Vous êtes sur la page 1sur 12

RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij SKJ Stichting EduPartners St.

Eustatius

Plaats : St. Eustatius BRIN-nummer : 30LC Datum instellingsbezoek: 15 november 2011 Rapport vastgesteld te Tilburg op 14 februari 2012

Inhoud
1 2 3 Inleiding 5 Bevindingen 7 Conclusie en vervolgafspraken 11

Pagina 3 van 12

Inleiding
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 15 november 2011 een onderzoek uitgevoerd op SKJ Stichting EduPartners, St. Eustatius, naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en begeleiding en de naleving van wet- en regelgeving. Het betreft een eerste kwaliteitsonderzoek sinds de instellingen in Caribisch Nederland op 10 oktober 2010 onder toezicht zijn gesteld van de Inspectie van het Onderwijs. De conclusies van dit onderzoek kunnen daarom worden beschouwd als een eerste beoordeling op basis waarvan de instellingen en hun besturen kunnen werken aan het consolideren en borgen van bestaande kwaliteit, alsmede gerichte maatregelen kunnen treffen om geconstateerde tekortkomingen op te heffen. De inspectie zal over een periode van vijf jaar (2011-2016) jaarlijks op alle instellingen aspecten van de kwaliteit van het onderwijs beoordelen en de verbeteractiviteiten nauwgezet volgen. Uiterlijk 2016 dient de instelling te voldoen aan basiskwaliteit. Toezichthistorie In de aanloop naar de staatkundige verandering van 2010, waarbij St. Eustatius een bijzondere gemeente van Nederland zou worden, heeft de Inspectie van het Onderwijs in 2008 de opbrengsten van de instelling beoordeeld. Deze zijn ontleend aan het onderzoek uitgevoerd door Regioplan (Klaver & Od, 2008) waarin de conclusie werd getrokken dat de resultaten het eerste jaar zeker succesvol zijn geweest, maar dat de opbrengsten van het tweede jaar bij de deelnemers aan het traject bij Zagen en Schaven tegenvallen. Na de formele aanwijzing tot toezichthouder heeft de Inspectie van het Onderwijs op 24 mei 2011 een kennismakingsbezoek aan de instelling gebracht. Tijdens dit bezoek gaf de leiding een presentatie van de ontwikkeling van het onderwijs op de instelling en gaf de inspectie een toelichting op het komende toezicht. Met het onderhavige onderzoek heeft de school voor het eerst sinds lange tijd weer een actuele kwaliteitsbeoordeling van de toezichthouder. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Een controle op de aanwezigheid van de wettelijke documenten: beleidsplan, onderwijsovereenkomst. Een controle op de onderwijstijd die de instelling heeft gepland. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling die bij de inspectie aanwezig zijn. Instellingsbezoek, waarbij de onderwijspraktijk in verschillende lessituaties en beroepspraktijkvorming is geobserveerd. Gesprekken met de directie en de maatschappelijk werker over de kwaliteit van verschillende aspecten waaronder het programma en het leerproces. Een gesprek met facilitators en guestteachers. Een eindgesprek met de projectleider - vertegenwoordiger van de directie - na afloop van het instellingbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie de kwaliteit van de volgende aspecten: Educatieve intake, Programma, Leerproces, Trajectbegeleiding, Omgang en veiligheid, Kwaliteitszorg 1 .
1

Kwaliteitsdomeinen zoals beschreven in De basiskwaliteit middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en sociale kanstrajecten jongeren (skj) in Caribisch Nederland, Inspectie van het Onderwijs, Utrecht, maart 2011

Pagina 5 van 12

Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het document De Basiskwaliteit van het Middelbaar Beroepsonderwijs (mbo) en de sociale kanstrajecten jongeren (skj) in Caribisch Nederland (Inspectie van het Onderwijs, Utrecht, maart 2011). Dit document sluit aan op het Toezichtkader beroeps- en volwasseneneducatie 2011. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl Ook bij dit onderzoek is gebruikgemaakt van de Wet Sociale Kanstrajecten Jongeren BES. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Hoofdstuk 3 geeft de conclusie en afspraken met de instelling weer.

