Wie ben ik, waar sta ik en waar wil ik naartoe?

Om mezelf even voor te stellen; Mijn naam is Marieke Slijper en ik ben op 25 september 1987 te Maastricht. Ik zal hieronder heel beknopt een samenvatting geven van wat ik door de jaren heen allemaal heb uitgespookt (waarbij ik het basisonderwijs even buiten beschouwing laat). Wegens tijdgebrek heb ik de biografie van mijn website (geschreven door mijn zusje) alleen aangepast naar een leesbare ik-vorm. Ook ik ben van de copy-paste generatie, en gezien het mij meer leek te gaan om de inhoud dan de vorm vind ik het in dit geval niet zo erg Door de vorm kan de tekst misschien wel een beetje hoogdravend over komen en dat past dan weer minder goed bij mijn karakter, dus vandaar even de korte toelichting.

In 1998 werd ik aangenomen voor de orintatieklas van de Vooropleiding Dans Fontys te Maastricht. Later ging ik naar de Vooropleiding Dans ArtEZ te Venlo. Ik danste onder anderen in stukken van Nanine Linning, Ton Simons, Adriaan Luteijn en Noortje Bijvoets en Feri de Geus. Na de vooropleiding deed ik auditie voor de Dansacademie ArtEZ en Codarts. Beide opleidingen hadden mij aangenomen, maar helaas was het niet verantwoord om nog langer door de te gaan met dansen. Op mijn zeventiende begon ik tevens met handboogschieten. Ik trainde onder andere onder de trainers Ed Willems, Liduina van Neerven, Jan Koonings en Harry Jacobs. In 3 jaar tijd won ik 6 kampioenschappen, schoot ik een internationale veldwedstrijd en een interland Nederland-Belgi en scoorde ik hoog in de Nederlandse kampioenschappen outdoor Olympische Discipline. In 2008 moest ik echter het boogschieten op een laag pitje gaan zetten in verband met mijn studie. Inmiddels had ik mijn VMBO TL en HAVO diploma op zak en (na een poging VWO af te ronden) ging ik studeren aan de HAN voor 2e graads Docent Engels. Helaas kon ik binnen deze studie mijn creativiteit niet kwijt waardoor ik besloot met deze opleiding te stoppen. De maanden daarna werkte ik als docent Engels op verschillende basisscholen en volgde ik een korte opleiding acteren aan het TV College. In 2009 startte ik aan de docenten opleiding Beeldende Kunst en Vormgeving op ArtEZ te Arnhem. Vorig jaar maakte ik nog een uitstapje naar de afdeling Fine Art, maar dit jaar ben ik toch weer teruggekeerd naar DBKV. Het docentschap bevalt me veel meer dan ik eerst in de gaten had en inmiddels kan ik haast niet wachten voor de klas te staan.

Toch moet ik nog heel wat leren voor het zo ver is! Daarom volgt nu mijn sterktezwakte-analyse. Aan de hand hiervan kan ik duidelijke voor ogen krijgen welke competenties nog versterkt moeten worden en welke competenties eventueel verder uitgebouwd kunnen worden. Wat ik van het afgelopen jaar aan leerpunten en goede voornemens heb genoteerd is; y y y In hoeverre werk je samen of kom je in aanraking met collega s en ouders? Hoe kun je je stem inzetten zonder deze te overbelasten en welke andere methoden zijn er om aandacht te vragen? Hoe is het om daadwerkelijk zelf lessen te ontwikkelen? Waar zitten de valkuilen?

