moeilijkheden was het voor een ontwikkeld publiek geschreven. Ook omdat er veel werd verwezen naar andere literaire werken. Simon Vestdijk was een van de invloedrijkere modernisten met een groot oeuvre. Literatuur in de jaren 30 Menno ter Braak en E. du Perron leidden samen het tijdschrift Forum (1932-1935). Ze vonden dat de vorm ondergeschikt moest zijn aan wat de schrijver te vertellen had, de vent. Het tijdschrift publiceerde schrijvers die bij dit denkbeeld pasten. Willem Elsschot was een van die schrijvers. Zijn werk publiceerde enerzijds het gevoel en de droom en anderzijds de harde werkelijkheid. Forum was ook fan van de nieuwe zakelijkheid. Omdat in de jaren 30 het fascisme en nationaal-socialisme opkwam, richtte de literatuur zich op engagement en maatschappelijke betrokkenheid.

Nederlands literatuurgeschiedenis 1940-1960


Politiek WOII, vooral in Europa en Azi. Vreugde omtrent vrijheid van korte duur Koude Oorlog, Cuba Crisis, Korea Oorlog. Angst voor nieuwe wereldoorlog. Diepe sporen nagelaten, vooral verlies veel joden. Zo snel mogelijke wederopbouw van Nederland. Verzuiling van voor de oorlog bleef, maar dekolonisatie. Jongerengeneratie kwam in verzet in de jaren 60. Sociaaleconomisch Vooral jongeren verzetten zich tegen de vooroorlogse conventionele moraal, en doorbraken taboes. Er was spraken van een duidelijke jeugdcultuur. Na de wederopbouw was spraken van economische bloei met een consumptiemaatschappij. Niet alleen de jongeren kwamen op, maar ook de feministen. Acceptatie en emancipatie van de homoseksualiteit. Nederland werd een multiculturele samenleving. Cultuur Existentialisme Na de oorlog heerste er angst voor een nieuwe oorlog, en hierdoor werd het existentialisme populair. Albert Camus meende dat de mens in een absurde wereld leefde die geen zin of doel heeft. De mens moet zelf handelen om de wereld zin te geven. Kritische theorie van de Frankfurter Schule jongeren vonden dit interessant. De mens was vervreemd van zichzelf en de medemens en te vervreemd om dit op te merken. Cultuur na WOII Complex en veelvormig. Stromingen volgen elkaar snel op en er wordt meer gebruik gemaakt van nieuwe media, zoals video. Deze stijlen vallen samen onder het postmodernisme (het nieuwe modernisme). Deze jaren draaien vooral om het doorbreken van taboes. Literatuur jaren 50 De Vijftigers Zij kwamen in opzet tegen het heropstellen van de vooroorlogse situatie. Enkele belangrijke namen: Lucebert, Gerrit Kouwenaar, Jan G. Elburg, Paul Rodenko. Zij hadden contact met de kunstgroep Cobra, wat dan ook leidde tot gezamenlijke producten. Cobra maakte gebruik van de kinderlijke oorsprong, met primaire kleuren. Ze probeerden beide het naoorlogse levensgevoel uit te drukken. Vijftigers zijn in hun pozie soms maatschappijkritisch en gebruiken vrije vers. Ze wilden het taalgebruik van de gangbare betekenis ontdoen. Beeldspraak en klank en typografie waren belangrijk, grammatica onbelangrijk. Het publiek moest een nieuwe leeshouding ontwikkelen, wat leed tot weerstand en onbegrip. Gerrit Kouwenaar maakte het gedicht steeds meer autonomisch, een zelfstandig taalbouwsel dat niet verwijst naar een persoon. Angst en absurde wereld Gerard Reve gaf dit weer in de avonden waarin de hoofdpersoon Frits de wereld zo ervaart. Antihelden Personages in de nieuwe proza worden gedreven door egosme en ervaren het leven als absurd in een door misverstanden geregeerde wereld. Personages

hebben levens en doods angst. Absurditeit weerspiegelt het tijdperk van angst. Dit stuitte op het morele verzet van het burgers publiek. Schrijvers die dit gebruikten waren: Harry Mulisch, Willem Frederik Hermans, Hugo Claus, Louis Paul Boon en Gerard Reve. In de boeken kwamen veel taboe onderwerpen naar voren, zoals incest, seks en abortus. Het publiek moest wennen aan het pessimistische verwoorden van het naoorlogse wereldbeeld. Literatuur in de jaren 60 Seksualiteit Jan Wolkers schreef uitgebreid over seksualiteit. Dit werd als aantasting van het burgerlijk fatsoen beschouwd. Turks Fruit is een van zijn bekendste boeken. Autobiografisch schrijven Schrijvers zoals Wolkers, Reve en Cremer begonnen met gewoon over zichzelf te schrijven. De boeken staan in realistische traditie, de werkelijkheid wordt realistisch beschreven. Defictionalisering De werkelijkheid zelf tot literatuur maken. Dit gaat verder dan de realistische traditie. Vernieuwing van de roman Vernieuwingen waren vooral van inhoudelijke aard. Dus de vent werd vooral veranderd, terwijl de vorm zo goed als onveranderd bleef. Nouveau roman/experimentele roman Schrijvers die wel opzoek zijn naar een nieuwe vorm voor de roman. Sybren Polet stelt de traditionele roman met duidelijke herkenbare personages met psychologische eigenschappen ter discussie. In de experimentele romans is montage van groot belang. De werkelijkheid wordt zo weergegeven als een verzameling fragmenten. Neorealisme De Vijftigers maakten plaats voor een nuchtere en zakelijke toon. Het uitgangspunt was dat alles materiaal voor een gedicht kon zijn. Alledaags materiaal moest zo veel mogelijk voor zichzelf spreken. Gegevens uit de werkelijkheid werden gesoleerd en geannexeerd tot pozie. Deze dichters schreven voor het tijdschrift Barbarber. Zij waren te vergelijken met popart, waarbij ze een revolutie van waarneming creerden door alledaagse dingen in een andere context te zetten (herhaling, vergroting etc.)

Vous aimerez peut-être aussi