Vous êtes sur la page 1sur 96

Federaal Planbureau Kunstlaan 47-49 1000 Brussel http://www.plan.

be

Bureau fdral du plan Avenue des Arts 47-49 1000 Bruxelles

WORKING PAPER 4-11

Welvaartsbinding van sociale en bijstandsuitkeringen Liaison au bien-tre des prestations sociales et des allocations dassistance
Maart/Mars2011

GreetDeVil(gdv@plan.be),NicoleFasquelle(nf@plan.be), MarieJeanneFestjens(mjf@plan.be),ChristopheJoyeux(cj@plan.be)

JelClassificationH53,H55,I3 KeywordsWelfareprograms,SocialSecuritybenefits

Overnamewordttoegestaan,behalvevoorhandelsdoeleinden,mitsbronvermelding. WettelijkDepotD/2011/7433/6 VerantwoordelijkeuitgeverHenriBogaert

WORKING PAPER 4-11

Abstract Un des principaux volets du rcent projet dAccord interprofessionnel (AIP) 2011 2012portesurlaliaisonaubientredesallocationssociales.Cettepropositionderevalorisation desprestationssocialesrsultedunprocessuslongetsinscritdanslecadredelaloirelativeau pacte de solidarit entre les gnrations qui, fin 2005, instaurait un mcanisme structurel dadaptation des prestations sociales lvolution gnrale du bientre. Le prsent Working Paperdcritlapremiretapedeceprocessus,auquelaparticipleBureaufdralduPlan, savoir,lestimationdesmoyensfinanciersrservsladaptationdesallocationssocialespour lapriode20112012.Enparticulier,danslergimesalari,cesmoyensslvent233,8millions en2011et497,9millionsen2012,lercentprojetdAIPneprvoyanttoutefoisdenutiliserque 60% de ces montants. Il offre galement une perspective historique sur la politique sociale en Belgique,dunepart,enretraantlesprincipauxtournantsdecettepolitiqueet,dautrepart,en analysant lvolution du montant moyen des principales prestations sociales depuis 1980. En ressort un paysage contrast: les pensionns, linverse des chmeurs et des invalides, ont globalementvuleurniveaudevierelatifsamliorersurlapriode19802009. AbstractEenvandevoornaamsteonderdelenvanhetrecentevoorstelvaninterprofessioneel akkoord 20112012 heeft betrekking op de welvaartsbinding van de sociale uitkeringen. Dat voorstelvoorwelvaartsaanpassingvandesocialeuitkeringenishetresultaatvaneenlangpro cesenkadertindewetophetGeneratiepact,dieeind2005eenstructureelmechanismeinstelde datdesocialeuitkeringenbindtaandewelvaartsevolutie.DezeWorkingPaperWelvaartsbin dingvandesocialeuitkeringenbeschrijftdeeerstefasevandatproces,namelijkdeberekening vandebeschikbarefinancilemiddelenvoordeaanpassingvandesocialeuitkeringenvoorde periode 20112012, waaraan het Federaal Planbureau heeft meegewerkt. Meer bepaald in de werknemersregelingbedragendiemiddelen233,8miljoeneuroin2011en497,9miljoeneuroin 2012,terwijlhetrecentevoorstelvanIPAechtervoorzietnietmeerdan60%vandiemiddelente gebruiken.DaarnaastbiedtdezepapereenoverzichtvanhetsociaalbeleidinBelgidoorener zijdsdevoornaamstekeerpuntenvanditbeleidtebeschrijvenenanderzijdsdeevolutievande gemiddelde bedragen van de belangrijkste sociale uitkeringen vanaf 1980 te analyseren. Het resultaatiseencontrastrijklandschap:integenstellingtotdewerklozenendeinvaliden,zagen de gepensioneerden globaal genomen hun relatieve levensstandaard stijgen over de periode 19802009. Abstract One of the main sections in the current draft of the 20112012 Interprofessional Agreement concerns the welfare adjustment of social benefits. This draft results from a long processandfitsinwiththelawconcerningtheSolidarityPactbetweentheGenerations,which establishedastructuralmechanismattheendof2005,linkingsocialbenefitstowelfareevolu tion.ThisworkingpaperWelfareadjustmentofsocialbenefitsdescribesthefirststageofthat process:estimatingthedisposablefinancialmeansforthewelfareadjustmentofsocialbenefits fortheperiod20112012,towhichtheFederalPlanningBureaucontributed.Intheemployees schemethesemeansamountto233.8millionin2011andto497.9millionin2012,ofwhichthe draftoftheInterprofessionalAgreementproposestoutilizemerely60%.Furthermore,thispa

WORKING PAPER 4-11

peroffersanoverviewofBelgiansocialpolicybyportrayingitsmainturningpointsontheone handandanalysingtheevolutionoftheaverageamountsofthemainsocialbenefitssince1980 ontheother.Theoutcomeismarkedwithcontrast:overtheperiod19802009therelativestan dard of living globally improved for pensioners, as opposed to the unemployed and the dis abled.

ii

WORKING PAPER 4-11

Synthese
Dewetvan23december2005metbetrekkingtothetGeneratiepact1installeerteenstructureel mechanisme van welvaartsbinding van uitkeringen in de werknemers, zelfstandigen en bij standsregeling2.Dewetvoorzieteenprocedureindriestappen.Ineeneerstefasewordttwee jaarlijks de grootte van de beschikbarewelvaartsenveloppe per regeling berekend. In een tweede fasewordt door de gemengdecommissie welvaartsvastheid eenadvies opgesteldmet betrekking tot de invulling van de beschikbare enveloppen. Concreet gaat het om voorstellen van aanpassingen van uitkeringen, berekeningsplafonds of inkomensdrempels waarbij reke ninggehoudenwordtmetontwikkelingeninzakeeconomischegroei,werkgelegenheidsgraad, duurzaam financieel evenwicht in sociale zekerheid en bijstand, vergrijzing, inactiviteitsval len,...Vanafdeenveloppe20112012dienthetadviesookrekeningtehoudenmetdeeventuele meerkostenofmarges(minderkosten)veroorzaaktdoordebeslissingenmetbetrekkingtotde voorgaandetweejaarlijkseperiode.Ineenderdefasebeslistderegeringoverdeconcretemaat regelen.Indienzijhierbijafwijktvanhetadviesvandesocialepartners,dientdatuitdrukkelijk gemotiveerdteworden. DezeWorkingPaperbundeltdewerkzaamhedendiehetFederaalPlanbureauheeftuitgevoerd terondersteuningvandegemengdecommissiewelvaartsvastheidmetbetrekkingtotdeenve loppe20112012.Ineeneerstedeelwordteenhistorischoverzichtgegevenvanhetsociaalbe leidsindseindjaren60enwordthetstructureelwelvaartsmechanismedatvoorzienisindewet op het Generatiepact vergeleken met de langetermijnhypothesen inzake sociaal beleid die de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) hanteerde vr de invoering van het Generatie pact.Hoeweldiehypothesendeinspiratiebronvormdenvoordebepalingenvandebeschikba reenveloppe,blijkenzijopeenaantalessentilepuntenteverschillen.Daarnaastheeftderege ringopeigeninitiatiefmaatregelengenomenbovenopdievoorzieninhetGeneratiepact.Deze verschillendeelementenleidenertoedatderelatievegenerositeitvanhethuidigebeleiddiver geert met het oorspronkelijke sociaal beleid aangenomen door de SCvV. Bovendien kunnen, gegevendatdetoekenningvandeenveloppebinneneenregelingoverdetakken,typesvan uitkeringen en gerechtigden heen gebeurt, meerkosten of marges ontstaan. Voor het bepalen vandebeschikbareenveloppe20112012dienendemeerkostenofmargesvandevoorgaande welvaartsenveloppeninrekeninggebrachtworden.Datwordtonderzochtindeel2.Omdere latievegenerositeitvanhetsociaalbeleidtekaderen,wordtinhetlaatstedeeldeevolutiesinds 1980vandebenefitratioberekendperregeling,uitkeringensociaalstatuutvangerechtigden (indematedatdebeschikbaredatahettoelaten).

1 2

Artikel5en6,artikel72en73. HoofdstukIVvandeprogrammawetvan27december2006voegtartikel73bisen73tertoeaandewetophetGene ratiepactwaardoorookdebijstandsregelingenopgenomenworden.

iii

WORKING PAPER 4-11

1. Wettelijke parameters van het Generatiepact versus de oorspronkelijke sociale beleids hypothesenvandeSCvV Om de berekeningsparameters voor de beschikbare welvaartsenveloppe te bepalen, heeft de wet op het Generatiepact zich genspireerd op sociale beleidshypothesen die initieel door de SCvVwarenaangenomenvoordelangetermijn.Dewetvoorzietdatdeenveloppeindewerk nemersenindezelfstandigenregelingminimaalmoetovereenstemmenmetdegeraamdeuit gaven van een jaarlijkse verhoging van 1,25% voor de loongrenzen en het minimumrecht per loopbaanjaar,van1%voordeforfaitairesocialeuitkeringen(vooralminima)envan0,5%voor alleoverigeinkomensvervangendeuitkeringenenditinalletakkenvanderegelingen.Voorde bijstanddientdeenveloppeminimaalovereentestemmenmetdesomvandegeraamdeuitga venvaneenjaarlijksewelvaartsaanpassingvan1%vanhetleefloonenequivalentleefloon,de inkomensvervangendetegemoetkomingvoorpersonenmeteenhandicap(IVT),deinkomens garantievoorouderen(IGO)enhetgewaarborgdinkomenvoorbejaarden(GIB). HoeweldewetophetGeneratiepacteenwelvaartsbindingdefinieertgenspireerddoorhetso cialebeleidscenariodatinitieelwasaangenomendoordeSCvV,verschillenzijtochopmeerde re punten. Eerst en vooral kaderde de SCvV de welvaartsaanpassingen binnen een bepaalde loonevolutie,terwijlhetGeneratiepactdezelfdepercentageshanteertongeachtdeloonevolutie. Hetnietbindenvandewelvaartsaanpassingenaandeloonevolutie,leidt,ineencontextvaneen vertraagdeloonenproductiviteitsevolutie,toteenverhogingvandebudgettairekostenvande vergrijzing(hetgewichtvandesocialeuitgaveninhetbbp).Daarnaastzijnernogverschillen wat betreft het toepassingsveld voor de berekening en/of besteding van de beschikbare enve loppe.Zowordtdegroottevandebeschikbareenveloppeookbepaalddooreenwelvaartsbin dingvan0,5%voordenieuwegerechtigden,watnietvoorzienwerddoordeSCvV.Datlaatste geldt ook voor de arbeidsongevallenverzekering beheerd door private verzekeringmaatschap pijen(gebaseerdopkapitalisatietechnieken).Metbetrekkingtotdebestedingvandeenveloppe stelt het Generatiepact dat in de werknemersregeling de aanpassingen gelden voor de inko mensvervangende uitkeringen (waardoor kinderbijslag wel bijdraagt tot de grootte van de beschikbare enveloppe maar niet in aanmerking komt voor welvaartsaanpassingen). Hoewel het niet expliciet voorzien isin de wetwerd eengedeelte van de beschikbareenveloppe voor 2008endievoor20092010besteedaaneenverhogingvansommigeberekeningspercentages(de uitkeringvoorwerkloosheidenziektetijdenshet1jaaringevalvansamenwonendenenvanaf het2dejaaringevalvanalleenstaanden).Tenslottetoonthetrecenteverledendatderegering socialeverbeteringeninvoertbovenopdetoepassingvanhetstructureelwelvaartsmechanisme inhetGeneratiepact.HetdoordeSCvVaangenomensociaalbeleidbeperktezichdaarentegen totgedeeltelijkewelvaartsaanpassingent.o.v.deloonstijging.

iv

WORKING PAPER 4-11

2.Beschikbareenveloppevoordetweejaarlijkseperiode20112012 Deeerstefasevanhetmechanismevoorwelvaartsaanpassingenvandesocialeuitkeringendat doordewetophetGeneratiepactwerdbepaald,bestaatinhetvastleggenvandebeschikbare financilemiddelen.Debeschikbareenveloppewordtberekendopbasisvandehierbovenbe schrevenwettelijkeparamatersenmoetookrekeninghoudenmetdemeerkostalsgevolgvan demaatregelenbeslistinhetkadervandevorigetweejaarlijkseperiode.Dittweedehoofdstuk illustreertvoordetweejarigeperiode20112012deberekeningvandieverschillendeelementen (beschikbare enveloppe, meerkost, netto beschikbare enveloppe). Het Federaal Planbureau en deparastatalenvansocialezekerheidwerdenbelastmetdieberekeningeninopdrachtvande socialepartnersverenigdindegemengdeCommissiewelvaartsvastheid. De(bruto)beschikbareenveloppevoordetweejaarlijkseperiode20112012bedraagt262,9mil joeneuroin2011en515,0miljoeneuroin2012voordewerknemersregeling,31,8miljoeneuro in2011en64,8miljoeneuroin2012voordezelfstandigenregeling,en31,4miljoeneuroin2011 en 65,1 miljoen euro in 2012 voor de bijstandsregelingen (bedragen aan spilindex 112,72; 2004=100). De wet voorziet dat de beschikbare enveloppen gecorrigeerd moeten worden voor de meerkost die veroorzaakt wordt door de maatregelen met betrekking tot de voorgaande tweejaarlijkse enveloppe. Vervolgenswordt aldus voor de werknemers en zelfstandigenrege lingdemeerkost(ofminderuitgaven)voordeperiode20112012berekendvandebeslissingen metbetrekkingtotdewelvaartsenveloppen2008en20092010.Metanderewoorden,voor2011 en2012wordthetverschilgeraamdtussenenerzijdsdeverhogingenbeslistinhetkadervande welvaartsenveloppen2008en20092010enanderzijdsdekostendiedebeschikbareenveloppen van2008en20092010zoudenmeebrengen.Voordebijstandsregelingenwordtdezelfdeoefe ninggedaan,zijhetvoordewelvaartsenveloppe20092010aangezienhetwettelijkmechanisme voorwelvaartsaanpassingenindebijstandpasinwerkingtreedtvanaf2009. Indewerknemersregelingbedraagtdemeerkost29miljoeneuroin2011en17,1miljoeneuroin 2012(aanspilindex112,72).Hetwasopverzoekvandesocialepartnersdatdebeschikbareen veloppewerdbesteedaandeverhogingvanzoweldeminimumuitkeringenalsdelaagstebere keningspercentagesvooralleenstaandenensamenwonendeningevalvanziekte,invaliditeiten werkloosheid.Expostblijkensommigeuitgavenhogertezijndanaanvankelijkgeraamd,voor alindietakkendiehetmeestgenotenvandeherwaarderingen. Indezelfstandigenregelingbedraagtdemeerkost12,7miljoeneuro,zowelin2011alsin2012 (aan spilindex 112,72). Uit de, opnieuw louter illustratieve, opsplitsing per tak blijkt dat de meerkostvolledigtewijtenisaandeopeenvolgendeverhogingenvanhetminimumpensioen. Indebijstandsregelingbestaaterzowelin2011alsin2012eenminkost(ofmarge)vanrespec tievelijk10,4en10,0miljoeneuro(aanspilindex112,72).Ookindebijstandwordteenopsplit singvandeminkostnaarregelinglouterterillustratievoorgesteld.Binnendebijstandvoorou

WORKING PAPER 4-11

deren(IGOenGIB)kostendegenomenmaatregelenminderdanvoorziendoordebeschikbare enveloppe20092010. Dezemeerkostenmargesbrengendenettobeschikbareenveloppen20112012op233,8miljoen euroin2011en497,9miljoenin2012voordewerknemersregeling,op19,2miljoeneuroin2011 en52,2miljoeneuroin2012voordezelfstandigenregelingenop41,8miljoeneuroin2011en 75,1miljoeneuroin2012voordesocialebijstand.Merkopdathetvoorstelvaninterprofessio neelakkoord20112012voorzietomindewerknemersregelingmaar60%vandenettobeschik bare enveloppe te gebruiken, wat neerkomt op 140,3 miljoen euro in 2011 en 298,7 miljoen in 2012. 3.Benefitratiosvandeuitkeringen Hetlaatstehoofdstukbiedteenhistorischperspectiefvanhetsociaalbeleidaandehandvande evolutievanbenefitratios.Debenefitratioisdeverhoudingvaneenuitkeringtenopzichtevan eengemiddeldwelvaartsniveau.Dewelvaartsindicatorishierbepaaldalshetgemiddeldbruto loon(voordewerknemersregeling),hetbedrijfsinkomen(voordezelfstandigenregeling)enhet beschikbaarinkomenpercapita(voordebijstandsregeling).Deevolutievandeglobalebenefit ratioseneenopsplitsingervannaarcategorieofleeftijdwordenvoorgesteldvanaf1980. Pensioenenindewerknemersregeling Deglobalebenefitratiovanhetgemiddeldwerknemerspensioenisin2009lichtjeslagerdanin 1980.Maareenopdelingvandieglobalerationaarcategorievangerechtigden3toontnochtans eenstijgendebenefitratiovoordemeestecategorien.Dieschijnbaarcontradictorischevaststel lingistewijtenaaneenherverdelingvandegerechtigdentussendecategorien,wathetresul taat is van de toegenomen participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Hierdoor openen steedsmeervrouwenhetrechtopeeneigenpensioen,datgemiddeldlagerisdandatvanman nen,waardoorooksteedsmindermanneneenpensioenaangezinsbedraggenieten(berekend aan75%vanhetreferentieloontegenover60%bijeenpensioenaanbedragalleenstaande). De verdeling van de benefit ratios over de leeftijden wijst op een toenemende afvlakking. Daarnaastblijkendebenefitratiosperleeftijdin2009historischhoogtezijn(behalveinverge lijkingmet1985aangezienhetbeginvandejaren80gekenmerktwerddoorloonmatiging),met uitzonderingvoordejongsteleeftijden.Dieverbeteringvanderatiosissterkerbijdemannen danbijdevrouwen. Deafvlakkingvandebenefitratiosoverdeleeftijdenheenisvooraltewijtenaandegeblok keerde loongrens tussen 1982 en 1998 (een toenemend gedeelte loon dat de loongrens over schrijdtkomtnietmeerinaanmerkingbijdepensioenberekening)enaandegeleidelijke(over
3

Omtevermijdendatdebenefitratioswordenvertekenddoorgedeeltelijkeloopbanen(ingevalvaneengemengde loopbaan)isdeanalysevandeopdelingvandebenefitratiosvanwerknemerspensioenennaarcategorieenleeftijd enkelgebaseerdopderustpensioenenovereenkomstigeenvolledigeloopbaanalswerknemer.

vi

WORKING PAPER 4-11

de periode 19972005) afbouw van de rele herwaarderingscofficint, van toepassing op de bezoldigingen verdiend tijdens de periode 19551974. Beide factoren zorgen ervoor dat elke nieuwe generatie gepensioneerden steeds meer van zijn pensioen moest inleveren in verhou ding tot zijn geleverde bijdragen. Anderzijds werd er aan de overige gepensioneerden wel vaartsaanpassingentoegekend,inhetbijzondergerichtnaardekleinstepensioenen(minimaen oudste pensioenen). Dat beleid van welvaartsaanpassingen werd hernomen vanaf begin jaren 2000,methogereaanpassingentijdensdeperiode20052009,onderanderedoorhetstructureel mechanismevoorzienindewetophetGeneratiepact.Hetisdanooknietverwonderlijkdatde benefitratiosopheteindevandeperiodehunhoogsteniveausinds1985bereiken(uitgezon derdvoordejongstegeneratiesgepensioneerden). Niettegenstaande de positieve invloed van het minimumrecht per loopbaanjaar (ingevoerd in 1997)ophetpensioenvandenieuwegepensioneerdevrouwen,isdeverbeteringvandebenefit ratiobijvrouwenmindersterkdanbijmannen.Naastdehierbovenaangehaaldeafremmende impact van de afbouw van de herwaarderingscofficint en van de geblokkeerde loongrens, heeftdepensioenhervormingvan1996daarenbovendeloopbaanvoorwaardevooreenvolledi ge loopbaan bij vrouwen geleidelijk uitgebreid van 40 naar 45 jaar, waardoor ook de bereke ningsbreuk gehanteerd bij de pensioenberekening geleidelijk verminderde van 1/40ste naar 1/45ste. Pensioenenindezelfstandigenregeling De benefit ratios van de mannelijke gepensioneerde zelfstandigen stijgen over het algemeen sterktussen1980en2009.Bijdevrouwenblijvenzijrelatiefstabielvoordeverschillendecate gorien.Eenonderverdelingnaarleeftijdtoonteenrelatiefvlakverloopbijdemannenenbijde vrouweneenlichtetoenamevanderatiometdeleeftijd. Tot1983wordthetzelfstandigenpensioenforfaitairberekendenverschilthetenkelpercatego rie. In1983wordenin de pensioenberekening dewerkelijke verdiensten opgenomen(voor de loopbaanjarenvanaf1983)enwordthetminimumpensioeningevoerd.Dieveranderingeninde regelgevingkomenvooraldebenefitratiovandemantengoede.Voordemannenwienspensi oenberekendwerdopbasisvanhunwerkelijkeverdienstenbetekendedatdoorgaanseenho ger pensioen dan het forfaitaire. Anderzijds geniet de overgrote meerderheid van de mannen eenminimumpensioen.Aangeziendatminimumzowelvoorhetnieuwberekendpensioenals voor de vroeger ingegane pensioenen geldt, zal het pensioen, binnen een categorie waar het minimumpensioenfrequentwordttoegepast,nagenoegnietmeerverschillenoverdeleeftijden. Het minimumpensioen werd regelmatig verhoogd, in het bijzonder tijdens de periode vanaf 2004. Bij de vrouwen is het anders gesteld. Enerzijds voldoen zij minder vaak dan mannen aan de loopbaanvoorwaarde voor het minimumpensioen. Anderzijds, gegeven dat de verdiensten bij

vii

WORKING PAPER 4-11

vrouwengemiddeldlagerzijndanbijmannen,isookheteffectvandesubstitutievanhetfor faitairepensioendoorhetproportionelepensioenmindervoordelig. Deinvaliditeitsuitkeringenindewerknemersregeling In de werknemersregeling daalde de globale benefit ratio van de invaliditeitsuitkeringen (uit gedruktinprocentvanhetgemiddeldbrutoloon)sterkvan1980totheteindevandejaren90, stabiliseerdezichvervolgensenkendein2008en2009zelfseenlichtestijging.Eensoortgelijke evolutiedoetzichvoorpercategoriegerechtigden.Diedalingkadertineencontextwaarinde loongrenzenenminima(voorregelmatigewerknemers)vooreenlangeperiode(tussen1982en hetbeginvandejaren2000)enkelwerdenaangepastaandeevolutievandeprijzen.Derecente aanpassingeninreletermenvandegrenzenenminima(metnamedebindingvandeminima voorregelmatigewerknemersmethetminimumpensioenindewerknemersregeling),alsookde groei van het uitkeringsbedrag voor alleenstaande gerechtigden, compenseren de voorgaande forsedalingslechtszeergedeeltelijk. Deinvaliditeitsuitkeringenindezelstandigenregeling De benefit ratios van de (forfaitaire) invaliditeitsuitkeringen (uitgedrukt in procent van het gemiddeld beroepsinkomen) per categorie gerechtigden in de zelfstandigenregeling evolueer denzeerverschillendvandieindewerknemersregeling.Tussen1980en2010verdubbeldende benefitratiosnagenoeg,onderanderedankzijbelangrijkeaanpassingeninreletermenvande forfaitairebedragentussen1980en1995,deaanpassingvanbepaaldeuitkeringenaandehogere minima van andere regelingen in 2006 en 2007, en de doorgevoerde herwaarderingen in het kadervanhetGeneratiepact. Dewerkloosheidsuitkeringen In de tak werkloosheid daalde de globale benefit ratio sterk tussen 1980 en 1992, onder meer doorhetgebrekaanaanpassinginreletermenvandeminimaendeloongrenzenendoorde invoering van een minder gunstige uitkering voor samenwonenden zonder gezinslast. Ver volgensbleefdeglobalebenefitratiorelatiefstabiel,namzelfstoevanaf2008,maarbereiktin 2009 niet zijn niveau van 1980. De benefit ratios per categorie gerechtigden, die beschikbaar zijnvanaf1989,illustrereneenaanhoudendedalingindecategoriesamenwonendenmetge zinslast.Bijdeanderecategoriengerechtigdennamendebenefitratiosaftotin1996enste genzevervolgensalsgevolgvan,onderandere,deverhogingvanberekeningspercentages,pla fondsenminima.

viii

WORKING PAPER 4-11

Bijstandsuitkeringen De benefit ratios van het bestaansminimum/leefloon4 voor de categorien samenwonenden evenaarden in 2009 het niveau van 1980. Voor de categorie van alleenstaande ligt de ratio in 2009ietsbovenhetniveauvan1980.Tussen1980en1987stegendebenefitratiosvanhetbe staansminimum:beginjaren80werdgekenmerktdoorloonmatigingterwijldebijstandsuitke ringen gekoppeld bleven aan de prijsevolutie en nog een welvaartsaanpassing gekregen heb ben.Globaalgenomenvolgdenadieneenperiode,tot2001,waarindebenefitratiosdaalden. Over de periode 20022009 zijn de benefit ratios lichtjes gestegen, vooral te wijten aan wel vaartsaanpassingentijdensdejaren20072009. De benefit ratios van het GIB kenden een gelijkaardig verloop als die van het bestaansmini mumtoteindjaren90.Datisnietlangerhetgevalinheteerstedecenniumvande21steeeuw. OndermeernadeinvoeringvandeIGO(juni2001)kendedebenefitratiovandezebijstands regeling een stijgend verloop te wijten aan meerdere welvaartsaanpassingen waarvan de be langrijkstedeverhogingmet14%indecember2006.Ooknadienzorgdenwelvaartsaanpassin gen ervoor dat het niveau van de benefit ratio op het einde vande periode12 procentpunten hogerlagdanin1980.

De inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap (IVT) werd ingevoerd in 1987 en volgt, op enkele kleine verschillen in het begin van de periode na, de evolutie van de forfaitaire bedragen in de overeenstemmendecategorienvanhetbestaansminimum/leefloon.

ix

WORKING PAPER 4-11

Synthse
La loi du 23 dcembre 2005 relative au pacte de solidarit entre les gnrations5 instaure un mcanisme structurel dadaptation au bientre des allocations sociales dans le rgime des travailleurssalaris,lergimedestravailleursindpendants6etlesrgimesdassistancesociale. Ce mcanisme se droule en trois phases. Dans une premire phase, est calcule lenveloppe financire bisannuelle disponible de chacun des rgimes. Dans une deuxime phase, la Commission mixte liaison au bientre met un avis sur les modalits dallocation de ces enveloppes disponibles. Concrtement, il sagit de propositions dadaptation des allocations, des plafonds ou des seuils de revenus tenant compte de lvolution de la croissance conomique,dutauxdemploi,delquilibrefinancierdurabledesrgimesdescuritetdaide sociales,duvieillissement,despigesdelinactivit,etc.Apartirdelenveloppe20112012,cet avis devra galement prendre en considration les surcots ou marges (moindres cots) ventuelsengendrsparladcisionrelativelapriodebisannuelleprcdente.Aucoursdela troisimephase,legouvernementdcidedemesuresconcrtes.Acetgard,toutedrogation lavisdespartenairessociauxdoittreexpressmentmotive. Ce Working Paper rassemble les travaux mens par le BFP la demande de la Commission mixte bientre dans le cadre de la dtermination des moyens financiers rservs ladaptation des allocations sociales sur la priode 20112012. La premire partie donne un aperu historique de la politique sociale mene depuis la fin des annes 60 et compare le mcanisme structurel de liaison au bientre instaur par le Pacte de solidarit entre les gnrationsauxhypothsesdelongtermeenmatiredepolitiquesocialequitaientretenues parleComitdtudesurleVieillissement(CEV)avantlentreenvigueurduPacte.Mmesile calcul de lenveloppe disponible sinspire largement de ces hypothses, il sen carte pour certains points essentiels. En outre, le gouvernement a dcid dautres mesures de revalorisation des prestations sociales, audel du Pacte de solidarit. Pour ces diffrentes raisons,lagnrositrelativedelapolitiqueactuellediffredelapolitiquesocialeinitialement retenue par le CEV. De plus, la libre allocation au sein dun rgime de lenveloppe entre branches, types dallocations et catgories de bnficiaires peut gnrer des surcots ou des moindrescots.Lenveloppedisponiblepourlapriode20112012doittenircomptedusurcot oumoindrecotengendrparlesdcisionsrelativesauxenveloppesprcdentes.Cecalculfait lobjetdelapartie2.Afindclairerledbatsurlagnrositrelativedelapolitiquesociale,la dernire partie retrace lvolution, depuis 1980 (lorsque les donnes sont disponibles), des benefit ratios des principales allocations sociales, notamment par catgorie de bnficiaires et parge.

5 6

Articles5et6,articles72et73. Le chapitre IV de la Loiprogramme du 27 dcembre 2006 ajoute les articles 73bis et 73ter la loi sur le pacte de solidaritentrelesgnrations,incluantainsilesrgimesdassistancesociale.

