Vous êtes sur la page 1sur 11

HET REFERENDUM VAN 2010 OVER DE STAATKUNDIGE TOEKOMST VAN BONAIRE

Eindrapport van de Referendum Commissie Bonaire 2010

Bonaire, 16 februari 2011

[Type text]

1. Inleiding en samenvatting
Op 20 oktober 2010 heeft de Eilandsraad van het eilandgebied Bonaire een eilandsverordening vastgesteld inzake het houden van een referendum op Bonaire over de staatkundige toekomst van Bonaire, te houden op 17 december 2010 (A.B. 2010, no. 10). De in het referendum voorgelegde keuze, zoals opgenomen in de desbetreffende eilands-verordening, luidde: Ik ben het ermee eens dat Bonaire een openbaar lichaam in de zin van artikel 134 van de Nederlandse Grondwet is geworden Ja (of) Nee. De eerder bij eilandsbesluit van 14 juli 2010 ingestelde Referendumcommissie Bonaire 2010 werd belast met de voorlichting voor het referendum. De voorlichtingscampagne van het referendum is gestart op 11 november 2010 en is gevoerd gedurende ca. 5 weken. Het referendum werd gehouden op 17 december 2010 in aanwezigheid van een waarnemer namens de Verenigde Naties De uitslag van de stemming was volgens de tellingen op de avond van de dag van stemming als volgt: Referendum 17 december 2010 Aantal kiesgerechtigden Aantal geldig uitgebrachte stemmen Aantal ongeldig uitgebrachte stemmen Percentage geldig uitgebrachte stemmen Keuze Ja Neen Blanco Aantal geldige stemmen Aantal stemmen 391 2.879 45 3.315

9.698 3.315 99 34,18 Percentage 11,79 86,85 1,36 100

De officile vaststelling van de uitslag door het Hoofdstembureau vond plaats op 22 december 2010.

[Type text]

2. De formele grondslag voor het referendum.


a. Politieke besluitvorming Het constitutionele recht in engere zin van Bonaire kent geen grondslag voor besluitvorming door middel van een referendum. Dat maakt het houden van een referendum steeds afhankelijk van politieke besluitvorming door de Eilandsraad, waarbij ook slechts door diezelfde Eilandsraad aan de uitslag van een referendum rechtens een betekenis kan worden gegeven. De binding aan die uitslag is daarom binnen de gelding van het Bonairiaanse staatsrecht in engere zin van politieke aard. Het houden van een referendum en de modaliteiten daarvan worden per geval geregeld door een Eilandsverordening. b. Recht op zelfbeschikking Referenda met betrekking tot besluiten over de staatkundige positie van Bonaire in een groter verband zijn tevens verbonden met het internationaal erkende recht op zelfbeschikking. Het zelfbeschikkingsrecht is gebaseerd op de gedachte dat alle volken het recht hebben om in alle vrijheid hun eigen lot te bepalen en is onder meer neergelegd in mensenrechtenverdragen zoals het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Sociale, Economische en Culturele Rechten. Ook door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is door middel van enkele resoluties het recht op zelfbeschikking erkend en nader bepaald. Deze erkenning geldt in beginsel voor volken van nietzelfbesturende gebieden of die verkeren in een staat van dekolonisatie. Voor de bevolking van Bonaire geldt dat recht daarom niet langer sinds de totstandkoming van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in 1954, in het kader waarvan de in het Koninkrijk verbonden voormalige kolonies werden afgevoerd van de door de Verenigde Naties gehouden lijst van niet-zelfbesturende landen. Niettemin is binnen het Koninkrijk sindsdien een nog voortdurende gelding van het zelfbeschikkingsrecht voor afzonderlijke eilanden van de Nederlandse Antillen politiek erkend. Deze erkenning vond plaats tijdens de Ronde Tafel Conferentie van 1981, terwijl een bevestiging van dat recht volgde tijdens de Ronde Tafel Conferentie van 1983. Op grond van die erkenning van het eilandelijk zelfbeschikkingsrecht, kan Bonaire, enerzijds -intern- zelf haar eigen staatkundige status bepalen, waarbij de reikwijdte van dat zelfbeschikkingsrecht wordt bepaald door de resultaten van de onderhandelingen binnen het eigen staatsrechtelijk verband, het Koninkrijk der Nederlanden. Anderzijds zijn voor de uitoefening van het recht op zelfbeschikking in externe zin, de door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen resoluties bepalend. Op grond van die resoluties eindigt de gelding van het zelfbeschikkingsrecht van Bonaire slechts door het bereiken van staatkundige onafhankelijkheid of door opneming van Bonaire binnen het Nederlandse staatsverband. Binnen het Koninkrijk wordt erkend dat het recht op zelfbeschikking ook in geval van integratie met het voormalige moederland blijft gelden, zij het dat in dat geval slechts de keuze voor onafhankelijkheid open staat. Als gevolg van het voorgaande gold binnen het constitutionele recht van Bonaire in ruimere zin voor dit referendum het internationaal erkende recht op zelfbeschikking; ten aanzien van de inmiddels gerealiseerde integratie met Nederland was niet eerder een referendum gehouden. Dat recht komt toe aan het volk van Bonaire en niet aan de bestaande bestuurlijke organen van Bonaire. Door de politieke aanvaarding daarvan zijn de bestuurlijke organen van Bonaire gebonden aan de uitkomst van een door hen uitgeschreven referendum met betrekking tot de staatkundige positie van Bonaire. Niettemin werd in artikel 4, eerste lid, van de eilandsverordening bepaald dat de uitslag van het referendum bij eilandsraad wordt vastgesteld indien een meerderheid van 51% van de kiesgerechtigden geldig een stem heeft uitgebracht. Daarmee is niet op voorhand duidelijk wat de betekenis is van het lagere percentage geldig uitgebrachte stemmen van 34,18 %.

