Vous êtes sur la page 1sur 62

CURSUS INSPECTIE & KEURINGEN

I&K- level II

RISK BASED INSPECTION 2INSP3


2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

INHOUD
1. ACHTERGROND.........................................................................1
2. DRIJVENDE KRACHTEN .....................................................…..2
3.INTRODUCTIE.............................................................................3
4. RISICO = FAALKANS x G………................................................4
5. RISICO MATRIX ........................................................................ 5
6. SCREENING ANALYSIS ............................................................6
7. DETAILED ANALYSIS..................................................................7
8. DE FAALKANS CATEGORIE......................................................8
9. DE EQUIPMENT FACTOR .........................................................9
10. CORROSIE ONDER ISOLATIE BIJ LEIDINGEN....................10
11. MANAGEMENT SYSTEEM EVALUATIE.................................11
12. DE CONSEQUENTIE CATEGORIE........................................12
13. INSPECTIEPROGRAMMA .....................................................13
14. HERBEOORDELINGS TERMIJNEN……………………………14
15. ONDERSTEUNENDE TOOLS…………………………………. 15
16. PRAKTIJK VOORBEELD………………………………………..16
17. PROJECT AANPAK………………………………………………17
18. NIEUWE TRENDS IN RBI……………………………………….18
19. LITERATUUR……………………………………………………..19
2INSP3 RBI I&K level II

1. ACHTERGROND

Risk Based Inspection heeft de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt en wordt
in de proces industrie steeds meer toegepast.
Het American Petroleum Institute (API) heeft met olie- en petrochemische bedrijven in de jaren
negentig een RBI methode ontwikkeld, die is vastgelegd in Recommended Practice API 581/580.
In 2002 zijn de Nederlandse Regels voor Toestellen onder Druk uitgebreid met procedures voor
herbeoordeling op basis van risico en bestaat naast jaargrensoverschrijding, termijnverlenging nu
ook termijnflexibilisering, T0102, met het referentie model voor herbeoordeling op basis van risico
T0260.
In 2004 is een meerjarig research programma afgerond onder de naam "Risk Based Inspection
and Maintenance Procedures for the European Industry (RIMAP)". Daar waar de huidige
methodieken nog beperkingen hebben voor uitsluitend drukhoudende apparatuur zullen de
RIMAP methodieken betrekking hebben op alle typen apparatuur, dus ook voor instrumentatie,
elektrische en roterende apparatuur.

RBI blijkt in de praktijk een gedegen methode om tot goede management- en


inspectiebeslissingen te komen, waarbij de integriteit van proces installaties optimaal worden
gewaarborgd binnen de beschikbare middelen, tevens is een bijkomend effect dat de
betrouwbaarheid van de installatie toe neemt.
2INSP3 RBI I&K level II

2. DRIJVENDE KRACHTEN
De drijvende krachten achter RBI kunnen als volgt worden samengevat:
· Veiliger bedrijfsvoering door verminderde kans op falen
· Verhoging van beschikbaarheid van installaties
· Optimalisatie van inspectie- en onderhoud kosten
· Verbetering van winstgevendheid
· Aanpak bij veroudering van installaties
· Vermijden van catastrofaal falen
· Van vaste naar flexibele inspectietermijnen
2INSP3 RBI I&K level II

3. INTRODUCTIE

Risk Based Inspection is een methode waarbij risico wordt gebruik als basis voor het
rangschikken en opstellen van een kosten bewust inspectie programma. Een programma dat
antwoord geeft op de vraag hoe, waar en wanneer een proces installatie, inclusief de
drukhoudende leidingen, te inspecteren en te onderhouden. Bij proces installaties blijkt
een relatief groot percentage van het risico bepaald te worden door een betrekkelijk klein
percentage van de apparatuur en leidingen. Studies en onderzoek bevestigen het Pareto
Principe, waaruit blijkt dat ten minste 80% van het risico wordt bepaald door ten hoogste 20% van
de apparatuur.
Dus een groot gedeelte van de apparatuur heeft een laag risico, waarvoor onder de huidige
regelgeving, termijnverlening of flexibilisering van inspectie kan worden verkregen.

