05-10-2023 10:12 La formation du conditionnel présent

LE CONDITIONNEL PRÉSENT
de zou-tijd
wordt vertaald in het Nederlands door "ZOU" of
"ZOUDEN".(se traduit en néerlandais par "ZOU"ou "ZOUDEN")

De vorming van de 'conditionnel présent'

la formation du conditionnel présent

conditionnel présent
zou / zouden

INFINITIF
AIS
PARLER AIS
FINIR + AIT
RENDR (e ) IONS
RECEV (oi) R IEZ
AIENT
exemple:

je parler ais ik zou spreken

tu parler ais je zou spreken
il / elle / on parler ait hij / ze / men zou spreken
nous parler ions we zouden spreken
vous parler iez jullie zouden spreken
ils / elles parler aient ze zouden spreken
= INFINITIF

Spellingsproblemen bij de vorming van de CONDITIONNEL PRÉSENT

difficultés d'orthographe pour la formation du CONDITIONNEL PRÉSENT

y i e è é è l ll t tt
appeler, épeler,
acheter, geler, peler jeter
renouveler

voor een doffe e

devant un e "muet"

nettoyer acheter céder appeler jeter

www2.snh.be/frans/conjugaison/temps/conditionnel.htm 1/2
05-10-2023 10:12 La formation du conditionnel présent

je nettoierais j'achèterais je cèderais j'appellerais je jetterais

tu nettoierais tu achèterais tu cèderais tu appellerais tu jetterais
il/elle/ on il/elle/ on
il/elle/ on nettoierait il/elle/ on achèterait il/elle/ on appellerait
cèderait jetterait
nous nettoierions nous achèterions nous cèderions nous appellerions nous jetterions
vous nettoieriez vous achèteriez vous cèderiez vous appelleriez vous jetteriez
ils/elles ils/elles
ils/elles nettoieraient ils/elles achèteraient ils/elles appelleraient
cèderaient jetteraient

De onregelmatige vormen van de CONDITIONNEL PRÉSENT

Les formes irrégulières du CONDITIONNEL PRÉSENT

infinitif racine
aller gaan j' ir ais ik zou gaan

s'asseoir gaan zitten je m'assiér ais ik zou gaan zitten

avoir hebben j' aur ais ik zou hebben

courir lopen je courr ais ik zou lopen

cueillir plukken je cueiller ais ik zou plukken

devenir worden je deviendr ais ik zou worden

devoir moeten je devr ais ik zou moeten

être zijn je ser ais ik zou zijn

envoyer zenden j' enverr ais ik zou zenden

faire doen, maken je fer ais ik zou doen

men zou moeten, het zou
falloir moeten, nodig zijn il faudr ait
nodig zijn
mourir sterven je mourr ais ik zou sterven
pleuvoir regenen il pleuvr ait het zou regenen
ik zou kunnen, ik zou
pouvoir kunnen, mogen je pourr ais
mogen
ik zou weten, ik zou
savoir weten, kunnen je saur ais
kunnen
venir komen je viendr ai ik zou komen
voir zien je verr ais ik zou zien

vouloir willen je voudr ais ik zou willen

www2.snh.be/frans/conjugaison/temps/conditionnel.htm 2/2