Dit ziet er misschien wat mager uit, maar gezien ik op de HAN ook al een orintatiestage had gelopen ben ik me een klein beetje gaan vervelen. Nu mag ik eindelijk weer een stapje verder, en wat wil ik nu allemaal gaan doen nu het dan eindelijk kan en mag? Als ik kijk naar de competentielijst uit de stagegids springen er twee competenties uit waarin ik al redelijk sterk ben. Namelijk; organisatorisch competent en competent in het samenwerken met de omgeving. In beide gevallen ben ik competent wat inhoud dat ik een niveau heb behaald waarmee ik klaar zou zijn voor de lio stage. Wat betreft organisatorisch competent heb ik vooral dankzij de Engels opleiding een grote voorsprong. Hier werd enorm veel aandacht besteed aan klassenmanagement, lesvoorbereiding, lesmethoden, werkvormen, variatie in activiteiten, leertypen enz. Wel moet ik hierbij vermelden dat ik het geleerde nooit daadwerkelijk in de praktijk heb kunnen brengen wat betreft kunsteducatie. Het zou dus kunnen zijn dat ik toch nog onverwacht voor verrassingen kom te staan. In dit geval moet ik hier toch nog even meer aandacht aan besteden. Hetzelfde geld eigenlijk ook voor competent in samenwerken met de omgeving . Toen ik een tijd gewerkt heb voor de organisatie Billingual Kids heb ik vaak contact opgenomen met mensen uit de omgeving waarvan ik informatie nodig had voor mijn eigen lessen, of die ik informatie wilde geven over wat er in de lessen en daar omheen gaande was. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld ouders, trainers op het gebied van moeilijk opvoedbare kinderen, bioscopen (voor buitenschoolse activiteiten en lesprojecten) en de directrice van zowel de (verschillende) basisschool/scholen en die van de organisatie. Ik vermoed dat ik hierin geen tot weinig problemen ga ervaren, maar natuurlijk als met alles, oefening baart kunst! Mijn minst sterke kanten zijn didactisch competent en competent in het samenwerken met collega s. Niet zozeer omdat ik het een en ander niet zou beheersen, maar eerder omdat ik me hier nog redelijk onzeker over voel. In het geval van didactisch competent ligt dit vooral aan het gebrek aan ervaring. Tot noch toe heb ik amper lessen gegeven in het kunst/cultuur onderwijs en dus ook weinig lessen of lessenseries ontworpen. Verder denk ik niet dat ik, aangezien het onderwijs in deze sector tegenwoordig zo ontzettend breed is, al genoeg weet om de lesstof te kunnen ontstijgen. Waarschijnlijk zal ik voor iedere les nog flink wat theoretisch voorwerk voor de boeg hebben wil ik echt 100% zeker voor de klas staan. Ook het samenwerken met collega s is nog een beetje ondermaats omdat ik me tot nu toe op middelbare scholen niet onderdeel heb gevoeld van het docententeam waardoor ik een beetje terughoudend ben. Nu ik me daarvan bewust ben kan ik daar natuurlijk mee aan de slag.

Buiten mijn sterke en zwakke kanten is het natuurlijk de bedoeling dat ik overal aandacht aan besteed. Daarom heb ik hieronder per competentie aangegeven waar ik zit en waar ik aan het eind van deze stage graag zou zijn. Gedurende de stage zal ik op verschillende momenten deze lijst aanpassen zodat hopelijk mijn groei hierin duidelijk zichtbaar wordt.

Interpersoonlijk Competent
beginnend In ontwikkeling Heeft enig zicht op wat leerlingen bezig houdt. Gaat lastige situaties wel aan, maar heeft daarbij hulp van anderen nodig. Leidt, begeleidt en stimuleert. competent Heeft goed zicht op wat leerlingen bezig houdt en weet dat af en toe te benutten. Houdt zich staande bij lastige leerlingen en situaties. Leidt, begeleidt, stimuleert, bemiddelt en confronteert. Communiceert goed op inhoud- en betrekkingsniveau. Geeft en wekt vertrouwen en bezweert agressie. voorbeeldig

Contact met leerlingen

Pedagogisch Competent
beginnend In ontwikkeling competent Schept in regel een veilige leeromgeving. Probeert leerlingen medeverantwoordelijk te maken voor een veilige leeromgeving. voorbeeldig Schept en handhaaft in vrijwel elke situatie een veilige leeromgeving, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen. Treedt op bij negatieve groepsprocessen en anticipeert daarop.

leeromgeving

Communicatie

Communiceert goed op inhoudsniveau. Houdt zich in en weert agressie af.

leerlingen

Heeft binnen de klas oog voor individuele leerlingen. Zoekt zelf naar oorzaken van afwijkend gedrag.

Benadert leerlingen als individuen. Herleidt afwijkend gedrag soms tot ontwikkelingsproblem en. Consulteert collega s daarover.

Vakdidactisch Competent
beginnend In ontwikkeling Toont inhoudelijke kennis op niveau schoolboek. Laat inhoudelijk soms het schoolboek los. Geeft aanzet tot het verantwoorden van inhoudelijke keuzes. Schakelt af en toe tussen abstract en concreet. Maakt het vak soms aantrekkelijk voor leerlingen, gaat gesprek aan over relevantie. Benoemt leeractiviteiten. Probeert soms leeropbrengst te achterhalen. Gebruikt afwisselend aanbiedende en activerende werkvorm. Zoekt oplossingen voor verschillen. Zoekt naar toegesneden bijspijker activiteiten. competent Toont parate inhoudelijke kennis die schoolboek ontstijgt. Laat inhoudelijk geregeld het schoolboek los. Beargumenteert inhoudelijke keuzes. Schakelt geregeld tussen abstract en concreet. Maakt het vak geregeld aantrekkelijk voor leerlingen, geeft relevantie ervan aan. Beargumenteert keuze van leeractiviteiten. Staat geregeld stil bij leeropbrengst. Gebruikt verscheidene aanbiedende en activerende werkvormen. Houdt rekening met verschillen. Kiest adequate toegesneden bijspijker activiteiten. Zoekt naar verrijkingsoefeningen. Ontwerpt relatief betrouwbare en valide toetsen en correctiemodellen. Gebruikt waar relevant voortoetsen en diagnostische toetsen. voorbeeldig

