Vous êtes sur la page 1sur 55

s o

.4 ;Z
M

I .

*1

S o

Jf
a

uu

c/y

rt

W PH C/D

s s W s ^^
M (U

o M
<U d > <U
^D

^ J .5C^

t
* 3 I

Si^S-S S 8 -^ I'a - ft
Q t > rn

p
N.

|^Q j*!^ |m$

III

QlfK
0 0 H;

;4crf S 5Q

I
00

11 ts
^

neer hij . oeling: exis punt van o vanuit he heeft

=3.S>-a 8 3 8 go i rf^gs*s o - s a g - s l . 1 gj-fj a ting 3 S .. g ^ -3 "5b^ ajsj^ a 2 ^ S rt 2 - S ^ f c a - 3 | w N . gJij8 a * "3 a" a -g -3 a ^


fl

^" a |al t^^ 8-g-sll1fA.a3^8.fi |^ ^ i.^-3 ^

t d

G ^ l "^gl'TSalV.rsH

(L)

O .^ ^>

i*i;^sji<:i>
siji tJ ^3 Irt cj o3 :d j S " ^ J3^i
0

^i ^2 ^

.2

d > .
50 JJ
*H

o^ ^ g
T3

oj <d

>

d 8
IJj

yW .S izr M

i*
rr a
S
N

S rrt d *-M 13 >

s a
<u

^
t . M

S > Sf 9

co -3

^ .^s

CD d

S> So *^4 o ^

-8

d d3 <u S o-> > jg 8^ sa,jin3

ao

^
^
5X)

sb8 'a .- G a3 s g s fe 3 .
*^ TO O

8 ^'S| 9 S1
8b

I "S
o I-i

ra-s^ *s

0 & a : --s .3 ^ g
T3 -tt o5 ^ ^Pffi 3

r< JJ .. C cl to -to

onver

CO

Os

13 (D 2 r^ -<
r-H

4->

"53

9 to
4-4 Ctf 4-J

P a
P"
4-4

4-J CO

CO ... 4-< <U CO

.S >
^4
4-4

O d O

eiO'^lS
<y

ca J2

X.'S JJ
CO

<U (U
00^

OH
~

1I ^ s
S <3i
43

s a en g a,
^

<L> JH 1 3

e vanuit

*a d <u S <u H3
g U
CO

<U

. T-<

gd bO (u
(U

SP-6 ft 13
H'l
<-M

nscendentie'
ca
Nl CO

<u

4-1 ctf ci

(U 1[J jq J3 >

CO

*^

13
43

d . o d ii iU d CO -d S co <tf o ^4 <u d -o rt
G gi
.^
H

existej

4 &
OS

4-T

aa

ss

^ a ^ r^ <u T3 <u 3 13 18 '3 -S ;d 13 d 53 .s O ^


<D
*4-

T 7H "3 d d n^ 'oJ <u d o <u ^ o /if -o ^ <D QJ &o

"d"

% to

J s?

s 8
i H

CJ

4^

I^H""

Tj

<L) 4-J

4^ <U

00

?: G .52
<U <L) rj <L>

J^

IB!

fl II
s-s
a.
* o 3 a
O
<U

ll
g (U 2 tuQ
O OH

onverklaarbare erscheidenheid te bouwen. e veelheid van

kunnen wij steeds meer gevangen onele opvattingen en camouflage

3i
v_|

Jp as
<D ^ 1 <
(U 1 3

Ig
u
4-J

13 Nl 43 u
T-<

*N ^ S

a 43

g
(U
* >

N 4->

ke existentie, voor

a^^ o .a

4-J

P"

** o d
-( *H

SO

g of waardeschatting ire werkelijkheid. e geest stelt vragen, stuj constructief bezig om

lenheid in de verdeeldl

activiteit van de gee

. ^ 1^
<D
N

H3 i-|
(U rt

.s
4-> CO

oo

S>| 2 8 1 -d I S
w si g
A T-
H

"d O *-i A M ^ -< <L)

sS 2 s a
Tl

4J

"S Si

05^

J?> gsa H^ : FS

a. a

1 H~*
4-*

<L> (U > (U

worst

3 44

d G

R.s son 1r
va

&<* d CU (U
-

M (U 1 3

<u N

<u

tf S
co -:;

d 2 J> S :^r .SP a <D CL,43 d :^r d CO (U <u <u . d 4^ Q -^ n^ d !^ CTJ U) 4J d <u d
> 4^ 13

^ a-s 44 RU K3 1-S nd i^

g a g-1 13 g &g N o^ So
(U 4^
<U <-M

*4- CO -H

g 13 S S" > .SP


13 4^
4H O

(U

13 -0 ^ Jl A

^
, ' ^

3 13

^ d ^
4->

^f
co <u

S>^ u a
co -< (U

leegte en eenzaamh an wereld-beleven e


U MH

a
d

<u

tUT* 43
T3
4J <?4

Si *d Si n3

43
CO

<U

8 >
13

(D

4-T

'2

S3 N-M a^ g 0 G

!S c ^ =s"13

i ^i
-s

13

ja &
T^2

*s d
4-

*H (

JJ-

.SP - .S T3 .&, *i3 TJ d d <D g


M -r^ 00 1 T5 N P
<<U G

(U lETTJ }r< 4^ N g <U

^G

T3

G 5 g

4- '^P"

| ^

N ffS

C^

S N

1 1 S St 8 c
N^.=!

T3 *S (D

.a|
*H

I J3 ^j

I
gp ^

G O iJ G^ '"" P

-8 d rt -S

1 2 3 S .2} S ^g SP ^ fl, rt
*->
R

A| ^ <u 1 . r
4-J "

d t5 <u #

>li .spa I 1 S d M^ a 04 .0 euo <- W) is -s ^"g


G*

~ d 5s st - , > S

O 4^ 13 43

4!4 d H

I rj* ^ < a d ^
8J3

*H

J3 0 G

(D

"N

4-

s ^ a^ g

Nl

^ CU <D

bestemming, tot gehoorzaamheid aa eis, waaraan wij in beslissende

5 kenmerkend: bewust wordt

M-(

Naast het spon taan reageren, het w aarnemend onderscheiden, het geestelijk waarde schatten heeft mogelijke existej .aar alleen kenide medespeler,

df-bevrijding :hzelf en in dit

g <u

4-J

<u g oo qj s ^ni. u d ^ SP ?
(U

imschrift worden e n van die

3o 13 rH

<u

Transcenderend

filosoferen.

De ondergrond van Jaspers' filosoferen is zo wetenschappelijk, dat een deel ervan buiten het bereik ligt van wie niet diep zijn doorgedrongen in geschiedenis, psychologic en filosofie. En toch spreekt hij van mens tot mens en kan een innerlijke doorbraak in ons teweegbrengen, ook wanneer wij hem niet naar alle kanten kunnen volgen. Hij waarschuwt: ,,Gevoel op zichzelf is niet te vertrouwen - het wordt verdiept en gezuiverd door het denken".is Maar alleen intense gevoelsbewogenheid verklaart zijn eindeloos geduld in bijzonderheden door te dringen en tegelijk de verten te zoeken, om iets van het geheel te ervaren. Hij heeft zijn leven hieraan gewijd. 23 februari 1883 werd hij in Oldenburg geboren. Oorspronkelijk studeerde hij rechten. Filosofie scheen hem toen al het belangrijkst, maar hij meende dat zijn eigen bestemming in het praktische leven lag.

H 1
<L H3 **>

45

4-J

4-J

*$ 33
<U cX)

<U d ^

3%

'G g g S3 g fe

83-8 S8l |8
^ g Q S^ cn S G\ d 5.9
rH O

1:1-3

Zelf vertelt hij (in ,,Rechenschaft und Ausblick") : ,,In 1902 ontwierp ik mijn levensplan: medicijnen studeren - daardoor de bestc mogelijkheid natuur en mensen beter te leren kennen. Misschien ten slotte psychologic - en dan als psycholoog terugkeren tot de filosofische faculteit."
CO

d *"** 8b3

3"23
""*
G

CLi co 4J

t^ <u -

^.s d

SG K ON >% tyQ

isi

5 &g :zr

8)M 8 OH
.Si
8

N 4-J

4^

4-

s ^i g-2f" S

Sgs ^l 3 *: aj 'V ID 3

SPw'i s-a

dll S B || tS If

'3 G "2 Qj G

d <D -9 ^ l <D

CN

*": : 8 1*8 "f S l^

<u

Ss
CO

4->

,,Die Allgemeine Psychopathologie" en na de eerste wereldoorlog - in 1919 - >>Die Psychologic der Welt-Anschauungen". De cerste wereldoorlog deed hem nog dieper de noodzaak beseffen van een naar alle kanten open

ooit tevoren. Toen ik mij ervan bewust werd, dat er aan de universiteiten geen eigenlijke filosofie bestond, meende ik, dat - voor dit vacuum staande -

<y
t OJ

13
4-1

*-l

d P d <3
Ctf

0
4-J

<U T3
CO

(U

s &
.Si

S
CO -<

-a I s g i . i g -P s ^-iM

J2 d
*33
(U

ju

4-J

"N
1

.SP d
4-J 4-J

CS

(U r-l .ON fcJQ vt


CO

I i
44
(U .jQ
4-^ 4-J

^d .55

: * 18 5 6 =i-| g-sljJ! l U U l ls
<u
CO

: Mr^ttrili;- s!|stf r3isr=s>gs^i s -sgg's. )

(U

S OH
(U

O <D <U S^ *-M <rf

o <-| r7 CO

oO
CO

ON
r-H

rrtlllfillfrjiffl! dilll^iltMf'IU^II fslf:l = ^i=-|i;Btar||^ issiiini'nji^^S^B &" K & S 1g

'Hl^ill^l! 51 f!:

& S S'5 =

* Hans Redeker, Existentialisme, biz. 158.

<L> CU

t iJllH^sI!