Risk Based Inspection zorgt er voor dat bij een gelijkblijvende inspectie- en onderhouds
inspanning, een hoger niveau van risico beheersing wordt verkregen. Het voordeel hiervan is dat
de beschikbaarheid van de installatie wordt vergroot, zonder dat het risico toeneemt. Hierdoor
neemt de winstgevendheid van de installatie toe en zullen ook de bedrijfskosten voor operatie,
onderhoud en inspectie afnemen. Daarnaast wordt de
betrouwbaarheid en veiligheid vergroot en levert Risk Based Inspection een inzicht over de
veroudering van proces installaties.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

4. RISICO = FAALKANS x GEVOLG

Risk Based Inspection is een hybride techniek, die de discipline van mechanische integriteit
combineert met die van risico analyse. Het risico in een drukhoudende installatie is gedefinieerd
als een combinatie van de kans op falen en de gevolgen van het falen. Per equipment item wordt
het risico bepaald. Een equipment item is bijvoorbeeld een drukvat, een warmte wisselaar, een
kolom, een leiding enz.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

De werkwijze om een kostenbewust inspectie programma op te zetten kregen, is in het kort


samengevat:

· Onderzoek installaties op gebieden van hoog risico.

· Bepaal het risico per apparaat of leiding.

· Rangschik de apparatuur en het leidingwerk op basis van het risico.

· Ontwerp een kostenbewust inspectie programma.

· Behandel op systematische wijze het risico van falende apparatuur en


leidingen.
2INSP3 RBI I&K level II

5. RISICO MATRIX

Een methode om Risk Based Inspectie toe te passen is om alle equipment items uit de studie in
een matrix te plaatsen. Deze semi-kwantitatieve manier toont in een oogopslag het aantal
equipment items van hoog naar laag risico. Direct is zichtbaar of het risico wordt gedomineerd
door de kans op falen of door de gevolgen van falen.
Welke items verdienen meer aandacht voor inspectie en welke items dragen bij aan vermindering
van gevolgen. De matrix geeft een goede weergave van het risico van de installatie.
Er zijn 4 risico niveaus. Voor ieder equipment item worden de relatieve faalkans categorie (1 tot 5)
en de gevolgen van falen (A tot E) bepaald.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

6. SCREENING ANALYSIS

Risk Based Inspection kent meerdere analyse vormen.


Het is vaak goed om te beginnen met een globale analyse, die snel inzicht geeft in het risico
profiel van de plant. Hierbij kan tevens het equipment worden gerangschikt in risico van hoog naar
laag. Zo'n analyse wordt een screening analyse genoemd. Ook komt men wel tegen de term
semi-kwalitatieve analyse als er gebruik gemaakt wordt van een matrix. Deze vorm van analyse
kan worden gebruikt om een grove indeling te maken en na te gaan welke equipment items een
hoog risico hebben en waarvoor een nadere analyse nodig is. Tevens kan gezien worden welke
items zo'n laag risico hebben dat nadere analyse weinig toevoegt en niet behoeft te worden
uitgevoerd.

De screening aanpak gebruikt dezelfde concepten van "Kans op falen" en "Gevolgen van falen",
behalve dat een veel lager niveau van diepgang wordt gebruikt. Het voordeel daarbij is dat minder
gegevens nodig zijn en dat zo'n analyse ook snel kan worden gemaakt. De analyse geeft een
kwalitatieve factor voor de kans op falen (vaak wordt een inschatting gebruikt zoals geen,
beperkte, gemiddelde en/of hoge corrosie). De kans op falen vertegenwoordigd een factor voor de
conditie van het equipment.
2INSP3 RBI I&K level II

De gevolgen van dat falen worden gewogen naar schade ten gevolge van grens overschrijdend
incident, kans op letsel in de gradatie licht letsel EHBO behandeling tot fataal letsel, van Brand
en/of Explosie, Toxiciteit, Milieuschade en Economische schade. Vaak wordt gebruikt
gemaakt van een lijstje met vragen, waarbij de gevolgschade in categorieën (A tot E) wordt
ingedeeld. Een goede manier om de gevolgen van ondermeer brand, explosive en giftigheid op
een conservatieve manier in te schatten is gebruikt te maken van de informatie die op de
chemiekaart van het product dat door het equipment stroomt te gebruiken. Gebruik kan worden
gemaakt van de NFPA (National Fire Protection Association) diamant. Dit is een code die het
relatieve risico voor de gezondheid, het brandgevaar en de instabiliteit van een product aangeeft.
De screening analyse moet altijd op een conservatieve manier worden uitgevoerd. Een nadeel
daarvan is dat als op basis van screening inspecties worden uitgevoerd, te veel wordt
geïnspecteerd. Daarom vormt de screening analyse de basis voor de gedetailleerde analyse,
waarbij tenminste de "midden hoog" en "hoge" risico items nader worden uitgewerkt.
2INSP3 RBI I&K level II