[Type text]
c. De aard van het referendum van 17 december 2010 Het referendum van 17 december 2010 over de vraag of de bevolking van Bonaire instemt met de opneming in het Nederlandse staatsbestel is in het licht van de desbetreffende resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties verbonden met het zelfbeschikkingsrecht van volken. De Referendumcommissie heeft in haar voorlichting aandacht geschonken aan het binnen het Koninkrijk bestaande verschil in uitleg van het voor de eilandgebieden van de voormalige Nederlandse Antillen erkende zelfbeschikkingsrecht. In de opvatting van de Nederlandse regering is het zelfbeschikkingsrecht beperkt tot wat genoemd wordt de externe werking ervan, bestaande in de vrijheid te kiezen voor onafhankelijkheid. Elke andere optie behoeft de instemming van de partners in het Koninkrijk. In de binnen de voormalige Nederlandse Antillen levende opvatting geldt het zelfbeschikkingsrecht zonder die beperking, zodat ook voor een in vrijheid te bepalen associatief verband met Nederland kan worden gekozen, zij het in overleg met de partners binnen het Koninkrijk. In dat overleg is dan de uitslag van een referendum in beginsel maatgevend. Als gevolg daarvan heeft de commissie in haar voorlichting benadrukt dat een afwijzing van de inmiddels gerealiseerde integratie met Nederland zal dienen te leiden tot nader overleg binnen het Koninkrijk over de staatkundige positie van Bonaire, in die zin dat de aard van het aan de bevolking van Bonaire toekomende recht op zelfbeschikking tenminste onderwerp zal dienen te zijn van de besluitvorming. Voor de interne werking van het zelfbeschikkingsrecht voor Bonaire betekent dat, dat aan de bepaling van artikel 4, eerste lid, van de Eilandsverordening de betekenis toekomt dat de Eilandsraad het in de verordening geregelde referendum niet wenst te beschouwen als een zelfbeschikkingsreferendum, nu het aantal geldig uitgebrachte stemmen lager was dan de daarvoor vastgestelde 51% van de kiesgerechtigden. Dat betekent dat de Eilandsraad zich niet op voorhand wenste te binden aan de uitslag van het referendum bij een lagere opkomst dan 51% van de kiesgerechtigden. Daarbij rijst de vraag of het politiek bindende karakter van een zelfbeschikkingsreferendum als besluitvorming door de bevolking - afhankelijk kan worden gesteld van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. Op grond daarvan dient de eilandsraad van Bonaire zich alsnog te beraden op de betekenis van de uitslag van het referendum. Indien de raad niet wenst te besluiten in overeenstemming met uitslag van het referendum, waarbij met een meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen de integratie met Nederland werd verworpen, kan in weerwil van de considerans van de referendumverordening het referendum niet worden beschouwd als een zelfbeschikkingsreferendum. Strikt genomen zou dan de bevolking het haar toekomende recht om zich uit te spreken over de gerealiseerde integratie met Nederland (nog) niet hebben uitgeoefend. Indien de raad wel besluit in overeenstemming met de uitslag van het referendum, ontstaat de situatie dat op grond van artikel 4, eerste lid, van de eilandsverordening kiesgerechtigden hebben kunnen menen dat een lagere opkomst bij het referendum dan 51% van de kiesgerechtigden een politiek niet bindende uitslag van het referendum behoorde te betekenen. Omdat de uitkomst van een zelfbeschikkingsreferendum bindend is voor politieke organen, zouden kiezers die van hun kiesrecht geen gebruik hebben gemaakt in dat geval eveneens met recht kunnen oordelen dat door de bevolking van Bonaire het recht op zelfbeschikking (nog) niet is uitgeoefend. Als de eilandsraad het referendum, gegeven de opkomst van minder dan 51% van de kiesgerechtigden, toch beschouwt als een zelfbeschikkingsreferendum, kan de conclusie geen andere zijn dan dat de integratie met Nederland door de bevolking van Bonaire is afgewezen. Dan geldt immers de uitslag van het referendum, waarbij door een ruime meerderheid van de uitgebrachte stemmen de opneming van Bonaire binnen het Nederlandse staatsbestel werd afgewezen. Daarbij komt door de aard van het kiesrecht geen betekenis toe aan de omstandigheid dat een groot aantal kiesgerechtigden geen stem hebben uitgebracht. Beslissend is immers de keuze die in meerderheid is gemaakt door de kiesgerechtigden die wel hun stem hebben uitgebracht. In haar voorlichting heeft de commissie aan dit vraagstuk geen aandacht besteed, omdat het slechts op haar weg lag de kiezers op te roepen hun stem uit te brengen.