1! i B wri

^-3
<u d *~3 v 42^ " S

:*
d

o -d

32 -S <j d
1

T3 .2s }H <u o cu i d

-d d d

*rj

,,Elke existentie staat in persoonlijke relatie tot

CU y

CU

""d "^3

^^ cu d ^d o
|; In de onvermijdelijk (j onuitroeibare drang tot

a >-%
&^ <s$ H

CU 0

u f-s-S-^S S: |^||.a o ^lo | s a -Ssl-al ^^^S.|^ 2 s 8S a cu


i-0 CO

s 1 s - : S ^ |-a' cu
4-> d

'11^3aIt 1
c
d CD

Tl

\i_T 4-*

4 ^ i

.S <-> O d ^ >4-< o5 S
f ^ 4 - J i C O i ! 4 - * f H

g||Ii 111^5-8^| 1 llg J-s>:ls^ &


iSglrfltfl

cu 0

oorsprong ervaren Transeim, dat achter alle mensej lijke ervaren blijft verb orgen, noemt Jaspers ,,Die | Transzendenz aller Trai nszendenzen".21 S Ons weten hiervan is een Oorspronkelijk weten:
d^
CU 4-

:izon was: ,,Iedere horizon tmert het verder uitzicht.

rH

s
CO

cU

1 cu

S
^

.VN

'

rO

CU CU ^

> 55 J2 d "Tj

SG CU CU

la

!>

jy

13 ^
Id
CO

j*i?J .^I^lllesl^ljJ -sll>l w


i l-^ saffiS-S:|^^-:3:t|.s.:-=^ i a " s|-s s-s s 8 g
? M
43 > ^ > J c^o jq dona S N 13 > S 4^ two F3 N
I - H I Q J ( ~
<

het al-omvattende, waar

sa & jy cu

^ j-j CU

^d

Tlii ii-^ . ~ .IIP !!tJ{ iii|i s f f i |:l.^ i!I|| .** s-rlg


JS
I JZT^

^ .3

cu .y IT! 3 w
1-1
^ *cu

d
cu

ti b$
4-, .tt <rf P !> *H

co d

co

s< -S II 'i SiilSl^S^l ^illitli


* S
M

T
i

O -d CU T3

* 'a o cu q
T3 S U

begrensdheid kunnen wij nooit doordringen tot de voile waarheid. Noch de mens als enkeling, noch de mensheid in de ontwikkeling van haar geschiedenis kunnen anders waarheid vinden dan in tel-

cu cu

.S,

.52 - -d
'.T^

l^||s 4l| Ml|r.7^-i


8! > fet

| ^ s ^ - s > 3 8^!^1r s :
4 - J t - t i C D Q J ' Q J Tf f^

s^ : a-g

Is

f*

d 13

^3 O CU
V yrC<

s1
CU

.S
.*Ss

CO

'8 ^ a S 4J
<U CU M

rj tJJQ o3

d CU

qj

So cu fcc-d CU d o

CU

u ^ s ? lj?l -;i :-Si.f!i* 1 I1 UlJllK^li^l^ii


^

d cu

CO

^ o 00
4-J

binnentr^den mag."

i '$

7^ i - S ^ g 1 ^ 3 | ^ ^ i
S d ri O '^ N
4-
OJ

|2^
cu 4-J CU
4-J
1

|s
I G
00

Si & <X)
4-J

a o T3 s .s
4-J

v""

CU

.ga s^.ae |&^ -g^^e-8p| 2i^S::s8 *^-S^J S|^^ Sd Jt s


^'3 ^ * ^ Sb^ -^ K

"cu

ffi

fl

R^ 3 ^ ju &-0

15 ^ " >
J5 B
HH HH

a | 72^ s f
N K

1w x ^ j S j c o ^ q s S ^ j Q CM^3 ) I f llgS - q ^^s g^ - g o^^8 c^oKq8 8 3 ^|


rg 0 S <U '* rfr^Tf ^ c^
1

d
CU

^3

X co & S

.* u cu co *r<
-<

*;
N

ligt dus niet in blinde zekerheid - maar in openheid van onbegrensde drang tot. weten, die de onvermijdelijkheid van falen aanvaardt." 20

,,Absolutes Bewusztsein". ,,Zoals ons zich naar het j 1 hebben van iets dat blijft, omdat het altijd is. - In tastbare richtend bewustzijn dit tastbare niet is, 1 |de nood vragen wij naar onze eigenlijke oorsprong. maar ervan weet - zo is absoluut bewustzijn niet 1|- Door de dood bedreigd zoeken wij een kracht in ons eigenlijk Zelf, maar het weten daarvan . . . j f ons die stand houdt." niet de voile werkelijkheid zelf, maar haar weer- | ... ,,Rust is het doel van filosoferen . . . maar wij spiegeling." 22 | 1 moeten waken voor valse rust. Die rust moet worI den verstoord. De herinnering aan het doorstane Jaspers gelooft in de onmisbaarheid van filoso- | leed moet in de mens iets teweegbrengen, zijn inzicht verhelderen, hem uit een grotere innerlijke fie: ,,Filosofie kan nu allerminst worden gemist. J klaarheid doen handelen. Vlucht in schijn-rust zou Met de bedreiging van vernietiging voor ogen, f ons doen verzinken in de beklemming van een moeten wij denkend meehelpen, opdat de mens f vernauwd bewustzijn.". . . zijn hoogste mogelijkheden moge bewaren." Juist f Jaspers herinnert aan de profeten uit het Oude ten gevolge van de catastrofe van het avondland 1 Testament, die uit schijn-rust wilden wekken, en wordt het filosoferen zich weer geheel bewust van \ met hen vergelijkt hij Kierkegaard en Nietzsche, een eigen taak: ,,de samenhang te vinden tussea j 23 die ,,verbijsterd door hun blik in de toekomst en de mens als verschijning en zijn oorsprong". \ huiverend voor wat met de mens zou gebeuren, een . . . ,,Filosofie kan niet ophouden, zolang er j slapende wereld wilden wekken. - Ook nu nog mensen bestaan. Haar blijvende taak is: eigenlijk . ] hebben zij hun doel, waarlijk te doen ontwaken, mens te worden door in ons het Zijn te beleven. - j1
CO

<U

jd

1 <u

i 1

lijker wordt van het uiterlijk gebeuren door die- j t pere gebondenheid aan de Transcendentie. Wat j1 Laotse in ,,Tao" uitdrukte, Socrates in ,,goddelijke f I opdracht en waarheidsverlangen" vond, wat Boe- f

i
CU

72,

Maar tegelijk is het de nood zelf die filosoferen j tot levensvoorwaarde maakt: ,,In de verschrikkelijk- J ste vernietiging wiilen wij innerlijke zekerheid f

HH HH

.2

4-J

-a

"53

1 -s

1 s

.CO

'd

cu"

ontwikkeling van de filosofie mogelijk zijn zonder dieper begrip voor deze twee groten. Want zij hebben door hun zich in uitersten verliczend den1

M
d erf

CO

G O

4-4

CU

S
d cu

JQ CO <-<

a /*)_

4-J

CU

>

to

cu

cU

filosofie?" 24

i a a o || | g -d cu 1 ,G o -T JH o1^ .!L S3 S ^^"a S'|l .s "3 13 .a


4-4 CO

2 J3

1
CO

r\

6 a J

&
4-J
O

' |3 1

;i|

I a a ^ d *

G
CU

cu

4-

|
4-1

CU N

~ <U co

|g

. jrj cu dj d
cu nrt'
. *H

i i i-ri CU M S ,-Q ^ cu t> <u ^ >

CU d cu *H

~-4

<u

Jaspers zegt van Nietzsche: ,,Hij was met zijn hele wezen betrokken in een diepe bezorgdheid wat er van de mens zou worden".* Hetzelfde kunnen wij van Jaspers zeggen. Nietzsche stond alleen in zijn verontrusting, er was niemand die zorg en verantwoordclijkheid
.cu U
cu <U T3

t| |

8 <u s

i 1

spelde, zich hebben voltrokken, zijn wij alien ver* Nietzsche, Einfuhrung in das Verstandnis seines Philosopliierens, biz. 223.
rH

G\

00 r-(

^ -6 ?g S vl , -5! U -s ^ *g ^ 3 rt ^ ^
'*3

4-

4-

wV

*-*

CU

d 2 N

CU - . *J

<u a ^2 'S -< "-g.g38 8 ii > u. -p ^ "d v a 53 g cu


B T7l *"* <U ^
rti

tojj a s . ^

d (i) .*s

^g|3|^
toJO Q>
r-Q

trahscendereri tot voorwa

4->

1: ,,gedragen

f^^-^Mla o % G O O nSL 31 > ^


O T3 6 M
CO

K/T

| i-v-4 . ^-( W

._| _j

M-f
^4->

CU

ilosoferen.

"3

M CU <--<

^3
4-J

M-(

S -u

w-l

CO

CO

>

4-J
& (J

4-

cu
R

^4

a o

<u d o< S co <u


h~}

2 *>

ffi

cxS

II I 517
WD^d

rt

>

CU ^3 4^ HH CU <U

vleugelslag.

.M M-(

r^ -< <u SO J_l

So d 8 -H cu jy cu T3 JH fc ^J "3
PQ

g
CU

*x 1 ^

u<

cu

CO cu & *-< > g)

s ^
N

co

4->

CN

oj

(U M-l M 03
4-J

ide zekerheid, maar gelooft in een lijk doordringen naar klaarheid, nderlijk vinden, maar in het elkan ontmoeten: ][uisterend, vragend, aan elkaar t( send. ,,Vernunft' ' opent ruimte voor communicatie denken voor onzuivere invloed

ocibaar vertrouwen behoudt zij elke mislukki ng de moed opnieuw communicati

CU cu & toQ"d "d r\

CU .J5

fl)

Ut

4-J

g d" n3
4-J

CU

cu -o en
t

B S

tlUT" N
4-J

toC

I d
cu

O -o d

CU

cu
c3

<%

T3

if

d o

t & 1d
4-J

4-T 4-1 OS

cu ^

"3
.d *S
4u
4-J

4- CU

11
(X) 0 43 *-l
CU > .3

TJ & O

.f-I&l
N
bjQ-" cu

S d

d > a -a S 5^ d d

^H cd rt 'S ^ ^

oj - cu :r? ^ S S ^

d3 cu K 4-J -d *N d cu a. <iJ a 1cu ^o !^ *Q 3

4-J

1i a ^3
1
CO

J3 ma JQ d CU
N
CU no

CU

i
4-J

d *-i

.3

.fi

-s

i:- i tin
M d CU S co '

-.III
to ^ '"" nd

sllpl

z
(N
CN

S-3 a cu to G

^5 =3" <45

mee wij n als s niet t


(^
tjjQ d S* <U

d
cu

*Tl *"^5 *T"i TJ

cu

i cu

^ r^ 3 d cu

A jy . vH
I

| a | |

cu O<

2 sg|g 8 K1|

cd cJ ^U cd u
CO
4-J

Os'-o

CO IH ^co cu

TH

g
*H

jd<

13 *a 13 g^5\S 13 0
*-(

H3f

CU

CU ^

ifH :
! I^HI?SJ:
1>
4-> rrt

\r\ CN

d <u
Si cu

CU

cu

s g S>a > "


4-J

d cu

kQ "^

1
d o
8-S
CO

g -n > < s Jd a $ > ^d a *3 '53 o ^ 53 :? N o g CU N d C T3 3 > CU d o n0

ntmoet:

* f

.S d

1
0
4-

5 T3 cy
CO

jy

cu S 43 o r^
?