7. DETAILED ANALYSIS

Een veel uitgebreidere studie is de gedetailleerde analyse. De studie is het vervolg op de


screening analyse, maar kan ook rechtstreeks gestart worden als voldoende detail gegevens
bekend zijn. De kans op falen (LOF = likelihood of failure) en de gevolgen van falen (COF =
consequence of failure) worden berekend. Men noemt zo'n analyse ook wel een kwantitatieve
analyse.

Een gedetailleerde analyse maakt uitgebreide berekeningen en gebruikt daarvoor equipment


gegevens, zoals diameter, wanddikte, lengte, corrosiesnelheid, leeftijd, inspectie historie, isolatie,
coating, temperatuur, druk, product en dergelijke. Deze gegevens bepalen de equipment
specifieke faalfactor. Ook worden de resultaten van inspecties die in het verleden verricht zijn in
deze analyse meegenomen.
Voor het berekenen van de faalkans bestaan de gedetailleerde modellen voor specifieke schade
mechanismen zoals ondermeer inwendige corrosie, corrosie onder isolatie, spanningscorrosie
etc.
Coating geeft een reductie factor echter moet wel de leeftijd van de coating bekend zijn.
2INSP3 RBI I&K level II

De gevolgen van falen worden berekend aan de hand van ontsnappingsmodellen.


Windsnelheid en windrichting zijn factoren die worden meegenomen in de verdunnings
berekening. Voor verschillende producten zijn de effecten verschillend en deze worden uiteindelijk
uitgedrukt in een oppervlakte naar giftigheid en brandbaarheid. Op deze wijze wordt het effect
naar veiligheid (safety) berekend. Zo'n oppervlakte (effected zone) kan dan worden
vermenigvuldigd met financiele waarden, die afhankelijk zijn van de procesinstallatie. Zo kan men
de effecten van schade aan het equipment en de schade ten gevolge van proces onderbreking
berekenen. De veiligheid kan apart worden geanalyseerd, maar kan eventueel ook worden
samengesteld met de equipment- en processchade om zo de totale kosten van het falen te
bepalen.
In de petrochemische industrie is imago schade ook een belangrijke factor.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

8. DE FAALKANS CATEGORIE

De kans op falen (likelihood of failure) is gebaseerd op:


.Een generieke faal frequentie. Voor ieder type equipment zijn voor
verschillende scenario’s faalfrequenties bepaald, welke zijn gebaseerd
op industriële standaards en historische gegevens. Zo’n faalfrequentie
geeft aan hoe groot de kans op falen per tijdseenheid is.
· De Equipment Modificatie Factor, welke de specifieke operationele
condities per equipment item weergeven.
· De Management Modificatie Factor, waarbij de bedrijfsvoering van de
installatie wordt beoordeeld. Voor Nederland wordt deze factor op 1
gezet en gelden de voorwaarden aan de gebruiker volgens G 0205.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

9. DE EQUIPMENT FACTOR

De Equipment Modificatie Factor, is een belangrijke factor voor de technische beheersbaarheid


en bevat een aantal modules, die het effect van specifieke faalmechanismen beoordelen, zoals:
· inwendige corrosie
· uitwendige corrosie
. chloride spannings corrosie
· corrosie onder isolatie
. kruip bij hoge temperatuur
· hoge temperatuur waterstof aantasting
· vermoeiing
· brosse breuk
Iedere technische module kent op zijn beurt weer een aantal submodules om zo goed mogelijk de
degradatie snelheid te bepalen, als deze niet door eerder uitgevoerde inspectie bekend is of daar
waar onvoldoende expertise aanwezig is.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

