Vous êtes sur la page 1sur 12

Nietzsche: Over nut en nadeel van geschiedenis voor het leven

De tekst van Nietzsche is nogal uitgebreid. De belangrijkste stukken, zijn tevens ook de citaten die gebruikt werden in de slides. Maar als je het boek eens kort wil doornemen, raad ik aan om het voorwoord, en tot pag 22 te lezen. Daar staat zo wat de kerngedachte in. Dan komt het stuk over de 3 omgangsvormen, maar denk dat dat heel duidelijk is in de slides. En tenslotte kan je nog pag 104 tot 109 lezen, als soort van besluit.

Inleiding
Context: professionalisering en academisering geschiedwetenschap 19e eeuw Friedrich Nietzsche:

- De filosoof met de hamer - Verdediger van het leven tegen de almacht van de rede en de burgerlijke en religieuze conventies. Dit is een rode draad door zijn traktaat. Het traktaat zelf is nogal chaotisch van structuur, maar dit kan toch als zijn grondslag beschouwd worden. Er moet een grondig afkeer komen van kennis die inpiratieloos is, van wetenschap waarbij het handelen aan kracht inboet en van geschiedenis die als een overbodig, nutteloos luxeartikel wordt voorgesteld. - Het leven = de onmiddellijke directheid van het menselijke bestaan Schrijft in de jaren 1870 vier traktaten tegen de keer uit bezorgdheid om de vervlakking van de Duitse cultuur na de eenmaking. Hij heeft kritiek op het gebrek aan diepgaande cultuur. Het is deze kritiek dat hij door zal trekken tot de geschiedschrijving. Nietzsche verzet zich tegen het puur op feiten gebaseerde historisme of een geschiedschrijving dat abstract en/of wereldvreemd is (Hegel volgens N.) Specifieke vijand in dit geval: het alomtegenwoordige historisme of het beschouwen van de werkelijkheid vanuit historisch perspectief (Ranke, Hegel, Darwin, Marx,)

In deze verhandeling wil ik aantonen waarom wij () een hartsgrondige afkeer moeten hebben van kennis die niet inspireert, van wetenschap waarbij ons handelen aan kracht inboet, en van geschiedenis als dure en overbodige luxekennis. () Wij hebben de geschiedenis nodig om te leven en te handelen, niet om ons gemakzuchtig van leven en handelen af te keren (). Alleen voor zover de geschiedenis het leven dient, willen wij haar dienen. () Deze verhandeling keert zich tegen de opvattingen van deze tijd omdat ik de historische kennis, iets waar hij met recht trots op is, hier eens als nadeel, als gebrek en tekort wil beschouwen. Ik geloof zelfs dat wij allemaal lijden aan een allesverterende historische koorts en dat we op zn minst mogen inzien dt we eraan lijden. Dit citaat geeft denk ik duidelijk weer wat ervoor gezegd werd. Op zoek naar een diepere, betekenisvolle invulling.

Het leven wordt bedreigd door een overdaad aan geschiedenis. Hij maakt hierbij een vergelijking tussen mens en dier. Het dier is volgens hem onhistorisch, heeft daar geen besef van en kan toch zo gelukkig verder leven. Terwijl het bij de mens omgekeerd is, iemand die geen weet heeft van zijn of de geschiedenis, wordt als ziek beschouwd. Nietzsche beweert (voorizchtig) dat een mens ook gelukkig kan zijn, als onhistorisch zijnde. Afkeer van abstraherende en historiserende wereldhistorische theorien van Hegel en Edouard von Hartmann. Meer nood aan nuttige, down to earth toepassingen. Vorm van het werk: Denk dat dit wel wat typisch is voor Nietzsches werk. t Is ten slotte ook een traktaat, geen uitgeschreven boek. De structuur merk je zelf (als je eens kort de eerste en laatste paginas leest) - Aforistisch, kernachtig - Agressieve formulering - Zonder duidelijke structuur

