Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
VROUWEN MANNEN
THIERRY DEBELS
EN GELD
50 praktische tips om een moeilijke mnage trois te verbeteren.
Roularta Books
Je zult je moeten verantwoorden voor alle genoegens in het leven die je vergund zijn en waarvan je op aarde niet genoten hebt. De Koran
Inhoudstafel
Woord vooraf bij een moeilijke mnage trois Voorwoord Algemene inleiding 9 15 17
19
20 21 23 25 27 29 31 33 37 41 44
47
48 50 52 53 55 57 61 63 65 67 70
73
74 75 77 79 81 82 84 85 87 89 92 93 95 97 98 100 102 104 106 107 109 110 114 117 119 120 122 124 126 128 129 132 134
4. Geld en werk
Inleiding Ondanks loonkloof zijn vrouwen tevredener over loon dan mannen Is geld vies ? Althans voor vrouwen Beter een slimme dan een mooie vrouw Je kan maar beter bluffen bij een zelfevaluatie Waarom de ceo meestal een man is En waarom het zinloos en contraproductief kan zijn om vrouwelijke topmanagers op te voeren Werken met en voor vrouwen is slecht voor het salaris Besluit
143
144 145 148 149 151 153 155 157 159
5. Beleggen
Inleiding Zijn schulden slecht ? Een referentiekader Wat is financieel risico eigenlijk ? Het beleggingsverschil tussen vrouwen en mannen Even terug naar Kathleen Gurney Pensioen laat vrouwen koud Besluit Algemeen besluit
161
162 163 165 167 168 171 172 174 175
Boeken
181
Pas vanaf 1976 kunnen gehuwde vrouwen zonder de instemming van hun partner een deposito rekening op eigen naam openen en beheren.
De afgelegde weg naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen in westerse landen staat in schril contrast met de realiteit in veel ontwikkelingslanden. Congolese vrouwen, verantwoordelijk voor 80% van de voedselgewassen voor nationale consumptie, moeten anno 2007 nog steeds aan hun partner toestemming vragen om handel te drijven of geld te besteden. Ze hebben geen eigendomsrechten op de grond die ze bewerken, alleen gebruikersrechten.
10
11
12
in De toekomst kijken
Tot slot wil ik een aantal evoluties opsommen waarom het voor iedereen zo belangrijk is om in de toekomst te kijken. Ten eerste de persoonlijke situatie. Vroeger was er de zekerheid van de stam, groep of familie, en later was het huwelijk de levensverzekering voor beide partners. Het toenemend aantal echtscheidingen vergroot het belang dat beide partners in een relatie moeten hebben voor geld. De toegenomen welvaart is een tweede belangrijke factor. Een lang en actief seniorenleven vereist een ander spaarboekje dan dit van onze grootouders. Bovendien geeft ook de overheid niet altijd het goede voorbeeld als langetermijndenker. De huidige actieve generatie is de eerste die rekening houdt met een daling van de levensstandaard. De evoluties in de arbeidsmarkt zijn factor drie. Er is de niet tegen te houden globalisering. Een volledige loopbaan binnen n bedrijf wordt stilaan een uitzondering. Interim-arbeid, outsourcing, verzelfstandiging zorgen voor nieuwe kansen, maar ook belangrijke financile gevolgen op korte of lange termijn. Iedereen wordt stilaan meer en meer de manager van zijn of haar eigen leven, en dus ook van de eigen financile toekomst. Een goed inzicht in persoonlijke financin wordt steeds belangrijker om de eigen toekomst te kunnen voorspellen en niet voor onaangename verrassingen te komen staan. Daarom wil ik graag besluiten met een Nederlandse cabaretier, ik bedoel Theo Maassen, die zei: Ik moet niks hebben van Antillianen. Zij veralgemenen altijd zo. Statistieken zijn belangrijk om situaties in kaart te brengen en voorstellen voor verandering te formuleren, maar het blijven grootste gemene delers. Ook dit boek moet er vaak van uitgaan. Maar de werkelijkheid is gelukkig nog altijd iets complexer om te bevatten.
13
Dit boek is dan ook d gelegenheid om deze moeilijke mnage trois te verbeteren en op termijn zelf de statistieken mee te veranderen.
Annemie turtelboom
Voorwoord
Begin 2006 werd een vrouw in de berm van de verbindingsweg tussen Brugge en Oedelem teruggevonden. De dame lag naast haar auto en was aan handen en voeten gekneveld. Onmiddellijk werd gedacht aan een overval. Maar al snel bleek dat het hier om opgezet spel ging. De auto werd immers eerder gesignaleerd op dezelfde plek en hoewel de vrouw slechts drie uur later werd teruggevonden, vertoonde ze geen tekenen van onderkoeling. Ook werden op de plaats van de touwen om handen en voeten geen verwondingen gevonden. Wat was er dan wel aan de hand ? De vrouw had een flinke som geld, die ze van haar man gekregen had om de auto te laten herstellen, in het casino verspeeld. Om een boze reactie van haar man te vermijden, verzon ze dan maar die overval. Die zou haar het alibi bezorgen voor het verlies van het geld. De man was helemaal niet verbaasd. Hij wist dat zijn vrouw verslaafd was aan gokspelen en regelmatig in het casino vertoefde. Het was volgens hem dan ook niet de eerste keer dat ze een sterk verhaal verzon. Deze keer had ze wel, nog steeds volgens de man, zichzelf overtroffen. Dit voorval illustreert dat sommige mensen, vaak vrouwen, zeer ver willen gaan om bepaalde onverantwoorde uitgaven te verbergen of te camoufleren. Meestal neemt het bedrog uiteraard dergelijke extreme vorm niet aan. Een vrouw koopt een paar schoenen van 75 euro. Ze betaalt een deel cash en een deel met de kredietkaart. Aan haar man toont ze het ticket van Visa of Eurocard om te bewijzen dat de schoenen slechts 25 euro hebben gekost. Een andere vrouw verbergt dan weer een impulsieve aankoop alweer een handtas tot haar man goed gehumeurd is. Het is dus geen toeval, dat moet blijken uit onderzoek, dat vrouwen als de
15
beste kunnen liegen over de bedprestaties van hun partners n over de werkelijke kostprijs van hun aankopen. Toen ik mijn collega en vriend Wim De Preter van de krant De Standaard vertelde dat ik aan een boek aan het werken was over het onderwerp mannen, vrouwen en geld reageerde hij onmiddellijk enthousiast. Hij zei dat het een erg boeiend onderwerp is. Hopelijk bevalt het resultaat hem en zijn vrouw.
16
Algemene inleiding
De Amerikaanse auteur Margaret Young schreef ooit dat mensen eigenlijk achterstevoren leven. Ze proberen meer geld of dingen te hebben, om meer te kunnen doen wat ze willen, zodat ze gelukkiger zullen zijn. De praktijk werkt echter andersom : je moet eerst zijn wie je bent, vervolgens moet je doen wat je moet doen, om ten slotte te hebben wat je wilt. De Franse filosoof Pascal Bruckner bekijkt het dan weer zo. Er zijn, zo meent hij, zeldzame momenten in het leven waarop geld weer een puur, ongrijpbaar medium wordt en waarop we over voldoende liquide middelen beschikken om het uit te geven. Zonder ons geld te hoeven tellen of te denken aan de dag van morgen. Geld draagt volgens hem bij aan onze levensvreugde zolang we er maar niet aan denken, zolang het naar de achtergrond verdwijnt en we dus onbelemmerd kunnen kopen wat we redelijk achten. En ook : zonder dat het onze vrijheid van denken in de weg zit. Iemand die niet meer van geld afhankelijk is, weet dat hij niet anders zou gaan leven, zelfs als hij (veel) rijker was. Eigenlijk lijkt die laatste gedachte heel sterk op een van de basisvragen die George Kinder stelt. Deze Amerikaanse financile planner werpt ons volgende bedenkingen voor de voeten : Stel dat u zo rijk was als Bill Gates. Zou u dan iets aan uw huidige leven veranderen ? Die vraag is typisch bij financial life planning. Kinder vindt, net zoals Margaret Young overigens, dat de meeste financile planners eigenlijk de verkeerde vragen stellen. En vooral een verkeerd uitgangspunt innemen. Volgens Kinder moeten we immers eerst op zoek gaan naar de werkelijke doelstellingen in ons leven. Moeten we bijvoorbeeld nog harder werken om dat appartement aan zee te kunnen kopen of nemen we niet beter wat gas terug om meer tijd met ons gezin door te brengen ? Het antwoord op deze en
17
andere vragen moet net het juiste kader scheppen om verstandig met geld om te gaan. Susan Piver schreef een boek met 100 essentile vragen over relaties en geld. Als je ooit getwijfeld hebt aan de belangrijkheid van geld voor de meeste mensen, is een snelle blik in een boekenwinkel genoeg om daar een eind aan te maken, schrijft ze. De planken staan vol boeken waarin ons wordt verteld hoe we meer geld kunnen verdienen, hoe we beter kunnen leven met minder geld, hoe we onze uitgaven in de hand kunnen houden, hoe we onze financile toekomst kunnen plannen, hoe we ruzies over geld tussen echtgenoten of partners kunnen oplossen en hoe verschillend mannen en vrouwen denken over geld. De variaties op deze themas lijken eindeloos lezen we in Alle vragen die je zou moeten stellen. Piver heeft overschot van gelijk. Jammer genoeg zijn de meeste dergelijke boeken toch waardeloos. Ze zijn zeer technisch (hoe kunnen we onze financile toekomst plannen ?) of beperkt bruikbaar (hoe denken mannen en vrouwen over geld ?). Een Joods aforisme wil dat de mens op drie verschillende manieren zijn karakter toont : door zijn beker (eetlust), zijn zak (zijn verhouding tot geld) en zijn temperament. Volgens de Joodse traditie laten we door geld dus dagelijkse situaties ontstaan waarin we onze (on)verdraagzaamheid en onze illusies laten zien. Kortom, we geven onszelf bloot zoals anders alleen waargenomen kan worden door langdurige ervaring. En dat is een voordeel.
1
1
Geld is (een) goed
Geld is gemunte vrijheid
Dostojevski
Inleiding
In het boek De zes geheimen van financieel succes belicht ik een aantal eigenschappen van financieel succesvolle mensen. Het gaat niet per definitie over rijke mensen. Maar over mensen die financieel succesvol zijn. Wat is het verschil ? Het is een moeilijke vraag. Maar laat me proberen ze te beantwoorden. Het gaat al bij al om het samenspel van inkomsten, uitgaven en gespaard vermogen. Een koppel met een relatief beperkt gezamenlijk netto maandelijks inkomen van nauwelijks 2000 euro kan toch financieel succesvoller zijn dan een ander koppel dat maandelijks netto dubbel zoveel verdient. Stel dat het eerste koppel er toch in slaagt elke maand 500 euro te sparen. Bovendien hebben ze zeer snel beslist een eigen huis te kopen. Elke maand wordt dus een bepaald bedrag van de hypothecaire lening afgelost. Het tweede koppel daarentegen vindt dat je nu moet leven en geeft elke euro uit aan leuke dingen. Bovendien willen ze niet gebonden zijn aan een vaste woonplaats en huren ze dus een mooi appartement in Antwerpen. De voorbeelden zijn heel bewust gekozen. Beide koppels zijn immers goede vrienden van mijn partner en mezelf. Intutief voelen we onmiddellijk aan dat het eerste koppel goed op weg is naar financile onafhankelijkheid en het tweede koppel niet. Is het eerste koppel rijk ? Of zal het eerste koppel ooit echt rijk worden ? Wellicht niet. Zeker niet als je uitgaat van de quip dat iemand pas rijk is als hij zijn geld niet eens meer kan tellen. Maar dat is ook de bedoeling niet. Bedoeling is meester te worden van je financile situatie. Controle uit te oefenen. Een gevoel dat belangrijker is dan de zucht naar erkenning en prestige dat kenmerkend is voor het tweede koppel. En weten dat je een financile buffer hebt mochten de zaken mislopen Uit het onderzoek dat ik deed naar de kenmerken van financieel succesvolle personen bleek ook iets anders : financieel succesvolle mensen weten wanneer ze niet weten. Volgens succesauteur Jim
20
Collins van Good to great en Built to last beginnen alle grootse beslissingen met die simpele verklaring : Ik weet het niet. Research van Collins wees bovendien uit dat schitterende leiders zich trouwens erg comfortabel voelen bij die uitspraak. Natuurlijk willen ze uiteindelijk wl weten. In een interview met Fortune vertelt Collins verder dat dergelijke uitzonderlijke mensen gewoon eerlijk zijn. Wat is trouwens het beste ? Liegen ervan uitgaan dat je het wel weet en dus liegen ten opzichte van jezelf ? Of de waarheid spreken ? En dat is zeggen : Ik weet het nog niet, maar ik weet dat we het wel juist zullen moeten hebben. De eerste stap namelijk beseffen dat je iets niet weet is ook volgens onderzoekster en hoogleraar financile planning Henritte Prast een eerste voorwaarde om beter te leren omgaan met geld. Ze is ervan overtuigd dat veel mensen leiden aan financieel analfabetisme. En er bovendien niets aan willen doen. En dat laatste is uiteraard nog het grootste gevaar.
21
voor 120 euro verkoopt, heeft uiteraard een mooie winst gemaakt. Indien die andere belegger zijn aandelen op zijn beurt doorverkoopt voor 140 euro, heeft ook hij winst geboekt. Een zero plus game als het ware : win-win voor beide beleggers. De giftige mythe van de schaarste van het geld betekent dat er noodzakelijkerwijs iemand in de kou moet blijven staan. Er moet per definitie een verliezer zijn. Er zijn te veel mensen. Er is niet genoeg voedsel. Er is niet genoeg water. Er is niet genoeg tijd. Er is niet genoeg geld. Zo vat Twist het treffend samen. Volgens de auteur drijft deze er is niet genoeg-benadering ons ertoe dingen te doen waarop we niet trots zijn of de armen te laten hangen. In de economie wordt het onderscheid gemaakt tussen positieve en negatieve goederen. Voor positieve goederen geldt de eenvoudige regel dat meer altijd beter is dan minder of zeker niet slechter. Voor negatieve goederen luchtvervuiling, lawaai geldt uiteraard het omgekeerde. Geld is een positief goed. Laten we daar niet moeilijk over doen. Daar geldt dus de regel dat meer altijd beter is dan minder. De enige zinvolle discussie die je kan voeren is over de mate van dat beter. Ook hier reikt de economische theorie een oplossing aan via de wet van het afnemend marginaal nut. Iemand die weinig geld heeft en er een bepaalde som bij krijgt, is heel gelukkig. Iemand die al veel geld heeft en er eenzelfde som als de eerste persoon bij krijgt, is eveneens gelukkiger dan hij daarvoor was. Maar wellicht komt er iets minder geluksgevoel bij dan bij de eerste persoon. Dat het ontvangen van een som geld gelukkig maakt, staat evenwel buiten kijf. Zelfs rijkaards die een onverwachte som geld ontvangen bijvoorbeeld omdat de aandelen van het bedrijf waarin ze beleggen met een mooie premie worden overgenomen door een ander bedrijf noteren dat geluksgevoel. Het probleem is dat de media van deze eenvoudige relaties en bevindingen een vertekend beeld (willen) geven. Iets wat namelijk vast-
22
staat, is immers geen nieuws. Het is net interessanter naar die ene studie te verwijzen, waarin staat dat werknemers die een loonsverhoging ontvangen ongelukkiger zijn n de verhoging dan ervoor. Dat kan een typisch voorbeeld zijn van data mining : als je maar lang genoeg zoekt zal je wel enkele mensen vinden die deze bevinding rapporteren. Of het kan ook een voorbeeld zijn van een slecht onderzoek. Of gewoon van een vervalsing van de onderzoeksresultaten om de pers te halen. Stel dat 99 studies vinden in de veronderstelling dat dergelijke onderzoeken (nog) uitgevoerd worden dat meer geld inderdaad gelijkstaat aan meer geluk. Maar in n enkele studie blijkt dat deze correlatie of samenhang niet opgaat. Welke studie wordt dan belicht in de media ? De enige zinvolle financile discussie in de relatie tussen man en vrouw is hoe met geld moet worden omgegaan. Er zijn immers genoeg aanwijzingen dat koppels ook redetwisten en bekvechten als er voldoende geld aanwezig is. Dt is de uitdaging. Niet de vraag of meer geld wel gelijkstaat aan meer geluk.
l
tip 1 : Geld en geluk hangen onlosmakelijk samen wat men ook moge beweren.
23
manier waarop je tegenover geld staat. Geef voor elke bewering een score van 0 (helemaal niet mee eens) en 4 (helemaal waar). 1. Ik voel me het prettigst wanneer mijn geldzaken gescheiden zijn van die van anderen 2.Ik heb thuis het hoogste inkomen 3.Het komt voor dat ik rekeningen negeer, weggooi of verstop 4.Ik voel me schuldig als ik geld uitgeef 5.Ik sta er financieel beroerd voor, maar dat is beslist niet mijn schuld 6.Ik vind zuinigheid een nobele eigenschap 7.Het irriteert me als iemand vraagt wat ik voor mijn verjaardag wil hebben 8.Ik maak lange werkdagen 9.Ik ben onmisbaar op het werk 10.Ik ben bang voor armoede 11.Ik weet exact hoeveel ik bezit 12.Als ik depressief, eenzaam of kwaad ben, trakteer ik mezelf op cadeaus. Scoortuopdevragen2,8en9intotaal10ofmeerpunten? U vertoont veel trekken van een macho. Dat moet u zelf weten natuurlijk. Vraag is alleen of u een gelijkwaardige partner wilt. In dat geval maakt u het allemaal voor de ander en uzelf wel erg moeilijk. Het kan immers niet zijn dat u enkel thuiskomt om te eten en te slapen. Ga eerlijk na waarom u zoveel werkt. Verplicht uzelf 2 avonden per week echt vrij te nemen en iets leuks te doen met anderen. U zal zien dat dit uiteindelijk ook uw financile situatie ten goede komt. Scoortuopvragen1,7en11intotaal10puntenofmeer? U bent erg op uzelf gericht. Dat kan de (verdere) ontwikkeling van uw relatie, maar ook financieel succes, in de weg staan. Wilt u meer maken van relaties en persoonlijke financin, dan is het dringend tijd voor actie. Schrijf regelmatig op welke emoties gezamenlijke geldkwesties bij u oproepen. Praat hierover met uw partner en dwing uzelf tot een (belangrijke) gezamenlijke aankoop.
24
Scoortuopvragen4,6en10intotaal10puntenofmeer? Waarom zou u geen recht hebben op luxe ? Wees eens wat aardiger voor uzelf en besteed wat minder tijd en geld aan anderen. Begin door op te schrijven welke (schuld)gevoelens gelduitgaven bij u oproepen. Scoortuopvragen3,5en12intotaal10puntenofmeer? U werkt uzelf aardig in de nesten. Krijgt u weer een koopaanval, leid uzelf dan af. Ga sporten, wandelen of lezen. Doe van alles, maar geef niet meer dan 15 euro uit. Analyseer uw koopverslaving door in een dagboek bij te houden welke emoties geld uitgeven bij u oproept. Consulteer eventueel een zielenknijper. Valtuingeenenkelebovenstaandecategorien? U bent financieel evenwichtig. Valt u net naast de 4 beschreven categorien ? Neem de raad dan maar ter harte.
25
beloning voor geleverde prestaties, geld onder controle hebt in plaats van andersom. Kortom, als geld je tevredenheid, plezier en zekerheid verschaft. Zeg nu zelf, niet slecht als analyse. Volgens Gurney hebben mensen niet alleen een fysieke zelf, een emotionele zelf en een sociale zelf, maar ook een financile of monetaire zelf. Deze zelf is een integraal deel van onze identiteit. De meesten onder ons beseffen niet in welke mate deze zelf onze financile gewoonten bepaalt en bovenal de graad van tevredenheid, die we uit geld halen, determineert. Inzicht in deze materie is volgens de psychologe nochtans essentieel. Als je niet weet wat je van geld wilt, zul je je doelen nooit bereiken en als je je sterke geldeigenschappen niet kent, kun je ze niet gebruiken. Als je ten slotte weigert belemmerende geldgewoontes te veranderen, blijft je situatie zoals die nu is, stelt Gurney terecht in haar boek. De stellingen van Gurney zullen onderzoekster Peggy Schyns van de Erasmus Universiteit in Rotterdam wellicht niet vreemd in de oren klinken. In een recent onderzoek vond ze namelijk dat levensvreugde en inkomen wel degelijk samenhangen. Concreet betekent dit dat mensen met meer geld gewoon gelukkiger zijn dan mensen met minder geld. Zelfs miljonairs zijn blij met nog meer geld. Wel moet gezegd dat het effect van dat extra geld wegebt na twee jaar. De persoonlijkheid van het individu speelt ten slotte volgens Schyns ook een rol : mensen die over het algemeen tevreden zijn met hun leven, zijn ook tevreden met hun inkomen, ongeacht de hoogte ervan. Arbeidspsychologen maken al eens het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie op het werk. Bij intrinsieke motivatie komt de drijfveer uit jezelf je doet iets omdat je dat zelf wil. Bij extrinsieke motivatie word je gedreven door doelen buiten jezelf typisch geld. Meestal wordt aangenomen dat intrinsieke motivatie goed is en extrinsieke motivatie slecht. Volgens Professor Steven Reiss van de Ohio State universiteit is het onderscheid tussen beide vormen van motivatie gewoon nonsens.
26
Hij beweert zelfs dat intrinsieke motivatie niet eens bestaat. Onze beweegredenen zijn uiterst divers hij onderscheidt er maar liefst 16 en deze in een van die twee categorien duwen is verkeerd. Geld kan volgens Reiss bijvoorbeeld een uitstekende motivator zijn voor een bepaalde groep werknemers of mensen in het algemeen. Alles is volgens de eminente hoogleraar immers terug te brengen tot individuele verschillen bij personen.
Slechts door geld ernstig te nemen, kunnen we erin slagen boven onze preoccupatie met geld uit te stijgen
De Spaanse Rabbi Ibn Zabara stelde ooit de vraag : Wat is de oorzaak van de dood ? Het leven zelf. Zo kunnen we op een zelfde manier de vraag stellen : Wat is de oorzaak van geld ? Het antwoord luidt dat geld niet is ontstaan als middel van onderdrukking of als instrument van hebzucht, zoals sommigen wel eens durven te beweren. Volgens Rabbi Bonder komt geld voort uit het verlangen van de mensen naar rechtvaardigheid en uit de hoop op een betere wereld. En dat is toch wel een verrassende uitspraak. In de loop van de tijd heeft geld volgens Bonder echter de fundamentele trekken van de menselijke aard aangenomen. Trekken die we kunnen begrijpen als we acht slaan op de waarden die we aan geld verbinden en tegelijk acht slaan op de symboliek ervan. Een Jiddische zegswijze stelt : Ik ben arm geweest en ik ben rijk geweest. Je kunt me geloven, rijk is beter. Armoede wordt door de rabbijnen beschouwd als een tragedie zonder weerga. In een midrasj, een Joods verhaal dus, staat immers : Niets in het heelal is erger
27
dan armoede ; het is het ergste van alle leed. Iemand die onderdrukt wordt door armoede is gelijk iemand die het gewicht van alle leed in de wereld op zijn schouders torst. Kortom, niet dat het hebben van geld zo goed is ; het niet hebben, dt is zo slecht. Opnieuw een Jiddisch gezegde overigens. Het is een stereotiep beeld dat Joden altijd in verband gebracht worden met de zucht naar geld. Dat beeld is volgens Rabbi Bonder al te eenzijdig. In de kabbala wordt de mier in tegenstelling tot onze christelijke traditie immers voorgesteld als een symbool voor nutteloos werk. Om te overleven hebben ze maar twee graankorrels nodig en toch werken ze zonder ophouden om een fortuin te vergaren. Voor een belangrijk deel is ons vergaren van rijkdom eigenlijk het gevolg van weinig of niets beters om handen te hebben. Toch is er een standaardantwoord, volgens de Joodse traditie dan toch, op de vraag wat we moeten doen met onze tijd. En dat is studeren. De talmoed zegt : Wie is waarlijk rijk ? Rabbi Meir zei altijd : Dat is iemand die innerlijke vrede ontleent aan zijn fortuin. Dat betekent dat ze de hoogste levensstandaard verwerven zonder een schaarste te veroorzaken voor zichzelf of voor anderen. Deze uitspraak is hoogst interessant omdat het eigenlijk perfect aansluit bij een van de belangrijkste principes in de economie : het Paretoprincipe. Dit principe houdt in dat we altijd nog een verandering kunnen doorvoeren zodat minstens een individu erbij wint zonder dat iemand anders erbij verliest. Ook moeten rijke mensen, volgens Rabbi Meir, hun verantwoordelijkheid op zich nemen en tijdverspilling zoals hierboven gedefinieerd vermijden. En niet meer levensonderhoud van de natuur vragen dan zij werkelijk nodig hebben. Samengevat : werkelijk rijk zijn is eigenlijk niet zo gemakkelijk. Of wat had u gedacht ? Bonder verwijst naar een niet werkelijk rijk man, beschreven door Bahya ibn Pakoeda. Hij meent dat zijn gedachten over financile
2
zaken zijn hoogste gedachtegoed zijn. Hij bestudeert de situatie van de markt, hij tobt over het stijgen of dalen van de prijzen van de goederen, hij noteert hoe de prijzen veranderen in de verschillende delen van de wereld. Verrassend actueel die beschrijving. Het doet immers denken aan een typische belegger op de beurs. Vooral als we weten dat de beschrijving al uit de 11e eeuw dateert ! Ook de Joodse auteur Jacob Needleman laat zich sterk leiden door wat hij in de talmoed vindt. In zijn uitstekend boek Money and the meaning of life kaart hij een belangrijke paradox in onze samenleving aan. Deze bestaat erin dat we in onze geldgedreven maatschappij twee zaken verwarren : fundamentele materile behoeften en even belangrijke spirituele behoeften naar een mening en een doel in ons leven. Volgens Needleman bestaat de paradox erin dat we juist eerst meer aandacht moeten besteden aan geld meer bepaald de angst en de zelfbegoocheling dat het soms veroorzaakt vooraleer we het verschil tussen deze twee behoeften kunnen begrijpen. Slechts door geld ernstig te nemen, kunnen we erin slagen boven onze preoccupatie met geld te stijgen, schrijft de auteur.
l
tip 2 : Om uiteindelijk minder met geldzaken bezig te zijn, moeten we er eerst meer mee bezig zijn.
2
zijn hoogste loonschaal bereikt, dus verdere promotie zat er niet meer in. Bovendien had hij het vermoeden dat hij over een paar jaar gedwongen zou worden om vervroegd uit te treden. Dat was immers de gewoonte binnen deze bank. Lal ging op zoek naar hulp. Die vond hij bij filosofisch consulent Lou Marinoff. Marinoff vertelt het verhaal over Lal en Lucy in zijn boek Levensvragen. Daarin toont hij aan dat filosofie ook bijzonder praktisch kan zijn. In dit concrete geval zag Lal het licht door iets waarover Socrates 2000 jaar geleden scheef : de notie dat geluk de hoogste deugd is, die voortkomt uit de regelmatige oefening van je eigen voortreffelijkheid. Was er misschien een persoonlijk potentieel dat Lal nagelaten had om aan te boren ? Ja zeker : Lal had altijd al willen schrijven, maar had er nooit de tijd voor gevonden. Hij gaf zich dan ook op voor een schrijfcursus op zaterdag. We zijn volgens Marinoff allemaal bezig met de Grote Vragen. Als je helder wil denken, moet je volgens hem de geest voeden met de gezondste voeding die er is. Die voeding is filosofie : waardevolle in plaats van waardeloze gedachten. We koesteren als we heel eerlijk met onszelf zijn volgens Marinoff allemaal verwachtingen. Verwachtingen ten opzichte van onszelf. Maar ook ten aanzien van anderen. Marinoff citeert in dat verband Lucianus : Kijk dus uit dat u uw verwachtingen niet te hoog hebt gesteld en daardoor een ervaring hebt van mensen die dingen onder water zien. Ze denken dat de objecten net zo groot zullen zijn als ze door het water hebben gezien, van bovenaf, toen het beeld door de breking van het licht was vergroot. En wanneer ze ze boven water halen, zijn ze teleurgesteld als ze ontdekken dat ze een stuk kleiner zijn u moet uzelf verwijten dat u te hoge verwachtingen hebt gehad. Het op het eerste zicht vreemde advies van Marinoff is dan ook om onze verwachtingen stuk voor stuk af te zweren ! Hoe meer
30
verwachtingen u immers hebt, des te meer ze een constructieve levensfilosofie in de weg staan. Zo is er Martha. Ze geeft leiding aan een aantal mensen en ze is altijd teleurgesteld omdat haar mensen niet voldoen aan haar verwachtingen. Marinoff leert haar dat de problemen niet veroorzaakt worden door de mensen met wie ze werkt, maar door de te hoge verwachtingen die ze eigenlijk koestert. De oplossing bestaat er dan ook in deze verwachtingen drastisch te verlagen. Volgens Marinoff draaien alle Grote Vragen waar mensen filosofisch advies voor vragen altijd om verandering. Het leven is immers voortdurend in beweging en daarom zijn mensen steeds op zoek naar manieren om die veranderingen in eerste instantie te begrijpen en er dan ook constructief mee om te gaan. In relaties tussen man en vrouw is het niet anders. Hele bibliotheken werden al geschreven over het aanpakken van relatieproblemen zoals Piver terecht opmerkt. Misschien is het interessant in deze context de wijze woorden van Ovidius te citeren : Verandering is altijd krachtig. Zorg dat uw hengel altijd uitgeworpen is. In de vijver waar u het het minst verwacht, zwemt een vis.
l
31
verklaren vanuit het standpunt van geld. Voor velen van ons is geld immers de stille onderliggende structuur in een relatie. Zolang geld als drijvende kracht verborgen blijft, blijft het volgens haar moeilijk om gebeurtenissen binnen deze relatie te duiden. De volgende vragen hebben dan ook als bedoeling om deze verborgen factor zichtbaar te maken. Het is dus jouw geldverhaal. 1.Wanneer is het de eerste keer dat je je herinnert geld gehad te hebben ? Wat deed je ermee ? Vertelde iemand wat je ermee moest doen ? 2.Wanneer is het de eerste keer dat je je herinnert geld verdiend te hebben ? Hoe vrij was je bij het besteden van het geld ? Wat deed je ermee ? 3.Heeft geld ooit een belangrijke rol gespeeld in een relatie ? 4.Heb je ooit meegemaakt dat geld werd gebruikt om een persoon of een situatie te controleren ? Heb jij zelf ooit geld in die zin gebruikt ? 5.Wat heeft geld volgens jou te maken met professioneel succes ? 6.Wie is in jouw gezinssituatie de kostwinner ? Hoe benvloedt dat de dagelijkse beslissingen ? 7.Praat je open over geld in je huidige gezinssituatie ? Welke geldkwesties zijn het gemakkelijkst te bespreken ? Welke het moeilijkst ? 8.Heb je ooit geld en een familiekwestie moeten afwegen, dit is je loopbaan in evenwicht moeten brengen om voor jonge kinderen te zorgen ? Welke rol speelde geld in deze evenwichtsoefening ? 9.Had geld iets te maken met de keuze van je partner ? 10. Vind je dat je recht hebt op een pak geld (erfenis, loterij ) ? Waarom of waarom niet ? 11.Hoe zou je je eigen relatie met geld omschrijven ? Waar kwamen deze waarden vandaan ? 12.Geef je geld aan liefdadigheid ? Waarom of waarom niet ? 13. Wat is het grootste bedrag dat je ooit hebt uitgegeven voor jezelf (behalve voor een huis of een wagen) ? Wat kocht je ? 14.Heb je een bepaald geloof dat je visie op geld bepaalt ? Indien ja, beschrijf deze invloed. Indien niet, wat helpt je dan wel hoe je moet omgaan met geld.
