Vous êtes sur la page 1sur 5

DT periode 3

Havo 4 Kunst Algemeen

13 april 2012

docenten: F. de Witt en D. Heldring

Kijk- en luistervragen
Sommige fragmenten hoor je slechts 1 keer. fragmenten Sommige fragmenten zul je twee keer horen en zien. Lees eerst de vraag goed door, luister of kijk goed naar het fragment. Lees eventueel opnieuw de vraag. Bij de tweede keer bedenken wat je antwoord is. Het volgende fragment wordt pas gestart als iedereen klaar is met beantwoorden.
Fragment 1. Pueri hebraeorum, uitgevoerd door Choeur Gregorien de Paris. Luisterfragment. (wordt 1 keer afgespeeld) 0.1 Dit fragment is een typisch voorbeeld van een Middeleeuws soort muziek. Hoe noemen we deze muziek? . Fragment 2. Messe de Notre Dame, Agnus Dei, uitgevoerd door Vocal Ensemble Trajecti Voces o.l.v. Machaut. Luisterfragment. (wordt 1 keer afgespeeld) Dit is een voorbeeld van kerkmuziek zoals die rond 1360 in de Notre Dame, de kathedraal in Parijs, te horen was. 0.2. Wat is het belangrijkste verschil tussen het eerste fragment (Pueri Hebraeorum) en deze muziek? Gebruik de twee officile termen voor het verschil dat je hoort. 0.3 Waaraan kun je aan fragment le roi danse zien dat Louis XIV, de Zonnekoning, grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van ballet? In het videofragment le roi danse beweegt Louis XIV, de Zonnekoning, zijn lichaam op een hele typische manier. De basis van ballet is de suggestie van gewichtloosheid (alsof ze moeiteloos vliegen door de lucht). Dit komt door de 5 basisposities (manier van neerzetten van je voeten), de hoge sprongen en verdraaide lichamen. 0.4 Hoe zie je deze gewichtloosheid terug in dit fragment? Leg je antwoord uit aan de hand van kenmerken van ballet zoals die basisposities, sprongen en lichaamshouding.

1. HEILIGE HUISJES In de kunstgeschiedenis is veel aandacht voor de architectuur. Met name gebouwen met een religieuze (levensbeschouwelijke) functie staan centraal: tempels, kerken en kloosters. Tot aan de Renaissance hebben zich in West-Europa van elk type gebouw ook weer variaties ontwikkeld. Deze variaties zie je daarna in de architectuur steeds terugkomen. 1.1 Bij welke cultuur hoort de tempel van afb.2 ? 1.2 Welke klassieke bouworde herken je, en waaraan zie je dat? 1.3. Welke uiterlijke verschillen kun je noemen tussen de kerken op afb. 1 en 3? Noem er minimaal 2, eventueel ook die je niet ziet op de afbeeldingen.

afb. 1

afb. 2

afb. 3

1.4 Wat is een spitsboog? Beschrijf dit aan de hand van een van de 3 gebouwen. Geef in je antwoord aan waar precies in het gebouw je de spitsboog allemaal ziet. 1.5 Wat is een voordeel van bouwen met een spitsboog? 1.6 Hoe heet het type gewelf- constructie dat je ziet in afbeelding 4 en bij welk gebouw hoort dit plafond (kies uit afbeelding 1, 2 of 3)? 1.7 Van welke oudere bouwstijl zie je in de Renaissance de meeste kenmerken terugkomen? 1.8 Noem minimaal 3 kenmerken die je ziet terugkomen van die oudere bouwstijl. In de Renaissance kwam de Homo Universalis op. Iemand die goed was afb. 4 op verschillende gebieden van de wetenschap, bijvoorbeeld de kunstenaars Michelangelo en Leonardo da Vinci. Door onder andere het concept Homo Universalis veranderde hoe er naar de kunstenaar dan wel ambachtsman werd gekeken. De positie van de kunstenaar / ambachtsman is erg veranderd door de eeuwen heen. In de middeleeuwen was de kunstenaar in dienst van de kerk, zijn werk en wie hij was, was niet belangrijk. 1.9 Beschrijf hoe er naar de kunstenaar / ambachtsman werd gekeken tijdens de middeleeuwen en de Renaissance en hoe dit invloed had op wat zij maakten.

2. HET LICHAAM In de Middeleeuwen was er weinig interesse voor de weergave van iets werelds zoals het lichaam. De meer centrale positie van de mens in de renaissance zorgde ervoor dat ook het Naakt als genre terugkwam in de kunst. Dit veronderstelde gedegen kennis van de anatomie. Naakten werden niet alleen afgebeeld bij mythologische themas. Ook sommige religieuze onderwerpen leenden zich hier voor. Naakten werden gedealiseerd, net als bij de eerdere stijlperiode waarop de Renaissance is gebaseerd. Voor een kunstenaar was het zijn kans hiermee zijn visie op ideale schoonheid vast te leggen. Om het lichaam toch van levendigheid te voorzien de lichaamshouding vaak in contraposto. 2.1 Wat is anatomie? 2.2 Bij welke van de 3 afbeeldingen (afb 3, 4, 5), is te zien dat de kunstenaar zich met anatomie bezig had gehouden? 2.3 Wat wordt er bedoeld als het lichaam anatomisch juist wordt weergegeven? De een-na-laatste zin in bovenstaande tekst is het meest van toepassing op een van de drie afbeeldingen. 2.4 Bij welke afbeelding is de kunstenaar het meest gericht op de ideale schoonheid? Leg je antwoord duidelijk uit. Op twee van de drie afbeeldingen is dezelfde bijbelse voorstelling te zien. 2.5 Bij welke twee afbeeldingen? 2.6 Leg uit waaraan je ziet dat het om een bijbelse voorstelling gaat en niet om bijvoorbeeld een mythologische. Afbeeldingen 3, 4 en 5 zijn uit verschillende perioden van de kunstgeschiedenis. 2.7 Geef bij elke afbeelding de naam van deze periode. 2.8 Je kunt de afbeeldingen bekijken op de volgende aspecten van de vormgeving: a. de weergave van het lichaam / de lichamen b. de compositie in het schilderij c. de toepassing van licht en donker d. het ruimtelijk effect (of en hoe er ruimtelijkheid wordt uitgebeeld). Kies uit a, b, c of d en beschrijf de verschillen van dat aspect tussen de drie de afbeeldingen.
afb. 3 afb. 4