10. CORROSIE ONDER ISOLATIE BIJ LEIDINGEN

Een van de grootste problemen bij leidingen is het fenomeen corrosie onder isolatie.
Dikwijls is jaren lang niets aan inspectie gedaan en wil men graag inzicht krijgen in de risico's voor
het bedrijf en de mensen die daar werken.
Het schade mechanisme Corrosie Onder Isolatie kan zich voordoen bij koolstofstaal, laag
gelegeerde koolstofstalen en RVS apparatuur en leidingen, die geïsoleerd/ongeïsoleerd zijn en
geopereerd worden in een bepaald temperatuurgebied.
De corrosie ontstaat doordat water zich verzameld tussen de isolatie en het metaal oppervlak. De
oorzaak kan zijn hemelwater, water dat lekt door de isolatie, condensatie, sprinkler systemen
water dat vrijkomt bij clean werkzaamheden. Corrosie Onder Isolatie is veelal plaatselijk.
2INSP3 RBI I&K level II

Aspecten die bepalend zijn voor een goede RBI analyse zijn:
· De gemiddelde hoeveelheid regenval per jaar
· De conditie van de isolatie
· Is er een coating aangebracht onder de isolatie?
· De conditie van de coating
· De leeftijd van de coating
· Hoe vaak is er geïnspecteerd?
· Hoe effectief waren die inspecties?
· Welk product stroomt door de leidingen?
· Welke hoeveelheid product kan er vrijkomen?
· De proces temperatuur van de leiding
· De proces druk
. Wat is de kans dat er bedienend en of onderhoudspersoneel in de
plant aanwezig is (mitigation)

Aangezien de meeste van bovenstaande aspecten algemeen zijn voor de leidingen kan snel
worden bepaald aan de hand van enkele specifieke gegevens, wat er verwacht of niet verwacht
wordt aan acties om de veiligheid en onderhoud van de leidingen op een aanvaardbaar niveau te
houden.
2INSP3 RBI I&K level II

11. MANAGEMENT SYSTEEM EVALUATIE

De Regels voor toestellen onder druk G 0205 Periodieke herbeoordeling “Voorwaarden aan de
gebruiker” geven de algemene voorwaarden waaraan de gebruiker moet voldoen in geval van
herbeoordeling van toestellen onder druk volgens blad T 0102. Zaken als equipment historie,
deskundigheid inspecteurs, onafhankelijkheid inspectie afdeling, kwaliteit van de procedures
worden op hoog niveau benoemd.
Het belang van een effectieve organisatorische beheersbaarheid wordt alom erkend om de
mechanische integriteit van proces equipment te handhaven en derhalve ter voorkoming van het
vrijkomen van gevaarlijke stoffen.

In API 581 wordt een Management Evaluatie Factor toegevoegd om de generieke faalfrequentie
aan te passen voor verschillen in proces veiligheid. Deze factor wordt bepaald aan de hand van
interviews middels een gestandaardiseerde audit en wordt voor alle equipment op dezelfde wijze
toegepast. Een dergelijke audit kan snel inzicht geven waar de organisatie inhoudelijk staat als
RBI wordt ingevoerd. De evaluatie kan ook gebruikt worden als benchmark.
2INSP3 RBI I&K level II

De Management Systeem Evaluatie bevat de volgende elementen:


· Leiderschap & administratie
· Proces veiligheid
· Proces gevaren analyse
· Wijzigingsprocedures (MOC)
· Operationele procedures
. Werkvergunnig procedure
· Veilig werken
· Opleiding
· Mechanische integriteit
· Pre-startup safety review (PSSR)
· Noodmaatregelen (Calamiteiten procedures)
· Ongevallen onderzoek
· Aannemers (TRA’S, instructies, informative over de unit waar
werkzaamheden worden uitgevoerd)
· Management system beoordeling
2INSP3 RBI I&K level II

12. DE CONSEQUENTIE CATEGORIE

Het behoeft geen uitleg dat falen van equipment of leidingen moet worden voorkomen door tijdig
actie te ondernemen door inspectie en/of onderhoud. Het is wel van belang om inzicht te
verkrijgen in de gevolgen van het falen.
De belangrijkste gevaren en gevolgen (risico’s) in petrochemische installaties zijn:
· Brand en explosie risico’s
· Toxische, carcinogene en mutagene risico’s
· Proces onderbreking
· Financiële risico’s
. Imago schade