32
HeBt je je Dit Al eens AfGeVrAAGD ? mijn ouDers en GelD Je eerste ideen over hoe je geld gebruikt, wat je er wel of niet mee kan doen en welke deuren geld kan openen, gaan terug op je familie.
33
Welke informatie kreeg je van je ouders en familie, en welke waren je eerste ervaringen met geld ? 1. Werkte je vader buitenshuis ? Wat was zijn beroep ? Weet je hoeveel hij verdiende ? Hoe weet je dat ? Werd er openlijk over geld gepraat in jouw familie ? 2. Als je de inflatie niet meerekent, verdien je dan meer of minder dan je vader toen hij zo oud was als jij nu ? 3. Wat wou je vader dat je professioneel zou bereiken ? Is hij gelukkig met wat je nu doet ? 4. Werkte je moeder buitenshuis ? Wat was haar beroep ? Weet je hoeveel ze verdiende ? Hoe weet je dat ? Verdien je meer of minder dan zij toen ze zo oud was als jij nu ? Indien ze niet uit ging werken, besliste ze mee over hoe het geld van het gezin werd besteed ? 5. Wat wou je moeder dat je professioneel zou bereiken ? Is ze gelukkig met wat je nu doet ?
HeB je je Dit Al eens AfGeVrAAGD ? mijn ecHte finAncile VAArDiGHeDen Geld heeft een letterlijke en een symbolische betekenis. De vragen die nu volgen, hebben betrekking op de letterlijke betekenis van geld.
1. Hoe goed denk je de grondbeginselen van geldmanagement te beheersen ? Houd je je financin goed bij ? Begrijp je hoe financile instrumenten werken zoals een beleggingsfonds of een pensioenspaarplan ? Bezit je basiskennis over financile begrippen zoals de waarde van geld in functie van de tijd (geld nu is immers meer waard dan in de toekomst) ? 2. Hoe heb je je huidige vaardigheid om met geld om te gaan verworven ? Op welke leeftijd begon dat leerproces ? Wie heeft je daarbij geholpen ? 3. Hoe omschrijf je je risicotolerantie ? Hebben belangrijke dingen in je leven invloed gehad op hoeveel risico je nu bereid bent te nemen ?
34
HeB je je Dit Al eens AfGeVrAAGD ? GelD in mijn jeuGDjAren Voor sommigen was hun jeugd een tijd van onbezorgd leven dankzij hun zakgeld. Voor anderen was het dan weer een tijd waarin ze elke (toen nog) frank in tween moesten bijten, waarbij elk plezier dat ze zichzelf gunden gepaard ging met de frustratie om een ander gemis. En hoe zat het nu juist bij jou ?
1. Herinner je je wanneer je voor het eerst geld bezat ? Wat deed je ermee ? Heeft iemand anders je gezegd wat je met (een deel van) het geld moest doen ? 2. Herinner je je wanneer je voor het eerst geld hebt verdiend ? Hoe vrij was je om te beslissen wat je ermee deed ? Wat heb je gekocht ? 3. Heeft geld ooit een belangrijke rol gespeeld in een relatie ? 4. Heeft geld in welke zin dan ook invloed gehad op de keuze van de man of vrouw waarmee je je leven nu deelt ?
HeB je je Dit Al eens AfGeVrAAGD ? mijn finAncile DilemmAs 1. Wat is volgens jou het verband tussen geld en professioneel succes ? Hoeveel van wat je daarover denkt is bepaald door de boodschappen die je meekreeg van mensen waar je om geeft ? Hoeveel is bepaald door de maatschappij ? 2. Wie is de kostwinner in jouw gezin ? Hoe benvloedt dit de dagelijkse beslissingen ? Met andere woorden, in welke mate bepaalt dit wie de beslissingen neemt ? 3. Heb je je professionele ambitie moeten afwegen tegen familiale noden zoals kleine kinderen, hulpbehoevende ouders, een partner die ook werkt ? Welke rol speelt geld in deze evenwichtsoefening ? 4. Praat je openlijk over geld in je gezin ? Over welke geldzaken spreken jullie het makkelijkst ? En het moeilijkst ? 5. Als je je huis en wagen even niet meetelt, wat is dan het hoogste bedrag dat je ooit hebt uitgegeven voor jezelf ? Wat heb je ermee gekocht ?
35
HeB je je Dit Al eens AfGeVrAAGD ? mijn finAncile WAArDen Als je eens goed om je heen kijkt, zal het je opvallen hoe sommigen jij ook ? rond geldvragen draaien als was het een hete brij. Enkele suggesties met weerhaakjes :
1. Heb je ooit gezien hoe geld werd gebruikt om een persoon of een situatie te bedwingen ? Hebt je zelf ooit geld gebruikt in deze zin ? 2. Vind je dat je er recht op hebt een erfenis te krijgen of veel geld te winnen ? Waarom wel of waarom niet ? 3. Hoe beschrijf je jouw waarden met betrekking tot geld ? Waar komen deze waarden vandaan ? Als je je uitgaven en rekeningen onder de loep zou nemen, zou de manier waarop je geld uitgeeft dan overeenstemmen met je waarden ? 4. Als je meer geld hebt dan je eigenlijk nodig hebt, geef je dan geld aan goede doelen ? Steun je politieke partijen of politici ? Zoek je naar manieren om nog bemiddelder te worden door te investeren of nieuwe zakenideen te steunen ? Waarom wel of waarom niet ? 5. Benvloedt je spiritualiteit of je geloof de manier waarop je met geld omgaat ? Zo ja, hoe ? Zo nee, wat helpt je bepalen hoe je met geld omgaat ? 6. Wat maakt geld uiteindelijk mogelijk voor jou ? En wat maakt het niet mogelijk ?
HeB je je Dit Al eens AfGeVrAAGD ? mijn AfHAnkelijkHeiD VAn GelD Als je deze vragen over geld hebt opgelost, wordt er vaak een centraal thema zichtbaar dat als een rode draad doorheen je leven en werk loopt. Voorbeelden van dergelijke themas zijn : geld hebben maar het weer kwijtspelen, nooit genoeg geld hebben of doen alsof geld niet belangrijk is, terwijl het dat wel is.
1. Als je nu leest wat je hebt opgeschreven, kan je dan de rol identificeren die geld speelt in jouw leven ?
36
2. Hoe benvloedt dit je dagelijkse leven ? Welke impact heeft het op de keuzes die je maakt ? 3. Hoe zou je dit eventueel willen veranderd zien ? 4. Als je de kracht die geld op je heeft, positief zou kunnen benvloeden, welk resultaat zou dat opleveren ? 5. Als je je veilig zou voelen op financieel vlak, wat zou je dan anders doen ? Hoe hoop je dat dit zou aanvoelen ? Klaar ? En wat vind je nu zelf van deze geldbiografie ? Jouw persoonlijke geldbiografie ? Het is niet de bedoeling dat je de nieuwe Hemmerechts of Brusselmans wordt. De enige bedoeling is die rode gelddraad binnen je relatie zichtbaar te maken. Ik weet dat het oplossen van de vragen een beetje omslachtig is. Maar geloof me : het is een erg goede oefening. Een investering dus die de nodige vruchten zal afwerpen.
37
Bizz:Uzweertbijhetconceptgeldbiografie PamelaKlainer: Met een geldbiografie bekijk je de belangrijke gebeurtenissen in je leven die met geld te maken hadden. Voor velen werkt geld immers als een stille onderlaag bij huidige gebeurtenissen en relaties. Zolang dat geld zwijgt, kunnen we niets doen met deze verborgen kennis en krijgen we moeilijk greep op de transformerende kracht van geld. Als we een beter zicht krijgen op onze relatie met geld, stijgt de kans dat we dat geld kunnen gebruiken om onze doelen te bereiken in ons priv- en professionele leven. Bizz:DehoofdstellingvanuwboekHow much is enough ? isdater eendirectverbandistussengeldengeluk.Isdatnietintegenspraak methetgezondverstanddatzegtdatgeldnietgelukkigmaakt? PamelaKlainer: Niet noodzakelijk. Je zou kunnen zeggen dat je met geld keuzemogelijkheden koopt. In de meeste West-Europese culturen wordt de vrijheid om in je leven persoonlijke keuzes te kunnen maken, gelijkgesteld met geluk, tevredenheid, zingeving of welk woord dan ook om aan te geven waar we het meeste naar verlangen. Geld verdienen is iets waar we moeilijk aan kunnen weerstaan. Onze westerse cultuur stelt geld vooral zelfverdiend geld grotendeels gelijk met bekwaamheid. Iemand die veel heeft verdiend, moet wel slim zijn, luidt de redenering. Als iemand met een totaal gebrek aan politieke ervaring opkomt voor een hoge politieke functie lijkt dat voor ons toch aanvaardbaar te zijn zolang hij zijn eigen campagne maar kan financieren. Het is tekenend voor de symbolische rol van geld als tastbare veruiterlijking van kwaliteiten die we bewonderen, maar moeilijk kunnen meten. Denk aan bekwaamheid, succes of zelfs smaak. We waarderen mensen die toegang hebben tot iets : mensen die deel uitmaken van een groepje ingewijden, terwijl ze meestal een smak geld op tafel hebben gelegd voor ze werden toegelaten tot het selecte clubje. Bizz:Geldishetlaatstetaboe,zegtu.Waaromdoenmenseninhet algemeenenwerknemersinhetbijzonderzogeheimzinnigover hungeldzaken? Klainer:De schuld ligt niet alleen bij de werknemers. De meeste werkgevers hebben liever dat hun medewerkers in het ongewisse
3
blijven over elkaars salaris. Zo komen ze geen onregelmatigheden op het spoor. De werkgevers creren dikwijls een bedrijfscultuur die druk uitoefent op de werknemers om stil te houden wat ze verdienen. Ik heb ooit als consultant gewerkt voor een privschool in de Verenigde Staten, waar het hoofd 90.000 dollar verdiende, de onderdirecteurs 50 60.000 dollar, en de leerkrachten 20 tot 50.000 dollar. De tennisleraar daarentegen streek 80.000 euro op omdat zijn programmas aanzienlijke bijkomende inkomsten genereerden voor de school. Het bestuur was er als de dood voor dat de onderdirecteurs en leerkrachten zouden te weten komen dat hun salaris lager lag dan dat van de tennisleraar. Hoewel het oorspronkelijk tot mijn opdracht behoorde om de loonstructuur van de school te herzien, besloot het bestuur dit thema toch onaangeroerd te laten. Bizz:Volgensuisdemanierwaaropwijovergelddenkeningrote matebepaalddooronzekinderjarenenonzeopvoeding? Klainer: Inderdaad. In mijn boek verwijs ik onder meer naar een vrouw die ondanks haar zelfverworven rijkdom toch niet minder wou gaan werken omdat ze in haar jeugd had meegekregen nooit ontslag te nemen en elk jaar meer te verdienen. Ik vertel er ook het verhaal van een man die me om hulp vroeg omdat hij moeite had om het salaris te bedingen dat volgens hem bij zijn bekwaamheid en ervaring hoorde. Toen hij zijn geldbiografie aan het schrijven was, herinnerde hij zich dat zijn ouders alleen het allergoedkoopste kochten toen hij klein was. Ze bleven dat zelfs doen nadat de gezinsfinancin waren verbeterd. Hij had hieruit afgeleid dat hij het niet waard was om geld aan te spenderen. Nadat hij zich bewust was geworden van deze onbedoelde conclusie, bleek hij heel snel in staat een loon af te dwingen op het niveau van zijn rele marktwaarde. Mijn clinten helpen om hun geldbiografie te wijzigen, kan een genezend effect hebben. Maar als dusdanig is mijn werk zeker geen therapie. Therapie richt zich op veranderingen in onze diepste psychologische structuren. Het verschil komt hierop neer : als iemand doorkrijgt dat zijn geldverhaal niet langer goed functioneert en er toch in slaagt dat verhaal bij te sturen, gaat het om een normale ontwikkeling of groeifase. Pas als je er niet in je eentje uitraakt, is therapie aangewezen.
3
Bizz:Uspaartuwkritieknietwanneeruverwijstnaardenefasterol vanerfenissenopdeontwikkelingvansommigejongeren.Waarom? Klainer: Rijke jongeren kunnen het zonder de arbeidsmarkt stellen en dat is een slechte zaak. Werk is het gebied bij uitstek waar we onze bekwaamheden uittesten in een omgeving waar niemand moeite doet opdat we ons goed zouden voelen. Jezelf op de proef stellen in een stimulerende omgeving levert bijzonder nuttige kennis en levenswijsheid op, die je niet zo makkelijk op andere plaatsen vindt. Als ik werk voor gegoede families adviseer ik ze om aan hun kinderen uit te leggen dat trust funds en erfenissen geen vrijgeleide zijn om de arbeidsmarkt te omzeilen, maar het equivalent zijn van een eigen durfkapitaalfonds. Een van de sleutels in mijn boek is dat we moeten leren om geld te gebruiken voor zaken waarvoor het geschikt is. De rest moeten we elders gaan zoeken. Geld is prima om diensten te kopen waardoor we meer tijd en keuzemogelijkheden krijgen. Geld is veel minder geschikt om te zorgen dat je tevreden bent. Als ik een snelle en blitse auto koop, zal dit waarschijnlijk niet leiden tot erkenning, geluk of meer eigenwaarde. Als ik daar gevoelig voor ben, hou ik er in het beste geval een fantastische rijervaring aan over. Bizz:Zouhetnietkunnendatookonzedefinitievangelukgevolueerdis? Klainer: Uiteraard ! Tijdens een groot deel van de twintigste eeuw was maar een kleine minderheid van de wereldbevolking echt welgesteld. De overgrote meerderheid moest lange uren werken voor voeding, kleding, onderdak, gezondheidszorg, wat ontspanning en een minimum aan financile zekerheid voor haar oude dag. Mensen die deze dingen verworven hadden, waren gelukkig. In de tweede helft van de eeuw zorgden technologische en andere vernieuwingen er vooral in de vs en Europa voor dat brede lagen van de bevolking welstellend werden. Het gevolg is dat we geen genoegen meer nemen met basisvoorwaarden als warmte, genoeg eten of een job. We willen meer. We willen een ruime waaier van keuzemogelijkheden voor we beslissen waar we gaan wonen, eten, op vakantie gaan. We gaan ervan uit dat we lichamelijk en geestelijk in goede gezondheid blijven tot we 70 of 80 zijn. We willen verre rei-
40
zen maken en werk doen dat ons niet alleen financieel onafhankelijk maakt maar dat we ook graag doen. Hoe meer geld je hebt, hoe hoger je normen zijn voor wat geluk inhoudt. In dit boek, en meer bepaald in het derde hoofdstuk, gaan we bepaalde onderdelen uit het interview met York-Klainer uiteraard verder uitdiepen.
Maak het onderscheid tussen zaken van het hoofd en van het hart
Wat het boek How much is enough uitstekend maakt, is dat de auteur Pamela York-Klainer toegeeft zelf fouten gemaakt te hebben. Bovendien is wat ze vertelt erg herkenbaar en correct. In 2005 kwam mijn eigen boek De belegger ont(k)leed uit. De hoofdstelling in dat werk is dat beleggers zich eigenlijk te veel laten leiden door hun emoties en nog te weinig door hun verstand. De raad om de zaken iets rationeler aan te pakken is evenwel niet eenvoudig. Zeker niet als de belegging de verkeerde kant uitgaat. De neiging is dan immers erg groot om het verstand op nul te zetten, hoofd in het zand te steken en te hopen opnieuw een emotie ! dat het morgen wel beter zal gaan. Bij York-Klainer was dit eigenlijk precies hetzelfde. In de jaren tachtig verloor ze maar liefst 400.000 dollar met een mislukte investering. Dat was geen zaak van het hoofd, schrijft ze. Hoofdzaken zijn zaken die je bij wijze van spreken in je boekentas kan steken zonder er verder aan te denken en de volgende dag weer uithaalt. Om ze vervolgens rationeel te analyseren en indien mogelijk objectief op te lossen.
41
De mislukte belegging van York-Klainer en haar man leek meer op de ervaring gedropt te worden in het midden van een bevroren meer, zo koud dat het pijn deed aan de longen en dat ademen nauwelijks mogelijk was. Toch maakte dat verlies volgens de auteur geen enkel verschil uit in het dagelijkse leven van haar en haar familie. Kortom, het verlies van geld was voor haar een zaak van het hart. Een emotioneel gebeuren : Het gebeuren weigerde enkel in mijn boekentas te blijven. Tijdens de dag probeerde ze het rationeel te verwerken. s Nachts kwam het probleem des te feller weer naar boven. Bij York-Klainer gaat het over het verlies van een zeer grote som geld die eigenlijk geen invloed heeft op haar leven. Laten we als contrast even Eva aan het woord. Deze Filippijnse vrouw woont in Nederland en is een van de slachtoffers van de aandelenleasegekte. De vrouw geloofde de sprookjes die toen verteld werden. Ze verspeelde al haar spaargeld, 23.000 euro, en heeft nu een restschuld van 32.000 euro. De vrouw moet bovendien maandelijks nog eens 300 euro betalen voor die contracten. Ze verdient 1100 euro per maand in een verpakkingsfabriek. Al dat geld gaat evenwel op aan vaste lasten. s Avonds probeert ze wat bij te verdienen als schoonmaakster. Met vijf avonden per week verdient ze 280 euro. In het zwart natuurlijk. Soms ben ik zo s avonds zo moe dat ik niet meer van de bank kan opstaan, vertelt de vrouw aan een redacteur van het NRC Handelsblad. Eva schaamt zich en is kwaad. Op de bank die haar het aandelenleaseproduct verkocht. En op zichzelf. Ze heeft altijd maagpijn. Van de stress. Het ergste vindt ze nog dat ze haar ouders, die op de Filippijnen wonen, niet meer kan onderhouden. Ik ben hun oudste dochter. Ik heb het nochtans beloofd, verklaart ze teleurgesteld. Ik denk altijd aan mijn problemen. Duidelijk een zaak van het hart. In het boek De belegger ont(k)leed geef ik aan dat beleggers het hele gamma emoties ervaren. Van woede en jaloersheid tot verliefdheid en euforie. Geld brengt ook in koppels sterke emoties
42
naar boven. Door geld gaan mensen immers tot het uiterste. In 1999 schoot een belegger zijn adviseur een kogel door de kop en pleegde kort nadien zelfmoord. Enkele jaren later probeerde een ontgoochelde Nederlandse belegger hetzelfde te doen met zijn beleggingsadviseur. Tijdens de penibele beursjaren 2000 tot 2003 stond menige relatie onder zware druk. Een man die ik ken had het spaargeld van het gezin belegd op de beurs en moest tot zijn scha en schande toegeven dat het kapitaal elke dag een beetje verder wegsmolt. Beleggers keken machteloos naar de steeds zakkende koersen op teletekst met een beschuldigende vrouw achter zich. De relatie kwam onder hoogspanning te staan omdat de man de spaarcenten in aandelen belegd had. Iemand die in een gelijkaardige situatie verkeerde was Guy. Ik leerde de man kennen in 2005. Toen hij hoorde dat ik artikels over financile onderwerpen schreef, nam hij mij in vertrouwen en vertelde me dat ook hij toen een aandelenleasecontract had getekend. Eind 2000 kwam, na het verzoek van zijn vrouw, immers een adviseur van Spaar Select over de vloer die het koppel een contract AEX Plus Effect van Bank Labouchere (nu Dexia) aansmeerde. Ze staken iets meer dan 25.000 euro in het product. Althans dat dacht Guy. Toen hij me het contract toonde, vertelde ik hem dat ze gedurende de looptijd nog eens een kleine 40.000 euro rente zouden moeten betalen. De man trok uiteraard wit weg. Hij stamelde dat de verkoper van Spaar Select hem dat niet verteld had. En dat laatste geloof ik best. Feit is dat Guy zijn vrouw nog steeds verwijt dat zij eigenlijk aan de basis ligt van dit zware financile verlies. Zij was het immers die vond dat er meer gediversifieerd moest worden binnen de beleggingen en zij was het ook die de verkoper van Spaar Select uitnodigde. Filmmaker Erik Van Looy vertelde ooit in een interview dat hij mensen wantrouwt als ze hem vertellen dat geld niet belangrijk is. En gelijk heeft hij.
43
Besluit
Een concept dat centraal staat in het werk van York-Klainer is dat je met geld containers koopt. In het interview stelt ze dat we dus eigenlijk moeten leren om geld te gebruiken voor zaken waar het voor geschikt is. De rest moeten we elders gaan zoeken. Geld is dus prima om diensten te kopen waardoor we meer tijd en keuzemogelijkheden krijgen. Containers zijn volgens York-Klainer zaken die je vult met je eigen gevoel voor zingeving. Je kan er dus met andere woorden iets nuttigs mee doen. Alles kan in principe een container zijn. Voorwaarde is wel dat je er iets van jezelf instopt : energie, geld, tijd. En dat uiteraard in de veronderstelling dat er nadien iets zal gebeuren. Een container kan een sabbatsjaar zijn of de aankoop van een nieuwe wagen, schrijft York-Klainer. Belangrijk is evenwel nogmaals dat je de zin van de container dus zelf moet invullen ! Iemand dat dit goed begrepen had, is Jean Daskalides. Deze omnivoor hij was concertorganisator, filmmaker, gynaecoloog n pralinemaker kreeg van het Gentse Institut Moderne, een vrijzinnig ziekenhuis, de kans om er als jonge dokter te werken. Later, toen Daska een flink stuk rijker was, besloot hij het ziekenhuis te moderniseren. Met eigen geld. Het gebouw was immers dringend aan renovatie toe. Daskalides deed dat uit dankbaarheid omdat het ziekenhuis hem toen hij jong en onervaren was de mogelijkheid geboden had om er zijn carrire te starten. Daska begreep dat geld op zich geen waarde heeft, maar dat je er wel iets positiefs mee kan doen. Geld als container voor waarden met andere woorden. Ook andere financieel succesvolle personen zoals Bill en Melinda Gates hebben dit begrepen. Zo besteden de Gates meer aan ontwikkelingshulp dan verschillende landen samen.
44
Geld doet volgens de schrijfster York-Klainer overigens nog iets anders : het koopt je ademruimte. Een vraag van de week in De Standaard was bijvoorbeeld wat we zouden doen met acht miljoen euro. Dat bedrag was immers te winnen met de Lotto eind oktober 2005. Een van de lezers schreef dat hij al een wereldreis gemaakt had, maar dat zijn rugzak snel weer gepakt zou zijn. De gedachte om mijn vrijheid te herwinnen is gewoon overweldigend, schrijft de man. En zo is het maar net. Geld is immers gemunte vrijheid. Iemand die deze twee aspecten van geld onderkent en consequent toepast is Anita Roddick, oprichtster van The Body Shop. In een interview met De Standaard Magazine vertelt ze dat geld haar spontaneteit en vrijheid schonk, maar vooral de mogelijkheid om genereus te zijn.
45
2
Het verschil tussen mannen en vrouwen
Wanneer mannen en vrouwen het eens worden, is dat alleen maar in hun conclusies ; hun redenen verschillen altijd.
George Santayana
Inleiding
Beeld je in dat je aan volgend spel deelneemt. Er zijn twee deelnemers en bij de start krijg je 10 euro. Je beslist of je dat geld houdt of (een deel ervan) investeert in de tegenpartij. Het bedrag dat je investeert wordt automatisch verdrievoudigd. De andere speler heeft daarna de mogelijkheid om (een deel van) dat bedrag aan jou terug te geven. Met die laatste beslissing van de tegenpartij is het spel ook afgelopen. Stel dat je beslist om 5 euro te investeren. Dat bedrag wordt automatisch 15 euro. De tegenpartij beschikt dan over dat bedrag. Hij kan bijvoorbeeld vijf euro teruggeven en tien euro houden. In dat geval houden jullie beiden evenveel over : elk tien euro. Jij had immers nog vijf euro over van die tien en je krijgt er van de tegenpartij nog eens vijf bij. Een voorbeeld is dit overigens van een zogeheten zero plus game. De tegenpartij kan ook het volledige bedrag, vijftien euro dus, houden. In dat geval was je beter af indien je die 10 euro oorspronkelijk gehouden had en niet had ingezet : je houdt immers uiteindelijk maar 5 euro over. De tegenpartij heeft er nu 15. Stel je voor dat je het aandurft om de volle 10 euro te investeren. De tegenpartij heeft dan 30 euro. Als hij beslist om 15 euro te houden en 15 euro weg te schenken, hebben jullie allebei gewonnen. Opnieuw een zero plus spel dus. En meer bepaald de beste versie ervan. Meer kan immers niet verworven worden. De situatie wijzigt enigszins indien het spel over tien ronden gespeeld wordt. Er is dan immers een leerproces, waarbij je de tegenstander leert kennen. Onderzoekers Steven Quartz, Colin Camerer, George Loewenstein en Paul Glimcher doen al enkele jaren onderzoek in het piepjonge domein van de neuro-economie. Ze kijken ondermeer via fMRI rechtstreeks in de hersenen van proefpersonen en dat op het eigenste moment dat die proefpersonen economische beslissingen nemen. Zoals bijvoorbeeld de beslissing om een bepaald bedrag in te zetten.
4
Wat de onderzoekers vooral opviel, is het verschil tussen mannen en vrouwen. Bij mannen is het tijdens een dergelijk experiment over tien ronden net alsof de hersenen stilvallen na elke beslissing in het spel. De kogel is door de kerk en mannen wachten op dat moment de beslissing van de tegenpartij af. Bij vrouwen blijven de neuronen in drie hersengebieden vuren. Dit betekent concreet dat de hersenen actief blijven. Meer bepaald het ventrale stratium het gebied dat beloningen anticipeert , de ventrale mediale prefrontale cortex planning en organisatie en de caudate nucleus een gebied dat geassocieerd wordt met het controleren van gegevens en vaak genoemd wordt bij obsessiefcompulsieve stoornissen. Volgens Steven Quartz zijn vrouwen dus meer bezig met de vraag of ze wel de juiste beslissing genomen hebben en hoe de andere persoon op die beslissing zal reageren. Camerer en Quartz ontdekten bovendien iets zeer merkwaardigs. Tijdens dergelijke investeringsspelen is er geen rechtstreeks contact tussen de spelers. In de regel worden dergelijke experimenten immers online via de computer gespeeld. Toch konden proefpersonen met een trefzekerheid van maar liefst 85% bepalen of ze tegen een man of een vrouw speelden. Blijkbaar slagen ze er dus in subtiele aanwijzingen op te pikken die de onderzoekers overigens zelf nog niet ontdekt hebben. Ook bij zogeheten ultimatumspelen is er een verschil tussen mannen en vrouwen. Bij een ultimatumspel kan de eerste speler een bepaald bedrag verdelen over de tegenspeler en zichzelf. De tegenspeler kan dit voorstel aanvaarden of verwerpen vandaar de term ultimatum. Onderzoekers stelden vast dat vrouwen gemiddeld een aanzienlijk groter bedrag voorstellen dan mannen en dat ze eveneens minder gebruik maken van hun ultimatum. Ze zijn dus vaker geneigd om een zeer laag bod bijvoorbeeld 20 cent op een totaal van 1 euro te aanvaarden. In hoofdstuk vier belichten we de vaststelling dat, ondanks de loonkloof, vrouwen tevredener zijn over hun loon dan mannen. Is dat dan toeval ?
50
het beeld van de passieve vrouw, voor wie geld iets is wat haar overkomt of niet, aldus nog de Nederlandse economiste. Het onderzoek van Prince sluit trouwens erg mooi aan bij dat van psychologe Kathleen Gurney. Uit haar onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen heel verschillend tegen geld aankijken. Meer vrouwen dan mannen verbinden geld immers met negatieve emoties zoals angst, paniek, wrok en woede. Mannen daarentegen verbinden geld dan weer met liefde en geluk. Voor mannen vertegenwoordigt geld identiteit en macht ; voor vrouwen staat geld voor veiligheid en autonomie. Mannen beschouwen, nog steeds volgens Gurney, hun vrouw vaak als spilziek, terwijl de vrouw de echtgenoot omschrijft als gierig. Het gevolg van dit alles is dat, als de zaken minder goed gaan, vrouwen veel energie steken in het zoeken van een zondebok om deze dan met alle zonden van Isral te overladen. Zo schrijft Elisabeth Lesser in Hoe verander ik mezelf dat ze in het begin van haar relatie met haar man niet gelukkig was. Eerlijk gezegd bracht ik veel tijd door met hem de schuld te geven van alles wat er fout ging in mijn leven. Ik was een klassieke zeurkous. Ons huwelijk was een vuurlinie geworden : ik bestookte hem met klachten en hij weerde ze af. En als de relatie eenmaal afgelopen is, wentelen veel vrouwen zich in zelfbeklag. Jean Chatzky voert in The ten commandments of financial happiness een vrouw op : Eve. De eerste jaren nadat zij en haar man uit elkaar gingen, geeft Eve eerlijk toe, had ze erg veel zelfmedelijden. Ze had weliswaar een uitstekende job met een riant salaris. Maar ze stond er wel alleen voor.
l
tip 5 (voor vrouwen) : Probeer zo veel mogelijk positieve zaken aan geld te verbinden.
52
bleem hiermee is dat dergelijke zaken geen enkele waarde hebben. Vandaar dat mannen hun vrouwen vaak verwijten dat ze het geld verkwisten, terwijl vrouwen net vinden dat ze door de aankoop van die dingetjes het huis opfleuren en het leven leuker maken. De bevindingen van Hayden stroken met die van een onderzoek uitgevoerd aan de Universiteit van Tilburg. Daaruit bleek dat vrouwen anders beleggen dan mannen. In het laatste hoofdstuk van dit boek komen we overigens uitgebreid terug op die verschillen. Nu reeds dit : vrouwen hebben minder vertrouwen in het eigen oordeel en vragen sneller advies en informatie. Het belangrijkste punt uit de studie is toch wel dat vrouwen vaker met hun partner overleggen, iets wat mannen niet of te weinig doen. De reden hiervoor is dat beleggen niet echt tot de natuurlijke habitat van vrouwen behoort en dat ze daarom hun partner om raad vragen. Bij mannen is dit uiteraard net het omgekeerde : ze beschouwen beleggen net als hun domein en zien niet in waarom ze hun vrouw advies zouden moeten vragen over de aankoop van aandeel X of de verkoop van beleggingsfonds Y.
l
tip 6 (voor vrouwen) : Probeer minder prutsen te kopen of voor werpen die toch alleen maar in waarde verminderen.