J2

co ^

R
rt

K:

.^gg
g g ^ ^
M
i>

sillg?;
CU T3

*CU (y

/-< ' w

*-

d "-1
/i m _j

u :cr S

w:s5 ^o 9 <rf "Si- Q .*^'*-<s s-i w U R^ d"


> do o >
i~~ *"-^ ,__i

CO CU d T3

S d
4->

4-J U

4-J CO

geven t n euw e mo ogelijk wen - menszi n op te bouwe e karakteris tiek vinden wij eig sti n s ook toekent aa n mo k ogelijke emt hi de gr enzen v n ,,Ver hee geen eigen inhoud, geen eigen ge kan zich zelf ni ets voor bren gen" h lijk erkent hij h t gr ootse t k: ,,Do tiele mogel elijkhe ged edragen, opent ,, lichtge de rui evend wa aarin ex tentie to ing komt. ,,Ver rnun ft" en exi entie zi " scheiden." 32

CU (U & : a j vg

1.. **"a

^3
4-J -J CQ ^
^ 4-J ^ '

S 'H 13
N
i_<

aargenomen en in anderen, waa et zijn patienten belangrijk mo et is als: tegelijk ,,ontdekken en

S S; tOD cu

cu o

-8
cu

-13 co q *H 52 j> s S A< fl


ij cu ^-tf

Ss H

80 O ij ? 0 0,
2*8 CO rt
<u^ S3_g

.S

c^i ^4 Sbjt o> ^ s g l ^>


bOjJ %
CU -*1

t! ^
4-J <rf CO

g
*-(

:=r o

-a Svfc* S| ctf Bffi S

d 3 cu S o g^ & T? 5> N
w

C3

CU cu

0 6 'S 4-J 3 d "*^ ^ ^*^ too 5f! ' 4-J Qi CU ^ 4H d <u ^ -o ^ CU

I<

.s &

^
CU

^>r. j. L. Springer, Existentiele Meta

n hij filosoferend appelleert." * In Jaspers' symboliek verschijn< idgliche Existenz" als gebroken Deze gebrokenheid is de oors uwig menselijke heimwee, waarv;

'J& > *H

N^ W QJ

*_<

o^

*s ^ S s s ie s > I R2 fl S cu 8^ -T8 S ^ as^ G ' :^C! :s s d ^ d s a s:^ 2


*cu cS "
\vJ * *H ^.J

fC?

$g
4-> CO

3a <u

G i

^3

00
T^

_O ^"< ^-* C3

:S feJ Cd g

(S3 3

co G

. co cu

-Q a

rl

as" .

'cQ >?

CO

Xf* (N

CU

4 g g alt V * S N # 5 S? a 8

arin wordt het eigen leven - zon t heid zich zelf te zijn - zinloos verkla e d is dan als act tieve handeling pr ot vuld bestaan - a alsof onmacht tot z el w begin zoekt -- alsof de zelfmoord d zou worden opgeheven in de E e o ze beslissing is niet uit kenbare en - ,,zij heeft een onvoorwaa ft

*- a QJ^ ^ Q 13 a s* ^~ : fl*P rt - * d
r-rl

cu O TJ j

, s |sHJ.s
N rH

ggS

-H

fH

fc

co

. 8

!I

03

NI

-^ fcoU "d 2.. ~< J^.: cu S


C

^^t'g^

deze g r e n t u er end doordring ven diep raakt als ,,Ik zelf ben waardel
C d g ^3 <u 8 13

s^^

N qj

" QJ-S S H *d <U to

-S

4-

rj *-

CU

^s

bo-S

m co

cu a -d .g

-J3 oj

^8 d cu

Sb

^ in

*H 4t>

<U <u

C fll

,,In n an tw anho s het ,,Woord en zijn efdevol mede-bi

CO

cu

(N

r-

cu

1
S3
cu 4J u

1
S
^ to^n^ d

,,Daar ons verborgen Zelf nooit tot rust komt en - zoals Transcendentie - in het verschijnen alweer verdwijnt, is het voor ons waarnemend bewustzijn niet aanwezig, want dit kent alleen wat het vasthouden kan. ,,Daardoor is het mogelijk haar tot hersenschim te verklaren. Maar zij raakt de grens van twee werelden, waar Transcendentie haar verschijnt, en in die wijdheid wordt al het kenbare onwerkelijk." 41 Mogelijke existentie leeft uit het flitsgewijze opgaan in Transcendentie en zoekt altijd de doorbraak naar actueel bestaan. Kenmerkend is haar continuiteit. ,,Achter alle rollen waarin ik naar buiten treed en slechts iets van mij zelf onthul, is de vertolker die alle rollen draagt - de ene, die ik als mij zelf herkennen kan."42 De mensen, hoezeer ook van elkaar verschillend, dragen alien dit onaantastbare in zich. ,,Dit te weten houdt in: eerbied voor de ander, die verhindert ooit een mens in dienst te stellen
r3

uitingen: ,,Onvoorstelbaar - een vervluchtigen in het niets - is existentie los van de wereld: zou ik mij daaruit terugtrekken om alleen Transcendentie te zoeken, dan zouden de grenssituaties verloren gaan en ik in lege ijlheid verzinken."
cu -O
4-i

^d T3 CU O

&i b
!K <" g

4-J

S 55 | .SS'S

:*GS* S3 "-S

J-s- |s s.8 S-*

3 J -S S "S^ s * "3

& G>^ 8 "d B~* s N S

S3 'rj

-d
^co
1-4

cu -d .cu

.S

13 o

cu

tt * 3 G" G

^ <tf *3 CLi O< N co O

I
-d
CU

4- CO

-d S3 -2 | g -H "3 * |^ 9

IS 8-2- 9^2; &'* ?sf 1 S'SS a 143 | Sig ^ g y sbgis 2 i ^ j*

.ai|| T 8 2 H N .2 ^ 'S *

d *23 S & P> N

*- CU

-4

45

cu a

4J

^*H . ci 13

&Q

*-4

De saamhorigheid van actueel bestaan en mogeCU

CU w Sj

C3JO

tNf--j

CU a d

B 13

co .-< drtj "~* *H

CU CU ^

<u .3 .a

g ' 8 ^ ~d ^ 4.* .^ J 3 5 xi _, * U d

^iri

.Si '5 d:^

N H M *-S j- Jd

' 7 d ^ cu cu i ^

I4IS-S ^-ta-So S S5 S

1 I

13 .3

'8
CO

CU

rj r-i S g

cu

52

>

'3

T3 P cu . ^ ^tl^'rJ ^ "^ oi d d rt JQ >

OR

cu

cu jy

s cu

1
>

(N

oo

szelf doorvorsen in ze zichtbare gestalt buitenwereld en OJ die zich voltrekt al

maalstroom van z: een aspect van he

S^

Ss fi *i-("

co ctf 1 cu 60-^ g 0

N cJi

G - CO ^ CU M ^ cu
60 cu N CU

^ ^ CU

Q*J M ,_~l Co tfrt

feiten-werkelijkhei

c3 i d N ^4 55 - ^ 5 d "d" jy JET toQ A &p CU d 13 cu a *r! -*4 1:1 *-. 60 o ^ ' S G S tS s ^ 1^ S ^ g a ^ g 3"iS 3 . 0 - 9 g *H 1-4 &o r N . . 2 f-4 t i cu cu :ff 2 o d cT N G <" 4^ M -g inr* 4- o o3 rj co ^1

CU

den vrijm autorievangene

P-s " G^^3 ^pg 3 S"


s ^1 f]

r^l H
N

CU

cu ~ > ~c

(L)

'

8
::^M-I d K 0 g ^ .
N

-'3 S3

1
N

1 3

1 S
i
T- (

st N ^ cu S ^ -crj d
*" i ' I -S I

'<

O N

P
b oa.

88
C3
"-c

a 13
<-M

C3 ' 25 Il i AH

a S3 S3 ^ .* 2^ X i !
4-

^43 1 S 'S v
cu A< .

.1:S-1

cu id M d
cxS

CU

CU

d
crS >

to)

S "d nd Cu 4~t

s
<y *-<

verhouding tot keling, voor zo

,5Zelf-vervree varen, doordat

leen worden wi

o S
t

CU

CU

d cu

^l J3
R
<rf

T3

? g rt 53 S

3 d

rH, g ;3 ^

* k <D a a s .Sis "d "d <% 3 . R S J5fc 143 cu ? CO

G^

T3

i l

jy wo
4->
W

S 8 2 cu

overgeven aan

d d

CU M S -d cu ^ ^ M

feb3 d u o ^ co

CO - S . &

IZ? cu

a A

4-.

