Vous êtes sur la page 1sur 14

Alice in wonderland (musical voor grootouderfeest 2011-2012)

In het park K3 komt op. Er staat een ijskarretje J: Ik wil een ijsje! Kr: Ja, ik wil ook een ijsje. Ka: rustig, rustig. Niet zo snel. Het is minstens 100C. J: Ik wil een ijsje met 2 bollen: vanille, chocolade en slagroom Kr: ik wil een ijsje met 2 bollen: vanille, aardbei en slagroom Ka:ik wil een ijsje met 6 bollen: vanille, aardbei, chocolade, citroen,framboos,mokka en slagroom ijsman: op, op, alles is op. Ka: Oh nee, alles loopt fout vandaag. (onweersgeluid) Oh nee, ook dat nog. Nu begint het nog te regenen ook. J: ik heb een idee, luister Lied: naar de film ( alle K3 tjes) (doek dicht iedereen blijft staan) (Voor doek)

(Stijn) Meneer: jullie zijn te laat, te laat, K3: kom snel we lopen Lied: filmster (alle K3 tjes + konijnen zonder oren)

(doek dicht en K3 voor gordijn) Josje en Kristel nemen een stoel en gaan zitten J: ik zie niets, want die meneer daar met zijn hoge hoed zit in de weg. Kr: waar blijft Karen nu, ze moest alleen maar even naar de w.c. J: Dan zit ze zeker aan de bril vastgeplakt (Chris) Een stem zegt: Dit is het verhaal van Alice in wonderland. We nemen je mee naar een plek hier heel ver vandaan. Een plek waar we een heel bijzonder figuur tegen het lijf lopen. Een zenuwachtig konijn. (karen komt uit het doek) Stem:He jij bent niet dat konijn Ka: nee, ik ben karen en dat heeft u goed gezien meneer die ik niet zie Stem: wil je dan onmiddellijk uit mijn film gaan Ka: nee, ik denk er niet aan. Het is hier veel te leuk en ik wil al heel mijn leven een filmster zijn. J en Kr: ik ook , ik ook Stem: wat ga je dan in mijn film doen Kr,J en Ka: we gaan Alice zoeken en haar waarschuwen voor de hartenkoningin J en Kr: 1,2,3 (en springen) (doek gaat helemaal open) Stem: we gaan verder met het verhaal. Waar was ik weer gebleven, oh ja bij het zenuwachtig konijn Konijn: te laat, te laat, ik ben te laat Lied: te laat (konijnen)

( gordijn dicht)

Ka: dag meneer konijn Konijn: wie, waar, ik zie geen konijn Kr: je bent toch een konijn Konijn: oh ja, ik ben een konijn, maar ik ben te laat , te laat, veel te laat J: niet zo snel, je moet ons helpen Kr: we zijn op zoek naar Alice Konijn: nooit van gehoord (wil weggaan) Ka: he wacht eens. Jij bent toch dat konijn waar Alice de hele tijd achterloopt Konijn: nee, nee. Ik beb dat blonde meisje met dat blauwe jurkje nog nooit gezien. Ka: ha, ha , als je Alice nog nooit gezien hebt, hoe weet je dan dat ze blond is J: en een blauw jurkje draagt Konijn: een gokje Kr: we willen Alice waarschuwen voor alle gevaren in wonderland Ka: ja voor de hartenkoningin J: we willen haar zo snel mogelijk thuisbrengen Konijn: dat mag niet he, want zonder Alice is er geen sprookje van Alice in Wonderland en dan ben ik geen Bk meer Kr: een BK? Konijn: bekend konijn Te laat, te laat, ik ben al veel te laat (loopt weg) J: hoe vinden we Alice nu Kr: ja, maar wacht eens we zijn helemaal nog niet in wonderland J: waar zijn we dan wel in plopsaland misschien

Kr: nee, in het sprookje komt Alice in wonderland als ze in het hol van het konijn is gesprongen J: bedoel je dat wij Kr: inderdaad Ka: moet dat echt Kr: ja, als we Alice willen helpen wel K3: 1,2,3 ( springen ) (K3 achter gordijn) K3: we vallen Ha, roepen (donker) boem (vallen) ( vallen door gordijn op de grond) Ka: aaw (staat recht) Kr: waar zijn we nu? J:ik denk in een gang met heel veel deuren Ka: ik dacht in een bos met heel veel bomen Kr: ma, nee, we zitten in een huisje met veel deuren J: gaan we nu eindelijk op zoeken naar Alice Kr: ja maar hoe? (konijn komt op met pijl) Ka: he een pijl, kom we volgen hem J: ja die kant op (konijn fluit) Ka:he meneer, hoe durf je. Dat is onbeleefd hoor ( fluit opnieuw)