Pagina 6 van 12

Bevindingen
In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De kwaliteitsdomeinen zijn beschreven in het document De basiskwaliteit middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en sociale kanstrajecten jongeren (skj) in Caribisch Nederland. De bevindingen van het onderzoek worden vooralsnog niet weergegeven in de vorm van een score maar in een beschrijving van de aangetroffen kwaliteit. Voor het rendement geldt een andere benadering. Hiervan geeft de inspectie aan of de instelling naar haar oordeel bij de meest recente opbrengstmeting of de instelling voldoende vooruitgang heeft geboekt ten opzicht van de beginsituatie en ten opzichte van de voorgaande opbrengsten. Een definitieve inspectienormering voor het rendement van skjs in Caribisch Nederland wordt nog ontwikkeld. Algemeen beeld Ondanks de inspanningen van directie en team van de Stichting EduPartners zijn nog veel verbeteringen wenselijk en noodzakelijk. Het kwaliteitsdomein omgang en veiligheid is van voldoende kwaliteit, maar de overige domeinen voldoen niet aan de basiskwaliteit. Het zwaartepunt van de noodzaak tot verbetering ligt in (de samenhang tussen) de domeinen programma, leerproces, trajectbegeleiding en kwaliteitszorg. Het rendement beoordeelt de inspectie nog niet omdat de norm nog in ontwikkeling is. De noodzakelijke verbeteringen zullen de nodige inspanningen van alle betrokkenen vergen. De Stichting EduPartners werkt aan een nieuw programma en aan de verbetering van de intake. Ook wil de leiding in samenwerking met de Gwendoline van Puttenschool een mbo opleiding met diplomering starten. De Stichting EduPartners heeft echter veel problemen die de ontwikkeling van het onderwijs, binnen de sociale kanstrajecten jongeren, belemmeren. Deze betreffen het aantrekken van gekwalificeerd onderwijspersoneel, de financiering en de inrichting van lokalen voor praktisch onderwijs, arbeidstoeleiding en de aanschaf van geschikt lesmateriaal. Hieronder volgt een toelichting per kwaliteitsaspect. Toelichting De educatieve intake De eerste intake van de deelnemers kent twee componenten: een educatieveen een zorgcomponent. Met name de educatieve component wordt te algemeen ingevuld en voldoet nog niet aan de eisen van de basiskwaliteit. De maatschappelijk werker verzorgt de zorgintake. Specialistische hulp om deelnemers te diagnosticeren is niet beschikbaar. Er zijn daardoor te weinig gegevens bekend over het niveau van de deelnemer. De intake is een belangrijke voorwaarde om te komen tot individuele trajecten. Het is daarmee een basisconditie om als stichting voor sociale kanstrajecten jongeren goed te kunnen functioneren. De inspectie constateerde dat de stichting geen onderwijsovereenkomsten opstelt waarin de wederzijdse rechten en verplichtingen van de deelnemer en de instelling zijn vastgelegd. Door het ontbreken van deze overeenkomst bestaat onduidelijkheid over afspraken voor het individuele traject.

Pagina 7 van 12

Programma Het programma voldoet nog niet aan de basiskwaliteit. Er is geen duidelijk verband gelegd tussen de verschillende algemeen vormende vakken en praktijklessen enerzijds en de kwalificatiedossiers of skj-certificaten anderzijds. Via het vak burgerschapsvorming wil de instelling verbanden leggen met andere vakken. Het programma is bovendien nog te algemeen van aard. De aangeboden leerstof is onvoldoende afgestemd op de individuele kenmerken van de deelnemer. Daarover zijn, zoals eerder aangegeven, bij de intake geen afspraken gemaakt met de deelnemer. In het schooljaar 2011-2012 heeft de Stichting EduPartners een begin gemaakt met de aanpassing van het programma. Er zijn nu drie sectoren: administratie, horeca (hospitality) en groen (agriculture). Het programma is opgedeeld in een voor- en een hoofdtraject. Daarna worden deelnemers nog zes maanden begeleid in een natraject om het behoud van een baan te bevorderen. In het voortraject bevat het programma een aanbod voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, basisredzaamheid, digitale vaardigheden, sport en spel, cultureel artistieke vorming en het behalen van het rijbewijs. Het hoofdtraject bestaat uit delen van de assistentenopleiding voor horeca, administratie, groen (agriculture) en maritiem. Ook volgen de deelnemers les in de Engelse taal, Nederlands, rekenen en sociale vaardigheden. De keuzes voor de deelnemers blijven beperkt tot de vier leerdomeinen in het hoofdtraject. Tijdens de individuele begeleiding kan het traject zo nodig worden aangepast aan de keuzes van de deelnemers. Dat gebeurt op basis van onderlinge afspraken die niet zijn vastgelegd, waardoor niet duidelijk is vast te stellen of het gaat om beredeneerde keuzes om het programma aan te passen aan individuele leer- en ontwikkelingsbehoeften. De Stichting EduPartners heeft de ambitie om op termijn competentiegericht onderwijs te realiseren. Die ontwikkeling vraagt de nodige tijd en grote inspanning van alle betrokkenen. Er is nog weinig sprake van samenwerking of afstemming met de Gwendoline van Putten School bij de ontwikkeling van een mbo-1 opleiding; de ambitie van de Stichting EduPartners. Leerproces De lessen worden klassikaal gegeven. Er heerst een rustige sfeer. Het leerproces in de geobserveerde lessen is gericht op het behalen van het rijbewijs en het schrijven van een sollicitatiebrief in het Engels. De onderwijsactiviteiten zijn voldoende gestructureerd, maar het leerproces in zijn geheel voldoet niet aan de basiskwaliteit. De actieve betrokkenheid van de deelnemers is gering. De werkvormen zijn niet stimulerend of afgestemd op de afgesproken maatwerktrajecten. De ontwikkeling van zelfstandigheid wordt door de docerende wijze van lesgeven niet gestimuleerd. Maatwerk in de algemeen vormende vakken kan de instelling pas realiseren wanneer er duidelijkheid bestaat over de specifieke hulpvragen. Daarnaast beschikt de stichting voor de realisering van maatwerk niet over een aanvullend, verrijkend aanbod zoals bijvoorbeeld voor de deelnemer die al een rijbewijs bezit. Trajectbegeleiding De trajectbegeleiding is intensief maar voldoet niet aan de basiskwaliteit. De invulling van een goede trajectbegeleiding staat of valt met een goede (educatieve) intake. Zoals hierboven aangegeven is deze intake nog te algemeen van aard. De keuzes van de deelnemers voor een vervolgstudie en werk worden niet systematisch geregistreerd.