^ <D H3 S

in- sE ^ U" 8 aa i>a .g-g 1! gs


G g~ S3
nd
cu

.d" a

s s> Sf-s at * 1 ^!3.y


:

60 >
d

"-"-i ,-Q :

a^

cu

>

TJ S

:j- S2^ R-S .y


J5

03

a s
4->

d d s ^j CU * ^d CU U t>
"K

CO

l>

aa

-d

CU

^:^ a -8

a> -^ S3
4-J S^

cu

03 *o3 J> N

3-8 a d ^ o d T3 i! a fe g H '3
CO

cu

.X

e ik wezenlijk hoor, tienk, waarvan ik de '. als een thuiskomen ir ,,bij zich zelf zijn." :t leven een geheel niei die noch vasthouden, n is geen weten waar ik 1 ds bevind ik mij tui

s voorgrond-werkelijk bezig. Wij kennen st

CO H

<U G '$ G ^

ag,^
w Q3

cu d cu

" ^ii ) S
G M-l N

H3 M vi rj

4->

a .y "d -9 ^
*H

S 1

1i II
41 CU

co

. ^

rl

1I JIT

*J N .y CU

d 0

Ig -a

cu cu

> G 5 CtS S^ N >

1 S3 N

-^^ fe

"^ 3

/^

2 ^ 'w g ^3 d^

S-a .^PSi'S

-ti

;iit ft
o en

S .sp-a

rj

4-J

4-

|>:^ 8 o J :y N xi "-D

^. 04 .en

dere beeldspraak dring

ogelijke

raad pleegt opbouwend ,,Nac achteli laden i de in beelden klaarheid. alle rede
T3

cu JQ
^

"3 -S fik to -a ^ s W 4-j d ^

, cu t; cu

43 03 ^ 03 S^^d J3 CU * T? C3

-2 *- v* M fra 03 CU
4-.
O M-.

3 8^

-d jq ^5 43

IP!

O S

gl^
g

i-Sgii
CDJO cu o3 O "d M

4-* t^ ^ ^9

rkri gen, en tot rij g zou zich ten ie tenti zelf oneeuwige onrust zijn v an vervulling dringend verde nacht bevrijdt de dag chtelijke hartstocht houdt

4H t>

35

cu

d CU

CU

SP Q

JQ

*1

' $

cu

cu

4-1

2 CO

d 03

<u
CU

CU

03

CO

s 1 13

ll Sffi
cu
<-M

M-4

^CU

4-

d cu

%.J5.S (j d
d
O
03

these, maar om een gevaarvolle spanning, die de existentiele houding wezenlijk bepaalt. De dag is het klaar-blijkelijke, waarnaar de mens streeft. Het bestaan, dat steeds wij der gebied wil ordenen en doorzichtig maken; de duistere problematiek van de schuld daarbij eliminerend. In verstandelijke helderheid wil het bestaan zich instellen op de mogelijkheden van het leven, om zo in verheven zelfgenoegzaamheid het hoogste na te streven. Dit klaarheidsstreven kan zich niet eindeloos doorzetten. Het mislukt aan de macht van de Nacht. De acties van de mens zijn beperkt, de daden kunnen zich niet ontworstelen aan de schuld. De gebonden krachten van sekse en bloed komen in opspraak. Er ontstaat een ervaring alsof ook de weg der vernietiging tot het transcendente kan leiden. De overgave aan de kosmische machten der erotiek, het zich verliezen in dood en niet-Zijn, het zich laten fascineren door de aarde-gebondenheid leiden tot een moederlijke en goddelijke oergrond. Het chtonisch-chaotische doorbreekt de klaarheid der ordeningen. Opgaan in de nacht is echter vernietiging en daarin mislukt de Nacht aan de macht van de Dag. Er zijn chtonische goden naast hemelgoden in iedere mythologie. Grond en afgrond wisselen elkaar af. Hegemonic van de Dag of van de Nacht alleen doet het Transcendente ontwijken. Slechts in een gespannen zich afzetten tegen elk van beide is bestaan mogelijk." *
CU

* Prof. dr. C. A. van Peursen, Riskante Filosofie, biz. 69-70.

.a ^

CU -d H3 *-*

i
1

2.3

"is? o3 0 fco

1
-d S
4- t

ontglippende beweging en tegelijk leven-wekkende aanwezigheid" heeft Jaspers gesymboliseerd in het volgende beeld: ,,Vanuit een door rotswanden ingesloten da! zie
d cu cu cu "d 4-J g -d
i-H

CU

4H

cu

1
U

^3 *-d cu

0 cu ,
4-J <P-<

S 1 > 8 CU

kleurig schitterende stofwolk gehuld, is hij noch geheel onzichtbaar noch duidelijk te zien. Het is alsof alle kleuren en vormen in magisch verband staan tot deze ruiter, in wiens doelbewust onstuimig bewegen het hele landschap leeft. ,,Alles schijnt zich op te lossen en deel te worden van een onmetelijk geheel. ,,Wel zijn de vormen nog duidelijk afgetekend, maar niets is los van het andere. ,,Elk ding richt zich naar dat bewegen en schijnt - uit zijn begrenzing gewekt - tot leven te komen. ,;Er is spanning tussen de scherpe omlijningder vormen en de uit hun vastheid losmakende impuls van dat alles tot eenheid versmeltend bewegen. ,,Deze spanning zou alleen zijn op te heffen in onvoorstelbare uitersten: beweging als woestewarreling, waarin alle vastheid verloren gaat - of: vaste vorm geven aan al het vloeiende, tot jiiets overblijft dan geheimloze, starre, dode onbeweeglijkheid." 56 Leven in niet op te heffen spanningen is gegei

werkelijken heeft en - als existentiele mogelijkheid - is gericht naar Transcendentie.

'3
4-J

E g
'Q ?
CO

.2^

4-T

cu -o

? ? <& &

1
s

en

hter in de grenss. breekt verontwai

6 M ,0 .5 S
d o
CO

cu

frj

4-T

-d d ^

rouwend zal kunnen overge ,,Wie de verschrikkelijke n >ven onder ogen durft te omt onvermijdelijk tot een ,,Geen geloof is echt dat ] ; verworven: het moet de e Gorgo hebben weerstaan innentreedt in het afgrijze: oorstaat, kent vertrouwen n ,,Wanneer existentie in e en grenssituatie apperheid openbaart en de penbreekt, worden wij ons lerfelijkheid" . . . ,,In de grenssituatie worste p leven en dood: ,,de zin va ebben getracht ons leven 2 taken, maar onberekenbare lannen doorkruist en wijze] e grenssituaties wordt de

aa1-IB^

CU

4^

4-4 1 3 JJ > to b$

O cu "d

*4-J

03 03

4-J

CU
U 03

'
r\

03 1

a
cu
CO

E : ^H JQ
&
CJ CO

Ss

&* P H

d cu
4-J

<>M

cu

^ cu
CO ID

Kunnen zinloos

13 iJ -g CU

. JG

4-J CU

!S

'S 1 oc
CU

-d

*N 0 O Nl

cu ^co
O

1 -d 1 H* d 3 S.J J5 C. *5b
CO

VI
4-

O ^"<j ,T3
CU

d8
^d "N
CU
4->

S .3 'N

.a
i

1
03
1

-4

_(

<u cu AH r-<3
0

03 CU
W

-*
^>

a .> a
N CU

r2 *s

CU <-i *-< ;

1 ^
d
CU

-d

4->

8 70 '53 ^1

8 b

"3 '
H

^ ^4

-3 "d JZ -d

T3 O

CO

0 -G G

"~-J *- On^d O3 4-J

^^

fc K^"

>

TH

cu -d ^4 cu rfti g d > ^ SP 5" ^ "d CM 13 H cu 03 H 03 O o ^4 CO


N ~

g^ ^s

*3 6*0 9 cu *d

2 -a as

tUQM-i

4-i

cu T3 M

> ^

tu ie

i &
Q
^>

Q verwoestbaar.
en
00

8 >

g>. gH.JJ rt N CJ

S^ > .

a-

&Q.JQ

ja d

Q42

CO MH

^ *-

di VL/

<u *d JQ

n een onbegrepei

&
CO

d o

1
4-J

if M tat i ^o - F >s a- 0 * *n sis!i.s d^ i^ ? d cu ^3 . I-J5 3 d s % ^cj ifalM: co a 18 8 g^ d o C


^ 1
^ G
cu
CU

.5 '>
cu

b$

4-4 03

*a

03

*G &

cu cu ^i> ^ 8 2^i >

d *. cu ^ cu d S S
g

II
N

4->

so 4 7^ cu 4-J 13 d 83 ^ -d S, to ^ Nl
r-T^

03

i CO d d V-( d cu cu o &S !>

cu _d *-<
4-J 03 *H

id
CU

d cu d ,-Q d

03

& u
CU M

a
r-4

4-J *4H

ScI

^
4-J i-H CU 4-J ,-H
f>

cu

d cu S3
cu ,JQ
CO

rt

F5

ON en

cu 8 > J3

4~

too

CU

03

CU

Nl

03 ^H r* & d

Sj < 75 : SJ w 4-> w 'fc>

d 5 CU t> *H CU

"S

1 g

a ci d *

02 d o3 CU 13 P

4-J M-4

d o
4-J CO '

CO

5 cu d
03

T4

8 3s ^ -d 13 cu
1-4

^0
l-( 4-J

.3

>
4-J

03

2> cu

O co

G & >

Si* co (AQ cy o3

a * "a
begrensdheid, en ie onbegrensdheid th opgeeist. Jaspers lijke eis".