Kr: he maar wacht eens , dat is die meneer niet hoor Sorry hoor meneer Het is die pijl Ka: he maar wacht eens, we moeten de pijl niet volgen, maar we moeten de pijl volgen J: kom er achteraan Konijn: ( pijl komt terug en lacht) Mijn plannetje is gelukt (loopt weer af) Ka: stop, we lopen nu al minstens 5 uur achter die pijl aan en nog altijd geen Alice te zien Kr: volgens mij zijn we hier al geweest J: ja we lopen gewoon in rondjes Kr: he pijltje hoe zit het ermee? Ka: wat is de bedoeling Konijn: (toont pijl met gefopt op) K3: gefopt! Dat is lelijk J: he, ik ken dit kamertje Ka: ja natuurlijk. Wie kent het niet J: denk eens na. Het is het kamertje met de deurtjes waar Alice niet uit kon. Waar het tafeltje met dat flesje met het toverdrankje stond Ka: ok, waar is dat tafeltje met het flesje met het toverdrankje dan? J: hier Kr: he ik weet het weer. Als je van dat flesje drinkt word je klein of groot J: ja, zo klein als een muisje

Ka: of zo groot als een olifant J:laten we er snel van drinken K3: (drinken om beurt van het flesje) Kr:er gebeurt niets Ka: ik voel ook niets hoor J: ik wel, ik voel me krimpen (we gaan weg achter het gordijn en in de plaats komen 3 kindjes voor het gordijn) (alle meisjes) Lied: alles in wonderland (K3) (gordijn gaat open) (kls. Dansen eerst alleen bij groot komen wij 3 weer op)

J: leuk he, die kleine mensjes en kleine huisjes Kr: ja, maar nu wil ik weer gewoon zijn Ka: ja ik ook ik ben een beetje bang dat ik nog een huisje plattrap Kr:hoe worden we nu weer gewoon? J:Ik weet het niet normaal gaat dat vanzelf Ka: ha vanzelf Voorlopig gebeurt er nochtans niet veel he J: misschien is het drankje uitgewerkt en dan blijven we voor altijd groot Kr: geef dat drankje dan hier en dan drinken we er nog eens van J: (zoekt) ik ben het een beetje kwijt, stom he Ka: (doet J na) Ik ben het een beetje kwijt, stom he Natuurlijk is dat stom

Kr: ik wil terug gewoon zijn, want anders kan ik niet meer op mijn mama haar schoot zitten J: nee dan is ze helemaal plat Kr: (begint te wenen) J: nee kristel , je mag niet huilen Kr: waarom niet? J:omdat je tranen nu super groot zijn. Straks krijgen we nog een overstroming in wonderland Ka:lap het is al zover. Ik heb al natte voeten He, ga jij nieuwe schoenen kopen voor mij misschien J: (zoekt het flesje in haar zakken) Kr: ik kan wel niet stoppen he J: kijk ik heb het flesje gevonden Kr: geef eens hier (drinkt) Ka: hela laat er nog een beetje in voor ons he (drinkt) J: (drinkt ook) zo K3: (krimpen weer) J: he ik wil niet verdrinken en zeker niet in jouw tranen (gordijn gaat open) Lied: onder water (visjes)

Kr: he waar zijn we nu? Ka: in een eng donker bos Konijn: (pijl)

Kr: ha wie hebben we daar Ka: je denkt toch niet dat we je nog eens gaan volgen zeker J: heb jij een beter idee? Ka: nee J: ok Kr: ok pijltje we geven je nog n kans K3: (loopt rond achter pijl) (k3 achter gordijn) Konijn: ha, ha we foppen de meisjes weer J: volgens mij heeft die pijl ons voor de 2de keer beet genomen Kr: waar zijn we hier? Ka: volgens mij in de supermarkt J: dit is de kermis Kr: ik ben dol op de kermis Lied: op de kermis (tweelingen)

Kr: misschien weten zij wel waar Alice is Ka: kom we vragen het hen Tweeling: voor we het vergeten, zal ik vertellen hoe we heten Ik ben hier en ik ben nu Kr: dus jij bent hier en jij bent nu Ka: ha nee he, ik ben hier en jij bent daar Tweeling: nee ik ben hier en jij bent daar Kr: willen jullie nu stoppen met dat hier en nu

Lied: K3 pap ( tweelingen en kindjes) (met prenten voorbij komen) Kr: sorry hoor, maar ik dacht dat jullie ons kunnen vertellen waar we Alice kunnen vinden Tweeling: nee, ik kan niet vertellen waar die Alice is gebleven Maar als jullie nu eens heel even Je naar het theefeest in het grote bos begeven Om iets te beleven Dan komen jullie misschien Alice teven K3: teven Tegen: tegen, maar het moest rijmen he Kr: dus Alice zit nu op een theefeest in het grote bos Tweeling: ja, bij die hoedenmaker, altijd rechtdoor ( K3 loopt verder) Lied: wat een feest (hoedenmaker + konijnen)