Die vaststelling werd gedaan door Pamela York-Klainer. In haar boek How much is enough geeft ze het voorbeeld van een veertigjarig kaderlid van een grote onderneming. De vrouw beheert een jaarlijks budget van 10 miljoen dollar. De psychotherapeute en de zakenvrouw bespraken financile zaken zoals het arbeidscontract en de bonusregeling. De vrouw laat zich ontvallen dat ze dringend een afspraak moet maken met een beleggingsadviseur om haar spaargeld op een correcte manier te laten werken. Ik weet zelfs niet eens wat het verschil tussen een aandeel en een obligatie is, vertelt ze half lachend aan York-Klainer. Op professioneel vlak weet deze slimme vrouw precies wat je allemaal met geld kan doen, schrijft York-Klainer. Ze weet hoe je een budget van 20 miljoen beheert, ze weet hoe geld de strategie van een onderneming drijft en hoe winstgevendheid op het niveau van een business unit je respect oplevert. Maar op persoonlijk vlak kent ze het verschil niet eens tussen een aandeel en een obligatie. Zelf maakte ik iets gelijkaardigs mee. Toen ik beleggingsadviseur was, kreeg ik een dame over de vloer. Ze wou haar Tak-21 belegging verkopen en naar de concurrentie overstappen. Deutsche Bank maakte toen immers met een spectaculair rendement reclame. Ik probeerde haar uit te leggen wat een Tak-21 verzekering eigenlijk was de vrouw vroeg me tot driemaal toe of het een beleggingsfonds was. Maar het meest onder de indruk was ik wel toen ze me vertelde dat ze eigenlijk als kaderlid bij een verzekeringsmaatschappij werkte ! Deze kloof is volgens York-Klainer gevaarlijk. Indien je gesofisticeerd bent in verband met geld op het ene professionele vlak, kunnen mensen onterecht aannemen dat je ook van wanten weet op het andere persoonlijke vlak. Het gevolg is dat je beschaamd wordt om toe te geven dat je iets niet weet en dat je bang bent om hulp te vragen. In dit concrete geval vond Pamela York-Klainer dat de vrouw een soort verkeerde vastberadenheid had om in haar privleven hele-
54
maal niets te maken willen hebben met geld. De reden hiervoor was dat ze opgroeide in een gezin waarbij geldzaken enorm veel emotionele energie bij haar ouders opzogen. We moesten dit opspitten, hoe pijnlijk dat het ook was, om concrete stappen te doen zodat de vrouw controle kon krijgen over haar persoonlijke financin.
l
tip 7 : Wees niet te beroerd om advies te vragen als het over geld gaat.
Bij de vraag tot slot of ze al dan niet tevreden zijn met de hoogte van het spaargeld, antwoordt n op twee vrouwen dat ze tevreden zijn over de hoeveelheid spaargeld. Bij mannen is dat zes op 10.
tabel 1. De geldverschillen tussen mannen en vrouwen Vraag Koopt u wel eens iets zonder het echt nodig te hebben? Koopt u wel eens iets enkel en alleen omdat het in promotie is? Vindt u van uzelf dat u impulsief koopt? Koopt u wel eens zaken om een gebeurtenis te vieren? Bent u tevreden over het niveau van uw spaargeld op de spaarrekening?
Bron : Journal of Financial Planning
Vrouw (% ja) 36 24 36 31 49
man (% ja) 18 5 18 19 60
Professor Hira besluit dat geld een emotioneel geladen iets is : We geven geld uit omdat anderen dat doen. Vrouwen hebben iets meer de neiging om aanvaard te worden door anderen. Wellicht denken ze dat, als ze die dingen hebben die anderen ook hebben, ze beter af zullen zijn, ze geliefd zullen zijn en aanvaard.
l
tip 8 (voor vrouwen) : Laat je zelfgevoel iets minder afhangen van wat je al dan niet koopt.
56
abel in prijs als iets dergelijks. Aan de receptie hangen de maximale kamerprijzen. Dit zijn de zogeheten rack rates. De meeste mensen betalen ook effectief deze prijs. Sommigen zijn slimmer en onderhandelen. Tot ze een korting krijgen die kan oplopen tot 50%. Opgelet, niet alle hotels doen aan dit gesjacher mee. Het Hilton bijvoorbeeld heeft een naam hoog te houden. Daar hoef je dus niet eens te beginnen. Nee heb je ; ja kan je krijgen. Dat is zon beetje het motto van gehaaide onderhandelaars. Onthoud dat je in feite niets te verliezen hebt als je niet onmiddellijk akkoord gaat met de voorgestelde prijs. Een goede truc is dan ook altijd te stellen dat iets te duur is. Zelfs als dit niet zo is. De tegenpartij, die op de hoogte is van onderhandelingstechnieken, moet dan automatisch repliceren met het standaardantwoord : In vergelijking waarmee ? Doet hij dat niet, zit u alvast in een stevige uitgangspositie om vooralsnog iets van de prijs af te knabbelen. Zo kocht ik onlangs een paar leren handschoenen van Timberland. Toen ik de opmerking maakte dat de handschoenen nogal prijzig waren, was de verkoopster bereid om er tien procent af te doen. Het ging nochtans om de nieuwe collectie, geen ouwe rommel dus. Je merkt onmiddellijk dat professor Roland Pepermans van de vub dan weer geen gehaaid onderhandelaar is. In een interview pocht hij nochtans dat hij bij een antiekverkoper een goede slag had geslagen. De verkoper vroeg 410 euro voor een antieke kast. Ik stelde voor er 400 voor te betalen. De verkoper ging zonder slag of stoot akkoord. De fout die Pepermans maakte was niet diep genoeg te gaan. Zeker voor een antieke kast met torenhoge marges, kan je je een flink stuk onder de vraagprijs wagen. Op de antieke kast van de antiekhandelaars zit dus een zeer hoge winst voor de verkoper. De kast die de handelaar tegen 410 euro verkoopt, heeft hij wellicht ingekocht tegen 150 euro. En nog een flink pak minder als hij zelf een goede onderhandelaar is. Kennis over de marges in een bedrijfssector is in ieder geval de basis om
5
goed te kunnen onderhandelen. Sommige bedrijfstakken werken dan weer met flinterdunne marges. Daar kan je uiteraard weinig mee aanvangen. Interessanter zeker voor vrouwen zijn net die sectoren met hoge marges. Zoals de verkoop van modekledij, handtassen en schoenen. Eigenlijk zouden vrouwen moeten leren altijd een korting te vragen op de aankoop van een jurkje of een nieuw paar schoenen. Ook buiten de periode van de koopjes. Een voorbeeld ? Laatst zag mijn vrouw een mooi jasje van Aigle. Ze noteerde de naam van het model en vroeg aan de boetiek in de buurt waar ze klant is om de jas te bestellen. De eigenares gaf haar uit dankbaarheid een korting van 15 procent. Neem bij wijze van ander voorbeeld de aankoop van een nieuwe wagen. Er zijn nog altijd mensen die een nieuwe auto kopen zonder te onderhandelen over de prijs. Terwijl het toch op zijn minst standaard is te starten met een minimale korting van 5 tot 6%. Een korting die, afhankelijk van het merk, gemakkelijk kan oplopen tot een getal met twee cijfers. Zou onderhandelen voor een stuk toch geslachtsgebonden zijn ? Een van mijn zussen, die nochtans dezelfde opvoeding genoot als ikzelf, weigert bijvoorbeeld een korting te vragen. Ze beschouwt dit als ongepast en voelt dan een zekere gne opkomen. Bij de aankoop van een nieuwe wagen uiteraard zonder korting wrijft de verkoper uiteraard in zijn handen als hij haar ziet komen. Je onderhandelingspositie is trouwens altijd sterker als het om een product gaat dat je elders ook kan kopen. Zoals dat jasje van Aigle bijvoorbeeld. Ook het nieuwe model van Audi kan je op verschillende plaatsen kopen. Als dealer X je maar 5% geeft, kan je eens langsgaan bij dealer Y. Misschien geeft hij je wel 6%. En met die 6% kan je nog altijd terugkeren bij dealer X. De winst voor de dealer wordt vooral gemaakt als de wagen verkocht is. Via het onderhoud van de wagen. Niet zozeer op de wagen zelf. Dat is de regel.
Stel dat je in de onderhandeling gevangen zit. De tegenpartij vraagt 300.000 euro voor een huis en je wil maar gaan tot 250.000. Onderdruk dan de reflex om voor te stellen de appel in twee te delen. Het lijkt aanlokkelijk die zinsnede te gebruiken, maar zorg er veeleer voor dat de tegenpartij ze gebruikt. Zeg liever dat u het spijtig vindt na alle moeite niet tot een akkoord te kunnen komen. En als de tegenpartij dan voorstelt de appel in twee te delen, heb jij de sterkste positie. Jij kan immers dit bod aanvaarden of een nieuw voorstel lanceren. Want op dat moment is de vraagprijs immers gedaald tot 275.000 euro. Met dank aan de tegenpartij. Vrouwen doen er goed aan te beseffen dat een geafficheerde korting vaak nep is. In feite gaat het om de basisprijs. Zeker tijdens de koopjesperiode is die techniek schering en inslag. Het lijkt alsof je een goede zaak doet. Maar dat is het niet. Hier krijg je de pap in de mond. Je standpunt hier moet immers zijn dat de verkoper openstaat voor een korting. Alleen is de voorgestelde korting nog niet de goede. Doe een tegenvoorstel en krijg op die manier een echte korting. Twee professoren die dachten goede onderhandelaars te zijn, vroegen aan de taxichauffeur bewust geen prijs bij het instappen. Hun standpunt was dat ze over de prijs zouden onderhandelen op het moment ze op hun bestemming waren aangekomen. Dan bevonden ze zich in een sterke onderhandelingspositie, dachten ze. De taxichauffeur reageerde uiterst verbolgen op hun manier van handelen, sloot de deuren van de taxi en dumpte hen gewoon op het punt waar ze vertrokken waren. De geleerde heren maakten de fout te willen onderhandelen in een situatie waarin dit niet gebruikelijk is. De taxichauffeur reageerde niet rationeel maar emotioneel. En dat hadden de professoren in al hun wijsheid niet voorzien. Dat geval stond zeker niet in het boek over onderhandelingstechnieken ? Een zin die het dan weer altijd doet is de volgende : Als ik nu beslis, wat kan u dan doen ? In de eerste plaats verbind je jezelf tot niets. Je kan het voorstel van de tegenpartij nog altijd afwijzen. Anderzijds raak je een gevoelige snaar bij veel verkopers. Ze worden immers dag in, dag uit geconfronteerd met twijfelaars en schijnbaar
60
genteresseerde kopers. Als je de indruk wekt op dat moment te kunnen en willen beslissen, zijn sommigen best bereid in ruil hiervoor iets in de schaal te leggen. Het beste boek over onderhandelen tot slot dat ik ooit las, is You can get anything you want van Roger Dawson. Het boek werd in de Franse versie gebruikt tijdens een uitstekende cursus over onderhandelen. De interessantste tip van Dawson is nooit een concessie te doen zonder hiervoor in ruil iets terug te vragen. De verkoper die met andere woorden een vervelende klant, zoals mezelf, voor zijn neus krijgt, moet bereid zijn een korting te geven maar moet daar tegelijk onmiddellijk een engagement van de koper voor in ruil vragen. Zoals het laten ondertekenen van de bestelbon bijvoorbeeld.
l
bovenmatig veel belang aan materile dingen. Zij vindt menselijke rijkdom belangrijker dan een goed gespijsde bankrekening. Op dat gebied zijn we erg verschillend, verklaart Frdrick aan het tijdschrift Dag Allemaal : Als ik een job aanneem, vraag ik niet eens hoeveel ik zal verdienen. Van Asbroeck reageert door te stellen dat hij dit een zeer vreemde ingesteldheid vindt. Mannen en vrouwen discussiren volgens de psychotherapeute over geld omdat ze volgens de Amerikaanse elk de oude socialisatie in zich dragen maar hun leven totaal verschillend leven dan twintig of dertig jaar geleden. Wat Hayden wil zeggen is dat we bewust of onbewust een aantal geldpatronen en modellen meegekregen hebben doordat we onze ouders op een bepaalde manier met geld zagen omgaan die wel niet meer aangepast zijn aan onze huidige manier van leven. Deze manier van leven bestaat er bijvoorbeeld in dat we, in tegenstelling tot vroeger, vaker met zijn tween buitenshuis gaan werken. Nederlands onderzoek wijst uit dat dit trouwens de norm geworden is bij koppels tussen 25 en 40. We hebben tegelijk een veel hogere standaard op het vlak van wat we van onze partner verwachten. We hebben ook hogere normen op het vlak van intimiteit dan onze ouders. Ook trekken we die hogere verwachtingen door naar de opvoeding van de kinderen, onszelf en onze woningen. Kortom, onze standaarden zijn compleet gewijzigd maar we hebben steeds dat archasche en verouderde socialisatiemodel, beweert Hayden. Wat koppels nu proberen te doen, is volgens haar nieuwe modellen ontwikkelen. Wat uiteraard niet van een leien dakje gaat. Ook dit is een illustratie van de voortdurende verandering waarover praktisch filosoof Marinoff het in Levensvragen heeft. Niet alle vrouwen zijn evenwel bereid om over dit nieuw model te onderhandelen. Volgens de filosofe Elisabeth Badinter is ons ego (ik) op dit moment ons allerkostbaarste goed geworden. Vroeger was het (binnen de relatie) onbeleefd om erover te praten en werd iemand die zijn bestaan erop bouwde met afkeuring bekeken,
62
schrijf ze in De een is de ander. Koste het wat het kost, moest de indruk worden gewekt dat de ander belangrijker was dan jezelf. De jonge generatie wil niets te maken hebben met dit soort moraal of huichelarij. Hun obsessie betreft niet zozeer het profiteren van de ander als wel het ten volle benutten van zichzelf. Volgens Badinter is in de nieuwe kapitalistische wereld van het ego het niet benutten van potentile mogelijkheden een zwaar vergrijp. Vooral jonge vrouwen zijn volgens haar erg gevoelig geworden voor deze lokroep. Het gevolg is dat hoe absoluter de waarde die aan het ego wordt toegekend des te relatiever de waarde die aan de ander wordt toegeschreven. Het directe gevolg van dit alles is dat sommige vrouwen niet meer over het model willen onderhandelen maar gewoon scheiden. Waarom zou men onder die omstandigheden immers bij elkaar blijven ? vraagt Badinter zich af. Alles welbeschouwd verkiezen de jongere generaties steeds vaker de risicos van het alleen-zijn boven de met spanningen gepaard gaande verbintenis die men steeds minder goed verdraagt. Badinter verklaart deze gedragswijziging tot slot door drie factoren : vrijheid, zelfverwezenlijking en onverschilligheid.
l
De studie toont aan dat mannen en vrouwen totaal verschillend denken over nochtans identieke, harde monetaire gegevens. De verschillen zijn wel systematisch en zeer frappant : vrouwen geven telkens lagere waarden weer voor inkomsten en vermogen enerzijds en hogere waarden voor schulden anderzijds. De studie toont in ieder geval een ding aan : open communicatie over de gezinsfinancin is de eerste stap in een beter beheer ervan. Want hoe kan je nu effectief communiceren over iets met elkaar als je het eigenlijk over verschillende zaken hebt ? De studie sluit overigens mooi aan bij de onderzoeksgegevens van hoogleraar Hira waarover we daarnet berichtten. Uit die bevraging van mannen n vrouwen bleek immers dat mannen zich gelukkiger voelden met het niveau van hun spaargeld. Maar in die studie ging het niet over identieke geldinformatie. Mannen en vrouwen beoordeelden immers onafhankelijk van elkaar hun eigen spaargeld. Zelfs over belangrijke en schijnbaar evidente zaken, zoals het aangaan van een hypothecaire lening, wordt er blijkbaar door sommige koppels niet of toch niet efficint gecommuniceerd. Ik was adviseur bij een bank toen een echtpaar eind december 2005 een hypothecaire lening van 300.000 euro wou aangaan. Een tijdje later kwam de man in het kantoor en vroeg hoe het stond met de aanvraag van het krediet. Ik informeerde bij de credit officer die de kredietbeslissing zou nemen. Daarna vertelde ik de clint naar waarheid dat het dossier wellicht dat jaar niet meer behandeld zou worden. Er waren immers een aantal andere dringende kredietdossiers die op een beslissing wachtten. De volgende dag kwam de echtgenote van de man in het kantoor en stelde dezelfde vraag. Toen ik dit voorval aan een collega vertelde, was ze niet verbaasd. De twee spraken immers nauwelijks nog met elkaar. Toch waren ze bereid om samen een hypothecaire lening aan te gaan van maar liefst 300.000 euro om een pand te kopen om er de tandartsenpraktijk van de man in te vestigen. In datzelfde bankkantoor was er trouwens een ander koppel dat er diezelfde nefaste gewoonte op nahield. Ik had ooit de dame aan
64
de lijn met een vraag om extra informatie te verschaffen over een effectentransactie en nauwelijks vijf minuten later de echtgenoot met diezelfde vraag. Zonder dat de man van zijn vrouw wist dat er reeds gebeld was. Professor Brent Rogers onderzocht wat het geheim was van koppels die lang bij elkaar bleven. Uit het onderzoek bleek dat open communicatie essentieel is. Koppels die erg open waren, kwamen er het best vanaf, was de slotsom van het onderzoek.
l
De jeugd : de sleutel ?
Kathleen Gurney doet al sinds het begin van de jaren tachtig onderzoek naar het toch wel boeiende onderwerp mannen, vrouwen en geld. Ze onderzocht waarom mensen eigenlijk werken, sparen en geld uitgeven. Het resultaat van dit alles waren dertien persoonlijke geldkenmerken. Die kenmerken resulteerden uiteindelijk in 9 verschillende geldpersoonlijkheden. Iets verder in dit boek kan u kennismaken met al die personages. Belangrijk is dat Gurney diplomatisch stelt dat er eigenlijk geen goede of slechte geldpersoonlijkheden zijn. Elke persoonlijkheid heeft volgens haar immers sterke en zwakke kanten. Gurney vergelijkt dit alles met de balans van een onderneming : je hebt een actief n een passief. Anders gesteld : yin roept automatisch yang op. Of is dat te veel new age ? Eerlijkheidshalve moeten we toch opmerken dat er n persoonlijkheid uitspringt : de geldmeester. De vergelijking met een balans van een onderneming is dus al bij al een beetje te beperkt : actief moet
er immers altijd gelijk zijn aan passief. In het geval van de geldmeester overtreft het actief duidelijk het passief. Wellicht gebruikt Gurney deze analogie dus om haar patinten niet voor het hoofd te stoten. Veel geldmeesters moeten haar waarschijnlijk niet opzoeken. Er wordt in de volksmond wel eens gesteld dat verschillende karakters elkaar zouden aantrekken. Volgens Gurney is dit evenwel regelrechte nonsens. Bij koppels is het volgens de therapeute zelfs goed dat de geldpersoonlijkheden bij elkaar passen. Indien de vrouw bijvoorbeeld een jager is en de man een perfectionist, levert dit volgens haar gegarandeerd problemen op. Jagers nemen immers beslissingen met hun hart. Ook financile beslissingen. Perfectionisten daarentegen bekijken elke kant van een zaak : rationeel, koel en nuchter. En nemen dan een beslissing met het hoofd. Volgens Gurney draaien veel problemen in een relatie uiteindelijk rond geld. Niet zozeer omdat er te weinig van is, maar vooral omdat de partners er een te verschillende kijk op hebben. Koppels bespreken nagenoeg elk onderwerp vooraleer ze gaan samenwonen of trouwen. Tot de eerste grote beslissing over ons geld zijn koppels er zelfs niet eens van bewust van hoe sterk hun visie op geld wel uiteen ligt, aldus Gurney. Net zoals Pamela York Klainer is ook Gurney ervan overtuigd dat onze geldstijl grotendeels bepaald wordt door de ervaringen die we meemaakten in onze jeugd. Ook de manier waarop onze ouders tegenover geld stonden, bepaalt volgens haar voor een belangrijk stuk hoe we zelf tegen geld aankijken. Kinderen nemen volgens Gurney nagenoeg automatisch een ongezonde of overdreven houding tegenover geld over. Daarom raadt Gurney, in het kielzog van York-Klainer, ons aan de volgende vragen te stellen : Had je het idee dat je ouders arm, rijk of modaal waren ? Kreeg je voldoende zakgeld of moest je steeds om geld zeuren ? Probeerde een van je ouders je te domineren via geld ? Ging een van je ouders vreemd om met geld ? Wat riep dit bij je op ?
66
Wellicht is Gurney, net zoals Pamela York Klainer, iets te sterk benvloed door Freud die stelt dat je alle gedrag eigenlijk kan verklaren door ervaringen in de kindertijd. Niettemin is het goed zoals York-Klainer ook aanraadt deze vragen te stellen n eerlijk te beantwoorden. Ouders die hun kinderen bijvoorbeeld vertellen dat je alle problemen kan oplossen door meer schulden aan te gaan, maken van hun kroost enkel toekomstige patinten van Gurney.
l
tip 12 : Tegenpolen trekken elkaar, wat men ook moge beweren, niet aan.
ze lang en hard hebben moeten werken. Het behoud van kapitaal is een zeer belangrijk aspect bij het geldbeheer. Tot slot hebben ze een zeer sterke behoefte om controle uit te oefenen over hun geldzaken. Deentrepreneur Het profiel dat meest gedomineerd wordt door mannen. Ze worden gedreven door een passie voor uitmuntendheid en commitment. Deze eigenschappen helpen hen hun doelstellingen te verwezenlijken. De categorie die het meeste geld verdient. Toch worden ze niet alleen gedreven door geld. Geld is voor hen een scorekaart om hun prestaties bij te houden. Vaak zijn het workaholics. Ze houden van de macht en het prestige die geld voortbrengen. Ze zijn best trots en gunnen zichzelf de beste auto, de beste wijn en het mooiste huis. Beleggen in aandelen op de beurs is hun favoriete strategie. Highrollers Geld vertegenwoordigt voor deze groep gewoon onbeperkte mogelijkheden. Ze zijn sensatiezoekers die wel houden van de kick van het financile risico. Toch zijn ze slechts matig genteresseerd in de uitkomst van de belegging. Ze zoeken macht en geld op. Dat brengt hen instant-erkenning. Ze zijn creatief, extravert en competitief. Ze werken n spelen hard. Voor hen is geld een emotionele uitlaatklep. Ze zijn liever bereid alles te verliezen dan verveeld te moeten toekijken bij een oersaaie belegging. Als ze niet leren hoe ze moeten beleggen, lopen ze het risico te eindigen met een lage graad van tevredenheid en weinig geld.
Jagers Hebben over het algemeen een goede opleiding. Hun financile stijl wordt gekenmerkt door een leef-voor-vandaag-benadering. Vaak vrouwen. Hebben een gemiddeld tot iets hoger dan gemiddeld inkomen. Nemen beslissingen ook financile met hun hart, niet hun hoofd. Vaak impulsieve kopers. Deze aankopen dienen om zichzelf te belonen. Ze hebben een sterke werkethiek, net als de entrepreneurs, maar missen het zelfvertrouwen van deze
6
laatste groep. Ze wijzen succes vaker toe aan geluk dan aan kennis of vaardigheid. Zijn in staat veel vooruitgang te maken mits het begrijpen van een aantal basisprincipes. Geldmeesters Zijn de nummer 1 wat betreft het accumuleren van geld en welvaart, ondanks het feit dat ze niet noodzakelijk het meeste geld verdienen. Houden hun financin bij met een graad van zelfvertrouwen en tevredenheid dat het enigszins afgunst opwekt. Vertrouwen het advies van anderen en handelen ook op basis van goede raad. Zuiver geluk heeft weinig kans hier. Perfectionisten Ze zijn bang om een foutje te maken. Het gevolg is dat ze liever geen beslissing nemen. Ze proberen altijd beter hun best te doen, maar missen een stukje zelfachting, vooral op het gebied van geldzaken. Bij een beleggingsvoorstel bekijken ze alle mogelijke hoeken en kanten en zoeken de mogelijke adder onder het gras. Een goede belegging vinden voor deze groep is nagenoeg uitgesloten. Producers Scoren hoog inzake werkethiek maar een heel stuk lager in verdiend inkomen door een gebrek aan zelfvertrouwen in vaardigheden inzake geldmanagement. Dit leidt tot een boel frustratie. Ze werken hard en toch hebben ze het gevoel financieel stil te blijven staan of zelfs achteruit te boeren. Een financile opleiding kan hier zeer productief zijn aangezien deze groep de basiskennis niet bezit. Hebben de grootste moeite om het risico van een belegging in te schatten. Ze missen vertrouwen bij het nemen van financile beslissingen. Optimisten Voor deze groep heeft geld een zekere gemoedsrust gebracht. Ze hebben het minst angstgevoelens en zijn over het algemeen trots en tevreden. Denken eigenlijk weinig na over geld en zijn eigenlijk een beetje impulsief bij geldzaken. Zijn helemaal niet risico-georinteerd. Zijn vaak gepensioneerd. Willen genieten van hun geld en zijn niet zozeer genteresseerd om het te doen toenemen.
Veiligheidsspelers Hebben de laagste score bij het gevoel het eigen lot te kunnen bepalen. Gemiddelde verdieners. Als ze kunnen sparen gaat dit naar veilige beleggingen. Missen het vertrouwen en de motivatie om meer return te halen door meer risico te nemen. Nemen vaak het pad van de minste weerstand. En nemen vaak een financile beslissing omdat ze dat al jaren zo doen.
l
Besluit
In een interview met Het Laatste Nieuws vertelt de radiopresentatrice Leen Demar dat ze 1.900 euro netto per maand verdient. Aan pensioensparen doet ze niet, ondanks het feit dat ze toch al 43 is op het moment van het gesprek. Zelfs al zou ze willen sparen, dan nog zou dit volgens haar toch niet mogelijk zijn : Van het geld dat ik verdien houd ik geen cent over aan het eind van de maand. Ze geeft eerlijk toe dat dit haar soms bang maakt. Ze bezit immers geen spaargeld. Niks, roept ze uit. Gelukkig heeft de radiostem wel een eigen huis. Demar heeft geen partner en voedt een dochter op. Het profiel van de dame lijkt op een combinatie van (vooral) een jager en (een klein beetje) een producer. De financile stijl van jagers wordt immers gekenmerkt door een leef-voor-vandaag-benadering. Het zijn vaak vrouwen. Ze hebben een gemiddeld tot iets hoger dan een gemiddeld inkomen. Het salaris van 1900 euro netto per maand is inderdaad niet slecht. Ze nemen beslissingen ook financile met hun hart, niet hun hoofd.
70
Jagers zijn bovendien vaak impulsieve kopers. Impulsieve aankopen dienen om zichzelf te belonen. Ze hebben een sterke werkethiek, maar missen wat zelfvertrouwen. Dat laatste wordt gellustreerd door de uitspraak van de dame dat de situatie haar soms bang maakt. Ze wijzen succes vaker toe aan geluk dan aan kennis of vaardigheid. Positief is dat ze in staat zijn veel vooruitgang te maken mits het begrijpen van een aantal basisprincipes. Hierover straks iets meer. Toch heeft de sympathieke presentatrice ook kenmerken van de producer : gebrek aan zelfvertrouwen in geldmanagementvaardigheden ; wat tot een boel frustraties leidt. Ze werken hard en toch hebben ze het gevoel financieel stil te blijven staan of zelfs achteruit te boeren. Een financile opleiding kan hier zeer productief zijn, aangezien deze groep de basiskennis niet bezit. Ze hebben bijvoorbeeld de grootste moeite om het risico van een belegging in te schatten en ze missen vertrouwen bij het nemen van financile beslissingen. De vertwijfelde vraag van Demar aan de interviewer of haar huis wel telt als pensioensparen, is daar uiteraard een mooie illustratie van. Een eenvoudig principe voor de vrouw is zichzelf elke maand te verplichten om een beperkte som geld opzij te zetten. Wellicht heeft ze een hypothecaire lening afgesloten voor de aankoop van het huis, wat op zichzelf natuurlijk ook een vorm van sparen is. Toch is dit onvoldoende. Ze heeft een buffer nodig, een go to hell fund waarop ze kan terugvallen om het tijdelijk even uit te zingen. Deze financile reserve zal haar bovendien een zeker gevoel geven waardoor haar angstgevoelens zullen verminderen. Tot slot kan het nuttig zijn zoals voor alle producers en jagers een financile basiskennis op te bouwen. Een antwoord op de vraag of ze aan pensioensparen doet Ik heb een huis gekocht. Ik denk dat dat daarin zit, nee ? (Ongerust) Daar zit toch zoiets in ? is dan niet nodig. En de ongerustheid verdwijnt dan ook als sneeuw voor de zon.
71
3
De invloed van geld op onze relatie
De strijd om de macht (van een koppel) is vaak geconcentreerd op geld. Zelfs als er voldoende geld is, kunnen er heftige discussies ontstaan.
Judith Viorst
Inleiding
Leen Demar is nu weliswaar alleen. Maar hoe zit het bij koppels ? Therapeut Kees Schouten meent dat veel problemen in relaties voorkomen door slechte afspraken meer bepaald over geld. Vrouwen die een vast bedrag in de maand krijgen waar ze het mee moeten doen en die geen inzage hebben in de gezinsfinancin. Na een aantal jaren gaat dat knagen, vertelt Schouten aan de krant De Standaard. Dat problemen in een relatie vaak te maken hebben met geld, zal zeker niet ontkend worden door Lode en Liesbeth. Het grootste verschil (in onze relatie) zit in onze manier van kijken naar geld. Ik wil ook niet in een krot leven, vertelt de vrouw. Maar mijn eisen liggen minder hoog. Een typische manifestatie van deze verschillende zienswijze ligt in de manier waarop beide partners met de kinderen omgaan als het over geld gaat. Als onze zoon van zeventien weer eens met geldgebrek kampt omdat hij alles tegelijk wil hebben, zeg ik dat een mens gelukkiger is met minder verlangens, vertelt Liesbeth aan de redacteur van De Standaard. De man ziet het anders : hij zegt dan dat de zoon een manier moet vinden om meer geld te verdienen. Beide partners beseffen dat hun verschillende zienswijzen veel te maken hebben met het nest waaruit ze komen. De man heeft WestVlaamse wortels. Bij mij thuis werd altijd gewerkt. Nietsdoen was voor nietsnutten. Wanneer mijn ouders op bezoek komen, is hun eerste vraag altijd hoe het met de zaken gaat. Liesbeth komt uit de Kempen. Haar ouders vragen nooit naar de financile situatie en zelf wordt de vrouw niet warm van verhalen over beleggingen en leningen. Ik snap niet waarom mensen rijk willen worden, want dan moet je toch weer manieren vinden om van dat geld af te geraken.
74
Als we deze getuigenis lezen, dan heeft Pamela York-Klainer overschot van gelijk als ze stelt dat geld de stille onderliggende structuur van de huidige relaties is. De sterkte in de relatie van Lode en Liebeth is dat ze deze stille onderliggende structuur naar boven hebben gehaald ; en tegelijk bespreekbaar hebben gemaakt. Ze deden dat overigens met de hulp van therapeut Alfons Van Steenwegen. Tot slot lijkt het verhaal eveneens een bevestiging van de hypothese van Kathleen Gurney die stelt onze geldstijl voor een groot stuk bepaald wordt door de ervaringen die we meemaakten als kind. De manier waarop onze ouders naar geld keken, bepaalt volgens de psychologe sterk hoe we zelf tegenover financile zaken staan.