WORKING PAPER 4-11

1. ParamtresdelaloisurlePactedesgnrationsversushypothsesinitialesdepolitique socialeduCEV Lesparamtresdecalculdelenveloppebientredelaloirelativeaupactedesolidaritentre lesgnrationssinspirentlargementdeshypothsesdepolitiquesocialeinitialementretenues parleCEV.Laloistipuleque,danslergimesalarietdanslergimeindpendant,lenveloppe correspondauminimumauxdpensesquengendreraient,pourtouteslesbranchesdurgime, une augmentation annuelle de 1,25% des plafonds salariaux, une augmentation annuelle de 1,25%dudroitminimumparannedecarrire,uneadaptationannuellede1%desallocations sociales forfaitaires (notamment les minima) et une adaptation annuelle de 0,5% des autres allocationssocialesderemplacement.Pourlesrgimesdassistancesociale,lenveloppedoitau moins tre quivalente la somme des dpenses que gnrerait une adaptation au bientre annuelle de 1% des allocations suivantes: le revenu dintgration et le revenu dintgration quivalent,lallocationderemplacementderevenupourlespersonneshandicapes,lagarantie derevenusauxpersonnesges(GRAPA)etlerevenugarantiauxpersonnesges(RGPA). Bien quelle sinspire en grande partie sur le scnario de politique sociale initialement retenu parleCEV,laloirelativeaupactedesolidaritentrelesgnrationsscartedecescnariosur denombreuxpoints.Premirement,leCEVavaitfixlesparamtresdadaptationaubientre en fonction de lvolution des salaires, dans le pacte de solidarit ces paramtres sont fixes, indpendantsdelacroissancedessalaires.Dansuncontextedvolutionralentiedessalaireset de la productivit,cette nonliaison tend alourdir le cot budgtaire du vieillissement (le poids des dpenses sociales dans le PIB). Dautres diffrences rsident dans le calcul et/ou lallocation de lenveloppe disponible. En effet, le montant de lenveloppe disponible intgre une adaptation au bientre de 0,5% pour les nouveaux bnficiaires, ce qui ntait pas prvu dans le scnario du CEV. Dans le mme ordre dides, ce scnario ne prvoyait pas de revaloriser les indemnits daccidents du travail gres par des socits prives dassurance (selon une logique de capitalisation). En matire dallocation de lenveloppe, le pacte de solidarit prcise que les adaptations dans le rgime salari portent sur les allocations de remplacement de revenus (excluant les allocations familiales du champ dutilisation de lenveloppe,alorsquellesentrentenlignedecomptepourlecalculdelenveloppedisponible). Bien que cette possibilit ne soit pas explicitement mentionne dans la loi, une partie de lenveloppedisponible2008et20092010ataffecteunehaussedetauxderemplacement (eninvaliditetenchmagepourlescohabitantsenpremirepriodedindemnisation,pourles isols en seconde priode). Enfin, le gouvernement a rcemment pris des mesures de revalorisation des prestations sociales qui viennent sajouter aux mesures dcoulant du mcanisme structurel de liaison au bientre prvu par le pacte de solidarit entre les gnrations. Par contre, la politique sociale du CEV se limitait une adaptation au bientre partiellelielvolutiondessalairesdesprestationssociales.

xi

WORKING PAPER 4-11

2.Enveloppedisponiblepourlapriodebisannuelle20112012 La premire phase du mcanisme de revalorisation des prestations sociales dfinie par la loi relative au pacte de solidarit entre les gnrations consiste en la dtermination des moyens financiers disponibles cette fin. Lenveloppe disponible est calcule selon les paramtres prcitsetdoitgalementtenircomptedusurcotengendrparladcisionrelativelapriode bisannuelleprcdente.Cedeuximechapitreillustre,pourlapriodebisannuelle20112012,le calculdecesdiffrentslments(enveloppedisponible,surcot,enveloppedisponiblenette). LeBureaufdralduPlanetlesparastatauxdescuritsocialeonttchargsdecescalculs linvitationdespartenairessociauxrunisauseindelaCommissionmixtebientre. Lenveloppe (brute) disponible pour la priode bisannuelle 20112012 slve 262,9 millions deurosen2011et515,0millionsen2012danslergimesalari,31,8millionsdeurosen2011 et64,8millionsen2012danslergimeindpendant,et31,4millionsdeurosen2011et65,1 millionsen2012danslesrgimesdassistancesociale(montantsexprimslindicepivot112,72 2004=100). La loi prvoit dadapter lenveloppe disponible selon le surcot li aux dcisions relativesauxenveloppesbisannuellesprcdentes.Dslors,estensuitevalu,danslergime salarietdanslergimeindpendant,lesurcot(oumoindrecot)pourlapriode20112012 des dcisions relatives aux enveloppes bientre 2008 et 20092010. En dautres termes, est estimlcart en2011 et 2012entre,dune part,lescots engendrs parles dcisions relatives auxenveloppesbientre2008et20092010et,dautrepart,lescotsquauraientengendrs lesenveloppesdisponibles2008et20092010.Pourlesrgimesdassistancesociale,onprocde de faon similaire, la diffrence que lon se rfre ici lenveloppe bientre 20092010 tantdonnquecemcanismenatappliqucesrgimesqupartirde2009. Danslergimesalari,lesurcotslve29millionsdeurosen2011et17,1millionsdeuros en2012(lindicepivot112,72).Lavolontdespartenairessociauxtaitdutiliserlesmoyens disponibles entre 2008 et 2010 principalement pour la revalorisation des allocations les plus basses,notammentlesminimaoucertainstauxderemplacementeninvaliditetenchmage. Le cot de certaines mesures de revalorisation est apparu a posteriori sousestim, principalementdanslesbranchesdavantagecibles. Danslergimeindpendant,lesurcotslve12,7millionsdeurosen2011et2012(lindice pivot112,72).Larpartitionparbranche,mentionnepourrappeltitreindicatif,rvlequele surcotselogedanssatotalitdanslabranchepensionssuiteauxrevalorisationssuccessivesde lapensionminimum. Danslesrgimesdassistancesociale,apparaten2011eten2012unmoindrecot(oumarge), slvant respectivement 10,4 et 10,0 millions deuros ( lindice pivot 112,72). Ici aussi, la ventilationparbranchedececotestprsenteprincipalementtitreillustratif.Cestdansle rgime de laide aux personnes ges (GRAPA et RGPA) que le cot des mesures prises est infrieurlenveloppedisponible20092010.

xii

WORKING PAPER 4-11

Compte tenu des ces surcots et marges, les enveloppes disponibles nettes totalisent 233,8 millionsdeurosen2011et497,9millionsen2012pourlergimesalari,19,2millionsdeuros en2011et52,2millionsdeurosen2012pourlergimeindpendantet41,8millionsdeurosen 2011 et 75,1 millions deuros en 2012 pour les rgimes dassistance sociale. Notons que la propositiondaccordinterprofessionnel20112012prvoitdenutiliserque60%delenveloppe disponiblenettedurgimesalari,soit140,3millionsen2011et298,7millionsen2012. 3.Benefitratiosdesallocations Le dernier chapitre offre une perspective historique sur la politique sociale au travers de lvolutiondebenefitratios.Lebenefitratioestdfinicommelerapportentreuneallocationet leniveaumoyendebientre.Ceniveauestapprhendiciparlesalairebrutmoyen(pourle rgime salari), le revenu professionnel moyen (pour le rgime indpendant) et le revenu disponible par tte (pour les rgimes dassistance sociale). Lvolution des benefit ratios globaux,parcatgorieoupargeestanalysepartirde1980. Pensionsdanslergimesalari Lebenefitratioglobaldelapensionmoyennedanslergimesalaridiminuelgrementsurla priode19802009.Cependant,ventilparcatgoriedebnficiaires7,lebenefitratioaugmente dans la plupart des cas. Ce constat apparemment contradictoire sexplique par une redistributiondesbnficiairesentrecatgories.Suiteuneparticipationaccrueaumarchdu travail, de plus en plus de femmes ouvrent le droit une pension propre, laquelle est en moyenne lgrement infrieure celle des hommes, et simultanment le nombre dhommes bnficiantdunepensioncalculeautauxdemnagediminue(quivalant75%dusalairede rfrence,contre60%danslecasdunepensioncalculeautauxisol). Ladistributiondesbenefitratiospargelaisseapparatreunprofildeplusenplusplane.En outre,cesratiospargeatteignentunniveauhistoriquementleven2009(lepluslevdela priode si lon ne tient pas compte de lanne 1985 fortement influenc par la modration salariale du dbut des annes 80), sauf pour les plus jeunes. Enfin, la progression des benefit ratiosestplusprononcechezleshommesquelesfemmes. Le profil de plus en plus plane de la distribution par ge des benefit ratios sexplique principalementparlegelduplafondsalarialprisencomptedanslecalculdespensionsentre 1982 et 1998 (accroissant la part dans le salaire de rfrence des rmunrations qui sont plafonnes)etparlasuppressionprogressive(de19972005)ducoefficientderevalorisation relle des rmunrations perues au cours des annes 1955 1974. Ces facteurs ont eu pour consquence que chaque nouvelle gnration de pensionns voit sa pension de plus en plus rabote au regard de son pass contributif. Par ailleurs, les autres pensionns ont bnfici
7

Lanalysedelaventilationdesbenefitratiosdespensionsdesalariparcatgorieetpargeestbasesurlespen sionsderetraiteautermedunecarrirecompltedesalari,afinquilsnesoientpasinfluencsparlvolutiondes duresdecarrire.

xiii

WORKING PAPER 4-11

dadaptations au bientre, plus particulirement cibles sur les pensions les plus faibles (pensions minimums et pensions les plus anciennes). La politique dadaptation au bientre a t relance au dbut des annes 2000 et sest intensifie sur la priode 20052009, suite notamment la loi relative au pacte de solidarit entre les gnrations qui instaure un mcanisme structurel dadaptation au bientre des allocations sociales. Il nest ds lors pas tonnantdeconstaterquelesbenefitratiosatteignentenfindepriodeleurniveaulepluslev depuis1985(saufpourlespensionnslesplusjeunes). Endpitdelincidencepositivedudroitminimumparannedecarrire(introduiten1997)sur la pension des femmes nouvellement admises la retraite, la progression du benefit ratio est moinsfortechezlesfemmesquechezleshommes.Audeldelasuppressionducoefficientde revalorisationetdugelduplafond,unautrefacteuracontribucontenirleurpension,sa voirlarformedespensionsde1996quiaprogressivementrelevlaconditiondecarrirecom pltede40ans45anspourlesfemmes,faisantpassparalllementlednominateurdelafrac tiondecarrirepriseenconsidrationpourlecalculdelapensionde4045. Pensionsdanslergimeindpendant De manire gnrale, le benefit ratio des pensionns masculins augmente sensiblement entre 1980et2009danslergimeindpendant,maisresterelativementstablepourlescatgoriesf minines. Une ventilation par ge laisse ressortir un profil relativement plane du benefit ratio pourleshommesetunprofillgrementcroissantpourlesfemmes. Jusquen 1983, les indpendants bnficient dune pension forfaitaire qui ne varie quen fonc tiondelacatgorie.En1983,unepensionminimumestinstaureetlesrevenusrels(pourles annesdecarrirepartirde1983)sontprisencomptedanslecalculdelapension.Ceschan gementssontsurtoutfavorablesaubenefitratiodeshommes.Leshommesdontlapensionest calculesurlabasedesrevenusrelsperoiventengnralunepensionpluslevequelapen sion forfaitaire. Par ailleurs, la grande majorit des hommes peroit une pension minimum. Etant donn que cette pension minimum est octroye la fois aux indpendants dj la re traiteetceuxnouvellementadmislaretraire,lemontantdelapensionnevariepratiquement pas en fonction de lge, dautant plus dans les catgories o la pension minimum est fr quemment octroye. La pension minimum a rgulirement t revalorise et la frquence de cetterevalorisationsestaccentuedepuis2004. Pourlesindpendantes,lasituationestautre.Dunepart,ellessatisfontmoinssouventqueles hommes la condition de carrire pour loctroi de la pension minimum. Dautre part, tant donn que les revenus des indpendantes sont en moyenne infrieurs ceux de leurs homo loguesmasculins,lasubstitutiondesrevenusrelsauxrevenusforfaitairesdanslecalculdela pensionatmoinsavantageusepourelles.

xiv

WORKING PAPER 4-11

Lesallocationsdinvaliditdanslergimesalari Dans le rgime salari, le benefit ratio global des allocations dinvalidit (exprim en pourcentagedusalairemoyenbrut)serduitlargementde1980lafindesannes90,pourse stabiliserparlasuiteetmmelgrementaugmenteren2008et2009.Unevolutionidentique est observe par catgorie de bnficiaires. Cette dgradation sinscrit dans un contexte o, pendantlongtemps(entre1982etledbutdesannes2000),plafondsalarialetminima(pour travailleurs rguliers) nont t adapts qu la seule volution des prix. Les rcentes revalorisations en termes rels du plafond et des minima (notamment la liaison des minima pour travailleurs rguliers avec la pension minimum dans le rgime salari), ainsi que laccroissement du taux dindemnisation des titulaires isols, ne compensent que trs partiellementlafortebaisseenregistreauparavant. Lesallocationsdinvaliditdanslergimeindpendant Dans le rgime indpendant, les benefit ratios des indemnits (forfaitaires) dinvalidit (exprims en pourcentage du revenu professionnel moyen) par catgorie de bnficiaires connaissentunevolutiontrsdiffrentedecelleenregistredanslergimesalari.Entre1980 et 2010, les benefit ratios doublent pratiquement notamment grce dimportantes revalorisations en termes rels des forfaits entre 1980 et 1995, lalignement de certaines indemnitssurdesminimaplusgnreuxdautresrgimesintervenusen2006eten2007etaux revalorisationsralisesdanslecadredupactedesolidaritentrelesgnrations. Lesallocationsdechmage Dans la branche chmage, le benefit ratio global sest rduit largement entre 1980 et 1992, en raison entre autres de labsence de revalorisation en termes rels des minima et du plafond salarialetdelintroductiondesconditionsmoinsfavorablesdindemnisationdescohabitants sans charge de famille. Par la suite, le benefit ratio global demeure relativement stable et saccrotmmepartirde2008.En2009,lebenefitratioglobaldemeuretoutefoisinfrieurson niveau de 1980. Les benefit ratios par catgorie de bnficiaires, disponibles partir de 1989, dgagentunebaissecontinueauseindelacatgoriecohabitantsavecchargedefamille.Les benefit ratios des autres catgories se rduisent jusquen 1996, puis saccroissent, suite notammentauxrelvementsdestauxdindemnisation,desplafondsetdesminima.

xv

WORKING PAPER 4-11

Lesallocationsdassistancesociale En2009,lebenefitratiodurevenuminimumdexistence/revenudintgration8pourlacatgorie des cohabitants est au mme niveau quen 1980. Pour les isols, il est lgrement suprieur son niveau de 1980. Entre 1980 et 1987, le benefit ratio du revenu minimum dexistence aug mente.Eneffet,audbutdesannes80,lesallocationsdassistancesocialesuiventlvolution desprixetbnficientduneadaptationaubientrealorsque,dautrepart,lamodrationsala rialeestdemise.Ensuite,lesbenefitratiosserduisentdemaniregnralejusquen2001.Sur lapriode20022009,lesbenefitratiossaccroissentlgrement,principalementsousleffetdes adaptationsaubientreoctroyesentre2007et2009. Lebenefitratiodurevenugarantiauxpersonnesges(RGPA)volueparalllementceluidu revenu minimum dexistence jusqu la fin des annes 90. Ce nest plus le cas durant la pre miredcenniedu21esicle.AprslintroductiondelaGRAPA(enjuin2001),lebenefitratio de ce rgime dassistance sociale augmente sous leffet de plusieurs adaptations au bientre dont la principale est une revalorisation de 14% en dcembre 2006. Dautres adaptations au bientresontoctroyesparlasuitesibienquenfindepriode,lebenefitratiodecespresta tionsest12pointsdepourcentagepluslevquen1980.

Lallocation de remplacement de revenu pour personnes handicapes a t introduite en 1987 et suit, quelques diffrencesprsendbutdepriode,lvolutiondesallocationsforfaitairesdescatgoriescorrespondantesdure venuminimumdexistence/revenudintgration.

xvi

WORKING PAPER 4-11

Inhoudstafel
Inleiding ....................................................................................................................................................... 1 1. De welvaartsenveloppe voorzien in het Generatiepact versus het sociaal beleid dat aanvankelijk werd aangenomen door de SCvV ............................................................................... 3 1.1. Historisch overzicht van het ontstaan van het begrip welvaartsaanpassingen 3 1.2. Welvaartsaanpassingen voorzien in de wet van 23 december 2005 met betrekking tot het Generatiepact, aangevuld voor de bijstandsregelingen in 2006 5 1.3. Welvaartsaanpassingen voorzien in het Generatiepact in vergelijking met de langetermijnhypothesen van sociaal beleid, aangenomen door de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) vr de invoering van het Generatiepact 7 1.3.1. De grootte van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding heeft geen binding met de loonevolutie of feitelijke welvaartstoename 7 1.3.2. De grootte van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding hanteert dezelfde percentages als de SCvV, ongeacht de loonevolutie 8 1.3.3. De grootte van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding bevat tevens een welvaartsbinding van 0,5% voor de nieuwe gerechtigden 10 1.3.4. De besteding van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding wordt beperkt tot de inkomensvervangende uitkeringen in de werknemersregeling 10 1.3.5. Het toepassingsveld bevat tevens de arbeidsongevallenverzekering beheerd in een kapitalisatiestelsel met twee basisbeginselen: beroepsrisico en forfaitaire schadeloosstelling 11 1.3.6. De besteding van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding gebeurt ook met een verhoging van de berekeningspercentages 13 1.3.7. Sociale verbeteringen op initiatief van de regering bovenop het structureel welvaartsmechanisme op advies van de sociale partners 14

2. Lenveloppe disponible pour la priode 2011-2012 ....................................................................... 16 2.1. Lenveloppe 2011-2012 dans le rgime des travailleurs salaris 17 2.2. Lenveloppe 2011-2012 dans le rgime des travailleurs indpendants 21 2.3. Enveloppe 2011-2012 in de bijstandsregeling 24 3. De sociale correcties in vergelijking met de loonevolutie ............................................................ 27 3.1. De loonstijging gematigd door de loonnorm 27 3.2. Evolutie van de benefit ratio tijdens de voorbije decennia 28 3.2.1. Globale benefit ratio, ook benvloed door het sociaal-economisch gedrag 29 3.2.2. Benefit ratio per statuut en per verblijfsduur: pensioenen 30 3.2.3. Le benefit ratio par statut : les allocations dinvalidit 48 3.2.4. Le benefit ratio par statut : les allocations de chmage 54 3.2.5. De benefit ratios in de bijstandsregelingen 58 4. Bijlage: Vergelijking tussen besliste verhogingen en de beschikbare welvaartsenveloppen in 2008, 2009 en 2010, opgesplitst per socialezekerheidtak ........................................ 63 4.1. Werknemersregeling 64 4.2. Regeling voor zelfstandigen 72

xvii

WORKING PAPER 4-11

Lijst van tabellen


Tabel 1 Tabel 2 Sociaal beleid op lange termijn aangenomen door de SCvV, daterend van vr het in voege treden van het welvaartsmechanisme voorzien in het Generatiepact 8 Regeringsmaatregelen en welvaartsaanpassingen beslist in het kader van het Generatiepact: bijkomende uitgaven in de werknemersregeling, in mln. euro respectievelijk in % Regeringsmaatregelen en welvaartsaanpassingen beslist in het kader van het Generatiepact: bijkomende uitgaven in de regeling der zelfstandigen, in mln. euro respectievelijk in % Regeringsmaatregelen en welvaartsaanpassingen beslist in het kader van het Generatiepact: bijkomende uitgaven in de bijstandsregeling, in mln. euro respectievelijk in %

14

Tabel 3

15

Tabel 4

15

Tableau 5 Tableau 6 Tabel 7 Tabel 8 Tabel 9

Lenveloppe disponible pour la priode 2011-2012 dans le rgime des travailleurs salaris, montants exprims en millions deuros 18 Lenveloppe disponible pour la priode 2011-2012 dans le rgime des travailleurs indpendants, montants exprims en millions deuros Beschikbare enveloppe voor de periode 2011-2012 in de bijstandsregelingen, in miljoen euro Loonstijging per uur vr indexering, toename in % 23 25 28

Gemiddeld pensioen, overeenkomstig een loopbaan enkel als werknemer respectievelijk enkel als zelfstandige, in % van het gemiddeld brutoloon in de werknemersregeling respectievelijk het gemiddeld bruto bedrijfsinkomen in de zelfstandigenregeling 31 Gemiddeld rustpensioen, na een volledige loopbaan als werknemer, in % van het brutoloon Gemiddeld rustpensioen op wettelijke pensioenleeftijd, na een volledige loopbaan in het werknemersstatuut, in % van het gemiddeld brutoloon 33 34

Tabel 10 Tabel 11 Tabel 12 Tabel 13 Tabel 14 Tabel 15

Verschil tussen de benefit ratio op wettelijke pensioenleeftijd en de benefit ratio over alle leeftijden, telkens mits een volledige loopbaan als werknemer 35 Benefit ratio in de pensioenregeling voor zelfstandigen: zuiver rustpensioen, in % van het bruto bedrijfsinkomen Pensioengerechtigden met enkel een pensioen in de regeling der zelfstandigen, aantallen en gemiddeld maandbedrag in euros op 1 januari 2009 42 42

Minimumpensioen aan het bedrag alleenstaande, na volledige loopbaan als zelfstandige, in % van het bruto bedrijfsinkomen21 en ter vergelijking met de werknemersregeling in % van het brutoloon 43 48

Tableau 16 Evolution des pourcentages de calcul en invalidit dans le rgime salari par catgorie familiale partir de 1980

Tableau 17 Evolution des pourcentages de calcul dans le chmage par catgorie familiale de 1980 2009 54 Tabel 18 Tabel 19 Welvaartsaanpassingen beslist in het kader van de beschikbare enveloppe 2008-2010 in de werknemersregeling: berekening van de marges of meerkost Pensioenregeling der werknemers 64 66

xviii

WORKING PAPER 4-11

Tabel 20 Tabel 21 Tabel 22 Tabel 23 Tabel 24 Tabel 25 Tabel 26 Tabel 27 ZIV-uitkeringen in de werknemersregeling RKW-kinderbijslagen in de werknemersregeling Fonds voor beroepsziekten Arbeidsongevallen: FAO en private verzekeringsmaatschappijen Werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet Welvaartsaanpassingen beslist in het kader van de beschikbare enveloppe 2008-2010 in de regeling der zelfstandigen: berekening van marges of meerkost Pensioenregeling der zelfstandigen ZIV-uitkeringen en kinderbijslag in de regeling der zelfstandigen 67 69 69 70 71 72 73 74

Lijst van figuren


Figure 1 Figuur 2 Figuur 3 Le benefit ratio dans le rgime salari de 1980 2060, allocation moyenne en % du salaire moyen brut 29 Benefit ratio in de pensioenregeling voor werknemers: pensioenen per familiaal statuut overeenkomstig een volledige loopbaan als werknemer 38

Benefit ratio in de pensioenregeling voor zelfstandigen: zuivere pensioen (menging met overheidspensioen is niet uitgesloten) per familiaal statuut en per leeftijd van de gepensioneerden, in % van bedrijfsinkomen 44 Evolution du plafond et des allocations minimales en invalidit dans le rgime salari de 1980 2010, en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010) 49 Les benefits ratios par catgorie familiale et par sexe dans la branche invalidit du rgime salari de 1987 2009, en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010) 50 Evolution des indemnits forfaitaires dinvalidit dans le rgime indpendant de 1980 2010, en % du revenu professionnel (2564 euros par mois en 2010) 52

Figure 4 Figure 5 Figure 6 Figure 7 Figure 8

Evolution des forfaits dincapacit primaire dans le rgime indpendant de 1980 2010, en % du revenu professionnel moyen (2564 euros par mois en 2010) 53 Evolution du plafond, des allocations minimales et du forfait (cohabitant en 3me priode) dans le chmage de 1980 2010, en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010) 55 Les benefit ratios par catgorie familiale dans la branche chmage de 1989 2009 en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010) Benefit ratios van de bijstandsuitkeringen: forfaitaire bedragen van leefloon/ bestaansminimum en IVT per categorie, in % van het beschikbaar inkomen per capita Benefit ratios van bijstandsuitkeringen: de IGO/GIB per categorie, in % van het beschikbaar inkomen per capita 57 59 60

Figure 9 Figuur 10 Figuur 11 Figuur 12

Evolutie van de forfaitaire bedragen van de bijstandsuitkeringen, in % van het gegarandeerd minimumloon van een 21-jarige 61

xix

WORKING PAPER 4-11

Inleiding
De wet van 23 december 2005 met betrekking tot het Generatiepact, aangevuld met de pro grammawet van 27 december 2006, installeert een structureel mechanisme van welvaartsbin dingvandesocialeuitkeringenindewerknemers,dezelfstandigenendebijstandsregelingen. Dewetvoorziettweejaarlijkseenprocedureindriestappen.Ineeneerstefasewordtdegrootte van de welvaartsenveloppe bepaald. In een tweede fase wordt,door degemengde commissie welvaartsvastheid (opgericht in de schoot van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de NationaleArbeidsraad)eenadviesopgesteldmetbetrekkingtotdeinvullingvandebeschikba rewelvaartsenveloppemetvoorstellenvanaanpassingenvanuitkeringen,berekeningsplafonds of inkomensdrempels. In een derde fase beslist de regering over de concrete maatregelen. In dienzijafwijkt van het advies vande sociale partners, dient datuitdrukkelijk gemotiveerd te worden. OpvraagvandegemengdecommissiewelvaartsvastheidleverdehetFederaalPlanbureauon dersteuningaandewerkzaamhedenmetbetrekkingtotderamingvandeenveloppe20112012. ZovroegdegemengdecommissieaanhetFederaalPlanbureauomeennieuwemethodevoor testellenzodatindetoekomstzoukunnenrekeninggehoudenwordenmetdemeerjareneffec tenvanvoorgesteldemaatregelen.Omdathetmetdejarensteedsmoeilijkerwordtomdeim pactteberekenenvanmaatregelendiesteedsverderinhetverledenzijningegaankooshetFPB vooreenprospectievemethode.Volgensdieaanpakzouwordennagegaanofdevoorgestelde maatregelenbinnendebeschikbareenveloppeblijvenvaneenbepaaldetweejaarlijkseperiode alsook binnen de omvang van diezelfde beschikbare enveloppe naarmate die evolueert in de daaropvolgende jaren en op lange termijn1. De praktische uitwerking van deze methode kon niettijdigontwikkeldwordenomtoegepasttewordenbijdeuitwerkingvandetweejaarlijkse welvaartsenveloppe20112012. DezeWorkingPaperbundeltdeoverigewerkzaamhedendiehetFederaalPlanbureau,gedeel telijkinsamenwerkingmetdebetrokkenparastatalen,uitvoerdeinhetkadervandeenveloppe 20112012. Ineeneerstedeelwordteenhistorischoverzichtgegevenvanhetsociaalbeleidsindseindjaren 60. Het structureel welvaartsmechanisme voorzien in het Generatiepact betekende een koers wijzigingenwordtinditdeelverderuitgedieptdoorhettevergelijkenmetdelangetermijnhy potheseninzakesociaalbeleiddiedeStudiecommissievoordeVergrijzing(SCvV)initieelhan teerde.Dezelaatstevormdenimmerseenbelangrijkeinspiratiebronvandatmechanismevoor zieninhetGeneratiepact.

DocumentL.B.W.A./D.1001vandeCRBNAR

WORKING PAPER 4-11

Ineentweededeelwordtdenettobeschikbareenveloppe20112012voordewerknemersde zelfstandigenendebijstandsregelingberekend.HetGeneratiepactbepaaltdatervanafdeen veloppe20112012dientrekeninggehoudentewordenmeteventuelemeerkostenveroorzaakt door de beslissingen met betrekking tot de voorgaande tweejaarlijkse periode. Daartoe wordt debrutobeschikbareenveloppe20112012gecorrigeerdvoordemeerkostenofmargesvande beslissingen genomen in het kader van voorgaande welvaartsenveloppen 2008 en 20092010. Eeneventuelemeerkostkanonderanderetewijtenzijnaanhetverschillendkostenprofielvan enerzijds de aanpassingen die bijdragen tot de bepaling van de grootte van de enveloppe en anderzijdsdeaanpassingenvoorzieninhetadvies.Dieanalysewordtbeschrevenindittweede deel. Omderelatievegenerositeitvanhethuidigesociaalbeleidtekaderen,wordtineenderdedeel een historische evolutie van de gemiddelde bedragen van de belangrijkste sociale uitkeringen voorgesteld.Ditgebeurtaandehandvaneenanalysevandebenefitratiossinds1980endat perregeling,uitkeringenstatuut(indematedatdebeschikbaredatahettoelaten).

WORKING PAPER 4-11

1.

De welvaartsenveloppe voorzien in het Generatiepact versus het sociaal beleid dat aanvankelijk werd aangenomen door de SCvV

1.1. Historisch overzicht van het ontstaan van het begrip welvaartsaanpassingen
Hetbegripwelvaartsaanpassingdeedzijnintredeindesocialezekerheidaanheteindevande jaren60enbeginvandejaren70alsinhaalbewegingt.o.v.degestegenlevensstandaardvande werknemers. Het reel loon nam toen toe met gemiddeld 4% en de werkloosheidsgraad be droegamper2,5%.Sommigesociaalgerechtigdenhaddentotdantoenoggeendeelnamegehad aandegestegenlevensstandaardvandewerknemersendezelfstandigen. Datwaszekerhetgevalvoordepensioenendiesedertdejaren50berekendwordenopbasis vandebezoldigingenverdiendgedurendedevoorbijeloopbaan:vanaf1955voordearbeiders en vanaf 1958 voor de bedienden. Voor de loopbaanjaren van vr 1955, respectievelijk van vr1958,werdereenforfaitairloongehanteerddat35%lagerwasdandewerkelijkeverdien stenvaneinddejaren60. Een eerste regeling werd voorzien voor de werknemerspensioenen via jaarlijkse pensioenver hogingentijdensdeperiode19691972:overeentijdspannevan4opeenvolgendejarenwerden depensioenenverhoogdmet20,4%,bovenopdeprijsaanpassingen. VervolgensvoorzagdeWetvan28maart1973(wetNamche)eenstructureelmechanisme2: de pensioenberekening werd aangepast door de lonen verdiend tijdens de periode 1955 1974 jaarlijksmet 4% te herwaarderen:x(1+0.04) voor het loon verdiendin 1974, x(1+0.04)2 voor het loon verdiend in 1973, x(1+0.04)20 (gelijk aan 2.19) voor het loon verdiend in 1955; degepensioneerdenwierpensioenbedragvoordienwasberekendkregeneenjaarlijksewel vaartsaanpassing: in1973 in1974 in1975 vanaf1976tot1980 8%voordepensioeneningegaanvr1973; 8,5%voorpensioeneningegaanvr1968en4%tot7%voordeove rigepensioenen; 6%voorallepensioenen; welvaartsbindingviaforfaitairepremies;

gedurendeenkelejarenwerdderegelingvanjaarlijksewelvaartsaanpassingenuitgebreidtot de uitkeringen voor invaliditeit, beroepsziekten en arbeidsongevallen, kinderbijslag en de uitkeringen voor mindervaliden. De uitkering voor ziekte (eerste jaar arbeidsongeschikt
2

Delhuvenne M., Festjens M. J., Berckmans A., De lange H., De geschiedkundige ontwikkeling van de sociale ze kerheidinBelgi(19451980),Documentatieblad,MinisterievanFinancin,juliaugustus1985

WORKING PAPER 4-11

heid)werdnooitopgenomenindieregelingomdatzijberekendisopbasisvanhetrecente loon. Deeconomischecrisisdievolgtnadetweedeolieschok19791980heeftdramatischegevolgen voordeBelgischeeconomie:dewerkloosheidsgraadstijgttot13%in1983endeoverheidsfinan cinvertoneneentekortvanafgerond14%vanhetbbpin1982.Vanprocentueleverhogingen tijdens de periode19691975 werdende welvaartsaanpassingenherleid tot een forfaitairepre mie,endatenkelvoordepensioenen,diemettertijdkleinerwerd. Vanaf1981wordtderegelingvanjaarlijksewelvaartsaanpassingennietlangertoegepastuitge zonderdenkeleselectieveaanpassingenvandeoudsteuitkeringenbegindejaren90endaten kelvoordepensioenen:(zowelinoktober1990alsinoktober1991)eengezamenlijkeverhoging met5%voordepensioeneningegaanvr1januari1973,4%indieningegaantijdensdeperio de1973totenmet31december1982,3%indieningegaantijdensdeperiode19831987en2% indieningegaanin1988. Ookdeherwaardering(bijdepensioenberekening)vandebezoldigingen,verdiendtijdensde periode19551974metjaarlijks4%,werdbegindejaren90verminderdtot3,6%envervolgens volledigafgebouwdterfinancieringvandenieuweregelingminimumrechtperloopbaanjaar ingevoerdmetdeKaderwetvan26juli1996(wetdiedeverhogingvandepensleeftijdvande vrouwregelt). Naeenaantalselectieveverhogingenin2002en2003vandeminimaenvandeoudstevervan gingsinkomensbeslistederegeringdewelvaartsbindingvandesocialeuitkeringenopnieuwte installeren. Tijdensdetweedaagseministerraadvan16en17januari2004teGemblouxwordternaastde stapsgewijzeverhogingvanhetminimumpensioenderzelfstandigentot120europermaand,te bereikentegeneind2007(meerkostop254mln.eurogeraamd)ookeenkredietvoorzienvan 14,3mln.euroin2007omdeoverigepensioeneninhetsociaalstatuut(3mln.)alsookderege lingwerkonbekwaamheideninvaliditeitinhetsociaalstatuut(11,3mln.)teverbeteren. OpdeBijzondereMinisterraadvanOostendebeslistederegeringomvanaf2007eenstructureel mechanismeintevoerendatdeloondrempelsendesocialeuitkeringenbindtaandewelvaart. De beslissing wordt uitgevoerd met de wet betreffende het Generatiepact van 23 december 2005,art.72en73voordewerknemersregelingenart.5en6voordezelfstandigenregeling. Deeerstewelvaartsenveloppein2007bedroeg135,5mln.euroindewerknemersregelingwaar van83,2mln.eurowasingevulddoorderegeringsmaatregelen.Deoverige52,3mln.eurowerd besteedopadviesvandesocialepartners. Inderegelingvandezelfstandigenbedroegdeenveloppevoor200738,9mln.euro:24,6mln. euro ten gevolge van de beslissingen in Oostende en 14,3 mln. euro beslist in Gembloux. De

WORKING PAPER 4-11

belangrijkste maatregel gerealiseerd in het kader van deze enveloppe gebeurt door de gelijk schakelingvandeuitkeringvoorprimaireongeschiktheideninvaliditeitmethetminimumpen sioen in de regeling der zelfstandigen. In geval van stopzetting van het zelfstandige bedrijf wordtdeinvaliditeitsuitkeringgelijkgeschakeldmethetminimumpensioenindewerknemers regeling.