Historische kennis is onvermijdelijk en nodig (cfr. Ontwetende mens = zieke mens) Maar het leven is gebaat bij een goede verhouding tussen historische en onhistorische elementen. Een balans tussen het onhistorisch dier en het feitelijke historisme. Teveel historische kennis verlamt. Er moet altijd een verwijzing/link naar het heden zijn. Geen zuivere vertelling of weetjesgeschiedenis, want dan komt de huidige mens in een soort vacuum. Waar het verleden domineert (soms beter is, soms zodanig veel slechter is), zodat de huidige werkelijkheid geen betekenis meer heeft. Net omdat het vroeger beter was, of omdat het vroeger zo slecht was Om te handelen heb je een bepaalde mate van gedachteloosheid nodig (heeft het hier vaag over het afstand nemen van je bronnen)

1. De omgang met het verleden door de moderne mens (#3)


1 De monumentale omgang
Mensentype: handelende en strevende mens. Het is de gewone mens dat opkijkt naar het verleden en verbaast is naar de grootsheid ervan. Hoe indrukwekkend ze toen waren en hoe klein ze zich daar tegenover voelen. Besteedt aandacht aan het grootse in het verleden en gebruikt dat als voorbeeld voor het heden Nut: dienstbaar maken van het verleden voor het leven. Nut in die zijn dat het als een soort van voorbeeld, ideaal kan dienen. Nadeel: De eigenheid van het verleden wordt genegeerd. De monumentale omgang is daarom misleidend en kan leiden tot fanatisme. Zoals gezegd wordt het gedealiseerd en wordt het eigenlijke verleden volledig fout bekeken.

De monumentale omgang is enkel geschikt voor de scheppende handelende mens. Passieve mensen zouden het verleden zodanig adoreren dat ze blind worden voor het grootse in hun eigen tijd.

Hoevele verschillen moeten niet genegeerd worden, wil er een sterkende werking van uitgaan, met hoeveel geweld niet moet de individualiteit van het verleden in een algemene vorm worden geperst en ten gunste van de overeenkomst al haar scherpe hoeken en kanten ontdaan!. Grote delen worden compleet vergeten, worden veracht en drijven weg als een ononderbroken grauwe stroom, en slechts hier en daar tekenen zich enkele opgesmukte feiten als eilanden af. Heel subjectieve manier om naar geschiedenis te kijken dus. Zaken weglaten of, zoals het vorige citaat, zodanig vervormen dat je uiteindelijk bekomt wat je wilt zien.

2 De antiquarische omgang
Mensentype: de behoudende, vererende mens. Koestert liefdevol het verleden omdat het zijn eigen voorgeschiedenis is. Deze omgang heeft een nationalistisch kantje. De geschiedenis gaat kijken naar zijn eigen, nationale geschiedenis en ziet dan ook alles vanuit dit perspectief. Er ligt 1 vaste lijn: de groei van de natie. Nut: veroorzaakt een aangename tevredenheid. Verzoent mensen met hun bestaan, zelfs als dat ellendig is, en behoedt hen voor een voortdurende rusteloosheid Nadeel: al het oude en voorbije, voor zover het nog binnen de gezichtskring komt, wordt uiteindelijk als even eerbiedwaardig opgevat, alles wat dit oude niet met eerbied tegemoet treedt, al het nieuwe en wordende dus, afgewezen en vijandig bejegend adoratie van alles in het verleden zonder onderscheid, gevaar voor conservatisme

3 De kritische omgang
Mensentype: de lijdende en naar bevrijding verlangende mens Om te kunnen leven moet een mens de kracht bezitten en van tijd tot tijd gebruiken om een deel van het verleden aan stukken te slaan en uit te wissen. Voorgesteld als revolutionaire omgang, komaf maken met het verleden en dat afbreken van het verleden gebruiken om iets nieuws op te starten. Zo krijg je geen leven in het verleden, maar een eigen bestaan. Nut: beschermt het leven tegen een overdaad aan geschiedenis Nadeel: de amputatie van een nog levend deel van het verleden dreigt het leven zelf te doden (cfr. antihistorische houding Franse Revolutie)