Relaties en geld
Ook Phil Laut meent dat geld de belangrijkste oorzaak is van echtscheidingen. Hij acht het onwaarschijnlijk dat te veel geld een echtpaar uit elkaar kan drijven. Maar te weinig geld kan volgens hem wel enige depressiviteit en teleurstelling bij een koppel opleveren. In Geld is mijn vriend meent Laut dat de oorzaak van de problemen gezocht moet worden in twee elementen : Het onvermogen om zonder ruzie met elkaar over geld te praten en het onvermogen om bij te dragen aan het financile welzijn van de ander. Volgens Laut komen er, als we een intieme relatie onderhouden, vaak gevoelens en gedachten over geld naar boven die we anders onderdrukken. De meeste mensen gaan op dezelfde manier met geld om als hun ouders deden. Zo stelt Laut dat, als ouders steevast ruzie maakten over geld, hun kinderen ook al zijn ze ondertussen volwassen het idee hebben dat geld nu eenmaal geen sociaal aanvaardbaar thema is.
Het gevaar bestaat dat, als iemand het onmogelijk vindt om met zijn partner over geld te praten, financile beslissingen door vluchtige emoties en onbewuste denkpatronen bepaald worden. Als mensen bepaalde financile doelen willen bereiken, is het volgens Laut wenselijk om bij bestedingen en beslissingen rekening te houden met deze doelen. Laut raadt in Geld is mijn vriend aan om met de partner een maandelijkse financile bespreking te houden. Sommige mensen zullen hier geen probleem mee hebben. Anderen wel. Dergelijke financile besprekingen behoren mijns inziens dan ook tot dezelfde categorie als huishoudboekjes en systemen voor financile planning : overbodig. De reden hiervoor is dat het kunstmatige constructies zijn. Een financile bespreking is uiteraard nuttig. Maar door er een maandelijkse vergadering van te maken dreigt het hele gebeuren contraproductief te worden. Beter is nogmaals een volledige openheid van zaken aan beide kanten uiteraard ! Laut argumenteert dan weer dat dergelijke maandelijkse besprekingen ideaal zijn omdat veel partners het moeilijk vinden om hun geldzaken openlijk en eerlijk te bespreken. Wellicht kan een dergelijke formele manier een weg zijn naar meer openheid voor koppels die geblokkeerd zijn. Waar Laut wel een punt heeft, is dat geld op een zakelijke manier beheerd dient te worden. Hij vergelijkt het gezin met een bedrijf dat zijn winst probeert te verhogen : Als jij welvarend wilt worden, dien je vaak je doelen met je partner te bespreken, zodat duidelijk wordt hoe jij de zaken kunt regelen en cordineren. Het uitgangspunt het gezin als onderneming is zelfs de titel van een boek van Mariangeles Nogueras. Ze pleit ervoor om net zoals in een bedrijf een goede financile administratie te voeren. De praktische uitwerking in het boek werkt enigszins op de lachspieren je hebt accordeonmappen, ringmappen en machinemappen nodig maar de auteur heeft wel deels gelijk natuurlijk. Mensen kunnen immers heel wat geld besparen door, zoals de
76
auteur stelt, rekeningen gewoon op tijd te betalen. En als ze daarvoor een systeem nodig hebben met ringmappen en accordeonmappen, dan is dat uiteraard ok.
77
volwassenen verantwoordelijk met ons inkomen moeten omgaan, maar aan de andere kant is ons verteld dat het onbeleefd en ongepast is om te praten over het onderwerp waarvan gezegd wordt dat het voor ons allemaal zo belangrijk is. Piver vraagt zich dan ook af hoe we ons aan allebei die dingen kunnen houden zonder een beetje gek te worden. Hoe lossen we geldproblemen op als we er niet over mogen praten ? Ze vermoedt dat, omdat mensen nooit praten over geldzaken, ze er op een bepaalde manier over denken die misschien niet veel te maken heeft met wat er echt in ons leven gebeurt. We zijn geneigd te denken dat praktisch al onze problemen zouden opgelost zijn als we meer geld hadden. De meeste mensen vinden dat ze er niet genoeg van hebben en dat ze er nooit genoeg van zullen krijgen. En dat betekent paradoxaal genoeg dat ze er altijd aan blijven denken. Opnieuw komt de wijze raad van Jacob Needleman van pas die stelt dat we onze materile behoeften eigenlijk niet mogen verwarren met onze spirituele verlangens. En dat we vooral eerst onze materile behoeften op orde moeten zetten. Volgens Piver is het omdat mensen zo verschillend omgaan met geld, dat relaties vaak problematisch worden. De ene partner vindt bijvoorbeeld dat de uitgaven en inkomsten altijd tot op de cent moeten kloppen, terwijl de ander niet eens bijhoudt wat hij uitgeeft. De vrouw wil nu van het leven genieten, de man wil liever sparen voor later. De man hecht veel belang aan comfort en mooie spullen, de vrouw zou ze met plezier inruilen voor een eenvoudiger, minder gehaaste, maar ook minder lucratieve manier van leven. De man houdt ervan risicos te nemen op de beurs, de vrouw is doodsbang om een deel van wat ze vergaard heeft te verliezen. Een oplossing heeft Piver niet echt. Maar aan de hand van enkele vragen in welk opzicht maak ik me zorgen over geld ? beweert ze dat je kunt bepalen wat geld voor je betekent, welke macht je erdoor hoopt te krijgen (of vreest nooit te krijgen) en welke rol het speelt in je intieme relaties.
7
De gezinsdriehoek
Dit boek gaat, dat heeft u hopelijk ondertussen door, over de vaak erg moeilijke verhouding tussen twee partners (en geld). Eigenlijk is het volgens Maggie Scarf zelfs nog iets complexer : er komt immers vaak een gezinslid van de man of vrouw bij kijken. Scarf noemt dit de gezinsdriehoek. Deze situatie doet zich vaak voor bij een jong stel dat moeite heeft geschillen bij te leggen geschillen over de omgang met geld of over wat de verplichtingen zijn ten opzichte van de ouders. Vaak sluit de dochter volgens haar een geheim bondgenootschap met haar vader. Zon twee-tegen-n-patroon loopt als een rode draad door de familierelaties en doet natuurlijk aan voor degenen die zich er onbewust bij aanpassen, schrijft Scarf in Intieme partners. Als adviseur bij de bank kreeg ik de vraag van een jonge vrouw om informatie over een hypothecaire lening. Ik had verwacht dat de clinte met haar partner naar de bank zou komen. In plaats daarvan kwam ze met haar vader. Tijdens het gesprek bleek de vader de touwtjes erg strak in handen te houden. Een typisch voorbeeld uiteraard van een dergelijke gezinsdriehoek. Een gezinsdriehoek hoeft niet noodzakelijk via de dochter en de vader te verlopen. Zo haalt Scarf in haar boek het voorbeeld aan van David en Nancy. De vader van David is een ongeletterde maar rijke immigrant. Hij is de meest egocentrische persoon die ik ooit heb gekend, vertelt Nancy. Het enige waaraan hij denkt is zichzelf en geld. Geld is het middel waarmee hij macht kan uitoefenen over de mensen om zich heen. David geeft grif toe dat hij een gevangene is van zijn vader en zijn geldgekte. Toen we ons eerste huis kochten, schoot hij ons vijfduizend dollar voor, waarna hij opeens beweerde dat een van de kamers zijn eigendom was. Zijn eigendom ! Als we het over Jeffs
7
kamer hadden, zei hij : Hoe bedoel je, Jeffs kamer ? Die kamer is van mij ! Ik heb hem betaald en Jeff mag hem gebruiken ! Nancy heeft door dat bij David thuis geld gelijkstond aan liefde. En dat hij datzelfde patroon deels onbewust doortrekt in zijn eigen relatie. Ik gebruikte geld op dezelfde manier. Zoals ik wilde dat mijn vader mij geld wat gelijk stond aan liefde gaf, begon ik er hier ook mee om te gaan ; oppotten, het hebben, maar het niet gebruiken. Ik ging ervan uit dat mijn kinderen wisten dat mijn geld mijn liefde was die ik onder hen verdeelde, vertelt de man aan Scarf. Met haar deed hij volgens zijn partner Nancy hetzelfde : Hij had een geldkist. En als ik iets nodig had deed hij een greep. Ik kreeg afgepast huishoudgeld en wee mijn gebeente als ik te veel had uitgegeven ! Over gezinsdriehoeken heeft Scarf een erg duidelijke visie ze kunnen een relatie behoorlijk ondermijnen. Jonge vrouwen die voortdurend (financile) raad vragen aan hun vader leggen eigenlijk, zonder het misschien te beseffen, een zware hypotheek op hun relatie. Kunnen ze de vragen niet stellen aan hun partner ? Of er desnoods een neutrale derde bijhalen, vraagt Scarf zich terecht af. Terwijl zon twee-tegen-n-patroon dus natuurlijk aandoet voor degene die zich er onbewust bij aanpast, heeft de uitgesloten partner misschien een heel ander gevoel. Dit twee-tegen-n-patroon fungeert als een soort emotionele blauwdruk. Alleen kan het volstrekt onnatuurlijk aandoen voor de partner, besluit Maggie Scarf.
l
0
1
met de partner allemaal heel anders aan te pakken, terwijl het kind in ons er op het cruciale moment weer een potje van maakt. Bij een dergelijke analyse is psycholoog Eric Berne natuurlijk nooit ver weg. In zijn boek Games people play stelt de auteur dat er in elk van ons naast het kind en de volwassene ook nog een ouder aanwezig is. Communicatie nu kan in het beste geval verlopen van volwassene tot volwassene ; maar die van ouder tot kind is uiteraard ook mogelijk. In dat laatste geval verloopt het gesprek niet helemaal optimaal. Een rationeel en gezond gesprek tussen beiden is dan immers niet mogelijk volgens Berne. Mensen nemen volgens Berne vaak ook bepaalde rollen aan, bijvoorbeeld de slachtofferrol, waardoor de communicatie bovendien erg voorspelbaar en uiterst negatief wordt. Clarissa Pinkola Ests meent zelfs dat deze tweeledige structuur typisch vrouwelijk is. In De ontembare vrouw stelt deze therapeute dat elke vrouw een wilde vrouw in zich heeft. En het begrijpen van deze tweeledige natuur in vrouwen brengt mannen, en zelfs vrouwen, er soms toe de hemel om hulp te roepen.
Problemen bij afstemmen werk en priv : altijd terug te brengen tot geld en prestige ?
Een van de hete hangijzers in een relatie is ongetwijfeld de balans tussen werk en priv. Volgens Pamela York-Klainer is dit moeilijke evenwicht tussen beide elementen nagenoeg altijd terug te brengen tot geld. Niet zozeer omdat we het geld echt nodig hebben, maar omdat het symbolisch gebruikt wordt om letterlijk met elkaar af te rekenen.
2
Als voorbeeld vertelt ze het verhaal van een dertigster die het moeilijk vond meer tijd met haar kinderen op te trekken. Toch was dit materieel perfect mogelijk. Ze had immers een mooie erfenis gekregen en was enkele miljoenen dollar waard. Ze wou echter geen gas terug nemen omdat dat gewoon een regel was die ze zichzelf had opgelegd. Lilian Rubin is psychotherapeute en doctor in de psychologie. Ze volgt haar collega York Klainer een heel eind in haar redenering. Toch meent ze dat er soms ook andere elementen spelen in de moeilijke verhouding tussen werk en priv. Zoals prestige. Zeker als het om de man gaat. Als ondersteuning van deze stelling geeft Rubin het voorbeeld van een koppel uit haar praktijk. De vrouw is 32 en werkt aan haar doctoraatsverhandeling. De man is arts en werkt in een publiek ziekenhuis. Hij heeft regelmatige uren maar verdient relatief weinig. En dat laatste stoort hem. Daarom zou hij graag een privpraktijk openen. De vrouw is er vierkant tegen. Het betekent voor haar immers alleen dat voor die paar centen meer de kinderen minder vader zullen hebben. De arts houdt volgens Rubin vol dat hij alleen over de financin inzit, maar betrapt er zich op dat hij al te veel nadenkt over de successen van anderen. De vrouw vertelt Rubin dat haar man kijkt naar de jongens met wie hij gestudeerd heeft. Sommigen hebben nu een privpraktijk. Hij wil dat succes ook. Hij was immers een veel betere student dan de meeste anderen en nu zit het hem dwars dat zij het volgens hem veel beter doen. De psychotherapeute besluit dat er geen sprake is van werkelijke onenigheid tussen beiden. Ze weten immers wat het beste is voor de kinderen en de eigen verhouding. Toch maakt de man zich zorgen. Als ze niet zo comfortabel kunnen leven als zij zouden willen, voelt hij dat als zijn falen, niet als het hare.
l
tip 15 : Problemen bij het afstemmen van priv en werk zijn vaak terug te brengen tot financile kwesties.
3
Doe iets
Psychotherapeute Lillian Rubin kreeg ook een ander koppel over de vloer. Hij een 38-jarige ingenieur, Ted, en zij een 36-jarige grafisch ontwerpster, Beth. Volgens Rubin krijgt iedereen ook het koppel te maken met nieuwe rollen en nieuwe regels. We zien de vooruitgang maar ook de achteruitgang de weerstanden in de wereld om ons heen en die in onszelf, die belemmeren dat onze vorderingen standhouden. De man vertelt dat hij zich in de beginjaren van het huwelijk helemaal concentreerde op zijn carrire. Het kwam geen moment in me op dat ik iets miste, of dat je ook anders kon leven. De vrouw wist die eerste jaren niet eens dat ze zich rot voelde. Toen de kinderen er eenmaal waren, stortte voor de vrouw alles in. Ik zat maar te zeuren dat hij meer thuis moest zijn en meer verantwoordelijkheid op zich moest nemen. De vrouw vertelt Rubin dat het net was alsof ze inzag dat er iets ontbrak aan haar leven. Ik had altijd een goed stel hersens gehad en dat ging allemaal verloren. Ik moest iets doen, maar Ted moest me helpen. Zeven jaar geleden is de vrouw gaan schilderen en ontwerpen. Omdat ik mezelf serieus nam, deden anderen, onder wie Ted, dat ook. Vier jaar geleden kreeg ze haar eerste echte opdracht als ontwerpster en vanaf dan is het alleen maar in stijgende lijn gegaan. Ik hou van mijn werk : het is net of de wereld opeens voor me is opengegaan, vertelt de vrouw. Ted heeft noodgedwongen een andere verhouding met de kinderen gekregen, omdat ik niet meer volledig beschikbaar ben en ik geloof echt dat hij het heerlijk vindt. Haar man bevestigt dit en vertelt Rubin dat hij het inderdaad fantastisch vindt. Er is bovendien een extra aspect : Aanvankelijk verdiende Beth nog niet zoveel dat het iets uitmaakte. Maar nu wat een opluchting ! Nooit geweten dat het kennelijk zon zware belasting was om het gezin te onderhouden, tot ik merkte dat het niet meer alleen op mijn schouders neerkwam.
4
Over die zware belasting verder meer. Maar de essentie van dit verhaal is dat vrouwen iets kunnen moeten ? doen. Zelfs als ze thuis zitten en voor de kinderen zorgen. Katia De Paepe bijvoorbeeld beviel in 1992 van een zoon en wilde ook iets gaan doen. Toen ze de knuffels van haar zoontje zag, was het in eerste instantie haar bedoeling een groothandel in knuffeldieren op te starten. Maar al snel wou ze de knuffels ook zelf maken. De eerste knuffel was een beer : Tonton. Later kwamen er nog Lola de Koe en Paco de Ezel. Het werd een enorm succes. Volgens De Paepe ligt de oorzaak van dit succes in het product zelf. De babys zijn immers verzot op de knuffels van Noekies. Was de vrouw op dit idee gekomen als ze geen kinderen had gekregen ? En als ze niet was thuisgebleven om voor haar zoontje te zorgen ? Wellicht niet. Ook de wijze waarop de knuffels van Noekies gemaakt zijn, hangt volledig samen met het feit dat de vrouw thuis bleef om voor haar zoon te zorgen. De essentie van beide verhalen is dan ook dat we altijd moet speuren naar mogelijkheden en kansen. Ook mannen kunnen van deze tip gebruikmaken. Zelf ben ik bijvoorbeeld beginnen te schrijven omdat dit me de mogelijkheid gaf om vaker bij de kinderen te zijn.
l
tip 16 : Wees creatief, pas je aan en doe iets ook als je thuiszit met de kinderen.
Kostwinners
In het verhaal van Ted en Beth komt een belangrijk element naar voren : de man voelt zich opgelucht nu zijn vrouw ook geld verdient. Het neemt immers een beetje druk van de ketel. Volgens Rubin zijn er nog steeds veel vrouwen die niet weten wat het inhoudt
5
verantwoordelijk te zijn voor het dak boven het hoofd. Ze beweert dat dit nog altijd te maken heeft met de opvoeding. Meisjes worden immers nog steeds anders opgevoed dan jongens. In heel wat koppels werken de vrouwen. Maar vaak gaat het om een extra inkomen. Ze werken deeltijds. Toen Rubin zelf op een bepaald moment verantwoordelijk werd voor het (enige) inkomen in haar gezin, viel het haar op hoe verschrikkelijk dit aanvoelde : Nu bevond ik me voor het eerst in de positie die mannen zo goed kennen : als ik vandaag niet naar mijn werk ging, is er morgen geen brood op de plank. Nu was het niet langer vrijwillig, maar noodgedwongen, om het eten en de huur te kunnen betalen. En ik vond het vreselijk. Rubin moest tot haar scha en schande erkennen dat ze zelf nog steeds beheerst werd door de stereotypen van de mannen- en vrouwenrol. Iets waarvan we hadden kunnen zweren dat we ze uit ons bewustzijn hadden gebannen, schrijft de vrouw moedig. Haar man worstelde met het gevoel dat hij gefaald had, met de angst dat op de een of de andere manier zijn man-zijn zelf was aangetast. Rubin de gemancipeerde werkende vrouw was verongelijkt en boos dat hij niet meer voor haar zorgde. Ze had bovendien het gevoel dat haar man een fundamenteel contract, op basis waarvan ze altijd hadden geleefd, had geschonden. Alsof hij had gefaald in zijn meest essentile levenstaak : mij beschermen en verzorgen. Rubin wist dat deze gevoelens heel diep uit haarzelf kwamen, uit een deel van haar dat vanaf haar vroegste kindertijd had geleerd dat er altijd iemand zou zijn, bij voorkeur een man, die haar het leven zou vergemakkelijken. Of is er iets fundamentelers aan de hand ? Dragen we nog altijd de sporen van een evolutionair proces dat al honderdduizenden jaren bezig is ? Zelfs een gemancipeerde en feministische psychotherapeute en schrijfster zoals Rubin moet eigenlijk wel tot deze laatste conclusie
6
komen : Ruim tien jaar getuige zijn van de strijd die het mannen en vrouwen kost om te veranderen vaak maar met matig succes hebben mij ervan overtuigd dat er verschillen tussen ons bestaan die niet louter voortvloeien uit het aanleren van rollen en uit socialisatiepraktijken alleen.
l
tip 17 : De man als kostwinner is een archetypisch en evolu tionair bepaald model dat erg diep verankerd zit in onze maat schappij.
7
optimaliseren. In Vaders in soorten lezen we dat het vooral vrouwen zijn die hun arbeidsdeelname terugschroeven om voor de kinderen te zorgen. Vanuit economisch oogpunt is daar wel iets voor te zeggen : de man heeft immers doorgaans het hoogste inkomen en dus is het nogmaals vanuit deze enge invalshoek logisch dat hij voltijds blijft werken. Uit gesprekken die een van de auteurs van dit boek had met mannen n vrouwen die bewust deeltijds gingen werken, blijkt echter dat dit zelden een motief vormt. Het zijn meestal de zachte factoren die doorwegen. Vrouwen vallen terug op traditionele rolpatronen die stellen dat vrouwen meer geschikt of voorbestemd zijn om zorgtaken op zich te nemen, schrijft arbeidssociologe Katrijn Vanderweyden in dat boek. Niet elke vrouw voelt zich gelukkig in deze rol. Marleen wekt volgens de auteur de indruk dat deze rol haar min of meer is opgedrongen. Zo vertelt ze dat haar man nogal klassiek is in dergelijke zaken. Zelf heeft ze dan ook beslist water bij de wijn te doen. Voor de lieve vrede. Toch is het is vreemd dat mensen niet meer uitgaan van het principe om het netto gezinsinkomen op jaarbasis te optimaliseren. Mensen denken in Belgi nog altijd te vaak vanuit een bruto of semi-netto fiscale situatie. Dat laatste vindt plaats als beide partners enkel kijken naar het salaris dat maandelijks op de rekening(en) gestort wordt. Hierbij vergeten ze vaak dat nadien, bij de jaarlijkse afrekening, een pak belastingen bijbetaald moeten worden. Wat evenwel telt is de netto toestand na uiteindelijke verrekening van de personenbelasting dus. Stel dat de partners ongehuwd samenwonen. Als beide partners voltijds werken en er kinderen komen, dan kan het uiterst zinvol zijn dat ook de man deeltijds gaat werken. Realistische simulaties wijzen immers uit dat een gezin waarbij de man n de vrouw beiden een klein stapje terugzetten, netto meer kunnen overhouden dan indien enkel de vrouw deeltijds of helemaal niet meer werkt.
Indien de vrouw en de man bijvoorbeeld elk ongeveer evenveel verdienen en samen beslissen om elk drie en een halve dag (70%) in de week te werken, kunnen ze netto toch meer overhouden dan indien enkel de vrouw halftijds gaat werken. Toch is er op die manier meer tijd voor het gezin en henzelf. Samen beschikken ze immers over drie dagen. Indien de vrouw halftijds werkt, levert dit slechts tweenhalve dag voor het gezin op. Bovendien kan dit een extra besparing opleveren doordat het kindje een halve dag minder naar de opvang moet. Ook getrouwde stellen kunnen baat hebben bij een dergelijke optimalisatie. Op voorwaarde dat mannen bereid zijn hun verantwoordelijkheid te nemen en leren te denken in termen van netto inkomsten. Wat voor zin heeft het immers om 4000 euro bruto te verdienen als de fiscus achteraf toch met de helft aan de haal gaat ? Zolang mensen evenwel hun beslissingen baseren op achterhaalde zachte factoren en te weinig op basis van de netto fiscale situatie, blijft de zwart-wit-situatie, waarbij het telkens de vrouw is die zich volledig opoffert, de norm.
l
tip 18 : Gebruik de partner als toetssteen en denk meer in ter men van nettofiscaliteit.
In de strip Sigmund van Peter de Wit vertelt een vrouw aan de psychiater dat ze haar man niet alles vertelt. Sigmund antwoordt dat ze daarin niet alleen staat. Veel vrouwen verzwijgen dure aankopen of seksuele fantasien, vertelt de psychiater wijsneuzig aan de vrouw. Deze laatste trekt een verbaasd gezicht en stelt dat de psychiater het bij het verkeerde eind heeft. Ze bedoelt enkel dat ze anders 24 uur per dag aan het woord is. Uit een Amerikaans onderzoek van het tijdschrift Money blijkt dat 71% van de ondervraagde personen mannen en vrouwen een financieel geheim heeft voor de partner. Typisch : de vrouw kocht ooit een paar schoenen en verborg deze voor haar man. De man van zijn kant verloor een smak geld op de beurs en verzweeg dit dan weer voor zijn partner. Volgens hoogleraar Robert Feldman liegen of verzwijgen mensen dingen omdat we willen dat anderen ons zouden zien, zoals we hopen dat we zijn in plaats van hoe we werkelijk zijn. Mensen liegen omdat ze zichzelf als competent en waardig willen voorstellen, verklaart de psycholoog aan het tijdschrift. Geld is een sleutelelement voor de waardering van mensen. Uit het onderzoek blijkt ook dat maar liefst 44% van de ondervraagde mensen meent dat het ok is om een financieel geheim te hebben. Dit laatste doet een beetje denken aan een voorval binnen de relatie tussen Carlos en Gabrielle in de reeks Desperate housewives. Gabrielle ontdekt per toeval dat Carlos een goed gespekte geheime bankrekening heeft op een of ander exotisch fiscaal paradijs. Als ze hem daarop aanspreekt, reageert de man geprikkeld. Het gaat immers om hun appeltje voor de dorst. Ze moet het dan ook positief bekijken. Wellicht wou hij niet dat zijn vrouw van de rekening afwist. Anders had ze het geld er toch maar doorgejaagd aan dure kleren of schoenen. Gebruikelijker is uiteraard het feit dat vrouwen zaken kopen waarbij ze het aankoopbedrag voor de partner naar beneden afronden. Uit recent onderzoek blijkt dat vrouwen twee leugentjes heel vaak
0
toepassen : dat hun partner uitstekend was in bed en dat de gekochte schoenen slechts 25 euro hadden gekost. Of ze passen technieken toe waarbij ze een deel in cash betalen en een ander deel met de bankkaart om aan te tonen dat het aankoopbedrag toch niet te hoog ligt. In plaats van dit gedrag te veroordelen, is het zinvoller te kijken naar de reden waarom vrouwen of mannen dergelijk onzinnig gedrag vertonen. Ze doen dit volgens de studie om de lieve vrede te bewaren. De verantwoordelijkheid ligt dus zoals zo vaak voor een stuk bij de tegenpartij. Misschien stelt hij (of zij) wel onredelijke eisen ? Of is het bedrag dat de partner krijgt te beperkt. Trouwens, wie draagt nu schoenen van 25 euro ? Feit is dat dit geen gezonde situatie is. Volgens Violet Woodhouse, financieel planner, delen heel wat getrouwde stellen geen informatie over het uitgeefgedrag van zichzelf. De reden die ze aanhaalt is dat we niet graag beoordeeld worden en evenmin graag aansprakelijk gesteld worden voor een bepaald gedrag. Als illustratie geeft ze de vaststelling dat de helft van de vrouwen een aankoop verstopt om te ontsnappen aan de woede, afkeuring of preek van de partner. Sommige mensen (lees : mannen) beseffen volgens auteur Victoria Collins dan weer niet dat overdreven controlitis de partner blijkbaar tot extreem gedrag doet neigen. Ze geeft in Couples and money het voorbeeld van een vrouw die alle uitgaven aan haar partner moet verantwoorden. Om haar onafhankelijkheid uit te roepen, begon ze net extreem veel uit te geven. Het plezier om hem uit te dagen was sterker voor de vrouw dan de pijn door zijn woede als de afschriften binnenkwamen, lezen we.
l
tip 19 : Leugens zelfs om bestwil geven aan dat er toch iets schort aan de relatie.
1
2
fabrikant Ford. Interviewer Marnix Peeters van Het Laatste Nieuws stelt dat mannen het doorgaans vervelend vinden dat hun vrouw meer verdient dan hen. Perez antwoordt dat die van haar daar blijkbaar geen problemen mee heeft. De reden voor de vraag van de redacteur is dat onze maatschappij mannen nog steeds beoordeelt aan de hand van hun professionele en financile succes. Zelfs als de vrouw er weinig moeite mee heeft dat haar partner minder verdient dan zij, kunnen een paar mensen in de omgeving familieleden bijvoorbeeld of redacteurs die er blijven over zeuren, alles verpesten. Dan hebben hun meningen volgens Forward de vervelende neiging zich in je gedachten te nestelen als een hardnekkige jeukplek waar je niet bij kunt. Het probleem van Nancy was dat ze zich minderwaardig voelde wegens Bob : Ondanks het feit dat Nancy een goede baan had, ondanks het feit dat Bob een liefhebbende man was die toegewijd was aan zijn werk om redenen die velen belangrijker zouden vinden dan geld, voelde Nancy zichzelf toch minder vanwege Bobs werk. Het probleem lag dus niet bij Bob, maar wel bij zijn partner.
l
tip 20 : Luister niet naar anderen. We weten allen rationeel bekeken dat thuis werken even belangrijk en zwaar is als buitenshuis werken. Beide partners zouden dit moeten besef fen. Het is de beste remedie tegen gemene en onverlichte fa milieleden en collegas. En tegen zelftwijfel.
En omgekeerd
Het spiegelbeeld van Nancy en Bob vinden we bij Tim en Sue. Bij Nancy en Bob is het immers de vrouw die zich slecht voelt bij de situatie. Bij Tim en Sue is het de man die zich ongelukkig voelt. Tim
3
was een verpleger toen hij zijn vrouw in 1993 leerde kennen. Ze was toen een dokter in opleiding. Enkele jaren later verdiende ze vijf keer zoveel als haar man. Toen hun eerste dochtertje geboren werd, besliste het koppel dat de man zou thuisblijven. De man voelt er zich niet goed bij. Aan de redactrice van Money Magazine vertelt hij dat zijn leven gedicteerd wordt door het feit dat Sue de kostwinner is. Ik hou van mijn dochtertje, maar dit is niet wat ik wou. Dit is niet het leven waarvan ik droomde. Volgens de auteur van het stuk gaat het bij Tim niet zozeer over geld als wel over status. De man kan er zich moeilijk bij neerleggen dat zijn vrouw nu eenmaal veel succesvoller is dan hij. Het gevolg is wrok bij de man en veel geruzie in het koppel. Sue vertelt dat ze op een bepaald moment zelfs huiverachtig was om naar huis te gaan. Het probleem was ook dat Tim zich gesoleerd voelde. Ik voelde me slecht. Ik had geen familie waar we woonden. Ik vertelde Sue dat ik iets anders wilde dan enkel fulltime huisvader spelen. Het koppel vond een oplossing door een babysitter te nemen en hun dochter af en toe naar de dagopvang te sturen. De vrouw deed een stapje achteruit door een minder zware functie aan te nemen en de man werkt nu deeltijds. Toch is dit voor hem nog steeds niet voldoende. Hij wil op termijn opnieuw voltijds aan de slag : Ik hou van mijn familie, vertelt hij aan de redactrice van Money Magazine. Maar ik heb er de pest aan dat dit mijn leven zou moeten zijn voor nog een flinke periode. Ik ben niet geboren om dit te doen. Toen Ruth Hayden deze situatie voorgelegd kreeg, vond ze dat de partners op zijn minst voor een tijdje de rollen gewoon eens moesten omkeren. Het zou gezond zijn indien Tim voelt dat het offer dat Sue brengt evenwaardig is als het zijne. Op die manier lijkt zijn opoffering zelfs minder zwaar. Deze rolwisseling moet financieel natuurlijk mogelijk zijn. In het geval van Tim en Sue was dit haalbaar omdat het koppel een zeer sterke financile reserve had opgebouwd.
4
tip 21 : Wissel eens tijdelijk van rol zelfs indien dit vanuit eco nomisch oogpunt niet helemaal verantwoord is.
5
De onderzoeker verklaart waarom dergelijke koppels aan de onderkant van de maatschappij onze aandacht verdienen. Eerdere studies wezen immers uit dat huiselijk geweld tussen man en vrouw vaker voorkomt bij dergelijke laagverdieners als de vrouw meer verdient dan de man. Hier kunnen we de link leggen met het verhaal van Tim en Sue. De man kan er zich niet bij neerleggen dat zijn vrouw nu eenmaal veel succesvoller is dan hij. Het gevolg is geruzie in het koppel. Bij hen verloopt die geruzie wellicht op een beschaafde manier. Bij andere koppels vertaalt dit gevoel zich blijkbaar in geweld. McBride stelt dat je het fenomeen van meer verdienende vrouwen niet enkel kan beschrijven door te verwijzen naar de vrouwelijke supersterren advocaten, dokters of bankiers. Het is een mixed bag en meer persistent dan we dachten, vertelt hij. Het onderzoek doet in ieder geval interessante vragen rijzen over hoe het huishoudelijk werk schoonmaken, voor de kinderen zorgen in dergelijke niet-conventionele koppels aan beide uiteinden van het economisch spectrum wordt verdeeld. Het verhaal van Tim en Sue wijst erop dat deze herverdeling niet evident is. In Groot-Brittanni is er een ander voorbeeld van een dergelijke vrouwelijke superster : Helena Morrissey. Deze hoogopgeleide vrouw heeft maar liefst zeven kinderen. Tegelijk werkt ze voltijds in de Londense City als fondsbeheerder. Haar man blijft thuis en omschrijft zichzelf als een onopvallende, super-onsuccesvolle man met een onopmerkelijke loopbaan. Het probleem is dat hij dit ook effectief meent en daarmee de groeiende groep aanvult van mannen die zich toch niet echt goed voelen in deze nieuwe vaak opgedrongen rol.
