Vous êtes sur la page 1sur 9

NATUUR groep 4-6

Een project over bedreigde dieren


Auteur: Andra van Hofwegen

Bij de beesten af

Dierenleed spreekt kinderen aan. Of het nu om mond- en klauwzeer (MKZ),


varkenspest of de gekkekoeienziekte gaat. Veel kinderen hebben sowieso een grote
betrokkenheid bij alles wat met dieren te maken heeft. Denk maar aan de vrije keuze
bij spreekbeurtonderwerpen. Negen van de tien keer gaat het over het eigen huisdier
of een ander beestje. Die natuurlijke belangstelling maakt het thema Dieren in het
algemeen tot een dankbaar onderwerp van een project.

Dierenleed spreekt kinderen aan. Of het nu om mond- en klauwzeer (MKZ),


varkenspest of de gekkekoeienziekte gaat.

Veel kinderen hebben sowieso een grote betrokkenheid bij alles wat met dieren
te maken heeft. Denk maar aan de vrije keuze bij spreekbeurtonderwerpen.
Negen van de tien keer gaat het over het eigen huisdier of een ander beestje. Die
natuurlijke belangstelling maakt het thema Dieren in het algemeen tot een
dankbaar onderwerp van een project.

Waar in de onderbouw dicht bij huis gebleven kan worden, is het juist voor de
midden- en bovenbouw interessant om wat verder weg te kijken. In dit artikel
heb ik een idee uitgewerkt voor een middenbouwproject over bedreigde dieren.

Dierenproject in de middenbouw
Het onderwerp Bedreigde dieren kan onderdeel zijn van een groter schoolproject, waarin elke
groep het overkoepelende thema Dieren naar eigen inzicht en op het eigen niveau uitwerkt.

Gedurende een week wordt in de lessen aan het thema gewerkt. En de projectweek wordt
afgesloten met een tentoonstellingsavond voor ouders en andere belangstellenden.

Werkwijze en opbouw van het project


Het project krijgt vorm in vijf fases. De opbouw is als volgt:

1 Informatie verzamelen.

2 Informatie ordenen.

3 Kennis verwerven.

4 Handelen.
5 Presenteren.

1 Informatie verzamelen
In deze eerste fase gaan de kinderen op zoek naar informatie. Het is een brainstormfase. Met
behulp van een schema (zie figuur 1) of een themaweb komen de volgende vragen aan bod:

– Welke dieren zijn bedreigd?

– Wat weet ik er al van?

– Hoe kan ik aan informatie komen?

Figuur 1

2 Informatie ordenen
De klas wordt in groepjes verdeeld (naar interesse, of naar het materiaal dat voorhanden is).
Elk groepje behandelt een deelonderwerp (een bepaald dier, een bepaald gebied of een
bepaalde vorm van bedreiging).

Informatie en materiaal worden onderling uitgewisseld en ieder groepje gaat verder op zoek
naar specifieke informatie en/of specifiek materiaal voor het eigen deelonderwerp. De
informatie wordt geordend. En elk groepje werkt naar een bepaalde presentatievorm toe.
(Bijvoorbeeld een maquette of een collage.)

3 Kennis verwerven
In deze fase komt het verwerven van kennis aan bod. De kinderen krijgen nieuwe informatie
en weetjes over het onderwerp aangeboden. En het is de bedoeling dat ze daar het nodige van
onthouden. Het is een instructiefase, waarin meer klassikaal wordt gewerkt.

Het geleerde kan vervolgens worden gebruikt in de uitwerking van het groepsthema. Hier is
bijvoorbeeld ruimte voor het bekijken van een natuurdocumentaire op video, een les door een
gastspreker (bijvoorbeeld iemand van de Dierenbescherming of van een dierentuin) en het
werken aan een projectboekje (met informatie- en werkbladen).

Ook is het mogelijk om bij Greenpeace of het WNF lespakketten te bestellen. (Die zijn veelal
gratis voor scholen beschikbaar.) En natuurlijk kunnen de eigen vakmethodes ook lessen
bevatten die prima aansluiten bij het project.

4 Handelen
Dit is de actiefase. De kinderen gaan aan het werk om de probleemstelling helder te krijgen:

– Hoe komt het dat zo veel dieren bedreigd worden?

– Is dat te veranderen?

– Kunnen we op een leuke manier ergens actie voor voeren?

– Wat kunnen we er zelf in het dagelijks leven aan doen?

In deze fase kunnen activiteiten aan bod komen als: posters maken, handtekeningen
verzamelen, deelnemen aan een Rangers-project, of het op touw zetten van een ludieke
geldinzamelingsactie voor een bepaald dierenbeschermingsproject. En bovendien is het leuk
om via de plaatselijke pers bekendheid te geven aan je activiteiten!

