Vous êtes sur la page 1sur 1

07 juli 2012 Het Financieele Dagblad

Ook zonder de euro was er crisis. Die is door de financile sector veroorzaakt
Zonder de eenheidsmunt zou de kans op wanbetaling alleen maar groter zijn geweest

Wouter J. den Haan ok zonder de euro zou er een crisis zijn. De oorzaak van de huidige misre ligt in de financile sector. Er lijkt geen einde te komen aan de financile crisis die zon vijf jaar geleden begon. Toen de ergste problemen in de financile sector voorbij waren, werd de oplopende overheidsschuld in een aantal eurolanden problematisch. De perikelen in Griekenland, Ierland en Portugal werden gevolgd door oplopende rentestanden op Italiaanse en Spaanse overheidsschuld. Het bestaan van de euro beperkt een aantal opties die herstel van betalingsproblemen en de economische groei ten goede zouden kunnen komen, zoals een depreciatie van de munt en een stimulerend begrotingbeleid. Reddingsacties zorgden ook voor forse financile verplichtingen voor de andere eurolanden. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat getwijfeld wordt aan de voordelen van de euro. Zou de economische situatie niet beter zijn geweest als de euro nooit bestaan had? Zou het opbreken van

de euro het herstel van de groei niet ten goede komen? In de jaren voor de creatie van de euro waren er, net als nu, landen die een substantieel hogere rente moesten betalen. Toen waren beleggers niet zozeer bezorgd over wanbetaling, als wel over schommelingen in de wisselkoers. Het is frappant dat het om dezelfde landen gaat. Het lijkt erop dat de euro beleggers vertrouwen heeft gegeven, want voor lange tijd waren in het eurogebied rentestanden op de overheidsschuld nagenoeg aan elkaar gelijk. Een lage rentestand kan een regering stimuleren meer te lenen. Maar het begrotingsbeleid is niet buitensporig geweest. Met uitzondering van Griekenland zijn de stijgende overheidsschulden en oplopende tekorten in de eerste plaats te wijten aan de financile crisis. Maar de overheid is niet de enige die geld leent. Sinds begin jaren negentig is in Zuid-Europa het tekort op de betalingsbalans (verschil tussen inkomsten en uitgaven) gestaag gegroeid. Het omgekeerde gebeurde in NoordEuropa. Als Zuid-Europa een eigen munt had gehad, had een

depreciatie de stijgende tekorten kunnen corrigeren door importen duurder en exporten goedkoper te maken. Maar wisselkoersen reageren vaak niet zoals we zouden willen. Ook zonder de euro zou het vertrouwen van beleggers in landen als Griekenland en Spanje wel eens toegenomen kunnen zijn. Dit zou appreciaties van de drachme en de peseta tot gevolg hebben gehad en de betalingsbalanstekorten juist vergroot hebben. Ook al is het heel goed mogelijk dat de euro een misplaatst gevoel van vertrouwen heeft gecreerd, dit kan maar een beperkte rol hebben gespeeld bij het uitbreken van de financile crisis en de sterk oplopende overheidstekorten. Maar is het mogelijk dat de euro tenminste de consequenties van de financile crisis heeft verergerd en herstel belemmert? Stel dat Spanje nog de peseta had gehad (of weer invoert), dan

Voorheen waren beleggers bezorgd over schommelingen in de wisselkoers

zou het vreemd zijn als de (denkbeeldige) peseta nu niet flink in waarde zou dalen. Spanje exporteert ongeveer een kwart van de totale productie. Een depreciatie zou de Spaanse economie dus kunnen stimuleren, net zoals dat begin jaren negentig in Argentini gebeurde. Maar er zijn twee belangrijke verschillen. In de jaren negentig ging het goed met de wereldeconomie (ook in Zuid-Amerika), zodat er voldoende vraag was naar Argentijnse goederen. Het andere verschil is dat gemporteerde goederen belangrijk zijn voor de productie van Spaanse export. Een depreciatie maakt importeren duurder. De vraag is of Spaanse bedrijven geld kunnen lenen om duurdere grondstoffen en andere benodigde importen te kunnen betalen. Eurolanden kunnen ook niet de rele waarde van de schuld verminderen door via een stimulerend monetair beleid de inflatie te verhogen. Zelfs als dit mogelijk zou zijn in de huidige situatie, dan verlaagt dit alleen de rele schuldenlast als de overheidsschuld in de eigen valuta is uitgegeven. Als de euro er niet geweest was en de overheidsschuld van de

probleemlanden niet in de eigen valuta genomineerd was geweest, zou de kans op wanbetaling alleen maar groter zijn geweest. En zonder de euro zou dit ook nadelige gevolgen hebben gehad voor de rest van Europa, bijvoorbeeld voor banken en pensioenfondsen, want de globalisatie van de financile sector zou toch plaatsgehad hebben. Economische crises horen bij het leven. Dat betekent niet dat we het aantal crises niet kunnen verminderen of de schade verminderen door goed beleid en de juiste instellingen te kiezen. Maar ik kan me moeilijk voorstellen dat de euro de huidige situatie erg veel slechter heeft gemaakt. Ook flexibele wisselkoersen kunnen problematisch zijn. Dat betekent niet dat de euro niet verbeterd kan worden. Het grootste probleem van de euro zou wel eens kunnen zijn dat de aandacht voor de eenheidsmunt een gezamenlijke en stelselmatige aanpak van de financile sector in de weg staat. Wouter J. Den Haan is hoogleraar Economie aan de London School of Economics and Political Science.

Illustratie: Rhonald Blommestijn

Vous aimerez peut-être aussi