De drie types van omgang moeten in balans zijn. Niet 1 type is goed, want zoals in het begin gezegd, moet er een balans zijn tussen mens en dier, tussen onhistorisch en overdreven historisme. Het gedachteloos verplanten van gewassen heeft al menig onheil veroorzaakt: de vrijblijvende criticus, de antiquarische historicus zonder enige piteit, de kenner van het grote zonder een vermogen tot het grote, dat zijn zulke tot onkruid uitgegroeide, van hun natuurlijke omgeving vervreemde en daardoor ontaarde gewassen Het doel ervan moet steeds het leven zijn natuurlijke samenhang tussen geschiedenis en leven. Dus geen gescheiden bestaan van geschiedenis en praktische leven, maar ook geen overmacht van 1 van de 2. Zijn eigen tijd is oververzadigd met geschiedenis Gevaren van een teveel aan verleden: Komen uiteindelijk neer op dezelfde gevaren/nadelen van de 3 omgangen van hierboven. Die lijn trekt zich dus door. Overdreven respect. Het gevoel zelf slechts een epigoon te zijn, wat leidt tot zelftwijfel, cynisme, machteloosheid Overdreven kritiek. Het verleden wordt een zielloos object van studie, niet meer in staat het heden te bevruchten

Dit is generatie van eunuchen, en voor een eunuch is een vrouw als elke andere vrouw, alleen maar vrouw, niets meer, niets minder, eeuwig ongenaakbaar. Dan is het om het even wat je doet, als de geschiedenis maar netjes objectief bewaakt blijft door hen dus die zelf nooit geschiedenis kunnen maken Wordt niet alles waarvan de stimulerende vitaliteit nog lang niet uitgeput is verlamd of zelfs verstikt, doordat de nieuwsgierigheid zich richt op ontelbare microscopische feitjes over leven en werk en juist daar problemen opgeworpen worden waar men moet leren te leven en alle problemen te vergeten?

Medicijnen tegen de historische ziekte


Oorzaak kloof tussen geschiedenis en leven: verwetenschappelijking geschiedbeoefening. Er is voor een gegrond wetenschappelijk onderzoek, nood aan een vastliggende theorie. Maar die is er niet onmiddellijk voor de geschiedbeoefening. En als er dan al suggesties zijn, komt de historicus in kwestie vaak ver weg te staan van de persoonlijke herinneringen van bvb overlevenden of de intenties van makers van bronnen. Er is dus een zekere kloof. De mens wordt bezwaard door enorme hoeveelheden historische kennis die het leven niet meer dienen Probleem is de objectiviteitsopvatting van historici: onbetrokkenheid, afstandelijkheid, feitelijkheid. Dit maakt van historici echonde passiva die de feiten weergeven maar niet

aan het leven dienstbaar maken. Opnieuw verwijzing naar bvb dat oppervlakkige historisme van Von Ranke. Er wordt niets nieuws gecreerd. Ware objectiviteit ligt in een krachtige scheppingsdaad De historicus werkt als een kunstenaar en verleent de feiten vanuit zichzelf samenhang. Dat is de taak van de historicus volgens Nietzsche. De verschillende feiten van het onderzoek samenbrengen volgens zijn eigen intutie, zijn ervaring. Die zo toepasbaar gaan maken op het leven. Het verleden op deze wijze objectief te denken is de stille arbeid van de kunstenaar: alles met elkaar in verband brengen, al het afzonderlijke tot een geheel weven, vanuit de gedachte dat wanneer in de dingen een planmatige eenheid ontbreekt, deze er in gelegd moet worden. Er is zelfs een geschiedschrijving denkbaar die op geen enkele feitelijke waarheid stoelt en toch zeer terecht aanspraak kan maken op het predicaat objectief. Dat is mogelijk indien deze inleefbaar is en toepasbaar is op onze eigen levens, dan heeft die een nut. Het vergt bovenal een groot artistiek vermogen, een scheppingsdrang ver uitstijgend boven en toch liefdevol verzonken in empirische data, een potisch voortbouwen op bestaande categorien. Dus ook streven naar een esthetisch, narratief geheel. Goede geschiedschrijving: Is een esthetische activiteit Eist een persoonlijke betrokkenheid van de historicus Interpreteert het verleden vanuit het heden (<> historisme)