5 Presenteren
Tegen het einde van de projectweek worden alle werkstukken in het lokaal (of in de school)
uitgestald. In de klas presenteren de verschillende groepjes hun deelonderwerpen aan elkaar
in de vorm van een spreekbeurt, een videovertoning, een toneelstukje, een quiz, of iets
dergelijks. En er wordt een uitnodiging (of een aanplakbiljet) voor de tentoonstellingsavond
ontworpen.

Ideeën voor werkstukjes


Voor een tentoonstellingsavond is het leuk om het lokaal zoveel mogelijk aan te kleden in de
sfeer van het thema Bedreigde dieren. Posters en meegebrachte knuffelbeesten zijn heel
bruikbaar hiervoor. Ook een net aan het plafond, lappen stof aan de muur en grote planten
kunnen bijvoorbeeld een jungle-effect geven.

Ik geef u nu een aantal knutselsuggesties.

Groepscollage
De verschillende groepjes maken een collage over hun deelonderwerp.

• Een voorbeeld

Op een groot tekenvel (in de vorm van een panda, of elk ander dier) verzamelen de kinderen
plaatjes en teksten over het dier. Ook maken ze zelf tekeningen, printen dingen van internet
uit, zoeken toepasselijke kaartjes en/of grafieken op en schrijven verhaaltjes die ze erbij
plakken.

De kinderen werken aan de hand van een vragenlijstje:

– Hoe ziet ons dier eruit?

– Waar leeft het?

– Wat eet het?

– Waardoor wordt het bedreigd?

Figuurzagen
Kleuterprentenboeken bevatten vaak heel duidelijke tekeningen van dieren. Kies een tekening
met duidelijke contouren. Maak een kopie van zo'n tekening, knip die langs de contouren uit
en trek de contouren om op een stukje triplex. En dan... zagen maar!

Maak ook een kleine standaard van triplex (of van een hompje klei), zodat het dier kan staan.
(Zie figuur 2 als voorbeeld.)

Verf het dier daarna in natuurlijke kleuren. En zet tot slot alle gemaakte opzetdieren per
leefgebied bij elkaar op gekleurd papier.

Figuur 2: opzetdier

Kijkdoos
Van melkpakken (of van schoenendozen) kan een sfeervolle kijkdoos worden gemaakt. In elke
doos wordt een leefgebied ontworpen (een jungle, een woestijn, een oceaan, een poolgebied,
een savanne, enzovoort). En in de verschillende leefgebieden komen dan de bijbehorende
dieren (gemaakt van papier).

Fantasieslang
Van wc-rolletjes en gekleurd papier maak je met de hele klas een fantasieslang. Eén kind
maakt de kop, één kind maakt de staart en de andere kinderen maken elk een segment van het
lijf. Tot slot worden alle onderdelen aan elkaar geregen. De slang kan bijvoorbeeld aan
touwtjes worden opgehangen aan het plafond, als onderdeel van de jungle.

Pinguïneiland
Met behulp van verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld wit piepschuim) en blauw tekenpapier
kan een grote tafel worden omgetoverd tot een ijszee. Van papier, karton en lapjes maakt elk
kind daarna een pinguïn. Als de gemaakte pinguïns dan ook nog allemaal (ongeveer) hetzelfde
zijn, dan geeft die grote groep dieren bij elkaar een heel bijzonder effect.

Slingerapen
Het maken van slingerapen van papier is een eenvoudig werkje met een leuk resultaat.

Van twee bruine vouwrondjes (één groot en één klein rondje) en acht smalle stroken wordt
een aap gemaakt. De rondjes zijn voor de kop en de romp. Van de stroken worden
muizentrapjes gemaakt. (Dat zijn de poten.) Het gezicht, de handen, de voeten en de staart
worden verder afgewerkt met gekleurd papier. Met een paperclip als ophanghaakje (bevestigd
aan een van de poten) kunnen de apen kriskras door het lokaal aan het plafond worden
opgehangen.

Nota bene. Zo'n eenvoudig werkje laat zich prima combineren met een activiteit waarbij meer
begeleiding van de leerkracht gewenst is (zoals figuurzagen).

