Vous êtes sur la page 1sur 7

Feitelijke gegevens

 1515
 169 pagina's
 Uitgeverij: Verloren

Flaptekst
Die waerachtige ende Een seer wonderlijcke historie van Mariken
van Nieumeghen die meer dan seven iaren metten duvel woende
ende verkeerde.

Eerste zin
Het ghebuerde dat des heer Ghijsbrecht Mariken zijnder nichten
seynden wilde in die stadt van Nieumeghen om daer te coopen
tghene dat si behoefden, tot haer seggende aldus: (Mariken!) [...]

Samenvatting
Mariken is een jonge vrouw die bij haar oom, een priester,
Ghijsbrecht woont op 'drie mijlen' van Nijmegen. Op een dag vraagt
haar oom haar om naar Nijmegen te gaan om wat boodschappen
voor ze te doen. Ghijsbrecht heeft een zus in Nijmegen wonen, dus
indien ze niet klaar is voor het donker, kan Mariken daar vast de
nacht doorbrengen.
Wanneer Mariken haar boodschappen heeft gedaan en ze bij haar
tante aanklopt, krijgt ze alleen maar scheldwoorden naar haar hoofd
geslingerd, omdat haar tante verwikkeld is in een politieke
discussie. Mariken is hier zo door ontdaan dat ze de nacht buiten
door moet brengen en zich volledig aan God of de duivel overgeeft.
Op een gegeven moment komt de duivel (zo wordt hij aangeduid) bij
Mariken. Hij noemt zich 'Moenen'. Hij belooft Mariken een goed
leven te brengen, zo zal hij haar alle talen van de wereld leren. Het
enige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit
meer een kruisteken te maken. Ze is echter erg gehecht aan haar
naam, omdat deze afgeleid is van 'Maria'. Moenen stelt voor dat ze
haar eerste letter 'M' mag houden, dus dan zal ze 'Emmeken' heten.
In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken
aangeduid.
Moenen gebruikt Emmeken in zijn oplichterspraktijken. Zo reizen ze
van stad naar stad: 's Hertogenbosch, Antwerpen, Nijmegen.
Mariken vertelt zogenoemde 'Refreinen' in kroegen en Moenen jut
de toeschouwers zo op dat er doden vallen.
Ondertussen is Ghijsbrecht ongerust over zijn nichtje en hij zoekt
zijn zus op in Nijmegen. Deze lacht hem uit en zegt dat Mariken wel
zondig zal zitten te wezen in allerlei kroegen.
Even later pleegt de tante zelfmoord door zich een mes door haar
keel te steken. Dit doet ze vanwege politiek: de hertog met wie ze
sympathiseerde is vrijgelaten en ze is het daar niet mee eens.
Later komt Emmeken erachter dat Moenen slecht is. Hij wil namelijk
doorgaan met zijn oplichterspraktijken in Antwerpen. Ze realiseert
zich dat ze er zelf ook aan heeft meegedaan en dat ze dus niks
meer kan doen. Daarom blijft ze een zondig leven leiden tot zes jaar
later.
Op een gegeven moment mist Emmeken haar familie en wil ze ze
opzoeken in Gelderland. Op straat zien ze een toneelspel. Hier is
Emmeken zo door geraakt dat ze niet meer met Moenen meewil.
Moenen laat nu echt zijn ware aard zien: hij sleept Emmeken mee
de lucht in en laat haar van heel hoog vallen, om haar nek te
breken. Emmeken valt en iedereen (inclusief Ghijsbrecht, die ook
naar het toneelspel keek) dromt om haar heen. Ze is echter niet
overleden door het ingrijpen van God. Ghijsbrecht jaagt de duivel
van haar weg en brengt haar bij de deken in Nijmegen. Niemand
durft haar te benaderen. Ook in Keulen kan de bisschop niks voor
haar doen. Daarom gaan ze naar Rome.
De paus kan haar eigenlijk ook niet echt helpen haar zonden
meteen kwijt te schelden. Ze krijgt wel ringen om haar hals en
armen. Wanneer deze als een wonder afvallen, zijn haar zonden
vergeven.
Ghijsbrecht en Mariken komen terug in Maastricht en daar gaat ze
in een klooster. In het klooster doet ze boete. Op een nacht vallen
haar ringen als een wonder af door een engel. Als ze wakker wordt
bedankt ze God voor dit wonder. Ghijsbrecht komt Mariken elk jaar
nog opzoeken.
Aan het einde wordt door de verteller verteld dat dit verhaal écht
gebeurd is. Het graf van Mariken (Emmeken) is namelijk in
Maastricht te zien. Na het wonder leefde ze nog twee jaar.