Gevolg: hoge eisen ten aanzien van de persoonlijkheid van de historicus Levenservaring is onontbeerlijk. Probleem met jonge historici dan? Geschiedenisstudenten zijn daarentegen jong en onervaren, worden aangemoedigd zich te specialiseren en niet naar het grotere plaatje te kijken, worden opgevoed tot stompzinnigen En kijk nu eens naar de geschiedenisstudent, erfgenaam van een vroegtijdige, vaak in de puberteit al herkenbare afstomping. Hij heeft zich inmiddels de methode voor zijn werk, de juiste aanpak en de gewichtige toon naar het voorbeeld van zijn meester eigen gemaakt, een volkomen gesoleerd hoofdstukje uit de geschiedenis is ten prooi gevallen aan zijn scherpzinnigheid en zijn beproefde methode. Hij heeft al iets gepresteerd, met een groot woord: hij heeft al iets gecreerd, hij is nu metterdaad dienaar van de waarheid en heer en meester in het rijk van de geschiedenis. Was hij als jongeling al rijp, nu is hij overrijp: je hoeft maar aan hem te schudden of de wijsheid valt je met veel geraas in de schoot. Maar deze wijsheid is wormstekig en in iedere appel zit wel een worm. Neem maar van me aan dat wanneer mensen die nog niet rijp zijn in het wetenschapsbedrijf productief moeten zijn, de wetenschap binnenkort net zon rune is als de veel te vroeg in deze fabriek tewerkgestelde slaven. Volgens Nietzsche heeft de jonge student te weinig ervaring, kennis en oog voor de

grote lijnen. Er is te weinig inlevingsvermogen. Het enige dat de student wel kan is feiten opzeggen. Maar dat is niet nuttig volgens Nietzsches theorie. Het onhistorische en het bovenhistorische zijn de natuurlijke tegengiffen tegen de historische ziekt, tegen de overwoekering van het leven door de geschiedenis. Met het begrip onhistorisch bedoel ik de kunst en het vermogen om te vergeten en zich binnen een eng begrensde horizon op te sluiten. Bovenhistorisch noem ik de machten die onze blik doen afwenden van het worden en richten op wat het bestaan een eeuwig en onveranderlijk karakter geeft, op kunst en op religie. De moderne wetenschap daarentegen wil zoveel mogelijk kennis en richt zich uitsluitend op het veranderlijke. Geen oog voor het constante dus, voor de grote lijnen. Wetenschap moet onder toezicht van het leven worden geplaatst. Dit komt uiteindelijk weer neer op zijn basisstelling van zijn traktaat. Belangrijke rol voor de jeugd. Zij moeten hiervoor zorgen.

2. Collectief geheugen en historisch besef


Nietzsche poneert geen tegenstelling tussen een goede wetenschappelijke en een slechte, onwetenschappelijke omgang met het verleden maar tussen een functionele en een disfunctioneel omgang met het verleden Stelt vast dat de omgang met het verleden veranderlijk is door de tijd heen Maakt hem een voorloper van theorievorming rond past-relationships, de manier waarop mensen zich in een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats tot het verleden verhouding Grote academische interesse de laatste decennia memory studies

Het collectief geheugen


Voorloper: Duitse kunsthistoricus Aby Warburg (1866-1929) Benadrukt historische gesitueerdheid van elk kunstwerk Interesse in het eeuwenlang doorleven van bepaalde motieven Beschouwt deze motieven als herinneringen die samen een sociaal geheugen vormen

Term colletief geheugen afkomstig van Franse socioloog Maurice Halbwachs (1877-1945) Les cadres sociaux de la mmoire (1925) en La mmoire collective (1950) Elke herinnering, ook de meest individuele, komt tot stand komt binnen en is afhankelijk van sociale kaders. Buiten die kaders zijn geen herinneringen mogelijk

Dankzij de sociale kaders kunnen we ons zelfs dingen herinneren die we niet zelf hebben beleefd Elke herinnering is dus ten dele collectief

Tegenstelling tussen geheugen en geschiedenis Geheugen = de levende herinnering Geschiedenis = dode historische kennis, die door historici wordt onderzocht Geschiedenis ontstaan wanneer geheugen verdwijnt Collectieve geheugens zijn meervoudig, selectief en groepsgebonden, geschiedschrijving is enkelvoudig, alomvattend en unificerend Cfr. Bernard Lewis, History: remembered, recovered, invented (1975)