Door falen kunnen chemische stoffen (producten) vrijkomen, die zich vervolgens verspreiden over
een bepaald gebied. De gevolgen hangen onder meer af van de eigenschappen van die stoffen
en de hoeveelheid die vrijkomt. Voor iedere stof in de installatie worden een aantal effect
modellen gemaakt (MER). Met behulp van deze modellen kunnen de gevolgen voor ieder stuk
opgestelde equipment worden bepaald, voor zowel de schade tengevolge van brand en explosie
als de schade voor het milieu en de gezondheid. In de risico matrix wordt de consequentie
uitgedrukt in een letter. De laagste consequentie categorie is A en de hoogste categorie is E.
2INSP3 RBI I&K level II

In een consequentie berekening worden de volgende fasen onderscheiden:


· Vaststellen product eigenschappen
· Vaststellen hoeveelheid die kan vrijkomen bij daarvoor ontwikkelde
scenario’s
· Voorspelling van de resultaten, gas of vloeistof fase, snelheid, tijdsduur
· Detectie en insluitsystemen
· Toepassing van effect modellen om de gevolgen te berekenen.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

13. INSPECTIEPROGRAMMA

Het doel van een inspectieprogramma is om activiteiten vast te stellen en uit te voeren, die
noodzakelijk zijn om falen van equipment tijdig op te sporen en vroegtijdig maatregelen te nemen
voordat een risicovolle situatie ontstaat. Risk Based Inspectie levert een kostenbewust
inspectieprogramma, waarbij apparatuur en leidingwerk van de installatie
wordt gerangschikt op basis van risico: faalkans en gevolg. Door te inspecteren wordt de kans op
falen verkleind en derhalve wordt het risico gereduceerd. Een Risk Based Inspection programma
is een aanvulling op conventionele inspectie technieken door gebruik te maken van concepten en
methoden die systematisch helpen in het nemen van
de juiste beslissingen.
2INSP3 RBI I&K level II

Een Risk Based Inspection programma beoordeelt tevens de effectiviteit van verschillende
inspectie technieken. Het heeft niet veel zin om meer te inspecteren dan nodig is of om
technieken te gebruiken die niet het gewenste resultaat opleveren of ongeschikt zijn om het
optredende degradatie fenomeen vast te stellen. Het effect op de vermindering van risico kan
voor ieder inspectieplan en voor elk equipement item worden bepaald. Zo kan de inspectie
activiteit of de inspectie frequentie worden verminderd als geen duidelijke verbetering in risico
reductie wordt verkregen bij grotere inspectie inspanning. Andersom kan worden besloten om een
efficiëntere inspectie techniek toe te passen als blijkt dat er onvoldoende vermindering van risico
wordt verkregen. Ieder schademechanisme heeft specifieke richtlijnen voor het vaststellen van de
inspectie effectiviteit. Onderstaande tabel geeft een generiek overzicht.

Het kan ook betekenen dat de inspectie interval korter moet zijn dan de wettelijk vereiste termijn.
Dit kan betekenen dat er een upgrading van materiaal vereist is om niet uit de “pas” te lope met
de andere equipment in de installatie.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

14. HERBEOORDELINGSTERMIJNEN

Hoewel Risk Based Inspectie het mogelijk maakt om gebruik te maken van flexibele inspectie
termijnen voor periodieke herbeoordeling, worden op dit moment in Nederland nog drie type
termijnen onderscheiden.
· Vaste termijnen
In onderstaande voorbeeld tabel is weergeven welke vaste termijnen er
gehanteerd worden in de "Regels voor toestellen onder druk".
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

. Jaargrens overschrijding
Het is mogelijk dat, de bevoegde instantie jaargrensoverschrijding van het geldende keurjaar met
3 maanden toestaat.

· Termijn verlenging
Het is mogelijk dat, de bevoegde instantie termijnverlenging kan verlenen waarbij de
bovenstaande vaste termijnen worden verlengd tot twee termijnen, indien aan bepaalde
voorwaarden zijn voldaan welke zijn vastgelegd in T0102 Termijnverlenging.

