A.

S.
A,
TI
KA
L
FI
©
ht
ig
yr
op
C

10/11 | MERINO SHETLAND

10
 I

.
.A
I

,S
O

A
N
TI
KA
S
MODÈLE

10
L

W
FI

FIL KATIA

E
©
ht

page 10 R
rig

MERINO SHETLAND
K
y

F RANÇAIS
op

W
TAILLES : –a) 40-42 –b) 44-46 –c) 48-50 –d) 52-54
C

Le modèle de la photo correspond à la taille :

–a) 40-42
I
FOURNITURES
Qualité MERINO SHETLAND col. nº 58 : –a) 13
–b) 15 –c) 16 –d) 17 pelotes
4 boutons réf. 80601/36 col. nº 000 (complément J
d’information en page 128)

Aiguilles Points employés

Z
• Côtes 1x1
• Boutonnières horizontales
• Couture au pt de côté E
Nº 4,5
- Côtes 3x3 (voir explication)
- Côtes 1x1 demi-tubulaires
(voir explication)

• Voir explications dans Points de base

47
 Côtes 3x3 :
I 1er rg (sur l’endroit) : * 3 m. end., 3 m. env. *. Tric.
de * à *.
2e rg et rgs suivants : tric. les mailles comme
N elles se présentent.
Côtes 1x1 demi-tubulaires :
S 1er rg (sur l’endroit) : * 1 m. end., 1 m. env. *. Tric.
de * à *.
2e rg (sur l’envers) : * tric. la m. end. à l’end., passer
T le fil devant le travail et glisser la m. prise comme
pour la tric. à l’env. *. Tric. de * à *.
ÉCHANTILLON (10 cm x 10 cm)
R Mesurer l’échantillon après l’avoir vaporisé, sans
poser le fer à repasser et en ouvrant les mailles
avec la main.
U 18 m. et 24 rgs en côtes 3x3, avec les aig. nº 4,5
DOS
C Monter –a)  99  m. –b)  108  m. –c)  117  m.
–d) 126 m. et tric. en côtes 1x1.
À 6 cm de hauteur totale, continuer à tric. en côtes
T DEVANT DROIT
3x3, en commençant par 3 m. end. et en termi-
nant par –a) 3 m. end. –b) 3 m. env. –c) 3 m. end.
–d) 3 m. env.
I Emmanchures : à 48 cm de hauteur totale, dimi-
nuer de chaque côté, en tric. 2 m. ensemble à
l’env., à 3 m. de chaque bord, à tous les rgs sur
O l’endroit :
–a) 31 x 1 m.
–b) 33 x 1 m.
N
–c) 35 x 1 m.
–d) 37 x 1 m.
S Encolure : à –a) 27 cm –b) 28 cm –c) 29 cm
–d) 30 cm à partir du début des emmanchures,
rabattre les –a)  37  m. –b)  42  m. –c)  47  m.
–d) 52 m. restantes.
DEVANT GAUCHE
W Monter –a) 64 m. –b) 68 m. –c) 74 m. –d) 78 m.
et tric. en côtes 1x1, sauf les 13 dernières m. à
tric. en côtes 1x1 demi-tubulaires pour la bordure.
E Remarque : commencer la bordure par 1 m. env.
©
Pour une lisière parfaite, glisser la 1ère m. de chaque
rg sur l’envers en la prenant à l’inverse de comme
elle se présente.
ht
R Boutonnières : à 2 cm de hauteur totale, former
1 boutonnière horizontale de 2 m., à 7 m. du
rig
bord gauche.
Former 3 autres boutonnières espacées de 10 cm.
K À 6 cm de hauteur totale, continuer à tric. en côtes
y
3x3, sauf les 13 m. de bordure, en commençant
op
par 3 m. end. et en terminant par –a) 3 m. end.
–b) 1 m. end. –c) 1 m. end. –d) 2 m. env.
W Emmanchure : à 48 cm de hauteur totale, dimi-
C
nuer du côté droit, en tric. 2 m. ensemble à l’env.,
à 3 m. du bord, sur l’endroit :
–a) 31 x 1 m.
I
48
–b) 33 x 1 m. Coudre les extrémités des bordures du col des
–c) 35 x 1 m. devants et coudre sur l’encolure du dos.
–d) 37 x 1 m. Coudre les côtés et le dessous des manches.
En même temps : Coudre les boutons sur le devant droit en face
Encolure : à 48 cm de hauteur totale, diminuer des boutonnières.
du côté gauche, en tric. 2 m. ensemble à l’env., à
12 m. du bord (tric. ensemble la dernière m. des
côtes 3x3 et la première de bordure), tous les 4 rgs : N EDERLANDS
–a) 17 x 1 m.
–b) 18 x 1 m.
MATEN: –a) 40-42 –b) 44-46 –c) 48-50 –d) 52-54
–c) 19 x 1 m.
Het model van de foto komt overeen met de
–d) 20 x 1 m.
maat: –a) 40-42
À –a) 27 cm –b) 28 cm –c) 29 cm –d) 30 cm à
partir du début de l’emmanchure, rabattre du côté BENODIGD MATERIAAL
droit, au début d’un rg sur l’endroit : –a) 1 x 3 m. MERINO SHETLAND kl. 58: –a) 13 –b) 15 –c) 16
–b) 1 x 4 m. –c) 1 x 7 m. –d) 1 x 8 m. puis conti- –d) 17 bollen
nuer à tric. sur les 13 m. restantes de la bordure 4 knopen ref.: 80601/36 kl. 000 (meer informatie
pour le col. op blz. 128)
Col : à –a) 9 cm –b) 10 cm –c) 11 cm –d) 12 cm
à partir du début du col, rabattre. Breinaalden Gebruikte steken