Het concept collectief geheugen verwerft een nieuwe populariteit in het kader van de enorme interesse voor herinneringspraktijken vanaf de jaren 80 Opgevist door Pierre Nora in Lex lieux de mmoire (1984-1992) Stelt dat het collectieve geheugen in het Westen aan een hoog tempo verdwijnt als gevolg van het einde van de grote verhalen mensen voelen zich minder verbonden met het verleden Levende herinnering wordt vervangen door dode geschiedenis Lieux de mmorie = eenzame overblijfselen van het collectieve geheugen na het verdwijnen van de milieus de mmoire

Kritiek op het concept van Halbwachs Determinisme. Individuele geheugen compleet bepaald door het collectieve Een functioneel collectief geheugen is enkel mogelijk in premoderne, kleinschalige samenlevingen Absolute tweedeling tussen geheugen en gescheidenis is onhoudbaar, want ook historici kunnen nooit helemaal objectief en onbetrokken zijn

Tollebeek: De conjunctuur van het historisch besef


Inleiding
Jo Tollebeek, 'De conjunctuur van het historisch besef', in: B. Raymaekers en G. Van Riel (eds.), De horizonten van weten en kunnen (Leuven, 2002) 167-193 Historisch besef duidt op de manier waarop mensen zich tot het verleden verhouden Artikel begint door erop te wijzen dat er een paradox is in de hedendaagse samenleving: Enerzijds krijgt de historicus een herosche rol toegeschreven want hij moet een aantal problemen van de hedendaagse samenleving begrijpen en verklaren en afrekenen met postmodernisten die geen waarheid meer erkennen, met politici die de geschiedschrijving misbruiken, met radicale activisten die hun mythen niet willen opgeven en zo voort. Anderzijds is er een steeds dalend historisch besef zegt men altijd. Vaakgehoorde klacht: gebrek aan historisch besef, jeugd kent het verleden niet meer Canon van Nederland: http://entoen.nu/ Maar het gejammer over de hoeveelheid historisch besef doet vergeten dat historisch besef iets veranderlijks is, dat evoluties ondergaat. Tollebeek zegt dus: is dat wel zo? Is er wel een dalend historisch besef? Of is het eerder een ANDER SOORT historisch besef geworden? Bij Tollebeek 5 evolutiestadia in het historisch besef Overgang tussen stadia veroorzaakt door traumatische ervaringen = ingrijpende gebeurtenissen die de illusie va een cyclisch tijdsverloop doorbreken.

De 5 stadia in het historisch besef volgens Tollebeek


1 Het moderne historisch besef (1500-1890)
Traumas: Reformatie, Franse Revolutie Reacties: Besef en erkenning van veranderlijkheid (bv. in Romantiek en historisme) Vandaar ook veel aandacht voor het exotische enzovoort. Omdat men van het eigene beseft dat het vergankelijk is. Het verleden en het exotische hadden beiden een oneigen(tijds) karakter en daardoor een grote aantrekkingskracht. Maar tegelijk pogingen om de kloof te overbruggen verleden als basis voor eigen cultuur, erflaterschap De geschiedschrijving wordt na zon ervaringen gebruikt om die traumatische ervaring draaglijk te maken. Bijvoorbeeld werd door historici dan gezocht naar helden in het verleden die waarden voorstelden. Ze wezen er dan op

dat die waarden nog steeds het navolgen waard waren. Daardoor benadrukten ze de band tussen het heden en het verleden en toonden ze aan het het verleden niet voorbij was maar nog doorleefde. Op die manier maakten ze de traumatische breuk draaglijk. De kenmerken van dat moderne historische besef waren vooral dat het erop was gericht een gevoel van innige verbondenheid met het verleden te creeeren door: Het verleden naderbij brengen in de opvoeding, in het opvoeren van grote voorbeelden, in historiserende bouwstijlen, etc. -> Aan het verleden werd dus een grote exemplarische waarde toegekend. Al had de Fr. Rev aangetoond dat niets of niemand eeuwig bleef bestaan, toch werden nieuwe blijvende voorbeelden geschapen (bvb het voorbeeld van burgerdeugd). Voorbeelden van zulke zaken: In universiteiten kon men klassieke auteurs lezen als pronkstukken, middeleeuws gestijlde gebouwen werden opgetrokken in inustriele groeipolen, een moderne locomotief kreef de naam van Maerlant,