6
7
Indien de kwaliteit van een relatie nog verder achteruitgaat, begint de interactie tussen de twee mensen te lijken op een zakenrelatie. De partners lijken steeds meer op zakenpartners die samen een onderneming leiden. Beslissingen worden zakelijk genomen en kunnen het best begrepen worden vanuit een uitwisselingstheorie. Indien de relatie tot slot helemaal verwaterd is, beginnen machtsverschillen sterk door te wegen en wordt de interactie tussen de partners bepaald door het egosmeprincipe. De persoon die de grootste macht bezit is doorgaans diegene die de beslissing in zijn of haar voordeel zal beslechten. Hoe groter die macht is of wordt, hoe meer de persoon dergelijke beslissingen volgens Kirchler in zijn of haar voordeel zal afdwingen. Volgens Kirchler is het dus essentieel dat beslissingen over geld altijd bekeken worden vanuit de sterkte van de relatie. De kwaliteit van de relatie is volgens hem immers d determinerende parameter bij dergelijke keuzes.
l
tip 22 : Beslissingen binnen een relatie ook financile kun nen niet losgekoppeld worden van de verhouding die de part ners binnen die relatie hebben.
Soorten beslissingen
Economische beslissingen binnen een relatie geldbeheer, sparen of uitgeven, beleggen kunnen beschreven worden in functie van een aantal criteria. Is het een beslissing die uniek is een huis kopen of regelmatig genomen wordt ? Wat zijn de kosten ? Is er een symbolische betekenis verbonden aan het goed bijvoorbeeld een wagen ? En is er tot slot een effect van de beslissing op een of meer leden van het gezin ?
Voor economische beslissingen die vaak genomen worden hebben we, zonder dat we dat goed beseffen, zogeheten scripts die dergelijke beslissingen automatisch laten verlopen. Indien het bijvoorbeeld om aankopen gaat van goederen of diensten die niet echt duur zijn, weinig sociaal prestige hebben en de leden van het gezin nauwelijks benvloeden, kunnen verschillen in opvattingen tussen de twee partners zonder veel inspanning opgelost worden. In plaats van dergelijke beslissingen samen te nemen, neemt een van de partners de beslissing alleen uit gewoonte of na enig nadenken. Hoe duurder de goederen of diensten, sociaal prestigieuzer of relevanter voor iedereen van het gezin, hoe waarschijnlijker het is dat alle leden van het gezin ook de kinderen hun zegje willen en zullen doen. Beslissingen waarbij twee of meer personen betrokken zijn, kunnen volgens Kirchler ingedeeld worden al naargelang de partners een verschillende opinie hebben aangaande de beslissing. De psycholoog onderscheidt drie soorten potentile conflicten : waardeconflicten, probabiliteitsconflicten en distributieconflicten. Waardeconflicten ontstaan wanneer er fundamentele verschillen ontstaan in de doelstellingen van de partners. De beslissing betreft dan niet zozeer het oplossen van een objectief probleem, maar het beantwoorden van de vraag wat men waardevol acht. De man heeft bijvoorbeeld zin om een nieuwe wagen te kopen. De vrouw vindt dat het geld beter gespaard kan worden om later een groter huis te kopen. Probabiliteitsconflicten gaan dan weer over de feiten en opties die meespelen bij een beslissing. Beide partners zijn het eens over de waarde en het belang van het alternatief, maar neigen naar verschillende voorkeuren omdat ze andere informatie hebben of dezelfde informatie op een andere manier evalueren. Beide partners zijn het erover eens dat er een nieuwe wagen nodig is. De man wil een monovolume. De vrouw eerder een break. De partners zijn beiden nog genteresseerd om de situatie objectief te analyseren om zo tot het beste alternatief te komen.
Tot slot zijn er volgens Kirchler conflicten die gaan over de verdeling van de kosten en opbrengsten over de beide partners : zogeheten distributieconflicten. Een koppel dat elkaar nog niet lang kent, twijfelt erover om samen een huis te kopen. De vrouw heeft spaargeld. De man niet. Hoe moeten de kosten verdeeld worden ? En moet dit tot uiting komen in een ongelijke verdeling van de eigendomsrechten op het huis ?
l
tip 23 : Waardeconflicten ontstaan wanneer er fundamentele verschillen ontstaan in de doelstellingen van de partners.
Benvloeding
Erich Kirchler vond dat er maar liefst 18 benvloedingstechnieken zijn om de economische beslissing in een bepaalde richting te sturen (tabel 2). Afhankelijk van het type conflict en de kwaliteit van de relatie, werd door een van beide partners een bepaalde techniek gebruikt.
tabel 2. De 18 benvloedingstechnieken van kirchler overtuiging 1. Positieve emotie (manipulatie, humor) 2. Negatieve emotie (bedreigingen, cynisme, belachelijk maken) 3. Hulpeloosheid (hulpeloos of ziekelijk doen, wenen) 4. Agressie (geweld, pijn doen) 5. Beloning (diensten aanbieden) 6. Straf (hulpmiddelen terugtrekken) 7. Aandringen (argumenteren tot de andere toegeeft) 8. De scne verlaten (opgeven, de plaats verlaten) 9. Open informatie (openlijk praten over elkaars interesse)
100
10. Vertekende informatie (liegen) 11. Indirecte coalitie (de andere herinneren aan de behoeften van de kinderen) 12. Directe coalitie (praten in het bijzijn van anderen bijvoorbeeld de kinderen) conflictvermijding 13. Autonoom beslissen (een beslissing nemen zonder de partner te consulteren) 14. Beslissen volgens de rollen (de man beslist bijvoorbeeld altijd over financile zaken) 15. Toegeven volgens de rollen (de vrouw geeft toe dat de keuze van de wagen een mannenzaak is) onderhandelen 16. Afruil (boekhouden, de andere herinneren aan vorige diensten) 17. Integraal onderhandelen (een optimale oplossing zoeken die beide partners bevalt) Beredeneerde argumentatie 18. Rede (op een emotioneel neutrale en objectieve manier praten, logische argumen tatie)
Bron : Kirchler, 1993, p. 426-427.
Een van de belangrijkste bronnen van invloed binnen de relatie blijft ongetwijfeld de gender- of geslachtsnorm. De maatschappij schrijft immers nog steeds vaak impliciet of verborgen voor een groot stuk voor welke beslissingen een partner kan en mag nemen : de vrouw alles wat te maken heeft met het gezin en de kinderen ; de man het extrafamiliale en het werk. Veranderende normen hebben volgens Kirchler geleid tot een meer symmetrische en egalitaire rollenstructuur waarbij het resultaat er een is van meer verwevenheid en onderlinge afhankelijkheid in plaats van meer autonomie voor de twee partners. Naast maatschappelijke normen wordt de invloed ook bepaald door de relatieve inbreng van financile middelen. Het gaat om de zogeheten relative resource contributions-theorie. De stelling is dat de persoon (meestal de man) die financieel het meest bijdraagt aan het gemeenschappelijke budget, de grootste onderhandelingsmacht heeft bij economische beslissingen. Volgens Kirchler werd deze theorie in sommige gevallen inderdaad bevestigd. In andere situaties daarentegen bleek ze niet op te gaan.
101
Vandaag lijken drie parameters de invloed in een economische beslissing te bepalen : de interesse in de uitkomst van de beslissing, kennis over het domein van de beslissing en de beslissingsgeschiedenis. Wat dat laatste betreft is een beslissing in je voordeel beslechten een uitkomst die uiteraard gewaardeerd wordt door de winnende partner. Tegelijk moet ze toegestaan worden door de verliezende partner. Een economische beslissing winnen, bijvoorbeeld de aankoop van een nieuwe wagen, leidt volgens Kirchler niet alleen tot een uitkomst die werd gewenst namelijk die nieuwe wagen maar ook tot iets immaterieels : de roes van de overwinning. Volgens Kirchler zijn beslissingsoverwinningen immaterile zaken die goed verdeeld moeten worden tussen de partners. Volgens de wederkerigheidsregels moet een partner die vaak zijn invloed heeft laten gelden in vorige beslissingen en de hoogste winst heeft verzameld, deze immaterile zaken terugbetalen door ook eens toe te geven aan de verlangens van de andere bij latere beslissingen. Volgens Kirchler ontstaan veel problemen tussen partners indien deze verhouding scheefgetrokken wordt en blijft.
l
tip 24 : Een van de belangrijkste bronnen van invloed blijft on getwijfeld het geslacht. De maatschappij heeft nog steeds erg strakke normen voor welke beslissingen nu precies door mannen en vrouwen genomen worden.
102
Hij had zeer tegen mijn zin een bedrijf opgestart met een compagnon waarin ik geen vertrouwen had. Dat vertelt ze in augustus 2004 aan De Telegraaf. Cockmartin ging failliet en dat faillissement kostte bijna ons huwelijk. Temeer omdat ik mijn man vanaf het begin duidelijk gemaakt had dat ik dat bedrijf niet wilde. Maar wel al mijn spaarcenten verloor. Ik stond weer op nul. Liekens vertelt dat ze woedend was op haar man : Hij had me van mijn veiligheid beroofd. Het woord scheiding is toen wel een paar keer gevallen thuis. Liekens en Cockmartin zijn vandaag uiteen. Hoe moet het dan wel ? Lucy Kellaway is redactrice bij de Financial Times. Haar echtgenoot besliste enkele jaren geleden zijn goedbetaalde job als journalist op te geven en een magazine uit de grond te stampen. Kellaway wist op dat moment dat het risico groot was : Bij een magazine moet je beseffen dat zelfs als het een succes is het nauwelijks breakeven zal draaien. Voorwaarde was dus dat haar man slechts een beperkt deel van zijn kapitaal in het project zou stoppen. Bovendien wist het paar dat ze het konden rooien van het weliswaar correcte salaris van Kellaway. Er zijn immers beroepen die slechter betaald worden dan journalist zijn bij de Financial Times. Niet veel geld verdienen is uiteraard niet leuk, schrijft Kellaway in een van haar wekelijkse columns over dit avontuur. Maar het is evenmin een ramp op voorwaarde dat er globaal bekeken voldoende cash binnenkomt. Ze is vooral gelukkig omdat haar man gelukkig is. De enige slechte zaken in het leven van een partner zijn verveling en je ongelukkig voelen. David lijdt aan geen van beide. Hij is gelukkig als een jongen. Hij is eindeloos gefascineerd door de artikels die hij publiceert. Hij doet iets waarin hij goed is, waarover hij controle heeft en dat hem bovendien passioneert. Ze vergelijkt haar situatie met vrouwen die een partner hebben die veel geld verdient maar die wel ongelukkig is : Dan worden ze (de
103
mannen) overgeslagen voor een promotie en dan worden ze nog eens bitter ook. Ze benijden het succes van anderen. Ze worden compleet onaangenaam om mee te leven. Kortom, Kellaway lijkt oprecht gelukkig met de situatie die haar partner, zijzelf en hun drie kinderen doorgepraat en nadien opgezet hebben. En zo hoort het ook natuurlijk.
l
NV Ons gezin
Sommigen raden koppels aan een vermogensbalans van de nv Ons gezin op te stellen. In het boek Uw geld en uw leven van Katrien Geeraert en Dieter Haerens is het volgens de auteurs nuttig deze inventarisoefening te maken en moet deze bovendien elk jaar herhaald worden. Net zoals een bedrijf een balans heeft met activa en passiva, heeft een gezin volgens de auteur bezittingen en schulden. Geeraert en Haerens raden alle koppels dus aan een volledige lijst te maken van deze bezittingen (huis, pensioenvoorzieningen, wagen, ) en schulden. Ze schrijven zelf dat het een vervelende klus is, maar absoluut noodzakelijk om een scherp zicht te krijgen op je vermogen. Ze verklaren niet waarom koppels dit scherpe zicht moeten krijgen. Meestal hebben de paren wel een behoorlijk beeld van dit vermogen. De waarde van het huis min de hypotheeklening, de spaartegoeden min persoonlijke leningen en de meeste koppels zijn dan eigenlijk al bijna rond. Waarom moet een dergelijke vermogensbalans die tot op de eurocent klopt, eigenlijk geconstrueerd worden ? En jaarlijks nog eens herhaald worden ?
104
Het doet een beetje denken aan het huishoudboekje waarin je opschrijft hoeveel je precies uitgeeft. Deze raad wordt soms wel eens gegeven aan mensen die een gat in hun hand hebben. Ook deze oefening is eigenlijk nutteloos. Een dergelijk huishoudboekje kan volgens een redacteur van De Tijd wonderen verrichten. Want wie een duidelijk overzicht krijgt van al zijn uitgaven, gaat automatisch ook minder uitgeven. Is dat wel zo ? In een vorig boek schreef ik dat financieel succesvolle mensen zich helemaal niet bezighouden met huishoudboekjes en vermogensbalansen. Financieel adviseur Ric Edelman ging bijvoorbeeld op zoek naar de geheimen van dergelijke financieel succesvolle personen in de vs. Zo vond hij dat in tegenstelling tot wat velen denken dergelijke mensen maar heel weinig tijd steken in hun persoonlijke financin. Edelman kwam uit op een gemiddelde van nauwelijks drie uur. Per maand welteverstaan ! Inbegrepen in die drie uur zijn dan ook de betalingen van facturen en rekeningen. Edelman raadt dan ook echt aan niet meer tijd dan nodig aan je persoonlijke financin te besteden. Ook vond de man dat financieel succesvolle mensen zich al helemaal niet bezighouden met budgetten, huishoudboekjes of persoonlijke financile planning. En dat concept druist toch wel een beetje in tegen de gangbare opinie. Je kan immers geen financieel tijdschrift openslaan of een beurskrant consulteren, of er is wel iemand die aanraadt om het vermogen van nv Ons gezin te berekenen of een beetje slim te plannen. In dat laatste zit wel een flink stuk ironie. In een stuk dat in het magazine van het Algemeen Dagblad verscheen, kunnen we immers lezen dat een eenvoudig financieel plan zon 1500 euro kost. Dat lijkt een heel bedrag, maar het een schijntje als je bekijkt wat je ermee wint aan rust en zekerheid. Een echt goede tip daarentegen is die 1.500 euro gewoon te beleggen en een fikse wandeling met de partner te maken.
l
tip 26 : Sommigen raden koppels aan een vermogensbalans van de nv Ons gezin op te stellen. Dat is evenwel puur tijdsverlies.
105
De kinderdip
De grafieken die in Uw geld en uw leven staan zijn trouwens niet eens correct. Zo wordt een doorsnee financile cyclus afgebeeld. Vanaf de toetreding tot de arbeidsmarkt tot en met de pensionering zijn de inkomsten systematisch groter dan de uitgaven. Concreet kan er dus over de hele loopbaan gespaard worden. In de werkelijkheid is dit niet erg realistisch : er zijn immers momenten door werkloosheid, ziekte of scheiding dat de inkomsten tijdelijk niet hoger zullen zijn dan de uitgaven. Concreet wordt op dat moment al ontspaard. Bovendien wordt een typisch fenomeen van gezinnen niet belicht en dat is de zogeheten kinderdip. Of ook wel gezinsdal genoemd. Bij Geeraert en Harens vertonen de inkomsten ook een mooi stijgend patroon. In werkelijkheid treedt rond de leeftijd van dertig jaar een enorme daling op. Onderzoek in Nederland wees uit dat het gezinsinkomen op dat moment een val doormaakt van gemiddeld 14.000 euro : van 42.000 euro naar 28.000 euro !
figuur 1. De kinderdip
45000
De kinderdip
40000
35000
30000
25000
20000
15000
10000
5000
0 20 25 30 35 40 leeftijd 45 50 55
106
Vanaf dat laagtepunt begint het gezinsinkomen evenwel opnieuw te stijgen tot een niveau rond de leeftijd vijftig jaar dat even hoog ligt als toen de partners dertig waren. De reden voor deze kinderdip is uiteraard dat een van de partners zich volledig of gedeeltelijk uit de arbeidsmarkt terugtrekt. Tijdens deze kinderdip is het bij veel gezinnen zo dat er ontspaard wordt. Er wordt meer uitgegeven dan er inkomsten zijn. Vaak loopt er immers op de koop toe een zware hypotheek. De voorstelling in Uw geld en uw leven is dan ook misleidend. En dat kan koppels alleen maar onterecht depressief maken.
107
Sarah was bijvoorbeeld getrouwd met een man die voortdurend de touwtjes in handen wilde hebben en haar als een kind behandelde. Van zijn kant beschuldigde haar man haar dan weer ervan dat ze geld nodeloos over de balk smeet. Volgens Forward dienen huil- en schreeuwpartijen over rekeningen, uitgaven en financile prioriteiten vaak om onze diepste, donkerste innerlijke angsten en onzekerheden af te schermen. Ruzies over geld dienen als emotionele uitlaatklep en stellen ons volgens Forward in staat indirect veel emotionele lasten van ons af te schudden als onze gevoelens te ontoegankelijk of te beangstigend zijn om rechtstreeks onder woorden te brengen. Zolang deze patronen volgens haar niet blootgelegd worden, blijven partners steeds opnieuw dezelfde vruchteloze discussies over geld voeren. Desnoods met een andere partner. Vraag is uiteraard of alle mensen berhaupt wel geholpen willen worden. Clarissa Pinkola Ests stelt dat de psyche van nature ook een ingeschapen contra naturam-aspect, een tegennatuurlijke kracht heeft. Het contra naturam-aspect verzet zich volgens de schrijfster tegen het positieve ; het is tegen ontwikkeling en tegen harmonie. Het is een minachtende en moordzuchtige vijand die zijn kop opsteekt tijdens de meest bezielde en gewichtigste plannen van vrouwen. Wanneer hij met zijn snijwerk klaar is, blijven vrouwen als verdoofd achter en voelen ze zich te zwak om met hun leven voort te gaan ; hun ideen en dromen liggen levenloos aan hun voeten, schrijft de therapeute in De ontembare vrouw.
l
tip 27 : Soms worden partners gedreven door onbewuste con flicten en emoties : gelddemonen. Dit is zo telkens als er een patroon ontstaat van ruzies over geld, als we geld op een bui tensporige, destructieve manier gebruiken of een partner steunen die dit doet.
10
10
Er is bovendien een andere erg goede reden om je te interesseren voor geldzaken. Dat is dat je op die manier een betere kijk krijgt op het financile reilen en zeilen van het gezin. Wouter en Susan vormen een paar en volgen een therapie bij Susan Forward. In een gesprek stelt Wouter dat hij minder ruzie wil maken en dat hij er vooral behoefte aanheeft dat zijn vrouw minder geld uitgeeft aan de kinderen. In hun relatie had geld tot dusver grote verdeeldheid gezaaid. Het was volgens Forward dan ook belangrijk een manier te vinden waarop zij de huishoudelijke uitgaven zouden regelen. Het enige wat Sally van hun financin afwist, was dat hij haar er tijdens hun ruzies van beschuldigde dat zij er zich niets van aantrok hoe weinig geld er na aftrek van belasting en lasten overbleef. Volgens de psychotherapeute was dit gebrek aan informatie makkelijk op te lossen. Ze stelde voor om vanaf dan samen de rekeningen af te handelen. Ze konden dan samenwerken in plaats van elkaar tegen te werken. De harde informatie zou Sally bevrijden van Wouters afkeurende stem in haar hoofd die maakte dat ze zelfs van de kleinste koop afzag. En Wouter zou verlost zijn van het gevoel er alleen voor te staan en als enige verantwoordelijk te zijn voor financin.
l
110
boek : The Overspent American. Consuminderen is uiteraard afgeleid van consumeren. In de dikke van Dale vindt u het woord (nog) niet. Daarom ook, wat houdt het begrip nu juist in ? En is het misschien zinvol om ook te consuminderen bij ons ? Misschien herinnert u zich nog de vrekkenbeweging van een aantal jaren geleden. Er werd toen bijvoorbeeld voorgesteld om een theezakje meermaals te gebruiken. Of om uit gebruikte enveloppen nieuwe te maken door ze gewoon om te keren. Vandaag hoor je gelukkig maar weinig meer van deze beweging. Consuminderen heeft daar in ieder geval niets mee te maken. Om een voorbeeld te geven. Consuminderaars zijn niet tegen wagens. Wel tegen de benzineslurpende suvs. Dat heeft niets met zuinigheid of zelfs vrekkigheid te maken, maar alles met gezond verstand. De motivatie van consuminderaars is trouwens in eerste instantie niet het milieu. Het is natuurlijk mooi meegenomen dat je ecologische voetafdruk kleiner is dan die van de gemiddelde medemens. Waar het wel om gaat is dat je gewoon vermijdt verslaafd te raken aan mateloos consumeren. Ook hier verschilt deze beweging dus van de ecologische hardliners. Wat daarentegen vooropstaat bij consuminderaars is de kwaliteit van het leven. Het is dan ook niet toevallig dat voorvechters of onderzoekers van deze stroming de principes ook werkelijk in hun eigen leven toepassen. Zo heb je in Nederland Marius de Geus, politiek filosoof aan de universiteit van Leiden. Hij werkt bewust parttime. In een interview met de Volkskrant zegt de man hierover Ik kan nu doordeweeks een wandeling gaan maken of in de tuin gaan werken in plaats van een wetenschappelijk artikel te schrijven of veertig papers na te kijken. Ik ben nu minder afhankelijk van het systeem. Ik kan mijn eigen keuzes maken. De Geus schreef enkele jaren geleden het boek The end of overconsumption. Towards a lifestyle of moderation and selfrestraint. Hij is dan ook bijzonder goed geplaatst om enkele ideen over consu-
111
minderen te verwoorden. In een interview met de Volkskrant stelt hij ondermeer dat de huidige economische recessie een window of opportunity kan bieden voor het consuminderen. In zijn boek staan trouwens de Amerikaanse downshifters centraal, over wie Juliet Schor het heeft. Het is wellicht niet overdreven te stellen dat de beweging dan ook in Europa in de toekomst nog aan kracht zal winnen. Over de consuminderaars die even met het vliegtuig naar Barcelona willen, is De Geus toch een stuk radicaler dan we zouden verwachten. Zijn argument is dat de lage prijs voor het vliegtuigticket niet alle relevante kosten incalculeert. Zo heb je het lawaai en de pollutie. Economisten spreken in dat verband van externe kosten. Deze kosten zitten evenwel niet in een ticket. Dat filosofen een bron kunnen zijn voor consuminderaars, blijkt ook bij De Geus. Hij verwijst spontaan naar Plato en Aristoteles. Deze filosofen wezen op de ingebouwde behoefte van mensen om betekenis te geven aan hun leven. Dat kon volgens hen beter door iets te betekenen voor anderen, door vriendschappen op te bouwen, dan door spullen te verzamelen. Graag zou de Geus zich tot slot bezighouden met de vraag waarom sommige mensen blijkbaar ontvankelijker zijn voor consuminderen dan anderen. Hij vermoedt dat het iets met levensfase te maken heeft. Jongeren zijn bijvoorbeeld heel bevattelijk voor reclame. Studenten weer niet. In ieder geval zal hij zich maar halftijds met het probleem bezighouden. De kwaliteit van zijn leven is immers te belangrijk. Aanhangers van het consuminderen halen ook vaak Epicurus aan. Vreemd op het eerste gezicht. Is epicurisme nu net niet juist het omgekeerde ? Genotzucht en geneigdheid tot zinnelijkheid en wellust ? Wel, dat hebben mensen nadien bedacht. In essentie leerde Epicurus dat juist de geestesbeschaving het hoogste goed is van de mens. Net zoals dit voor consuminderaars het belangrijkste is. Ook at Epicurus op feestdagen opzettelijk nog soberder dan normaal. Misschien een ideetje voor de schrokkers tijdens de einde-
112
jaarsfeesten ? Streven naar rijkdom wees hij af omdat het de mens rusteloos en ontevreden maakt. Klinkt in ieder geval bekend en zeer modern in de oren. Indien we aan miljonairs denken, zien we onmiddellijk casinos, wereldreizen, luxueuze jachten en dure juwelen. Het werkelijke bestedingspatroon van miljonairs is echter opvallend sober. Zeker wat de zogenaamde luxegoederen betreft. Zo willen ze bijvoorbeeld voor een uurwerk maximaal slechts 500 $ betalen. Eigenlijk houden ze zelfs helemaal niet van consumeren. Bovenaan hun lijstje met favoriete vrijetijdsbezigheden staan namelijk familiale onderonsjes en bijeenkomsten met vrienden. Dat blijkt uit een onderzoek van de Amerikaanse onderzoekers Danko en Stanley. Kortom, het echte geluk ligt niet in zo veel mogelijk te kopen maar in het gezelschap van familie en vrienden te vertoeven. Plezier wordt dus niet in geld uitgedrukt. Er is wel een gemeenschappelijk kenmerk dat alle consuminderaars gemeen hebben : ze zijn zeer zelfverzekerd. Logisch. Het gaat immers om een bewuste keuze. Deze bevinding sluit trouwens mooi aan bij een recent onderzoek dat stelt dat mensen die streven naar almaar meer geld en goederen eigenlijk zeer onzeker zijn. Door meer te consumeren proberen ze alleen tevergeefs trouwens dat gevoel van onzekerheid weg te duwen. De aanhangers van deze nieuwe stroming hebben geleerd alles met een korreltje zout te nemen. Ze zijn zeker niet fanatiek. Hebben ze zin om een citytrip naar Barcelona te maken, dan doen ze dat toch gewoon. Waar het om gaat is keuzevrijheid. Zij willen de keuze maken, en deze keuze niet aan anderen overlaten. Waar ze wel tegen zijn is dat sommige jongeren het internet systematisch afschuimen op zoek naar een lastminuteticket richting Barcelona, om daar een nachtje door te zakken en de volgende dag weer gewoon de draad op te pikken. En dat keer op keer. Daarnet hadden we het even over Epicurus. Ook Aristoteles heeft volgens de voorvechters van het consuminderen zinvolle zaken
113
over dat onderwerp gezegd. Zo had deze laatste het bijvoorbeeld over de gulden middenweg. Aanhangers van consuminderen zijn immers altijd op zoek naar deze beroemde middenweg. Of de stocijnen. Volgens Joep Dohmen, Nederlands filosoof en auteur van het boek Over levenskunst, letten de stocijnen heel goed op het belang van hun eigen activiteiten voor het geheel. Het is wellicht niet toevallig dat de beweging van het consuminderen juist in de vs zo goed aanslaat. Er wordt immers hard gewerkt. Te hard zelfs, volgens sommigen. Zo stelt John de Graaf, cordinator van de Take Back Your Time-dag, dat Amerikanen op jaarbasis 350 uur meer werken dan Europeanen. Of omgerekend maar liefst negen volle weken. De eerste Take Back Your Time Back-dag werd dan ook georganiseerd op 24 oktober 2003. Ook in 2004 viel de dag op diezelfde datum. Uitgerekend 9 weken voor het einde van het jaar. Kortom, voor een koppel is het zinvol om na te gaan of er niet een versnelling lager geschakeld kan worden. Consuminderen kan een verstandige keuze zijn indien beide partners het erover eens zijn.
l
114
Volgens de Franse filosoof Pascal Bruckner gaat het hier om een mediahype, een tijdelijk berouw aan de vooravond van nieuwe, nog grotere koop- en consumptieorgien. Toch is het symptomatisch dat er in het hart van de financile wereld twijfels rijzen over de rechtmatigheid van het systeem en dat er tegelijk een pleidooi gehouden wordt voor een aangenamer bestaan. Een bestaan dat niet volledig beheerst wordt door de logica van het bezit en de kunstmatige begeerte. Het antwoord op de vraag op de vorige bladzijde is dus resoluut nee althans volgens Bruckner. De echte n pragmatische vraag is volgens hem welke prijs we eigenlijk letterlijk willen betalen om geld te hebben. Hoeveel plaats willen we ervoor vrijmaken ? Als we niet bezeten willen worden door ons bezit, dan is het volgens de Franse filosoof beter om onze uitgaven, als manier om onze hartstochten te bevredigen, te beperken. En meer ruimte te geven aan de echte liefde en het spirituele in plaats van ons eindeloos in de schulden te steken. Jean Chatzky geeft nuttige tips hoe we dit ook praktisch kunnen verwezenlijken. In Pay it down stelt ze een concreet elfstappenplan op om een schuldpositie om te zetten in een vermogenspositie. Stap zeven volgens deze overigens intelligente schrijfster is gewoon minder uit te geven. Waarom geven we immers geld uit ? vraagt Chatzky zich af. Soms omdat we iets echt nodig hebben. We moeten een lekkend dak wel laten repareren. We hebben een auto nodig. En voedsel. Maar meestal kopen we dingen omdat we ze willen, schrijft ze. We willen uit eten gaan omdat we een zware dag hebben gehad. We willen het nieuwste model gsm. We willen er goed uitzien en ons vooral goed voelen. En we denken dat een nieuwe wagen, nieuwe schoenen en een nieuwe handtas ons dat gevoel zullen leveren. Uiteindelijk vertelt Chatsky dezelfde boodschap als Bruckner. Alleen enigszins anders verpakt. Een boodschap die trouwens ook te vinden is in het onderzoek van Stanley en Danko naar het werke-
115
lijke leven van financieel succesvolle mensen. Maar Chatsky maakt het ook heel erg praktisch. En waarom ook niet ? Met vragen zoals deze : Is een duur abonnement op de fitnessclub wel echt nodig ? Ze raadt aan te kijken naar de frequentie van de bezoeken en dit tegenover het lidgeld te plaatsen. Iemand die zelden in de gymzaal komt betaalt volgens haar wel een erg hoge prijs voor wat zinsbegoocheling. Ze vraagt haar lezers dezelfde oefening te maken met andere kostenposten. Zoals bijvoorbeeld de internetaansluiting. Voor iemand die het internet intensief gebruikt, kan deze maandelijkse kost wellicht te verantwoorden zijn. Maar iemand die slechts af en toe surft om informatie op te zoeken, die overigens ook op een andere manier te verkrijgen is, kan volgens Chatzsky misschien het abonnement gewoon opzeggen ? Of het internet in de openbare bibliotheek gebruiken ? De boodschap van Chatszky is dus goed op te letten met diensten die automatisch bijvoorbeeld elke maand afgerekend worden. De aanbieders van dergelijke diensten weten ook dat zodra een abonnement afgesloten is mensen een psychologische weerstand hebben om het abonnement op te zeggen. Dat is trouwens ook de reden waarom chuggers mensen die je op straat in naam van een liefdadigheidsinstelling lastigvallen de opdracht krijgen slachtoffers over te halen een permanente of bestendige opdracht tot betaling van een maandelijkse som te laten tekenen.
l
tip 30 : Let goed op met diensten die automatisch elke maand afgerekend worden. De aanbieders van dergelijke diensten weten dat ook daarom proberen charitatieve instellingen u een doorlopende opdracht in hun voordeel te laten openen.
