Vous êtes sur la page 1sur 2

1

ANALYSESCHEMA
hoofdstukindeling voor de P.O. en presentatie maatschappijleer.
INLEIDING/VOORWOORD HOOFDSTUK I : Wat is het probleem? Geef een beschrijving van het probleem en noem een aantal feiten m.b.t. het probleem:
a) Vertel welke stelling je gaat onderzoeken. Je hebt deze zelf bedacht of van je docent gekregen. Zorg dat je tenminste n bron hebt ( bij voorkeur een krantenartikel ) waaruit duidelijk wordt dat het een goede stelling is die ook echt in de maatschappij ter discussie staat. Deze stelling ( hypothese) is de rode draad van je onderzoek.

b) Vertel iets over het onderwerp waarover je stelling gaat. Is je stelling bv. dat jeugdcriminaliteit strenger moet worden aangepakt, vertel dan eerst iets over het onderwerp jeugdcriminaliteit. Geef een definitie. Wat valt wel onder jeugdcriminaliteit, wat valt er niet
onder etc. Vertel ook altijd waar je definitie vandaan komt ( bronvermelding).

c) Gaat de stelling over een belangrijk onderwerp? Welke cijfers, feiten/ gegevens heb je om dit te onderbouwen? Zoek betrouwbaar cijfermateriaal bv. van het CBS www.cbs.nl of andere
gegevens waarmee je kunt laten zien dat het een belangrijk probleem is. d) Waarom ben je/ zijn jullie voor dit onderwerp gemotiveerd?

HOOFDSTUK II: BELEID VAN DE OVERHEID.


a) In dit hoofdstukje vertel je wat de overheid aan het probleem doet :Wat wil de overheid m.b.t. jullie onderwerp bereiken en hoe wil ze dat doen? Je begint met je af te vragen bij welk(e) ministerie(s) je moet zijn voor jouw onderwerp. Via de website www.rijksoverheid.nl kun je ze vinden. Daar ga je dan zoeken naar je onderwerp en kijk je of je iets kunt vinden dat verband houdt met jullie stelling. Let ook op het volgende: b) Zijn er bepaalde wetten of regels over dit probleem? Welke staan daarvan ter discussie? Je kunt bijvoorbeeld in het regeer- en gedoogakkoord kijken of hierover iets is afgesproken. c) Zijn er standpunten van ministers e.d. te vinden? d) In welk opzicht verschilt het overheidsbeleid in andere landen met dat van Nederland?

e) Is de EU en/of de internationale gemeenschap ( VN) betrokken bij dit probleem? Zo ja, op welke manier? Is er Europese regelgeving of zijn er internationale verdragen die bij dit onderwerp van belang zijn?Zo ja welke en wat staat daar dan ( kort samengevat) in m.b.t. jullie onderwerp en jullie stelling? e) Houdt de politiek ( het parlement ) zich op dit moment met het probleem bezig? Op de website van de Tweede Kamer ( www.tweedekamer.nl ) staan veel dossiers over veel verschillende onderwerpen. Je kunt dus kijken of je onderwerp daar bij staat en evt. uitzoeken in welke fase van politieke besluitvorming het probleem zich op dit moment bevind. ( Denk hierbij aan het systeemmodel van politieke besluitvorming zie blz. 104 tekstboek) ( Gebruik voor dit hoofdstuk vooral primaire bronnen) HOOFDSTUK III: De pressiegroepen ( en andere betrokkenen) en hun belangen, standpunten en argumenten. Je gaat nu kijken welke meningen er over jullie stelling bestaan buiten de politiek.
Bij een maatschappelijk probleem is er altijd sprake van pressiegroepen, organisaties van groepen mensen, die er belang bij hebben dat het probleem wordt aangepakt. Ze kunnen tegengestelde

meningen en belangen hebben. Voor dit hoofdstuk kijk je welke ( drie of vier, hangt een beetje van je onderwerp af) van dit soort organisaties (belangenorganisaties, actieorganisaties, actiegroepen, adviesorganen) of andere betrokkenen (deskundigen e.d. ) belangrijk zijn voor je onderwerp en welke opvattingen ze hebben over jullie stelling. a) Noem de betrokkenen en vertel kort iets over hun achtergrond (wat voor soort organisatie is het bv. een vakbond, een patintenorganisatie, een milieuorganisatie enz., is het een grote, machtige groep of is het een klein groepje, bestaan ze al lang etc.) b)Vervolgens zoek je op welk standpunt deze betrokkenen hebben over jullie stelling ( de rode draad van je werkstuk) en met welke argumenten ze deze mening onderbouwen. c) Trek een conclusie: Wat willen de betrokkenen, welke betrokkenen zijn het wel of niet met elkaar eens? Hoe komt dat? Hebben ze verschillende belangen en/of andere waarden en normen? (Je kunt dit vaak vinden bij missie doelstellingen wie zijn wijen wat willen we e.d.) Ondernemen ze bepaalde acties om hun standpunt te ondersteunen? d) Wat is het algemeen belang van je onderwerp voor de samenleving ? Waarom is het een maatschappelijk en politiek probleem? Welk dilemma speelt bij dit onderwerp? ( Gebruik voor dit hoofdstuk primaire bronnen)

HOOFDSTUK IV: Standpunten van politieke partijen. a)Wat vinden politieke partijen van deze kwestie en van jullie stelling?
Zoek de standpunten van politieke partijen uit verschillende stromingen!! Kijk ook naar verschillen tussen oppositiepartijen en regeringspartijen. ( Kijk goed naar je stelling, gebruik primaire bronnen, alle politieke partijen hebben websites! Vat samen en citeer waar nodig!)

b)Trek een conclusie: hoe denken de partijen erover, welke partijen hebben tegengestelde opvattingen, welke zijn het met elkaar eens, en is er bv. een meerderheid in het parlement met n duidelijke opvatting? Kijk terug naar hoofdstuk II: welke partij( en) stel(t)len wijzigingen in het overheidsbeleid voor? Om welke wijzigingen gaat het? HOOFDSTUK V: SAMENVATTING, EIGEN STANDPUNT EN ARGUMENTEN.
Geef hier een samenvatting van de belangrijkste feiten, standpunten en voorstellen. Welke groepen, organisaties en partijen zijn het met elkaar eens en welke staan tegenover elkaar? Orden de argumenten: welke zijn het belangrijkste, welke ondersteunen elkaar en welke ontkrachten elkaar? Wat is je eindconclusie is m.b.t. jullie stelling? Geef hier nu de argumenten ter onderbouwing van jouw/ jullie eigen standpunt. Vertel ook waar je de argumenten vandaan hebt ( bv. de regering of een belangenorganisatie, een deskundige etc.) Zorg voor meer argumenten, ook al is maar n argument doorslag gevend. Het kan zijn dat je zelf eigen nieuwe argumenten hebt bedacht. Noem die dan ook. Geef vervolgens de argumenten, die tegen jouw standpunt pleiten en geef aan in hoeverre ze belangrijk zijn en jouw standpunt relativeren. Formuleer kort en krachtig je eigen standpunt met de argumentatie. ( Het kan zijn dat jullie tot verschillende standpunten komen, geef die dan weer maar wel telkens met argumenten)

EINDE

Vous aimerez peut-être aussi