2 Het antimoderne historisch besef (1880-1960)


De samenleving was intussen van een gemeinschaft tot een gesellschaft overgegaan Intensivering van de vorige fase Traumas: 2e industirele revolutie op economisch vlak, democratisering op politiek vlak, de verdere modernisering van de cultuur, de massificatie(geboorte van populaire cultuur), Gevolg: Angst en vertwijfeling bij hen die zich aan cultuur van het verleden hadden gehecht. Het verleden was volledig weg en het heden verschilde er totaal van. Men dacht dus niet langer dat men lessen uit het verleden kon trekken. Daarom trok men de conclusie: we moeten ons van het verleden bevrijden in plaats van er aan vasthouden. De blik was voortaan toekomstgericht in het modernisme. Daarop kwam dan weer een reactie van de antimodernen die de samenleving, net nu ze werd gemodernisteerd, opnieuw wilden traditionaliseren. Reacties: Verwerping van het verleden in modernisme Verwerping van de moderniteit in het antimoderne historisch besef *Verlangen naar traditionalisering van het heden, het doen herleven van het verleden in zichzelf transhistorische identiteit *Typisch fenomeen: invention of tradition (het uitvinden van een traditie die niet eerder bestond, kan doorgaan als een van de meest extreme vormen van antimodern historisch besef. Bijvoorbeeld: de viering van koninginnendag in Nederland vanaf 1885 en de socialistische eerste mei vanaf 1890) *In ons land waren het vooral de katholieke en vlaams nationalistische jeugdbewegingen van na de eerste wereldoorlog die deze waarden belichaamden met hun erfwacht gedachte (die term kende vanaf woII

steeds groeiende populariteit.) Die hield in dat men tegenover de bestaande eigentijdse helden uit sport, cultuur, andere historische ging plaatsen. Ook de familiale geschiedschrijving van adelijke families is antimodern.

3 Het neomoderne historisch besef (1960-1980)


Traumas: Auschwitz als nulpunt van de beschaving -> Modern historisch besef ontkracht want verleden geen exemplarische waarde meer + Verniewing, progressie en vooruitgang in jaren 60 en 70 -> Antimodern historisch besef ontkracht want retraditionalisering stond haaks op verniuewingsdrang (Verleden verliest aan relevantie, wordt afgewezen/ Jacht op het verkeerde verleden, debunking of the past, geschiedenis als pathologie) Reacties: Nieuw soort geschiedschrijving ontstond: geschiedenis riep verontwaardiging op dus geschiedschrijving werd een wraakoefening. Het trauma was niet langer de BREUK met het verleden (zoals bij de voorgaande 2) maar nu het verleden zelf (dat verontwaardigend was). Geschiedenis bestuderen gebeurde om de fouten van het verleden te vermijden Moralisering van de geschiedenis (geschiedschrijving legt de schuld vanzelf vast, de verantwoordelijken worden aangewezen, een moreel debat ontstaat) Voorbeelden makkelijk te vinden: We noemen het best de Jacht op het verkeerde verleden. Bijvoorbeeld de geschiedschrijving over de collaboratie en repressie na de tweede wereldoorlog. Of hoe de socialisten nu kijken naar het communisme en haar fouten. Maar ook zachtere vormen zoals hoe we nu de ontzuiling zich doorzet kijken naar de geschiedenis van de verzuiling van de maatschappij. Het proces van verwerking kan echter soms ook heel moeizaam verlopen. Bijvoorbeeld de onvoltooide geschiedenissen van het Vichy regime in frankrijk of de Apartheid in Zuid Afrika wijzen daarop (ondanks de vele waarheidscomissies) Citaat om dat allemaal te beschrijven: Het verleden werd gemputeerd

Vierde en vijfde fase gelijktijdig (1980-)


