Les 15 - De sport

A. Woordenlijst
Schrijf deze woordenlijst in uw schrift.
Gebruik uw telefoon en zoek een goede vertaling.
Leer veel van deze woorden op: www.basisexameninburgering.nl - les 23

de sport de gele kaart

de vereniging de rode kaart
de club
het record voetbal
devlag tennis
de medaille
de kampioen winnen
de winnaar verliezen
de wedstrijd gooien
de supporter oefenen
de scheidsrechter trainen
het stadion voetballen
de spelregel rennen
de prijs bewegen
de overwinn ing sporten
het terrein hardlopen
hetzwembad zwemmen
de wintersport springen
de speler skiën
het spel schaatsen
de doping spelen
hetteam wandelen
het wereldrecord wielrennen
de bal
de voetbalclub moe
de trainer sportief
de overtreding
volgens mij
B. Leesvaardigheid

Tekst 1: Ongeluk met een racefiets

De beroemde wielrenner Eddie Merks is zondag naar een ziekenhuis gebracht. Hij is gevallen
tijdens de wielerwedstrijd Parijs-Roubaix. Hij heeft een botsing gehad met een motor. Eddie
Merks en de motor reden dichtbij elkaar. De verwondingen aan het hoofd van de Belgische
fietser zijn zeer ernstig. Hij is met zijn hoofd op de straat gevallen. Gelukkig had hij een helm
op zijn hoofd. Een toeschouwer heeft met zijn telefoon een filmpje gemaakt van het ongeluk.
Het filmpje is te zien op Vou Tube. De motorrijder is ook gevallen sa men met de cameraman
die achterop de motor zat. Eddie Merks ligt op dit moment in het stadsziekenhuis van Brussel.
Hij kan dit jaar niet meer fietsen. De motorrijder en de cameraman zijn niet gewond geraakt.
Wei zijn de motor en de camera beschadigd. Eris veel discussie over motorrijders die met de
fietsers meerijden tijdens wedstrijden. Er zijn soms botsingen tussen fietsers en motorrijders.
Wielrenners kunnen dan ernstig gewond raken, want de snelheid van wielrenners is vaak
erg hoog. Een wielrenner die van een heuvel naar beneden fietst kan wel 80 kilometer per
uur rijden. Bij een andere fietswedstrijd van twee weken geleden in de buurt van Parijs
gebeurde er een dodelijk ongeluk. Ook toen was er een botsing tussen een motorrijder en een
wielrenner. De wielrenner overleed direct.

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.

Vraag 1 - Wie heeft een film gemaakt van het ongeluk?
A Een cameraman op de motor.
B Een toeschouwer.
C Een wielrenner.
D Een motorrijder.
Vraag 2 - Hoe is de situatie van de wielrenner Eddie Merks?
A Hij is gewond.
B Hij is overleden.
C Hij ligt in zijn eigen bed in Brussel.
D Hij is niet gewond geraakt.
Vraag 3 - Hoe is de situatie van de motorrijder?
A Hij is gewond.
B Hij is overleden.
C Hij is niet gewond geraakt.

184 i•
Tekst 2: PSVen Arias

De Voetbalbond KNVB is een onderzoek gestart naar de bekende voetballer Santiago Arias.
Oeze voetballer wordt soms heel boos. Bij de voetbalwedstrijd van vorige week zaterdag tegen
Willem Il heeft hij in de kleedkamer van het Philips Stadion in Eindhoven deuren en ramen
kapotgeslagen. De KNVB schrijft vandaag in een brief dat de voetbalbond een onderzoek
gaat doen naar het "onfatsoenlijk gedrag" van de voetballer. Arias had in de wedstrijd twee
gele kaarten en een rode kaart gekregen voor overtredingen. Ook was Arias boas op de
scheidsrechter. De KNVB wil vandaag een reactie van Arias en van zijn club PSV. De trainer van
PSV, Cocu, begrijpt dat Arias boos is op de scheidsrechter. Cocu vindt dat Arias de schade in
het PSV-stadion zelf moet betalen. Maar de trainer hoopt dat Arias komende zondag bij de
belangrijke wedstrijd van PSV tegen Ajax kan meespelen. Een boete vindt Cocu niet nodig. De
trainer hoopt dat de KNVB geen straf zal geven aan Arias. De wedstrijd van zondag tegen Ajax
is de laatste wedstrijd in de competitie van dit jaar. Ais PSV zondag wint van Ajax, zal PSV dit
jaar kampioen van Nederland zijn.

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.