[Type text]
d. De politisering van het referendum Het voorgaande kan niet los worden gezien van de feitelijke politisering van het referendum in de aanloop naar de organisatie ervan en gedurende de voorafgaand aan de feitelijke stemming gehouden informatiecampagne. De aard van een referendum brengt met zich, dat in de bestuurlijke organen vertegenwoordigde politieke partijen zich terughoudend opstellen bij de besluitvorming over en de informatiecampagne van een referendum. Dat geldt eens te meer voor referenda in het kader van het zelfbeschikkingsrecht, dat immers bij uitsluiting van politieke organen toekomt aan de bevolking zelf. Tegenover de kiezers dient die terughouding zich binnen de Eilandsraad te uiten als een maximale inspanning tot het bereiken van consensus met betrekking tot de organisatie van het referendum. Echter, door de al op voorhand bestaande politisering van het referendum was daarvan binnen de Eilandsraad geen sprake. Door de Bonairiaanse politieke partijen is niet of nauwelijks campagne gevoerd met betrekking tot het onderwerp van het referendum. In de plaats daarvan werd ook tijdens de informatiecampagne de discussie voortgezet over zin en noodzaak van het referendum en over de wijze van informatieverstrekking door de referendumcommissie en de inhoud daarvan. Belangrijke elementen daarin waren een uitnodiging aan de referendumcommissie tot overleg met de Centrale Commissie van de eilandsraad over de informatiecampagne en de oproep van een prominente politieke partij aan de kiezers om van hun kiesrecht geen gebruik te maken. Om haar onafhankelijkheid en onpartijdigheid te kunnen waarborgen heeft de referendumcommissie geen gevolg kunnen geven aan de bedoelde uitnodiging. De oproep van in de Eilandsraad vertegenwoordigde politieke partijen aan de kiezers om van hun kiesrecht geen gebruik te maken was voor de referendumcommissie onbegrijpelijk en in het licht van de aangenomen referendumverordening haars inziens ook niet te rechtvaardigen. Van belang is echter dat kennelijk aan de oproep door een groot aantal kiesgerechtigden gevolg is gegeven. Door de onder invloed van politieke partijen ontstane verschuiving van het onderwerp van het referendum tijdens de informatiecampagne, van de betekenis van de vraagstelling naar de zin van het referendum, rijst eens te meer de vraag of de geringe opkomst bij de stemming niet tot de conclusie zou moeten leiden dat van het recht op zelfbeschikking door de bevolking van Bonaire als geheel bij dit referendum (nog) geen gebruik is gemaakt. De Eilandsraad dient daarover te besluiten.