differentiatie

leeractiviteiten

vakkannis

evaluatie

Maakt soms eigen toetsen en correctiemodellen. Heeft weet van tekorten van schoolboektoetsen.

Organisatorisch Competent
beginnend In ontwikkeling competent Is meestal helder over doelen, taken en verwachtingen. Bereidt leerling-activerende les voor, met eigen aandeel daarin. Gebruikt een ruime variatie in activiteiten en werkvormen. Heeft goed overzicht tijdens de les. Werkt soms in andere opstelling, of buiten het lokaal. Gebruikt feedback van leerlingen om organisatie te verbeteren. voorbeeldig Is glashelder over doelen, taken en verwachtingen. Organiseert elk type les en onderwijsactiviteit goed en vlot. Heeft overzicht en anticipeert tijdens de les. Werkt regelmatig in andere opstelling of buiten het lokaal. Geeft leerlingen medeverantwoordelijkheid voor de klassenorganisatie. Zorgt voor een sfeervol ingericht lokaal. Introduceert nieuwe werkvormen en activiteiten in de school. Realistisch en flexibel in planning, ook van expirimentele en complexe leerprocessen. Leert leerlingen plannen. Organisatie-eenheid is het cursusjaar.

leeromgeving

Competent in het samenwerken met collega s

beginnend In ontwikkeling Wisselt soms ervaringen uit met collega s. Is passief lid van het team. Beschrijft het pedagogischdidactisch klimaat. competent Zoekt actief naar uitwisseling met collega s om eigen lessen te optimaliseren. Is actief lid van het team. Analyseert het pedagogischdidactisch klimaat. Probeert collega s tot steun te zijn, toont betrokkenheid bij de school of het team. Geeft grenzen van tijd en betrokkenheid aan. voorbeeldig

Delen en deelnemen

planning

Realistisch en flexibel in planning. Helpt leerlingen plannen. Organisatie-eenheid is trimester of rapportperiode.

grenzen

Probeert grenzen van tijd en betrokkenheid af te bakenen.

Competent in samenwerken met de omgeving

beginnend In ontwikkeling competent Toont initiatief in contact met de omgeving. Past procedures van de school zelfstandig toe. Levert als gesprekspartner geregeld constructieve bijdragen; bereidt zich geregeld voor op belangrijke gesprekken en overleg situaties. Poogt culturele verschillen te overbruggen o.m. door respect te tonen. voorbeeldig Initiatiefrijk in contact met de omgeving. Past precedures van de school zelfstandig toe en ontwikkelt nieuwe. Levert als gesprekspartner geregelt constructieve bijdragen; bereidt zich steevast voor op belangrijke gesprekken en overlegsituaties. Treedt op als effectieve mediator bij moeilijke contacten. Poogt culturele verschillen te overbruggen o.m. door respect te tonen en respect te oogsten. Treedt op als woordvoerder voor de school

Competent in reflectie en onderzoek ten dienste van ontwikkeling

beginnend In ontwikkeling Toont in de context van intervisie of supervisie (dus begeleid) inzicht in eigen sterke en zwakke kanten. competent Toont inzicht in sterke en zwakke punten en leervragen ten aanzien van de verschillende competenties en werkt daaraan. Reflecteert op het eigen handelen en vraagt soms feedback. Gebruikt resultaten daarvan om effectiever te werken. voorbeeldig

zelfbeeld

Doelmatig contact

Onderzoekt voortdurend het eigen handelen met evaluatie, reflectie en feedback. Gebruikt de uitkomsten van (eigen) onderzoek om effectiever te werken.

Reflecteren +

Kan soms problemen uit de beroepspraktijk vertalen in onderzoeksvragen maar komt nog niet tot onderzoeksmatig handelen.

onderzoeken

Past soms actieonderzoek en/of ontwerp gericht onderzoek toe op problemen uit de beroepspraktijk.