1.2. Welvaartsaanpassingen voorzien in de wet van 23 december 2005 met betrekking tot het Generatiepact, aangevuld voor de bijstandsregelingen in 2006
Dewetvan23december2005,art.5en6,art.72en73,installeerteenstructureelmechanisme datdeuitkeringenvandesocialezekerheidinderegelingvoorzelfstandigenendievoorwerk nemersbindtaandewelvaartsevolutie.HoofdstukIVvandeprogrammawetvan27december 2006voegtartikel73bisen73tertoeaandezewetwaardoorookdesocialebijstandsregelingen opgenomen worden in het Generatiepact. De wet voorziet een procedure in opeenvolgende stappen. Ineeneerstefasebepaaltdewethoedegroottevandeenveloppemoetwordenberekend.Om detweejaardientdebeschikbareenveloppevoorwelvaartsaanpassingenzodanigteworden berekenddatzevanaf2008minimaalovereenstemtmetdesomvanvolgendegeraamdeuitga veninalletakkenvandesocialezekerheidderwerknemersendiederzelfstandigen: eenjaarlijkseverhogingvan1,25%vandegrenzeninaanmerkinggenomenvoordebereke ningvandeinkomensvervangendeuitkeringen(nieuwegerechtigden); eenjaarlijkseverhogingvan1,25%vanhetminimumrechtperloopbaanjaar; eenjaarlijksewelvaartsaanpassingvan1%vanalleforfaitairesocialeuitkeringen3; een jaarlijkse welvaartsaanpassing van 0,5% van alle inkomensvervangende uitkeringen in desocialezekerheid,metuitzonderingvandeforfaitaire. Voordebijstandsregelingenwordtdebeschikbareenveloppevoorheteerstberekendvoorde tweejaarlijkse periode 20092010. Deze enveloppe dient minimaal overeen te stemmen met de somvandegeraamdeuitgavendieovereenkomtmeteenjaarlijksewelvaartsaanpassingvan1% vanvolgendeuitkeringen: met betrekking tot het recht op maatschappelijke integratie: het leefloon en het equivalent leefloon(financilemaatschappelijkesteun); met betrekking tot uitkeringen aan personen met een handicap: de inkomensvervangende tegemoetkomingvoorgehandicapten(IVT); metbetrekkingtotbijstandvoorouderen:deinkomensgarantievoorouderen(IGO)enhet gewaarborgdinkomenvoorbejaarden(GIB).

Onderdeforfaitaireuitkeringenvallenookdeminimumuitkeringenmaarnietdemaximumuitkeringen.

WORKING PAPER 4-11

IneentweedefasewordtereengezamenlijkadviesvandeNationaleArbeidsraad(NAR)ende CentraleRaadvoorhetBedrijfsleven(CRB)opgesteld,voorwatbetreftdewerknemersregeling, en een gezamenlijk advies van het Algemeen Beheerscomit voor het sociaal statuut der zelf standigenendeCentraleRaadvoorhetBedrijfsleven,voorwatbetreftderegelingderzelfstan digen. Voor de bijstand wordt het advies verstrekt door de Federale Adviescommissie Maat schappelijkWelzijn,deNationaleArbeidsraad,deCentraleRaadvoorhetBedrijfsleven,deNa tionaleRaadvoorPersonenmeteenHandicapenhetRaadgevendComitvoordePensioensec tor. Hetadviesistweeledig: de omvang van de beschikbare financile middelen wordt bepaald (minimaal beschikbare enveloppe) er wordt een voorstel geformuleerd omtrent de aanpassingen van alle of sommige inko mensvervangendeuitkeringenindesocialezekerheidvoorwerknemers(art.72),vanalle of sommige uitkeringen in de sociale zekerheid der zelfstandigen (art. 5) en van de vol gendesocialebijstandsstelsels(art.73bis):hetleefloon,deaanleefloonequivalentefinanci lemaatschappelijkesteun,deIVTenintegratietegemoetkomingvoorpersonenmeteenhan dicap,detegemoetkomingvoorhulpaanbejaarden,hetgewaarborgdinkomenvoorbejaar denendeinkomensgarantievoorouderen. Degeadviseerdeaanpassingenkunnenzichvertalenineenwijzigingvaneenberekeningspla fond, een inkomensdrempel, een uitkering en al dan niet minimale uitkering. Een eventuele aanpassingvandeplafondszaliniedergevaldetweejaarlijksebeslissinginzakedemaximale margevoordeloonkostontwikkeling.,art.6en7vandewetvan26juli1996totvrijwaring vanhetconcurrentievermogen,alsuitgangspunthebben. Hetadviesdientvanaf2010rekeningtehoudenmetdeeventuelemeerkostenveroorzaaktdoor debeslissingenmetbetrekkingtotdevoorgaandetweejaarlijkseperiodeendiemeerkostenten lastenemen. Hetadviesmoetrekeninghoudenmetdeontwikkelingvandewerkgelegenheidsgraadenvan deberoepsinkomstenderzelfstandigen,denoodzaaktoteenduurzaamfinancieelevenwichtin desocialezekerheidvanelkeregelingendetoekomstigedemografischeevolutiemetnamede vergrijzing. Daarbij dient ook aandacht besteed te worden aan de economische groei, de ver houdingtussenaantaluitkeringstrekkersenaantalactieven,endezorgomgeennieuweinacti viteitsvallentecrerenofbestaandeteversterken(art.5enart.72).Voordebijstandsregelin gendientbovendienrekeninggehoudentewordenmetdeontwikkelingvandearmoedegraad endesamenhangtussendeontwikkelingvandewelvaartvanhetsocialezekerheidsstelselen hetbijstandsstelsel. In de derde fase beslist de regering, waarbij zij zich onder meer kan steunen op de verslagen van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, de Studiecommissie voor de Vergrijzing en de

WORKING PAPER 4-11

Hoge Raad voor Financin. Indien de regering afwijkt van het advies van de sociale partners dientzijdatuitdrukkelijktemotiveren.

1.3. Welvaartsaanpassingen voorzien in het Generatiepact in vergelijking met de langetermijnhypothesen van sociaal beleid, aangenomen door de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) vr de invoering van het Generatiepact
AlhoewelhetGeneratiepacteenwelvaartsbindingdefinieert,genspireerdophetsociaalbeleid dattraditioneelwerdaangenomendoordeStudiecommissievoordeVergrijzing,isdebeschik barebudgettaireenveloppevoorwelvaartsbinding,zoalsbepaaldindewet,opeenaantales sentilepuntenverschillend.

1.3.1. De grootte van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding heeft geen binding met de loonevolutie of feitelijke welvaartstoename
Hetmerendeelvandevervangingsinkomensvandesocialezekerheidisberekendalseenper centage van het laatst verdiende loon; zo zijn die vervangingsinkomens verbonden met het welvaartsniveauvanhetjaarwaarinhetbedragberekendis. Alzokunnendegerechtigdenvaneenbepaalderegelingvoorgesteldwordenalsopeenvolgen degeneratiesvolgensdeingangsdatumvandeuitkering,mettelkenshunuitkeringberekend alseenpercentagevaneenloondatrecent,1jaar,2jaar,geledenwerdverdiend.Wanneerbij deovergangvanhetenejaarnaarhetandere,eenouderegeneratiewordtvervangendooreen jongere,meteenuitkeringgebaseerdopeenrecenterendusgestegenloon,stijgthetgemiddeld bedrag.Datgeldtvooralleopeenvolgendegeneratiesgerechtigden.Dus,zelfswanneerergeen welvaartsbindingvandeindividueleuitkeringisvoorzien,zorgtdieinternedynamiekvooreen toenamevandegemiddeldeuitkeringdiesterkverbondenismetdeloonevolutie. De noodzaak van welvaartsaanpassingen van de sociale uitkeringen heeft te maken met de duur dat de gerechtigde in eenzelfde socialezekerheidsregeling verblijft, des te meer wanneer deloonstijgingbelangrijkis.Wanthetvervangingsinkomen,datberekendisophetlaatstver diendeloonvanhetjaart,zalnanjaarde(rele)loonstijgingmissenvanhetjaart+1,natwee jaarde(rele)loonstijgingvandejarent+1ent+2,enz.,zodatzonderwelvaartsbindinghetver vangingsinkomen (buiten de binding aan de prijsevolutie) gelijk blijft aan x% van het laatst verdiendelooninhetjaart,datdetussentijdseloonstijgingenheeftgemist. Omdathetbegripwelvaartsaanpassingrefereertnaardegemistereleloonstijging(en)heeft deSCvVdewelvaartsaanpassingengedefinieerdinrelatiemetdeloonstijging. Op zijn beurt bestaat de loonstijging uit een endogene toename, de zogenaamde loondrift te wijten aan baremieke verhogingen en aan verschuivingen in de werkgelegenheid naar hoger (lager) geschoolde werknemers en de expliciete conventionele loonstijging overeengekomen

WORKING PAPER 4-11

door de sociale partners tijdens het tweejaarlijkse professioneel akkoord. Omdat de gemiste loonstijging verwijst naar de individuele loontoename werd in het verleden het begrip wel vaartsaanpassinginrelatiegesteldmetdeconventioneleloonstijging.

1.3.2. De grootte van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding hanteert dezelfde percentages als de SCvV, ongeacht de loonevolutie
HoeheeftdeSCvVdegroottevandewelvaartskoppelingvandesocialeuitkeringengedefini eerd? Overdeperiode19562002stegendelonenmetgemiddeld2,9%perjaarendegemiddeldewel vaartsaanpassing van het werknemerspensioen bedroeg tijdens diezelfde periode 1,1%; aldus eengemiddeldeloskoppelingmet1,8%t.o.v.hetlooninclusiefdeloondrift. Vrhetinvoegetredenvanderecentewetmethetstructureelwelvaartsmechanisme,stelde deStudiecommissie(SCvV)vooromdeloongebondenuitkeringeneenwelvaartsbindingtoete kennen die met 1,25% losgekoppeld was van de veronderstelde jaarlijkse loonstijging met 1,75%oplangetermijn,dusgelijkaan0,5%(laatsterijinkol1,Tabel1). DeSCvVrekendealdusmeteenkleinereloskoppeling(1,25%i.p.v.1,8%)ofhogerewelvaarts bindingdangeobserveerdinhetverleden.DeSCvVhaddiehypotheseaangenomenuitvoor zorg.Ineenvergrijzendesamenlevingmetproportioneelmeergepensioneerdendiegaandeweg ooknogouderworden,endaardoorlangerverblijvenineenzelfderegeling,isdebehoefteaan welvaartsbindinggroter.OmdatdeSCvVrekentmetgemiddeld0,5%loondriftoplangetermijn bedroeg de loskoppeling1,25%t.o.v.de loonstijging en 0,75%t.o.v. de conventionele loon stijging.
Tabel 1 Sociaal beleid op lange termijn aangenomen door de SCvV, daterend van vr het in voege treden van het welvaartsmechanisme voorzien in het Generatiepact
SCvV rapport, editie 2009 Alternatief scenario 1,50% 0,50% 1,00% 1,00% 0,75% 0,25% PM: Referentie scenario 1,50% 0,50% 1,00% 1,25% 1,00% 0,50%

Hypothesen van de SCvV daterend van vr het Generatiepact Brutoloon per hoofd Loondrift per hoofd Conventioneel loon per hoofd Verhoging loonplafond en minimumrecht = conventioneel loon in kol 1 en 2 Verhoging minima en forfaitaire bedragen = conventioneel loon 0,25% in kol 1 en 2 Verhoging loongebonden uitkeringen = conventioneel loon 0,75% in kol 1 en 2 1,75% 0,50% 1,25% 1,25% 1,00% 0,50%

InhetJaarlijksVerslagvanjuni2009,heeftdeSCvVdeloonstijgingvanhetreferentiescenario verlaagdvan1,75%tot1,5%perjaar(kol3);ditinhetkadervanderecentefinancilecrisismet

WORKING PAPER 4-11

de daaropvolgende economische crisis en de hoge onzekerheid omtrent hun weerslag op het groeipotentieel. Alhoewel art. 73 van het Generatiepact bepaalt dat de enveloppe minimaal moet overeen komen met de toepassing van de percentages 1,25%, 1% en 0,5% (zoals in kol 3 van Tabel 1) verwijstdeSCvVnaardehuidigeeconomischetoestandenmeentzijdathetGeneratiepactar gumentenvoorzietomdewelvaartsaanpassingentematigen:moetenrekeninghoudenmetde ontwikkeling van de werkgelegenheidsgraad, de noodzaak tot een duurzaam financieel evenwicht in de socialezekerheid().Daarbijwordtookaandachtbesteedaandeeconomischegroei,()4.Ineenal ternatief scenario berekent zij daarom de kosten van vergrijzing overeenkomstig de SCvV hypothesenvanvrhetGeneratiepact,nl.opnieuweenloskoppelingvanrespectievelijk0,25% voor de forfaits en 0,75% voor loongebonden uitkeringen ten opzichte van de conventionele loonstijging. Binnen een context van 1,5% jaarlijkse loonstijging waarvan 0,5% loondrift, bete kent dat jaarlijkse welvaartsaanpassingen van de loongebonden vervangingsuitkeringen met 0,25%(1,5%0,5%loondrift0,75%loskoppeling:ziekol2inTabel1)i.p.v.0,50%zoalsbepaald inhetGeneratiepact. Tijdens de periode 19821998 werd de loongrens in de regeling werknemerspensioenen enkel aangepast aan de prijsevolutie. Om de legitimiteit van het wettelijk pensioen te versterken heeftdeKaderwetvan26juli1996wetdiedeverhogingvandepensioenleeftijdvandevrouw regeltdeloongrensindepensioenregelingvoorwerknemersgebondenaandeloonnorm.Zo doende,omdatdeevolutievandeloongrensmeertemakenheeftmethetinstandhoudenvan dehuidigeregelingdanwelmethettevoerenwelvaartsbeleid. VrhetinvoegetredenvanhetGeneratiepacthadDeSCvVdiezelfdebindingovergenomen voor de loongrenzen in de overige socialezekerheidsregelingen, namelijk de vooropgestelde macroeconomischeloonevolutieoplangetermijnminusdeverondersteldeloondriftvan0,5%. Deloongrenzenvolgenaldusdeevolutievanhetconventioneelloon. Diehypothesezorgtervoordathetevenwichttussenhetverzekeringskarakterenerzijdsende herverdelingbinnenderegelinganderzijdsgrotendeelswordtbehouden:deuitkeringenvande opeenvolgende generaties stijgen ofwel aan het macroeconomisch loonritme (inclusief loon drift)ofwelvolgenshetritmevandeconventionelelonen(exclusiefloondrift)voordehogere inkomensklassendiemeerverdienendandeloongrens.Indematedatdetoekomstigegenera tiesbetergeschooldzijn,zullenzijtalrijkergetroffenwordendoordeloongrens,waardoorzelfs met de aangenomen hypothese het verzekeringsgehalte in de regeling enigszins afneemt ten voordelevaneenverticalesolidariteit.

WetophetGeneratiepactvan23december2005,art.5(voorzelfstandigen)enart.72(voorwerknemers).

WORKING PAPER 4-11

1.3.3. De grootte van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding bevat tevens een welvaartsbinding van 0,5% voor de nieuwe gerechtigden
DeSCvVvoorzaggeenwelvaartsbindingvoordenieuwingeganevervangingsinkomenstijdens het eerste jaar (nieuw gepensioneerden, werklozen tijdens hun eerste jaar werkloosheid of in geval van tijdelijke werkloosheid, de zieken tijdens de eerste periode van arbeidsongeschikt heid,enalleoverigeuitkeringentijdenshetingangsjaar).Wantindiegevallenwordtdenieuwe uitkeringberekendopbasisvanhetlooninclusiefdeloonstijgingdiemeestalingaatinhetbe ginvanhetbetrokkenjaar. Ermoetwordenopgemerktdatditniethetgevalisbijdepensioenberekening. Teneersteiserdeberekeningswijzevanhetpensioen,nl.hetgemiddeldeloonovereengehele loopbaan dat enkel wordt gecorrigeerd voor de tussentijdse inflatie, waardoor het berekend pensioeninbelangrijkemateislosgekoppeldvanhethedendaagsewelvaartsniveau.Eriswel een correctie voor de laagste pensioenen, doordat de lonen lager dan het minimumrecht van vandaagopgetrokkenwordentotdatminimumrecht,enditvoorelkloopbaanjaar. Erkanookeenwelvaartsverlieszijnafhankelijkvandeingangsdatumvanhetpensioen.Laten wedatillustrerenmetvolgendvoorbeeld.Eenwerknemerofzelfstandigewordt65jaarinno vember2009.Dewettelijkepensioneringgaatindeeerstemaandvolgendopdemaandvande verjaring;inonsvoorbeeld1december2009.Bijdepensioenberekeningwordtmethetloonvan hetlaatstejaarvrdepensioneringgeenrekeninggehouden;aldusgevende11maandenge werkt in2009 geen rechtop een pensioengedeelte.Bovendien, voor het laatste jaar dat wel in aanmerkingkomt,2008inonsvoorbeeld,wordthetloonvanhetvoorlaatstejaargenomen(dus 2007inonsvoorbeeld). Degeheleloopbaanwordtwelgeteldbijdetoekenningvanhetminimumpensioen.Ookbijde berekeningvandepensioenbonuswordterrekeninggehoudenmetdegewerktedagenvooraf gaandaandepensionering,ookdiegepresteerdtijdenshetjaarvandepensionering.

1.3.4. De besteding van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding wordt beperkt tot de inkomensvervangende uitkeringen in de werknemersregeling
Hetisopmerkelijkdatdekinderbijslagenwelwordengeteldbijdeberekeningvandegrootte vandebeschikbareenveloppeart.73stemtdebedoeldeenveloppeovereenmetdesom van geraamde uitgaven in alle takken van de sociale zekerheid der werknemers maar vol gensdewetnietinaanmerkingkomenvoorwelvaartsaanpassingenart.72verdelingvan detoegekendebeschikbarefinancileenveloppevooreenaanpassingvanalleofsommigein komensvervangendeuitkeringenindesocialezekerheidvoorwerknemersaandeevolutievan dealgemenewelvaart.

10

WORKING PAPER 4-11

OmtevermijdendatdekinderbijslagenmettertijdzoudenuithollengingdeSCvVervanuitdat zijzoalsdeandereforfaitairebedragenjaarlijkszoudenverhogen,namelijk0,25%losgekoppeld vandeconventioneleloonstijging.

1.3.5. Het toepassingsveld bevat tevens de arbeidsongevallenverzekering beheerd in een kapitalisatiestelsel met twee basisbeginselen: beroepsrisico en forfaitaire schadeloosstelling
Dearbeidsongevallenverzekeringkwamtotstandin1903enwerdgebaseerdoptweebasisbe ginselen:hetbeginselvanberoepsrisicozonderhetbewijstemoetenleverendatdewerkgever in gebreke is en het forfaitaire karakter van de schadeloosstelling die voor elk ongeval wordt gepersonaliseerd. Door de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 (priv sector) zijn de werkgevers verplicht zichteverzekerenvoorarbeidsongevallen.Inruilvoordebetalingvaneenpremie,afhankelijk vanhetberoepsrisicovanelkewerknemer,nemendeerkendeprivverzekeraarsdefinancile risicosvaneenarbeidsongevalover.Principieelzijnzijverantwoordelijkvoordearbeidsonge vallenvergoedingenenleggendaartoeperongevalwiskundigereservesaanomdetoekomstige verplichtingentewaarborgen.Deeventueellevenslangevergoedingisafhankelijkvanhetbe grensdebasisloonenhetpercentageverliesaanarbeidsvermogen.Hetisbovendieneenforfai taire schadeloosstelling waarin solidariteitsmechanismen onbestaande zijn. De vergoeding wordt enkel aangepast aan de prijsevolutie indien het een arbeidsongeval met een blijvende arbeidsongeschiktheidhogerdan15%betreft. In het Europees systeem van nationale rekeningen behoren de arbeidsongevallenregeling be heerddoordeprivateverzekeringsmaatschappijenviafondsvorming,zoalsookdeaanvullende pensioenregeling via fondsvorming, niet tot de wettelijke socialeverzekering.Vandaar datde welvaartsbindingvoorgestelddoordeSCvVgeenrekeninghieldmetdieuitkeringen. Hetkapitalisatiestelselvandearbeidsongevallenregelingheeftinhetverledensteedseenaparte plaatsingenomenenisnietopgenomenindeBesluitwetvan28december1944.Ookvolgensde AlgemeneBeginselenwetSocialeZekerheid(Wetvan29juni1981)vallendeverrichtingenvan het kapitalisatiestelsel niet onder het globaal beheer van de sociale zekerheid. Dat geldt ook voordearbeidsongevallenvergoedingendiehetFAOalsverzekeraaruitkeert(ineenkapitalisa tiestelsel)aandezeeliedenenderedersterkoopvaardijalsookdeuitkeringentengevolgevan eenarbeidsongeschiktheidkleinerdan10%daterendvanvr1988.Terfinancieringvandeze laatsteontvangthetFAO4%bijdragevandeverzekeraarsopdedoorhenaangelegdedefinitie vewiskundigereservesvoordeongevallenvanvr1988. Enkeldeprijsaanpassingenvandevergoedingenvoorongevallenvanvr1988endebijslag regeling (wegens verergering of overlijden na de herzieningstermijn en om een minimumver goeding te garanderen) beheerd door het FAO behoorden tot het repartitiestelsel. Vanaf 1994

11

WORKING PAPER 4-11

werdhetrepartitiestelselbijhetFAOuitgebreid:metdevergoedingeningevalvangeregelde5 blijvendearbeidsongeschiktheidvanminderdan10%,vervolgensdievan10%tot16%(vanaf 1997) en uiteindelijk die van 16% tot 19% (vanaf 2003), kortweg arbeidsongevallen artikel 45quatergenoemd. Naderegelingvaneenbetreffendarbeidsongevaltransfereertdeprivverzekeraarhetgeves tigdekapitaalnaarhetFAOenhetFAObetaaltverderdejaarlijksevergoeding.HetFAOreser veert die doorgestorte kapitalen overeenkomstig artikel 45quater niet maar stort ze na aftrek van zijn uitgaven aan het Globaal Beheer. Op die wijze hebben betrokken vergoedingen niet langerhetkaraktervanindividuelekapitalisatieendragendekapitalen,dieaanvankelijkopge bouwdwarenalswiskundigereserve,bijtotdefinancieringvandesocialezekerheid. Zodoendebehorendearbeidsongevallenovereenkomstigartikel45quatertothetrepartitiestel sel terwijl de overigearbeidsongevallen worden beheerdin eenkapitalisatiestel. Omwillevan hetduaalbeheervandearbeidsongevallenishetnietmeerduidelijkwelkeuitkeringenwelof nietbegrepenzijnindeAlgemeneBeginselenwetvandeSocialeZekerheidendusdeeluitma kenvandesocialezekerheidzoalsbedoeldinart.nr.72vanhetGeneratiepact. HetRekenhofstelt6hieromtrentdeverschuivingvandebeheerswijzevaneenkapitalisatiestel selbijdeprivverzekeraarsnaareenrepartitiestelselbijhetFAOhoudtvoordetoekomsteen belangrijkfinancieelrisicoin7enZondernieuweontvangstenzalhetFAObijkomendemid delen moeten vragen aan het Globaal Beheer op een moment dat het evenwicht in de sociale zekerheid al onder druk zal komen te staan door de vergrijzing8. Uit een prognose van het FAO blijkt dat voor de arbeidsongevallen met een arbeidsongeschiktheid kleiner dan 10% de uitgavendeontvangstenzullenovertreffenrond20179. Daarbovenopzijndewelvaartsaanpassingenvanderentenenvergoedingenproblematisch.De verzekeraarshebbenvoor diebijkomendekostgeenreservesaangelegdomdathetaanpassin genzijnopuitkeringenvooreenarbeidsongevalvanhetverleden.Debijkomendekostenvoor deverzekeraars(uitgedruktinbijkomendtereserverenkapitaal)wordengecompenseerddoor tijdelijkdekapitaaltransferaanhetFAOinhetkadervanartikel45quaterteverminderen(han terenvaneentehogetechnischerentevoetvan4,75%i.p.v.3,75%)endoorooktijdelijkde4% bijdragevandeverzekeraarsopdedefinitievewiskundigereservesvoorongevallenvanvr 1988teverminderentot0,9%.DeminderontvangstenvoorhetFAOwerdenin2008en2009ge compenseerd uit de opbrengsten van de reserves in het kapitalisatiestelsel beheerd door het

Hiermee wordt bedoeld dat de blijvende arbeidsongeschiktheid en vergoeding zijn bepaald in een overeenkomst tussenverzekeraarenrechthebbende(n)bekrachtigddoorhetFAOofineenjuridischdocument(vonnisofarrest). 6 Rekenhof,Financiletransfersindetakarbeidsongevallenvandesocialezekerheid,VerslagvanhetRekenhofaan deKamervanVolksvertegenwoordigers,Brussel,april2010. 7 Rekenhofopblz.20,laatsteparagraaf. 8 Rekenhofopblz.45 9 Rekenhofopblz.17,tweedeparagraaf.
5

12

WORKING PAPER 4-11

FAO,zodatdekosttewijtenaandewelvaartsaanpassingenniettotuitingkomtinderekenin genvanhetFAO. Hetaanhoudenvanjaarlijksewelvaartsaanpassingenzoubetekenendatbovenstaandevermin derde financiering van het FAO zou worden verlengd waardoor de middelen van het FAO wordenaangetastenhaartoekomstigeverplichtingeninzakearbeidsongevallennietlangerzijn gewaarborgd. Ter zake stelt het Rekenhof Voor toekomstige welvaartsaanpassingen beveelt het Rekenhof aandezekostenopeenmeerdoorzichtigemaniertefinancieren,zodatzeooktotuitingkomen inderekeningenvanhetFAO10. Ookbijdebepalingvandebeschikbarewelvaartsenveloppestelthetbegripbijkomendekosten ten gevolge van een verhoging van de loongrens met 1,25% in de arbeidsongevallenverzeke ringproblemen. Indebeschikbareenveloppevoor2009werdeenbijkomendekostingeschrevenvan3,6mln. euroin2009.Die3,6mln.eurokomtovereenmethetkapitaaldatdeverzekeraarbijkomend moet reserveren voor de nieuwe arbeidsongevallen ingegaan in 2009. Ook in 2010 zal de verzekeraarextra3,6mln.eurokapitaalmoetenreserverenvoordenieuwearbeidsongeval leningegaanin2010.Dusookineenkapitalisatiestelselisdekostvaneenverhogingvande loongrensrecurrent,maarhetgaattelkensomeenverhogingvandewiskundigereserves, aldusuitgedruktinkapitaaltermen. Hetbegriprecurrentheefteenanderebetekenisineenrepartitiestelsel:namelijkdemeer uitgaventewijtenaandeverhogingvandevergoedingtijdenshetbetreffendejaar,zonder rekeningtehoudenmetdeweerslagvandeverhogingopdevergoedingenvandedaarop volgendejaren.

1.3.6. De besteding van de beschikbare enveloppe voor welvaartsbinding gebeurt ook met een verhoging van de berekeningspercentages
DewelvaartsbindingdiedeSCvVvoorsteldewasgenspireerdopdehistorischeverhogingen: eengedeeltelijkeaanpassingvandeuitkeringendienofmeerdereloonstijgingenhaddenge misteneenvangnetvoordelaagsteinkomensviademinimaenforfaitairebedragenvantoe passingvoorallegerechtigden.Eenveranderingvanderegelgevingdooreenverhogingvande berekeningspercentageswerdnietbeschouwdalseenwelvaartsaanpassing. HetGeneratiepactvoorzietnietexplicietdemogelijkheidvanveranderingvandeberekenings percentagesvandeuitkeringen.Artikel721bepaaltVoormeldeaanpassingkanzichvertalen ineenwijzigingvaneenberekeningsplafond,eenuitkeringenofeenminimumuitkering.De verhoging van een berekeningspercentage veronderstelt aldus een ruime interpretatie van de wet.
10

Rekenhofopblz.46,6paragraaf

13

WORKING PAPER 4-11

Bijdebepalingvandegroottevandebeschikbareenveloppeheefteenbelangrijkdeelbetrek king op nietstructurele verhogingen, namelijk verbonden met uitkeringen die mettertijd de regelingverlaten,zodatdeomvangvandebeschikbareenveloppeafneemtindetijd.Daarente gen,deverhogingvanberekeningspercentages,diewordentoegepastvoorzowelallehuidige alstoekomstigegeneraties,vermeerderthetrelatiefgewichtvandestructureleverhogingenzo danigdatheteventueelhogeruitkomtdanvoorzienindebeschikbareenveloppeenvooralho gerdandeevolutievandiebeschikbareenveloppeoplangeretermijn.

1.3.7. Sociale verbeteringen op initiatief van de regering bovenop het structureel welvaartsmechanisme op advies van de sociale partners
HetsociaalbeleidaangenomendoordeSCvVwasbeperkttotdetoepassingvangedeeltelijke welvaartsaanpassingengerelateerdtotdeloonevolutie.Hetrecentverledentoontdatderege ring sociale verbeteringen invoerde bovenop de toepassing van het structureel welvaartsme chanismevoorzieninhetGeneratiepact. Deeerstewelvaartsenveloppein2007werdgrotendeelsingevulddoorderegering.Vervolgens starttendesocialepartnersmetdeinvullingvandebeschikbareenveloppe2008en20092010. Tabel2illustreertdeverhogingvandeSZuitkeringenindewerknemersregelingtewijtenaan enerzijdsdesocialeverbeteringenopinitiatiefvanderegeringenvervolgensaandemaatrege lenintoepassingvanhetGeneratiepact.
Tabel 2 Regeringsmaatregelen en welvaartsaanpassingen beslist in het kader van het Generatiepact: bijkomende uitgaven in de werknemersregeling, in mln. euro respectievelijk in %
2007 Spilindex (2004=100) A. Maatregelen op initiatief van de regering B. Maatregelen in toepassing van het Generatiepact C. Totale kost (A+B) Bijkomende uitgaven in % van de SZ prestaties excl. maatregelen waarvan in toepassing van het Generatiepact 2008 2009 2010 2011 2012 2015

104,14 108,34 110,51 110,51 112,72 112,72 112,72 140,9 296,0 781,6 897,6 704,4 703,0 682,1 41,3 0,6% 0,1% 250,4 531,1 771,9 796,6 797,9 783,8 1,6% 0,8% 3,7% 1,5% 4,6% 2,2% 4,0% 2,1% 3,9% 2,1% 3,6% 1,9% 182,3 546,4 1312,7 1669,5 1500,9 1500,8 1465,9

Desocialecorrectiesopinitiatiefvanderegeringrespectievelijkvandesocialepartnersverho gendetotaleuitkeringenindewerknemersregelingmet4,6%in2010.In2011daaltdatpercen tage tot 4%, gedeeltelijk door het wegvallen van tijdelijke anticrisis maatregelen (recent ver lengdmet3maandentoteind2010:+25mln.euro).Vanaf2012daalthetpercentagestructureel tewijtenaandemaatregelendieenkelgeldenvoordehuidigegeneratiesgerechtigdendiemet tertijdderegelingzullenverlaten. DekosttewijtenaandemaatregelengenomeninhetkadervanhetGeneratiepactdaaltnauwe lijksna2010omdatindecontextvandevergrijzingdebeschikbareenveloppevooreenbe

14

WORKING PAPER 4-11

langrijkdeel(57%)isbesteedaaneenstructureleverhogingvandeuitkeringen:deminima,de plafondseninsommigegevallenhogereberekeningspercentages.
Tabel 3 Regeringsmaatregelen en welvaartsaanpassingen beslist in het kader van het Generatiepact: bijkomende uitgaven in de regeling der zelfstandigen, in mln. euro respectievelijk in %
2007 Spilindex (2004=100) A. Maatregelen op initiatief van de regering B. Maatregelen in toepassing van het Generatiepact C. Totale kost (A+B) Bijkomende uitgaven in % van de SZ prestaties excl. maatregelen waarvan in toepassing van het Generatiepact 44,9 15,6 60,5 2,1% 0,5% 2008 157,7 45,4 203,0 2009 258,2 76,3 334,5 2010 315,1 112,8 427,9 13,8% 3,6% 2011 362,3 115,7 478,0 15,1% 3,7% 2012 367,7 116,7 484,4 15,1% 3,6% 2015 381,5 119,4 500,9 14,8% 3,5%

104,14 108,34 110,51 110,51 112,72 112,72 112,72

6,7% 10,9% 1,5% 2,5%

De besliste maatregelen in de zelfstandigenregeling tijdens de periode 20072010 verhogen de uitkeringenmet13,8%in2010.Ruimdriekwartvandeextrauitgavenheefttemakenmetstruc tureleverhogingen,vandaardatdieextrauitgavenna2010nogtoenemen. Hetbetrefthetminimumpensioenendedaaraangekoppeldeuitkeringvoorziekteeninvalidi teitdieopinitiatiefvandesocialepartnerswerdenverhoogdmet4,5%.Desterksteverhoging vandieuitkeringengebeurdeopinitiatiefvanderegering.
Tabel 4 Regeringsmaatregelen en welvaartsaanpassingen beslist in het kader van het Generatiepact: bijkomende uitgaven in de bijstandsregeling, in mln. euro respectievelijk in %
2009 Spilindex (2004=100) A. Maatregelen op initiatief van de regering B. Maatregelen in toepassing van het Generatiepact C. Totale kost (A+B) Bijkomende uitgaven in % van de bijstandsuitgaven excl. maatregelen waarvan in toepassing van het Generatiepact 110,51 11,0 14,6 25,6 0,9% 0,5% 2010 110,51 4,9 44,3 49,3 1,6% 1,4% 2011 112,72 5,2 49,0 54,2 1,6% 1,5% 2012 112,72 5,3 50,4 55,7 1,7% 1,5% 2015 112,72 5,5 53,6 59,0 1,7% 1,6%

Inhetbijstandsstelselwerddeeerstebeschikbarewelvaartsenveloppeberekendvoor20092010. Tabel4geeftdeuitgaventewijtenaandecorrectiesvandebijstandsuitkeringendiegenomen zijnin2009en2010,zowelopinitiatiefvanderegeringalsopvoorstelvandesocialepartners. Aldezemaatregelentezamenverhogendebijstandsuitgavenmet1,6%in2010,waarvan0,2%te wijtenisaandemaatregelengenomenopinitiatiefvanderegering.