4->

s ^.
T)

t~< 2 d u

CO

4-J

a
CO

d
S
*H ^

rt
H

& -d CO
c3
^ " o

cu

"d

S {> d
0
Tf

4-J CO

03 03

CO II

cu >

7^

'S
4-J

.,1

v I cu cu
| _H

'3 feb -^
f__

d cu

&

CO CO

.s d" S ^ S cu o
.H ,

S ftJ <u
- co co
<U

als
P 4-J

, waanzi

3
*-<

4-J

d"

Nl ^H3

a
3 cu
JJ ^
.'*-<
Cx

8 J3
cu"
d
*NI CO

ivere

^ d

cu > 13 jq
4-J

03

d N"^S cu ^
a
Nl co

n. *rf< CU

~ . "d, CU'to p JC| > G o3 . S? "r i^


^i

t-i

^4

^1 g
<U (U _. "0 "T3 G

i>- 3 s o %
3'G

y o ?P tOJ$:?

vH* t d^ .-d ja d 13 o e cX) cu cu tt > 4^ d -d .d S v * C U ^a d 03 03 cu 2 cu > H3 H3 4-> d 4H *-t "d cu d '53 cu s


4

hb CU

d >

etO H
CO

d d <U
-d .52 4H jq

1
. ,-H

s d

cu

>
CO 03

S
4-j

4 CU

53

^3 cu

cu

MH

G 8 > S G

"

cu o cu *~d Jg O t^Orz^c

NJ

3^.8

-d
4-J

CU

cu j=l &Q -55 *4^ <u HT* 4- jq cu tj 4U A

S3 >

1a s
CO 4-

-d IT* d fe
cu 1 ^

O >

3
MH

CO

^ a
9 9 2rS
S d

. T_(

O3

CU t ^ "d CO

5-4

CO

03

03

Oi to^

alomvattend

13

a I**
tg
W

b$ cu *cu H & R

d cu

"i

72~ ^
^H

S5
d
03

13

**-<

1>

t>

cu

d O

40

s a , i ,j

rs" *cu

j* =s -a S 7 3 8*3 CU CU > OH .^ cu J4 t&l J3 ^4 g ^ cu S^


d-S
HH JJ
4- CU

-si
]p *H O

rJ9 MNI

d ^ d CU a CU ^d f *4 T3 d ^d 4-< d ^ cu h-H S H
2

CO Nl 4-

4-1

cu o >

4-J

oi 13 S
o3
(L) T3

0
Q

Nl

(U cu

d S'
G O

AI
&l

^ 13 3 g 8"S S G w d JQ - ^ 1 53-^ ^ jy ^ cu 1 all a "^ d -d


^4
ELi CU

cu"

18 o
^4
4-

cu
C

G^

d.S S -a 03 *- S ? 3 M g a i ^"S g-a S-a g


CO
4-> 4->

t> cd I

* co >

J3 ^Q- . . ,

in het hoogmoe aan de verschrik k e k e zinloosheden en ongerechtigheden voorbijgaat, al war en zij vanzelfsprekend en zo door God
co cu

cu

,-H

cu cu

^o d .S i! a JQ . g o d ^ *H

4->

cu cu

4-^

i 03 4-J d d cp

r k
MH 03

TJ CU

s s -a I

>

CU

er e kheid

.a s .a^-s
^ 4_j

.S fc ~ *'*""< & OjQ


^ "d

^C cu cu o.G-0

* 2 &$*% 1 - ! Sga.s s.a 3-s K S^ IaSM I ^f :


cu cu rl G
CX) <i>

jn

"^ O

- G. *"""* l3 t_t

ssa
(U
CU
4-4

fl P a-8 a
7d *cu

=ii s'!i
cu S "d cu
CO *~d

d ^ o 4-J~
4->

co

d cu
M-4 ;"j

to

1; g
T^_fl CU

I1 r^'
ui 4-4 d a co fll
cu * d
O3

M-4

K ^a u to , g
D et ,,

sf| jg-o
4-

I' 1
CU

.a-"3 .w d 4-j **"' 3

4_,

2S CU co
cu
d-

t* 03

bQ <u cu ""* ,,M i^

*3 2
*H

cu d d 03

O ^

--8 "g s 4J-a -S ^ G |


-o ^
c! S

S >

>

j% .*

Mf 53 -S-'g
o3

C **" d CU

*^4 ~^

cu *~d d 3i ^ d d M "S cu f cu to (U
CO NH

S 'i 8 s d
cu 4-4 cu

J^rt
CO

G 8
<U

t&

.^j

JR

^^g2-as^ al -I a '- 9 pS >3 S u O ^3 TJ O co

^ 8

-^ 3 o
(N XT

4-4

R S 53 o cu l-i -sg S G *d HD <u

13 N
CO

*oi
r^
cu d d
o3

S3

a^ihi-s
>
03 t Ijl 03

J g '8 8 -e > 8 ~G &^- ^


k
Tin

31-fl.s gj > cu d o ^
Ka K > S ^ fr 1

JQ .a

s js & s ^ w S ' A H3 K > -2 .5 13 8 f GI


J J

03 & O ^ <uF~r| g
i(
& **

al

N t?

Machteloos voel ik mij overgelaten aan dit in zijn onherroepelijkheid verstarrend niet-meer-zijn. . . . ,,De rest is zwijgen." . . .

eenvalt - het vermoeden doorbreken van een waarlijk existeren, dat in de tijd verschijnt zonder deel te hebben aan de vergankelijkheid." . . .

4-J

4-J

cu

4-1 O

It >^
G

-d

-d

O cu

'i -a
S
CO 4-4

^3
^8
^-o
'S <u

%1 3^ ^3
CDJQ 03

<u N <u

-^ a I.S-S
a

to S O

.. "O
4-

cu J3 "^ cu 3 S^

-s
s^ > o

1&.S
cu co

ll ll
8 a ^d o3

ISA o -g
O ^ "-1
4- CU <^ N 411 CU f-j .5

If -9

N 3 3 irr* 4-j -a S ^ .JJ a --s <a


.ti

So S S-

s.a^'^ a g <U N

a. a
C)

sj cd g f co Q ^ co CU '^ cu pq^

sff^i
co S

^ nr^ rri

4-j

11 3 aa

50 d" w G . ^ (L) U
CU co S:^ Nl CU :^3 d JQ <U co cu d -^ QJ 4H <L n -^

Is -013
rj 4-j

13 -o a
>^ jq -d
, ~ 4-J (U

tMO ^ . J i_^ Cvj

^ S

^v+H ^

11

^ tJO

B| fl"3 CU co

*** cu g

MM

G -| i

ii

SI 8 1 ^J 3 S,

r^ a C3

_ / / !

3 .5 O cu > ^d ^ ^ a d aj

J3 ^ 8 ^
4-J

r* CO 4-> cu CO fe

1-^:3

rj o3

4-J 03

8J a ^ :=r> G ^g a g

kheid. Z

to .t!

a p

toppen afspeelt. ,,Zo blijft - zonder camouflage - deze tweevoudigheid: enerzijds aan levensverlangen verbonden doodsangst - anderzijds door niets te b,evredigen heimwee naar ongekende eenheid en vervul-

Sterven vindt. ,,Nooit ervaart een mens het onverwoestbare in zich sterker dan wanneer hij eigen leven vrijwillig

is*
i-r-t
i 4->

ii *z

~Q ""d 5 * cy

to to : i *j
S

Verlangend naar geluk, worden wij altijd weer geconfronteerd met het leed. Geluk hoeft niet te
CO 4-J

b.v. als groeiende zekerheid van mislukking: ,,de werkelijkheid leeg in herinnering aan eens zo wijde perspectieven" - of: een wachten op communicatie die uitblijft, en het geleidelijk verliezen van

cu I-H

H-l

rv.
4-J

4-J

d 03

4-J

CU

cu

' 4-4 03 03

XI
cu

d cu

4-| 03 03

t a

:.a -d

& M

8 P 03

50

& d &

'X to

^ T3

*o3 z *

'% -d 4-4 1O

t*

cu

4-J

MH

43
CU

d 13 N

i
50 d
< *NJ
4-J

I 8

Maar wij kunnen het ons niet voorstellen als louter geluk, onvermengd met leed - in onze voorstelling zou ondoorbroken geluk leeg zijn, zonder vernieuwingsmogelijkheid. ,,Geluk moet beproefd zijn, om wezenlijk geluk te worden; de werkelijkCU
CO

S>'H .SP
ji cu p- 0 13 -d

'i 8 *1

^ .3 ^4
s cu
s

d cu > JU

XI

CO II

to i td

"a 8

1
CU

a cu
"d
4-

,,Er is ook het gemaskeerde (door de omgeving zelden begrepen) leed van de vereenzaamde, die de wereld als hem vijandig ervaart ,,verstrikt in wrok en haat of kwellende angst voor het leven".67 ,,In de grenssituatie kan onze toestand ons duidelijk worden en het isolement van de verstrik4-J 03

d CU M .3 50 d

^4 &

8 S .S

^8 ff-S: 3 jy

l-s

U'

pa

3 I'l -d

Onafzienbaar zijn de gestalten waarin het leed

overwinnen. Hebben wij de kracht daartoe? ,,Er zijn nood-situaties waarin steun van anderen onmisbaar is - ziekte, armoede, gemis van vrijheid en zelfstandigheid. ,,Maar er is ook leed waartoe geen ander kan doordringen, dat nauwelijks mededeelbaar is waarmee de mens in eenzaamheid wordt geconfronteerd, om zijn eigen verhouding tot dit onafwendbare te vinden. De dood van de naaste is een ingreep, waardoor het hele leven verandert - de daad, die schuldig maakt, snijdt het onbezwaard verleden van de schuldbeladen toekomst af - plotseling wegvallen van de zin van ons bestaan leidt tot volslagen ineenstorting. ,,De schok van de beslissende momenten gaat voorbij, maar het leed duurt voort.

^ -,

-^ w S o

" 3 13 co g

rd

s d

13 500

J Ja

4-J <* CU 2

>

4-J

"d X! 50 J3

fl.s s8 5C
"H

iH ^ *H

.3 ^ s

'S 1 8J 1
i cu -d

>

<-*H

-.-1 M

4-J CU -(

J*j

.L

CO

4H

a g >

^d to

r
G5?

1^u

G S D G

-o

8a .a 8 s7 ^

SbS S-fl

S3 S

3'*

o> o

s^

d to

g
8 cu
4.
Cj "H

^-K

alleen mee te worstelen heb. In zijn onvermijdelijkheid ervaar ik de tweespalt: ,,ja" te willen zeggen, maar dit niet in voile overgave te kunnen doen. - Als Transcendentie zich volkomen openbaarde, zouden wij - in haar opgaand - ons onderwerpen. Er zou niets meer te vragen zijn, alle spanning opgeheven. JSlaar de Godheid blijft verborgen, ons vragen onbeantwoord, alle geheimschrift dubbelzinnig, de mens aangewezen op zichzelf. Zijn lot is: de niet op te heffen spanning, waarin hij wagen moet verder te gaan. Alleen op deze weg vindt hij waarheid. ,,De verborgen Godheid wil geen blinde overgave - maar vrijheid, die tot opstandig-zijn in staat is en door opstandigheid heen tot overgave komt. ,,Opstandigheid is: tot in het ontkennen en vervloeken getroffen zijn door Transcendentie . . . worstelend zoeken naar de verborgen God. Elk
1*

is,

13

CU CU

i a

*3 _H M "S

cu o & nd

*% & 8 S

8U ^4 ^

<u ^G

j?l

IG ,

d.S

s^ q cu

31 J2
CU o3 03

in voile waarachtigheid. ,,De ommekeer van opstandigheid tot overgave

11 1
!
o1
co

,,Ware aanvaarding is actief, vindt nieuwe gelijkheden tot in de machteloosheid van het lukken. Telkens weer kerft het leven in en sj onherroepelijk af wat eens was - onschuld - vr de, die niet wist van de dood - dat wat voor mij betekende en in het verloren gaan achterliet. Uit deze pijn der inkervingen bouw tieve aanvaarding iets nieuws, waarin het verlc als in eeuwig Zijn is opgenomen - en wat or werkelijkt moest blijven, transcenderend ve: ling zoekt. Ware aanvaarding is innerlijk ge ren, dat ons dagelijks leven doorgloeit." 68
o .^ 'd 5o cu: S g^ g^
l t

,,Er is ook leed dat niet wekt of vernieuwt, i verstikt, lamslaat en verwoest - waarin de vri lige dood de enige uitweg schijnt. ,,Dit is een waarschuwend teken voor alle a< loos voorbijgaan - niet meeleven - niet klaars ,,Kon de situatie niet worden veranderd -

CO

CO

8.S <u

^^^s^^ <*to^is8^;ss**w k,**r*% ^^ss^M J*%MHS' * va? < "^&!Sfelfef>*S^csa^'JlCvSffl^8 **.