· Flexibele termijnen
Het is sinds medio 2002 ook mogelijk dat de bevoegde instantie termijnverlenging verleent
waarbij de bovenstaande vaste termijnen worden verlengd op basis van de nieuwe regels T0102
Termijnflexibilisering, tot maximaal vier maal de vaste herbeoordelingstermijn.
2INSP3 RBI I&K level II

15. ONDERSTEUNENDE TOOLS

Indien een groot aantal leidingen en equipment items moeten worden beoordeeld is vereist dit
veel rekenwerk. De Risk Based Inspection methode vraagt om programmatuur waarmee een
aantal scenario’s snel kunnen worden doorgerekend om het meest optimale inspectie plan per
equipment item te bepalen.

Gebaseerd op API 581 (Base Resource Document) en/of T0260 (referentiemodel) hebben
ondermeer Shell, SGS, DNV, Lloyds Capstone en RTD ondersteunende RBI Software ontwikkeld.
Een aantal van deze pakketten zijn commercieel beschikbaar. De bijbehorende RBI methodiek is
door een werkgroep van de Technische Commissie Druktoestellen beoordeeld en gevalideerd.
Om termijnflexibilisering voor aangewezen equipment te kunnen aanvragen bij de bevoegde
instantie dient een gevalideerde RBI methodiek te worden toegepast.

Het software programma helpt in het nemen van de juiste beslissingen. Ook kan het risico in de
tijd worden bepaald, hetgeen aanleiding kan geven om in plaats van een vast inspectie termijn
naar een meer flexibele termijn over te gaan. De kracht van de computer geeft de mogelijkheid
om voor grote aantallen equipment en leidingwerk snelen systematisch een risico analyse te
maken.
2INSP3 RBI I&K level II

16. PRAKTIJK VOORBEELD

Een praktijk voorbeeld van een plant met equipment en leidingen is zichtbaar gemaakt in
onderstaande matrix. De matrix is gegenereerd door het software programma. De matrix geeft
aan waar en of er hoog risico items in de unit zijn. De matrix toont het aantal items van hoog naar
laag. Er zijn hier 49 stuks equipment of wel 11% (apparatuur en leidingen) met een likelihood van
5 die in de hoge risico categorie scoren. Deze zijn goede kandidaten voor mogelijke
aanpassingen. Er zijn 159 items die in categorie med high scoren met wisselende likelihood, er
zijn 139 items die in de catagorie med low scoren met een wisselende likelihood en er zijn 69
items die in de categorie low scoren met eveneens wisselende likelihood.

De matrix is een goed uitgangspunt voor het opzetten van een inspectie strategie. Ook kunnen
financiële consequenties en besparingen worden doorgerekend.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

Wordt het totale risico van de 451 items uitgezet in een grafiek, dan is duidelijk zichtbaar dat 20%
van de equipment items verantwoordelijk is voor ca 83% van het risico in deze plant. De meeste
studies tonen zelfs een nauwer beeld van 90 - 10%.

Het Pareto principe wordt ook hier bevestigd, dat slechts een klein gedeelte van het equipment
verantwoordelijk is voor het grootste gedeelte van het totale risico. Door op deze hoog risico items
te concentreren wordt niet alleen de veiligheid van de plant verhoogd, maar zal de
beschikbaarheid/betrouwbaarheid van de installatie eveneens verbeteren. Dit zal weer leiden tot
een verhoging van de opbrengst van de plant, hetgeen zal leiden tot een hogere
winstgevendheid, hetgeen dikwijls een grotere bijdrage levert dan het kostenbesparend element.
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

17. PROJECT AANPAK

Tijdens de ontwikkeling en invoering van Risk Based Inspection programma’s is gebleken dat een
klein team, samengesteld uit verschillende disciplines, leidt tot de beste resultaten.
In het team dienen de volgende disciplines te zijn vertegenwoordigd:
Mechanical Engineer, Proces Engineer, Metaalkundige/corrosie deskundige, senior inspecteur,
onderhouds engineer, hoofd process operator.
Hierdoor wordt van de best beschikbare expertise gebruik gemaakt en vindt ruime kennis
overdracht plaats. In de regel is veel kennis van de installatie aanwezig bij het bedrijf, waardoor
de benodigde gegevens voor de studie aanwezig isen kan worden verzameld. Een project
uitgevoerd door een team geeft de mogelijkheid om de RBI methode te evalueren en in te passen
in reeds bestaande methoden als dat gewenst is.
2INSP3 RBI I&K level II

