Vous êtes sur la page 1sur 4

de Christuskirche (1893-1978) aan de Bexstraat te Antwerpen Een onbekend stukje geschiedenis - in vogelvlucht

Radio t kerkske George De Caluw zond in de beginjaren uit vanuit deze kerktoren (vanonder de klok.)

Een belangrijk deel van de protestantse gemeenschap van Antwerpen in de 19de eeuw bestond niet uit Antwerpenaren, ook niet uit Hollanders maar uit Duitsers. Toen de Schelde-haven weer optimaal kon worden gebruikt, vestigden zich heel wat Duitse kooplieden in Antwerpen, zowel qua handelshuis als metterwoon. Deze Duitsers waren naast rooms-katholiek, Joods en vrijdenkend, ook voor een groot deel "Evangelisch" (protestants).

Duitse Protestanten in de Lange Winkelstraat een breuk


- De Deutsche evangelisch-protestantische Gemeinde hield haar kerkdiensten sinds 1833 in de kerk aan de Lange Winkelstraat nr. 5. De kerkeraad van die kerk bestond toen uit twee secties, een NederlandsFranse en een Duitse. Bij de verkiezingen van de opvolger van de Pastor Sprlein in 1876, ontstond er een breuk in de Duitse protestantse gemeenschap. Een deel van de kerkgangers kon zich niet vinden in de liberale opvattingen van de nieuwe pastor Jean Seitz. Een comit (met daarin dhrn. SchulteHlsenbeck, Wilh. Bertrand en Alfred Schuchard) bood aan een (tweede) predikant te financieren, die

zou werken naast Pfr. Seitz. Toen dit werd afgewezen begonnen zij eigen erediensten te organiseren, eerst in de Anglicaanse kerk (toen nog aan de Huidevetterstraat), later in de Noorse kerk aan de Handelsstraat (nu Tunnelplaats).

De tweede "Deutschsprachige Evangelische Kirche"


Op 31 maart 1879 ging men over tot de stichting van een kerkgemeenschap. Onder voorzitterschap van dhr. D. Fuhrmann werd Pastor H. Meyer beroepen, die op 21 september 1879 door pastor Fuchs van de Noorse (Lutherse) werd ingeleid in zijn ambt. De tweede Duitse kerk van Antwerpen was een feit en begon aan een spectaculaire groei. Reeds in 1882 telde de gemeente 286 leden en in 1886 kon de voorganger een levenslang contract worden aangeboden. Voor de erediensten maakte men gebruik van de Noorse kerk en de Mariners Church. Bij koninklijk besluit (15 februari 1890) werd de gemeente ook officieel erkend als Eglise Protestantse vangelique allemand dAnvers. Op 13 mei 1890 kwam de bestuursraad van de "kerkfabriek", bestaande uit de heren A. von Bary, W. Bertrand, J.W. Konitzky, A Schuchard, H.E. Tieman (e.o. Pastor H. Meyer) voor het eerst bijeen. Zij konden meteen de eerste gift (10.000 frs !) in ontvangst nemen voor de bouw van een eigen kerk.

