Préparation de l’activité ludique – Jeu de

l’oie sur les habitudes alimentaires.

Activité 3 : Jeu de l’oie – EO.

Objectif spécifique : les élèves seront capables de répondre à des questions (wat eet je graag
bij het ontbijt, eet je graag fruit, wat drink je graag voor je middagmaal, ben je vegetarisch,
ben je allergisch, ben je op dieet, wanneer eet je je warme maaltijd, welke groenten eet je het
liefste,eet je graag in een restaurant, wat is je lievelingsrestaurant, eet je vaak in
MacDonald’s ?) sur leurs habitudes alimentaires, poser certaines questions à leur partenaire
et créer des phrases en y insérant du vocabulaire relatif à la nourriture.

Méthodologie Matière enseignée

Temps : 20 minutes
Matériel utilisé : les planches de jeu
Compétence travaillée : EO

Les élèves doivent lancer le dé et être “Laten we nu spelen. Het is een ganzenbord
capable de répondre aux différentes over eetgewoontes. Jullie moeten de
exigences qui leur sont demandées. dobbelstenen gooien en op verschillende
vragen antwoorden, vragen stellen en
1. Poser des questions sur les habitudes zinnen maken.”
alimentaires
2. Former des phrases sur leurs Ganzenbord: Je montre aux élèves le plateau
habitudes alimentaires en utilisant de jeu sur le TBI.
des mots imposés.
3. Répondre à des questions sur leurs
habitudes alimentaires.

1
Avant de débuter le jeu, je demande aux “Is het begrepen? X, kan je opnieuw
élèves s’ils comprennent les règles du jeu et verklaren?”
demande à quelqu’un de réexpliquer.

Avant la partie :

Les élèves disposent de 5 planches. Ils “Er zijn vijf gazenborden. Neem een en neem
doivent se placer par groupe de 4. Ils doivent een zakje met een dobbelsteen en vier
venir chercher des petits sachets contenant pionnen.”
4 pions de différentes couleurs et un dé.

Je m’assure également que les élèves

comprennent les différentes structures du
jeu de l’oie.
- Vooruit Wat betekent “vooruit”, “achteruit” en
- Achteruit “gooi opnieuw de dobbelsteen”?
- Gooi opnieuw de dobbelsteen.

Pour m’assurer que ce soit compris, je les

illustre au tableau.

Durant la partie : Les questions à poser :

Lorsque les différents groupes jouent, je
passe entre les bancs pour m’assurer qu’ils
parlent en langue cible. Si je constate que
certains ne le font pas, je leur pose
différentes questions :
- Wat heb je gezegd?
- Wat drink je graag ?
Ik drink graag cola.
- Wat eet je graag voor je avondmaal ?
Ik eet graag pizza met vlees.
- Wat is je lievelingseten ?
Mijn lievelingseten is pasta met
tomatensaus.
- Eet je graag groenten ?

2
- Wat betekent het in het Nederlands? Nee, ik eet niet graag groeten.
- Kan je herhalen? Ja, ik eet graag groenten.
- Eet je vlees elke dag ?
Ja, ik eet vaak vlees.
Nee, ik eet nooit vlees.
- Wat zijn twee van je eetgewoontes?
Elke dag eet ik fruit. Ik eet altijd
groeten voor mijn middagmaal.

Les questions auxquelles ils doivent

répondre:
- Wat eet je graag bij het ontbijt ?
Ik eet graag boterhammen met
chocopasta.
- Eet je graag fruit?
Ik eet graag fruit.
Ik eet niet graag fruit.
- Wat drink je graag voor je
middagmaal?
Ik drink graag water voor mijn
middagmaal?
- Ben je vegetarisch?
Ik ben vegetarisch niet.
Ik ben vegetarisch.
- Ben je allergisch?
Ik ben allergisch niet.
- Ben je op dieet?
Ik ben niet op dieet.
- Wanneer eet je je warme maaltijd?
Ik eet mijn warme maaltijd om 18.00.
- Welke groenten eet je het liefste ?

3
 Ik eet sla en tomaten het liefste.
- Eet je graag in een restaurant ?
Ik eet graag in een restaurant.
- Wat is je lievelingsrestaurant ?
Mijn lievelingsrestaurant is een
Italiaanse restaurant.
- Eet je vaak in MacDonald’s ?
Ik eet niet vaak in MacDonald’s.

Les mots à insérer dans des phrases:

Vaak, witloof, worst, melk en suiker,

middagmaal, cola.

- Ik eet vaak snoepjes.

- Ik eet niet graag witloof.
- Ik eet vaak worst met aardappelen.
- Ik drink koffie met melk en suiker.
- Ik eet vaak boterhammen met kaas
voor mijn middagmaal.
- Ik drink graag cola.

Après la partie:

Je demande aux élèves de venir déposer le

matériel sur le bureau.

Je demande ensuite à quelques élèves de

répondre à des questions vues lors de la
partie.