Trauma: Gemeenschappelijke oorzaak: golf van maatschappelijke en culturele veranderingen vanaf de jaren 60 (internationalisering en globalisering van politiek en economie, einde van de grote verhalen, groei van de sociale mobiliteit en de emancipatie, explosie van de populaire cultuur, de aantasting van het traditionele gezag,) -> verandering werd een waarde op zich in de samenleving en dat leidde opnieuw tot een breuk met de vertrouwde wereld Gelijktijdig verdwijnen van de traditionele kaders van het (anti)moderne historisch besef Gevolg: gevoel van breuk met het verleden -> In de lijn van het vorige citaat De amputatie bracht fantoompijnen met zich mee

4 Het laatmoderne historisch besef


Reacties: Overbruggen van de kloof met het verleden brede opstoot in interesse voor het verleden Verschillende vormen: *Heritage crucades (ophalen verleden van vaak etnische of regionale bevolkingsgroepen ter bevestiging eigen identiteit) -> de etnisch-politieke variant *Retrogolf in mode, muziek, decoratie, retrochic -> bvb de bril van john lennon werd terug populair *Evocatie van het verleden: re-enactment, themaparken, infotainment, Terughalen van het verleden maar op een vrijblijvende, oppervlakkige, amusante manier. Het ging niet meer om het zoeken van voorbeelden, Het was minder diepzinnig. Voor velen was de hedendaagse cultuur door haar historieloosheid gewoon te kaal geworden. Geschiedenis moest die leegte vullen

5 Het postmoderne historisch besef


Het laatmoderne historisch besef slaagde echter niet. De fantoompijn bleef Het gevoel van verlies van de vertrouwde wereld bleef. Misschien was dat ook onvermijdelijk. De kloof geslaan door de veranderingen vanaf de jaren 60 was gewoonweg te groot. Ze liet zich niet vullen door re-enactments, retromode, Ze had de existentialiteit van verandering blootgelegd (simpeler gezegd: ze had getoond dat verandering onvermijdelijk is, dat niets blijvend is). Bovendien hing het laatmodern historisch besef niet genoeg aan een verhaal vast. Retrochic, waren gewoon aparte geheeltjes die niet echt een verband hadden met het verhaal van het verleden. Ze waren hol. Reacties: Terug een nieuw historisch besef. Ditmaal is er geen innige verbondenheid met of hang naar het verleden meer. Nee, nugaat men de afstand tussen het heden en het verleden meten en daaruit conclusies trekken. Het verleden wordt een vreemd verleden. De geschiedenis wordt herinnering. Vervreemding van het verleden Niet het overbruggen maar het bevestigen van de kloof tussen heden en verleden Geen nostalgie naar (= verlangen naar het verleden maar beseffen dat je niet terug kan) maar verwondering over het verleden The past is a foreign country -> wie het verleden bezoekt (= bestudeerd) wordt vooral op de verschillen gewezen (net zoals een tourist in het buitenland)

Interesse in memory studies -> bijvoorbeeld interesse in lieux de memoire in de huidige geschiedschrijving. Lieux de memoire zijn plaatsen waaraan herinneringen worden gekoppeld. Het zijn herinneringen die tot symbolische elementen werden verheven in het geheel van het publieke geheugen.

Epiloog
Wat is in deze context nog de maatschappelijke taak van een historicus? Het klonk in het begin dat De historicus de wortels van de eigen tijd in het verleden moet blootleggen Maar als men vooral de afstand tussen het verleden en het heden benadrukt, kan dat niet meer. De historicus moet er niet naar streven die afstand tussen heden en verleden op te heffen of terug de oude idealen aan te halen. Hij moet ook geen conservator van het verleden zijn. Wat hij moet doen is een historische gevoeligheid ontwikkelen die hem toelaat het specifieke van het door hem bestudeerde verleden te achterhalen. Zo kan hij erin slagen de andere werelden van het verleden voor het publiek duidelijk te maken en de voorbije culturen te ontsluiten. De studie van het verleden veronderstelt niet langer een innige verbondenheid met het verleden. Dat soort historisch besef (verbondenheidsgevoel) is inderdaad gerodeerd. Historisch besef maakt immers ook deel uit van de geschiedenis, het is ook veranderlijk.

Vous aimerez peut-être aussi