[Type text]

3. De werkzaamheden van de Referendumcommissie


a. Taak en bevoegdheden van de referendumcommissie Om de integriteit van een referendum te kunnen garanderen dient volgens internationale praktijk een onafhankelijke commissie te worden benoemd. De betekenis van die commissie is met name het garanderen van een onafhankelijke organisatie en uitvoering van het referendum, naast een juiste en volledige voorlichting aan de bevolking over het onderwerp van het referendum, mede gelet op mogelijke politieke benvloeding van de uitkomst van het referendum op grond van mogelijke eigen belangen. De taken van de commissie bestaan uit het voorbereiden van de formele besluitvorming voor een referendum, de organisatie en uitvoering van de voorlichting met betrekking tot een referendum en de organisatie van het toezicht op de feitelijke stemming. Door de nauwe aansluiting bij het Kiesreglement ligt de feitelijke organisatie van de stemming bij het Hoofdstembureau. Het Bestuurscollege van Bonaire heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ook de formele besluitvorming voor het referendum te laten voorbereiden door een onafhankelijke commissie. De commissie heeft ook daarom tijdens de voorlichtingscampagne voor de formele kant van de organisatie van het referendum en de in dat verband spelende kwesties rond bijvoorbeeld het kiesrecht steeds moeten verwijzen naar de formele besluitvorming in de eilandsraad. b. De verhouding tussen de Referendumcommissie en de Eilandsraad De verhouding tussen de Referendumcommissie en de Eilandsraad (en het Bestuurscollege) is een bijzondere. Enerzijds ligt de formele constitutionele bevoegdheid met betrekking tot de instelling en uitvoering van referenda volgens de Wet Openbare lichamen Bonaire, Saba en St. Eustatius bij de Eilandsraad, anderzijds dient elke inhoudelijke bemoeienis van datzelfde orgaan te worden vermeden. Anders gezegd: de Eilandsraad stelt, wel of niet door een besluit van het Bestuurscollege, een Referendumcommissie in, die vervolgens onder meer als taak heeft elke inhoudelijke bemoeienis met het referendum door diezelfde raad te voorkomen. Samenwerking met slechts het Bestuurscollege biedt voor dat probleem uiteraard geen oplossing. De garanties voor de Eilandsraad voor een adequate uitvoering van het referendum liggen slechts in een zorgvuldige benoeming van de leden van een referendumcommissie, de samenwerking van die commissie met de desbetreffende organen van de Verenigde Naties en de rapportage door de commissie achteraf. c. De werkwijze van de Referendumcommissie Alle besluiten van de Commissie werden genomen op basis van consensus. Bij de start van de voorlichtingscampagne heeft de Commissie een persconferentie gehouden. Het contact van de commissie met het Hoofdstembureau is slechts spaarzaam geweest, waardoor aan het einde van de campagne onduidelijkheid is ontstaan over de wijze van stemmen. De Commissie heeft intensief contact onderhouden met een vertegenwoordiger van de Verenigde Naties. Een vertegenwoordiger van de VN, mevrouw Stefanie Lthy, bezocht in opdracht van de Electoral Assistance Division van het Department of Political Affairs van de VN Bonaire van 13 tot 19 december 2010. Tijdens haar aanwezigheid op het eiland werd een aantal vergaderingen van de Referendumcommissie door mevrouw Lthy bijgewoond en werden gesprekken gevoerd met een groot aantal vertegenwoordigers van Bonairese organisaties, waaronder alle in de Eilandsraad vertegenwoordigde politieke partijen. Het overleg met mevrouw Lthy gaf de Commissie geen aanleiding tot bijstelling van haar werkzaamheden. Afschrift van de aan de Missie van het Koninkrijk bij de VN gerichte eindrapportages van de vertegenwoordiger van de VN zijn door de Referendumcommissie ten tijde van het indienen van dit verslag nog niet ontvangen.