Personages
Mariken/Emmeken
De hoofdpersoon uit het verhaal. Ze is een 'jonge maagd' en je weet
niet heel veel van haar. Ze is vatbaar voor kritiek en loopt snel met
iemand mee (Moenen). Ze komt wel tot inzicht en doet er alles aan
om haar zonden te laten vergeven. Ze ziet dus wel dat ze zondig
bezig is/was.
Ghijsbrecht
Een priester die vlakbij Nijmegen woont met zijn nichtje Mariken. Hij
stuurt Mariken weg voor boodschappen en maakt zich later grote
zorgen als ze zo lang wegblijft. Hij probeert haar een soort van te
zoeken, maar slaagt daar niet in. Wel blijft hij voor haar bidden. Hij
vergeeft Mariken meteen als ze terug komt en probeert haar zo
goed mogelijk te helpen. Hij wordt heel oud: nadat Mariken en hij
terugkomen uit Rome leeft hij nog 24 jaar.
Moenen
'De duivel' in mensenvorm. Hij verleidt Mariken tot allerlei zonden.
Uiteindelijk ziet Mariken in hoe hij is en dan toont hij echt zijn ware
aard: hij neemt haar mee de lucht in (duivels kunnen vliegen). Wat
er daarna met hem gebeurt is onduidelijk.
Moeye
De tante van Mariken, de zus van Ghijsbrecht. Ze is heel politiek
geëngageerd, daar draait haar leven om. Zij is degene die Mariken
niet bij haar laat slapen voor een nachtje, waardoor Mariken zich
aan de duivel overgeeft. Moeye pleegt later zelfmoord met een
politieke reden.

Quotes
"Mariken: Nu gae ic sitten onder dese haghe, Mi selven bevelende
inden handen Van Gode of alle die helsche vianden. " Bladzijde 44
"Die Moeye: Ey, dobbel velleken, Al en dooch die waerheyt niet
gheseyt, Ghy hebt menighen rey ghereyt Daer die pijper geen vijf
groote en wan. Ende al gaetmen langhe af ende an, Tes al maecht
tot dat den buyck op rijst." Bladzijde 43
"Om dit refereyn te horene, vergaederden veel lieden, dwelck Moen
siende, toonde sijnen aert ende stichte daer selken roere datter een
vanden geselscape doot ghesteken wert, ende diet dede den hals
af geslaghen." Bladzijde 64
"Die paus: Siet, daer sijn drie yseren ringhen. Den meesten suldi
haer sluiten aenden hals, Dander, sonder veel ghescals, Sluyt die
aen haer armen wel vast ende stranghe, Ende die ringhen moet si
draghen also langhe Tot datse versleten sijn of datse van selfs af
vallen. Dan werden haer sonden vergheven met dallen. Niet eer en
salsi los ende quijt sijn." Bladzijde 86

Thematiek

Religie: problemen
Mariken moet van Moenen haar religie loslaten, en een zondig
leven leiden. Toch komt ze daar wel op terug en ziet ze in dat ze
moet boeten voor haar zonden en dat ze haar religie niet moet
afvallen.

Coming of age
Mariken maakt zo'n ontwikkeling door. Ze leidt een zondig leven,
maar komt tot inzicht en besluit toch haar leven te beteren. Zo'n
besluit getuigt van volwassenwording.

Motieven
Symbolische getallen
Bepaalde Bijbelse getallen komen erin terug: zo blijft Mariken zeven
jaren weg.
Vergeving
God vergeeft Mariken haar zonden doordat haar ringen door een
engel af worden gedaan. Hier zit een moraal in: zolang je berouw
toont, kan God alles vergeven.
Verleiding
Mariken wordt verleid door Moenen om een ander zondig leven te
leiden.