Panda van papier-maché


Maak van een flinke prop kranten het “skelet” van een panda. (Zie figuur 3.) Door middel van
afbinden maak je de scheiding tussen kop en romp. Vervolgens wordt de “krantenprop”
bekleed met stroken krantenpapier, die in behangerslijm zijn gedrenkt. Zo ontstaat langzaam
maar zeker de vorm van de pandabeer. Voor de pootjes, de snuit en de oren worden propjes
gebruikt. En als alles goed droog is, kan de panda geverfd worden.
Figuur 3: panda van papier-maché

Verborgen tijgers
Een leuke schilderopdracht. Kopieer op vellen papier (op A3-formaat) een contourtekening
van een sluipende tijger. Geef ieder kind een kopie van deze tekening. De opdracht is: meng
verfkleuren voor de strepen van de tijger en laat hem sluipen door het hoge gras.

Werkbladen voor het projectboekje


Het is prettig om tijdens de projectweek met een zelfgemaakt boekje te kunnen werken. Als u
kiest voor het werken met losse werkbladen (en een snelhechter), dan kan het boekje
gedurende het project steeds aangepast en aangevuld worden.

U kunt informatiebladen samenstellen met teksten die u zelf schrijft (of verzamelt) en dan
kopieert. Ook kunnen via internet (of een digitale encyclopedie) nuttige werkbladen worden
geprint. Het boekje kan worden aangevuld met puzzelbladen, kleurplaten, tekenruimte, een
verhaaltjespagina, liedjes, enzovoort. Daarbij kan gebruikgemaakt worden van allerlei
jeugdbladen en tijdschriften, zoals Panda en Tamtam (beide van het WNF), Taptoe en
National Geographic.

Informatiebronnen
Veel informatie over (bedreigde) dieren is natuurlijk in boekvorm te vinden in de bibliotheek.
Daarnaast kunnen tv-uitzendingen van National Geographic Channel en Discovery Channel
(met Nederlands commentaar, of ondertiteld) en natuurdocumentaires en kinderprogramma's
op Nederlandse zenders (zoals WNF Ranger Report) een schat aan informatie opleveren. De
programmagids van de schooltelevisie kan ook uitkomst bieden. En verder is bij diverse
verenigingen en dierentuinen voor scholen nog veel (gratis) informatie te verkrijgen.

Extensie op de site
Dit artikel heeft een extensie op de internetsite van het Praxisbulletin
(www.praxisbulletin.nl). Daar zijn diverse postadressen en internetsites vermeld, waar
materiaal is te vinden voor werkstukken en presentaties.
Bij de beesten af!

In het Praxisbulletin beschrijft Andra van Hofwegen de werkwijze en opbouw van een project over
bedreigde dieren. Hier geven we nog enkele tips en suggesties rondom dit thema. De kinderen gaan
zelf op zoek naar informatie en gebruiken deze in verschillende werkvormen.

In het Praxisbulletin beschrijft Andra van Hofwegen de werkwijze en opbouw van een project over bedreigde
dieren. Hier geven we nog enkele tips en suggesties rondom dit thema. De kinderen gaan zelf op zoek naar
informatie en gebruiken deze in verschillende werkvormen. Tenslotte verstrekken we u een aantal nuttige
adressen en internetsites.

Suggestie 1

Informatie vergaren en ordenen


Stap 1
Kinderen voelen zich erg betrokken bij de problematiek rondom bedreigde dieren. Ze hebben vast allerlei ideeën
om deze dieren te helpen. Om echt tot actie over te kunnen gaan verdeelt u de groep eerst in kleinere groepjes van
4 of 5 kinderen.

Stap 2
Ga met de kinderen na welke dieren er allemaal bedreigd worden in de wereld. Ze weten er vast zelf al een
heleboel te noemen. Vul het lijstje eventueel zelf aan met bijvoorbeeld:

• olifant,
• walvis,
• neushoorn,
• reuzenpanda,
• ijsbeer,
• bruine beer,
• zeeschildpad,
• otter,
• das,
• gorilla,
• korenwolf.

Vervolgens kiest ieder groepje een diersoort uit.

Stap 3
De groepjes gaan nu zelf zoveel mogelijk informatie verzamelen over het gekozen dier. Hiervoor kunnen ze terecht
in het documentatiecentrum, in de bibliotheek, thuis, via Greenpeace of het Wereld Natuur Fonds, dierentuinen of
op het internet. Ze moeten in elk geval antwoord geven op de volgende vragen.

• Hoe heet het dier?


• Hoe ziet het dier eruit?
• Waar leeft het dier?
• Wat eet het dier?
• Waarom is het een bedreigde diersoort? Door wie of wat wordt het bedreigd?
• Wat is er (eventueel) aan te doen? Wat moet er veranderen?

Stap 4
Ieder groepje krijgt in de klas of buiten de klas een plaats aangewezen om een tentoonstelling in te richten over
hun bedreigde dier. In de tentoonstelling moeten de vragen van stap 3 beantwoord worden.