15

WORKING PAPER 4-11

2.

Lenveloppe disponible pour la priode 2011-2012

La loi sur le Pacte de solidarit entre les gnrations du 23 dcembre 2005 prcise que lenveloppe rserve ladaptation des allocations sociales au bientre est quivalente au moinslasommedelestimationdesdpensessuivantescalculespourtouteslesbranchesdelascurit socialedurgimedestravailleurssalarisetdurgimedestravailleursindpendants: une adaptation annuelle au bientre de 0,5% de toutes les allocations sociales de remplacement, lexclusiondesallocationsforfaitaires; uneadaptationannuelleaubientred1%detouteslesallocationssocialesforfaitaires; une augmentation annuelle de 1,25% des plafonds pris en compte pour le calcul des allocations socialesderemplacement; etpourlabranchepensiondurgimedestravailleurssalaris: uneaugmentationannuellede1,25%dudroitminimumparannedecarrire. La loi programme du 26 dcembre 2006 tend le mcanisme de revalorisation des allocations sociales du Pacte de solidarit entre les gnrations aux rgimes dassistance. Lenveloppe disponible pour ces rgimes est au moins gale lestimation des dpenses correspondant une adaptation annuelle au bientre de 1% du revenu dintgration, de laide sociale financire quivalenteaurevenudintgrationsociales,desallocationsderemplacementderevenupour handicaps,durevenugarantiauxpersonnesgesetdelagarantiederevenuauxpersonnes ges. Ainsiestdfinie,parrgimedescuritsocialeetpourlesrgimesdassistanceconsidrdans leurensemble,uneenveloppedisponiblebrute.Cetteenveloppeestuneenveloppebrutedans lesens,o,commeleprvoitlaloi,lenveloppedisponible(nette)doittenircompteetprendreen chargelventuelsurcotengendrparladcisionrelativelapriodebiannuelleprcdente. Cettenotiondesurcottrouvesonoriginedanslefaitque,auseindechaquergimedescurit sociale, lallocation de lenveloppe biannuelle (ou la dcision relative lutilisation de lenveloppe) peut se raliser librement entre branches, catgories de bnficiaires et types de revalorisation(revalorisationduneprestationforfaitaire,duneprestationnonforfaitaire,dun plafonddecalcul).Or,toutemesurederevalorisationengendreuncotsurplusieursannes(et doncaudeldelapriodebiannuellepourlaquelleladcisionestprise)etcecotpeutrevtir des profils temporels fort diffrents. De manire trs schmatique11, on peut distinguer les mesures de revalorisation ayant un cot temporaire des mesures de revalorisation ayant un cot permanent. La revalorisation dune prestation non forfaitaire (par exemple, la revalorisationde2%,le1erseptembre2009,despensionsayantpriscoursen2004)engendreun
11

Unediscussionplusapprofondiesurlesprofilsdecotsdes diffrentstypesderevalorisationdesprestations so cialesoudeleursparamtresdecalculestdisponibledanslAvisrelatiflenveloppebudgtaire20092010rserveaux adaptationsaubientreduComitdtudesurlevieillissementparuenjuillet2008.

16

WORKING PAPER 4-11

cot temporaire (le cot diminue au fur et mesure que les pensionns partis la retraite en 2004 dcdent). A linverse, la revalorisation dun paramtre de calcul (plafond ou taux de remplacement)ouduneprestationforfaitaireouminimaleauncotpermanentdanslamesure o elle concerne non seulement les (ou certaines) gnrations actuelles de bnficiaires mais galement les (ou certaines) gnrations futures de bnficiaires. Dans le mme ordre dide, allouer lenveloppe en faveur dune branche ou dune catgorie dallocataires dont le nombre de bnficiaires est en phase de croissance tend augmenter le cot des revalorisations les annes suivantes. Ds lors, le cot pluriannuel de lenveloppe disponible (mesures de revalorisationselonlacl1,2510,5desprestationsetplafondspourlensembledescatgories de bnficiaires de chaque branche dun rgime) peut diverger du cot pluriannuel de la dcisionrelativecettemmeenveloppe(lesmesuresconcrtesderevalorisationdcidespar legouvernementsurpropositiondespartenairessociaux).Enparticulier,lesdcisionsrelatives lenveloppe2008etlenveloppe20092010gnrentuncotpourlapriode20112012qui diffreducotquauraitengendrunerevalorisationen2008,2009et2010selonlacl1,2510,5 desprestationsetplafondspourlensembledescatgoriesdebnficiairesdechaquebranche dunrgime.Ladiffrencengative(oupositive)calculeen20112012entre,dunepart,lecot desenveloppesdisponibles2008et20092010et,dautrepart,lecotdesdcisionsrelatives cesdeuxenveloppes,constituelesurcot(oumoindrecot)decesdeuxderniresdcisions. Cechapitredtaillelesdiffrentslmentsducalculdelenveloppedisponible(nette)pourla priode bisannuelle 20112012, successivement dans le rgime des travailleurs salaris, le rgime des travailleurs indpendants et dans les rgimes dassistance sociale. En dautres termes, dans chacun des rgimes sont dtermins le montant de lenveloppe disponible brute 20112012, le montant du surcot (ou moindre cot) en 20112012 des dcisions relatives lenveloppe 2008 et lenveloppe 2009201012, et, par diffrence, le montant de lenveloppe disponiblenette20112012.

2.1. Lenveloppe 2011-2012 dans le rgime des travailleurs salaris


Dans le rgime des travailleurs salaris, lenveloppe disponible brute slve 262,9 millions deuros en 2011 et 515,0 millions deuros en 2012 (montants exprims prix constants, lindice pivot 112,72). La contribution de la revalorisation de 1% (en 2011 et en 2012) des prestationsforfaitairescetteenveloppeestdeprsde50%(tableau5).Laugmentationde0,5% des prestations non minimales constitue environ 45% de lenveloppe disponible brute. La revalorisationdesplafondsetdudroitminimumparannedecarrirecontribueconcurrence dunpeuplusde5%cesmoyensdisponibles.

12

Pourlesrgimesdassistance,laseuleenveloppe20092010,pourlasimpleraisonquelemcanismedadaptation desprestationssocialesnestdapplicationdanscesrgimesquedepuis2009.

17

WORKING PAPER 4-11

Tableau 5 Lenveloppe disponible pour la priode 2011-2012 dans le rgime des travailleurs salaris, montants exprims en millions deuros
2008 Indice pivot (2004=100) A. Enveloppe disponible brute 2011-2012 (en millions d'euros) A.1 augmentation de 1,25% des plafonds et du droit minimum par anne de carrire A.2 augmentation de 1% des allocations forfaitaires (dont minima) A.3 augmentation de 0,5% des autres allocations Contributions (en %) l'enveloppe disponible brute 2011-2012: augmentation annuelle de 1,25% des plafonds et du droit minimum par anne de carrire (A.1/A) augmentation de 1% des allocations forfaitaires (A.2/A) augmentation de 0,5% des autres allocations (A.3/A) B. Enveloppes disponibles 2008-2010 (en millions d'euros) B.1 augmentation de 1,25% des plafonds et du droit minimum par anne de carrire B.2 augmentation de 1% des allocations forfaitaires (dont minima) B.3 augmentation de 0,5% des autres allocations Contributions (en %) au cot des enveloppes disponibles 2008-2010: augmentation de 1,25% des plafonds et du droit minimum par anne de carrire (B.1/B) augmentation de 1% des allocations forfaitaires (B.2/B) augmentation de 0,5% des autres allocations (B.3/B) C. Mesures prises l'initiative des partenaires sociaux de 2008 2010 (en millions d'euros) C.1 augmentation de plafonds C.2 augmentation d'allocations forfaitaires (et minima) C.3 augmentation de taux de remplacement C.4 augmentation d'allocations non forfaitaires Contributions (en %) au cot des mesures de 2008-2010: augmentation de plafonds (C.1/C) augmentation d'allocations forfaitaires (et minima) (C.2/C) augmentation de taux de remplacement (C.3/C) augmentation d'allocations non forfaitaires (C.4/C) D. Marges (+) ou surcot (-) des mesures prises de 2008 2010 (B-C, en millions deuros) Ventilation par branche (en millions deuros): Pension maladie-invalidit prestations familiales maladies professionnelles accidents de travail chmage, prpension, interruption de carrire E. Enveloppe disponible nette 2011-2012 (A+D, en millions deuros) 20,2 -2,0 33,1 -0,2 -0,6 -33,9 -14,2 -36,4 73,1 0,1 -0,9 -45,8 -25,8 -89,7 115,7 -0,7 -2,5 -19,8 -24,9 -89,5 119,3 -1,0 -2,3 -30,6 233,9 -15,6 -86,0 119,6 -0,6 -1,9 -32,6 497,9 0,6 52,7 31,8 14,8 16,6 7,1 32,3 28,6 32,0 -24,1 6,0 34,4 20,3 39,3 -22,9 6,1 34,9 20,8 38,2 -29,0 6,4 35,8 21,6 36,3 -17,1 2,7 49,0 48,3 209,1 1,3 110,1 66,6 31,0 3,8 49,6 46,7 489,9 34,8 158,1 140,4 156,6 4,8 50,1 45,1 730,9 43,9 251,4 148,5 287,0 6,5 50,8 42,7 755,6 46,3 263,7 157,2 288,4 8,2 51,0 40,9 757,0 48,2 270,9 163,2 274,7 225,7 6,1 110,6 108,9 465,9 17,6 230,9 217,3 708,0 33,7 354,7 319,6 5,8 47,7 46,5 726,6 47,5 369,2 309,9 6,5 49,7 43,8 739,9 60,6 377,0 302,2 108,34 2009 110,51 2010 110,51 2011 112,72 262,9 15,3 125,3 122,3 2012 112,72 515,0 33,2 256,2 225,6

Remarquons aussi que ces 3 lments ont des dynamiques de contribution lenveloppe disponible diffrentes. En 2012, on peut distinguer, dans le cadre du calcul de lenveloppe disponible, deux catgories de bnficiaires dallocation non forfaitaire. Il y a dune part ceux quitaientdjprsentsdanslabrancheen2011.Ceuxciontconnuunedoublerevalorisation

18

WORKING PAPER 4-11

(fictive) de 0,5% de leur allocation. Il y a dautre part ceux qui ntaient pas prsents dans le rgime en 2011. Ces derniers nauront connu quune seule revalorisation (fictive) de 0,5% de leur allocation. Ceci traduit le caractretemporaire de larevalorisationduneallocationnon forfaitaire: cette revalorisation ne concerne que les bnficiaires prsents lanne o elle est effectueet,lesannessuivanteslecotdecetterevalorisationserduitprogressivementaufur et mesure que les bnficiaires prsents lanne de la revalorisation quittent la branche (par exemple,pourcausededcsdanslabranchepension,aprsavoirretrouvunemploidansla branche chmage). A linverse, la revalorisation dune allocation forfaitaire a un caractre permanentdanslesensoelleconcernelesgnrationsactuellesetlesgnrationsfuturesde bnficiaires dune telle allocation. En 2012, lensemble des bnficiaires dune allocation forfaitaire percevrait, dans le cadre du calcul de lenveloppe disponible, le montant du forfait quiatrevaloris(fictivement)deuxreprises,en2011eten2012,de1%.Larevalorisation dun plafond a galement un caractre permanent. En outre, dans la mesure o elle ne concernechaqueannequuneseulegnrationdebnficiaires,celleentreaucoursdelanne dans la branche, le cot de la revalorisation dun plafond va crotre danne en anne. En effet,chaqueanneunegnrationsupplmentairedebnficiairesverrasonallocationcalcule selon un plafond revalorise. Dans cette optique, en 2012, on peut distinguer 3 types de bnficiairespourlecalculdelenveloppedisponible.Lepremiertypedebnficiairescouvre les gnrations entres dans une branche avant 2011: le montant de son allocation est indpendant des revalorisations des plafonds (en 2011 et en 2012). Le second reprend la gnration entre dans la branche en 2011: le montant de son allocation est potentiellement calcul en fonction dun plafond revaloris une reprise de 1,25%. Enfin, le troisime type reprend les bnficiaires entrs en 2012 dans la branche dont le montant de lallocation est potentiellementaffectparlesdeuxrevalorisationsduplafond. Cesprofilsdecotscontrastsexpliquentlvolutiondescontributionsdesdiffrentstypesde revalorisationlenveloppedisponibleen2011et2012.Lapartdelarevalorisationde0,5%des allocationsnonforfaitairesdcrot,de46,5%en201143,8%en2012.Alinverselacontribution de la revalorisation des plafonds lenveloppe disponible crot fortement, passant de 5,8% 6,5% (soitune croissancede plus de 10%). La contribution de larevalorisation desallocations forfaitaires crot galement (passant de 47,7 49,7%), principalement suite la baisse de la contributiondesallocationsnonforfaitaires. Lenveloppe disponible nette est dtermine par la diffrence entre lenveloppe disponible bruteetlesurcotdesmesuresderevalorisationprisesantrieurement.Lesdcisionsrelatives lenveloppe 2008 et lenveloppe 20092010 gnrent un cot pour la priode 20112012. Ce cotdiffreducotquauraientengendr,en2011et2012,lesenveloppesdisponibles2008et 20092010,savoirlecotquiauraitrsultdunerevalorisationen2008,2009et2010selonla cl 1,2510,5 des prestations et plafonds pour lensemble des catgories de bnficiaires de chaque branche du rgime. La diffrence ngative (ou positive) calcule en 20112012 entre, dune part, le cot des enveloppes disponibles 2008 et 20092010 et, dautre part, le cot des

19

WORKING PAPER 4-11

dcisions relatives ces deux enveloppes, constitue le surcot (ou moindre cot) de ces deux derniresdcisions. En 2012, les enveloppes disponibles 2008 et 20092010 auraient eu un cot de 739,9 millions deuros.Larevalorisationdesallocationsforfaitaires(de1%en2008,2009et2010)contribue hauteurde51%cecot.Lapartdelarevalorisationde0,5%desallocationsnonforfaitaireest de 41%. La revalorisation des plafonds est lorigine de 8% de ce cot. Lvolution de la contributiondesdiffrentstypesderevalorisationestconformeauxprofilsdecotmisenavant dans les lignes qui prcdent, savoir, une contribution croissante de la revalorisation des plafonds,dcroissantedelarevalorisationdesprestationsnonforfaitairesetrelativementstable delarevalorisationdesprestationsforfaitaires. Ensuiteestdterminlecot,notammenten2011et2012,desmesuresprisesdanslecadredes enveloppesbientre2008et20092010.Plusprcisment,ilsagitdesmesuresreprisesdansles avisn1566(pour2008)etn1673(pour20092010)delaCommissionmixte(ConseilNational du Travail/ Conseil Central de lEconomie) bientre o sont reprsents les partenaires sociaux.Remarquonsquilestgalementtenucomptedecertainesmesuresprisessuravisdes partenairessociauxetentrsenvigueuraucourantdelanne2007.Pourcesderniresmesures, seullecotsupplmentaireengendrparlapplicationdelamesuresuruneanneentireest prisenconsidration.Ledtaildececalculetdesmesuresquilrecouvreestreprisenannexe. Les mesures prises dans le cadre des enveloppes bientre 2008 et 20092010, qui portent galement sur le relvement de certains taux de remplacement (dans la branche chmage et danslabrancheinvalidit),gnrentuncotestim755,6millionsen2011et757,0millions en2012.Cecotestsuprieur,en2011eten2012,aucotdesenveloppesdisponibles2008et 20092010 (soit 726,6 millions en 2011 et 739,9 millions en 2012). Le surcot des dcisions relativeslenveloppe2008etlenveloppe20092010estdslorsde29,0millionsen2011etde 17,12millionsen2012.Ilreprsente,cesdeuxannesl,respectivement4,0et2,3%ducotdes enveloppesdisponibles2008et20092010. Remarquons que ce surcot est dj prsent en 2010, il est alors de 22,9 millions deuros. La volont des partenaires sociaux tait dutiliser les moyens disponibles entre 2008 et 2010 principalementpourlarevalorisationdesallocationslesplusbasses,notammentlesminimaou certains taux de remplacement en invalidit et en chmage. Le cot de certaines mesures de revalorisationestapparuaposteriorisousestim,principalementdanslesbranchesdavantage cibles.Lesurcoten2010sexpliqueprincipalementparcettesousestimationinitiale. Ilestgalementintressantdesoulignerquecesurcotserduitentre2011et2012(passantde 29,017,1millionsdeuros)ou,endautrestermes,quelecotdesenveloppesdisponibles2008 et 20092010 crot lgrement plus que le cot des mesures 20082010. Ceci peut sembler paradoxalauvudupoidsplusimportantdesmesurescaractrepermanentdanslesdcisions prises que dans les enveloppes disponibles pour les priodes 2008 et 20092010 (ces mesures

20

WORKING PAPER 4-11

reprsententen201259%desenveloppesdisponibleset64%ducotdesmesuresprisesentre 2008 et 2010). Toutefois, les dcisions accordent un poids moins important la revalorisation des plafonds (8,2% contre 6,4% du cot total en 2012), qui rappelonsle, engendre un cot caractre croissant. En outre, la revalorisation des prestations non forfaitaires nest pas applique de manire uniforme lensemble des bnficiaires mais est cible sur des bnficiairesprsentsdepuisuncertaintemps(6ans,plusde15ans,)danslabranche.Ces ciblages sur des gnrations anciennes de bnficiaires engendrent une dcroissance plus rapide du cot dune revalorisation quune application uniforme dune revalorisation lensembledesbnficiairesduneallocation.Cettedcroissanceestvidemmentdautantplus rapide que le ciblage concerne des gnrations plus anciennes de bnficiaires, qui quitteront plusrapidementlabranche.Finalement,lesmesuresderevalorisationprisesdanslecadrede lallocationdesenveloppes2008et20092010onttrelativementconcentresdanslabranche chmage et dans la branche invalidit (voir la ventilation du surcot par branche, cette ventilationnesttoutefoisdonnequtitreillustratifdanslamesureolenveloppedisponible est dfinie par la loi au niveau du rgime salari dans son ensemble, son allocation se faisant librement entre branches du rgime). Le nombre de bnficiaires dans ces branches devrait connatre en 2011 et 2012 une volution moins rapide que dans la branche pensions, elle marque par le vieillissement de la population. Ceci concourt galement une croissance lgrement plus faible en 2011 et 2012 du cot des mesures de revalorisation prises dans le cadredesenveloppesbientre2008et20092010queducotdesenveloppesdisponibles2008 et20092010.

2.2. Lenveloppe 2011-2012 dans le rgime des travailleurs indpendants


Dans le rgime des travailleurs indpendants, lenveloppe disponible brute slve 31,8 millionsdeurosen2011et64,9millionsen2012.Danscergime,lesallocationssontpourla plupart de nature forfaitaire. Seul dans la branche pension, certaines allocations sont non forfaitaires.Toutefoisdenombreuxpensionnsbnficientdunepensionminimumforfaitaire. Dans le rgime des travailleurs indpendants, la contribution de la revalorisation de 1% des prestationsforfaitaireslenveloppedisponible20112012estdslorsprpondrante,soitune contributionhauteurdeprsde94%. Limportancedesprestationsforfaitairesdanslergimeseconcrtisegalementauniveaudu cotdesenveloppesdisponibles2008et20092010.Unetriplerevalorisationde1%desforfaits partirde2008auraitengendren2012uncotde83,2millionsdeuros,soitaussiprsde94% ducottotaldecesenveloppesquiestde88,6millionsdeuros.Lapartdelarevalorisationdes forfaitsestunpeumoinsimportantedanslesdcisionsrelativesauxenveloppesbientre2008 et 20092010 (dcisions reprises dans lavis 1566 et dans lavis 1673 de la Commission mixte bientre).Elleestdunpeuplusde91%.

21

WORKING PAPER 4-11

Lesdcisionsrelativesauxenveloppes2008et20092010gnrentunsurcotquislve12,7 et12,6millionsdeurosen2011et2012.Cesurcotestproportionnellementplusimportantque dans le rgime salari. Il correspond, en 2011 et en 2012, un peu plus de 14% du cot des enveloppesdisponibles2008et20092010.Unsurcotdunmontantquivalentestdjprsent en 2010, il sexplique notamment par une surutilisation, ds 2008, de lenveloppe disponible. Lenveloppedisponiblenettesemontedslors16,2millionsdeurosen2011et52,2millions deurosen2012.

22

WORKING PAPER 4-11

Tableau 6 Lenveloppe disponible pour la priode 2011-2012 dans le rgime des travailleurs indpendants, montants exprims en millions deuros
2008 Indice pivot (2004=100) A. Enveloppe disponible brute 2011-2012 (en millions d'euros) A.1 augmentation de 1,25% des plafonds A.2 augmentation de 1% des allocations forfaitaires (dont minima) A.3 augmentation de 0,5% des autres allocations Contributions (en %) l'enveloppe disponible brute 2011-2012: augmentation annuelle de 1,25% des plafonds (A.1/A) augmentation de 1% des allocations forfaitaires (A.2/A) augmentation de 0,5% des autres allocations (A.3/A) B. Enveloppes disponibles 2008-2010 (en millions d'euros) B.1 augmentation de 1,25% des plafonds B.2 augmentation de 1% des allocations forfaitaires (dont minima) B.3 augmentation de 0,5% des autres allocations Contributions (en %) au cot des enveloppes disponibles 2008-2010: augmentation de 1,25% des plafonds (B.1/B) augmentation de 1% des allocations forfaitaires (B.2/B) augmentation de 0,5% des autres allocations (B.3/B) C. Mesures prises l'initiative des partenaires sociaux de 2008 2010 (en millions d'euros) C.1 augmentation d'allocations forfaitaires (et minima) C.2 augmentation d'allocations non forfaitaires Contributions (en %) au cot des mesures de 2008-2010: augmentation d'allocations forfaitaires (et minima) (C.1/C) augmentation d'allocations non forfaitaires (C.2/C) D. Marges (+) ou surcot (-) des mesures prises de 2008 2010 (B-C, en millions deuros) Ventilation par branche (en millions deuros): Pension maladie-invalidit prestations familiales E. Enveloppe disponible nette 2011-2012 (A+D, en millions deuros) -8,9 0,6 3,9 -16,4 1,3 8,3 -25,0 0,3 12,4 -25,7 0,3 12,7 19,2 -25,6 0,3 12,7 52,2 85,9 14,1 -4,4 85,0 15,0 -6,8 90,0 10,0 -12,3 90,5 9,5 -12,7 91,1 8,9 -12,6 0,0 92,8 7,2 31,0 26,7 4,4 0,0 93,1 6,9 61,7 52,5 9,3 0,0 93,4 6,6 98,0 88,2 9,8 0,0 93,6 6,3 100,5 90,9 9,6 0,1 93,9 6,1 101,2 92,3 9,0 26,6 0,0 24,7 1,9 55,0 0,0 51,2 3,8 85,7 0,0 80,1 5,6 0,0 93,5 6,5 87,8 0,0 82,3 5,5 0,0 93,6 6,4 88,6 0,1 83,2 5,4 108,34 2009 110,51 2010 110,51 2011 112,72 31,8 0,0 29,8 2,1 2012 112,72 64,8 0,0 60,7 4,2

23

WORKING PAPER 4-11

2.3. Enveloppe 2011-2012 in de bijstandsregeling


De bruto enveloppe voor de bijstandsregelingen geeft de financile weerslag van een aanpas singvan1%vandeforfaitairebedragenvanhetleefloon,equivalentleefloon,IVT,IGOenGIB (zie infra). Aangezien voor vele gerechtigden de bijstandsuitkering een aanvulling op andere inkomensvormt(uitarbeid,socialeuitkeringen,inkomenvandepartner,...)enbijhetbepalen vandehoogtevandebijstandsuitkeringrekeninggehoudenwordtmet(eengedeeltevan)die inkomens,spelenzijeenbelangrijkerolbijderamingvandebeschikbareenveloppe.Gegeven debelangrijkerolmaarookonzekereevolutievandeinaanmerkingtenemenbestaansmidde len, dienen hierover hypothesen gesteld te worden. De raming van de bruto enveloppe 2011 2012,zoalsvoorgesteldonderrubriekAinTabel7,isgebaseerdopdetoekenningaanallege rechtigden van de waarde in euro van de verhoging van het baremabedrag met 1%. Hierbij wordt er dus impliciet van uitgegaan dat de in aanmerking te nemen bestaansmiddelen geen groei kennen in 20112012. Volgens deze methode bedraagt de bruto enveloppe voor de bij standsregelingen31,4miljoeneuroin2011en65,1miljoeneuroin2012(aanspilindex112,72). De financile weerslag van de genomen maatregelen in het kader van de bijstandsenveloppe 20092010, op advies nr1672 van de Nationale Arbeidsraad ende CentraleRaad voor hetBe drijfsleven,creerteenminkost(ofmarge)in2011en2012vanrespectievelijk10,4miljoeneuro en10,0miljoeneuro.Deverhogingvanhetleefloon,equivalentleefloonenIVTleidenertoedat hun forfaitaire bedragen begin 2011 overeenstemmen met de bedragen die bekomen zouden wordenvolgensdeberekeningsregelsvandebeschikbareenveloppe20092010.Hierdoorgene rendezeuitkeringengeenmeerkostofmargein2011en2012.VoordeIGOenGIBkostende genomenmaatregeleninhetkadervandeenveloppe20092010minderin2011en2012dande 1%verhogingvandezeuitkeringenvoorhetbepalenvandebeschikbareenveloppe20092010. EnerzijdshebbendegenomenmaatregelenenkelbetrekkingopdeIGOennietophetGIB.Voor deberekeningvandeenveloppewordthetGIBwelinaanmerkinggenomen.Anderzijdszijner minderverhogingengegevenin2009en2010dandejaarlijkse1%dievoorzienwas.Inhunad viesnr.1672stellendeNARenCRBvoorominhetkadervandetoekenningvandeenveloppe 20092010 de inkomensdrempel van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) te verhogenmet4,5%op1juni2009.DeTHABuitkeringwordtbepaaldalshetverschiltussenhet forfaitaire THAB bedrag en de bestaansmiddelen die de inkomensdrempel overschrijden. De THAB is vaak een aanvulling op een sociale uitkering. Opdat de gerechtigden op een THAB hunuitkeringnietzoudenzienverminderenbijeenstijgingvanhunanderesocialeuitkeringen, werddeinkomensdrempelvandeTHABverhoogd(conformhetGeneratiepactdatsteltdater inhetkadervandeaanpassingvandeTHABeenbijzondereaandachtzalgegevenwordenaan deinkomensdrempels). Rekening houdend met de marges die de werkelijk genomen maatregelen van de enveloppe 20092010 in 2011 en 2012 genereren, bedraagt de netto beschikbare welvaartsenveloppe voor de bijstandsuitkeringen 41,8 miljoen euro in 2011 en 75,1 miljoen euro in 2012 (aan spilindex 112,72).

24

WORKING PAPER 4-11

Tabel 7 Beschikbare enveloppe voor de periode 2011-2012 in de bijstandsregelingen, in miljoen euro


2009 Spilindex (2004 =100) A. Bruto beschikbare enveloppe 2011-2012 (in miljoen euro) Leefloon en equivalent leefloon IVT IGO en GIB B. Beschikbare enveloppe 2009-2010 (in miljoen euro) Leefloon en equivalent leefloon: + 1% op 01-01-2009 en 01-01-2010 IVT: + 1% op 01-01-2009 en 01-01-2010 IGO en GIB: + 1% op 01-01-2009 en 01-01-2010 C. Maatregelen genomen op advies van sociale partners in 2009a 2010 (in miljoen euro) Leefloon en equivalent leefloon: + 2% op 01-09-2009 IVT: + 2% op 01-09-2009 THAB: verhoging inkomensdrempel met 4,5% op 01-09-2009 IGO: + 0,8% op 01-09-2009 D. Marges (+) of meerkosten (-) van maatregelen genomen in 20092010 (B-C, in miljoen euro) Leefloon en equivalent leefloon IVT THAB IGO en GIB E. Netto beschikbare enveloppe 2011-2012 (A+B, in miljoen euro)
a b

2010 110,51

2011 112,72 31,4 12,6 8,6 10,2

2012 112,72 65,1 26,2 17,9 21,0 60,3 19,7 21,9 18,7 50,4 19,7 21,9 2,0 6,8 10,0 0,0 0,0 -2,0 11,9 75,1

110,51

27,8 8,6 10,2 9,0 14,6 5,7 6,8 2,1 13,1 2,9 3,4 6,9

54,9 17,1 20,4 17,5 44,3 17,1 20,4 0,5 6,3 10,6 0,0 0,0 -0,5 11,1

59,4 19,9 21,1 18,4 49,0 19,9 21,1 1,3 6,7 10,4 0,0 0,0 -1,3 11,7 41,8

Bron: 2009-2010: meerjarenbegroting - april 2010; 2011-2012: FPB; uitgezonderd maatregel THAB: DG Personen met een handicap (FOD Sociale Zekerheid) De maatregelen werden ingevoerd op 01-06-2009 maar in advies nr. 1672 van de NAR en CRB wer 01-09-2009 als ingangsdatum voorgesteld. De kost van de maatregelen voor de periode tussen 01-06-2009 en 01-09-2009 valt ten laste van de regering.