De bouw van de 'Christuskirche' aan de Bexstraat


Alf. Schuchard engageerde de jonge architect Joseph Hertogs en nam een optie op een terrein dat aan het einde van rue Floris (Florisstraat, de notulist schrijft Florus) lag. Op 1 mei 1891 werden de plannen van architect Hertogs besproken en goedgekeurd. De geraamde kosten waren 185.000 frs. Op 31 juli werd het terrein aangekocht op voorwaarde dat een straat werd aangelegd langs de kerk om de Florisstraat met het Stadsparkt te verbinden. Op 25 mei 1892 begon de firma J.H. Bolse & C" de werken. Op 6 juli 1892 verrichtten de drie oudste gemeenteleden de eerste steenlegging: Frau Wwe. Bunge, Herberts en Brosy. Op 20 mei 1893 kon het kruis op de toren worden geplaatst. Op 1 oktober werd de eerste kerkdienst gebouw gehouden en op allerheiligen, 1 november 1893 vond de plechtige en feestlijke inwijding van het nieuwe kerkgebouw plaats. In aanwezigheid van talrijke autoriteiten (maar liefst 24 geestelijken in vol ornaat) mocht de vriend van het eerste uur, Pastor Fuchs de kerk inwijden, waarna de Pastor loci, H. Meyer, de feestpredikatie hield. De Duitse Liedertafel zong, muziekdirecteur Jan Blockx dirigeerde het orkest (o.a. een deel van een symfonie van Beethoven). Het orgel (een Walcker-orgel met 20 spelen, 2 manualen en pedaal) was al wel geschonken (fam. Konitzky), maar kon pas op 1 juli 1894 in gebruik genomen worden. Na afloop van de dienst overhandigde de vertegenwoordiger van de Duitse gezant te Brussel, prins Thurn und Taxis, aan dhr. Alfred Schuchard, (de drijvende kracht achter het project) de kroonorde III. klasse. Een uitgebreid verslag is te lezen in Le Prcurseur.

De architect Joseph Hertogs (1861-1930)


Deze toen nog jonge architect, werkte in de jaren 1891-1893 aan drie godshuizen tegelijk: een DuitsLutherse, een Vlaams-evangelische en een Joods-sefardische: Christuskirche (Bexstraat 9) inwijding 1 november 1893 Vlaamse Evangelische Kerk (Bexstraat 13) inwijding 29 oktober 1893 Synagoge Shomre Hadass (Bouwmeesterstraat) inwijding 7 september 1893 De link tussen deze gemeenschappen en de genoemde architect verdient een apart onderzoek. Op het eerste gezicht is er maar n: godsdienst (nl. niet roomskatholiek).

Het gebouw
- De afmetingen van de Christuskirche: 33.50 m lang, 13,50 m. breed, 18 m. hoog. De buitenhoogte van het dak: 23 m. De torenspits 59.50 m. De gehele lengte van de faade inclusief de beide huizen (Ksterhaus r. Pfarrhaus l. ) bedroeg 57.50 m. Oppervlakte van de grond: 1172 m2 .

- Het houten gewelf was ontworpen op grond van tekeningen uit de Westminster Abbey in Londen. De torenklok had 3 wijzerplaten (oost-zuid-west) en sloeg halve en hele uren. Het altaar, de doopvont en het Liederenbord waren geleverd door de beeldhouwer Pierre Peeters. Aantal vaste zitplaatsen: 350-450. Bij concerten en andere gelegenheden konden op veilige manier 900 zitplaatsen gecreerd worden. Daarbij konden nog 100-200 personen op de orgelgalerij geplaatst worden en in de 3 loggia terzijde. - In het koor bevonden zich drie glasramen, geschonken door gemeenteleden (von Bary, Schoeller, Rhodius), vervaardigd in de knigl. Hofglasmalerei te Mnchen. Daaronder bevonden zich afbeeldingen van de 4 evangelisten, op linnen geschilderd door Albr. de Vriendt (directeur Koninklijke Academie van Antwerpen). Talloze andere schenkingen (Stiftungen, Spenden) sierden de kerk. - Opvallend waren nog de vele geschilderde muurteksten.

Een korte geschiedenis met een abrupt einde.


- De kerk floreerde tot 1914, maar raakte tijdens de Duitse bezetting in een crisis, omdat veel van de trouwste leden inmiddels (ook) Belg waren geworden. De bezetter annexeerde echter de kerkruimte voor haar kerkdiensten en Pfr. Frick, die Pastor Meyer (pensioen 1911) opgevolgd was, werkte ook als legeraalmoezenier. Het gevolg liet zich raden: Op 08/08/1919 werd de kerk onder sequester gesteld en het beheer van de goederen toevertrouwd aan de beheerraad van de Protestantse kerk aan de Lange Winkelstraat. Enkele leden van de Christuskirche hadden tijdens de oorlog zich reeds losgemaakt van de Duitse Christuskirche om eigen (franstalige) kerkdiensten te houden. Na de oorlog sloot deze gemeenschap (instigator was Alb. Oboussier, eerste kerkeraadsleden: de dames Grein, Kreglinger en dhrn Fuhrmann-Marsily, Gerling, Schmid en Wittemans) zich aan bij de Zendingskerk (1920).