Motto
Er is geen motto.

Opdracht
Er is geen opdracht.

Trivia
De schrijver van Mariken van Nieumeghen is niet bekend, maar
men kan aan de vorm zien dat dit een rederijker moest zijn geweest.

Titelverklaring
'Mariken van Nieumeghen' is een verwijzing naar de hoofdpersoon
uit het verhaal, genaamd Mariken. 'Van Nieumeghen' is niet echt
een achternaam, maar verwijst naar de stad waar ze vandaan komt:
Nijmegen.

Structuur & perspectief

Structuur
Het boek bestaat uit een proloog, vijftien hoofdstukken en een
proloog (hoofdstuk XVI). Deze hoofdstukken hebben bijna allemaal
een informatieve titel, die een soort korte samenvatting geeft van
het hoofdstuk. Bijvoorbeeld: 'Hoe heer Ghijsbrecht Mariken zijnde
nichten tot Nimmeghen ghesonden heeft.' (p. 39). Vaak begint een
hoofdstuk met een stukje van de verteller, daarna komen de
dialogen (op rijm) tussen de personages. Dit wordt altijd
aangegeven met bijvoorbeeld: 'Mariken: [...] Die oom: [...]'.

Perspectief
Het verhaal heeft een alwetende verteller. Hij stelt zichzelf heel
open op, alsof hij het verhaal rechtstreeks vertelt: 'Was mi geseyt
[...]' (p. 91, 'Was mij gezegd'). Verder geeft hij dus een soort
objectieve beschrijving in het begin van elk hoofdstuk, daarna laat
hij de personages in directe rede aan het woord. Mariken praat ook
weleens tegen zichzelf, dan is dat vanuit haar perspectief in directe
rede.

Decor
Decor
Het verhaal speelt zich af binnen het Zuiden van de toenmalige
Nederlanden. Het verhaal begint in en rond Nijmegen, waar Mariken
woont en waar ze boodschappen gaat doen. Ook komt ze Moenen
hier tegen. Later gaat ze met Moenen naar 's Hertogenbosch en
Antwerpen. Op het einde komen ze weer terug naar Nijmegen.
Deze plaatsnamen worden in het verhaal genoemd.

Tijd
In de proloog wordt een periode aangegeven waarin dit verhaal zou
hebben plaatsgevonden, namelijk 'toen hertog Arnold door zijn zoon
gevangen werd genomen'. Een specifieke situering is er dus niet.
Maar dit zal waarschijnlijk, vanwege aanwijzingen in het verhaal,
ongeveer rond dezelfde tijd zijn als wanneer dit verhaal verscheen.
Of in ieder geval, het leven van Mariken en Ghijsbrecht is al voorbij,
en het verhaal is 'echt gebeurd', dus dit zal zo'n zestig jaar terug
geweest zijn.

Stijl
De stijl kenmerkt zich door de combinatie van prozastukken en
stukken op rijm. Er is dus een soort inleiding, waarna de
personages elk hun eigen zegje doen. Deze personages hebben
ook een kenmerkende stijl wat betreft woordgebruik. Zo praat
Ghijsbrecht nogal deftig en scheldt Moeye nogal (geen beschaafde
taal).

Slotzin
Na dat haer banden af spronghen, was mi geseyt, Altoos penitencie
dende ende neersticheyt Om den oppersten coninck te behaghene.
Neemt alle danckelick, sonder clagene, Dit slecht bewijs; ionste
deet bestaen Op dat wi die hemelsche glorie moghen ontfaen.
Amen.

Beoordeling
Het is een typisch laatmiddeleeuws verhaal. Ik denk wel dat dit boek
relatief toegankelijk is om te lezen, door de informatieve
hoofdstuktitels en de inleidende prozastukjes. Middelnederlands
lezen is namelijk best lastig als echt alles op rijm is. Ook is het fijn
dat de personages zo duidelijk zijn aangegeven. Verder is het een
kort verhaal, dus ook om die reden wel 'te doen' .
Het is kortom een leuk verhaal om een kijkje te nemen in de
verhaalwereld van de middeleeuwen en een goed begin om later
wellicht aan langere werken te beginnen.

Vous aimerez peut-être aussi