De raming gaat uit van verhoging van de bestaansmiddelen aangezien de maatregel net als doel heeft de effecten hiervan op de THAB uitkering te neutraliseren. In het geval dat de bestaansmiddelen waar de THAB een aanvulling op vormt, niet zouden evolueren, zou de kost van de maatregel in 2010, 2011 en 2012 respectievelijk 5,5 miljoen euro, 13,6 miljoen euro en 19,8 miljoen euro bedragen.

Zoalsgezegdwordenervoorhetbepalenvandebrutoenveloppe,hypothesengesteldoverde evolutievandebestaansmiddelendieinaanmerkinggenomenwordenvoordeberekeningvan debijstandsuitkeringen.Voorderamingvandebrutoenveloppezoalsweergegeveninboven staandetabel,wordteerderuitgegaanvaneenvoorzichtigheidsprincipe(eenhypothesevan nulgroeivandebestaansmiddelenlaattoeomeengroterbudgetvrijtemakendaneenhypo thesevanpositievegroeivanbestaansmiddelen).Maaruiteraardzijnerooknoganderehypo thesen over de evolutie van de bestaansmiddelen mogelijk. Zo kan de bruto enveloppe 2011 2012bijvoorbeeldbestaanuitdefinancileweerslagvaneenverhogingvandegemiddeldebij standsuitkeringen met 1%. Deze methode maakt impliciet de veronderstelling dat de in aan merkingtenemenbestaansmiddelenoverdeperiodeookjaarlijksmet1%stijgen.Opbasisvan deze methode zou de bruto beschikbare enveloppe 20112012 respectievelijk 20,4 en 41,7 mil joeneurobedragen. Verschillende methoden kunnen dus tot relatief sterk divergerende enveloppen leiden. Maar, ongeacht de hypothese over de evolutie van de bestaansmiddelen die op zich moeilijk in te

25

WORKING PAPER 4-11

schatten is, dient er eenzelfde hypothese over de groei van de bestaansmiddelen gebruikt te worden zowel voor de berekening van de beschikbare enveloppe als voor de raming van de financile weerslag vande maatregelen effectief genomen in hetkader van de enveloppe.Bo vendienishetookaangewezendatdebijdragenvandeverschillendebijstandsregelingenaan deenveloppeopdezelfdeberekeningsmethodegebaseerdzijn.Ditismetnamehetgevalindien de verdeling van de enveloppe over de verschillende bijstandsregelingen niet in functie van hun respectievelijke bijdrage gebeurt. Indien aan deze voorwaarden voldaan is, dan zullen fouteninderamingvandebeschikbareenveloppeeninderamingvandekostvandemaat regelengenomeninhetkadervandeenveloppevandezelfdegrootteordezijn(exante),endit ongeachtdeevolutievandebestaansmiddelen(behalvewanneerdetoekenningvandeenve loppegerichtzouzijnopeencategoriewaarvandeevolutievandebestaansmiddelensterkzou afwijkenvandievandeanderecategorien).Immers,eeneventueleoverschatting(onderschat ting)vandeenveloppewegenshettelaag(tehoog)inschattenvandeevolutievandeoverige bestaansmiddelen, zal dan ook tot een overschatting (onderschatting) van de financile weer slagvandegenomenmaatregelleiden.

26

WORKING PAPER 4-11

3.

De sociale correcties in vergelijking met de loonevolutie

Hierna worden de sociale correcties afgewogen ten opzichte van de tussentijdse loonevolutie. Enerzijds wordt sinds 1996 de loontoename gematigd door de loonnorm. Anderzijds starten sinds2005structureleverhogingenvandesocialeuitkeringennameerdaneendecenniumdat eromwillevandesaneringvandeoverheidsfinancingeenruimtewasvoorwelvaartsaanpas singen. De welvaartsbinding zou kunnen gebeuren aan de hand van een macroeconomisch concept zoalsdetoenamevanhetbbpperhoofd.Eenmeertoepasselijkenormisdeloonevolutie.Trou wensdevervangingsinkomenswordenberekendalseenpercentagevanhetverlorenloon;het ismoeilijkdenkbaardatdewelvaartsaanpassingengeenbindingzoudenhebbenmetdeloone volutie,uitgezonderdeentijdelijkeinhaalbewegingoftijdelijkebesparingsperiode.Ookdelegi timiteitvanderegelingenvereisendatdebindingmethetloonwordtbewaard. Daartoe wordt eerst een overzicht gegeven van de loonstijging sinds de toepassing van de loonnormenvervolgensvandebenefitratio,metnamedeverhoudingvandesocialeuitkering t.o.v. het loon voor werknemers respectievelijk het bedrijfsinkomen voor zelfstandigen en het beschikbaarinkomenvoordebijstandsregelingen.

3.1. De loonstijging gematigd door de loonnorm


Dewetvan26juli1996totbevorderingvandewerkgelegenheidentotpreventievevrijwaring vanhetconcurrentievermogenschrijftvoordatdeCentraleRaadvoorhetBedrijfsleven(CRB), insamenspraakmetdesocialegesprekpartners,jaarlijkseenTechnischVerslagmoetopstellen overdemaximalebeschikbaremargesvoordeloonkostenontwikkeling,dezogenaamdeloon norm.Deloonnormisbedoeldomde(macroeconomische)loonkostindepastedoenblijven met die van Frankrijk, Duitsland en Nederland, om alzo te voorkomen dat de loonkostenont wikkelingeenhandicapzouvormenvoorhetconcurrentievermogenvandebedrijvenmetde daaruitvoortvloeiendeinvloedopdewerkgelegenheid. Die loonnorm, uitgedrukt in loonkost per uur, heeft een weerslag gehad op de ontwikkeling van het brutoloon (inclusief loondrift) alsook van het conventioneel loon (exclusief loondrift), zoalsgellustreerdinvolgendetabel.

27

WORKING PAPER 4-11

Tabel 8 Loonstijging per uur vr indexering, toename in %


19861995 Conventioneel loon Brutoloon Loondrift 2004 Conventioneel loon Brutoloon Loondrift 1,01 0,64 -0,37 2,2 per hoofd 1996 0,00 0,44 0,44 2005 0,37 0,08 -0,29 1997 0,20 0,48 0,28 2006 0,52 1,37 0,85 1998 0,70 -0,40 -1,10 2007 0,23 1,05 0,82 1999 0,53 2,64 2,11 2008 0,53 0,65 0,12 2000 1,30 0,62 -0,68 2009 0,16 0,58 0,42 2001 0,81 1,45 0,64 2010 0,12 0,30 0,18 2002 1,46 0,97 -0,49 2011** 0,00 0,00 0,00 2003 0,34 0,35 0,01 2012** 0,60 0,60 0,00

Bron: Conventioneel loon: FOD WASO en CRB. Brutoloon per uur: INR en FPB. Loondrift: eigen berekeningen. ** Bron: OESO vooruitzichten van juni 2010 en korte termijn vooruitzichten van het Federaal Planbureau (september 2010).

Wenemendeloonstijgingperuuromdeinvloedvanschommelingenindearbeidsduurteeli mineren. Tijdens de periode 19962009 bedraagt de brutoloonstijging globaal 11,5% in rele termen of gemiddeld 0,78% per jaar, waarvan 0,58 procentpunt conventionele loonstijging en 0,20procentpuntloondrift. HoewelhetIPA2009/2010geenconventioneleloonstijgingenvoorziet(ecocheques,mobiliteits vergoedingene.d.makendeeluitvanloondrift),wordtertocheenbeperktetoenamegeobser veerdvan0,16%in2009.Ookvoor2010wordtereenkleinetoenamevan0,12%verwacht. Hetisgeenzinsdebedoelingvooruittelopenophettechnischrapport,opgestelddoordeCen traleRaadvanhetBedrijfsleven,datuiteindelijkdemargevoorloonstijgingenbepaalt.Decij fersinbovenstaandetabelvoor2011en2012zijndievanhetEconomischbudgetvanseptember 2010, die ophun beurtzijn gebaseerdop de laatste OESOvooruitzichten voor Duitsland,Ne derlandenFrankrijk.VolgensdieOESOvooruitzichtenzouergeenmargezijnomdelonente verhogenin2011(deberekendenormwordtwaarschijnlijkoverschredendoordeloonindexe ring)engaanweervanuitdathetbrutolooninBelgimet0,6%zoumogenstijgenin2012.Inde kortetermijnvooruitzichtenvanhetEconomischbudgetwordtdietoenametoegewezenaande conventionelelonen.

3.2. Evolutie van de benefit ratio tijdens de voorbije decennia


Omeenindruktekrijgenvandebindingvandesocialezekerheidsuitkeringenaandewelvaart nemenwedebenefitratioalsreferentie:gemiddeldeuitkering(uitgaven/aantalgerechtigden) uitgedruktin%vanhetgemiddeldbrutoloon(somvandebrutolonenindemarktsector/over eenkomstig aantal werknemers). Omdat de parafiscale en fiscale heffingen verschillend zijn voorhetloonenvooreensocialeuitkering,isnietdeabsolutehoogtevandebenefitratiovan belang.Hetisveeleerzijnevolutieinhetverledendiealsmetingkanwordengebruiktvande welvaartsbindingvandevervangingsinkomens

28

WORKING PAPER 4-11

3.2.1. Globale benefit ratio, ook benvloed door het sociaal-economisch gedrag
LaFigure1prsentelebenefitratiodanslergimesalaripourlaprpension(uniquementla partie allocation paye par lOnem), la pension, linvalidit et le chmage (y compris le chmage temporaire13) de 1980 2060. A partir de 2011, les paramtres dadaptation au bien tre de la projection respectent les paramtres de la loi sur le Pacte de solidarit entre les gnrationsconcernantlecalculdesenveloppesrservesauxadaptationsaubientre(1,25% pourlesplafondsetledroitminimumparannedecarrire,1%pourlesforfaitsetlesminima, 0,5%pourlesautresallocations).
Figure 1 Le benefit ratio dans le rgime salari de 1980 2060, allocation moyenne en % du salaire moyen brut

60

50

40

30

20

10

0 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004 2008 2012 2016 2020 2024 2028 2032 2036 2040 2044 2048 2052 2056 2060 prpension pension invalidit chmage (y compris chmage temporaire)

Source: CEV, Rapport annuel 2010

Bovenstaande figuur illustreert dat de globale benefit ratio in elke regeling is gedaald, soms zelfszwaargedaald,tijdensdeperiode1980totheteindevandejaren90,metinsommigerege lingeneenlichtehernemingna2005. Indematedatdiedalingookwordtbenvloeddoorveranderingeninhetsociaalstatuutvande gerechtigden,metlagerepercentagesvoordenietgezinshoofden,moetdieevolutietochgenu anceerdworden. Hetverledenisimmersgekenmerktdooreengrotereberoepsdeelnamevandevrouwwaardoor hettraditioneelgezinmetnkostwinner(statuutgezinshoofd)steedsmeerwordtvervangen
13

Lepicde20092010correspondenpartielaugmentationprovisoiredestauxderemplacementdanslechmage temporaire(mesuredecrisedu1/1/2009au31/12/2010).

29

WORKING PAPER 4-11

doornieuwegeneratiesvankoppelstweeverdieners(statuutsamenwonendeingevaldepart ner een inkomen heeft). Die verschuiving heeft zijn weerslag op de gemiddelde SZuitkering, omwillevandeverschillendeberekeningspercentagesperstatuutvandegerechtigde,toegepast ophetgederfdeloon.Bovendienisertijdensdebeschouwdeperiodeookeennieuwecategorie vangerechtigdeningevoerdinderegelingvoorwerkloosheid(april1981)endievoorziekteen invaliditeit(oktober1986):hetstatuutnietgezinshoofdwordtopgesplitstinhetstatuutalleen staande(zonderpersonentenlastemaarmetverliesvaneniginkomen)enhetstatuutsamen wonende(zonderpersonentenlasteenzonderverliesvaneniginkomen).Dieopsplitsinghad weltotresultaatdatdeuitkeringvandesamenwonendenaverloopvantijdverminderde. Naarmatedegehuwdevrouwsteedstalrijkereenjobheeftzaldegehuwdemanalssociaalge rechtigde verhuizen van het statuut gezinshoofd naar het statuut samenwonende. Bovendien zullensteedsmeervrouwenookgerechtigdwordenopeenuitkering,meestalberekendopba sisvaneenlagerloondandatvandeman. Aldus, om een beter zicht te krijgen opde welvaartsevolutie van belangrijke groepen van ge rechtigden worden hierna de benefit ratios berekend in elk (familiaal) statuut. En omdat de gepensioneerdengedurendeeenlangetijdinderegelingverblijvenishetindatgevalvanbe langdebenefitratioteberekenenvoordeopeenvolgendeleeftijdenvandegepensioneerden.

3.2.2. Benefit ratio per statuut en per verblijfsduur: pensioenen


a. Benefit ratio in werknemers- en zelfstandigenregeling: recente evolutie Indepensioenstatistiekenontdekkenweheelwatlagepensioenbedragentewijtenaangerech tigdenmeteengemengdeloopbaan.Omtevermijdendatdebenefitratiowordtbenvloeddoor gedeeltelijke pensioenbedragen ten gevolge van een gedeeltelijke loopbaan als werknemer, hebbenwehethiernaoverpensioenenvangerechtigdenmeteenloopbaanenkelalswerknemer ofenkelalszelfstandige. Depensioenbedragenzijndievan1januari,vermenigvuldigdmet12,metinbegripvanhetva kantiegeld.Hetbrutoloonishetgemiddeldjaarbedrag(in2009gezuiverdvandeweerslagvan decrisisopdearbeidsduur). Bovendienmoetwordenopgemerktdaternogeenaantalpensioenverhogingenbeslistzijndie indehiernavolgendecijfersnognietzijnopgenomen: indewerknemersregeling:op1.6.2009+3%vanhetminimumpensioenen+1,5tot2%voor deoverigepensioenen,terwijlhetbrutoloonnaeentoenamevan0,58%in2009ampermet 0,3%zoutoenemenin2010; inderegelingvandezelfstandigen:hetminimumpensioen+20europermaandop1.5.2009, +3%op1.8.2009en+20europermaandop1.8.2010ofglobaaleentoenamemetafgerond7%, de overige pensioenen +1,5% op 1.8.2009 terwijl het bedrijfsinkomen van de zelfstandigen waarschijnlijknietzoutoenemen,nochin2009,noch2010.

30

WORKING PAPER 4-11

Dus de benefit ratio zal in 20100,6 tot1% hogerzijn in de werknemersregeling en ruim4,6% hogerzijnindezelfstandigenregeling,dandebenefitratiovanjanuari2009involgendetabel.
Tabel 9 Gemiddeld pensioen, overeenkomstig een loopbaan enkel als werknemer respectievelijk enkel als zelfstandige, in % van het gemiddeld brutoloon14 in de werknemersregeling respectievelijk het gemiddeld bruto bedrijfsinkomen15 in de zelfstandigenregeling
jan. 2004 Benefit-ratio in de werknemersregeling Gemiddeld (man en vrouw) over alle statuten Man rustpensioen gezinsbedrag Man gehuwd rustpensioen bedrag alleenstaande Vrouw gehuwd rustpensioen bedrag alleenstaande Rustpensioen: koppel dubbelverdieners Man ongehuwd rustpensioen bedrag alleenstaande Vrouw ongehuwd rustpensioen bedrag alleenst. Vrouw overlevingspensioen Vrouw rust- en overlevingspensioen Benefit-ratio in de regeling voor zelfstandigen Gemiddeld (man en vrouw) over alle statuten Man rustpensioen gezinsbedrag Man gehuwd rustpensioen bedrag alleenstaande Vrouw gehuwd rustpensioen bedrag alleenstaande Rustpensioen: koppel dubbelverdieners Man ongehuwd rustpensioen bedrag alleenstaande Vrouw ongehuwd rustpensioen bedrag alleenst. Vrouw overlevingspensioen Vrouw rust- en overlevingspensioen 23,3 30,8 20,7 9,5 30,3 22,7 17,4 25,0 28,0 24,5 32,6 21,9 9,7 31,5 24,0 18,1 26,5 29,7 24,2 32,4 21,7 9,3 30,9 23,9 17,8 26,5 29,6 25,7 34,3 22,9 9,7 32,6 25,3 18,7 28,1 31,4 26,5 35,8 23,7 9,7 33,4 26,2 19,2 29,2 32,6 29,4 40,1 26,3 10,6 36,9 29,3 21,3 32,7 36,7 6,1 9,4 5,5 1,1 6,6 6,6 3,9 7,8 8,7 33,9 47,1 33,5 19,9 53,4 34,7 25,3 30,4 39,8 34,4 47,7 34,1 20,5 54,6 35,2 25,7 30,5 40,2 34,2 47,4 34,1 20,7 54,8 35,0 25,6 30,1 40,0 34,3 47,3 34,3 21,1 55,5 35,0 25,6 30,0 39,9 34,4 47,3 34,6 21,6 56,2 35,1 25,8 29,7 39,9 35,8 49,2 36,2 23,0 59,2 36,7 27,1 30,7 41,8 1,9 2,1 2,8 3,1 5,8 2,0 1,8 0,4 2,1 jan. 2005 jan. 2006 jan. 2007 jan. 2008 jan. jan. 2008 2009 - jan. 2004

14 15

Gemiddeld2930europermaandin2010. Alsbasisinkomenishierhetgemiddeldebrutobedrijfsinkomenvandezelfstandigengenomen(verminderdmetde afschrijvingendieslechtseengedeelteuitmakenvandeberoepskostenenzonderaftrekvandebijdragen),beschik baarindeESRrekeningenvanaf1995.In2010bedraagtdatinkomen2564europermaand.Tijdensdeperiodevr 1995hebbenwehetbrutobedrijfsinkomenvandezelfstandigenberekendviaretropolatieaandehandvandeevo lutievanhetbrutobedrijfsinkomentezamenmethuurinkomsten.

31

WORKING PAPER 4-11

DeevolutievandebenefitratioinTabel9toontaandathetwerknemerspensioensedert2004 sterkerisgestegendanhetbrutoloonvandewerknemers.Hetrustpensioenvanhetgemiddel de koppel dubbelverdieners binnen de werknemersregeling is dan nog eens sterker gestegen danhetrustpensioenaangezinsbedrag,vooralonderinvloedvandeverlengingvandeloop baanvandegehuwdevrouw. Ookhetrustpensioenvandegehuwdemanbedragalleenstaandesteegvluggerdandatvanhet gezinshoofd:denieuwegeneratiesgehuwdenkiezensteedstalrijkervooreenrustpensioenbe dragalleenstaandevoorelkepartner,zodatdezegroepgepensioneerdengemiddeldjongeris, meteenpensioenberekendopbasisvaneenrecentereloopbaan(dusmethogereverdiensten). Indezelfstandigenregelingzijndepensioenenproportioneelsterkergestegendanindewerk nemersregeling.Datistewijtenaaneenruimemeerderheidvangepensioneerdendieeenmi nimumpensioen genieten, dat tijdens de periode januari 2004 januari 2009 is verhoogd met 22,4%voorhetgezinsbedragenmet23,2%voorhetbedragalleenstaande,deprijsaanpassingen nietmeegerekend.Debenefitratiovandegehuwdevrouwindezeregelingisdaarentegenveel mindertoegenomen.Meestalishunloopbaantekortominaanmerkingtekomenvooreenmi nimumpensioen. b. Benefit ratio in de werknemersregeling: evolutie sedert 1980 In de statistieken van de RVP zijn de zuivere pensioenen beschikbaar vanaf 2004. Voor de vroegerejarenbevattendezogenaamdezuiverepensioenenookdegerechtigdendieeenge deelte van de loopbaan als ambtenaar hebben gewerkt; in de statistieken van de RVP zijn zij opgetekendalszuivermaarmetenkelhetpensioengedeeltealswerknemer. Omdeevolutievandebenefitratioovereenlangeperiodetekunnenillustreren,zonderdever tekening te wijten aan gedeeltelijke pensioenbedragen, zijn in Tabel 10 de rustpensioenen overeenkomstigeenvolledigeloopbaanalswerknemeropgenomen.Opdiemanierzijnveran deringen in de loopbaanduur niet langer zichtbaar. Tegelijkertijd gaat het ook over gepensio neerdendiehunloopbaantenlaatsteop20jarigeleeftijdzijngestart;daardoorwordendeho geregeschooldenenigszinsafgezonderd. Op1januari2008heeftruim41%vandegehuwdemannenen34%vandeongehuwdemannen eenvolledigeloopbaan.Diepercentagesverschillennietergoverdeverschillendeleeftijdenvan degepensioneerdenuitgezonderdvoordegerechtigdendietussen20en30jaaroudwarentij densdeoorlogsjaren.Wemogenaannemendatdeevolutievandebenefitratioovereenkom stigeenvolledigeloopbaaneenrepresentatiefstaalkanzijnvoordeevolutievandewelvaarts bindingvanhetwerknemerspensioenvandeman.

32

WORKING PAPER 4-11

Bijdeongehuwdevrouwheeft20%eenvolledigeloopbaanterwijldegehuwdevrouwmeteen volledige loopbaan eerder een recent fenomeen is: 30% van de jong gepensioneerden, vervol gensdalendtot10%vandegepensioneerdenvanaf80jaarenouder16.

Tabel 10 Gemiddeld rustpensioen, na een volledige loopbaan als werknemer, in % van het brutoloon
1980 Man, gezinsbedrag Man, gehuwd alleenstaande Man, ongehuwd alleenstaande Vrouw, gehuwd alleenstaande Vrouw, ongehuwd alleenstaande Minimumpensioen, gezinsbedrag * Minimumpensioen bedrag alleenstaande * 53 41 41 38 39 46 37 1985 56 43 42 41 42 48 38 1990 55 42 41 39 40 45 36 1995 55 41 40 37 38 42 34 2000 52 40 38 35 36 39 31 2005 54 42 41 36 38 41 33 2009 57 44 42 38 40 43 34

* Op 1 september 2010 bedraagt het minimumpensioen 1 280,8 euro per maand voor het gezinsbedrag en 1 024,9 euro voor het bedrag alleenstaande, telkens overeenkomstig een volledige loopbaan als werknemer.

DeevolutievandebenefitratioinTabel10toontdattijdensdeperiode19801985hetgemid deldpensioenvluggertoeneemtdanhetloon.Dieevolutieheeftniettemakenmetwelvaarts aanpassingen die vanaf 1981 niet langer worden toegepast, maar is veeleer te wijten aan de loonevolutie. De herstelwet van 10februari1981 en daaropvolgend het KB nr. 180 van30de cember1982installereneendubbeleloonmatiging:eentijdelijkewijzigingindeloonindexering (centeni.p.v.procentenenvervolgensdeafgevlakteindex17)endeabsoluteloonmatigingbui tenprijsindexering. Tijdensde periode19852000 worden zowel hetloon alsook desocialeuitkeringen onderwor pen aan drie indexsprongen zodat dit geen invloed heeft op de benefit ratio. Het gemiddeld pensioenevolueerdetoentragerdanhetloon,endatisookhetgevalvoorhetminimumpensi oen.Na2000isereeninhalingvanallepensioenenstatutent.o.v.hetloon. Hetisopmerkelijkdatdebenefitratiovandevrouwmeteenvolledigeloopbaan,tijdensdepe riode19852000,relatiefsterkerdaaltdandievandeman.Hiernaonderzoekenwewaarom. Hetgemiddeldpensioenineenbepaaldstatuutwordtbenvloeddoorhetpensioenbedragvan denieuwegepensioneerden,depensioenverhogingentoegekendaandeoverigegepensioneer den,alsookdeleeftijdsstructuurvandegepensioneerden.Ommeerinzichttekrijgenindeevo lutievanhetgemiddeldpensioenperstatuutwordenhiernaeerstdebenefitratiovandenieuw gepensioneerdengeanalyseerdenvervolgensdeevolutievandebenefitratiodoorheendeleef tijdenvandegepensioneerden.

DeVilGreet,maart2010,DeBelgischeeerstepijlerpensioenenaandevooravondvandevergrijzing:doorlichting vanbedragen,gerechtigdenenadequaatheid,WorkingPaper410,FederaalPlanbureau,Brussel. 17 FestjensM.J.,Deontwikkelingvandesocialezekerheid(19801990),hoofdstukVIinGeschiedenisvandeopen barefinancininBelgi,deperiode19801990,BelgischInstituutvoorOpenbareFinancin,AcademiaPressGent.


16

33

WORKING PAPER 4-11

c. Benefit ratio van de nieuwe gepensioneerden Tabel 11 illustreert het pensioen op de wettelijke pensioenleeftijd als benadering van het ge middeldpensioenvandenieuwegerechtigden.Omdatookhierenkeldepensioenenovereen komstigeenvolledigeloopbaanzijnopgenomenwordtdeinvloedvanverschilleninloopbaan duur op het pensioenbedrag geneutraliseerd. Dus, de invloed van de verlenging van de be roepsloopbaanvandevrouwkomtinvolgendetabelniettotuiting.
Tabel 11 Gemiddeld rustpensioen op wettelijke pensioenleeftijd, na een volledige loopbaan in het werknemersstatuut, in % van het gemiddeld brutoloon
1980 Man, gezinsbedrag Man, gehuwd alleenstaande Man, ongehuwd alleenstaande Vrouw, gehuwd alleenstaande Vrouw, ongehuwd alleenstaande 56 43 42 38 41 1985 62 47 47 43 47 1990 61 45 44 40 44 1995 59 45 43 38 42 34 (42) 2000 55 42 40 36 39 31 (39) 28 (35) 39 2005 56 44 41 37 40 33 (41) 28 (35) 38 2009 60 47 44 38 41 34 (43) 34 (42) 38

Minimumpensioen, bedrag 37 (46) 38 (48) 36 (45) alleenstaande (gezinsbedrag) Pensioen: toepassing minimumrecht over de volledige loopbaan, bedrag alleenstaande Maximum pensioen: in geval toepassing minimumrecht, bedrag alleenstaande

Tijdensdeperiode19801985stijgtdebenefitratiovandenieuwegepensioneerdenvluggerdan inhetgevalvandepensioeneninhetalgemeen.Naastdeinvloedvandevertraagdeloonevolu tie(noemereffect)wordthetnieuwberekendpensioenvantoenpositiefbenvloeddoordever vanging van het forfaitaire loon door de hogere werkelijke verdiensten (zie analyse na Tabel 12). Tijdens de periode 19852000 daalt de benefit ratio ook voor de nieuwe gepensioneerden, en zelfssterkerdaninhetgevalvandegemiddeldebenefitratiooveralleleeftijden(inTabel10). Omdatdeloonstijgingomwillevandeloonnormvertraagtvanaf1996,terwijlhetnieuwbere kend pensioen in grote mate wordt benvloed door de relatief hogere loonstijgingen van het verleden,zoumenvanaf1996tocheerdereenstijgendebenefitratioverwachten. Omdeevolutievandebenefitratiovandenieuwegepensioneerdenscherperaftelijnenwordt involgendetabelhetverschilgemaakttussendebenefitratiovanhetnieuwberekendpensioen (Tabel11)enderatiovanhetgemiddeldpensioen(Tabel10).Zulkebenaderingillustreertdui delijkerdeinvloedvanhetnieuwberekendpensioenvandeopeenvolgendegeneratiesophet gemiddeldpensioenoveralleleeftijden. Omdathetnieuwingeganepensioenberekendisopeenrecenteloopbaanzijndebedragenin Tabel11hogerdandievanhetovereenkomstigestatuutinTabel10.Westellenvastdatdever schillen in Tabel 12 eerst toenemen tot in 1985 omwille van de vervanging van het forfaitair

34

WORKING PAPER 4-11

loon door werkelijke verdiensten. Tijdens de periode 19852005 daalt het verschil, eerst onder invloed van de geblokkeerde loongrens tot 1998, en vervolgens onder invloed van de Pensi oenwetvan1996.Na2005stijgtdebenefitratiovanhetnieuwberekendpensioenweervlugger danderatiovandeoverigegepensioneerden,uitgezonderddievandeongehuwdevrouw. Volgendetabeltoontaandatertijdensdeperiode19852005eennivelleringheeftplaatsge hadtussenhetnieuwberekendpensioenenerzijdsendeoverigepensioenenanderzijds.
Tabel 12 Verschil tussen de benefit ratio op wettelijke pensioenleeftijd en de benefit ratio over alle leeftijden, telkens mits een volledige loopbaan als werknemer
1980 3,0 1,7 1,7 0,5 1,7 1985 6,6 4,2 4,3 2,6 4,9 1990 5,3 3,5 3,5 1,2 4,2 1995 3,8 3,3 3,2 0,9 4,1 2000 2,4 2,4 2,1 0,7 2,8 2005 2,1 1,9 0,7 0,5 2,1 2009 3,1 2,7 1,7 0,8 1,0

Man, gezinsbedrag Man, gehuwd alleenstaande Man, ongehuwd alleenstaande Vrouw, gehuwd alleenstaande Vrouw, ongehuwd alleenstaande

Voorde berekening van het werknemerspensioen worden over de lengte vande loopbaande verdiendelonen,eerstbegrensdtotdeloongrensvanhetjaardathetloonwerdverdiend,ver volgensgecorrigeerdvoordetussentijdseprijsevolutie(dusuitgedruktaanprijzenvanhetvo rige jaar), en uiteindelijk gesommeerd over de lengte van de loopbaan, waarbij ieder jaarloon meeteltvoor1/45ste.Datbasisloonwordtvermenigvuldigdmet60%,uitgezonderdinhetgeval vanhetgezinsbedragdatberekendwordtaan75%. Omdat het verdiende loon daterend vr 1955 (arbeiders) of1958 (bedienden) niet gekend is, wordtervoordieloopbaanjareneenforfaitairloongehanteerddatmeestallagerisdandewer kelijkeverdiensten.Devervangingvandeforfaitaireloopbaanjarendoorwerkelijkeverdiensten maaktdathetpensioenvandenieuwegeneratiesrelatiefsterktoeneemt. Ooknaarmatedeloopbaanopschuiftindetijd,mettoenemendeverdiensten,stijgthetpensioen vandenieuwegeneraties. Daarentegen is er de invloed van de loongrens. Omwille van de geblokkeerde loongrens (in reletermen)vanaf1982totenmet1998wordteentoenemendgedeeltevandeloonstijgingen inhetverledenafgeroomdbijdepensioenberekening:hetaantalwerknemerswaarvandever dienstenhogerzijndandeloongrensneemtsteedstoeenbovendienwordthetloongedeeltedat deloongrensoverschrijdtooksteedsgroter.Datverklaartdeachteruitgangvandebenefitratio van het nieuw berekend pensioen tot 1995. Wanneer het bediendestatuut (met relatief hogere verdiensten) meer of minder aanwezig is in een bepaald pensioenstatuut zal de afremmende invloedvandegeblokkeerdeloongrensookgroterofminderbelangrijkzijn. WanneerdePensioenwetvan1996deloongrensvanaf1999opnieuwbindtaandereleloon stijging, weliswaar zonder enige inhaling voor de loonstijgingen van het verleden, duurt het

35

WORKING PAPER 4-11

meerdere jaren alvorens de nieuwe binding zich laat voelen in het nieuw berekend pensioen (telkens voor 1/45 ste). Bovendien blijft het verlies via de vroegere blokkade van de loongrens gehandhaafd voor de toekomstige generaties, waardoor de hoogste pensioenen afgevlakt blij ven ondanks de nieuwe binding vanaf 1999 (een permanente inlevering voor de hogere ver diensten). Deaanhoudendedalingvandebenefitrationa1995istewijtenaandePensioenwet.Depensi oenhervorming heeft de rele herwaarderingscofficint, van toepassing op de loopbaanjaren vr1975namelijkgelijkaan1,036nmetn=1in1974,n=2in1973,n=20in1955geleidelijk afgebouwdoverdeperiode1997200518.Daardoorwastijdensdieperiodehetpensioenvanelke nieuwegeneratiekleinerdanhetpensioenvandevorigegeneratie:eeninleveringdiedestijds werdgeraamdopruim6%voordemanen2%voordevrouw19. Tegenover die proportionele vermindering van het pensioenbedrag werd het minimumrecht per loopbaanjaar ingevoerd: een gegarandeerd minimumpensioen per loopbaanjaar op voor waardevanminimum15kalenderjaren(vanminimum1/3vaneenfulltimebetrekking)tewerk stellingalswerknemer.Eentweedevoorwaardebepaaltdathetaldusbekomenpensioenbedrag niethogermagzijndaneenmaximum. Tabel11toontdatdetoepassingvandatminimumrechtovereenvolledigeloopbaaneenpensi oenoplevertvan28%vanhetbrutoloonin2005envan34%in2009nadathetminimumrecht met 17% werd verhoogd in oktober 2006, met 2% in september 2007 en met 5% in september 2009.Maaromwillevandegesteldemaximumgrens,dieondertussennietgebondenisaande welvaart,wordtditnieuwesysteemvanminimumpensioensteedsmindertoegepast,enkelnog voordelaagsteverdienstenuithetverleden. Degeblokkeerdeloongrens(inreletermen)vanaf1982t/m1998tezamenmetdeafbouwvan deherwaarderingscofficinthebbendevoorbijetweedecenniahetpensioenvandenieuwe generaties afgevlakt. Ook voor de toekomstige pensioenen wordt het verlies via de geblok keerdeloongrensnietingehaaldenwordendeverdienstenvanhetverledennietmeergecorri geerdvoordetussentijdsewelvaartstoename(vialoonstijging)behalvevoordelaagsteverdien stenviahetminimumrechtperloopbaanjaar. Derelatiefsterkereafnamevandebenefitratiovandevrouwisondermeerooktewijtenaande geblokkeerde loongrens: de nieuwe generaties vrouwen, beter geschoold dan voorheen en daardoor verdiensten die sterker toenemen dan die van de man, worden steeds talrijker en steedsmeergetroffendoordeloongrens.Hetprocentueelaantalvrouwenmeteenbediendesta tuutdatmeerverdientdandeloongrensisgestegenvan2,3%in1987tot13,3%in2008.Bijde mannelijkebediendenbedragendiepercentages26,8%in1987en35,7%in2008.
18 19

Aanvankelijkwasdeherwaarderinggelijkaan(1+0.04)n.Begindejaren90werdde0.04verminderdtot0.036. FestjensM.J.,Depensioenhervorming,eennieuwegeneratieeneennieuwcontract,PlanningPaper82,Federaal Planbureau,Brusselnovember1997.