Radio t Kerkske
In 1922 begint George De Caluwe te experimenteren met het nieuwste medium van die tijd: de radio. Hij komt in contact met William Thomas, predikant van de net opgerichte kerk der Methodisten (franstalig). Deze huurde de Christuskirche om daar zijn Heures Spirituelles te laten doorgaan, een soort 'kerkdiensten' met nadruk op muziek en cultuur. "Wat jammer dat niet meer mensen dit kunnen horen", moet de Caluw hebben gezegd en zo ging de bal aan het rollen. Zij komen tot een afspraak dat hij de toren mag gebruiken voor zijn radio en dat ds. Thomas zijn ei dan kwijt kan op de radio. In 1926 is radio Antwerpen ON4ED voor het eerst in de ether, oftewel radio t kerkse is geboren. Na de oorlog strijdt hij tevergeefs om een licentie en wordt radio-piraat. In de eerste jaren zond de Caluw geregeld orgelconcerten uit. Het Walcker-orgel van de Christuskirche was namelijk n van de mooiste instrumenten van Antwerpen (vergelijkbaar met het orgel van dezelfde bouwer (maar van later datum) in de protestantse kerk van de Lange Winkelstraat).

Het doek valt voor de Christuskirche


In de Tweede Werelooorlog herhaalt zich qua kerkgebruik - het scenario van 1914-1918: Het wordt soldatenkerk, met een echt nazi als predikant. De dochter van de toenmalige concirge herinnert zich nog hoe ze op zondagmorgen de soldatenlaarzen hoorde stampen als men in het gelid opmarcheerde naar de kerk. Opnieuw een zwarte bladzij Na de oorlog wordt de kerk de va ste vergaderplaats voor de Vlaamse 'bijbeldag' en vanaf 1948 houdt een groep franstalige antwerpse protestanten (deels afstammend van de toenmalige Duitse protestantse families) hun kerkdiensten in de Christuskirche. Zij smelten na verloop van tijd samen met de reeds genoemde franstalige methodisten. De laatste dienst gaat door in november 1966. Dan wordt de kerk opgegeven wegens te bouwvallig.in 1973 sneuvelt de toren, in 1978 valt het doek over de kerk. Het prachtige gebouw, met z'n combinatie van neo-gothische en art-nouveau

elementen, met z'n unieke houten plafond (met een fraaie metalen constructie!) en z'n romantisch orgel: alles sneuvelt onder de slopershamer van de ongenadig oprukkende moderne tijd. Geen spoor is er nog te vinden, behalve een klein stukje tuinmuur (tussen de Rembrandtstraat en de Bexstraat) en

De gebrandschilderde vensters
zeven quadraten van de drie vensters in het koor zijn teruggevonden Het verhaal van een Pfarrer, die het niet kon aanzien dat zomaar een hele kerk onder de slopershamer verdween en die er persoonlijke voor zorgde, dat tenminste nog iets tastbaars/zichtbaars, iets moois van dit unieke gebouw voor het nageslacht zou worden bewaard. In 1978 werden delen van de glasvensters voorzichtig gedemonteerd en ondergebracht bij een aantal mensen, die de schat hen toevertrouwd hebben gekoesterd tot vandaag. De Christuskirche is niet helemaal van de aardbodem verdwenen; ze bestaat nog in de vorm van zeven glasramen 30 jaar na afbraak, verspreid over Belgi en Duitsland Dick Wursten, Antwerpen, 09/09/2006
www.dick.wursten/christuskirche.htm

Vous aimerez peut-être aussi