[Type text]

4. De voorlichtingscampagne
De Referendumcommissie heeft de te volgen communicatiestrategie geformuleerd en vervolgens offerte gevraagd bij een aantal communicatiebureaus, op Bonaire en Curaao. Bij de uitvoering is gekozen voor samenwerking met het bureau Flamingo Communications te Bonaire. Flamingo Communications heeft zich bezig gehouden met de productie en verspreiding van informatiebulletins en de productie en plaatsing van advertorials. Aangezien Flamingo Communications zich vooral met drukwerk bezighoudt, werd een aantal taken aan lokale specialisten uitbesteed (bv. voor website, radiojingles en tv-spotjes). Mede gezien de beperkte voorbereidingstijd hebben de leden van de commissie zelf diverse taken uitgevoerd, zoals redactionele werkzaamheden, het afstemmen van de diverse communicatie-uitingen, het onderhouden van overleg met de desbetreffende media(bureaus) en de voorbereiding van communicatieacties, zoals de voorlichtingsavonden. a. Uitgangspunten en doelen Zowel de participatiegraad van het Bonairiaanse kiezersvolk aan het referendum als de legitimiteit van het referendumresultaat zijn afhankelijk van de mate waarin het Bonairiaanse kiezersvolk zich betrokken voelt bij de besluitvorming over haar staatkundige toekomst. Het bereiken van een hogere participatiegraad vormde daarom een belangrijk doel. Een professioneel geproduceerde informatiecampagne samenhangend, sterk inhoudelijk gericht, met een gebalanceerde juiste en volledige boodschap - is gekozen om het gevoel van betrokkenheid onder de bevolking te vergroten. Verder waren van belang: het vergroten van de kennis over de achtergronden en gevolgen van het referendum en het leveren van een bijdrage aan het vormen van een eigen standpunt door elk individu, gevoed door objectieve, betrouwbare informatie. b. Doelgroep Doelgroep was de bevolking van Bonaire in de meest brede zin van het woord, in de zin van stemgerechtigde inwoners. Er werd geen onderscheid gemaakt in afzonderlijke doelgroepen. Wel konden afzonderlijke doelgroepen een verzoek indienen voor een informatiebijeenkomst (b.v. medewerkers van een organisatie). Ook waren er buurtbijeenkomsten. Een kerkelijke organisatie heeft de commissie uitgenodigd voor het geven van toelichting, waarbij ongeveer 40 personen aanwezig waren. Verder heeft geen enkele organisatie gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het uitnodigen van leden van de commissie. De buurtbijeenkomsten werden bezocht door een gering aantal bewoners, varirend van vijf tot twaalf personen. Bij de diverse middelen werd gekozen voor de taal Papiamentu of Nederlands of een combinatie. Dit in overeenstemming met de achtergrond van de kiesgerechtigden. Deze moesten immers over de Nederlandse nationaliteit beschikken en woonachtig zijn op Bonaire. Dit sloot in principe de Engelstalige en Spaanstalige bewoners uit. Het vertalen van de informatie in de desbetreffende talen achtten wij gezien de beperkte omvang van de genoemde groepen niet relevant. Immers, personen die hier al langer wonen, beheersen of het Nederlands of het Papiaments. Bovendien was de omvang van deze groepen te beperkt in relatie tot de te maken kosten (van bijvoorbeeld vertaling en drukwerk). Een aantal personen heeft ongenoegen geuit over het uitblijven van Engelstalige of Spaanstalige informatie in relatie tot hun ongenoegen over het niet kunnen gaan stemmen. Het beperken van de kiezersgroep was echter een politieke keuze, waarop de referendumcommissie geen invloed had. c. Eisen Om genoemde doelen te bereiken moest de campagne aan onder meer de volgende eisen voldoen: professionaliteit/ kwaliteit, eenheid/afstemming, eenduidigheid/helderheid, toegankelijkheid, volledigheid, betrouwbaarheid, continuteit en tijdigheid. Begrijpelijke taal was een belangrijk aandachtspunt hierbij.