116
Onopvallende consumptie
Thorstein Veblen introduceerde in 1899 het concept opzichtige consumptie. Veblen beschouwde deze vorm van consumptie voor de rijken toen als de sleutel tot maatschappelijke status. Veblen schrijft in zijn boek The leisure class dat de basis waarop een goede naam in iedere sterk georganiseerde industrile samenleving uiteindelijk berust, financile kracht is. Het middel om financile sterkte te tonen, en dus een goede naam te verwerven of te behouden, zijn vrije tijd en een opzichtige consumptie van goederen. Auteur Richard Conniff stelt in Beestachtig rijk dat er met deze opzichtige consumptie verschillende problemen opduiken. Het eerste probleem is dat er nooit een standaardmiddel geweest is om rijkdom te tonen. Een ander probleem is dat iedereen het kan doen althans een tijdje. Met andere woorden : sommigen zijn dus gewoon sneller bankroet dan anderen. Tot slot stipt Conniff aan, dat als je genoeg geld hebt, het uitknobbelen van welke kosten passend zijn, steeds ingewikkelder wordt. Kortom, de auteur van Beestachtig rijk wijst op een paradox : Uiteindelijk begint het veel rijke mensen te dagen dat zelfs dit soort vertoon hun niet de maatschappelijke standing bezorgt waar ze naar streven. Bij mensen zendt de wens om al te opzichtig te zijn wat betreft rijkdom eigenlijk de tegengestelde boodschap uit, dat er iets mis is, iets niet helemaal klopt aan de persoon die ermee te koop loopt. Toen de succesvolle Amerikaanse jurist Alan Grubman een RollsRoyce kocht, vroeg een goede vriend van de man om die wagen onmiddellijk weg te doen. Het was alsof ik een knipperende neonreclame op mijn voorhoofd had : nouveau riche. Als het nou uitging, ging het veau (kalf ) aan. Het probleem met de Rolls-Royce was niet alleen dat die volgens Conniff zon onbeholpen poging vormde om met zijn rijkdom te
117
pronken, maar dat Grubman het bovendien echt iedereen wilde laten weten. En het de wereld laten weten is iets wat een rijke niet behoort te doen : het is immers een affront tegen andere rijken, schrijft Conniff terecht. De kunst van het rijk zijn draait dus volgens Conniff eigenlijk niet om opzichtige consumptie, maar om onopvallende consumptie. Of, om Veblen de eer te geven die hem toekomt : het draait om opzichtige consumptie die discreet, ja zelfs heimelijk, tentoongespreid wordt. Dat is een mogelijkheid. Een andere mogelijkheid is gewoon, zoals we daarnet reeds schreven, minder te consumeren. In The Millionnaire Next Door van Thomas Stanley en William Danko wordt alvast dit patroon teruggevonden bij financieel erg succesvolle mensen. Het gaat om een diepgaande studie naar de levensstijl van Amerikaanse dollarmiljonairs. Hiervoor werden 733 personen uitgekozen die representatief zijn voor deze groep superrijken. Wat in de eerste plaats opvalt bij het typische profiel van zo n miljonair is dat hij of zij niet echt voldoet aan het stereotiepe beeld dat we hebben van zo iemand. Wie had immers gedacht dat de partners van de meesten onder hen immers kortingsbonnen gebruiken bij het winkelen ? Interessant is dat we heel wat kunnen leren van deze mensen. Want nagenoeg alle dollarmiljonairs hebben hun rijkdom zelf vergaard. Ook dat klopt niet helemaal met de bedenking dat de meesten wel hun fortuin zullen gerfd hebben. Het werkelijke bestedingspatroon van miljonairs is opvallend sober. Bovenaan hun lijstje met favoriete vrijetijdsbezigheden staat trouwens de familie. Kortom, misschien bestaat de opzichtige consumptie van Veblen nu wel uit het feit dat de rijken helemaal niet consumeren. Of toch veel minder dan we denken.
11
11
niet goed genoeg was en kochten ze een dure flat. Mijnheer Unker had extra werk moeten aannemen om de flat te betalen. Aangezien hij vaak moe en kribbig thuiskwam begon mevrouw Unker hem te zien als een onbeschaafd heerschap. Zij scheidde van hem. Het verhaal over de Unkers lijkt een beetje op een parodie. Maar ik leerde een gezin kennen dat zich ook wilde verbeteren en de huizenladder wou beklimmen. Ze verkochten hun gezellige huis en begonnen aan de bouw van een nieuw en groot huis. Alleen hadden ze het kostenplaatje enigszins onderschat. Uiteindelijk was het hun bedoeling in het nieuwe huis te trekken zodra de ondervloer gegoten was. Geld voor een vloerbekleding was er toch niet. De kern van het peterprincipe op en buiten het werk is escalatie. Vr de ontdekking van het peterprincipe werd volgens de auteur escalatie zeer nuttig gevonden. Het verkrijgen van meer geld, meer macht, meer maatschappelijk aanzien werd beschouwd als een deugd. Escalatie is volgens Peter op zich niet kwaad, als zij maar bijdraagt tot overleving, veiligheid, of een esthetisch of humanitair doel. Een escalatie die tot hoge bloeddruk leidt, tot een maagzweer, doen wat de buren doen, kopen wat niet gebruikt wordt, milieuverslechtering en buitensporige macht, vernietigt volgens Peter het leven. En of de man gelijk heeft.
l
Verstoord evenwicht
Wat gebeurt er eigenlijk met een relatie wanneer het evenwicht verstoord wordt door werkloosheid van een van de partners of door een persoonlijk faillissement, vraagt Viviana Zelizer in The purchase of intimacy.
120
Hoe herschikken ouders en kinderen hun onderlinge relaties en economische transacties ? is met andere woorden de kernvraag als de leden van het gezin met (financieel) onheil geconfronteerd worden. Zelizer onderscheidt twee soorten dergelijke schokken : de relatie van het gezin met de buitenwereld wordt verstoord n de betrekkingen binnen het gezin worden door elkaar geschud. Voorbeelden van de eerste soort zijn werkloosheid, faillissement of een natuurramp. Voorbeelden van de tweede categorie zijn ernstige ziekte van een van de gezinsleden of echtscheiding. Volgens de auteur is het zo dat beide types schokken met elkaar interageren. Indien een lid van de familie de gevangenis in vliegt (eerste categorie) heeft dat onvermijdelijk zijn effect op de relaties binnen het gezin. Omgekeerd hebben interne strubbelingen ook hun impact op de relatie van het gezin met de buitenwereld. Volgens Zelizer gebeurt iets merkwaardigs als gezinnen geconfronteerd worden met tegenslag van de eerste categorie. Sommigen betrekken hun kinderen op dat moment willens nillens bij de financile geheimen van het gezin. Dit kan voor de kinderen intimiderend zijn als ze voordien in relatieve overvloed leefden zonder zich ook ooit maar bekommerd te hebben over geld. Een jonge vrouw vertelt dat ze als oudste kind plots verplicht werd om alles te weten over de gezinsfinancin, de hypotheek en de rekeningen. Dit was angstwekkend. Je vraagt je immers af welk gevaar er dreigde, vertelt de vrouw. Zelizer merkt nog iets anders op : mannen zijn niet geneigd om financile hulp aan familieleden te vragen als het slecht gaat. Met een grapje zou je kunnen stellen dat ze hun gedrag bij het kaartlezen hier nog eens doortrekken : als ze (financieel) verdwaald zijn, weigeren ze immers om hulp te vragen. Als het water echt helemaal aan de lippen komt en het gezin failliet dreigt te gaan, is er opnieuw een discrepantie tussen man-
121
nen en vrouwen. Mannen trekken zich volledig terug, schrijft Zelizer. Het gevolg is dat de vrouw de vuile financile klussen mag oplossen : het beantwoorden van de telefoon als de schuldeisers zich laten horen en het beantwoorden van brieven van incassokantoren. Een andere strategie die gezinnen dan weer kunnen toepassen ten opzichte van hun kinderen is ze volledig te willen afschermen. Zo geeft ze het voorbeeld van een vrouw die haar 11-jarige zoon vertelt dat de telefoon afgesloten is omwille van mechanische problemen en dat de wagen was weggesleept omdat de ophanging stuk was. Deze poppenkast werkte tot de tandarts nog weigerde te werken aan de beugel van de jongen vooraleer hij betaald zou worden. De vrouw vertelt dat de jongen uitleggen wat er precies fout was gegaan en hoe het zijn leven zou veranderen een van de moeilijkste dingen was in haar eigen leven.
l
tip 32 : Wees erg voorzichtig als je kinderen betrekt bij je finan cile problemen.
122
Een voorbeeld vinden we bij groenteboer Franois De Kelver uit Leefdaal. De man had een boel zwart geld verzameld door de fiscus op te lichten. Het systeem van de man was eigenlijk verrassend simpel. Elke factuur die de man naar zijn buitenlandse klant stuurde, werd opgesplitst in een officieel gedeelte en een tweede valse factuur. Deze tweede factuur werd op een buitenlandse rekening betaald. Bedoeling was uiteraard jaarlijks honderdduizenden euros uit het zicht van de belastingen te houden. De oplichting kwam aan het licht door een misnoegd iemand. Geen voormalig personeelslid, zoals zo vaak bij fraudezaken in het bedrijfsleven gebeurt, maar wel de ex-vrouw van De Kelver. Die vond dat ze in het ootje werd genomen door haar voormalige echtgenoot bij de echtscheiding. Aangezien De Kelver immers een berg zwart geld verzameld had, kreeg de vrouw niet waarop ze vond dat ze recht had. De man hield dat zwart geld immers buiten de scheidingsregeling. Dom uiteraard van de man achteraf bekeken. In een reeks over (v)echtscheidingen stond enkele jaren later in de krant De Standaard de volgende kop : Ruzie tot de allerlaatste cent. In het verhaal vertelt de 24-jarige Saar over de moeilijke echtscheiding van haar ouders. Aan de journaliste vertelt ze dat haar ouders letterlijk voor elke cent gevochten hebben. Om die strijd te voeren beslisten ze zelfs op een bepaald moment elk een advocaat in te schakelen. Mijn zus en ik zagen dat niet graag gebeuren, maar we durfden hen er niet op aan te spreken. De vriend van mijn zus heeft dan zijn moed bijeengeraapt en hen aangespoord om zelf tot een akkoord te komen. Een erg wijze beslissing overigens. Het meisje vertelt dat het gevecht voor het huis, de lening, de meubelen en de fotos haar erg heeft getekend. Ook heeft ze nog geen lange relatie gehad. Ik ontwijk conflicten. Ik kan daar echt heel slecht tegen. Ik ben nog liever alleen dan dat ik in een moeilijke relatie verzeild raak, vertelt ze verder.
123
Uit een Brits onderzoek blijkt overigens dat vrouwen bij een scheiding meer uit de brand slepen dan hun mannen. Van een lijst van 24 voorwerpen eisen vrouwen er 16 op, mannen slechts 6. Niet dat de vrouwen die voorwerpen willen, maar ze wilden vooral dat hun man er niet mee ging lopen. Over het huis wordt uiteraard het hardst gevochten. Toch is er een groot verschil tussen mannen en vrouwen : slechts n op drie mannen wil het huis echt. Bij vrouwen is dat n op twee. Het resultaat is dat vrouwen vaker dan mannen in de gezinswoning blijft wonen : 46 procent tegenover 23 procent mannen. Vaak hebben mannen nadien spijt dat ze het huis zo gemakkelijk gelost hebben. In 2005 leerde ik bijvoorbeeld een verkoper van een bouwonderneming kennen die bij de scheiding zijn vrouw grootmoedig het huis naliet. Daar had hij snel spijt van toen hij voor zichzelf een nieuw (duur) huis kocht.
l
tip 33 : Een goede relatie kan nuttig zijn ook als deze offici eel voorbij is.
124
turbulente periode op de financile markten in de periode 2000 tot 2003 nog niet veel plezier aan zijn investering beleefd. Integendeel. Op het moment dat hij mij aansprak, was niet alleen zijn hele kapitaal weggevaagd, hij had bovendien een enorme restschuld opgebouwd. Het pijnlijke van de zaak is dat Guy me vertelde dat hij deze belegging in overweging wilde nemen omdat zijn vrouw hem terecht overigens van de voordelen van diversificatie had overtuigd. Alleen was de praktijk enigszins ontgoochelend. Guy gaf toe dat deze foute beslissing ernstige druk op zijn relatie zette. Hij verweet zijn vrouw dat hij door haar de aandelenleaseconstructie in overweging wilde nemen. Zij verweet hem dan weer dat hij zich had laten bedotten. Er is een interessant fenomeen : mannen laten zich oplichten door personen die (harde) financile constructies voorstellen. Constructies die evenwel in werkelijkheid op los zand gestoeld zijn. Vrouwen trappen dan weer in de val van bedriegers als er iets esoterisch of new age-achtig aan verbonden is. Vraag is dan uiteraard waarom intelligente vrouwen dergelijke nonsens willen geloven. Neem nu het voorbeeld van Ingeborg Sergeant. In haar boek Wie ben je eigenlijk geeft ze toe in het verleden foute financile beslissingen genomen te hebben. We lezen dat het boekhoudkantoor dat haar zaken beheerde en haar belangen had moeten behartigen, ernstige fouten had gemaakt. Het gevolg waren aangetekende brieven van de belastingen, geblokkeerde rekeningen en een financile put van enkele miljoenen frank. De fout die Ingeborg maakte, is dat ze zich niet interesseerde voor het fiscale, boekhoudkundige en financile luik van haar activiteiten. Ik wilde gewoon niet bezig zijn met dingen waar ik toch niets van begreep. Nu nog vindt ze dit alles te beklemmend, schrijft ze. Ook al staat mijn naam op de papieren, op de een of andere manier blijf ik er liever zo ver mogelijk vandaan.
125
Ze bespreekt dit probleem met haar leraar Roland Verschaeve, coauteur van het boek. De man is duidelijk in de ban van kleuren en vertelt Ingeborg dat, in verband met dit concrete probleem, haar donkerrood vanzelfsprekend uiterlijk ook te donker wordt. En dat is niet goed natuurlijk. Om een goede boekhouder te vinden, raadt Verschaeve haar aan haar hart te volgen. Ze mag dit vooral niet teveel beredeneren, want dan komt ze in haar mannelijke hersenhelft (sic) en herhaalt het patroon zich. Klinkklare nonsens natuurlijk. Maar Ingeborg vindt uiteraard alles wat haar leraar Verschaeve vertelt fantastisch en zal dus wellicht deze raad volgen. Raad die uiteraard niets waard is.
l
126
de auto en kent deze 60 punten toe. Hij houdt ook van het landhuis : 25 punten. De boot ziet hij niet echt zitten en hij geeft er de resterende 15 punten aan. An wil het huis : 65 punten. De auto geeft ze 25 punten en de boot 10. Alles wordt nog eens op een rijtje gezet in tabel 3.
tabel 3. toekenning van de punten door beide partners aan de diverse items jan Jacht Landhuis Sportwagen Totaal 15 25 60 100 An 10 65 25 100
Elk item gaat naar de persoon die er het meeste punten aan gaf. De auto en de boot gaan dus naar Jan en het huis naar An. Dit lijkt echter niet helemaal fair. Jan krijgt 2 items en An maar 1 ondanks het feit dat de waarde van het huis wellicht hoger ligt dan de boot en de auto samen. Bovendien krijgt Jan items voor een totaal van 75 punten, terwijl An slechts voor 65 punten. De tweede stap in Adjusted Winner bestaat juist in de aanpassing. Het item waarvan de punten het dichts bij elkaar liggen, het jacht in dit geval, wordt van Jan afgenomen en openbaar verkocht. Indien de opbrengst van de verkoop opnieuw verdeeld wordt onder de twee partners kan wel een rechtvaardige oplossing verkregen worden. Jan krijgt immers 3/5 van de verkoopprijs, wat voor hem 9 punten waard is. De fractie 3/5 wordt verkregen door 15 te delen door het totaal van de toegekende punten, te weten 25. An krijgt de resterende 2/5, wat voor haar 4 punten waard is. Deze 4 punten worden verkregen door de 10 toegekende punten te vermenigvuldigen met 2/5. Zo eindigen beide partners met elk 69 punten. Volgens de auteurs van de methode is deze methode niet alleen rechtvaardig, maar ook vrij van jaloezie. Elke partner krijgt immers het item dat hij het liefst wil. Nu nog afwachten of de methode ook in de praktijk werkt.
127
Na de scheiding
Dat mannen competitiever aangelegd zijn dan vrouwen, wisten we al uit het onderzoek van Uri Gneezy. Volgens John Gray plaatst deze instelling mannen evenwel voor een potentieel probleem. In Mars & Venus beginnen opnieuw stelt de auteur immers dat mannen ervoor moeten oppassen zichzelf geen onrealistische doelen te stellen. Na een mislukte relatie is dit immers een patroon waarin veel mannen terechtkomen. Ik ken een zakenman, schrijft Gray, die na een stukgelopen relatie besloot dat hij niet weer aan een relatie zou beginnen voordat hij tien miljoen dollar verdiend had. Dat soort druk is niet gezond. Gray stelt dat een man, na het helen van een stukgelopen relatie, niet moet denken dat hij meer moet presteren dan hij al doet. De juiste vrouw houdt van hem omdat hij voor haar de ware is, niet vanwege zijn geld. De auteur geeft moedig toe dat hij een beetje in datzelfde patroon verstrikt was geraakt : Zelf had ik altijd het gevoel dat ik erg succesvol moest zijn om liefde te verdienen. Niet dat ik continu liep te denken : Ik moet succes hebben of niemand zal van me houden. Ik voelde me alleen enorm gedwongen succes te hebben. Ik was nooit tevreden met wat ik had bereikt. Wat ik ook deed, het was nooit genoeg. Deze bekentenis doet trouwens onwillekeurig een beetje denken aan de uitspraak dat iedereen wel succes kan hebben, maar dat alleen een wijs man er ook echt van kan genieten. Gray merkt trouwens nog iets anders op : na een stukgelopen relatie storten mannen zich op hun werk. Volgens de auteur is dat niet erg integendeel. Het kan in feite een bijdrage leveren aan het helingsproces van een man. Iets moeilijker om volgen wordt het wanneer de auteur stelt dat vrouwen dat niet mogen doen. Voor een man is het gezond om zich tijdens een helingscrisis op het
12
werk te storten, voor een vrouw niet. De reden die Gray aangeeft is dat de vrouw de neiging heeft om haar gevoelens te vermijden door te veel van zichzelf te geven. Als ze zich op haar werk richt, kan ze zich overdreven verantwoordelijk gaan voelen, en daarmee haar eigen gevoelens en behoeften onderdrukken. In m/v van Veerle Draulans en Mieke Smet wordt op verschillende plaatsen openlijk kritiek gegeven op het simplistische model van Gray. Marsbewoners (lees : mannen) zijn machtsgericht, doelgericht en prestatiegericht. Venusbewoonsters (lees : vrouwen) contactgericht en zorgzaam. Het probleem met de aanpak van Gray is volgens de auteurs dat in zijn boeken niet echt wordt uitgelegd waarom we zo verschillend zouden zijn. Dat is het echte probleem evenwel niet. Een verklaring vanuit de evolutionaire psychologie of de neurologie biedt zeker een elegante uitweg. Het echte probleem is dat Gray voorschrijft dat vrouwen, na een relatiebreuk, zich niet mogen verliezen in hun werk. Terwijl dat misschien net zo heilzaam kan zijn voor een aantal onder hen.
l
tip 35 : Doe wat je wilt om een relatiebreuk te verwerken zo lang het niet ongezond is.
12
In een studie van de universiteit van Wageningen op vraag van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) wordt nagegaan hoe partners onderling met geld omgaan. Blijkt dat mannen zeer kapitalistisch zijn ingesteld : 22% onder hen gelooft dat geld alle problemen kan oplossen. Bij vrouwen is dat een stuk lager. Anderzijds blijkt dat vrouwen meer over geld fantaseren dan mannen. Nog opvallend : huishoudens met een netto inkomen tot 1800 euro per maand maken minder ruzie over geld dan huishoudens met een hoger inkomen. Tot slot nog dit : koppels met kinderen maken beduidend minder ruzie over geld dan stellen zonder kinderen. Wellicht hebben ze geen tijd of energie meer over om hierover te redetwisten. Doorheen dit boek is een boodschap sterk naar voren gekomen : hoe we als volwassenen over geld denken wordt voor een groot stuk bepaald door de vaak verborgen boodschappen die we als kind kregen en door de manier waarop onze ouders het onderwerp geld aanpakten. Daarom is het essentieel dat we onze eigen kinderen de correcte boodschappen voor zover dat mogelijk is natuurlijk over geld meegeven. Een probleem : over hoe je jonge kinderen met geld moet leren omgaan bestaat veel onduidelijkheid. Zo lees in het ene boek dat je bijvoorbeeld in geen geval klusjes mag vergoeden. In een ander boek staat dan weer dat dit juist wel een goede strategie kan zijn. Ook wordt er heel wat onzin verkocht over dit onderwerp. Sommigen beweren immers dat je in het bijzijn van een kind beter gewoon helemaal zwijgt over geldzaken. De beste raad is wellicht kinderen snel de mogelijkheid n de vrijheid te geven met geld om te gaan en ze fouten te laten maken. Het is immers beter kleine fouten te maken als ze jong zijn en dat ze ervan leren dan grote fouten met zware consequenties later. Het gevolg hiervan is dat je als ouder de neiging zult hebben toch tussenbeide te willen komen als een beslissing van je kind niet verstandig is of verkeerd uitdraait. Niet doen ! Als een twintiger bijvoorbeeld advies vraagt in verband met de aankoop van een auto of
130
huis, geef ze dan de criteria die een rol spelen. Maar neem de beslissing niet in hun plaats. Heb geduld en blijf vriendelijk zoals in andere domeinen van de opvoeding trouwens. Eigenlijk is het onzinnig een kind dat een hogere studie doet te laten werken tijdens het academiejaar om zijn studies te laten bekostigen. Student zijn is immers een voltijdse job op zich. Betaal dus alles wat direct of indirect met de studie te maken heeft. Onderzoek wijst immers uit dat studenten die ook nog eens werken tijdens het academiejaar slechtere resultaten halen dan zij die zich volledig op hun studie kunnen concentreren. Andere ouders hanteren dan weer de vaak impliciete stelregel dat ze zelf hebben moeten ploeteren om er te komen en dat ze bijgevolg niet willen dat hun kinderen dit ook nog eens moeten doormaken. Begrijpelijk uiteraard, maar toch geen al te goede strategie. Er is immer een middenweg. Zorg ervoor dat kinderen kunnen sparen voor bepaalde zaken die ze graag willen. Ook in geldzaken bij kinderen komt het vaak neer op gezond verstand. Opvoeden in het algemeen komt neer op het geven van veel aanmoediging en zo weinig mogelijk kritiek. In financile aangelegenheden geldt deze regel misschien nog meer. Selfmade zakenlui hebben de neiging ook thuis snel en hard te oordelen. Iets wat kinderen niet echt waarderen. Geef daarentegen positieve feedback en feliciteer ze met de prestaties die ze bereikt hebben. Vraag ten slotte hoe je kan helpen. Schulden zijn niet per se slecht. Zo is een hypothecair krediet de perfecte hefboom om een klein vermogen in vastgoed op te bouwen. Leer kinderen evenwel voorzichtig om te springen met schulden. Recente gegevens wijzen immers uit dat kinderen op dat vlak zeer nonchalant kunnen zijn en dat de situatie bovendien zeer snel de pan uit kan rijzen. Als je aan een zesjarige vertelt dat zijn spaarcentjes op een bankrekening staan, dan stelt dit voor het kind eigenlijk niet zo veel voor.
131
Een oplossing is hem of haar gewoon mee te nemen naar de bank. Of verwijs naar Goudgrijp, de bank in de wereld van Harry Potter. Druk zelf het verlangen uit zaken te willen hebben die je je eigenlijk niet kunt veroorloven. Deze op het eerste zicht paradoxale raad betekent enkel dat kinderen moeten beseffen dat ouders ook niet alles kunnen kopen wat ze willen. Enkel gemakkelijk haalbare doelen vooropstellen voor kinderen is dan ook geen goede strategie. Als wat oudere kinderen om geld komen bedelen, is het beter gewoon een bedrag te geven. Vertel het kind niet dat je hen het geld geeft omdat ze het nodig hebben voor een huis of iets anders. Dat geeft immers een verborgen boodschap dat de ouders verantwoordelijk zijn maar dat het kind gefaald heeft. Hij kon het immers niet aan zonder de hulp van papa of mama. Sommige ouders tot slot willen eigenlijk helemaal niet dat hun kinderen financieel onafhankelijk worden. Ze willen de wortel houden die ze te gepaste tijde voor hun kinderen kunnen houden. Het is natuurlijk leuk dat iemand je nodig heeft onafhankelijk van de financile omstandigheden. Toch is het beter dat je je kinderen opvoedt tot financieel zelfstandige personen, nietwaar ?
l
tip 36 : Laat kinderen vrij snel op een realistische en gezonde manier kennismaken met financile zaken. En laat ze (kleine) fouten maken.
132
alleen beslissen over de bestemming ervan. Simone is het niet eens met dit plan en besluit Frank te straffen : zolang hij niet naar haar luistert, moet hij maar op de sofa slapen. Ook in Desperate Housewives is dat trouwens de techniek die Gabrielle toepast om Carlos van gedachten te doen veranderen als hij hun huwelijkscontract wil wijzigen. Ruth Hayden stelde proefondervindelijk vast dat er binnen een relatie eigenlijk maar drie manier zijn om over geld ruzie te maken. Vaak beseffen de partners niet eens dat ze een bepaalde manier van (non-)communiceren kiezen. De drie wegen zijn : Laten we verder gaan met bekvechten, we zijn het moe om altijd te moeten kibbelen en het geluid van de stilte. Bij de eerste communicatiestijl die van Frank en Simone wordt er volgens Hayden voortdurend geruzied over hoeveel de ene partner nu weer heeft uitgegeven of waaraan. Bovendien wordt steevast de vinger gewezen naar de schuldige. De man verwijt de vrouw dat ze weer geld heeft uitgegeven aan de kapper en de vrouw verwijt haar man dat hij te weinig verdient. Koppels die op deze manier communiceren gebruiken volgens haar typisch uitdrukkingen zoals : Hoe kon je zo stom zijn Je hebt geen discipline Indien je slimmer was/harder zou werken, zou je meer kunnen verdienen Indien je echt van me hield, zou je wel een manier vinden om meer te verdienen Wat scheelt er met je ? Het is allemaal je schuld. Communicatiewijze twee is er een van gelatenheid : de partners zijn het gekibbel beu. Al het bekvechten heeft een van de twee partners afgeschrikt en deze heeft autonoom beslist het (strijd)bijltje erbij neer te leggen : hij of zij heeft gewoon opgegeven. Het gevolg is dat de andere partner vanaf dan alle geldbeslissingen
133
neemt of de partner er nu mee akkoord gaat of niet. Interessant is op te merken dat het ook de partner kan zijn die het geld binnenbrengt, die toch het onderspit delft. Typische uitspraken van de capitulerende partner hier zijn : Je verdient het meeste geld, beslis jij maar Ik weet niet hoe ik dit moet doen, doe jij het maar alleen Doe maar wat je wilt Je waardeert mijn mening toch niet, dus doe maar Geld maakt ons leven kapot. Ik wil er niets meer over horen Vertel me dan hoeveel ik mag uitgeven Ik zal wel zwijgen terwijl jij uitraast Ik verdien het en jij geeft het maar uit.
Tot slot is er communicatiestijl drie : het geluid van de stilte. Hier hebben de partners gewoon beslist om het geldgedeelte van hun relatie te negeren. Alsof het er niet is. Partners geloven dat, als de rekeningen netjes op tijd betaald zijn en de kinderen schone kleren dragen, ze het onderwerp hoe dan ook gewoon kunnen vermijden. Aangezien de partners niet praten over geld, moeten ze volgens Hayden maar hopen dat er niets ergs gebeurt in hun geldleven.
l
tip 37 : Weet dat er binnen een relatie eigenlijk maar drie ma nieren zijn om over geld ruzie te maken.
134
Neem nu het boek The secret life of money. In dat werk worden verhalen en mythes over geld verteld. Een van de vele rode draden is dat gierige mensen (lees : mannen) gestraft moeten worden. In een verhaal dat door de Chinook-indianen verteld wordt, wordt een gierigaard gestraft omdat hij weigert welvaart te laten circuleren. Volgens auteur Tad Crawford zien we in dit verhaal een concreet voorbeeld van de sociale schade die iemand aanricht door zijn weigering om zijn rijkdom te delen. En een straf is dan ook het logische gevolg, althans volgens de schrijver. Ook de Franse filosoof Pascal Bruckner is gefascineerd door geld. In Gij zult rijk worden weidt hij uit over het verschil tussen de gierigaard en de verkwister. Gierigheid is volgens de auteur de ziekte van de bewaarzucht. Verkwisting daarentegen die van de verspilling. Bij een gierigaard is de liefde voor geld absoluut : geen enkel ander genoegen kan het evenaren. Het verlies van een cent zou hem al het gevoel geven dat hij geamputeerd of levend gevild wordt. De gierigaard bezit zijn fortuin niet. Hij is het. Het is een integraal deel van zijn leven, volgens Bruckner. Beter gesteld : zijn fortuin bezit hem. Maar de verkwister, vaak een vrouw, onderstreept volgens Bruckner elke dag opnieuw met haar tomeloze uitgaven hoezeer geld haar zogezegd koud laat. Geen enkele dure aankoop kan haar tegenhouden. Terwijl zij het geld over de balk gooit, let ze op de bewonderende blikken van anderen die haar tot gulle geefster verheffen. Hoe vaak gebeurt het niet dat een vrouw achteloos uitroept dat ze de rekening wel zal betalen terwijl ze eigenlijk krap bij kas is ? Ze doet het volgens Bruckner voor de extatische blikken van de anderen. Ze probeert dus tegelijk duidelijk te maken dat het slijk der aarde haar koud laat en ze hekelt gierigheid en financile benepenheid van haar medemensen. Maar de manier waarop zij zich opdringt als de grote mevrouw die met geld smijt, bewijst dat ze zich nog niet helemaal heeft losgemaakt van het voorwerp van haar minachting. Het is trouwens een mooie illustratie van de paradox van Needleman : de vrouw
135
verwart twee zaken. Fundamentele materile behoeften en even belangrijke spirituele behoeften naar een mening en doel in ons leven. De verkwistster is dus nog lang niet klaar met haar valse god. Haar vrijgevigheid is bedrieglijk. Ze is bezig een eindeloze rekening te vereffenen. Interessant is dat Bruckner stelt dat de gierigaard en de verkwistster broeders en zusters zijn in tegenspraak met elkaar : ze verafgoden beiden geld in gelijke mate. De ene door op te potten. De andere door het te verspillen. Vrek of levensgenieter, ze blijven kinderen van dezelfde vader. Is het daarom dat je die twee zo vaak in een zij het erg moeizame relatie tegenkomt ?
l
tip 38 : De combinatie van een gierige man en een spilzieke vrouw is veel moeilijker dan die van een vrijgevige man en een spaarzame vrouw.