Een RBI project kan onder meer de volgende elementen bevatten:


· De corrosie studie
· Het bepalen van de faalmechanismen
· Het beoordelen van bestaande inspectiegegevens
· Het bepalen van de hoeveelheden product die kan vrijkomen
· De risico analyses
· Verificatie in de installatie
· Het opzetten van inspectie plannen
· Het uitvoeren van inspecties
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

18. NIEUWE TRENDS IN RBI

RIMAP
In 2004 werd een vierjarig programma onder de naam "Risk Based Inspection and Maintenance
Procedures for the European Industry (RIMAP)" afgerond. Een consortium van 16 bedrijven uit
negen landen - waaronder TNO, DNV, TÜV, Dow, Exxon en Duitse elektriciteitsproducenten -
namen deel aan dit researchprogramma om
te komen tot uniforme richtlijnen voor het plannen en uitvoeren van inspectie en onderhoud op
basis van risico. De ontwikkelende methodieken hebben niet alleen betrekking op drukapparatuur,
maar op alle apparatuur (instrumentatie, elektrisch, roterend, etc.), apparatuur in de nucleaire
industrie was uitgesloten. Het accent ligt op kwaliteit van de elementen in het werkproces en de
noodzaak voor continu verbetering.
De RIMAP structuur is opgebouwd uit lagen:
2INSP3 RBI I&K level II
2INSP3 RBI I&K level II

Warenwetbesluit Drukapparatuur
In augustus 2005 is het 'Warenwetbesluit Drukapparatuur' in werking getreden. Volgens het
besluit moet drukapparatuur, samenstellen en druksystemen worden onderworpen aan
herkeuringen. Het nieuwe regime voor herkeuring is niet van toepassing voor drukapparatuur,
samenstellen en druksystemen die reeds in bedrijf zijn gesteld voor de inwerkingtreding van (1
augustus 2005). Het nieuwe regime wordt van toepassing op het moment dat de apparatuur de
eerstvolgende herkeuring volgens de 'oude' wetgeving moet ondergaan. De frequentie en de
omvang van de keuring zijn afhankelijk van de indeling van de drukapparatuur. Voor
drukapparaten, samenstellen en druksystemen die volgens de ‘oude' regelgeving zijn ontworpen
en gefabriceerd gelden de termijnen volgens de 'Regels voor Toestellen onder Druk'.
Termijnflexibilisering (RBI) valt hier binnen.
2INSP3 RBI I&K level II

19. LITERATUUR

G 0205 Voorwaarden an de gebruiker


T 0102 Periodieke herbeoordeling, appendix II
T 0260 Herbeoordeling op basis van risico; reference model

API 580
Chapter 7 Data and information collection
Chapter 8 Identifying deterioration mechanisms and failure modes
Chapter 9 Assessing probability of failure
Chapter 10 Assessing consequence of failure
Chapter 11 Risk determination, assessment and management
2INSP3 RBI I&K level II

API 581
Section 7 Consequence analysis
Section 8 Likelihood analysis
Section 9 Development of inspection program to reduce risk

Implementing and Evergreening RBI in Process Plants (Materials Technology Institute)


2INSP3 RBI I&K level II

Vragen.
2INSP3 RBI I&K level II

n UITWENDIGE AANTASTING
2INSP3 RBI I&K level II

n UITWENDIGE AANTASTING
2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting
2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting
2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting
2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting
2INSP3 RBI I&K level II

n UITWENDIGE AANTASTING PAKKING LEKKAGE


2INSP3 RBI I&K level II

 Gevolg van inwatering Chloride stress cracking.


2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting
2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting
2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting
2INSP3 RBI I&K level II

n IN-UITWENDIG AANGEBRACHTE HALAR COATING


2INSP3 RBI I&K level II

 inwendige blistering van ptfe lining


2INSP3 RBI I&K level II

 Uitwendige aantasting

Vous aimerez peut-être aussi