[Type text]
Ieder lid van de Bonairiaanse bevolking moet de boodschap van de Referendumcampagne kunnen begrijpen. Qua inhoud is gekozen voor een brede benadering van het referendum zelf en de inhoud van de vraagstellling. De diverse middelen waren qua toon en vormgeving op elkaar afgestemd en als zodanig ook herkenbaar voor de doelgroep. Door de kiezen voor diverse media, was de informatie voor iedereen bereikbaar. Ook was er sprake van een continue informatiestroom. Personen met een behoefte aan meer achtergronden/verdieping konden via de website tal van notities en rapporten inzien. Op de website was ook alle basisinformatie beschikbaar. Bulletins, advertorials, jingles en televisiespots konden via de website bekeken/beluisterd en indien mogelijk gedownload worden. Bij de start van de campagne is er kritiek geuit op de tijdigheid. Men vond dat de commissie te laat startte. Echter, de termijn van 6 weken is aangehouden, zij het dat de daadwerkelijke informatiestroom in week 2 pas goed op gang kwam. Een rol speelde ook dat het lang duurde voordat de financile middelen beschikbaar kwamen, nodig voor het betalen van de leveranciers en dat de besluitvorming relatief laat plaatsvond. Een commissie als deze zou in principe langer de tijd moeten hebben om aan de voorbereiding van de campagne te kunnen werken. Het gaat immers niet alleen om het verstrekken van de informatie. Er is ook sprake van productietijden, die ingepland moeten worden. Bij deze campagne was voor de betrokkenen sprake van een relatief hoge werkdruk. Er moest sneller geleverd worden dan normaal is. Zo ligt een gangbare productietijd voor een bulletin rond de twee tot drie weken (schrijven, vormgeving, correctie en drukken). Bij deze campagne werd binnen 1 of 2 weken geleverd. d. Fasen De campagne bestond uit drie fasen: Fase 1: In deze fase stonden de functie en achtergronden van het/dit referendum centraal. Er vond uitleg plaats van begrippen en ontwikkelingen (geschiedenis van het referendum) en de democratische functie van het referendum werd uitgelegd en benadrukt. Verder was dit het moment voor aankondiging van de campagne en introductie en uitleg van de Referendumcommissie (als bron van informatie). Ook aan de orde kwamen de datum, de planning en de vraagstelling. Feitelijke informatie ontbrak natuurlijk niet (telefoonnummers, website, kantoor etc.). De bevolking werd gemotiveerd om zich te informeren en kan gebruik maken van diverse middelen. Objectiviteit en duidelijke taal stonden hierbij centraal. Tijdsbestek: Week 1, 2 en 3 campagne. Middelen waren: persconferentie, jingle, website, bulletin en advertorial. Bovendien werden diverse interviews gegeven op radio en televisie. Ook waren er contacten met de lokale dagbladen. Fase 2 behandelde in principe dezelfde onderwerpen, zij het dat sprake was van verdieping ( meer inhoud), een hogere frequente en intensivering (meer met elkaar samenhangende middelen inzetten). De vraagstelling van het referendum werd van alle kanten belicht. Naast de hiervoor genoemde middelen startten de voorlichtingsavonden en televisiespots. Leden van de commissie bezochten diverse radio- en televisiestations voor het geven van interviews. Tijdsbestek: 3, 4 en 5 Fase 3: Zie fase 2. De oproep om vooral te gaan stemmen, stond centraal. Ook was er aandacht voor de regels rond het stemmen. In de laatste week werd dagelijks via de radio extra objectieve informatie verstrekt over het referendum (van 17.30 tot 18.30 uur). Tijdsbestek: Week 5 en 6 campagne. De uitvoering van de campagne nam in totaal zes weken in beslag en startte op 11 november met een persconferentie, de lancering van de website en een algemene radiojingle (die de datum, vraagstelling en website noemde). In week 2 verschenen de eerste advertorials, begin week 3 verscheen het eerste bulletin. Daarna wast sprake van de hiervoor genoemde verdieping en intensivering.

[Type text]