136
Volgens de schrijvers knelt het schoentje evenwel bij de vaststelling dat de meesten onder ons dergelijke cruciale confrontaties slecht aanpakken : we maken er een potje van. Of we gaan ze helemaal uit de weg. Patterson en zijn coauteurs beweren nochtans dat we het kader van dergelijke discussies kunnen aanleren. Eerst een overzicht van een aantal verkeerde benaderingen. Veel mensen menen dat de sandwich een goede techniek is. Ze beginnen het gesprek met iets positiefs of aardigs. Vertellen dan vlug het probleem. En eindigen opnieuw met iets leuks. De auteurs vinden de sandwich daarentegen een ronduit slechte techniek. Ook de verrassingsaanval vindt in hun ogen terecht geen genade. Bij een dergelijke discussie praat vrouwlief over koetjes en kalfjes om dan vliegensvlug uit te halen met de dodelijke kritiek. Tot slot is er de valstrik : papa vraagt aan zijn zoon hoe het gaat op school. Deze laatste antwoordt dat alles wel zijn gangetje gaat. Papa riposteert door te stellen dat hij net een telefoontje ontvangen heeft van de directeur. Kortom, hij impliceert eigenlijk dat zoonlief een leugenaar is. De auteurs raden ten stelligste aan om een cruciale confrontatie te beginnen met veiligheid. Uit hun onderzoek bleek dat de basis van elke succesvolle confrontatie is dat de tegenspeler zich op zijn gemak voelt. Als de andere daarentegen zenuwachtig of bang is of zich onveilig voelt, kan je eigenlijk over helemaal niets spreken. In het tegenovergestelde geval is dan weer in principe elk onderwerp bespreekbaar. Een belangrijk punt bij het begin van de discussie is dan ook om de kloof te beschrijven tussen wat je verwachtte en wat er zich effectief heeft afgespeeld. Het is helder en eenvoudig. En het zet het gesprek in de goede richting. Hou je tijdens het gesprek aan de feiten. Dit kan door extern te blijven : beschrijf wat er gebeurt buiten je hoofd. Je gaf 300 euro uit aan een paar schoenen in plaats van je bent spilziek. En door uit te leggen wat in plaats van waarom. Feiten vertellen ons wat er gebeurt : Je sprak op het etentje zo stil dat we je nauwelijks hoorden. Conclusies vertellen ons waarom we denken dat iets plaatsvond : Je was bang.
137
De auteurs waarschuwen voor de fundamentele attributiefout. Dit betekent dat we de verantwoordelijkheid van een bepaalde handeling onterecht bij iemand leggen, terwijl het eigenlijk de omgevingsfactoren zijn die grotendeels bepalend waren voor het gedrag. Tijdens de cruciale confrontatie is het essentieel dat systematisch gepolst wordt naar veiligheid. Op het moment dat je immers het negatieve verhaal vertelt, is het mogelijk dat de gesprekspersoon in egelstelling gaat. Accepteer dit en besef dat het opnieuw over veiligheid gaat. De oplossing is uit het verhaal te stappen en terug veiligheid op te bouwen. Essentieel is dat een cruciale confrontatie afgesloten wordt met een visie van de andere persoon over het probleem. Onderschat het belang niet van een oprechte vraag. Zelfs als het over onze eigen gedachten gaat, is het vaak moeilijk om de originele feiten te onthouden. De meesten van ons hebben een ervaring (Je hebt non-stop over jezelf zitten praten), vertellen een verhaal (Je bent egostisch) of genereren een gevoel (Ik ben niet graag bij jou). Kortom, we lopen rond met gevoelens en ervaringen maar we zijn niet in staat cruciale confrontaties te voeren omdat we de feiten missen die ons in staat stellen de anderen te begrijpen.
l
tip 39 : Pak de onvermijdelijke cruciale confrontaties binnen een relatie verstandig aan.
Besluit
Maggie Scarf vraagt zich in Intieme partners af waarom er zoveel aandacht besteed wordt aan de beindiging van relaties. Volgens haar wordt er veel minder aandacht besteed aan de vraag hoe relaties in stand gehouden kunnen worden. Het boek dateert van 1988. Ondertussen is natuurlijk al het een en ander veranderd.
13
Maar toch heeft Scarf gelijk. Neem nu het onderwerp geld en relaties. Er zijn veel meer boeken geschreven over hoe je de financile kant van een echtscheiding moet regelen dan over hoe je de financile zaken moet regelen tijdens een goede on going-relatie. Scarf meent dat dit komt omdat mensen te vaak denken dat als iets loopt, het wel goed zal zijn. Omtrent het huwelijk wordt vaak gedacht dat het niet nodig zou zijn iets te leren over de manier waarop je een bevredigende relatie met een intieme partner in stand kunt houden. Voor geldzaken is dit eigenlijk precies hetzelfde. Vaak modderen partners maar wat aan en menen dat er geen verbetering mogelijk is. Dat is een illusie natuurlijk. Toen ik aan een vrouwelijke collega voorstelde om dit boek samen te schrijven, kwam het onderwerp al snel op de vraag hoe je de dagelijkse gang van geldzaken eigenlijk aanpakt. Ze wilde weten of je bijvoorbeeld moet werken met een gemeenschappelijke rekening zoniet of het beter is dat beide partners hun eigen rekening houden. En hoeveel elke partner moet bijdragen en wie wat betaalt ? Kortom, een hele reeks erg praktische vragen. Typisch vrouwelijk wellicht. Maar de gouden kans om in haar geval voor het eerst een boek te schrijven wees ze wel af. Ze had het immers te druk. Ik vertelde haar dat er geen ideale oplossing bestaat en dat elk koppel voor zichzelf moet uitmaken hoe het zich organiseert. In een ideale situatie hebben beide partners een inkomen dat ongeveer even groot is en dragen ze allebei evenveel bij. Persoonlijk hou ik in dit geval niet van de oplossing van de gemeenschappelijke rekening. De reden hiervoor is dat dit, volgens Phil Laut, snel uitloopt op competitie. Een wedstrijd wie het geld het snelste kan uitgeven of een wedstrijd wie de grootste martelaar is, omdat de partners zo min mogelijk geld uitgeven, schrijft hij. In een sublieme aflevering van het Britse Trial & Retribution (Lynda La Plante) zien we een scne waarin een van de twee hoofdperso-
13
nages op een uittreksel van de bank ziet dat haar partner 1000 pond heeft afgehaald van de gemeenschappelijke rekening. De vrouw is verontwaardigd over het grote bedrag. Ze stelt immers dat ze beiden een hypothecaire lening moeten aflossen en dat er gewoon niet genoeg financile ademruimte is om dergelijke opnames te doen. Bovendien weigert de man in eerste instantie te vertellen waarvoor hij die opname wel gedaan heeft. Uiteindelijk beslist de man de gemeenschappelijk rekening op te heffen. Eigenlijk is deze daad in de film ook symbolisch : hiermee wordt immers ook de relatie tussen beiden opgeheven. Niets verbindt hen immers nog. Persoonlijk vind ik dan ook de oplossing waarbij elke partner zijn eigen rekening heeft, een flink stuk eleganter. De goede manier van werken is dat elke partner bijdraagt in functie van zijn draagvermogen. Eventuele tijdelijke onevenwichten kunnen makkelijk weggewerkt worden via overschrijvingen van de ene rekening naar de andere nogmaals, als daartoe behoefte bestaat. Essentieel bij elk systeem is een zekere soepelheid. Als de partners tot op de eurocent uitrekenen hoeveel elke partner bijdraagt tot het gezinsbudget, dan zijn ze eigenlijk verkeerd bezig. Soms betaalt de ene partner wat meer en soms de andere. Op termijn moeten deze verschillen elkaar wel compenseren. Als de ene partner geen inkomen heeft, krijgt deze doorgaans een budget van de andere partner. Ook dat is geen goede oplossing omdat dit vernederend kan werken voor de afhankelijke partner. Beter is hier dat de afhankelijke partner een volmacht heeft op de rekening van de werkende partner. Hiermee kunnen uitgaven voor het gezin betaald worden. Essentieel is evenwel dat de afhankelijke partner ook een eigen rekening heeft. Kinderbijslagen en verjaardagsgeschenken kunnen bijvoorbeeld daarop gestort worden. In For richer, not poorer stelt Ruth Hayden terecht dat elk systeem gebaseerd moet zijn op basis van wederzijds vertrouwen. Voor koppels die elk een inkomen hebben is ze voorstander van een
140
systeem met slechts een gemeenschappelijke rekening voor beide partners. Volgens haar is deze werkwijze een symbool van het partnership. Beide partners worden evenwaardig gewaardeerd en bezitten beiden dezelfde hoeveelheid geld. Een alternatief is volgens Hayden te werken volgens een kader met een gemeenschappelijke rekening en twee eigen rekeningen voor de partners. Op de eigen rekening staat wat Hayden autonomiegeld noemt. Geld dat bestemd is voor uitgaven die gescheiden zijn van de relatie. De vraag is hier natuurlijk welke verantwoordelijkheden gezamenlijk zijn en welke van de partners afzonderlijk.
141
4
Geld en werk
Geldzaken zijn nooit plezant.
E-mail van een sportster naar het bestuur van haar sportclub
Inleiding
In 2005 verscheen een boek van Denise Hulst. De titel van het boek is Tijdig van kantoor. In het boek staan tips om je werk efficint te organiseren. Nuttige tips ongetwijfeld. Maar alleen de titel van het boek geeft aan dat de auteur niets begrepen heeft van het bedrijfsleven. Enkele jaren geleden deed ik een onderzoeksproject voor de universiteit. Ik had afgesproken met een consultant van McKinsey in Brussel. Ik vroeg de jonge man hoe laat ik bij hem kon binnenspringen. Doe maar een uur of negen, dan is het iets rustiger, vertelde hij aan de telefoon. Negen uur s morgens of s avonds, vroeg ik hem. Verbaasd antwoordde hij me in de avond, natuurlijk. Tenzij je om zeven uur s morgens wil afkomen. Dan heb ik ook nog een gaatje in mijn agenda. De zelfverzekerdheid van deze jonge consultant was geen bluf. Toen ik die avond inderdaad om 21 uur toekwam op het kantoor aan de Louisalaan in Brussel, was het net alsof het drie uur in de middag was. De receptioniste begroette me alsof het de normaalste zaak van de wereld was en dat was het wellicht ook voor haar. Ze begon haar taak immers om 18 uur. Later vertelde ze me dat er bezoekers toestroomden tot omstreeks middernacht ! Op het kantoor liepen consultants af en aan. In een vergaderzaal zaten twaalf mensen mannen n vrouwen aan tafel en bespraken in het Engels een wellicht erg belangrijk dossier. Met de tips uit het boek Tijdig van kantoor zou daar wel eens flink gelachen worden. Carrire maken, a fortiori bij een consultingbedrijf zoals McKinsey, gaat over offers brengen en tonen dat je niet te beroerd bent om tot s avonds zeer laat door te werken. Hulst heeft op zich natuurlijk gelijk dat het beter zou zijn als iedereen zou afspreken om het wat rustiger aan te doen. Maar dat gaat nu eenmaal niet. In het bedrijf is het net zoals in de dierenwereld een struggle for life waar-
144
bij enkel de meest aangepaste soorten overleven. Of een nog betere vergelijking : het is zoals bij de rode koningin. Je moet hollen om ter plaatse te blijven staan. En zeer hard rennen om een beetje vooruit te komen. Wat de consultant dan ook deed. Marike van Lier Lels vertelt in het boek m/v dat ze bijna kwaad wordt als mensen zeggen dat je je moet aanpassen aan de bestaande bedrijfscultuur. Haar idee lijkt op dat van Jim Preston, ceo van Avon eind jaren 80 : Conventionele wijsheid in het verleden vertelde ons dat vrouwen en minderheden zich moeten aanpassen aan de bedrijfscultuur of de beroepsgroep waartoe ze behoren. Meer en meer zien verlichte zakenmensen dat het de cultuur is die moet veranderen om diversiteit op het werk te accommoderen en waarderen, vertelt hij in het boek Avon van Laura Klepacki. De werkelijkheid is dat vrouwen zich wel degelijk aanpassen aan de heersende bedrijfscultuur. Kijk maar naar McKinsey. Al zijn ze zich daar niet altijd bewust van. Die aanpassing sijpelt bij sommigen zelfs door naar het privleven. In een interview met De Morgen vertelt Hedwige Nuyens bijna trots dat ze als laatste arriveerde op de ouderavond voor haar zoontje. Voor ik binnenga bel ik naar mijn zoontje om te vragen hoe zijn meester heet. Ik had het gezicht van de jongen wel eens willen zien toen ze die vraag stelde. Maar wellicht is dit voor hem de normaalste zaak van de wereld. Dat zijn moeder niet eens weet hoe zijn meester heet.
Geld en werk
145
sen vrouwen en mannen, dat in sommige landen tot wel een kwart kan oplopen, vinden vrouwen over het algemeen dat ze correct betaald worden. In Groot-Brittanni, het land van het onderzoek, bedraagt de loonkloof tussen vrouwelijke en mannelijke werknemers 22%. Toch is slechts een op drie vrouwen ontevreden over haar loon. Bij de mannen is dit bijna een op twee ! Anderzijds vindt een op tien vrouwen dan weer dat ze te veel betaald wordt. Bij de mannen is dat slechts een op twintig. Een verschil in perceptie, besluit Paul voorzichtig. Volgens Myra Strober komt dit verschil omdat mannen hoger mikken dan vrouwen. En dan heeft de vrouw het niet over toiletgedrag. Interessant is dit gegeven hier te verbinden met de onderzoeksresultaten van Hira. Vrouwen waren wel minder tevreden over het verzamelde spaargeld dan mannen. Zou het niet zinvoller voor vrouwen zijn als ze beide gevoelens zouden kunnen omwisselen ? Minder tevreden over het salaris en meer tevreden over het spaargeld ? Op voorwaarde dat er voor dat laatste natuurlijk reden tot tevredenheid zou bestaan. Strober toont in ieder geval aan dat de verschillen op elk niveau terug te vinden zijn, zelfs bij vrouwen met een mba van de prestigieuze Stanford-universiteit. Vrouwen met een dergelijke bul op zak verdienen na vier jaar werken immers nog steeds 21 procent minder dan hun mannelijke tegenhangers. Een andere verklarende factor voor dit verschil is volgens Strober dat het nog vaak de vrouw is die haar werk tijdelijk vaarwel zegt om voor de kinderen te zorgen of om haar man te volgen naar een andere baan. Vanuit dat toegegeven uiterst enge standpunt bekeken is het verschil in salaris misschien wel correct en gerechtvaardigd. De arbeidsmarkt is immers behoorlijk efficint in die zin dat de loonvorming vrij correct tot stand komt. Als het salaris van een vrouw lager is dan dat van een man, kan dit dus betekenen dat elementen zoals zwangerschap of vrijwillig ontslag verdisconteerd worden. Dit laatste zou dus impliceren dat de verschillen
146
in loon helemaal niet zo onlogisch zijn als ze wel op het eerste gezicht lijken. Het probleem is enkel dat vrouwen die niet van plan zijn kinderen te krijgen (en er ook zelf voor te zorgen) of niet van plan zijn hun partner te volgen bij de verhuizing naar het buitenland, de prijs betalen voor vrouwen die van plan zijn om dit wel te doen. Het is een beetje zoals in de verzekeringsmarkt, waarbij voorzichtige verzekeringsnemers eigenlijk een te hoge premie betalen voor hun verzekeringen omdat ze meebetalen voor de roekelozen onder ons. Een klassiek moral hazard-probleem uit de economie dus. Keren we nog even terug naar dat tevredenheidsgevoel van vrouwen over hun salaris dat onderzoekster Maureen Paul vond. In de uitstekende rubriek Vrouwen over geld in De Morgen lezen we dat de 28-jarige Bie Sysmans niet streeft naar een hoger salaris. Maar ik zou ook niets willen inleveren, vertelt de docente aan de krant. Wellicht zou de vrouw hetzelfde antwoord gegeven hebben als ze 500 euro meer verdiende. De huidige situatie of status-quo is voor een vrouw altijd een belangrijk referentiepunt. En dat is niet of toch minder zo bij mannen. Vanuit die optiek bekeken is de volgende cartoon van Dik Browne over de Viking Hagar de verschrikkelijke en zijn vrouw eigenlijk verkeerd als we dat laatste al over een tekening kunnen stellen. We zien de huiskamer van de dikke Viking met twee schilden aan de muur. De echtgenote van Hagar vertelt aan een vriendin dat het motto op het eerste schild Ik ben binnen van hem is. Het tweede Maar het is niet genoeg is van haar. Realistischer ware geweest dat het eerste schild van haar was en het tweede van hem.
l
tip 40 : Meer is meestal beter als het over het salaris gaat.
Geld en werk
147
14
schrijft Frankel. Als ze maar genoeg heeft om de rekeningen te betalen. En schoenen te kopen natuurlijk. In Het Financieele Dagblad verscheen in de zomer van 2005 een reeks over geld. In een van de artikels vertelt Emma Brunt dat ze geld vroeger vooral saai vond : Een onderwerp dat absoluut vermeden diende te worden in de conversatie. Nu staat ze er alleen voor en past ze de struisvogelpolitiek toe ook op het vlak van beleggingen. De enveloppen met het logo van de bank gaan ongeopend in de prullenmand. Dat is veel beter voor de gemoedsrust van de vrouw. Het probleem is alleen dat het kapitaaltje in een jaar of vier geruisloos was weggeslonken. Ook rekeningen en belastingbrieven zou ze liefst van al naar de prullenmand verwijzen. Een mooie illustratie van het ontkennen van het belang van geld en het feit dat sommige vrouwen zich blijkbaar ongemakkelijk voelen als het over geld gaat.
l
tip 41 : (voor vrouwen) : Geld is helemaal niet vies. Zeker niet als de briefjes rechtstreeks van de Nationale Bank komen.
Geld en werk
14
Malcolm Brynin vond immers dat mannen 12 procent mr verdienen dan hun vrouw, als ze tenminste getrouwd zijn met een vrouw die een universitair diploma bezit en een eigen succesvolle carrire heeft. Volgens de vorser kan de partner de man helpen door het geven van carrireadvies en tips bij carrireverandering- of planning. Diezelfde redenering kan je ook doortrekken naar succesvolle vrouwen. In Millionnaire women next door van socioloog Thomas Stanley blijkt dat een geschikte partner voor dergelijke financieel succesvolle vrouwen onontbeerlijk is. Omgekeerd kunnen echtgenotes ook een succesvolle carrire van hun man compleet om zeep helpen. Zo moest Robert OConnell in 2004 ontslag nemen als topman van MassMutual Financial Group nadat zijn vrouw de raad van bestuur had ingelicht over een aantal duistere transacties van haar man. De vrouw van OConnell was woedend toen ze ontdekte dat haar man een relatie had met een andere vrouw en besloot zijn carrire te vermoorden door zaken naar buiten te brengen waarvan ze op de hoogte was. Dichter bij huis kwam groenteboer Franois De Kelver in de problemen toen zijn voormalige echtgenote aan de fiscus vertelde op welke manier haar ex-man fraudeerde. De actie tegen de man is het gevolg van een klacht wegens bedrog en oplichting van de vrouw van de man. Toen het echtpaar in 1995 uit elkaar ging, loog De Kelver over het vermogen dat hij bijeengewerkt had. Bedoeling was uiteraard om zijn vrouw zo weinig mogelijk te geven. Uiteraard was dit kortzichtig aangezien de vrouw van de groenteboer begreep dat ze financieel met een kluitje in het riet werd gestuurd. Als man en vrouw uit elkaar gaan, is het beter om eerlijk te spelen en een regeling te treffen waarbij iedereen zich goed voelt. Dat
150
sommige advocaten gespecialiseerd zijn om een betere financile afwikkeling te krijgen van de echtscheiding (voor de vrouw) bewijst evenwel dat er op dat vlak nog heel veel werk aan de winkel is.
l
Geld en werk
151
hun leiderschapscompetenties te beoordelen op een schaal van 0 tot 10. Bij de vrouwelijke kaders geeft 63% zichzelf een cijfer van 7 of meer. Bij de mannen is dat met 75,3% flink meer. Onderzoeker Uri Gneezy weet dat er een verschil is tussen vrouwen en mannen in een competitieve omgeving. Eerder onderzoek van hem wees immers in die richting. Zo vond hij dat vrouwen gewoon een stuk minder effectief zijn in een competitieve omgeving. Wat Gneezy vooral interesseert is de vraag of er eigenlijk een socialisatieproces aan de gang is waardoor jongens geleidelijk competitiegerichter worden. Om dit te testen lieten hij en zijn medewerker Aldo Rustichini respectievelijk van de universiteit van Chicago en Minnesota 140 kinderen (75 jongens en 65 meisjes) van 9 en 10 jaar een wedstrijdje lopen om het eerst natuurlijk. Op die leeftijd zijn er volgens de onderzoekers immers nauwelijks fysieke verschillen tussen jongens en meisjes. Gneezy liet de meisjes en jongens alleen lopen. Maar hij liet ze ook in paren lopen : een jongen en een meisje, twee jongens samen of twee meisjes samen. Gneezy stootte op een merkwaardig verschil : wanneer de kinderen in gemengde paren liepen, verbeterden de jongens hun eigen alleen gelopen tijd op een drastische wijze. Bij meisjes was er geen verschil. Meer nog. Wanneer meisjes samen liepen, waren hun tijden slechter dan wanneer ze alleen liepen. Jongens samen verbeterden daarentegen eveneens hun eigen tijden wanneer ze samen liepen. Volgens Gneezy en Rustichini deden jongens gewoon veel beter hun best wanneer ze in competitie waren. Het maakte daarbij niets uit of ze tegen een meisje of tegen een jongen liepen. Alleen waren de gelopen tijden nog beter wanneer ze tegen een meisje liepen. Bij meisjes werkte de competitiegeest eerder negatief op de geleverde inspanning. De onderzoekers besluiten dat de socialisatie op basis van geslacht al merkbaar is op de jonge leeftijd van 9 en 10 jaar. Ze vermoeden
152
dat de socialisatie zelfs een stuk vroeger begint wellicht al bij de geboorte van het kind. Het onderzoek van Gneezy en Rustichini sluit mooi aan bij dat van Muriel Niederle van Stanford. Ook zij is genteresseerd in zogeheten gender-verschillen. Haar stelling is dat competitie de prestaties van mannen sterk verbetert, waardoor een zogeheten gender gap ontstaat. Een kloof die er volgens de onderzoekster niet is in een niet-competitieve omgeving. Zo liet ze bijvoorbeeld mannen en vrouwen eenvoudige puzzels op de computer oplossen. De deelnemers kregen een vergoeding per opgelost raadsel. Wanneer de proefpersonen op individuele basis betaald werden, was er geen verschil tussen mannen en vrouwen. In een proefopstelling waarbij enkel de beste deelnemer een vergoeding ontving, veranderde de prestatie van de mannen drastisch. Ze slaagden er immers in om meer en sneller puzzels op te lossen. De prestatie van de vrouwen bleef dan weer ongewijzigd. Niederle stelt dan ook onomwonden dat in situaties waarbij enkel de beste persoon in een groep beloond wordt, mannen erg verschillend reageren op de incentive in vergelijking met de vrouwen.
l
tip 43 (voor vrouwen en sommige mannen) : Bluffen bij een zelfevaluatie is de beste strategie.
Geld en werk
153
uitgerekend een zeer competitieve afvallingsrace. Een omgeving dus waarin mannen bereid zijn een tandje bij te steken. Het een en ander biedt ook een bevredigende uitleg voor het vaak exorbitant hoge salaris van dergelijke ceos. De vergoeding voor een dergelijke functie heeft op zich weinig te maken met taakinhoud en verantwoordelijkheden. Maar daarentegen alles met het principe winner takes all. Bedrijven willen de beste persoon (lees : man) op die plaats. Dus maken ze er een wedstrijd van. De beloning voor een ceo moet je dan ook vergelijken met de gouden medaille op de Olympische Spelen. Een ander onderzoek van Niederle bevestigt dat mannen zich bovendien sterk aangetrokken voelen tot dergelijke competitieve omgevingen. In een experiment laat de Stanford-onderzoekster mannen en vrouwen de vergoeding kiezen. Ze kunnen autonoom kiezen tussen een niet-competieve piece rate (een vergoeding per stuk) en een competitief tournament scheme (alleen de beste krijgt een vergoeding). Twee keer zoveel mannen dan vrouwen kiezen voor het competitieve tweede systeem. Wat tegelijk opvalt in het onderzoek, is dat mannen te optimistisch zijn over hun slaagkansen. Allen denken ze immers te kunnen winnen. Dit is een manifestatie van misplaatst zelfvertrouwen. In het hoofdstuk over beleggen komen we hier nog uitgebreid op terug. Het feit dat mannen beter gedijen in een competitieve omgeving, heeft volgens Gneezy nog een belangrijk effect op de arbeidsmarkt. Het selectieproces en de sollicitatieprocedure zijn per definitie erg competitiegericht. Zelfs voor niet-competitieve functies zoals marketing waar creativiteit belangrijk is is de procedure er een van winner takes all. Volgens Gneezy bestaat het gevaar dat je uiteindelijk met de meest competitieve persoon (lees : man) opgescheept zit, terwijl de functie net een persoon vraagt die goed kan samenwerken. Kortom, het hele selectieproces is vertekend ten voordele van mannen.
154
Niet de meest geschikte persoon wint, maar de meest competitieve. Voor een verkoopsfunctie is dat misschien niet erg. Voor een niet-competitieve functie is dat wel problematisch.
Geld en werk
155
Bij het lezen van de interviews in het boek van Draulans en Smet valt bovendien nog iets anders op : de vrouwen proberen niet echt een verschil te maken. Het enige wat hen onderscheidt van hun mannelijke tegenhangers is dat ze vrouw zijn. Neem nu Lieve en Kathy Theys van cet-motoren. Beide vrouwen hebben zelf jonge kinderen. Misschien een goede aanleiding om binnen het bedrijf werk te maken van echte flexibiliteit ? De zussen geloven er niet in. We hebben ooit een vraag gekregen van iemand die in deeltijd wilde werken, maar dat is in een zaak als de onze echt niet haalbaar, beweren ze. Waarom zou dit niet haalbaar zijn ? Kijk maar naar Semco. Ricardo Semler, ceo van dit bedrijf, lacht met flexwerken van andere ondernemingen. Daar kunnen werknemers bijvoorbeeld telkens op vrijdag vrij zijn. Maar dan moeten ze dat wel compenseren door harder te werken op de vier andere dagen. Bij Semco zijn mensen volledig vrij om te bepalen wanneer ze komen werken, hoeveel ze werken en of ze die dag wel berhaupt komen werken. Aangezien Semco een afdeling heeft die industrile mixers maakt via een klassieke assemblagelijn, stelden tegenstanders dat dit flexwerken niet mogelijk was voor de arbeiders. Het werkte wel. De arbeiders namen hun verantwoordelijkheid en bepaalden hun werktijden in onderling overleg zodat de assemblagelijn niet stil kwam te liggen. Flexwerken bij Semco houdt ook in dat je thuis mag blijven indien je dit nodig acht. Toen een familielid van een van de werkneemsters ziek werd, bleef de vrouw vier dagen thuis. Semco heeft geen salaris ingehouden. Anderzijds heeft de vrouw dan weer geen overuren geclaimd voor de weekends dat ze in de weer was voor een vakbeurs. Nogmaals : waarom zou deeltijds werken niet kunnen bij cet-motoren ?
156
Geld en werk
157
Tot slot verdient een manager die rapporteert aan een vrouw 2000 dollar minder dan wanneer hij een mannelijke overste heeft. De verklaring voor dit toch wel merkwaardig fenomeen die de onderzoekers naar voren schuiven is de volgende : Vrouwen worden als minderwaardig aangezien op de werkvloer door de veronderstelling correct of niet dat vrouwen vaker afwezig zullen zijn dan mannen, bevallingsverlof zullen nemen, minder vaardigheden zullen opbouwen door verantwoordelijkheden op het thuisfront en minder toegewijd zullen zijn aan hun job. Bovendien suggereren de onderzoekers een self fulfilling prophecy : Vrouwen krijgen minder autoriteit en macht in hun posities dan mannen. Hierdoor ontvangen ze minder middelen die ze nodig hebben om op een substantilere en meer gewaardeerde wijze bij te dragen in de onderneming. Tot slot merken de auteurs van het onderzoek op dat vrouwen vaker met andere vrouwen samenwerken of hen superviseren en op die manier hun eigen salaris onbewust naar beneden halen. Nog een bijkomende verklaring dus voor het grote verschil in salaris tussen mannen en vrouwen. Uit een ander onderzoek blijkt dan weer dat de sfeer beter is als er veel vrouwen in de onderneming werken. Je kan met andere woorden dus niet alles hebben. Opnieuw een manifestatie van een klassieke afruil of trade-off binnen de economie zeker ?
l
tip 44 : Werk niet voor en met vrouwen tenminste als je be lang hecht aan de hoogte van je salaris.
15
Besluit
Als veelschrijver heb ik drie verschillende uitgevers. Twee zijn mannen. Afgezien van enkele kleine puntjes, worden mijn manuscripten doorgaans gepubliceerd in de vorm waarin ik ze geschreven heb. Voor een schrijver is dat uiteraard fijn, zeker als je ook artikels voor maandbladen schrijft waar het uiteindelijke resultaat vaak als dag en nacht van de oorspronkelijke tekst verschilt. Omdat het zo vaak werd aangepast soms zonder de instemming van de auteur door een eindredacteur die bovendien meestal geen kaas gegeten heeft van het onderwerp. Een van mijn uitgevers is een vrouw. Toen ik haar een manuscript voorlegde, kwam ze enkele dagen later met maar liefst drie volle bladzijden opmerkingen. Dat had ik nog niet meegemaakt. De meeste van die opmerkingen waren misschien terecht. Maar het verschil tussen haar benadering en die van de mannelijke tegenhangers is enorm. Die tegenstelling tussen mannen en vrouwen wordt ook verwoord door een vrouwelijke manager. Ze schrijft in een e-mail, gepubliceerd in The Financial Times, dat ze het veel moeilijker vindt om onder vrouwen dan onder mannen te werken. Bovendien hebben haar collegas hetzelfde gevoel. Meestal zijn vrouwelijke managers niet gemakkelijk om mee om te gaan. Ze zijn gevoelig en emotioneel en focussen te veel op details. Ellen Setken werkte eerder bij een groot bedrijf. In het tijdschrift Elsevier verklaart ze dat ze te assertief, te ambitieus en te knap was. Dan kan je niet rekenen op veel begrip van andere vrouwen. De vrouw merkte bovendien op dat vrouwen de loopbaan van andere vrouwen dwarsbomen, meer nog dan mannen dat doen. Een illustratie van dat laatste ? Een medewerkster van de vrouwelijke politiechef Tennison in een Britse politiereeks op tv zorgt er op een bepaald moment voor door een telefoontje naar de over-
Geld en werk
15
ste van de vrouw dat haar chef van een onderzoek afgehaald wordt. Uiteraard doet ze dit om wraak te nemen op haar baas. De medewerkster kreeg immers een uitbrander omdat ze wegens haar jongste kind weer eens te laat op het werk was. Setken geeft een ander voorbeeld van dergelijk obstructief gedrag. Je bent lekker bezig met een leuke klus die je van je baas gekregen hebt. Wat gebeurt er ? Vrouwelijke collegas vragen je niet mee voor de lunch, want daar heb je het toch te druk voor. Ze sluiten je uit. Vrouwen kunnen geen leiderschap van een andere vrouw accepteren, vertelt ze in het artikel. Setkin onderschrijft de stellingen van Mooney : als een vrouw een promotie krijgt, proberen de ex-collegas haar weer in de club te trekken. Verder stelt ze dat je iets vergelijkbaars ziet als een vrouw als enige tussen mannen is terechtgekomen. Die duldt daar geen andere vrouw bij. Een controversile hypothese van Setkin is wel dat vrouwen niet stuklopen op kinderen of deeltijdwerk. Waarop dan wel ? Vrouwen plannen hun loopbaan niet, ze doen maar wat. Een wat vreemde uitspraak, zeker als je weet dat haar eigen loopbaan vastliep omdat ze net zelf te ambitieus, te assertief en te knap was.