• Er kunnen posters en plaatjes opgehangen worden.


• Laat de kinderen op grote vellen teksten schrijven over het dier.
• Er kunnen actieposters gemaakt worden: "Red de walvis!" en dergelijke. Laat de kinderen gebruikmaken
van foto's en plaatjes om hun poster te maken.

Suggestie 2

Verdere verwerking
Nadat de kinderen in groepjes allerlei informatie hebben verzameld over bedreigde dieren, kunt u verschillende
werkvormen toepassen.

• Ieder groepje bereidt een spreekbeurt voor over de gekozen diersoort. Daarbij kunnen de materialen van
de gemaakte tentoonstelling gebruikt worden. De spreekbeurten kunnen in de klas worden gehouden.
• De kinderen kunnen een poppenkastspel opvoeren rondom het thema. Misschien zijn er
poppenkastpoppen in de vorm van dieren op school aanwezig. Zo niet, dan is het ook heel goed mogelijk
om de kinderen zelf poppen te laten maken.
• Laat de kinderen opzoeken welke dieren zijn uitgestorven. Aan de hand van plaatjes, foto's of tekeningen
kunnen deze worden bekeken en besproken. Hoe komt het dat deze dieren zijn uitgestorven? De
kinderen kunnen met plaatjes en tekeningen een collage maken in de vorm van een dierentuin. Op die
manier ontstaat er een beeld van allerlei dieren die niet meer bestaan.
• Bezoek met de kinderen een dierentuin. Hier is veel informatie te verkrijgen over bedreigde dieren, zeker
omdat dierentuinen tegenwoordig een grote rol spelen bij het behouden en beschermen van bedreigde
dieren.

Links

Bedreigde dieren op internet


Op het internet zijn tal van informatieve pagina's over bedreigde dieren te vinden. We noemen er een paar.

• Het Wereld Natuur Fonds heeft een website met heel veel informatie over wat het WNF allemaal doet. Er
is een speciaal gedeelte voor kinderen: de Rangerclub.
• De intersite van Greenpeace biedt informatie over lespakketten en excursies voor schoolgroepen. Ook
vindt u hier meer over de walvisvangst. Speciaal voor kinderen is er het onderdeel Kids.
• Tenan is een website met een doorlopend project rondom bedreigde diersoorten. Hier vindt u veel
informatie over bedreigde dieren, lijsten met bedreigde en uitgestorven dieren, werkstukken, enz.
• Ook bij Artis is veel informatie aanwezig over bedreigde dieren en de rol van een dierentuin, geschreven
op het niveau van de kinderen. Ook is er een quiz over bedreigde dieren.
Reacties

Andra van Hofwegen: Ik heb zojuist de pagina bekeken van het project Bedreigde Dieren (Bij de beesten af), nadat
ik de tekst in het bulletinblad had gelezen. Het idee is aardig en voegt wel wat nieuws toe, maar mij viel op dat
m.n. het eerste stuk tekst niets anders is dan een herhaling/samenvatting van wat ook in het blad staat.
Bij het uitwerken van dit artikel had ik meer van de internetpagina verwacht in de vorm van toepasselijke (en
direct toepasbare) werkbladen, puzzels, meer doorklik naar de bijgeleverde internetadressen enz. Voor mij blijft
het zo een beetje mager. Wellicht heeft een en ander een technische oorzaak, maar in mijn beleving heeft deze
toevoeging op het net niet de toegevoegde waarde waarop ik gehoopt had.
Overigens vind ik veel andere toepassingen van deze site wel interessant (zoals het lied v.d. maand).
Webmaster: Wij zijn ons ervan bewust dat de inhoud van de internetartikelen nog niet optimaal is. Een
belangrijke oorzaak is het feit dat de auteurs van de bladartikelen (nog) niet in staat zijn of zich in staat achten om
voor het medium internet te schrijven, waarvoor een heel andere benadering nodig is. Op dit moment worden de
internetuitbreidingen dan ook geschreven door speciale internetauteurs, die wel goed in staat zijn om voor het
internet te schrijven, maar die soms wat minder op de hoogte zijn van de achtergronden en de bedoelingen van
het bladartikel. Door de blad- en de internetauteurs met elkaar te laten overleggen proberen we de kwaliteit te
verbeteren.
Het is de bedoeling zoveel mogelijk direct bruikbare zaken als werkbladen, kopieerbladen, plaatjes,
geluidsbestanden en links op de site aan te bieden, maar vaak verhindert de korte productietijd dat alle
mogelijkheden optimaal benut worden.

Vous aimerez peut-être aussi