.
.A
Tric. comme le devant gauche mais en vis-à-vis. • Boordsteek 1x1
• Horizontale knoopsgaten
MANCHES
• Naad d.m.v. platte kantsteek
,S
Monter –a) 51 m. –b) 54 m. –c) 57 m. –d) 61 m.
Nr. 4 ½ - Boordsteek 3x3
et tric. en côtes 1x1.
À 6 cm de hauteur totale, continuer à tric. en côtes (zie beschrijving)
3x3, en commençant par 3 m. end. et en termi- - Boordsteek 1x1 in halve
A
buissteek (zie beschrijving)
nant par –a) 3 m. end. –b) 3 m. env. –c) 3 m. end.
TI
–d) 3 m. env.
À 8 cm de hauteur totale, augmenter 1 m. de • Zie beschrijvingen bij basissteken
chaque côté, à 1 m. de chaque bord, tous les
KA
6 rgs, 13 fois. Boordsteek 3x3: 1e naald: (aan de goede kant
On obtient –a) 77 m. –b) 80 m. –c) 83 m –d) 87 m. v.h. werk) * 3 st. r., 3 st. av. *, herhaal van * tot *.
Emmanchures : à 55 cm de hauteur totale, dimi- 2e naald en alle volgende naalden: brei de st.
nuer de chaque côté, en tric. 2 m. ensemble à zoals deze voorkomen.
L
l’env., à 3 m. de chaque bord, à tous les rgs sur
l’endroit : Boordsteek 1x1 in halve buissteek: 1e naald:
FI
(aan de goede kant v.h. werk) * 1 st. r., 1 st. av. *,
–a) 31 x 1 m.
herhaal van * tot *.
–b) 33 x 1 m.
2e naald: (aan de verkeerde kant v.h. werk): * brei
–c) 35 x 1 m.
de st. die r. voorkomt r., haal de draad naar de
–d) 37 x 1 m.
voorkant v.h. werk en laat de st. die av. voorkomt
À –a) 27 cm –b) 28 cm –c) 29 cm –d) 30 cm à
zonder te breien overglijden op de rechternaald *,
partir du début des emmanchures, rabattre les
–a) 15 m. –b) 14 m. –c) 13 m. –d) 13 m. restantes.
herhaal van * tot *.
STEEKVERHOUDING
MONTAGE
De maat is genomen ná het strijken met stoom,
Faufiler les morceaux endroit contre endroit (le
zonder het drukken v.d. strijkbout, v.h. proef-
dos plié en deux sur la longueur) et vaporiser très
lapje, stomen en hierbij met de handen de st.
soigneusement, sans poser le fer et en ouvrant
openen.
les mailles avec la main. Ne pas repasser les
In boordsteek 3x3, breinaalden nr. 4 ½
bordures.
Fermer toutes les coutures au pt de côté.
10x10 cm = 18 st. en 24 naalden.
Assembler les 4 emmanchures. RUGPAND
Repasser très soigneusement les coutures sur –a) 99 st. –b) 108 st. –c) 117 st. –d) 126 st. opz.
le vêtement complètement ouvert. Brei boordsteek 1x1.
Bij 6 cm totale lengte, verderbreien in boordsteek –a) 31 maal 1 st.
3x3, begin de boordsteek 3x3 met 3 st. r. en eindig –b) 33 maal 1 st. I
met –a) 3 st. r. –b) 3 st. av. –c) 3 st. r. –d) 3 st. av. –c) 35 maal 1 st.
Mouwinzetten: Bij 48 cm totale lengte, minder –d) 37 maal 1 st.
aan beide kanten, door 2 st. samen av. te breien Bij –a) 27 cm –b) 28 cm –c) 29 cm –d) 30 cm N
op 3 st. vanaf elke kant, in elke naald aan de goede lengte, meten vanaf het begin v.d. mouwinzet,
kant v.h. werk: de resterende –a) 15  st. –b)  14  st. –c)  13  st.
–a) 31 maal 1 st. –d) 13 st. afk. S
–b) 33 maal 1 st. Brei de andere mouw idem.
–c) 35 maal 1 st.
–d) 37 maal 1 st. IN ELKAAR ZETTEN EN AFWERKEN T
Hals: Bij –a) 27 cm –b) 28 cm –c) 29 cm –d) 30 cm Rijg rondom de tegenover elkaar liggende delen
lengte, meten vanaf het begin v.d. mouwinzetten, (het rugpand dubbelgevouwen over de lengte) en
de resterende –a) 37  st. –b)  42  st. –c)  47  st. strijken met stoom, zonder het drukken v.d. R
–d) 52 st. afk. strijkbout, stomen en met de handen de st. openen.
Niet strijken over de st. v.d. sluitingen.
LINKER VOORPAND Alle naden worden vastgenaaid d.m.v. platte U
–a) 64 st. –b) 68 st. –c) 74 st. –d) 78 st. opz. Brei kantsteek.
boordsteek 1x1, behalve de laatste 13 st., brei Sluit de 4 mouwinzetnaden.
deze 13 st. in boordsteek 1x1 in halve buissteek Met het werkstuk geheel openliggend en héél C
voor de sluiting. Opmerking: begin de sluiting met voorzichtig, strijken over de gevormde naden.
1 st. av. en voor een mooie afwerking, de eerste Vastnaaien, hierbij het einde v.d. stroken v.d. kraag
st. van elke naald aan de verkeerde kant v.h. werk, v.d. voorpanden sqamennemen en naaien aan T