36

WORKING PAPER 4-11

Bovendien,omdatdetabellenenkeldepensioenenovereenkomstigeenvolledigeloopbaanop nemen,iserookdeinvloedvandePensioenwetvan1996diedepensioenleeftijdvandevrouw geleidelijk gelijk stelt met die van de man (alsook de noemer bij de pensioenberekening ver hoogtvan40naar45).Duseenverlengingvandeloopbaanvandevrouw,metextrajarendie zichverderinhetverledensituerenendaardoormeerzijnlosgekoppeldt.o.v.hethuidigeloon. Tegenoverdeafvlakkingvanhetpensioenvandenieuwegeneratiesstaandewelvaartsaanpas singenvanhetpensioendoorheendeverblijfsduurvandegepensioneerden. d. Benefit ratio doorheen de verblijfsduur van de gepensioneerde Welvaartsaanpassingenvanhetwerknemerspensioensedert2000: Pensioenen ingegaan vr 1988 genieten tijdens de periode 20002010 een verhoging met 6,5%(0,5%in2000,1%in2002,1%in2003,2%op1/9/2007en2%op1/6/2009). Pensioenen ingegaan vanaf 1989 en vr 1993 genieten tijdens de periode 20002010 een verhogingmet6%(1%in2002,1%in2003,2%op1/9/2008en2%op1/6/2009). Pensioenen ingegaan tijdens de periode 19932001 hebben een verhoging gehad van 5,5% (vooreerst omwille van de 2% verhoging na 6 jaar intrede en 2% op 1/9/2008 en 1,5% op 1/6/2009). Pensioeneningegaanin2002t/m2005werdenverhoogdmet3,5%(vooreerstomwillevan de2%verhogingna6jaarintredeen1,5%op1/6/2009). Pensioeneningegaanin2006t/m2008werdenverhoogdmet1,5%op1/6/2009. Hetminimumpensioenindewerknemersregelingwerdtijdensdeperiode20002010verhoogd met 14,3% (3,5% op 1/7/2000, 3,8% op 1/4/2003, 2% op 1/9/2007, 2% op 1/7/2008 en 3% op 1/6/2009).Vandaardatdebenefitratiovanhetminimumpensioentoeneemtvan31%in2000tot 34%in2009(zieTabel10ofTabel11).Dieglobaleverhogingisvantoepassingvoorallegepen sioneerdenmethetminimumstatuut(minimaaleentweederdeloopbaan),zowelvoornieuwe gepensioneerdenalsvroegeregepensioneerden. Volgendefigurenillustrerendeevolutievandebenefitratioperstatuutenperleeftijdin1980, 1985,1995(vrdepensioenhervorming),2005(wanneerdeherwaarderingscofficintisafge bouwd)en2009.In2009komtdepensioenhervormingopkruissnelheid(invloedophetpensi oenvandejongeregepensioneerden)eniserdeinvloedvanderecentewelvaartsaanpassingen. Enkel de pensioenen overeenkomstig een volledige loopbaan als werknemer zijn in volgende figurenopgenomen.

37

WORKING PAPER 4-11

Figuur 2 Benefit ratio in de pensioenregeling voor werknemers: pensioenen per familiaal statuut overeenkomstig een volledige loopbaan als werknemer Man, gezinsbedrag
64%

59%

54%

49%

44% 60 62 64 1980 66 68 70 1985 72 74 76 1995 78 80 82 2005 84 86 2009 88 90

Man, gehuwd, bedrag alleenstaande


50% 48% 46% 44% 42% 40% 38% 36% 34% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

38

WORKING PAPER 4-11

Man, ongehuwd, bedrag alleenstaande


48%

46%

44%

42%

40%

38%

36%

34% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

Vrouw, gehuwd, bedrag alleenstaande


44%

42%

40%

38%

36%

34%

32% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

39

WORKING PAPER 4-11

Vrouw, ongehuwd, bedrag alleenstaande


48% 46% 44% 42% 40% 38% 36% 34% 32% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

Inelkefiguurzienwetijdensdeperiode1980(oranjelijnmetopendriehoek)tot1985(blauwe lijnmetopenruit)deinvloedvanhetnoemereffect(loonmatiging)voorallegepensioneerden, endepositieveinvloedvandetoenemendevervangingvanhetforfaitaireloondoorwerkelijke verdiensten,ophetpensioenvandenieuwegeneraties(vandaardegrotereafstandtussenbei delijnenvoordejongeregepensioneerden). Vervolgens tonen de figuren dat de benefit ratio in 1995 (lichtblauwe lijn met open vierkant) lagerisdanin1985(blauwelijnmetopenruit). Voordejongegeneratiesisernogaltijddepositieveinvloedvandejaarlijkseafbouwvan forfaitaireloopbaanjaren,dieweliswaarmeerdangecompenseerdwordtdoordenegatieve invloedvandegeblokkeerdeloongrensopdehoogsteverdiensten. Deouderegeneratiesgepensioneerdenhebbenin1995minderwelvaartsaanpassingengehad dandeoudegeneratiesvan1985,dieweldeopeenvolgendewelvaartsaanpassingenvande jaren70hebbengenoten20maarin1995zijnuitgestorven. Tijdensdeperiode1995(lichtblauwelijnmetopenvierkant)tot2005(gelelijnmetopencirkel) gebeurt de afbouw van de rele herwaarderingscofficint waardoor de benefit ratio van de nieuwegeneratiesdaalt.Merkopdatdieafbouwminderinvloedheeftophetpensioenvande gehuwde man met een pensioen alleenstaande dan in het geval van het gezinsbedrag. Inder daad,wanneerverkiestdegehuwdemanhetgezinsbedrag?Wanneer15%(75%gezinsbedrag
20

Pensioenherwaarderingenperiode19691972:20,4%. Wetvan28maart1973: in19738%pensioeneningegaanvr1973, in19748,5%pensioeneningegaanvr1968en4%tot7%voordeoverigepensioenen, in19756%voorallepensioenen, vanaf1976tot1980welvaartsbindingviaforfaitairebedragen

40

WORKING PAPER 4-11

60% bedrag alleenstaande) van zijn basisloon groter is dan het pensioen van zijn echtgenote. Dus mannen met hogere verdiensten zullen bij voorkeur een gezinspensioen kiezen terwijl mannen met lagere verdiensten er belang bij hebben dat de echtgenote haar pensioenrechten opvraagt waardoor zijn pensioen wordt berekend aan het bedrag alleenstaande. Vermits de herwaarderingscofficint in procenten was uitgedrukt gebeurde de zwaarste inlevering door dehoogsteverdiensten. Niettegenstaande de pensioenhervorming, naast de afbouw van de rele herwaardering een nieuweregelinginsteltvanminimumrechtvoordelaagsteverdiensten,vooralbedoeldvoorde vrouw, merken we nochtans dat de nieuwe generaties gepensioneerde vrouwen toch een be langrijkverlieshebbengeleden(verschiltussendelichtblauwelijnmetopenvierkantvoor1995 en de gele lijn met open cirkel voor 2005). Enerzijds is er de invloed van de loongrens die de inhaalbewegingvandevrouw(wanthogergeschoold)afroomt.Bovendien,enkeldepensioe nen overeenkomstig een volledige loopbaan worden hier getoond: een loopbaan die in 2005 overeenkomtmet43i.p.v.40loopbaanjaren,metextrajarendiezichverderinhetverledensi tuerenenaldusinhogerematezijnlosgekoppeldvanhethuidigeloon. Tijdensdeperiode20052009verbetertdebenefitratioinelkpensioenstatuutenoveralleleef tijden(verschiltussendeblauwelijnmetgeslotenruitvoor2009endegelelijnmetopencirkel voor2005)toteenniveaudathogerisdanin1980. Bovendien,doordeafbouwvandereleherwaarderingvandelonenverdiendvr1975ener zijdsendewelvaartsaanpassingenvandeoverigepensioenenanderzijdskrijgtdebenefitratio in2009eenvlakkerverloopoverdeopeenvolgendeleeftijdendanin1995(zieblauwelijnmet geslotenruitt.o.v.lichtblauwelijnmetopenvierkant). e. Benefit ratio in de regeling der zelfstandigen: evolutie sedert 1980 Demeerderheidvandegepensioneerdeninderegelingderzelfstandigencumulereneenzelf standigenpensioenmeteenwerknemerspensioenen/ofmetdeinkomensgaranievoorouderen (meestalinhetgevalvandevrouw).InTabel13besprekenwedezuiverepensioengerechtig denmetenkeleenpensioeninderegelingderzelfstandigen(conceptRVP).Decumulmeteen IGO (vanaf 2002) is wel nog mogelijk vermits de inkomensgarantieuitkering niet wordt be schouwd als een pensioen maar als een bijstandsuitkering. Ook de cumul met een gedeelte overheidspensioen is hier niet uitgesloten; in dat geval wordt die gepensioneerde geteld met enkelhetpensioengedeelteinderegelingvoorzelfstandigen. Debenefitratioisberekenddoorhetgemiddeldrustpensioenuittedrukkeninprocentvanhet bedrijfsinkomen21
21

Alsbasisinkomenishierhetgemiddeldebrutobedrijfsinkomenvandezelfstandigengenomen(verminderdmetde afschrijvingendieslechtseengedeelteuitmakenvandeberoepskostenenzonderaftrekvandebijdragen),beschik baarindeESRrekeningenvanaf1995.Tijdensdeperiodevr1995hebbenwehetbrutobedrijfsinkomenvande zelfstandigen berekend via retropolatie aan de hand van de evolutie van het bruto bedrijfsinkomen tezamen met

41

WORKING PAPER 4-11

Tabel 13 Benefit ratio in de pensioenregeling voor zelfstandigen: zuiver rustpensioen, in % van het bruto bedrijfsinkomen
1980 Man, gezinsbedrag Man, gehuwd alleenstaande Man, ongehuwd alleenstaande Vrouw, gehuwd alleenstaande Vrouw, ongehuwd alleenstaande Minimumpensioen gezinsbedrag * Minimumpensioen bedrag alleenstaande * * 24 18 19 12 18 1985 26 19 21 12 19 28 23 1990 27 19 21 12 18 32 24 1995 31 20 24 11 19 37 28 2000 29 18 21 9 16 34 25 2005 32 19 23 9 17 37 28 2009 38 22 28 10 19 47 36

Op 1 september 2010 bedraagt het minimumpensioen 1258,1 euro per maand voor het gezinsbedrag en 964,6 euro voor het bedrag alleenstaande, telkens overeenkomstig een volledige loopbaan.

a. Benefit ratio van het minimumpensioen overeenkomstig een volledige loopbaan Volgendetabelgeefteenoverzichtvandesamenstellingvandegepensioneerdezelfstandigen methunmaandelijkspensioenbedraginjanuari2009.Inditgevalgaathetovergepensioneer den met enkel een pensioen als zelfstandige, zelfs zonder cumul met een overheidspensioen (zoalsinTabel9isdecumulmeteenIGOwelnogmogelijk)22.
Tabel 14 Pensioengerechtigden met enkel een pensioen in de regeling der zelfstandigen, aantallen en gemiddeld maandbedrag in euros op 1 januari 2009
Mannen Aantal Rustpensioen, gezinsbedrag Rustpensioen, gehuwd, bedrag alleenstaande Rustpensioen, ongehuwd, bedrag alleenstaande Rust- en overlevingspensioen Overlevingspensioen Totaal zuivere rust- en/of overlevingspensioenen PM: Totaal zuivere en gemengde pensioenen 33.521 (60%) 8.818 (16%) 13.518 (24%) 179 64 56.100 (100%) 228.463 Bedrag 990,2 648,1 722,6 694,7 326,6 82 21.128 (37%) 6.404 (11%) 6.686 (12%) 22.833 (40%) 57.133 (100%) 262.0790 Vrouwen Aantal Bedrag 379,8 261,5 524,7 904,3 808,0

Bron: RVP statistieken, Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden (zlg1aj09)

Binnendegroepgepensioneerdeninderegelingderzelfstandigenhebbenongeveer25%man nenen22%vrouweneenpensioenovereenkomstigeenzuivereloopbaanalszelfstandige.Bin nen die groep heeft 75% van de gerechtigden een minimumpensioen. Wetende dat het mini mumpensioenwordttoegestaanvanafeen2/3deloopbaan(minimumpensioen2/3deloopbaanop 1januari2009:772eurovoorhetgezinshoofden582,5eurovooreenalleenstaande)kunnenwe aandehandvandebedrageninTabel14stellendatvooraldegehuwdevrouweninmindere matedeongehuwdevrouwnietinaanmerkingkomenvoorhetminimumpensioen. Wemogenbesluitendat,binnendegroepgepensioneerdenmeteenzuivereloopbaanalszelf standige, de overgrote meerderheid van de mannen en weduwen een volledig of gedeeltelijk minimumpensioengenieten.Vandaardatweinvolgendetabeldeevolutievanhetminimum pensioeninderegelingderzelfstandigenillustreren.
22

huurinkomsten.In2010bedraagtdatinkomen2564europermaand. Dezuiverepensioenenzondermengingmeteenoverheidspensioenzijnbeschikbaarvanafjanuari2004.

42

WORKING PAPER 4-11

Tabel 15 Minimumpensioen aan het bedrag alleenstaande, na volledige loopbaan als zelfstandige, in % van het bruto bedrijfsinkomen21 en ter vergelijking met de werknemersregeling in % van het brutoloon
1985 In % van het bruto bedrijfsinkomen In % van het brutoloon van werknemers PM: Minimumpensioen werknemers / bruto loon 23 24 38 1990 24 25 36 1995 28 25 34 2000 25 23 31 2005 28 25 33 2009 36 31 34

Het minimumpensioen in het zelfstandigenstatuut is over de periode 19852009 gestegen met gemiddeld2,2%perjaar,bovenopdeautomatischeprijsaanpassingen.Naeentijdelijkedaling vandebenefitratioaanheteindevandejaren90wordthetverliesna2000ingehaaldenstijgt het vervolgens veel vlugger dan het bedrijfsinkomen. In 2009 bereikt het minimumpensioen voor zelfstandigen 36% van het bruto bedrijfsinkomen terwijl het minimumpensioen in de werknemersregeling34%vanhetbrutoloonbedraagt.Nochtansishetminimumpensioeninde regelingderzelfstandigen,inabsolutewaarde,lagerdandatvandewerknemersregeling. Op 1 september 2010 is het minimumpensioen in de regeling der zelfstandigen verhoogd tot 1258,1europermaandvoorhetgezinsbedragen964,6eurovoorhetbedragalleenstaande.In dewerknemersregelingbedraagthetminimumpensioendan1280,8eurovoorhetgezinsbedrag en1024,9eurovoorhetbedragalleenstaande.Diebedragenhebbentelkensbetrekkingopeen volledigeloopbaan. Ook het verschil tussen een minimumpensioen en het maximumpensioen is mettertijd zeer klein geworden. Vandaar het hoge aantal gerechtigden op een minimumpensioen, behalve wanneerdeloopbaanvoorwaardenietisvervuldzoalsmeestalinhetgevalvandevrouw. Inderegelingvandezelfstandigenheeftdewetvan1984(art.126,127)depensioenberekening grondiggewijzigd.Inplaatsvaneenforfaitairpensioenperloopbaanjaar,datnogvantoepas sing blijft voor de loopbaanjaren vr 1984, wordt voor de loopbaanjaren vanaf1984 het pro portioneel pensioen berekend. Dat proportioneel pensioen heeft als basis de netto bedrijfsin komsten (bruto beroepsinkomen verminderd met beroepskosten en eventueel beroepsverlie zen),dietotgrondslagvoordebijdrageberekeninghebbengediend,gecorrigeerdvoordetus sentijdseprijsstijging.Hetproportioneelpensioenwordtvervolgensgecorrigeerdinfunctievan hetaandeelvandebijdragenindepensioenprestatiesstrictosensu23. Op1januari2010bedraagthetmaximumpensioenindezelfstandigenregeling1.324,5europer maand voor het gezinsbedrag en 1.059,6 euro voor het bedrag alleenstaande. Deze bedragen zijn5,3%hogerdanhetminimumpensioen(1.258,1euro)inhetgevalvaneengezinsbedragen 9,8%hogerdanhetminimumpensioen(964,6euro)inhetgevalvanhetbedragalleenstaande.

23

Daartoe wordt op het geherwaardeerde bedrijfsinkomen tot een bepaald plafond een eerste correctiecofficint toegepastenophetgedeeltegeherwaardeerdbedrijfsinkomenhogerdandatplafondtoteenmaximumgrens(tus senplafond gehanteerd bij de bijdrageheffing) een tweede correctiecofficint (deze laatste werd ingevoerd sedert depensioenwetvan1996).

43

WORKING PAPER 4-11

b. Benefit ratio doorheen de verblijfsduur van de gepensioneerden Hetminimumpensioengeldtzowelvoorhetnieuwberekendpensioenalsvoordevroegerin geganepensioenen.Vandaardathetpensioenomzeggensnietmeerverschiltoverdeleeftijden, wanneerhetminimumpensioenwordttoegepast.Volgendefigurentonendebenefitratiovan hetzelfstandigenpensioenperstatuutenperleeftijd.
Figuur 3 Benefit ratio in de pensioenregeling voor zelfstandigen: zuivere pensioen (menging met overheidspensioen is niet uitgesloten) per familiaal statuut en per leeftijd van de gepensioneerden, in % van bedrijfsinkomen Man, gezinsbedrag
45%

40%

35%

30%

25%

20%

15% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

Man, gehuwd bedrag alleenstaande


28% 26% 24% 22% 20% 18% 16% 14% 12% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

44

WORKING PAPER 4-11

Man, ongehuwd bedrag alleenstaande


37%

32%

27%

22%

17%

12% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

Vrouw, gehuwd bedrag alleenstaande


25% 23% 21% 19% 17% 15% 13% 11% 9% 7% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

45

WORKING PAPER 4-11

Vrouw, ongehuwd bedrag alleenstaande


25% 23% 21% 19% 17% 15% 13% 11% 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 1980 1985 1995 2005 2009

In 1980 wordt het zelfstandigenpensioen forfaitair berekend, verschilt het enkel per statuut, zondereenspecifiekeminimumregeling.Degepensioneerdendievervroegdoppensioengaan, hun pensioenberekening is gebaseerd op een kortere loopbaan en het pensioenbedrag wordt bovendien verminderd met 5% per jaar vervroeging; vandaar de lagere benefit ratio voor de leeftijdenjongerdan65jaar. Metdewetvan15mei1984(ofWetMainil)wordthetproportioneelpensioenvoorzelfstandi geningevoerdvoordeloopbaanjarenna1983:proportionaliteittussendegestortebijdragenen hetpensioenbedrag 23.Dewetinstalleertookeenminimumpensioen,evenredigmetdebewe zenloopbaanalszelfstandigenmaaropvoorwaardevanminstenseen2/3deloopbaan,datvoor lopig gelijk was aan het forfaitair pensioenbedrag vermeerderd met een bijzondere bijslag. In elkvandefigurenmerkenwedatonderinvloedvandatminimumpensioendebenefitratiois toegenomen in 1985, uitgezonderd voor de gehuwde vrouw die meestal niet voldoet aan de gesteldeloopbaanvoorwaarde. Tijdens de periode 19851995 zijn er twee evoluties die de benefit ratio van het pensioen der zelfstandigenbenvloeden. Indeeersteplaatsstijgthetminimumpensioenvan28%vanhetbedrijfsinkomenin1985tot 37%in1995inhetgevalvanhetgezinsbedrag,envan23%in1985tot28%in1995inhetge val van het pensioenbedrag berekend in het statuut alleenstaande. Zulke sterke verhoging van het minimumpensioen leidt tevens tot een aanzienlijke uitbreiding van het aantal ge rechtigden.Indemeestefigurenzienwedanookdatdelichtblauwelijnmetopenvierkant voor1995hogerligtdandeblauwelijnmetopenruitvoor1985,uitgezonderdvoordejon gere generaties gehuwde mannen en de jongere generaties ongehuwde vrouwen. Voor de gehuwdevrouwisdebenefitratiovanhaarpensioenin1995lagerdanin1985endatvoor

46

WORKING PAPER 4-11

alleleeftijden.Diesituatiekanenkeltewijtenzijnaaneentekorteloopbaanzodatzijgeen rechthebbenophetminimumpensioen. Omwillevandevervangingvanhetforfaitairpensioendoorhetproportioneelpensioenge baseerd op de werkelijke verdiensten zou het pensioen van de nieuwe generaties moeten toenemen,indiendewerkelijkeverdienstenhogerzijndanhetforfaitairbedrag.Inhetgeval vandegehuwdemanheeftdienieuweberekeninggemaaktdatdebenefitrationietdaalt; dus het pensioen stijgt aan hetzelfde ritme als het bedrijfsinkomen. In het geval van de vrouwdaarentegendraagtdenieuweberekeningbijtoteendalingvandebenefitratio. In2005heeftdebenefitratiovanhetminimumpensioenhetzelfdeniveaualsin1995;vandaar datdegelelijnmetopencirkelvoor2005insommigegevallennietverschiltvandelichtblauwe lijnmetopenvierkantvoor1995,namelijkindiestatutenwaardeovergrotemeerderheidvan de gepensioneerden het minimumpensioen genieten. Dat is zeker het geval voor de man met hetgezinsbedragenvoordeongehuwdeman.Inhetgevalvandevrouw,dienietaandevoor waarde van het minimumpensioen voldoet, speelt de invloed van de veroudering, waardoor haarpensioeneenachterstandheeftopgelopent.o.v.hetbedrijfsinkomen. Defiguurvoordegehuwdemanmeteenpensioenaanhetbedragalleenstaandeisopheteerste zichtmoeilijktebegrijpen.Datin1995dejongeregeneratieseenlagerebenefitratiohebbendan deouderegeneratieskanenkelverklaardwordendoordelengtevandeloopbaan,wantzijvol doen aan de loopbaanvoorwaarde van het minimumpensioen24. In 2005 zijn de generaties 10 jaaropgeschoven,deouderenvan1995gestorvenendebenefitratiovandejongeregeneraties lichtjesgedaaldalsofdejongeregeneratiesopnieuweenkortereloopbaanhebbenalszelfstan dige.Inderdaad,decijfersindegrafiekbevattenookhetgedeeltelijkpensioenalszelfstandige ingevalvaneencumulmeteenoverheidspensioen.Vandaardatdebenefitratioinditstatuut gemiddeld slechts 19% bedraagt in 2005 (zie Tabel 13) terwijl de benefit ratio 22% bedraagt wanneerdegepensioneerdendiecumulerenmeteenoverheidspensioennietwordenmeegeteld (zieTabel9). In 2009 is opnieuw de benefit ratio van het minimumpensioen sterk toegenomen. De benefit ratiovanhetpensioenisdaardoorsterkgestegenvoordemanneneninminderematevoorde ongehuwdevrouw,telkensafhankelijkvanhetgewichtminimumgerechtigdeninelkstatuut. De benefit ratio van de gehuwde vrouw verhoogt omzeggens niet; haar loopbaan is meestal korter dan 30 jaar (minimum 2/3de van een volledige loopbaan). Er is een uitzondering in het geval dat die gehuwde vrouw jongeris dan65 jaar. Zij komt vervroegd op pensioen, voldoet daarom aan de voorwaarde van minstens 35 loopbaanjaren (voorwaarde ingevoerd door de Pensioenwetvan1996),enkomtduswelinaanmerkingvoorhetminimumpensioen.

24

Debenefitratiovanhetminimumpensioenovereenkomstigeenvolledigeloopbaan,namelijkgelijkaan28in1995, vermenigvuldigdmet2/3degeefteenratiovan18,7,dusruimbenedende20%waargenomenvoordejongeregene ratiesgepensioneerdegehuwdemannen.

47

WORKING PAPER 4-11

3.2.3. Le benefit ratio par statut : les allocations dinvalidit


a. Le rgime salari Lebenefitratioglobaldelabrancheinvaliditdanslergimesalari,prsentdanslaFigure1 aupoint3.2.1,serduitdenviron14pointsdepourcentageentre1980et1997,puisildemeure relativement stable jusquen 2006, et saccrot ensuite de prs de 3 points de pourcentage pendantlesquatrederniresannes. Avant daborder lanalyse des benefit ratios par catgorie familiale, meilleurs indicateurs de lvolution du bientre des individus que le benefit ratio global, lvolution depuis 1980 des paramtreslesplusimportantsenmatiredecalculdelallocationdinvaliditestillustredans lasectionsuivante. Lvolution des paramtres-cls des allocations dinvalidit Troisparamtressontdterminantslorsducalculdelallocationdinvalidit:lepourcentagede calcul qui varie en fonction de la catgorie familiale, le plafond salarial qui dtermine une allocationmaximum,etlesminimaquidpendentdelacatgoriefamiliale. Lvolution depuis 1980 des pourcentages de calcul par catgorie familiale en invalidit est illustredansleTableau16.
Tableau 16 Evolution des pourcentages de calcul en invalidit dans le rgime salari par catgorie familiale partir de 1980
1980 Titulaires avec charge de famille Isols Cohabitants 65% 43,5% 43,5% 1986 65% 45% 40% 2003 65% 50% 40% 2008 65% 53% 40% 2009 65% 55% 40%

Jusquau1eroctobre1986,lallocationdestitulairessanschargedefamille(isolsetcohabitants runis) tait calcule comme 43,5% du salaire plafonn. A partir de 1986, la catgorie sans charge de famille est scinde en isols et cohabitants avec des pourcentages de calcul respectifsde45%et40%.En2003,lepourcentagedecalculdesisolspasse50%,puis53%en 2008etenfin55%en2009.Signalonsuneanomaliehistoriquequiatcorrigeen2010: bienquelespourcentagesdecalculdestitulairesavecchargedefamilleetisolsslevaient 65% ou 45% (43,5%) entre 1984 et 2004, les montants des indemnits maximum des titulaires avec charge de famille et isols entrs en incapacit de travail partir du 1er octobre 1974 et entrseninvaliditavantle1eravril2004necorrespondaientqu60%ou40%duplafond.A partir de 2010, les allocations maximum de tous ces titulaires sont revalorises de telle sorte quellescorrespondentauplafondsalarialauquelestappliquletauxdindemnisationde65et de55%. Lvolutiondu plafond etdes5allocations minimales eninvalidit (exprime en pourcentage dusalairemoyenbrut)estprsentedanslafiguresuivante.

48

WORKING PAPER 4-11

Figure 4 Evolution du plafond et des allocations minimales en invalidit dans le rgime salari de 1980 2010, en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010)
60 50 40 30 20 10 0
1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

160 140 120 100 80 60 40 20 0

plafond en % du salaire moyen brut

MTR avec charge de famille MTR isol MTR cohabitant MV avec charge de famille MV isol et cohabitant

Le plafond mensuel slve 3142,5 euros en 2010. Les minima mensuels pour travailleurs rguliers slvent en 2010 1280,8 euros pour les titulaires avec charge de famille, 1024,9 euros pour les isols et 896,4 euros pour les cohabitants. Les minima vitaux mensuels slvent en 2010 987 euros pour les titulaires avec charge de famille et 740,2 euros pour les titulaires sans charge de famille (isol et cohabitant).

Exprimenpourcentdusalairemoyenbrut,leplafonddanslabrancheinvaliditdcrotentre 1982et2002.Pendantcesdeuxdcennies,ilaseulementtindexauxprix.Parlasuite,ilse stabilise,voireaugmentelgrementcesderniresannes(revalorisationsen200520072009). En invalidit, il existe 3 minima pour les travailleurs rguliers MTR , ventils entre les titulaires avec charge de famille, les isols et les cohabitants (ces deux dernires catgories taient runies avant 1986), ainsi que deux minima vitaux pour les travailleurs non rguliers selonlescatgoriesavecchargedefamilleetsanschargedefamille(isolsetcohabitants). Lesminimapourtravailleursrguliersnontconnuquequelquesaugmentationsentermesrels au dbut des annes 80 et 90, ce qui explique leur baisse en pourcent du salaire moyen brut entre1982et2000(entre6et12pointsdepourcentageselonlacatgoriefamiliale).Aucourant desannes2000,ilssestabilisent,etmmeaugmententaucoursdesderniresannes.En2001, ilsontenregistrlammerevalorisationquelerevenugarantiauxpersonnesges.En2007,les minima des titulaires avec charge de famille et isols sont relevs au niveau de la pension minimumdanslergimesalari(environ+7%entermesrels)etsuiventdslorslvolutionde lapensionminimum(revalorisationsen2008et2009).Lallocationminimumdescohabitantsest augmente de 4% en 2007, puis de 2% en 2009 et en 2010. Malgr les hausses de la dernire dcennie, ces minima, exprims en pourcent du salaire moyen brut, sont toujoursinfrieurs leursniveauxdudbutdesannes80.

49

WORKING PAPER 4-11

Entre1980et1987,lesminimavitauxsaccroissentenpourcentdusalairemoyenbrut:ilsont enregistrplusieursaugmentationsentermesrelspendantcettepriode.Parlasuite,jusquen 2005, les minima vitaux ont la mme volution la baisse que celle des minima pour travailleurs rguliers. A noter quen 2001, les minima vitaux ont t relevs au niveau des forfaits des invalides indpendants nayant pas mis fin leur entreprise. Depuis 2007, les revalorisations des minima vitaux sont lies celles du revenu dintgration sociale (1% en 2007,2%en2008et2009).Exprimsenpourcentagedusalairemoyenbrut,lesminimavitaux en2010sontlgrementsuprieursleursniveauxde1980.

Lvolution de la lgislation en matire dallocation dincapacit primaire dans le rgime salari


Jusquen 1996, un seul pourcentage de calcul de lallocation dincapacit primaire, 60%, existait dans le rgime salari. A partir du 15 novembre 1996, ce pourcentage est rduit 55% pour les cohabitants, ds le 31me jour dincapacit primaire. En 2009, ce pourcentage est relev 60%. Notons qu partir de 2003, des minima, identiques ceux des travailleurs rguliers et non rguliers en invalidit, sont me octroys ds le premier jour du 7 mois dincapacit primaire.