Pagina 8 van 12

In het voor- en hoofdtraject krijgen deelnemers de gelegenheid in diverse arbeids- en leerdomeinen stage te lopen om zo meer zicht te krijgen op hun voorkeuren en mogelijkheden. Dat blijkt niet in alle gevallen mogelijk te zijn. De beperkingen betreffen de beschikbaarheid van stageplekken en de beschikbare begeleiding (leermeesters). Om zorg te dragen voor waardevolle stages wordt met behulp van het kenniscentrum Calibris gewerkt aan scholing van leermeesters in de stagebedrijven (bpv). Er zijn nu twee geaccrediteerde bpvbedrijven. De omgang met en begeleiding van de jongeren is op de bezochte stageplekken respectvol en uitnodigend tot werken. De jongeren worden in hun individuele leerproces stimulerend begeleid. De begeleiding is hierbij afgestemd op de mate van zelfstandigheid die past bij de jongere. Door zelfevaluatie van de deelnemers bij de stage en evaluatie door de begeleider worden de vorderingen van de deelnemer bijgehouden. De evaluaties hebben een summier en algemeen karakter. De leerwensen van de deelnemer op de evaluatieformulieren zijn niet expliciet geformuleerd, waardoor uitsluitend op globale gedragingen kan worden bijgestuurd. Juist skj-deelnemers zijn gebaat met adequate feedback op hun activiteiten, zodat door tijdige correctie en aanpassing een beter toekomstperspectief ontstaat. Tijdens de lessen en begeleiding van de stage bleek de grote betrokkenheid van docenten en begeleiders bij hun deelnemers Aan het begin van het hoofdtraject volgt een tweede, te algemene intake. De toetsing van deelnemers is in ontwikkeling. Er is een begin gemaakt met een voorgestructureerd portfolio per deelnemer op twee verschillende niveaus. Met het portfolio wil de Stichting EduPartners deelnemers intensief volgen en beoordelen. Voor preventie en interventies bij risicodeelnemers werkt de Stichting EduPartners samen met ketenpartners. De stichting onderhoudt daarvoor contacten met het expertisecentrum Onderwijs en Zorg en de leerplichtambtenaar. Concrete afspraken moeten nog worden uitgewerkt. Deze betreffen samenwerking gericht op preventieve activiteiten en de inzet van betrokkenen bij incidenten. Omgang en veiligheid Omgang en veiligheid voldoen aan de basiskwaliteit. De deelnemers en het personeel gaan, zowel in de instelling als in de praktijk, zorgvuldig en respectvol met elkaar om. Door de kleine organisatie heeft de leiding goed zicht op incidenten. In individuele gesprekken wordt alle deelnemers gevraagd naar hun gevoel van veiligheid. Deze relevante gegevens, die moeten kunnen leiden tot maatregelen, worden niet systematisch vastgelegd op instellingsniveau. Rendement kanstrajecten De beschikbare gegevens over het succesvol afronden van het traject zijn beperkt en onvolledig. De noodzaak van een adequaat registratiesysteem waarmee deelnemers kunnen worden gevolgd, is evident. Voor de deelnemers die in 2011-2012 een traject zijn gestart, is een begin gemaakt met een intensievere registratie. Een belangrijk uitgangspunt voor het oordeel over het rendement vormt het percentage deelnemers dat binnen de afgesproken duur van het traject succesvol uitstroomt. Uit de summiere gegevens blijkt dat in 2008 en 2009 iets meer dan de helft van de ingeschreven deelnemers na ruim twee jaar een betaalde baan heeft gevonden en behouden in de sectoren horeca, zorg/hulp, administratie en timmeren. Ruim twintig procent van de deelnemers heeft het skj-traject verlengd en ruim twintig procent heeft geen baan of vervolgonderwijs gevonden.