.
.A
andersom dan deze st. voorkomt, zonder te breien de hals v.h. rugpand.
over laten glijden op de rechternaald. Sluit de naden v.d. zijkanten en v.d. binnenkant
Knoopsgaten: Bij 2 cm totale lengte, 1 horizontaal v.d. mouwen. I

,S
knoopsgat vormen van 2 st. op het linker uiteinde, Naai de knopen aan het rechter voorpand, tegen-
op 7 st. vanaf de kant. over de knoopsgaten v.h. linker voorpand.
Vorm hierna 3 knoopsgaten meer met een onder- O
linge afstand tussen de knoopsgaten van 10 cm.

A
Bij 6 cm totale lengte, verderbreien in boordsteek
N
TI
3x3, behalve de 13 st. v.d. sluiting, begin de boord-
steek 3x3 met 3 st. r. en eindig met –a) 3 st. r.
–b) 1 st. r. –c) 1 st. r. –d) 2 st. av.
KA
Mouwinzet: Bij 48 cm totale lengte, minder op S
het rechter uiteinde, door 2 st. samen av. te breien
op 3 st. vanaf de kant, in elke naald aan de goede
kant v.h. werk:
–a) 31 maal 1 st.
L

–b) 33 maal 1 st. W
FI

–c) 35 maal 1 st.
–d) 37 maal 1 st.
Tegelijkertijd:
E
©

Hals: Bij 48 cm totale lengte, minder op het linker

uiteinde, door 2 st. samen av. te breien op 12 st.
vanaf de kant (= laatste st. v.d. boordsteek 3x3 en
ht

de eerste st. v.d. sluiting), in elke 4e naald:

–a) 17 maal 1 st. R
–b) 18 maal 1 st.
rig

–c) 19 maal 1 st.
–d) 20 maal 1 st.
Bij –a) 27 cm –b) 28 cm –c) 29 cm –d) 30 cm K
y

lengte, meten vanaf het begin v.d. mouwinzet, op

op

het rechter uiteinde, bij het begin van elke naald

aan de goede kant v.h. werk afk.: –a) 1 maal 3 st.
–b) 1 maal 4 st. –c) 1 maal 7 st. –d) 1 maal 8 st. W
C

en verderbreien over de resterende 13 st. v.d. slui-

ting voor de kraag.
Kraag: Bij –a) 9 cm –b) 10 cm –c) 11 cm –d) 12 cm
lengte, meten vanaf het begin v.d. kraag, alle st. afk. I
RECHTER VOORPAND
Breien zoals het linker voorpand, maar in spie-
gelbeeld. J
MOUWEN
–a) 51 st. –b) 54 st. –c) 57 st. –d) 61 st. opz. Brei
boordsteek 1x1. Z
Bij 6 cm totale lengte, verderbreien in boordsteek
3x3, begin de boordsteek 3x3 met 3 st. r. en eindig
met –a) 3 st. r. –b) 3 st. av. –c) 3 st. r. –d) 3 st. av.
Bij 8 cm totale lengte, meerder aan beide kanten, op E
1 st. vanaf elke kant, in elke 6e naald: 13 maal 1 st.
Er zijn hierna: –a)  77  st. –b)  80  st. –c)  83  st.
–d) 87 st.
Mouwinzet: Bij 55 cm totale lengte, minder aan
beide kanten, door 2 st. samen av. tye breien op
3 st. vanaf elke kant, in elke naald aan de goede
kant v.h. werk: 49