afb. 5

3. DE FUNCTIE (S) VAN DE BAROK Deze vragen gaan over de functies van kunst (m.n. architectuur) in de 17e Eeuw van Itali, Frankrijk en de Republiek der Nederlanden. 3.1 Het schilderij op afbeelding 4 (vorige pagina) zou je eventueel kunnen aantreffen in een van de 3 gebouwen. In welk gebouw en waarom daar? Dit gebouw en dit schilderij hadden een gemeenschappelijke functie(doel) die hoort bij de contrareformatie. De katholieke kerk wilde met de contrareformatie mensen weer overtuigen dat de dit de juiste kerk was en niet de protestantse. 3.2 Leg uit hoe de barok stijl paste bij dit doel van de katholieke kerk. Noem daarbij minimaal 2 uiterlijke kenmerken. -------------De Barok stijl kent verschillende uitingsvormen. Er is niet maar n barok stijl. De vormgeving was afhankelijk van het land en in dat land de voornaamste opdrachtgever, voor wie de kunst werd gemaakt. 3.3 Wie waren de opdrachtgevers van de 3 verschillende imposante (indrukwekkende) gebouwen (afb. 6, 7, 8)? En waarom wilden zij dat de gebouwen zo indrukwekkend waren? ----------------

afb. 6 Paleis op de Dam / Amsterdam

bonusvraag
Het Paleis op de Dam (afb. 6) had oorspronkelijk niet de functie van een paleis maar was het stadhuis van Amsterdam. Het was een stadhuis, een rechtbank en nog meer. Bedoeld voor alle burgers van de stad, die dan ook makkelijk konden binnenlopen. De tekening van het paleis is gemaakt vanaf ooghoogte, het zogeheten normaal perspectief. Zo lijkt het paleis ook toegankelijk voor de toeschouwer van de tekening. Het perspectief heeft dus eigenlijk een symbolische betekenis noemen voor de relatie tussen het gebouw en het volk. 3.4 Welk standpunt had de fotograaf bij afb. 7 en 8 en wat is daarvan de symbolische betekenis? Bedenk daarbij hoe de relatie was tussen het volk en de macht die het gebouw vertegenwoordigde. Tip: denk o.a. aan een kikker en een vogel.

afb. 7 st. Pieter / Rome

afb. 8 Versailles / Parijs

4. HET ONDERWERP IN DE KUNST Met name in in de Republiek der Nederlanden van de 17e Eeuw (de Hollandse Gouden Eeuw) komen nieuwe onderwerpen in de schilderkunst tot ontwikkeling. De meeste van deze zogeheten genres hebben vaak een verborgen betekenis, een allegorie.

afb. 9

Een allegorie is een manier om zaken niet in de letterlijke betekenis weer te geven, maar figuurlijk. Een allegorie bevat vaak een les en die les wordt via symbolische figuren verteld. Een voorbeeld van een allegorische, figuurlijke weergave is Magere Hein als symbool voor de dood.

afb. 1. is een zogeheten vanitas-stilleven. 5.1 Welke betekenis (of boodschap) heeft een vanitas-stilleven? 5.2 Leg uit waarom het stilleven van afb. 9 een allegorische boodschap bevat en niet zomaar een verzameling voorwerpen is. Noem daarbij minimaal 2 aspecten van de voorstelling. -------------De Verlichting: vanaf 1850 wordt het Neo-classicisme de heersende stijl van de architectuur en de beeldende kunst. Dit is indirect een afwijzing van de machthebbers voor wie de barok de juiste stijl was. Absolutisme moest plaatsmaken voor een maatschappij gebaseerd op gelijkheid en rationaliteit. Gevoel en emotie hoorden daar niet bij. Neo-classicisme past als kunst stijl goed bij de Verlichting. 5.3 Leg uit waaraan je dat ziet in afb. 10 dat Neo-classicisme bij de Verlichting hoort? Let op alle aspecten van de voorstelling, dus zowel de personages als hun omgeving. 5.4 Leg een verband tussen de woorden uit bovenstaande tekst en uiterlijke kenmerken van deze stijl. Bekijk daarbij afb. 10 en 11. -------------De kunst van de romantiek was weer een zeer uitgesproken reactie op die van het (neo)- Classicisme. 5.5 Noem 4 inspiratiebronnen van de romantische kunstenaar. 5.6 Wat valt er te zeggen over het mensbeeld als je afb. 12 bekijkt?

afb. 10

afb. 11

einde toets!
afb. 12

Vous aimerez peut-être aussi