Vraag 1 - Wat is het probleem met Santiago Aras?
A Hij is vaak boos en doet dan domme dingen.
B Hij heeft de scheidsrechter geslagen.
C Hij heeft zijn trainer geslagen.
D Hij wil zijn boete niet betalen.
Vraag 2 - Welke straf wil de trainer geven aan de voetballer Santiago Aras?
A De trainer wil Santiago Aras een boete geven.
B De trainer wil dat Santiago Aras geen straf krijgt.
C De trainer wil Santiago Aras een rode kaart geven.
D De trainer wil dat Santiago Aras de schade aan ra men en deuren betaalt.
Vraag 3 - Welke club wordt volgende week kampioen van Nederland?
A PSV.
B Een andere club
C PSV of een andere club.
Tekst 3: Het oranje voetbalshirt

lk ben trainer van een jeugdteam. Vorige week zaterdag speelde ons elftal ver weg. Ais trainer
ging ik natuurlijk mee. We moesten naar Volendam. Het was heel gezellig in de bus. Maar wat
zagen we daar in de kleedkamer van Volendam? Volendam speelt in dezelfde kleur oranje ais
ons team! Een probleem: we hadden onze witte reserveshirts niet bij ons. We mochten niet
spelen in onze eigen mooie oranje shirtjes. Zo zijn de regels. Niemand van ons had de sporttas
van de trainer gecontroleerd, ik niet, mijn assistent niet, maar ook niemand anders van ons
team. We hadden alleen oranje voetbalshirtjes bij ons. Wat nu? Hoe moesten we dit probleem
nou oplossen? Niet spelen? Niet spelen betekent verliezen, dan krijg je geen punten. Nee
dus. We waren boos op onszelf, iedereen het meest op mij, de trainer. Paniek! Gelukkig waren
we erg vroeg gekomen. We hadden nog een half uur om een oplossing te vinden. Toen zei
Simon, mijn assistent: "Volendam is klein, ik ga wel even naar de winkel:' Simon kent Volendam
goed. Hij rende naar de Zeeman en hij kocht daar 12 witte T-shirts plus een grote groene stift.
We schreven met de groene stift onze nummers op de T-shirts. Het probleem was opgelost.
Niet iedereen speelde in een T-shirt dat goed paste. Johan, onze kleine aanvoerder, speelde
in een te groot T-shirt. En? We wonnen onze wedstrijd. Met 2-0! Je begrijpt het: niemand was
meer boos. ln de bus op de terugweg was het groot feest. Het was nog gezelliger dan op de
heenreis.

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.

Vraag 1 - Wanneer ontdekten wij het probleem van het oranje voetbalshirt?
A Onderweg, in de bus naarVolendam.
B Bij het uitpakken van de sporttas in de kleedkamer van de voetbalclub van
Volendam.
C Ongeveer 12 minuten voor de wedstrijd.
D ln het centrum van Volendam.
Vraag 2 - Wie schrijft dit verhaal?
A De trainer van het voetbalelftal.
B Simon, de assistent van de trainer.
C Johan, onze aanvoerder.
-
D De chauffeur van de bus.
Vraag 3 - Waarom was iedereen blij op de terugreis?
A Omdat we de wedstrijd tegen Volendam hadden gewonnen.
-
B De nieuwe witte T-shirts waren erg mooi.
C
-
Niemand was blij. ledereen was boos op de trainer.
-
Kijk deze oefeningen na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.
 c. Luistervaardigheid (vragen)
Luister naar de audio op www.adappel.nl/boekA2

Tekst 1: Gesprek van HENK en INGRID, twee collega's.

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.

-Vraag 1 - Wat is de favoriete sport van Ingrid? 1-

A Fietsen. L-

B Voetballen.
C Voetballen kijken op de televisie. ~. ("';:'7\
1-

D Ingrid vindt alle sporten leuk, zij is echt sportief. L--

,' (
Vraag 2 - Henk fietst veel op zijn racefiets. Wat vindt Ingrid hiervan? L-

A Zij vindt dat Henk te veel fietst.

B
C
Zij vindt dat Henk een elektrische fiets moet kopen .
Zij vindt dat Henk beter kan gaan voetballen. --~~/~
- \' :
D Zij vindt dat Henk beter televisie kan kijken. i~ ,')\
U":: - / -
Vraag 3 - Welk advies geeft Henk aan Ingrid? ~)f 1-

A Henk vindt dat Ingrid meer moet uitrusten en relaxen.

~ L-

B Henk vindt dat Ingrid meer televisie moet kijken.

C Henk vindt dat Ingrid meer moet sporten.

Tekst 2: Gesprek van HENK en INGRID, twee collega's

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.

Vraag 1 - Wat komt er vanavond op de televisie?
A Een voetbalwedstrijd.
B De Tour de France.
C De buurman van Ingrid komt op de televisie. 6')
De vriendin van Ingrid komt op de televisie. (

F
D ,' L-- --~~/~ L--
-=-- :::._ \'-
Vraag 2- Wat gaat Henk vanavond doen?
L, i :\ 1-

A Hij gaat televisie kijken. --1·_

~\ . ;il
-~/
B Hij gaat eten in een restaurant.
C Hij gaat naar de Tour de France kijken. ~ "
-- 1-

D Hij gaat wijn kopen en meenemen naar Ingrid.

Vraag 3 - Gaat Henk nog iets meenemen ais hij op bezoek gaat bij Ingrid?
A Nee, hij neemt niets mee.
B Ja, hij neemt bier mee.
C Ja, hij neemt oranje petjes mee voor iedereen.

Kijk deze oefeningen na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.
U vindt ook de tekst van de gesprekken achterin het boek.

187 1