CU

50 J>

d 03 ^H

2 T3

&
CO 03

^ ,5s ^ *o o "3 ' o

cu cu
CU

CU

CU

d d <D 4-> ^ d w .SJ ^

^'d to

CU * ^ -<

4J UJ

U ^^

ij

4_,

g^^
J_J 1

a- g f^ i pH &
-U?

^ d So

l^JS

5/3

tf\

a* s
, cu i i i
4-4

4-J

g-si-a > ^ , w ^d

4-4

in
oi .11
l

l.t
4-> 4J

-^ *-

CU

5-g
4-.

p
|

4-4

"G co "d

1 I gj^rS l^'S" g

f'a&ig 81*. ^ 3 :* S>

.a 3 S jg s "d-d j

2 ^ 1 '"S &o|^a>8'fa -^ -$ -> s&'%5

i
i

8 -d

O< 4-4

-<s

%$

. -d .SJ

:=T4d

50

3-*H.^-s.a ! s^ ..

! i-s "- ^3 a o aa

8 3 'S'9

^^ .aa

-J C5 S cu to .x 2 <u 50 ... "d

al

CU *<

?a u

H^ d ^

oi co

M ^

aG ^ ^1

CU to T3 ^

sJ

bO c &" ftO >

4-4

i -*
<U S

'4-4

> ; '

50^

J3 o3

ii

3 J4 u s

4*.

a V-5

S d T3 <y

o SP *Sb9

"1 .*'

a 50 St.-

,,In het voor-boeddb jrtrouwdheid met he

^' CU

H ON

fr- s 8fl G

00

ITS

fca 2:al

***

4-*

>

"*J

:S ^.a

II'^^g:g:I
(L) ^O 'S

y-s a G:^ii 2N ^^

G .G

- tisr*^"! ! i-fi^-?i5!lft;fr I -^slsia^H

s ^ j ^ s a - a s b g g 8~ ^

Hihri^!:

g ^' K g ' S ^ - c S : G o
o m

^.P :^ d
sr

6s

4~>

d CU
cu

CO

cu

-6

CO *""< CO

3 *3 & u

4-i

cu

^ <rf

8
to

^3

. Ba

ffl
S : ^fi * li 2-g H

!ll
t-l

TJ CU **4

1 1 -.! s & l - s :"'! | l fc-8 </5 S -a ,. > & > 9 S

fulfill >S3"ga.^N 2

H s 45 fol :sf
-d <J i'
CO

13
H >

CO

5,De menseli luld ervaren:


(U

s-S gr 3 ^ S 3 g , 8 p G : "d ^ J :> g !Soa sr 8 ga-'SQ -o , f 3 1-*^ I ^ .1-9 1 -r <u 8 & 1 ;0 % <u

-s

i
f t o

\
4-1 *^

,,tragisch bewustzijn". ,,Iedere handeling heeft in de wereld gevolgen waarvan wie de handeling volbracht niet wist. Hij schrikt voor de gevolgen van zijn daad terug, omdat hij deze - al kon hij ze niet voorzien - veroorzaakt heeft. ,,De motieven van onze daden zijn door zo verschillende factoren bepaald, dat een beslissing in voile klaarheid zelden mogelijk is ... Reinheid der ziel is de waarheid der Existentie, maar in ons leven in de wereld moeten wij onreinheid wagen en verwerkelijken . . . In de niet op te heffen schuld breekt een verlangen naar loutering door: onvoltooibare opgave in de spanning van ons tijdbestaan." 73 ,,Bewustzijn van metafysische schuld houdt in: zich betrokken voelen in collectief schuldig-zijn, medeplichtigheid aan een gemeenschappelijke misdaad; dit wordt vooral beleefd in donkere tijden, waarin de vraag rijst: ,,Wat hebben wij van deze wereld gemaakt?" In het kleine, zeer eerlijk en menselijk geschrift: ,,Die Schuldfrage" stelt Jaspers zich mede-verantwoordelijk voor de gruwelen van het nationaal-

i *-

4- 4-4

2 U

rQ 4J

.8

of

cu <u *d d U CU

3 s T3
13

l i lril tQ-d

D c cu CO > 4, co rSs ^ -* . CU d CU cu TJ -d S "H S > S ^ u^ c^J ^

CU S co
^ P O g

CU

co .^

S ^4 .^

II
^q
4-J

^^
4-> H

nS PH'

Ctf ^

cu

CO

<H

<d cIT ^s kQ

'-S-.'-^

G -13 <u oo

6 ^ d

1i jus verzbende

fl

schuwd. ,,Er is een solidariteit tussen mensen in hun gemeenschappelijk mens-zijn, die ieder persoonlijk mede-verantwoordelijk maakt voor alle onrechten ongerechtigheid in de wereld - vooral voor misdaden die in zijn aanwezigheid of met zijn medeweten gebeuren. Wanneer ik niet al het mogelijke
CU

ITN

53

to

N leen in ,,Die an dere werken wor dt onz onze tijd geappelleerd geli gelijkheden: ,, ,Wij lev vres vreselijks e catastr om omgesmo ten worden o een eu constructie is Wij mog i d e toekom waara ht g ge g durve ti lijk hei nder ogen te zie ons hoog ste waar rden. Wi hoe de m ensen geschiede wikkelen - maar voor de vera twoordelik. E e e e wi rke oor ien , ntdeS CU

^ s 1 1

60 N d
CU

-3

rj

Ver gevoel verkla horend

ai
^

- .8 tig
*&a

it rmijde jkh e d van de str d m het an is geen u tweg te vind wie on e ht en rd ukking passief onderga t, zou - to h et ste doorgevoer d ei en be taan prij geven. er ig ok het egenoverges t e e s waar: de ge~ g e p o n g tot zel cherming is al deein eg fbe de s ri d" 79

vast-om gangspunt wa

JCJ

u 03

.6 u
4-J

cu

3| 11
o
CL> X
S

0X3

rfe
S -o 13

en medeverant te bepalen onheil van van et et onvermi betro rdheid an


-VJ "^ .-2$ r<

ons nrec t geg leven tsverhou verde ege won

d o TH 13 in d M

>

<

t> tuo

> **4

w a.si-G

ss^ll'i!'. fc..,S2&&a

d 4 <?-*< q^| d j fe I "'S s

s-% f J .s ^ ^a S ^f I a 54 a>

3 O ^ fl ^ CU o3 , . *H ->

>ss?**$*
:

enss t d

<u

CU

s J5

ta e

isaiM^s-"' g^^ *aai-4i'S S3-aa


^ ^03 QJ

.aJ:r. 1?^
f S-S:-||:
0

1S JJ3 o g| ^

- U O > J3 1 3 45 "

fa

CM cu

CU

-M

8-S

>13 N
CO

cu o

CO

j^ 8 >
cu

-g i*

t! 13 d 03
.to *d
4~

cu

g; ^

<rt ^ SG ^ S : E^ -o P

S 8 -8-1 8& N

S^3

SJ
co CU

a a "3 * .g J 8
P^

s>

a > sS | | ^s.ai | t

2g

Ji 3 82
_Vj
M

"3 to

S^

u 3 O W

84 Slf

i 1*1! ^^! -S - & ! III ^^ S l


^ >

cu rtIrf ^H ^ cu 0 ^ *

ng en prov atie. Het

l-a o 8

'

<U

In de grenssituatie van het toeval over


'" "3 3
W ^

"I 1
.G

<u v r< b 03 ti :> S 4-J * CO

S 8^8 <U

^ co r< M

> ^
^j

13

kens situaties optreden als van twee schipbreukelingen: hun mogelijkheid tot redding is een enkele balk, die slechts een van hen kan dragen; er zijn drie mogelijkheden: zij moeten beiden omkomen - de een moet de ander in een tweegevecht overwinnen - of de een moet zijn leven vrijwillig voor de ander geven." 82 In het beeld van de schipbreukelingen wil Jaspers zeker niet alleen aantonen welk onoplosbaar probleem de samenleving biedt - want hij noemt het onwaarachtig, zichzelf te sussen met de gerust-