e. Middelen Voor het uitvoeren van een campagne bestaan verschillende middelen. Die middelen kunnen we onderverdelen in: mondelinge, schriftelijke en audiovisuele/digitale media. De Referendumcommissie 2010 heeft gekozen voor: mondeling: persconferentie, informatiebijeenkomst, inlooppunt, telefonische beantwoording van vragen, interview; schriftelijk: bulletin, advertorial, rapport/notitie/verslag; audiovisueel/digitaal: website, televisie- en radiospotjes. De bulletins werden huis-aan-huis verspreid. Ook werden ze beschikbaar gesteld op een aantal centrale plaatsen, zoals supermarkten en buurtcentra. De oplage per bulletin was 6000. De advertorials werden geplaatst in twee Papiamentstalige kranten (Extra en Nobo) en twee Nederlandstalige kranten (Amigoe en Antilliaans Dagblad). Van de op het eiland aanwezige voorlichtingsmogelijkheden is optimaal gebruik gemaakt. De tv- stations, alle radiostations en dagbladen hebben een aandeel gehad in de voorlichting. Ook de voor- en tegenstanders hebben zich op diverse manieren laten horen. Uiteraard heeft de referendumcommissie zich als onafhankelijk orgaan niet in de discussie gemengd. Het kantoor van de Referendumcommissie werd veel bezocht, hetzij voor het ophalen van een bulletin of voor het stellen van een vraag of het doorgeven van kritiek. Ook kwamen er veel telefonische vragen en opmerkingen. De website is relatief goed bezocht. In de wekelijkse vergaderingen werd de voortgang in de gaten gehouden door de Referendum Commissie. Indien nodig kwam (een deel van) de commissie bijeen voor extra overleg.

De diverse publicaties, jingles, televisiespots etc. zijn nog steeds te zien en te horen op de website: www.referendumbonaire2010.org

[Type text]

5. Financin
Voor het organiseren van het Referendum zijn financile middelen beschikbaar gesteld aan de hand van een door de Referendum Commissie voorgedragen en door het Bestuurscollege geaccordeerde begroting. Het begrote bedrag is Naf 230.000. Van dit bedrag is een bedrag van Naf 102.842,55 aan financile verplichtingen gebruikt, exclusief de betaling van de kosten van het toezicht van de Verenigde Naties. Onderstaande tabel geeft een gespecificeerd overzicht van de begrote en de gerealiseerde kosten weer. Tabel: Financile Rapportage Referendum Commissie BUREAU RCB 2010 Personeel werkbureau Huisvesting Kantoorartikelen Telefoon en fax Vergaderkosten Representatie Toezicht VN TOTAAL MEDIACAMPAGNE Kranten advertenties Radio jingle productie Radio jingle plaatsingen Radioprogramma's RCB Televisie productie/uitz Website Voorlichtingsbulletins Externe deskundigen Cordinatie mediabureau Cordinatie algemeen TOTAAL Onvoorzien algemeen/Bankkosten TOTAAL Begroting 6,500 7,750 750 1,500 500 500 20,000 37,500 Realisatie 2,430.59 7,612.50 0.00 399.57 0.00 114.13 0.00 10,556.79 Saldo 4,069.41 137.50 750.00 1,100.43 500.00 385.87 20,000.00 26,943.21

20,000 5,000 7,000 20,000 40,000 3,000 50,000 15,000 20,000 5,000 185,000 7,500 7,500

17,435.25 5,500.00 6,546.75 472.50 26,735.42 3,018.76 26,677.88 2,842.25 0.00 0.00 89,228.81 3,056.95 3,056.95

2,564.75 (500.00) 453.25 19,527.50 13,264.58 (18.76) 23,322.12 12,157.75 20,000.00 5,000.00 95,771.19 4,443.05 4,443.05

TOTAAL GENERAAL 230,000 102,842.55 127,157.45 Het Bestuurscollege heeft slechts een gedeelte ad Naf 172.500 van het begrote bedrag gestort op de bankrekening van de Commissie. Na aftrek van de gemaakte en betaalde verplichtingen is er nog een bedrag van Naf 69.657,45 (US$ 38.914,78) op de rekening van de commissie per 4 februari 2011. De kosten van de VN moeten na ontvangst van de rekening ad US$ 15.381,56 nog worden betaald.

10

[Type text]

6. Samenstelling van de referendumcommissie


Bij besluit van het Bestuurscollege van het eilandgebied Bonaire van 14 juli 2010, nr. 11 werd de Referendumcommissie Bonaire 2010 benoemd in de volgende samenstelling: Mr. dr. Douwe A.A. Boersema, als voorzitter; Mw. Maritza Juan Pedro, als secretaris; Sherwin C.A. Pourier, als penningmeester; Mw. drs. Caroline Laurens, als lid; Juan R. Richards, MA, als lid. Bij nader besluit werd mw. Juan Pedro als secretaris vervangen door mw. mr. M. Domingo.

11

Vous aimerez peut-être aussi