Konijn: te laat, te laat, er zijn hier meisjes Hoedenmaker: meisjes Konijn: ze komen Alice halen Te laat, te laat (K3 komt op) Kr: waar is dat feestje Hoedenmaker: hier is dat feestje J: we hebben niet veel tijd om te feesten

Ka: hier en nu zeggen dat alice hier is Hoedenmaker: Alice komt zo meteen, maar eerst een feestje. Wat drink je Ka:cola Kr:choco J: limonade Hoedenmaker: hier drink je alleen thee K3: wat saai Kr: kom we zullen eens laten zien hoe we echt feesten J: eerst hebben we een goede reden nodig voor een feestje Ka: ja, ik heb een idee. Wie van jullie is er vandaag jarig Kind: zie jij hier ballonnen of slingers misschien J: wie is er vandaag niet jarig (kinderen steken vinger op) Ka: wel, dan vieren we gewoon een niet verjaardagfeest ( discobal, glitterjurk, drum, violen, trompetten, fluit) (kls. Brengen het naar voor) Lied: niet verjaardagfeest( hoedenmaker + )

Hoedenmaker: misschien moeten jullie het eens aan de rups vragen

K3 (komen bij de rups) Ka: volgens de hoedenmaker zou nier een vlinder moeten zijn Rups: dames kijk eens goed, die vlinder die zit hier Ka: ik zie hier geen vlinder hoor J: ik heb niet altijd goed opgelet in de biologieles, maar jij bent geen vlinder Nee, jij bent een rups

Lied: de allermooiste vlinder ( vlinders idem de visjes)

Rups: ik weet waar Alice is K3: ja waar dan? Rups: ze is op de bloemenweide Lied: hartenkoningin (kaarten) (anja en karolien)

Konijn: te laat, te laat, ik ben te laat Hartenkoningin: inderdaad te laat Konijn: er zijn inderingers, 3 meisjes Hartenkoningin: waar zijn ze Konijn: ze zijn op weg naar de bloemenweide Hartenkoningin: kaarten allemaal verzamelen Allemaal naar de bloemenweide de meisjes halen K3: waar zijn we nu? J: ik denk de bloemenweide Ka:waarom Kr: hier staan toch heel veel bloemen Kr: ik zie hier wel veel bloemen , maar geen Alice Ka: de rups heeft ons toch niet iets voorgelogen he J: Alice komt vast nog wel Ik ga bloemetjes plukken (neemt een bloem) Bloem: aai

J: he was dat die bloem Bloem: ja wat zou jij doen als ze je benen uit je lijf zouden trekken J: sorry hoor Bloem: jullie hebben altijd spijt als het te laat is Ka: ik wil jou iets vragen allerliefste bloemetje Bloem: doe maar Lied:doe de bloemendans (bloemen + de kaarten )(op twee rijen)

Bloemen: zeg maar je wou toch iets vragen Ka: ja, we zijn op zoek naar Alice Bloemen: ja dat blonde meisje met het blauwe jurkje Kr: ja Bloemen: nee, die hebben we niet gezien Ka: ik wist het he (kaarten komen op) Bloemen: ho problemen K3: oh nee zware problemen (k3 loopt weg en kaarten erachter) Hartenkoningin: laat de meisjes naar hier komen (kaarten brengen k3) Hartenkoningin: sluit ze op ( Alice is er ook) J: Alice, ha eindelijk zie ik je nu in het echt Ka: Alice we hebben je overal gezocht

Kr: we zijn gevangen door de hartenkoningin Ka: zeg ik wil naar huis Kr: ja naar mijn knuffelbeer J: ja, naar mijn gewoon leventje Lied: ik wil naar huis (k3+ Alice) (iedereen komt in stukjes op het podium) (K3 gaat terug in cinema op stoel zitten en slapen) (Joke) Alice: stofzuigt in de zaal He zeg de film is al gedaan hoor Ka: Alice J: ben je nu schoonmaakster Alice: ik ben Alice niet en slaap de volgende keer misschien thuis Ka: he hebben we nu gedroomd J: nu weet ik het weer, we sprongen in de film van Alice in wonderland Kr: kom proberen we nog eens (springen terug) J: dat kan toch niet Ka: als je gelooft in jezelf lukt alles Kr: kom 1,2,3 (springen) Lied: geloof in jezelf (alle kinderen) Lied: Alice in wonderland (alle kinderen)( foto s tonen en lied op de achtergrond)

Vous aimerez peut-être aussi