K i

d 03

CO

4-J

03

U 13 g 03

8 d

"J ' f i-T i S w fc S g -S - 3 S

a|fr 8*- & s"||l= iI^A

|l"- ^. ^ sr S 'sa - S taf ^-o S s ^ ^ - ^

2 g 'S G ?^ ^ G .&-S ^

r^t^iiii-^i

d ^ < U < U ? P

0 13 tfl^Q Jj

i;- *8-2is38,.i ~ l j Itll^sj? 3l|d|8|llK|

f.9 II* -g^f-ils 8? . B lll^11| -3ff bo o u c| SJ g .g J5 g

a -8 a g .g B 8 N- ^ 8 G 5 43 CU ~3 5 d

f:H-7 1 ? 3 S -!?TJ -S i i

wil ertoe wekken, zo diep mogelijk door te dringen in dit probleem, in vol besef van mede-verantwoordelijkheid, die zelfs nog in machteloosheid
d CU

inT

,,Maar de menselijke verscheurdheid wordt niet alleen openbaar in de strijd om mater ieel bestaan, zij openbaart zich ook in het innerlijk leven als worsteling van tegenstrijdige verlangens - ook waar menselijke waarheid zich confronteert met menselijke waarheid - ook waar twee mensen eigen vrijheid geweldloos verdedigen om samen door te stoten naar een-zijn in vrijheid - ook waar een opstandige en van heimwee vervulde zoekt naar de verborgen God." 83 In de grenssituatie van de strijd wordt ons de eigen verscheurdheid en de verscheurdheid vande wereld verbijsterend duidelijk; de verbijstering is uiting van ons verlangen naar eenwording.
13
d >

i 03

CO

<u > S :F g

.a
4-J 4-J

^ e'? CU g " ^q N

i
O *H

1 J

4-J

CU

IP
cu
CU

cu

M^

.CU ^-H

r4

^Q

lei factoren op, die de wisselende situat vloeden. ,,Onze wil kunnen wij niet doorzetten, tijd en overal vinden wij weerstanden: ni heersen materiaal - botsing van ons inz andere inzichten, van onze wil met ander ,,Ook de werkzaamheid van de geest kelijk van tijd en situatie - zij kan een s
"oi d

CU 1 3

"3

i *-( .d '3 13 M3

4-J

4-J

cu

CU

M 4-J

g
rs

>

.SJ
r* CU

CO

1JJ ^
^

4-J

cu

i
J2

4.4s a . tS * 1

i .SI
1a
g
13 <L>
00

,,Alles hangt met alles samen, maar in verband grijpt als een vreemd element h onberekenbaar in." Over onze verhouding tot het toeval ;

i^8 ^
se

r-r-|

.a 4.
(U

o^ o > &
H-i

Nl

CU

CO

03

^
8

J3 * > MH 4-J fH

.S J3
.$> g
G U

JL-J^ ,^^ ^

TJ g l

' 1 ^

^H c ^4 cu ^

8 "5 a ^ ^^ a

de onafzienbare reeks toevalligheden. ,,Het erkennen van onze afhankelijkheid is zo pijnlijk, dat wij geneigd zijn de grenssituatie te ontwijken. ,,Dit is op twee wijzen mogelijk: of het blinde toeval wordt opgelost in een alle bijzonderheden regelende voorzienigheid - of wij vatten het op als kansspel, waarbij iets goeds zowel als iets kwaads ons toevalt uit de eindeloze mogelijkheden.
*4 I

^5 g g s
^^

- 9

^^^
1-8 d ^^ cu

.9 If

g|K

^ cu

cfi "3
^ 'I CU

is: niet alleen empirische - maar ook: existentieel getroffen werkelijkheid." Het zou zinloos zijn te wensen een ander te zijn in een andere wereld . . . Vanuit dat vermoeden van een ongekende bestemming voel ik mij in laatste instantie niet afhankelijk van mijn verhouding tot de wereld, maar van het doordringen naar mijn eigen eeuwige werkelijkheid. In deze diepte-ervaring verhoud ik mij niet tot mijn lot als tot het mij vreemde, maar treed het -

1
cu

43 ;
4-> CU

a
>

8 bQ

jg'S oi PL

r4

-0 E - > 3% >^

g g-3 S

t! r d ^

"O ^5 G H
CO

S 2^

^g-

4-J *bd
CO CO ^

<U 7^ 4-1

ci

d d U .^ jy :zr cu -g 13 {3 13 -g

3 g^^ 'S ?^^

sl^ a M8 *a -s S a ^ al -s ^ 8 ^ -^ & a w S S -5 a .a or T3 a

waardoor ik mij onherstelbaar letsel zou toebrengen." . . . . . . ,,De grenssituatie wordt eerst helder in het ons toeeigenen van de toevalligheden, met de tendens elke splitsing op te heffen. ,,Ik en mijn omstandigheden horen bij elkaar. Mijn innerlijke voorgeschiedenis is zo verbonden met wat ik beleefde, dat het geluk en ongeluk niet meer van buitenaf schijnen te komen, maar als het lot dat mij te volbrengen gegeven wordt. ,,Diep in mij vermoed ik een eigen bestemming, die mij ,,ja" doet zeggen tot mijn bestaan zoals het

62

- g .S ho^ J2 . &> t ^^ g G .S,<u3 N ^ ^ J3.S, d cu g'-il S4 -H :- 44 d S


_. 0) W S -M

3' f a q (U os

iH-s Sb^ S.G

o ^Q >

CO

4J 4-J

C IH M CU

13 ""

^ s 0 g

-8 ^ f

i i . r^ 2 i) 1 03 CU J " cu

rj 4-i j CU

4^ 13

CU od

to T3 tO >
N

to 8
O

cu c

J^ H 13

v(U 44 ^ 0 ^ g*o

III

:^ri3
d M

*G%

^ 6h ^- ^ rT CU .. .9 43

rH

'

. . . ,,Zo gaat de levenswil over in noodlotswil die niet het tegengestelde - maar eeuwige grond is van Existentie." . . . ,,In hoeverre in ons leven mogelijkheden verwerkelijkt worden, ligt aan toevalligheden, die wij kunnen beschouwen: als elkaar in de ruimte kruisende ketens van oorzaak en gevolg - of: als uitvloeisel van een almachtige willekeur. ,,In beide gevallen is er een onvermijdelijk gebeuren.
CO 4-J

:^r to j

cu cu O G &

-a G

R *={ 5 13 :^> . . to N 4-
cu 13
dJ S

a'S

^3 | l

.a 8 * g g 8*

<-4H

bQ

CO *H

<u X!

0 =1

C _e

'

rt4

O V-4

CU

"2 1 Jin la 1 1s a : ^S .a,g


G |- l a 2f

SI19*1 2 1 ~3^ S g!

8-81
5 * bd

P 13 0

a*

6. a

i!

,,Verwonderd vragen wij naar een ongespleten oerbegin.


<

.a 8 8* *-3 .

,,In de grenssituatie wordt de gespletenheid niet opgeheven - ervaren wij eerst ten voile dat wij het ,,vanwaar?" niet weten van elk afzonderlijk beCO

*i 3 8j ^ ag- 3 g
-T3
4-J

K"

"- '5

"3 * CO <u

MM

*^ 0

d CU

Sco *t3

g*

8 13 S P

1
i :? N

i!
S:

G 8% * c

i^ til $J ^ cu cu
0 O 4-J
> ~

4-J

CU 1 3

cu & d

1 g 1 3

CO

CO

4->

i
C/3

oJ' CU

g &

04

>

1'
G
VO

i struc-

CU

i ::s>

1
J3
t{ vU

d: ,,Wil ik we >e onverbiddel

*%
CU

bO 4J

pen als blijvende houvast. In laatste voltooiing - zelfs lief

,Jn iedere grenssituatie w

S <X)r;S H -s-S 13 s ^ 43 13 1 g f O cu ^ ^ ^ *-< Q v ^a ^JS


G G
4-

cu 3 g':^ *? S :=r|N 3 8 . 3 * CU w -M ^ WTJ d O 4-

:^ d

houdt niets stand. Alles kaici rusteloos in worden getrokken. ,,Overal in de grenssituat ies openbaart structuur van het bestaan a] Is gebroken in

>

4-

-8

S C

>

"86

38

13 co CU CU

:^13

verder vraag en hoe minder i strueerd beeld laat misleide de verscheurdheid van het Z n in afzonder]

*~4

a 8>8 s ' i G 3
cP

" C B M-< ^ r~4 13 :rr ^ 3 3 S 4-J

Ss
N3

a
<-l
M

> 42

si

i
d cu 45 cu 53
. i

S7*

d 'oJ

l? ^4 CU .^ i_i i-t ^^ 4-J r^ H .X o3 g 3

0^

.8 '3
CO

4-J

1
cu 13

v^

r^ C

a ,Z .si
* t-4

"G 03 id M-T 13 N d N
cu 43
4-J

1^ 1 t!
CO

g^ sg
> G
CU U

13
CO U(

03

II ^ s .a-
CU ^
D

CO

>

52 *- d 0 <U f-i

CU fao 3 -d

a>3

s4
O

t>

^ON

<U -co C3 03 cX)'-^

a 2
* 4-J

8
N. N

4n 4-
^ *-M

cu a G yS 2o *& ~ t
K> U

13 -o

to d

Macht nt b

^a 31

<"

a 1 g-&:
H 43

0 00

||-3 S

"S*3 * 43 a '
:

& 1 7, ^ *2 .Si
^ Si, Jj ^ S
co i^ d
g OH^ C3\0 *H

CU -o d 03
4-J

s,
G <u ;

13 g
d O 13 0

cy > (U ^

1
l

n -o ^i^

g>d G iu

PI
*H cu 4*3 O > t> l> co

8.S.8

13

8^ % S d ^ g 2 13 53 M y, cu n3 o _CJ ui s ilj r-s a 4-j Pi ^1 .^ .fr

n g

> d

CO

*8
I
W

4-< .*H r-f-f vJ K 4-J

rj

M CU & H-j

VJ

*c

'O
J3

CU
T3

>
r-r-*
^

alle grenssituatie 1 - verscheurdhei

:hen tiberhaupt." luizeling aan de aruit filosoferen

Daarom noemt

1
4H > JB

>

S
*H

't s.a8 Q
cu
CU
(11

S-a ^ fepM 1|8 O g,-o


cu L

Ul CU

r!

B^

het in-grenssituat

Hrt

H | cO C

c3

a 3 o

s S-

"-< 1 3 ^4 5=5 CO cu O b>. d


4-J
4->

CU

cu ^

tfi ^.

d a ^cu

& "-< S,
N i

OJ

Dit overga Het

ge

a.

03 03

r~~(

4-J

CU
CO

8 cu
4~J

Ond^

CD

'

f-<

<L)

4-

4-J

V<

tot deze wonderbaarlijke en oorzaak hebben boven ondefinieerbaar verbindt t Zijn der Transcenden-

g .a -3 Sfl s -1.ii a g'S 111.to ^ - 'a 'd 1 fl 1 g J


t 1

(U

4-J

CO

4-J

cu

CO

4-J

O T3

cu

1 M 4!

3
cu 1 3
4-J

.to

cu *cS T3
CO 4-J

w CO

d
oi
l
4-J CO

d
cu

03

4-J

4-J

4-^

">-4

d
oi
CO

CO

t CU

4-J

03

"N
(U

*-H

S?