160
5
Beleggen
Aan vermogensbeheer heb ik een pesthekel. Ik vind het duizend keer aangenamer geld te verdienen dan het te beleggen.
Rose Claeys (Kinepolis)
Inleiding
Laten we het laatste hoofdstuk van dit boek starten met een paradox : heel veel vrouwen zijn zoals Rose Claeys hebben eigenlijk een hekel aan financile zaken zeker aan beleggen. De vrouwen die er zich wel op toeleggen zijn er wel stukken beter in dan hun seksegenoten. Er zijn op dat vlak immers al enkele onderzoeken uitgevoerd en alle wijzen ze in die richting. Tegelijk hebben vrouwelijke portefeuillebeheerders het dan weer veel moeilijker om vers geld aan te trekken dan hun mannelijke collegas. Melissa Fry onderzocht beleggingsfondsen die met een mannelijke of vrouwelijke fondsbeheerder werken. Uiteraard zijn er meer fondsen die door mannen geleid worden : van de 1.294 fondsen maar liefst 1.222. De resterende 72 of 5,6% werden door vrouwen beheerd. Ondanks het feit dat de beleggingsresultaten van de vrouwelijke fondsbeheerders globaal bekeken net iets beter waren dan die van de mannen, slaagden ze er evenwel niet in evenveel kapitaal van beleggers aan te trekken. Beleggers lijken vrouwelijke en mannelijke fondsbeheerders anders te behandelen, verklaart de onderzoekster aan de krant iht. Vooral in het eerste jaar dat een fonds actief is, is het verschil tussen beide groepen enorm : de verhouding is dan maar liefst zeven keer in het voordeel voor de mannen. Concreet gaat dus voor elke euro die naar een vrouwelijk fonds gaat, maar liefst zeven euro naar een mannelijk fonds. De studie ging niet na wat de reden hiervoor zou kunnen zijn, maar Fry suggereert voorzichtig de klassieke gender stereotypes : beleggers denken nu eenmaal nog steeds dat vrouwen geen goede fondsbeheerders kunnen zijn. De resultaten zijn des te opmerkelijk omdat de meeste beleggers de fondsbeheerder eigenlijk helemaal niet kennen. In de studie wordt hierover niets vermeld, maar er zijn uiteraard andere mogelijkheden.
162
Misschien worden dergelijke vrouwelijke fondsen minder gepromoot door de financile instelling die ze uitbrengt ? Of wordt bij zogeheten kruiselingse beleggingen fondsbeheerders die in de fondsen van collegas beleggen een voorkeur uitgedrukt om in een fonds van een bevriende collega te beleggen. Iemand die uiteraard tot de jongensclub behoort ? Verder onderzoek zal het in ieder geval moeten uitwijzen. Keren we even terug naar de situatie in het gezin. Mannelijke beleggers hebben volgens een onderzoek van de universiteit van Tilburg een te groot vertrouwen in zichzelf. Bovendien overschatten ze het effectief behaalde rendement met een ruime marge. Ook doen ze te veel transacties wat het netto rendement natuurlijk sterk omlaag duwt. Vrouwen zijn meer op zoek naar informatie over beleggingen. Bovendien, zo blijkt uit die studie, overleggen ze vaker met hun partner. Mannen doen dat niet. Al bij al een groot en belangrijk verschil tussen beide geslachten. Duidelijk in het voordeel van de vrouwen.
Beleggen
163
Schulden zijn dus niet per definitie slecht, zoals sommigen stellen. Rabbi Bonder vertelt volgend verhaal : Een man klaagde eens bij de rabbi van Porissov dat hij bijna verdronk in zijn schulden. De rabbijn gaf hem het volgende advies : Zet van elke cent winst die u maakt, een deel opzij voor de afbetaling van uw schulden. Als de hemel eenmaal doorheeft dat u werkelijk uw schulden wilt afbetalen, krijgt u hulp om het doen. De rabbi van Porissov laat op deze bijna listige manier zien dat onze schulden, vooral als we er bijna in verdrinken, vaak een dieper gelegen verlangen verraden om ze niet terug te betalen. Als we onze inspanningen om schulden af te betalen tot een gewoonte weten te maken, dan ontdekken we ook een manier om het te doen. Hetzelfde geldt trouwens voor mensen die geld uitlenen aan anderen die met dit probleem worstelen. In onze wereld waar alles met alles verbonden is, zou het beter zijn om dergelijke schuldenaars te helpen door ze geen geld te lenen. Schulden zijn dus niet noodzakelijk slecht. Vaak kunnen ze zelfs erg nuttig zijn om een klein vermogen in vastgoed op te bouwen. Wat wel spanningen kan geven binnen een relatie is de tolerantiegraad voor schulden. Mannen hebben in het algemeen een iets hogere risicotolerantie voor financieel risico. Het gevolg hiervan is dat ze zich wellicht bij een hoger schuldniveau nog steeds goed voelen, terwijl de vrouw vindt dat ze de limiet al lang overschreden heeft. Precies dat probleem werd bij Ruth Hayden aangekaart door het koppel Maria en Jack. De vrouw vertelt aan de psychotherapeute dat als de nieuwe zaak van Jack niet snel cash begint te genereren, bij haar de stoppen zullen doorslaan. Ze vertelt dat ze midden in de nacht wakker wordt badend in het zweet. En dat alles omdat ze ervan overtuigd is dat ze hun huis zullen kwijtspelen. Haar partner heeft immers een tweede hypotheek op het huis genomen om zijn zaak te kunnen opstarten. Jack is ervan overtuigd dat alles goed komt : We gaan het huis niet verliezen. Binnenkort
164
zal de onderneming voldoende geld opleveren om de schulden af te betalen. Je moet me vertrouwen. Hayden geeft dit voorbeeld in haar boek For richer, not poorer als illustratie van die verschillende tolerantiegraad voor schulden tussen mannen en vrouwen. Tegelijk merkt ze op dat geld of in dit geval het gebrek eraan de reden nummer n is voor angst en stress binnen een relatie. Tot slot is het misschien interessant hier de verbinding te leggen met de eerder belichte vaststelling dat vrouwen het gezinspatrimonium dit is activa min passiva systematisch onderschatten. Ze schatten de schulden dus steevast te hoog in. Een goede oefening kan wellicht zijn om het correcte niveau van dit patrimonium vast te stellen. Misschien is de bezorgdheid van de vrouw dan net iets minder.
l
tip 45 : Als men ze op een correcte manier gebruikt, zijn schul den niet per definitie slecht.
Een referentiekader
In Money & Happiness van journaliste Laura Rowley wordt Mia opgevoerd. Deze laatste dame is 25, heeft een kaderfunctie in de sociale sector en verdient 42.000 dollar per jaar. Haar ultieme doel is miljonair te worden. Ik wil leven zoals ik wil en me nooit meer zorgen hoeven te maken over hoe rond te komen op het einde van de maand, vertelt ze aan Rowley. Mia doet haar job niet graag. Ze droomt ervan haar ontslag te geven en haar eigen public relationsbedrijfje op te richten. Mia heeft een druk sociaal leven. Ze gaat drie of vier keer uit eten. Telkens is ze 75 dollar kwijt. Ze woont graag feestjes bij. Aan kleren
Beleggen
165
geeft ze 500 dollar per maand uit. Als Rowley de vrouw naar haar belangrijkste aankoop vraagt, krijgt ze als antwoord : De Louis Vuitton handtas van 540 dollar. Mia heeft maar liefst dertien kredietkaarten met een totale schuld van 8.000 dollar. En ze heeft nog een studentenlening van 28.000 dollar. De vrouw heeft geen spaargeld en geen pensioenplan. Ze verklaart aan Rowley dat ze zich altijd lichtjes paniekerig voelt over het feit dat ze haar rekeningen niet zal kunnen betalen en dat ze geen geld zal hebben om van te leven. De auteur biedt in het boek een eenvoudig maar doeltreffend schema om vrouwen zoals Mia een referentiekader te geven. Het schema bestaat uit drie delen : Wat is de situatie nu ? Waar wil je naartoe ? Hoe wil je dat verwezenlijken ? Bij Mia is er volgens Rowley een duidelijke discrepantie tussen de huidige situatie en haar doelstelling om miljonair te worden. Ondanks het feit dat ze heel behoorlijk verdient, slaagt de jonge vrouw er toch niet in om te sparen. Haar doelstelling om miljonair te worden is dan ook totaal irrealistisch. Interessant is dat Rowley ingaat op de manieren om de doelstellingen te verwezenlijken. Meer bepaald waarschuwt ze terecht voor malafide praktijken zoals piramidesystemen. Ook Jean Chatzky vindt het vooropstellen van doelstellingen primordiaal. Zo schrijft ze in The ten commandments of financial happiness dat doelen vooropzetten in boeken over personal finance een beetje verwaarloosd wordt. Doelstellingen zijn wants. Geen dingen die je wilt zoals in Ik wil een Cola. Het zijn daarentegen aspiraties voor de toekomst. Belangrijk is volgens Chatzky dat je deze doelstelling in een actieplan omzet. Dit komt uiteraard overeen met de derde stap van Rowley. Essentieel is dat het actieplan uit kleine beheersbare onderdelen bestaat. Stel dat je volgend jaar 5000 euro wilt sparen. Met alle nullen, klinkt dit bedrag onheilspellend groot, schrijft Chatzky. Maar als je het opsplitst in 100 euro per week, lijkt het actieplan al heel wat doenbaarder.
166
tip 46 : Zet een realistisch financieel doel voorop en weet hoe je er naartoe kan werken.
Beleggen
167
het volgende treffende voorbeeld van een rijke belegger om de concepten te illustreren. Er was een belegger die wijs was en zeer rijk. Zijn rijkdom bestond begin 1929 uit 7,5 miljoen dollar. Zijn wijsheid bestond hieruit : hij stopte anderhalf miljoen in veilige obligaties en gaf deze aan zijn vrouw met de woorden dat dit voldoende was om verder samen comfortabel te kunnen leven. Met de rest zou hij speculeren op de beurs. Mocht hij ooit bij haar aankloppen om een deel van de obligaties te mogen verkopen, moest ze dit hem te allen prijze verbieden. Shefrin en Statman stellen dat deze man zijn vrouw gebruikte als hulpmiddel om zijn zelfcontroleprobleem op te lossen. Hij is immers bezorgd over zijn eigen toekomstige gedrag. De kans bestaat immers dat hij alles op de beurs zou verliezen en dat hij om die anderhalf miljoen resterende dollar zou komen smeken. Zijn wijsheid bestond erin zijn eigen zwakheid te onderkennen en dit alles te voorzien.
l
tip 47 : Laat je geen belegging opsolferen met een financieel risico waarbij je je niet goed voelt.
16
emoties ontspannend, terwijl mannen dit als stresserend beschouwen. Dat mannen stof niet (willen) opmerken heeft volgens de onderzoeker te maken met het feit dat het mannelijke brein minder details zou zien en dus stof en huiselijke wanorde minder als een probleem ervaart. Het onderzoek van Gurian zal neuroloog Marc Breedlove helemaal niet verbazen. Volgens deze laatste gebruiken mannen en vrouwen hun hersenen ook anders. In unieke samenwerking tussen ondermeer de ucla en Americas National Institute of Mental Health werd aan de proefpersonen gevraagd om gewoon aan niets te denken. Bij mannen leverde dit vooral hersenactiviteit op in het temporale limbische systeem of het zogeheten reptielenbrein, dat verantwoordelijk is voor agressie en competitie. Bij vrouwen waren het vooral de neuronen van de cingulate gyrus die vuurden. Dit is een evolutionair vrij nieuw deel van de hersenen. Volgens Breedlove is het dan ook niet onredelijk te stellen dat het functioneren van de hersenen voor een stuk bepaalt hoe we ons gedragen als man en vrouw. De resultaten van dit hersenonderzoek bevestigen eerder geciteerd onderzoek van behavioral economist Terry Odean. Via zijn artikels wisten we reeds dat vrouwen beter zijn in beleggen. Dit komt volgens hem omdat ze minder overmoedig zijn. Hierdoor doen ze minder transacties, nemen ze minder risico bij de keuze van hun aandelen en houden ze de aandelen iets langer bij. Het netto rendement van de vrouwelijke portefeuille is dus iets hoger dan bij de mannen. Resultaten die trouwens mooi aansluiten bij die van Breedlove. Wat Terry Odean over de mannelijke en vrouwelijke beleggingsstijl beweert, sluit overigens perfect aan bij de visie van Ruth Hayden. Het grootste risico voor mannen en het gaat om een nieuw soort risico is het ego van de mannen. Ze willen niet onderdoen voor elkaar en pochen hoeveel ze wel verdiend hebben op de beurs. Het gevolg hiervan is uiteraard dat ze grotere risicos zullen nemen.
Beleggen
16
Kunnen we eigenlijk de Amerikaanse onderzoeksresultaten van Odean zomaar extrapoleren naar de Europese context ? Nederlander Hilbert van Dijk had de mogelijkheid de werkelijke transacties van Nederlandse beleggers in te kijken. In een unieke studie plaatst hij het beleggingsgedrag van vrouwen tegenover dat van mannen (zie tabel 4).
tabel 4. Het verschil in rendement tussen vrouwelijke en mannelijke portefeuilles in de periode januari 1999 tot juli 2001. Aantal trips Man Vrouw 4.829 919 round- Werkelijke ren- Buitengewoon dement (%) rendement (%) -1.81 0.45 -1.63 -0.74
Noot : het buitengewone rendement wordt verkregen door van het werkelijke rendement het marktrendement af te trekken Bron : Hilbert van Dijk, 2002, p.138.
Het onderzoek van de Nederlander sloeg op 8000 effectenrekeningen van de Rabobank. De transacties werden doorgegeven via de telefoon en Van Dijk hield in de studie enkel rekening met round trips. Dit betekent dat alleen transacties in een bepaald aandeel werden onderzocht waarvan zowel de aankoopdatum als de verkoopdatum in de onderzoeksperiode vallen (begin 1999 tot midden 2001). Een round trip bestaat uit een aan- en verkooptransactie van dezelfde aandelen1. De resultaten zijn inderdaad gelijkaardig aan die van Odean. Vrouwen zijn ook in Europa betere beleggers dan mannen, of moeten we stellen minder slechte beleggers. Beide categorien boeken immers een negatief buitengewoon rendement. Opnieuw speelt mee dat mannen ongeduldiger zijn. Ze houden hun aandelen immers gemiddeld 7 dagen minder lang bij. Ze kunnen het natuurlijk altijd toeschrijven aan de andere werking van hun brein.
l
170
Het is interessant deze (Amerikaanse) analyse te verbinden met de Belgische situatie. De bevolking hier bestaat immers uit drie lagen. De onderste laag bestaat uit mensen die het elke maand moeilijk hebben om rond te komen. De middengroep bestaat uit mensen die elke maand wel netjes rondkomen. Maar toch niet de mogelijkheid hebben om (systematisch) te sparen. Tot slot is er een kleine toplaag rijkste Belgen die volop aan hun vermogen kunnen bouwen.
Beleggen
171
Veel zogeheten geldtips zijn dan ook enkel bestemd voor de top van de piramide. Mensen die de mogelijkheid hebben om te sparen maar dat misschien (nog) niet doen. Toch is de middenlaag potentieel veel interessanter. Niet alleen is ze veel groter dan de top wat natuurlijk logischerwijze uit de vorm van de piramide volgt. Maar bovendien is het vermogen om bij te leren veel groter. In dit boek heb ik dan ook geprobeerd de adviezen op deze grote groep mannen en vrouwen te richten.
172
opmerkelijk veel hoger. Dat verschil is des te saillanter omdat vrouwen betere beleggers zijn omdat ze, zoals we hierboven schreven, onder meer vaker raad en informatie vragen dan mannen. De helft van de vrouwen in Nederland blijkt zich volgens de studie niet druk te maken over het inkomen tijdens de oude dag. Ze leven volgens het motto Dat zien we dan wel weer. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat dit aspect eveneens besproken wordt als de partners het probleem van wie minder of tijdelijk niet meer zal werken, bekijken. Want korter betaald werken, betekent minder geld opzij leggen voor de oude dag. Te weinig mensen realiseren zich dat op het juiste moment. Ook in Belgi is dit uiteraard een actueel probleem zoals blijkt uit interventies van voormalig politica Turtelboom en concrete voorstellen van ex-minister Tobback. Vrouwen zijn tegelijk ook pessimistischer over het peil van hun inkomsten na pensionering. Ruim een vijfde van de vrouwen denkt dat ze na hun 65e jaar onvoldoende inkomen hebben om van te leven, tegen 15 procent bij de mannen. Deze houding is des te opmerkelijk omdat vrouwen zich net minder met hun pensioen bezighouden. Misschien is het opnieuw een illustratie van de door Melvin Prince gevonden passiviteit van vrouwen. In Belgi komt Delta Lloyd Life jaarlijks met een pensioenenqute uit. Via verschillende media worden mensen aangezocht hun mening te geven over het pensioendebat. Opvallend is dat opnieuw vooral mannen reageren. Maar liefst 66% van de respondenten is mannelijk. Slechts 34% vrouwelijk. Ook dit is opnieuw een indicatie dat dit probleem ook bij ons eerder door mannen aangevoeld wordt. De onderzoekers schrijven dan ook dat het geheel van respondenten een mannelijke bevolking weerspiegelt die meer aandacht heeft voor het onderwerp dan de doorsneebevolking (die voor de helft uit mannen en vrouwen bestaat).
l
Beleggen
173
Besluit
Het laatste hoofdstuk van dit boek over vrouwen, mannen en geld levert een tegenstelling op : de meeste aandelenbeleggers zijn mannen. Toch worden ze geklopt door de vrouwen. De reden voor de eerste bewering is eenvoudig : de meeste vrouwen interesseren zich niet voor de beurs. Of in het algemeen minder voor financile zaken. Zelfs vrouwen die de geldzaken van het gezin beheren, zijn zelden genteresseerd in de aandelenbeurs. Voor de tweede bewering komt het bewijsmateriaal uit de evolutionaire psychologie. Mannen nemen van nature meer risicos en worden daar evolutionair gesproken ook voor beloond. Alleen is de aandelenbeurs een kunstmatige constructie waar deze stelling niet opgaat. In mijn boek De belegger ont(k)leed is de these zelfs dat dit overmoedige gedrag van mannen op de beurs eigenlijk contraproductief werkt ! Een andere stelling in dat laatste boek is dat emoties ontstaan zijn bij het evolutieproces van de mens en in die zin nuttig zijn (geweest). In bepaalde omstandigheden echter en de financile markten zijn hiervan het beste voorbeeld zijn de meeste emoties echter contraproductief. Een dalende aandelenmarkt is misschien vergelijkbaar met een ongunstige omgeving waarbij het voor onze voorouders interessant was om af te wachten. De tendens om dit gedrag te vertonen is evenwel nefast in de financile markten. Het spiegelbeeld is de neiging van beleggers om winsten te snel te nemen. Ook dit gedrag was misschien zinvol, opnieuw vanuit evolutionair standpunt bekeken : je wist immers niet of je er morgen nog zou zijn. Daarom was het beter n vogel in de hand te hebben dan tien in de lucht. De oplossing voor dit probleem is verraderlijk eenvoudig : laat vrouwen de aandelenportefeuille van het gezin beheren. Omdat dit uitgangspunt weinig realistisch is, wil ik pleiten voor een tussenoplossing : gebruik de vrouw als hulpmiddel om het rendement
174
van de aandelenportefeuille op te krikken. Zoals bij de wijze belegger van Shefrin en Statman. Je wil een aandeel kopen ? Vraag advies aan je vrouw. Je wil een aandeel verkopen ? Vraag aan je partner of dat wel opportuun is. En nog belangrijker : beperk de som geld waarmee je op de beurs belegt. Doe dus zoals die slimme man van Shefrin en Staman en zorg dat het gezin comfortabel kan voortleven zelfs als u alles verliest op de beurs.
Algemeen Besluit
Wees eerlijk : stel dat u zo rijk was als Bill Gates (voor mannen) of J.K.Rowling (voor vrouwen). Zou u dan iets aan uw huidige leven veranderen ? Of stel dat u nog 5 tot 10 jaar te leven hebt. Hoe zou u dan de rest van uw leven nog invullen ? Of stel dat u nog maar een week te leven heeft. Waarnaar verlangt u dan nog ? Waar heeft u spijt van ? Zijn er dingen die u per se nog wilt doen of juist niet ? Bovenstaande vragen zijn typisch bij financial life planning. De term komt uit de vs en de geestelijke vader is George Kinder. Hij vond, zoals we in de inleiding reeds stelden, dat de meeste financile planners en beleggingsadviseurs gewoon de verkeerde vragen stellen. Die vragen hebben in eerste instantie immers als doel de risicobereidheid van de belegger te detecteren. Wat Kinder nog het meest stoort is dat dergelijke adviseurs eigenlijk een verkeerd uitgangspunt kiezen ! Volgens de man moeten we immers eerst op zoek gaan naar de werkelijke doelstellingen in ons leven. Moeten we bijvoorbeeld nog harder werken om dat vakantiehuisje te kunnen kopen of nemen we net eerder wat gas terug om meer tijd met ons gezin door te brengen ? Het antwoord
Beleggen
175
op deze vragen moet het juiste kader scheppen om verstandig met geld om te gaan. Volgens Kinder worstelen de meeste mensen, mannen n vrouwen, met geldproblemen zelfs zij die er veel van hebben omdat ze blijven hangen in wat hij de financile kindertijd noemt. De twee fases die deze naeve instelling kenmerken, zijn respectievelijk Onschuld en Pijn. Wie deze financile kindertijd kan loslaten komt volgens Kinder in de financile volwassenheid met Kennis, Begrip en Kracht als fasen. De hoogste trap wordt gevormd door financile maturiteit met Visie en Aloha als eindstadia. Aloha komt dus een beetje overeen met het financile nirvana. De term verwijst naar een ontspannen en positieve instelling die typisch is op Hawa de verblijfplaats van George Kinder.
De financile kindertijd Stap 1 : Onschuld In deze fase klamp je je kritiekloos vast aan de ideen over geld die je als kind meekreeg. Typische uitspraken zijn : Geld maakt corrupt, Geld maakt niet gelukkig, Tijd is geld, Je bankrekening is je beste vriend, Rijkdom is succes of Rijkdom is voor mij zeker niet weggelegd. Het gaat om een smalle visie die je mogelijkheden vaak onbewust erg beperkt. Wie uit dit keurslijf wil stappen, moet volgens Kinder onvermijdelijk terug naar de kindertijd. Mogelijke vragen in dat verband zijn : Wat zijn je eerste herinneringen aan geld ?, Hoe stonden je ouders tegenover geld ?, Hadden je vader en je moeder dezelfde visie op geld ? en Maakte je je als kind zorgen over geld ? In deze fase is het kenmerkend dat mensen niet de capaciteit hebben om de meest eenvoudige en praktische financile taken te vervullen. Het gaat typisch over het invullen van de belastingbrief, het vervolledigen van een schadeformulier voor de verzekeringsmaatschappij of zelfs maar het betalen van de rekeningen.
176
In het boek geeft Kinder het voorbeeld van Denise die als kind de dubbele boodschap meekreeg dat geld niet belangrijk is en dat haar man wel voor haar zal zorgen. Vaak zijn het vrouwen die na een echtscheiding merken dat ze geen flauw benul hebben van dergelijke financile taken omdat hun man alles regelde. Stap 2 : Pijn Deze fase herken je als je heimelijk jaloers bent op iemand die meer succes heeft dan jezelf. Of als je je schuldig of zelfs verdrietig voelt als iemand meer geld heeft. Andere mogelijkheden zijn dat je je gevangen voelt in je job je wil wel ontslag nemen maar je durft niet. Of je hebt een sterke weerzin tegenover geldzaken. Volgens Kinder is pijn een noodzakelijke voorwaarde om verder te evolueren. Aangezien geld per definitie iets is wat we gebruiken om te meten, gebruiken we het om onszelf met anderen te vergelijken. En lijden we onvermijdelijk. De kunst bestaat erin de keuze te maken. Ofwel houden we vast aan een oude gewoonte zoals geld uitgeven om ons beter te voelen. Ofwel kiezen we voor vrijheid en volwassenheid. De volgende stap.
De financile volwassenheid Stap 3 : Kennis Deze fase komt volgens Kinder nog het best overeen met financile planning : wat zijn je bezittingen, je schulden, inkomsten en uitgaven. Wat zijn je financile doelstellingen ? En hoe wil je die bereiken ? Spaar je genoeg ? En op welke manier ? Een typische agnostische manier om in deze fase naar geld te kijken is te stellen dat geld neutraal is : goed noch slecht. Volgens Kinder is dat een visie die echter te beperkt is. Geld is volgens hem meer dan neutraal. Het vertegenwoordigt immers een positief goed voor de mens. Geld vertegenwoordigt namelijk potentile vrijheid en integriteit.
Beleggen
177
Stap 4 : Begrip In deze fase ga je geld zien als een krachtig en zelfs noodzakelijk instrument. Daardoor ga je er steeds makkelijker en succesvoller mee om. Belangrijk is evenwel dat je de doelstellingen duidelijk aflijnt. Kinder vertelt in zijn boek dat de eerste vragen in een gesprek altijd gaan over de uiteindelijke doelstellingen van de clint. Wil hij terug naar de universiteit gaan om filosofie te studeren ? Wil hij een roman schrijven ? Wil hij emigreren ? Eerst moet dit plaatje ingevuld worden vooral het praktische aspect aangepakt kan worden. Stap 5 : Kracht In deze fase weet je wie je bent, hoe geld werkt en wat je wilt. Je hebt een levensdoel. Volgens Kinder zijn de meest krachtdadige mensen, zij die in hun jeugd al deze levenshouding leerden. Typische vragen zijn hier : Wie vind je qua levenskracht een mooi voorbeeld ? en Welke omstandigheden geven je het gevoel dat je financieel sterk of zwak staat ? Volgens Kinder is kracht vinden niet eenvoudig. Veel mensen falen hier. Ze hebben een doel en een financieel plan. En toch slagen ze niet. Omdat ze zichzelf bijvoorbeeld saboteren.
Financile maturiteit Stap 6 : Visie Visie laat je ontdekken wat je kan betekenen voor anderen. Mensen zoals Bill Gates doen bijvoorbeeld meer voor armoedebestrijding dan vele landen samen. Een typische visievraag is dan ook : Wat zou je voor de wereld willen bereiken als je oneindig rijk was ? De moeilijkheid met visie is het een rol te laten spelen in ons leven. Door de dagelijkse beslommeringen en de druk van economische noodzakelijkheden, lijkt visie vaak overweldigend. De oplossing bestaat erin visie te vertalen in een aantal kleinere onderdelen.
17
Stap 7 : Aloha Het grote verschil tussen visie en Aloha is dat visie naar buiten gericht is en Aloha naar binnen. Aloha is een staat van wijsheid en generositeit. In deze fase ken je uiteraard de kracht en de beperkingen van geld, maar geld zelf raakt je emotioneel niet meer. De essentile wijsheid hier is deze : Het is niet hoeveel geld je hebt, of zelfs of je ook maar geld hebt. Maar of geld jou heeft.
Het interessante van financial life planning voor koppels, is dat het je in eerste instantie verplicht na te denken over je prioriteiten in het leven en de rol die geld daarbij vervult. De zeven stappen naar maturiteit zijn eigenlijk vrij logisch. De meeste beleggers komen bijvoorbeeld eerst in de problemen voor ze een vaak radicale koerwijziging uitvoeren. Beleggers hebben zich bijvoorbeeld eerst moeten verbranden aan aandelen van Lernout & Hauspie of aan risicovolle aandelenleaseconstructies. Kinder wijst dit onmiddellijk toe aan de financile kindertijd, waarin beleggers een naeve opvatting over geld en beleggen hebben. De volgende stap is uiteraard een beter begrip van financile producten. Dan pas kan je een zeker rustniveau bereiken. Interessant is ook dat de hoogste fase Aloha niet betekent dat je op je lauweren mag gaan rusten. Integendeel zelfs : je moet blijven werken aan de voorgaande fases. De zeven financile stadia zijn nooit echt af. En dat is uiteraard een correcte opvatting. Bij veel beleggingsadviseurs of financial planners is het vaak frappant dat er een grote tegenstelling is tussen wat ze zeggen en wat ze zelf doen of uitstralen. George Kinder heeft duidelijk de theorie toegepast op zichzelf. Op de antwoorden op de vragen die ik hem stelde voor een artikel in het tijdschrift Uw Vermogen, kwam onmiddellijk een erg vriendelijk en wijs antwoord. Het is duidelijk dat de man zelf de financile maturiteit bereikt heeft. Hier geen pose. Een reden temeer om zijn raadgevingen goed te bestuderen en ook effectief toe te passen. Uw relatie zal er wel bij varen.
Beleggen
17
Veel succes !
l
tip 50 (de belangrijkste) : We moeten eerst op zoek gaan naar de werkelijke doelstellingen in ons leven. Moeten we bijvoorbeeld nog harder werken om dat vakantiehuisje te kunnen kopen of nemen we net eerder wat gas terug om meer tijd met ons ge zin door te brengen ? Het antwoord op deze vragen zal het juiste kader scheppen om echt verstandig met geld om te gaan.
10
Boeken
Elisabeth Badinter, (1988), De een is de ander Contact, Amsterdam. Barbara Berger, (2005), Anders denken, anders leven Forum, Amsterdam. Thierry Debels, (2005), De belegger ont(k)leed Garant, Antwerpen. Thierry Debels, (2006), De zes geheimen van financieel succes Roularta Books, Roeselare. Jean Chatzky, (2004), Pay it down ! Portfolio, New York. Veerle Draulans en Mieke Smet, (2005), m/v Lannoo, Tielt. Amanda Ford, (2002), Shoptherapie Forum, Amsterdam. Susan Forward, (1994), Money demons Bantam Books, New York. John Gray, (2004), Mars & Venus beginnen opnieuw Het Spectrum/Zwarte Beertjes, Utrecht/Amsterdam. Denise Hulst, (2005), Tijdig van kantoor Het Spectrum, Utrecht. Laura Klepacki, (2005), Avon John Wiley, Hoboken (NJ). Corinne Maier, (2004), Liever lui Spirit, Utrecht/Antwerpen.
11
Susan Nolen-Hoeksema, (2005), Piekerprincessen Archipel, Amsterdam. Julie Norem, (2002), The positive power of negative thinking Basic Books, Cambridge (MA). Clarissa Pinkola Ests, (1994), De ontembare vrouw Becht, Haarlem. Lillian Rubin, (1983), Intieme vreemden Ambo, Baarn. Maggie Scarf, (1988), Intieme partners Anthos, Baarn. Ingeborg Sergeant en Roland Verschaeve, (2005), Wie ben je eigenlijk ? Standaard Uitgeverij, Antwerpen. Hans Van Crombrugge et al., (2002), Vaders in soorten Lannoo, Tielt. Viviana Zelizer, (2005), The purchase of intimacy Princeton University Press, Princeton/Oxford.
12