Pagina 9 van 12

In 2010 zijn geen deelnemers ingeschreven. Volgens de leiding beschikt de Stichting EduPartners niet altijd over voldoende (financile) middelen om deelnemers op te vangen. De deelnemers die het onderwijs met goed gevolg hebben doorlopen ontvangen een certificaat. Een startkwalificatie kan binnen het skj-traject niet worden behaald. Daarvoor is het noodzakelijk dat de stichting EduPartners een samenwerking met de Gwendoline van Putten school aangaat. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg staat nog in de kinderschoenen. Het ontbreekt de instelling aan instrumenten om de kwaliteit van het onderwijsproces in beeld te brengen. Er zijn veel gegevens bekend bij de leiding, maar de meeste zijn slecht geadministreerd. Het digitale administratiesysteem is nog niet in gebruik. Er zijn geen systematische evaluaties van de onderwijsleerprocessen of het rendement. Ook een specifiek beleidsplan, ontwikkelingsplan (jaarplan) of jaarverslag ontbreekt. De toetsing van deelnemers wordt dit jaar meer systematisch opgestart aan de hand van een uitgewerkt kader voor competenties.

Pagina 10 van 12

Conclusies en vervolgafspraken
De Stichting EduPartners verzorgt sociale kanstrajecten voor jongeren die eerder zijn uitgevallen uit het voortgezet onderwijssysteem. Dat doen de leiding en begeleiders met grote betrokkenheid. Het rendement is niet volledig in beeld gebracht, maar wijst op een plaatsingspercentage op de arbeidsmarkt van 60 procent. De gegevens van het voortraject van de jongeren worden onvoldoende benut. De educatieve intake is onvoldoende. Daardoor kan de Stichting EduPartners geen maatwerk leveren. Een individueel traject is dan ook niet vastgelegd in een getekende onderwijsovereenkomst. De mogelijkheden en de keuzes van de deelnemers zijn tot nu toe onvoldoende uitgewerkt en vastgelegd, waardoor het programma en de trajectbegeleiding niet goed kunnen worden ingevuld. Met de leiding is afgesproken dat zij een instellingsverbeterplan opstelt voor mei 2012. Daarin neemt de leiding het door haar beoogde traject op om tot diplomering op mbo niveau te komen en daarbij de afstemming met de ontwikkeling van het mbo op de Gwendoline van Putten School. Verder is met de leiding afgesproken dat de onderwijsovereenkomst wordt verbeterd. De afspraak met de deelnemer over het te behalen niveau en het aanbod om dit te realiseren wordt daarin vastgelegd. Daarnaast wordt het curriculum voor de algemeen vormende vakken uitgeschreven. Het gaat hierbij in eerste instantie om het Engels en het Nederlands, rekenen en digitale vaardigheden. Tot slot is afgesproken dat de leiding voor mei 2012 een analyse van de leeropbrengsten vanaf 2008 maakt. Naleving Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd. Aanbod De Stichting EduPartners stuurt de Inspectie van het Onderwijs voor april 2012 het vastgestelde raamplan dat als basis dient voor de uitvoering van de sociale kanstrajecten jongeren. De Stichting EduPartners kan onvoldoende aantonen dat zij een passend sociaal kanstraject aanbiedt aan jongeren die hiervoor in aanmerking komen. Voor mei 2012 zijn er getekende onderwijsovereenkomsten met de deelnemers waarin het skj individueel maatwerk vastlegt. Leerlingenzorg De Stichting EduPartners heeft geen handelingsplannen gemaakt voor alle zorgleerlingen. Met de directie is afgesproken dat zij in 2012 streeft naar een volledige dekking; voor alle skj-deelnemers is er dan een handelingsplan.

Pagina 11 van 12

Het beeld van de kwaliteit van het onderwijs zoals blijkt uit dit inspectierapport vormt voor de inspectie het uitgangspunt voor het opstellen van een toezichtplan. Hierin zijn de onderwerpen opgenomen waaraan de inspectie tijdens de schoolbezoeken in 2012 specifieke aandacht zal schenken. Zo weet de school voor deze periode op welke onderwerpen de nadruk zal liggen in voortgangsgesprekken en kwaliteitsonderzoeken en welke informatie zij de inspectie daarover vooraf aan moet leveren.

Pagina 12 van 12

Vous aimerez peut-être aussi