Les benefit ratios par catgorie familiale et par sexe Lesdonnespermettantdecalculerdesbenefitratiosparcatgoriefamilialenesontdisponibles qupartirde1987(voirlaFigure5).
Figure 5 Les benefits ratios par catgorie familiale et par sexe dans la branche invalidit du rgime salari de 1987 2009, en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010) Hommes
70 60 50 40

Femmes
60 50 40 30

30 20 10 0
1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008

20 10 0
1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008

avec charge de famille isol cohabitant total

avec charge de famille isol cohabitant total

50

WORKING PAPER 4-11

Tous les benefit ratios par catgorie familiale se rduisent entre 1987 et 1996, mais davantage pourlestitulairesavecchefdefamille(8pointsdepourcentagepourleshommeset6points pourlesfemmes)quepourlesisolsetlescohabitants(entre5et6points).Lecreuxobserv en 1997 est d principalement une croissance importante du salaire moyen brut. Ils demeurent ensuite relativement stables jusquen 2006, except celui des titulaires isols qui saccroten2003,datedurelvementdutauxdindemnisationde4550%.Enfin,entre2006et 2009, les benefit ratios augmentent suite aux revalorisations des minima. Pour les isols, le benefitratiobnficieenoutredelaugmentationdupourcentagedecalculdesisols. Surlensembledelapriode,entre1987et2009,lesbenefitratiosserduisent,plusfortement pourlestitulairesavecchargedefamille(derespectivement10et6pointsdepourcentagepour les hommes et les femmes) que pour les isols (environ 3 points de pourcentage) et les cohabitants(7pointsdepourcentagechezleshommeset5,5pointschezlesfemmes). b. Le rgime indpendant Lesindemnitsdinvaliditdanslergimeindpendantsontdenatureforfaitaire.Leforfaitest diffrent selon la catgorie familiale (titulaire avec charge de familleet sans charge de famille jusquen2007,anneocettedernirecatgorieatscindeenisoletcohabitant).Enoutre, partirde1993,cesforfaitssontdistingusselonquelebnficiaireaitmisfinsonentrepriseou non La figure suivante illustre lvolution de ces diffrentes allocations forfaitaires exprimes en pourcent du revenu professionnel des indpendants25 (ce dernier est issu de la comptabilit nationalepartirde1995etrtropolauparavant).

25

Alsbasisinkomenishierhetgemiddeldebrutobedrijfsinkomenvandezelfstandigengenomen(verminderdmetde afschrijvingendieslechtseengedeelteuitmakenvandeberoepskostenenzonderaftrekvandebijdragen),beschik baarindeESRrekeningenvanaf1995.

51

WORKING PAPER 4-11

Figure 6 Evolution des indemnits forfaitaires dinvalidit dans le rgime indpendant de 1980 2010, en % du revenu professionnel (2564 euros par mois en 2010)

60 50 40 30 20 10 0 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

avec charge de famille avant 1993 n'ayant pas mis fin son entreprise avec charge de famille n'ayant pas mis fin son entreprise cohabitant ayant mis fin son entreprise isol

isol et cohabitant avant 1993 n'ayant pas mis fin son entreprise isol ayant mis fin son entreprise avec charge de famille ayant mis fin son entreprise cohabitant

Les forfaits mensuels des indpendants nayant pas mis fin leur entreprise slvent en 2010 1258,1 euros pour les titulaires avec charge de famille, 964,6 euros pour les isols et 786 euros pour les cohabitants. Les forfaits mensuels des indpendants ayant mis fin leur entreprise slvent en 2010 1280,8 euros pour les titulaires avec charge de famille, 1024,9 euros pour les isols et 878,8 euros pour les cohabitants.

Jusquen 1992, les benefit ratios des indemnits forfaitaires des invalides indpendants augmentent: de 9 points de pourcentage du revenu professionnel moyen pour les titulaires avec charge de famille et de 5,7 points de pourcentage pour les isols et cohabitants. Ces indemnits forfaitaires ont t revalorises en termes rels en 1983 et de manire importante entre1988et1991. Apartirde1993,lesindemnitssontdiffrenciesentrelesindpendantsayantmisfinounon leurentreprise(cesdernirestantmoinsleves)etaugmentesentermesrelsen1993et1994 parrapportauxallocationsenvigueuren1992.Lesdiffrentsbenefitratiosserduisentensuite lgrementjusquen2001(malgrunelgrehausseen2000,identiquecelledurevenugaranti auxpersonnesges). En2002,lesforfaitsdesindpendantsayantmisfinleurentreprisesontrevalorissdenviron 3,6%. Ils sont ensuite relevs au niveau des minimas des travailleurs rguliers dans le rgime salari en2006, et suivent ds lors lvolution de ces minimas(euxmmesrelevs en 2007au niveaudelapensionminimumdanslergimesalaripourlestitulairesavecchargedefamille etlesisols,etrevaloriseen200820092010voircidessus). Quantauxindpendantsnayantpasmisfinleurentreprise,leursforfaitssontalignsen2007 surlesforfaitsdesindpendantsenincapacitprimaire(cf.encadr).Celasignifiequen2007, les allocations des titulaires avec charge de famille et des isols sont releves au niveau de la

52

WORKING PAPER 4-11

pensionminimumdanslergimeindpendantetqueleforfaitdescohabitantsvaut88,77%de celuidesisols.Dslors,lesforfaitsavecchargedefamilleetisolssuiventlesaugmentations delapensionminimumdesindpendants(revaloriseen200820092010).

Lvolution de la lgislation en matire dallocation dincapacit primaire dans le rgime indpendant


Les travailleurs indpendants en incapacit primaire peroivent un forfait selon la catgorie familiale : avec ou sans charge de famille jusquen 2007 ; partir de cette date, la catgorie sans charge de famille est divise en deux catgories, isols et cohabitants . Hormis une adaptation en termes rels en 1983, ces forfaits ont seulement t indexs aux prix entre 1980 et 2001. En 2002, ils sont relevs pratiquement au niveau des minima vitaux du rgime salari. En 2007, les forfaits avec charge de famille et isols sont lis la pension minimum dans le rgime indpendant et suivent ds lors lvolution de celle-ci (revalorise en 2008-2009-2010). Le forfait cohabitant reprsente 88,77% du forfait isol en 2007 et a t augment de 2,5% en 2009. La Figure 7 retrace lvolution des forfaits des indpendants en incapacit primaire de 1980 2010, en pourcent du revenu professionnel moyen.

Figure 7

Evolution des forfaits dincapacit primaire dans le rgime indpendant de 1980 2010, en % du revenu professionnel moyen (2564 euros par mois en 2010)

60

50

40

30

20

10

0 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 isol 2000 2002 2004 2006 2008 2010 avec charge de famille cohabitant

53

WORKING PAPER 4-11

3.2.4. Le benefit ratio par statut : les allocations de chmage


a. Le benefit ratio global Entre1980et1992,lebenefitratioglobal,prsentdanslaFigure1aupoint3.2.1,aperduprs de12pointsdepourcentage.Parlasuite,ilsaccrotde4,3pointsdepourcentageentre1992et 2002. Il demeure ensuite relativement stable jusquen 2008, puis saccrot de manire assez prononceen2009(enpartiesuitelaugmentationprovisoire,jusquau31dcembre2010,des tauxderemplacementenchmagetemporairedanslecadredesmesuresdecrise). Dans le cadre dune analyse de lvolution du bientre, ce benefit ratio global comporte certaines limites, notamment dans la mesure o il peut tre influenc par des modifications danslarpartitionparstatutdeschmeursindemniss.Unbenefitratioparcatgoriefamiliale, surbasedestatutsstablesdechmeurs(leschmeurscompletsindemnissetleschmeurs gsnondemandeursdemploi),adslorstestimpartirdesdonnesdisponiblesdepuis 1989. Afin de mieux comprendre lvolution des benefit ratios par catgorie familiale depuis cettedate,etdavoirgalementuneidedecequiapuseproduireantrieurement,lhistorique des paramtrescls en matire de calcul de lallocation de chmage(pourcentages de calcul, plafondetminima)estprsentdanslasectioncidessouspartirde1980. b. Lvolution des paramtres-cls de lallocation de chmage Lorsducalculdelallocationdechmage,troisparamtressontdterminants:lepourcentage decalculquivarieenfonctiondelacatgoriefamilialeetventuellementdeladuredesjour, le plafond salarial qui permet de calculer une allocation maximum, et les minima qui varient galementenfonctiondelacatgoriefamiliale. Le Tableau 17 prsente lvolution depuis 1980 des pourcentages de calcul par catgorie familialeenchmagecompletindemnis.
Tableau 17 Evolution des pourcentages de calcul dans le chmage par catgorie familiale de 1980 2009
1980 Cohabitant avec 60% charge de famille 26 Isol 1re anne 60% 2me anne (et +) 40% 3me anne et + nexiste pas (de 1981 1986) 26 Cohabitant 1re anne 60% 2me priode 40% (illimite) 3me priode nexiste pas 1981 60% 1986 60% 1991 60% 1993 60% 1999 60% 2000 60% 2001 60% 2002 60% 2008 60% 2009 60%

60% 40% forfait

60% 60% 60% 60% 60% 60% 60% 60% 60% 40% 42% 42% 43% 44% 45% 50% 53% 53,8% nexiste nexiste nexiste nexiste nexiste nexiste nexiste nexiste nexiste pas pas pas pas pas pas pas pas pas

60% 55% 55% 55% 55% 55% 55% 55% 58% 60% 40% 35% 35% 35% 35% 35% 35% 40% 40% 40% (1 an) (6 mois) (6 mois) (3 mois) (3 mois) (3 mois) (3 mois) (3 mois) (3 mois) (3 mois) forfait forfait forfait forfait forfait forfait forfait forfait forfait forfait +6.8% +2% +2%

26

Jusquau1eravril1981,deuxcatgoriesexistaient:leschefsdemnageetlesnonchefsdemnage.Acettedate,la catgoriedesnonchefsdemnageatscindeenisolsetcohabitants.

54

WORKING PAPER 4-11

Lepourcentagedecalculdanslacatgoriecohabitantavecchargedefamilleatoujourstde 60%(quellequesoitladuredechmage),demmequelepourcentagedesisolspendantleur premire anne de chmage. A partir de la seconde anne de chmage, le pourcentage des isolstaitde40%jusquen1990,puisilataugmentprogressivementjusqu53,8%en2009. Notons quune troisime priode forfaitaire, aprs deux ans de chmage, avait t instaure pourlesisolsentre1981et1986. Jusquen 1986, le pourcentage de calcul des cohabitants en 1re anne tait de 60% et leur deuxime priode correspondait une anne et un pourcentage de calcul de 40%, comme pour les isols. Signalons que la troisime priode forfaitaire (introduite en 1981) existe toujours.Le1eroctobre1986,lepourcentagedecalculdescohabitantsen1reanneestramen 55% et celui de la 2me priode 35%. En outre, la 2me priode est rduite 6 mois, prolongede3moisparannetravaille.En1993,cettesecondepriodeestencoreramene3 mois.En2002,lepourcentagedecalculdela2meprioderevient40%etleforfaitreoitune adaptationde6,8%entermesrels.En2008et2009,leforfaitestadaptde2%entermesrelset lepourcentagedecalculdelapremireanneremonteprogressivement60%.Endehorsdes adaptationsentermesrelsprcites,leforfaitdelatroisimepriodeaseulementtindex auxprixpartirde1981. La figure suivante montre lvolution en pourcentage du salaire moyen brut de deux autres paramtres importants lors du calcul de lallocation de chmage: le plafond et les allocations minimales(ainsiqueleforfaitdescohabitantsen3mepriodedisponiblepartirde1984).
Figure 8 Evolution du plafond, des allocations minimales et du forfait (cohabitant en 3me priode) dans le chmage de 1980 2010, en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010)
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

plafond

minimum avec charge de famille minimum isol minimum cohabitant forfait cohabitant 3me priode

Le plafond mensuel slve en 2010 2250,7 euros pendant les 6 premiers mois de chmage, 2097,6 euros me me me du 7 au 12 mois de chmage et 1960,1 euros partir du 13 mois de chmage.

55

WORKING PAPER 4-11

Les minima mensuel slvent en 2010 1027,8 euros pour les cohabitants avec charge de famille, 863,5 euros pour les isols et 647,1 euros pour les cohabitants. Le forfait mensuel ordinaire des cohabitants en 3
me

priode slve en 2010 456 euros.

Mis part quelques augmentations en tout dbut de priode, le plafond et les minima (exprims en pourcentage du salaire moyen brut) se sont rduits pendant les annes 80 et les annes90.Aucoursdeladerniredcennie,certainssesontstabiliss,dautresontconnuune augmentationsanstoutefoisatteindreleurniveaududbutdesannes80. En 1981, le plafond mensuel (fix lpoque pour les cotisations de scurit sociale dans la branchechmage)atremplacparunplafondjournalierpluslev.Parlasuite,entre1981et 2001,leplafondaseulementtindexauxprixetilestpassde91%dusalairemoyenbruten 198163%en2001.Cenestquen2002quilestaugmentde5,3%entermesrels,puisde1% en 2007. Enfin en 2009, il est adapt de manire diffrencie selon la dure de sjour dans le chmage:pendantles6premiersmoisdechmage,du7meau12memoisdechmage,partir du13memoisdechmage. Aprs certaines hausses en termes rels en 1981 et 1982, les allocations minimales nont t augmentes quen 1990 (+4,1%), 1994 (1,2%), 2001 (2,6%) et 20082009 (2% chaque fois). En outre,lesrevalorisationsde199019942001neconcernaientquelescohabitantsavecchargede familleetlesisols,etnonlescohabitantssanschargedefamille.Signalonsquen1986,lorsde larductiondespourcentagesdecalculdecesderniers,leurallocationminimumagalement tdiminue.Leprocessusinversesestproduiten199920002001lorsdelaugmentationdes pourcentagesdecalculdesisolsen2mepriode,et,en2002,lorsdelahaussedespourcentages decalculdesisolsetdescohabitantsen2mepriode.Lallocationminimumducohabitantavec charge de famille a perdu prs de 12 points de pourcent du salaire moyen brut entre 1981 et 2000,avantdesestabiliser.Lallocationminimumdesisolssest,quantelle,rduitedeplus de 8 points de pourcentage entre 1981 et 1998, et en a regagn 4,5 points lors de la dernire dcennie.Enfin,lallocationminimumdescohabitantsadiminude14pointsdepourcentage entre1981et2001,puisaaugmentdepresque3pointsentre2001et2009. Quantauforfait descohabitants en3me priode,comme djmentionn cidessus,il na t revaloris quen 2002, 2008 et 2009. Entre 1984 et 2001, il a perdu plus de 6 points de pourcentageentermesdesalairemoyenbrutetenaregagn1,3pointparlasuite. c. Les benefit ratios par catgorie familiale Bien que les donnes relatives aux benefit ratios par catgorie familiale ne soient disponibles qupartirde1989,onpeutsupposerquecesratiosontconnuunebaissependantlesannes80 (baisseprobablementplusprononcepourlescohabitantssanschargedefamillequepourles autres catgories), comme le montre lhistorique des paramtres de calcul de lallocation de chmage. Notons quen 1982 (source: RVA, De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, Vergelijkingvandesteekproevenop30juni),parmileschmeursavecchargedefamille,55,9%

56

WORKING PAPER 4-11

recevaient une allocation maximum et 21,7% une allocation minimum, il est clair que les volutionsduplafondetduminimuminfluencentfortementlebenefitratio. Lafiguresuivanteprsentelesbenefitratiosparcatgoriefamilialede19892009:cohabitant avecchargedefamille,isoletcohabitant.Ilsincluentlesallocationsforfaitaires,cestdireles allocations dattente et de transition et les allocations des cohabitants en 3me priode. Lallocationmoyennedechmageparcatgoriefamilialeestdiviseparlesalairemoyenbrut. Signalonsquelvolutiondesbenefitratiosdescatgoriesisoletcohabitantpeutrecouvrirdes modificationsdesproportionsdechmeursselonladuredesjour.
Figure 9 Les benefit ratios par catgorie familiale dans la branche chmage de 1989 2009 en % du salaire moyen brut (2930 euros par mois en 2010)

45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1980

1982

1984

1986

1988

1990

1992

1994

1996 isol

1998

2000

2002

2004

2006

2008

cohabitant avec charge de famille

cohabitant

total

Entre 1989 et 1996, lensemble des benefit ratios par catgorie familiale diminue: la catgorie cohabitant avec charge de famille perd 3,7 points de pourcentage, par rapport 1,4 point de pourcentagedanslestatutisolet0,5pointdepourcentagechezlescohabitants. Outre la baisse des principaux paramtrescls prsente cidessus, des mesures dconomies ont t introduites pendant cette priode. En 1993, la priode de travail requise pour pouvoir revenir au taux de 60% (isol) ou de 55% (cohabitant) est allonge de 6 mois: elle passe 12 moisaulieude6.En1996,lemcanismedexclusionenraisondechmagedelonguedurequi touche les cohabitants en priode forfaitaire est renforc en rduisant la dure de chmage autorise de 2x la moyenne rgionale 1,5x. Signalons toutefois lintroduction en 1989 des complments danciennet pour chmeurs gs qui sont relevs pour certains ges en 1991 19931994.

57

WORKING PAPER 4-11

De1996200927,lebenefitratioduchmeurcohabitantavecchargedefamilleperd2,5points de pourcentage, tandis que le benefit ratio de la catgorie isol augmente de 4 points de pourcentage,parrapportungainde3,2pointsdepourcentagepourlacatgoriecohabitant. Globalement, en vingt ans, le benefit ratio du chmeur avec charge de famille sest rduit de plusde6pointsdepourcentage,alorsquelesbenefitratiosdesisolsetdescohabitantssesont accrus denviron 2,6 points de pourcentage. Rappelons toutefois que les cohabitants ont probablementconnuunebaisseplusprononcedeleurbenefitratioaucoursdesannes80.

3.2.5. De benefit ratios in de bijstandsregelingen


Debenefitratiovandebijstandsregelingenishiernabepaaldalsdeverhoudingvandeforfaitai rebijstandsuitkeringenhetbeschikbaarinkomenpercapita.Deevolutievandezeratiooverde periode19802009wordtperregelingenpercategorievoorgesteldinFiguur10.Deinkomens vervangendetegemoetkomingvoorpersonenmeteenhandicap(IVT)werdingevoerdin1987. Openkelekleineverschilleninhetbeginvandeperiodena,zijndeforfaitairebedragenvande IVT identiek aan de bedragen in de overeenstemmende categorien van het bestaansmini mum/leefloon. De analyse van de benefit ratio van het bestaansminimum/leefloon geldt dan ookvoordeIVT. Over de beschouwde periode ondergingen de bijstandsregelingen meerdere herzieningen. De belangrijkste is ongetwijfeld die van begin jaren 2000 waar het bestaansminimum veranderd werdinhetleefloon(vanafoktober2002)enhetgewaarborgdinkomenvoorbejaarden(GIB)in de inkomensgarantie voor ouderen (IGO, vanaf juni 2001). Die hervormingen brengen onder meer deindividualisering van de rechten met zichmee. Dit betekent dat voor gehuwden (sa menwonendeechtgenotenbijhetbestaansminimumengehuwdenmeteengezinsbedragbijhet GIB)deaanvraagvoorbijstandvanafdandoorbeidepartnersmoetgebeuren.Hetbedragwaar iedervanhendanrechtopheeft,stemtovereenmetdehelftvanhetbedragdatvantoepassing wasvrdeindividualisering.Indepraktijkzalhettotalebijstandsinkomenbinnenhetkoppel hetzelfdeblijven.

27

Lecreuxobserven1997rsultedunecroissanceimportantedusalairemoyenbrut.

58

WORKING PAPER 4-11

Figuur 10 Benefit ratios van de bijstandsuitkeringen: forfaitaire bedragen van leefloon/ bestaansminimum en IVT per categorie, in % van het beschikbaar inkomen per capita leefloon (vanaf 2002)/bestaansminimum en IVT (vanaf 1989)
70% 65% 60% 55% 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 1980 1983 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007

BM-samenw. echtgenoten BM/LL alleenstaand LL- samenwonend

BM-samenw. enkel met kinderen ten laste BM- overige samenwonenden LL-samenwonend met personen ten laste

Globaalgenomenevenarendebenefitratiosvanhetbestaansminimum/leefloonvoordecate goriensamenwonendenin2009hetniveauvan1980.Voordecategorievanalleenstaandeligt deratioin2009ietsbovenhetniveauvan1980. Tussen 1980 en 1987 stijgen de benefit ratios van het bestaansminimum. Begin jaren 80 werd gekenmerktdooreendubbeleloonmatiging:enerzijdswerddeloonindexeringbeperktenan derzijdsbestondereenabsoluteloonmatiginginreletermen.Debijstandsuitkeringendaaren tegen bleven gekoppeld aan de prijsevolutie en hadden bovendien nog een welvaartsaanpas sing gekregen in februari 1983. Daardoor groeien de forfaitaire bedragen van het bestaansmi nimumdussnellerdanhetbeschikbaarinkomenpercapita.Detoenamevandebenefitratioin deperiode19861987isvooralhetgevalvoordeuitkeringvooreenalleenstaande.Indieperio dewordtvoordezecategoriedebijstandopgetrokkenvan72%vandeuitkeringvooreensa menwonendemetpersonentenlastenaar75%vandezeuitkering(ofnog,van1,44keerhetbe dragvooreensamenwonendenaar1,5keerdatbedrag). Nadienvolgteenperiode,tot1993,datdeforfaitairebedragenvanhetbestaansminimummin dersneltoenemendanhetbeschikbaarinkomenpercapitaenditondankswelvaartsaanpassin genvantelkens2%op1januari1989,1990en1991.Van1994tot1997blijvendebenefitratios vanhetbestaansminimumvrijconstantomdanopnieuwtedalentot2001. Injanuari2002kenthetbestaansminimumeenwelvaartsaanpassingvan4%waardoorhetster kerstijgtdanhetbeschikbaarinkomenpercapita.Indedaaropvolgendejarenkentdebenefit ratioeenrelatiefstabielverloop,ondermeerdooreenwelvaartsaanpassingvan1%inoktober

59

WORKING PAPER 4-11

2004.Dedalingvandebenefitratioin2006isvankorteduurwantdewelvaartsaanpassingenin oktober2006van1%envervolgensvan2%op1april2007,op1januari2008enop1juni2009 zorgenervoordatdeforfaitaireleefloonbedragensnellerstijgendanhetbeschikbaarinkomen percapita.


Figuur 11 Benefit ratios van bijstandsuitkeringen: de IGO/GIB per categorie, in % van het beschikbaar inkomen per capita IGO (vanaf 2002)/GIB
80%

70%

60%

50%

40%

30%

20% 1980

1983

1986

1989

1992

1995

1998

2001

2004

2007

gezinsbedrag/basisbedrag

alleenstaand/verhoogd basisbedrag

koppel (2* basisbedrag)

DebenefitratiosvandeforfaitaireGIBuitkeringenkenneneengelijkaardigverloopalsdievan hetbestaansminimumtoteindjaren90.Ditisnietlangerhetgevalnaeenwelvaartsaanpassing in de bijstandsregeling voor ouderen van 2% op 1 september 2000. Met de invoering van de IGOop1juni2001werdendecategorienlosgekoppeldvandepensioenregelingenhetrecht op bijstand gendividualiseerd. Het gezinsbedrag werd vervangen door het basisbedrag en het bedrag alleenstaande door het verhoogd basisbedrag (dat 1,5 keer het basisbedrag be draagt). Tezelfdertijd werden deze bedragen ook verhoogd in vergelijking met hun GIB equivalent. De daling van de benefit ratio voor gezinsbedrag/basisbedrag in Figuur 11 weer spiegelt de individualisering van de bijstandsuitkering. Maar in de praktijk zal een gehuwd koppeldan2keerdeIGOaanhetbasisbedragontvangenwatweergegevenwordtinFiguur11 doordelichtblauwelijnmetopenvierkant. SindsdeinvoeringvandeIGOkentdebenefitratiovandezebijstandsregelingeenstijgendver looptewijtenaanmeerderewelvaartsaanpassingen.Indecember2006werddeIGOverhoogd met14%zodathetbasisbedragovereenstemdemetdemeestrecentearmoededrempel(opbasis vanEUSILC2003).Ooknadienzorgdendewelvaartsaanpassingen(2%op1december2007en 1augustus2008,verhogingvanhetbasisbedragmet5europermaandop1oktober2008,0,8%

60

WORKING PAPER 4-11

op1juni2009en0,6%op1januari2010)ervoordathetniveauvandebenefitratioopheteinde vandeperiode12procentpuntenhogerligtdanin198028. TenslottesteltFiguur12deverhoudingvandeforfaitairebijstandsbedragenmethetbrutoge garandeerdminimummaandloonvaneen21jarigevoor.Opdiemanierwordtdeevolutievan het relatieve niveau van de bijstand ten opzichte van het minimumloon onderzocht. Merk op datditgeenvoorstellingisvanactiviteitsvallen. Hetgegarandeerdminimummaandloonvaneen21jarigekendeeenaanpassinginapril1981 en januari 1982 (herstelwet van 10 februari 1981 en KB van 27 maart en 18 december 1981) waardoorhetoverdezeperiodesterkergroeidedandebijstandsuitkeringen.
Figuur 12 Evolutie van de forfaitaire bedragen van de bijstandsuitkeringen, in % van het gegarandeerd minimumloon van een 21-jarige leefloon (vanaf 2002)/bestaansminimum en IVT (vanaf 1989)
80%

70%

60%

50%

40%

30%

20% 1980

1983

1986

1989

1992

1995

1998

2001

2004

2007

BM-samenw. echtgenoten BM/LL alleenstaand LL- samenwonend

BM-samenw. enkel met kinderen ten laste BM- overige samenwonenden LL-samenwonend met personen ten laste

28

Waarbijingevalvaneenkoppelelkepartnerrechtheeftophetbasisbedrag.

61

WORKING PAPER 4-11

IGO (vanaf 2002)/GIB


90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1980 1983 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007 gezinsbedrag/basisbedrag alleenstaand/verhoogd basisbedrag koppel (2* basisbedrag)

Vanaf 1983 tot 1987 vermindert de kloof tussen debijstandsuitkeringen en het minimumloon. Enerzijds kende de bijstandsuitkeringen over deze periode enkele welvaartsaanpassingen (zie supra) in tegenstelling tot het minimumloon. Anderzijds kende het minimumloon over deze periodeenkeleindexsprongenzodathetnietaangepastwerdaandelevensduurte.Indejaren 90blijftdespanningtussenbijstandenminimumloonvrijconstant.Vanaf2000vermindertde klooftussenhetleefloon/IVTenhetminimumloon.Terwijlhetleefloon/IVTgeregeldeenwel vaartsaanpassingkregen(in2002,2004,2006,2007,2008en2009)wasditminderhetgevalbij hetgegarandeerdminimumloon(in2007en2008).Ookhetverschiltussenhetminimumloonen deIGOneemtafvanaf2000.OndermeerhetoptrekkenvandeIGOmetbijna14%indecember 2006 zorgt er voor dat het verhoogd basisbedrag (voor een alleenstaande) 62% van het mini mumloonbedraagtin2009.In1980wasdat41%.

62

WORKING PAPER 4-11

4.

Bijlage: Vergelijking tussen besliste verhogingen en de beschikbare welvaartsenveloppen in 2008, 2009 en 2010, opgesplitst per socialezekerheidtak

Hiernawordt,voordewerknemersregelingenvoorhetsociaalstatuutderzelfstandigen,bere kendinwelkematedeverhogingenbeslistinhetkadervandewelvaartsenveloppen20082010 overeenkomenmetdegroottevandebeschikbarebudgettaireenveloppenvan2008,respectie velijk20092010,endatookvoordedaaropvolgendetweejaren2011en2012.Hiertoeworden: enerzijdsdekostengeraamdvandemaatregeleninuitvoeringvandeadviezennr.1566en nr.1673opvoorstelvandesocialepartners; vervolgensdegeobserveerde(20082009)respectievelijkrecentgeraamdeuitgaven29(2010 2012)voordeverschillendesoortensocialeuitkeringenverminderdmetdebijkomendeuit gaventewijtenaandemaatregeleninuitvoeringvandeadviezennr.1566ennr.1673; diedandebasisvormenvoordeberekeningvandegroottevandebeschikbarebudgettaire enveloppenovereenkomstigdetoepassingvan1,25%1%en0,5%tijdensdrieopeenvolgen dejaren2008,2009,2010.Deevolutievandiebeschikbareenveloppenwordtookberekend voordedaaropvolgendeperiode20112012. Devergelijkingvanenerzijdsdebijkomendekostentewijtenaandemaatregelenopadviesvan desocialepartnersmetanderzijdsdebeschikbareenveloppe(toepassingvan1,25%1%en0,5%) geefteenaanduidingvandebijkomendemargestewijtenaanminkostenofvandemeerkostte wijtenaantehogemeeruitgaven,waarmeedebeschikbareenveloppe2011en2012zoumoeten gecorrigeerdworden. InvolgendetabellengeeftlijnAhetverloopvandeuitgaventewijtenaandemaatregelenop adviesvandesocialepartnerseningegaantijdensdeperiode2008201030.Erisookrekening gehouden met het overloopeffect van de maatregelen op voorstel van de sociale partners en ingegaantijdenshetjaar2007,waarvandejaarlijksemeerkostmaartenvollein2008wordtbe reikt.Enkeldebijkomendekostin2008(jaarkostin2008verminderdmethetgedeeltetenlaste vandeenveloppein200731)envolgendejarenishiergeteld.Demaatregelengenomenopinitia tiefvanderegeringzijnnietinbegrepen.

Ditzijnderamingengemaaktinjuli2010doordeinstellingenopvraagvanderegeringtervoorbereidingvande voorafbeelding20112014. 30 Meestalzijndegeraamdeextrauitgaventewijtenaandemaatregel,zoalsberekenddoordeinstellingen,behouden uitgezonderdwanneererondertussenaanwijzingenzijnvanrecentereramingenofeenandereevolutievandeuit gavendanaanvankelijkvooropgesteld. 31 Bijvoorbeeldde2%verhogingvanhetminimumpensioenop1.9.2007(zietabelonderpunt2.1.1).In2008bedraagt dekostvandemaatregel47,72mln.euro.Maar15,10mln.euroisreedstenlastegenomenvandeenveloppe2007. Daaromwordtdekostin2008envolgendejarenverminderdmet15,10mln.euro.DatgebeurtinSubtotaalmaat regelenincl.overloopeffecten.


29

63

WORKING PAPER 4-11

LijnBgeeftdegroottevandebeschikbareenveloppewanneergedurendedrieopeenvolgende jaren(20082010)depercentages1,25%,1%en0,5%wordentoegepastopdeuitgavenvermin derdmetdemeerkostberekendinlijnA. Lijn C berekent de minkost of resterende marge (+) van de beschikbare enveloppe 20082010, ofweldeeventueleoverschrijdingvandieenveloppe,m.a.w.demeerkost(),nadatdemaatre geleninlijnAzijntoegewezen(BA). DemeerkostopgesplitstperSZtakinonderhavigetabellenisenkelillustratief.HetGeneratie pactdefinieertdebeschikbareenveloppeenkelophetniveauvanderegelingzodateenmeer kostofmargeperSZtakfeitelijknietbestaat.

4.1. Werknemersregeling
Tabel18toontdatnaeenmargevan16,6mln.euroin2008demaatregelenopadviesvande socialepartnersmeerkostendandebeschikbareenveloppe20082010.Demeerkostbedraagtin 201129mln.euroen17,1mln.euroin2012.

Tabel 18

Welvaartsaanpassingen beslist in het kader van de beschikbare enveloppe 2008-2010 in de werknemersregeling: berekening van de marges of meerkost
2008 108,34 209,09 225,70 16,61 20,19 -2,02 33,09 -0,16 -0,56 -33,93 2009 110,51 489,93 465,87 -24,06 -14,21 -36,43 73,15 0,12 -0,88 -45,81 2010 110,51 730,87 708,00 -22,86 -25,82 -89,71 115,68 -0,74 -2,48 -19,79 2011 112,72 755,60 726,57 -29,03 -24,93 -89,47 119,29 -1,04 -2,32 -30,56 2012 112,72 757,01 739,89 -17,12 -15,58 -86,02 119,58 -0,62 -1,92 -32,57

Werknemersregeling Spilindex (2004=100) A. Maatregelen sociale partners 2008-2010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008 ... 2010 C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing (B-A) Waarvan: pensioenregeling ZIV-uitkeringen RKW-kinderbijslag Beroepsziekten Arbeidsongevallen: FAO en PVM Werkloosh, brugp, loopb, tijdskrediet

DemeerkostbevindtzichvooralindetakZIVuitkeringen(89,5mln.euroin2011)enindetak werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (30,6 mln. euro in 2011). Hetwasdebedoelingvandesocialepartnersomdesocialeverbeteringenbijvoorrangtebe stedenaandelaagsteuitkeringen.Daartoewerdendeminimumuitkeringenverhoogd,zowelin het geval van werkloosheid als dat van invaliditeit, alsook sommige berekeningspercentages. Expostblijkendeuitgavenhogertezijndanaanvankelijkgeraamd. Tevens bemerken we datde beschikbare enveloppe 20082010 na 2010ieder jaar versnelt.Die versnellingwordtindehandgewerktdoorontwikkelingendieelkaarversterken.Naarmatede vergrijzing toeneemt, methogereaantallen nieuwe gerechtigden in de pensioenregeling, stijgt nietalleenhetvolumevandeenveloppemaarookhetrelatiefgewichtvandestructurelever

64

WORKING PAPER 4-11

hogingen(vialoongrensenminimumrechtvantoepassingopdenieuweintredens)indieenve loppe.Bovendienwordtdegroepgepensioneerdengemiddeldjongerwaardoorhetrelatiefge wichtvandenietstructureleverhogingen(0,5%perbijkomendjaarverblijfinderegeling)met tertijdafneemt. Bovenstaande ontwikkelingen tonen aan dat de beschikbare enveloppen de komende jaren sterker zullen toenemen dan in het verleden. Daarentegen daalt de meerkost in 2012, onder meeromdatdebelangrijkstewelvaartsaanpassingenzijngebeurdindetakkenZIVuitkeringen enwerkloosheid,waarergeenversnellingoptreedtvanhetaantalgerechtigdeninvergelijking metdejarenvr2011. HiernawordendebedragenvanTabel18uitgewerktperSZtakinwerknemersregeling.

65

WORKING PAPER 4-11

Tabel 19 Pensioenregeling der werknemers32


2007 Spilindex (2004=100) Prestaties in mln. euro Toename in rele termen Toewijzing enveloppe 2008: 1. 2% verhoging niet min. pens 20j en vroeger ingegaan op 1.9.2007 2. 2% verhoging niet min. pens 15-20j vroeger ingegaan op 1.9.2008 3. 2% verhoging niet min. pens 6j vroeger ingegaan (2002) op 1.9.2008 4. 2% verhoging minimumpensioen op 1.9.2007 5. 2% verhoging minimumrecht op 1.9.2007 Subtotaal maatregelen incl. overloopeffecten Kost van welvaartsbonus 2007 en 2008 vervangen door: a. integratie saldo van bonus 2007 in pensioenbedrag vanaf 1.3. 2008 b. verhoging niet min. Pens met 2% ingegaan vanaf 1994(14j) tot 2001 (7j) op 1.9.2008 Saldo ten laste van de enveloppe Toewijzing van de enveloppe 2009-2010: 1. Verhoging minima met 2% 1.9.2009 2. Verhoging niet minima ingegaan vr 2008 met 0,8% op 1.9.2009 3. 2% verhoging niet min. pensioenen 6j vroeger ingegaan (2004) op 1/9/2009 4. 2% verhoging niet min. pensioenen 6j vroeger ingegaan (2005) op 1/9/2010 5. Minimumrecht +2% op 1.09.2009 Subtotaal maatregelen soc. Partners 2009-2010 A. Totaal maatregelen sociale partners 2008-2010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008 2010: Loongrens +1,25% Minimumrecht per loopbaanjaar +1,25% Minimumpensioen +1% 0,5% welvaartsaanpassing voor overige uitkeringen C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing (B-A) 73,95 94,14 0,00 0,40 23,86 69,88 20,19 0,17 57,06 206,10 191,89 0,20 1,44 49,13 141,11 -14,21 15,10 0,14 12,42 38,76 16,47 2,90 47,72 1,49 79,69 -47,87 18,59 23,54 -5,73 35,58 47,37 8,44 49,13 2,65 115,51 -56,90 18,39 72,03 33,53 16,71 36,89 3,29 32,02 44,53 8,02 49,82 3,60 110,33 -53,97 17,84 69,01 32,88 50,82 106,81 9,87 3,62 1,47 172,59 315,79 289,97 0,73 2,91 75,23 211,10 -25,82 29,39 42,70 7,77 51,87 4,72 108,79 -52,22 17,65 67,43 32,86 52,91 105,14 9,56 11,07 2,59 181,27 322,93 298,00 1,49 5,01 78,32 213,17 -24,93 26,46 40,13 7,38 53,27 6,13 105,71 -49,53 17,12 64,60 32,19 54,34 101,45 9,09 10,52 4,00 179,39 317,29 301,72 2,59 7,65 80,44 211,04 -15,58 104,14 14899 2008 108,34 15978 3,1% 2009 110,51 16881 3,6% 2010 110,51 17264 2,3% 2011 112,72 18035 2,4% 2012 112,72 18456 2,3%

32

NaaraanleidingvaneenbelangrijkeherzieningdoorrecenteberekeningenvandeRijksdienstvoorPensioenenzijn tevensdehieropgenomenbedragenaangepast.Onzeberekeningenzijngebaseerdopdepensioenuitgavenvanja nuari2009,verbeterdmetdedemografischeevoluties.Dezelfdemethodeistoegepast,zowelbijdeberekeningvan dekostprijsvandemaatregelen,alsbijdeberekeningvandegroottevandebeschikbareenveloppe.Eeneventuele overschattingofonderschattingbevindtzichalduslangsbeidezijden(AenB)zodatdemargesofmeerkostmini maalzoudenbenvloedworden.

66

WORKING PAPER 4-11

Tabel 20 ZIV-uitkeringen in de werknemersregeling


2007 Spilindex (2004=100) ZIV primaire ongeschiktheid Prestaties in mln. euro Toename in rele termen Toewijzing van de enveloppe 2008: 2% minimum reg wn op 1.9.2007 Toewijzing van de enveloppe 2009-2010: 1. Verhoging minima regelm. Wn met 2% op 1.9.2009 2. Plafond + 0,8% voor intredes op 1.1.2009 3. Verhoging 58% ipv 55% (zoals bij wl) samenw. (1/1/2009) in 1 periode: +5,45% 4. Verhoging 60% ipv 58% samenwonende zieken tijdens 1 jaar ziekte (1/1/2009): +3,45% Subtotaal A. Totaal maatregelen sociale partners 20082010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008-2010 Loongrens +1,25% Minima en forfaitaire bedragen +1% 0,5% welvaartsaanpassing overige uitkeringen C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing (B-A) ZIV-invaliditeit Prestaties in mln. euro Toename in rele termen Toewijzing van de enveloppe 2008: 1. 2% verhoging minimum reg wn op 1.9.2007 2. 2% verhoging 20jaar en ouder op 1.9.2007 3. 2% verhoging 15-20jaar op 1.9.2008 4. 2% verhoging 6jaar vroeger ingegaan op 1.9.2008 5. Alleenst 53% ipv 50% (1/1/2008): +6% voor alle gerechtigden Subtotaal maatregelen 2008 incl. overloopeffecten Toewijzing enveloppe 2009-2010: 1. Minima reg. Wn + 2% op 1.9.2009 2. +0,8% van alle uitkeringen ingegaan tot en met 2007 op 1.9.2009 3. +2% van alle uitkeringen ingegaan vanaf 94 t/m 2002 op 1.9.2009 4. +2% van alle uitkeringen ingegaan 6jaar geleden op 1.9.2009 5. Gelijktrekking ingangsdata van cohorten met die van RVP (1/9/2009) 6. +2% van uitkeringen ingegaan 6jaar geleden op 1.9.2010 7. Verhoging plafond voor invaliden ingegaan vr 2004 (1/1/2010) 8. Percentage alleenst invaliden 55% ipv 53% (1/5/2009): +3,77% 9. Allerlei (1.1.2010) (herstel vertrouwen) (*) Subtotaal maatregelen sociale partners 20092010 20,27 5,35 7,92 0,60 24,87 1,58 0,81 0,58 11,69 31,02 25,95 1,44 2,13 1,59 12,74 35,33 26,49 1,27 1,83 1,45 13,44 35,95 27,58 1,14 1,60 1,35 14,46 37,60 28,14 1,00 1,37 1,23 15,25 38,47 2422,1 2659,4 5,5% 2886,3 6,4% 3103,8 7,5% 3263,9 3,1% 3363,2 3,0% 0,65 6,48 0,84 0,88 4,76 5,83 0,22 0,96 23,39 15,59 40,16 40,84 9,99 1,79 1,86 6,34 -30,84 0,83 1,12 23,56 15,71 41,23 41,91 16,06 2,89 3,00 10,17 -25,85 0,86 1,30 24,87 16,58 43,61 44,32 17,23 3,10 3,22 10,91 -27,09 0,88 1,42 25,66 17,11 45,07 45,80 18,15 3,26 3,39 11,49 -27,64 0,22 0,87 0,90 0,91 0,94 0,95 999,3 1108,5 6,6% 1211,2 7,1% 1291,4 6,6% 1384,5 5,1% 1457,7 5,3% 104,14 2008 108,34 2009 110,51 2010 110,51 2011 112,72 2012 112,72

7,76 3,08 3,20 0,60 0,27

23,60 8,44 8,71 1,62 0,72 0,61 13,90 8,55 32,23 98,38

24,43 7,89 7,96 1,50 0,66 1,68 13,03 9,22 32,87 99,24

24,62 7,16 7,04 1,34 0,58 1,51 11,96 9,69 32,87 96,78

67

WORKING PAPER 4-11

2007 A. Totaal maatregelen sociale partners 20082010 incl overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008-2010 Loongrens +1,25% Minima en forfaitaire bedragen +1% 0,5% welvaartsaanpassing overige uitkeringen C. Marges (+) of Meerkost (-) na toewijzing (B-A) ZIV-Moederschapsrust Prestaties in mln. euro Toename in rele termen A. Toewijzing van de enveloppe 2008-2010: Werkverwijdering zwangere werknemers (1.1.2010) B. Beschikbare enveloppe 2008-2010: Loongrens +1,25% 0,5% welvaartsaanpassing overige uitkeringen C. Marges (+) of Meerkost (-) na toewijzing (B-A) ZIV-Uitkeringen: totaal Prestaties in mln. euro Toename in rele termen A. Totaal maatregelen sociale partners 2008-2010, incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008-2010 C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing (B-A) (*) 3880,3 4264,1 5,6% 31,67 29,65 -2,02 4610,1 6,0% 96,44 60,01 -36,43 4978,1 8,0% 185,33 95,62 -89,71 5287,4 4,1% 190,88 101,42 -89,47 5478,5 3,6% 191,04 105,02 -86,02 2,64 0,27 2,37 2,64 5,53 0,66 4,88 5,53 9,09 9,32 1,11 8,21 0,23 9,73 10,22 1,22 9,00 0,49 10,00 10,52 1,25 9,26 0,52 458,9 496,2 3,9% 512,5 1,3% 582,9 13,7% 639,0 7,5% 657,5 2,9% 2008 31,02 20,52 0,18 14,53 5,80 -10,50 2009 55,60 44,48 0,61 31,41 12,47 -11,12 2010 134,34 70,24 0,96 49,55 19,73 -64,10 2011 136,83 73,97 1,01 52,18 20,78 -62,87 2012 135,25 76,35 1,04 53,86 21,45 -58,90

Aanpassing definitie gezinshoofd voor partners met vervangingsinkomen, extra inhaaloperatie (met jaartoeslag) invaliden langer dan 5 j, minima samenwonende invaliden +2%.

68

WORKING PAPER 4-11

Tabel 21 RKW-kinderbijslagen in de werknemersregeling


2007 Spilindex (2004=100) Prestaties (excl. Gewaarborgde bijslag) Toename in rele termen Maatregelen op advies van de sociale partners Doorbetaling verhoogde kinderbijslag (2j ipv 6m) bij werkhervatting (1.1.2007) A. Totaal maatregelen sociale partners 2008-2010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008 ... 2010: +1% C. Marges (+) na toewijzing (B-A) 2,54 8,19 5,65 38,74 33,09 10,77 8,23 81,37 73,15 10,88 8,34 124,02 115,68 11,10 8,56 127,85 119,29 11,10 8,56 128,14 119,58 104,14 3693,8 2008 108,34 3879,6 0,9% 2009 110,51 4056,7 2,5% 2010 110,51 4101,4 1,1% 2011 112,72 4227,9 1,1% 2012 112,72 4237,5 0,2%

Tabel 22

Fonds voor beroepsziekten


2007 2008 311,4 -2,3% 1,03 0,09 3,19 0,25 0,15 0,03 2,49 2009 110,51 304,8 -4,0% 3,17 0,22 0,43 0,08 2,79 2010 110,51 295,5 -3,0% 3,10 0,19 0,40 0,09 2,67 2011 112,72 269,6 -10,6% 3,10 0,17 0,39 0,09 2,64 2012 112,72 268,2 -0,5% 3,03 0,15 0,36 0,10 2,53

Spilindex (2004=100) Prestaties in mln. euro Toename in rele termen Toewijzing van de enveloppe 2008: 1. 2% verhoging minimum op 1.9.2007 2. 2% verhoging niet-minima 20j en vroeger ingegaan, op 1.9.2007 3. 2% verhoging niet-minima 15-20j vroeger ingegaan, op 1.9.2008 4. 2% verhoging niet-minima 6j vroeger ingegaan, op 1.9.2008 Subtotaal maatregelen sociale partners, incl overloopeffect Toewijzing van de enveloppe 2009-2010: 1. Minima, forfaits, ingegaan 6J tot 15j geleden: +2% (1.9.2009) andere uitkeringen + 0,8% (1.9.2009) 2. Verhoging loongrens met 0,8% (1.1.2009) en uitkering ingegaan 6j geleden 2% (1.9.2010) Subtotaal A. Totaal maatregelen sociale partners 2008-2010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008-2010 Loongrens +1,25% Minima en forfaitaire bedragen +1% 0,5% welvaartsaanpassing voor overige uitkeringen C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing (B-A)

104,14 108,34 306,4

1,62

4,71

4,69

4,55

0,13 1,75 2,49 2,34 0,05 1,75 0,54 -0,16 4,54 4,67 0,18 3,43 1,06 0,12

0,29 4,99 7,67 6,92 0,40 4,99 1,54 -0,74

0,32 5,01 7,65 6,61 0,66 4,55 1,40 -1,04

0,36 4,91 7,44 6,81 0,90 4,52 1,39 -0,62

69

WORKING PAPER 4-11

Tabel 23 Arbeidsongevallen: FAO en private verzekeringsmaatschappijen


2007 Spilindex (2004=100) Totale prestaties FAO in mln. euro Toename in rele termen Prestaties PVM-AO (wet van 1971) Toewijzing van de enveloppe 2008: 1. FAO 2% verhoging minimum uitkeringen op 1.9.2007 2. FAO 2% verhoging niet-minima 20j en vroeger ingegaan; 1.9.2007 3. FAO 2% verhoging niet-minima 15-20j (tussen 1988 en 1992) vroeger ingegaan; 1.9.2008 4. FAO: 2% verhoging niet-minima 6j vroeger ingegaan in 2002; 1.9.2008 5. PVM_AO: idem als FAO punten 1, 3 en 4 op advies sociale partners Subtotaal maatregelen sociale partners, incl overloopeffect Toewijzing van de enveloppe 2009-2010: 1. FAO: minima en forfaits 2%, niet-minima ingegaan vanaf 1994 t/m 2002 +2%, 6j en 16j geleden ingegaan +2% en anderen t/m 2007 +0,8% (1.9.2009). Behoud recurrentie 6j vroeger ingegaan +2% (1.9.2010) 2. PVM-AO: idem 3. PVM-AO: plafond voor de nieuwe ongevallen +0,8% op 1.1.2009 Subtotaal A. Totaal maatregelen sociale partners 2008-2010 incl overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008-2010 Loongrens +1,25% Minima en forfaitaire bedragen +1% FAO Minima en forfaitaire bedragen +1% PVM-AO 0,5% welvaartsaanpassing overige uitkeringen FAO 0,5% welvaartsaanpassing overige uitkeringen PVM-AO C. Marges(+) of meerkost(-) na toewijzing (B-A) 3,04 2,48 0,18 0,97 0,11 0,70 0,52 -0,56 0,62 0,64 1,95 1,88 0,02 0,04 0,41 3,04 1,99 1,81 0,08 0,17 1,20 3,99 1,29 1,94 1,71 0,16 0,41 1,20 4,16 4,21 1,94 1,65 0,15 0,41 1,22 4,11 4,43 1,90 1,55 0,15 0,40 1,21 3,96 4,46 569,6 104,14 188,7 2008 108,34 198,6 1,2% 596,2 2009 110,51 208,6 3,0% 2010 110,51 212,5 1,9% 2011 112,72 220,1 1,5% 2012 112,72 224,7 2,1%

0,73 0,12 2,14 6,13 5,25 0,53 1,99 0,23 1,44 1,06 -0,88

1,92 0,23 6,36 10,52 8,04 1,06 2,85 0,33 2,21 1,58 -2,48

2,03 0,35 6,81 10,92 8,60 1,60 2,84 0,33 2,23 1,59 -2,32

2,07 0,47 6,99 10,95 9,03 2,15 2,77 0,32 2,21 1,58 -1,92

Omtekomentoteenhomogenedefinitievandemeerkostofmarges,moetenzoweldegrootte vandebeschikbareenveloppealsdeomvangvandebestedingvandieenveloppeuitgedrukt worden in repartitietermen. Daartoe is de meerkost van de verhoging van de loongrens, jaar lijkseenverhogingvandeaanteleggenwiskundigereserves,omgezetineenjaarlijksemeer kostvandeannuteit33. Indeveronderstellingdateenarbeidsongevalaanleidinggeefttotgemiddeld37jaarlijksestor tingenendetechnischerentevoet3,75%wordtgenomendankomteenmeerkostvandetechni schereservevan3.516mln.euroovereenmeteenjaarlijksemeerkostvandeannuteitvan0.177 mln.euro.Erisrekeninggehoudenmetdrieopeenvolgendeverhogingenvandeloongrensmet 1,25%tijdensdeperiode20082010.
33

Vereenvoudigdeformuleomdeaangroeivandewiskundigereservetevindenalseenconstanterentewordtuitge keerdgedurendeeenbepaaldeperiode:V=A/i*(11/(1+i)l)indeveronderstellingdatergeenrestwaardeisomdat degemiddeldelooptijdteneindeis.Vstaatvoorhetgeactualiseerdekapitaal,idetechnischerentevoet,ldelooptijd enAdejaarlijksevastevergoeding.

70

WORKING PAPER 4-11

Tabel 24 Werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet34


2007 Spilindex (2004=100) Prestaties voor werkloosheid in mln. euro Toename in rele termen Prestaties voor brugpensioenen in mln. euro Toename in rele termen Prestaties: loopbaanonderbr. tijdskrediet in mln. euro Toename in rele termen Toewijzing van de enveloppe 2008: 1. 2% verhoging minima's en forfaits (inclusief de wachtuitkeringen) op 1.1.2008 2. Berekeningspercentage 53 i.p.v. 50 voor alleenstaanden. 2 periode op 1.1.2008: +6% 3. Berekeningspercentage 58 i.p.v. 55 voor samenwonenden tijdens 1 periode op 1.1.2008: +5,45% Subtotaal maatregelen op advies van sociale partners Toewijzing van de enveloppe 2009-2010: 1. Ancinniteitstoeslag ook voor mensen ontslagen op 56 en 57 jaar vanaf 1.1.2009 2. Samenwonenden 60% i.p.v. 58% tijdens het 1 jaar vanaf 1.1.2009: +3,45% 3. Op 1.1.2009: Plafond +300 euro eerste 6m, 150 euro vanaf de 7 maand t/m 12 maand voor de nieuw intredens vanaf oktober 2008 4. Op 1.1.2009: voor de nieuw intredens vanaf oktober 2008 +0,8% vanaf de 13 maand 5. Alleenstaande in 2 periode van 53% naar 53,8% vanaf 1.5.2009: +1,5% 6. Verhoging minima en forfaits (volledig en tijdelijke werklozen, brugpens, onthaalouders) met 2% op 1.9.2009 7. Aanpassing statuut gezinshoofd vanaf 1.1.2010 Subtotaal A. Totaal maatregelen op initiatief van de sociale partners, 2008-2010 B. Beschikbare enveloppe 2008-2010 Loongrens +1,25% Minima en forfaitaire bedragen +1% 0,5% welvaartsaanpassing voor overige uitkeringen C. Marges(+) of meerkost(-) na toewijzing (B-A) 92,28 58,35 4,22 29,77 24,37 -33,93 68,43 168,49 122,68 12,21 61,48 48,99 -45,81 46,41 23,73 22,15 92.28 47,07 27,41 25,59 100,06 0,06 16,49 30.92** 48,47 27,97 26,11 102,55 0,06 16,83 23,44 51,40 29,70 27,72 108,81 0,07 17,87 24,12 53,30 30,91 28,86 113,07 0,07 18,60 23,96 646,5 1359,2 104,14 5759,2 2008 108,36 5816,5 1,0% 1442,7 6,1% 699,9 8,3% 2009 110,51 6933,7 19,2% 1501,9 4,1% 750,0 7,2% 2010 110,51 6946,4 0,2% 1521,1 1,3% 763,2 1,8% 2011 112,72 7029,8 1,2% 1583,3 4,1% 791,4 3,7% 2012 112,72 7161,0 1,9% 1570,5 -0,8% 820,0 3,6%

0,47 4,80 15,69

0,54 7,35 48,47 3,97 100,66 203,21 183,43 23,68 94,71 65,03 -19,79

0,56 7,80 51,40 4,03 105,84 214,66 184,09 33,37 99,89 50,83 -30,56

0,57 8,12 53,30 4,05 108,66 221,73 189,16 41,78 103,57 43,81 -32,57

** De verhoging, alhoewel ingegaan in 2008, is volledig ten laste genomen van de enveloppe 2009

34

Basisvoordeevolutievandewerkloosheidzijndekortetermijnvooruitzichtenvanseptember2010.

71

WORKING PAPER 4-11

4.2. Regeling voor zelfstandigen


Tabel25toontdatindezelfstandigenregelingdemaatregelenopadviesvandesocialepartners meerkostendandebeschikbareenveloppe20082010:12,7mln.eurozowelin2011alsin2012. DemeerkostopgesplitstperSZtakinonderhavigetabelisenkelillustratief.HetGeneratiepact definieertdebeschikbareenveloppeenkelophetniveauvanderegelingzodateenmeerkostof margeperSZtakfeitelijknietbestaat.
Tabel 25 Welvaartsaanpassingen beslist in het kader van de beschikbare enveloppe 2008-2010 in de regeling der zelfstandigen: berekening van marges of meerkost
2008 Spilindex (2004=100) A. Maatregelen sociale partners 2008-2010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008 ... 2010 C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing (B-A) Waarvan: pensioenregeling ZIV-uitkeringen, failliss. verz. Kinderbijslag 108,34 31,01 26,62 -4,40 -8,89 0,59 3,90 2009 110,51 61,73 54,96 -6,78 -16,41 1,29 8,35 2010 110,51 97,98 85,70 -12,28 -25,02 0,32 12,42 2011 112,72 100,51 87,85 -12,66 -25,67 0,31 12,69 2012 112,72 101,23 88,59 -12,65 -25,62 0,28 12,69

DeonderpuntAopgenomenmaatregelenenhunkostprijskomengrotendeelsovereenmetde lijst en bedragen van het CCENAR document van 5.05.2010 met nummer L.B.W.A./D.10_14. Demaatregelenopinitiatiefvanderegeringzijnnietinbegrepen. Erzijndrieverschillen. Deinapril2007toegekendewelvaartsbonusopinitiatiefvanderegeringwordtvanaf2008 gentegreerdinhetpensioenbedrag:debijkomendekosttenopzichtevanhetaanvankelijke voorstelvandesocialepartnerskomttenlastevandeenveloppe. Deoverigemaatregelenvan2007zijnenkelgeteldvoorhetoverloopeffect(jaarbedragver minderdmethetbedragovereenkomstigdeenkelemaandeningegaanin2007). Verhogingmet2%op1.9.2010vandenietminimumpensioenendie6jaarvroegerzijninge gaan(recurrentemaatregel). Datdebeschikbareenveloppewordtoverschredenistewijtenaande2%verhoginginseptem ber2007ende2,5%verhoginginaugustus2009vanhetminimumpensioenendedaaraange koppelde ZIVuitkeringen, daar waar de beschikbare enveloppe 20082010 driemaal 1% voor ziet. De uitgaven voor het minimumpensioen en de ZIVuitkeringen vertegenwoordigen 63% van de totale socialezekerheidsuitkeringen in de zelfstandigenregeling (excl. geneeskundige zorgen). DehiernavolgendeberekeningengevenmeerdetailoverdecijfersvanTabel25.

72

WORKING PAPER 4-11

Tabel 26 Pensioenregeling der zelfstandigen35


2007 Spilindex (2004=100) Prestaties in mln. Euro Toename in rele termen Toewijzing van de enveloppe 2008: 1. 2% verhoging niet min. pens 20j en vroeger ingegaan op 1.9.2007 2. % verhoging niet min. pens 15-20j vroeger ingegaan op 1.9.2008 3. 2% verhoging. pens 6j vroeger ingegaan (2002) op 1.9.2008 4. 2% verhoging minimumpensioen op 1.9.2007
36

2008 108,34 2532,4 5,5%

2009 110,51 2693,7 4,3% 6,694 4,053 1,552 36,693 35,159 -8,946 4,693 2,777 -1,475 22,469 0,701 0,056

2010 110,51 2734,9 1,5% 6,066 3,906 1,534 36,693 34,367 -8,436 4,544 2,709 -1,182 53,920 1,630 0,135 0,045

2011 112,72 2801,3 0,4% 5,576 3,824 1,542 37,644 34,753 -8,114 4,487 2,692 -0,935 55,317 1,610 0,136 0,137 57,200 91,018 65,352 0,034 59,770 5,548 -25,67

2012 112,72 2815,8 0,5% 4,992 3,649 1,505 38,097 34,410 -7,651 4,344 2,620 -0,687 55,983 1,560 0,134 0,136 57,812 91,535 65,916 0,051 60,490 5,374 -25,62

104,14 2306,1

2,307

7,199 1,324 0,507

11,526

35,973 31,171 -8,021 4,749 0,908 -2,365

Subtotaal maatregelen sociale partners 2008 incl. overloopeffecten Meerkost van welvaartsbonus 2007 en 2008 vervangen door: a. integratie saldo van bonus 2007 in pensioen bedrag vanaf 1.3. 2008 b. verhoging niet min. pens met 2% ingegaan vanaf 1994 (14j) tot 2001 (7j) op 1.9.2008 Saldo ten laste van enveloppe Toewijzing van de enveloppe 2009-2010: 1. Verhoging minima met 2,5% 1.8.2009 2. Verhoging niet minima ingegaan vr 2008 met 0,8% op 1.8.2009 3. 2% verhoging niet-min pensioenen ingegaan 6j vroeger (2004) op 1/8/2009 4. 2% verhoging niet-min pensioenen ingegaan 6j vroeger (2005) op 1/9/2010 Subtotaal maatregelen sociale partners 2009-2010 A. Totaal maatregelen sociale partners 2008-2010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare van de enveloppe 2008 ... 2010, waarvan Loongrens +1,25% Minimumpensioen +1% 0,5% welvaartsaanpassing voor overige uitkeringen C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing (B-A)

23,226 28,806 19,911 56,910 40,496 0,006 17,986 1,925 -8,895 36,693 3,797 -16,41

55,729 88,914 63,894 0,019 58,261 5,614 -25,02

NaaraanleidingvaneenbelangrijkeherzieningdoorderecenteberekeningenvandeRijksdienstvoorPensioenen zijn ook de hier opgenomen bedragen aangepast. Onze berekeningen zijn gebaseerd op de pensioenuitgaven van januari 2009, verbeterd met de demografische evoluties. Dezelfde methode is toegepast, zowel bij de berekening vandekostprijsvandemaatregelenalsbijdeberekeningvandegroottevandebeschikbareenveloppe.Eeneven tueleoverschattingofonderschattingbevindtzichalduslangsbeidezijden(AenB)zodatdemargesofmeerkost minimaalzoudenbenvloedworden. 36 Enerzijds zou kunnen aangenomen worden dat het aantal gepensioneerden met een minimumpensioen met de jaren daalt wegens het overlijden van de oudere gepensioneerden die proportioneel meer genieten van het mini mumpensioen. Anderzijds zijn er ook redenen dat hun aantal zou kunnen toenemen: de verlenging van de loop baan van de vrouw zodat zij steeds talrijker zal voldoen aan de loopbaanvoorwaarde van het minimumpensioen (2/3deloopbaan),devervangingvanhetforfaitairbedragdoorwerkelijkeverdienstendiesteedsverderinhetverle denzijnverdiend(inhetbeginvandeloopbaan)endaaromlagerkomenteliggenwaardoordenieuwgepensio neerdensteedsmeerberoepzullendoenophetminimumpensioen.Wegensdieonzekerhedenoverdetoekomstige evolutieveronderstellenwedathetaantalminimumpensioenentot2010nietverandert(opvoorstelvandeRVP), uitgezonderdin2011en2012wanneerhunaantaltoeneemtzoalsdetoenamevanhetglobaalaantalgepensioneer den,zodathunaantalproportioneelconstantblijft.
35

73

WORKING PAPER 4-11


Tabel 27 ZIV-uitkeringen en kinderbijslag in de regeling der zelfstandigen
2007 Spilindex (2004=100) ZIV-uitkeringen, faillissementsverz. Prestaties in mln. euro Toename in rele termen Toewijzing van de enveloppe 2008-2010: 1. Verhoging PO en INV met 2% op 1.9.2007 (koppeling met minimumpensioen) 2. Verhoging inv met stopzetting (zie pensioenminimun wn): 2% op 1.9.2009 3. Verhoging inv zonder stopzetting (zie pensioenminimun zelfst.): 2,5% op 1.8.2009 4. Verhoging PO, faillissement met 2,5% en moederschap met 2% op 1.8.2009 A. Totaal maatregelen sociale partners 2008-2010 incl. overloopeffecten B. Beschikbare enveloppe 2008 ... 2010: +1% C. Marges (+) of meerkost (-) na toewijzing Kinderbijslag zelfstandigenregeling Prestaties Toename in rele termen Marges = beschikbare enveloppe 2008 ... 2010: +1% 355,03 390,46 5,7% 3,90 415,23 4,3% 8,35 410,04 -1,3% 12,42 418,96 0,2% 12,69 418,96 0,0% 12,69 2,21 2,80 0,59 1,73 3,93 4,13 1,03 0,57 0,82 4,82 6,11 1,29 4,23 3,16 1,40 2,01 9,07 9,38 0,32 4,41 3,28 1,45 2,08 9,49 9,80 0,31 4,51 3,34 1,47 2,11 9,70 9,98 0,28 253,54 282,35 7,0% 309,00 7,3% 318,69 3,1% 332,96 2,4% 338,94 1,8% 104,14 2008 108,34 2009 110,51 2010 110,51 2011 112,72 2012 112,72

74

Vous aimerez peut-être aussi