^CO

cu 4-J

a *c3
43

IT!

3 oi |d CU
V-t

N CU >ls
1t

> cu bQ O $>

N CU 4-J 4-J ^ .in 1 O 3 CO 1 oi |O

4-J CO 4-J

CU

X3

cu

OH O
CO

Wanneer het mogelijkheden de terste opvoert, ho dan schijnt in de

4-J

( 4-J

i<

de eigen existent

S 3 d

J3 CU

to

in de bodemloze verzinken. . . . ,,Dat de me

1 3 d '3 e ii J CU .s a 1 3 03 ^ MH J8 B 03 U g 43 13
4-J

CO

-< N

4-J CO

Oi

4-J

S O j. N

-S

cu ^4

13

1 3
03 4-> CO

M (U

-d

4-J CO

03 ^4

8
d
CO

S .*"* o '3
a
4-J

03

cu a <u a c/r
oi
CO

4-J

M-4 O
J2

1 3 cu

'3

d CU

*s oi XJ .s
rri

T3

rH, &Q ii

a g .s, >
vU

*4

13 1

^ 0<43 ' 13 O ^J ^5 co b$

'i

O O g

CU N CU n~}

^ j^ 4-J d
G

*-4 Crf

4-J Oi

"N H

Oi

^J

P ^H

cu to

oi

co f>

oi

CO

cu

S 43

to

fe
J^*

cu 4-J T-< c^O 2

IM ~,

o N
U(

4-J CO

&JO

cu 43
4-> CO

cu 44

8)8*^ .a^ a ^ G* ^ T '" 03

2
.d

tX)

o Is 1 1 i a^ a

&^

cu

"cu .SP
4-J

CU

CU 43

cu -3
^CO

^d

8 ^

43 U 03 rtj T3

.SP

s> &! SJ f l | & ^a^g 2 '3 apS-S 13 d g gfi 13

CU

cu 43

i&l'i-S R QQ 1-1 M i <L) OJ (U D


feOJ3

s^l^ a
cu *<
t> -O

. <U

u d
g '

g
<U ^

oi

CO

T3

> s g -S S fi -d o cu
O
t>0 ^co
1
4-J

<u O3 ^. *-*
&JJ g^ 0^ g^

I N ^ s Jlg l B ? eI ^ ^l.^ s a>ji .s ^ > l


03
CO V-(

N Ji^ *j d ^ - H ^ i o a ^^. o ^ 4 .^^d f d ' *-3 ( U"G g H H < r r c o N


^ ^ oi CUN cu ,_,

'3 d

*~d

s 43

o3

| 3 ^ = 3 ^ 6! | | ^ P c U C N C U ^ ^ d 1 3 r, ^ 43 CU 43 4-J cu G , , co t> 4-J ^ g ^ d

0 ^ O 1 43

t'a t t^ 'i|lf rg^ 1 ' -a'Sg .S a-25.s>gsa^ 8 a


4> CO

\o

r^

o ^> ^o

tUQ

"H T3 1 3 <U 4-> Cj 'W

to cu oi ?-4

U<

4-J

CU

cu

uitgesloten is. > afgronden van h< t leven behoren, zc gt daarmee samen :est zichzelf is - ai

GJ ^ rl

s.
CU i

zekerheid ,,dat Transcenden uit diepste duisternis doet

laatste grenssituatie maakt

cu

^H^ .^j

i^* QJ _Q ^

4-J

angst noch rust het laatsl Jkenbare" werkelijkheid be

s "H
4J

'S _M " ^

i! 12111 til II 8_1^ * ' *' Ng ^ d ^ d & s ^ l.^^ ^ i l l ||^g 111 111 ll iU^ g |.3H a i , g ^^ a -^4 ^g g g^ g g 8 ^-Sr,) llfi! Illl 111! 11 -< &
G J3 T1 U 53 O

|
- .

U <B i cl T3 J*< rj CU :^ S So
H 13 ^

a . fe g t> j.II T nr*


^

k to
^

.^

'rj ^ o d
r* (U O

4-Jr-4C3

S 0jSJ- L _ M H C 3

'oj o> ^H
*-H
rt \

-v rrf w

.& 1
*H M

CU

eyo

4V

M'*!fli
Ul Ksl^ ^ to S >
Ss

* 4^

^CU

^^

-3%^^

S2Ji-G

*^

C J ' - l ^"*

8-59,

_G
g

** 1>

g^lS g ! |2 M | 1 a cu g > -^ **H 1 % oi


d ^ S *- ^ *S .y

M-< MH

d CU

a. a

8a

cu
4- CU

d 44

aa

&Q

1? cu 13 S SP'3

i'lti^ ^ il jUg 8 ^ -5|s 51 t! S g l : a-'S 8 ^ a-a fi 1

! ^ g - S | g.^g 18

g g

1 g5 g

^ Z, g ^'3 ^r M

to 13

^ *N

4J

4J *d " d

co HA

r\

"S cu

^ Q^ i 4^} ^ G R G G ._ t)S

i-e .
H/jj co 43

l*8-S|lfl S g s g rt R.S.^
a <u- =l P bnJ3
fl.

I f l l t ,!^tiJl 3
CO

CU

0 ^

O 13

v-

"^l^tlssSlfl^f g
to toiO Ji i3W>di3 q 44 R rt

" ,., S --3 g T3 >! S T &U- 0


r\

8 s 62.1
1 -8 g 1
^ & 8 2 S3 ^9 t>b o 3
4C Si

?Bi:4

oj o N_ ZS-o

' -^s

-^ g
^
.H

3 y-fl.i 1
Illaf
>

.S3 43 <u _f-d 4-. d ^ d c5


-H W .

S 4^

'a d

fl-S-ag-S
S

" d !^
k
"
-

g'^^-g^

^,. u c -^ TI
OH.H "

ver vul
_CU

JI^I'E

S '^ 3 S-5 BL ^ B
^"-^

I
w

e " Ifll

.s

e
a
CO

13 cu to

it;
cu crs

ele bewogenheid ontc

d to

^ 8-3 =c 8

a^: * c0 cu
CU

So
rs

d M 5 (U * O 13 :
s

"e-J . tf

> 5"

.s

oi

'is

cu 1 3

. -V-T.-^

CU

J*!

$ co

2 ^ g p
1

4-J

cS

oi

d cu cu t>JO
ri

oi 4-J 4-J <-M

b OS

^ cu J3 cu "H 4-j

. . . ,,Waar alle begrijpen eindigt, begint het Onvatbare te spreken, uitdrukkelijk en zinrijk. In het doorzichtig worden van haar Geheimschrift voelen wij ons aangeraakt door de Transcendentie." 94 Deze ervaring noemt Jaspers ,,Chiffre-lesen". Hij onderscheidt drie wijzen - drie talen, waarin het Geheim zich kenbaar maakt: ,,De eerste is een direct spreken van Transcendentie tot existentieel bewustzijn: de mens voelt zich medium, betrokken in een tweede leven, waarvan de verre gloed in telkens andere - onherhaalbare momenten tot hem doordringt en hem opeist. Jn verhaal, beeld, gestalte, gebaar kan hij het opgevangene voor zichzelf en anderen symboliseren. Dit is de tweede taal. ,,Filosoferen, dat in metafysische speculatie de oorsprong zoekt van deze symboliek, is de derde taal." . . . . ,,Maar omdat symboliek niet alles uitspreekt en het speculatieve denken op velerlei wijzen symbooltaal spreekt, worden de tweede en derde taal individuele interpretatie van opgevangen Geheim: handschrift van een mens, niet bestemd voor alien

Vervuld n ogenblikken beide tijd-erv ongescheiden Eeuwighei continuiteit ; einde, maar i ,,worden" verv li ,,Zover k in d e ijd on voorwa , v k lie
G - .S P^ , G P

3^

^g "3 4-J
J3

<-M O

S -s g
NJ
4-J

T~J CO

"4-J *H

d g M cu fc .3 cu
13,

.S i H *5f

d cu

^ B

IV *- .q

H3 S

"3 oi

\ 13

^ 13

rd 1 3 i~4

cu 1 3

CO

cu

CL>

iH

J8 SP p

41 cu

s-

-S

CU JZ

1 3

^3

tto

U-|

J3 .u 'N

CO

oi

13 N

g
a
(S

d oi

4-

4-J O 4-J

1 S

tf

a a ss
cu

:^

cu

zie terug naar verleden dat niet meer is, en vooruit naar toekomst die zal zijn, en ondertussen verandert het punt vanwaar ik in beide richtingen keek. ,,Voortdurend zonder onderbr eking verder-glijdend, stel ik mij de tijd voor als eindeloos bewe 1-4
CO

4d

.id *4~| vd d
r.T-3
rQ

THL .S

PI 1 si

toekomst voor mij betekent: eindeloos voortschrijden van de tijd. ,,In deze negatieve voorstelling van een onbegrensde eentonige continuiteit is het denken onmachtig door te dringen tot de wezenlijke eindeoi oi

in het grondeloze. ,,De machteloosheid van het denken is wekroep voor de existentie. De tijd als onafzienbare continuiteit wordt dwars doorbroken door het Zijn, dat niet opgaat in de tijd. ,,Wanneer existentie de grenzen van in actualiteit opgaand denken opheft, overwint zij de tijd. Het verglijdend ogenblik is niet slechts tijd-atoom, maar volheid van transcendent beleven." . . . . . . ,,Eeuwigheid verschijnt transcendent in de tijd als wat buiten de tijd alle tijd omvat. Ik voel mij door haar geraakt, wanneer ik niet meer alleen het eindeloze worden en vergaan zie - maar: ,,als wie ik wezenlijk ben" in alles het wezenlijke vind. Dan verschijnt mij geen andere wereld als visioen, maar Eeuwigheid wordt mij geopenbaard in de tijd en het tijdelijke heeft deel aan de Eeuwigheid. ,,Ik zie haar in momenten die niet leeg tijdatoom zijn, maar waarin het existentiele doorbreekt.

74

d cu
*4*3
M

12
1

4-J

cu
d

CU

4-J

o ^

oS

rt

Oi

oi

oi t*Qi3 S g

ll
4-J

| cu 13
^ is" o N
co" 60

^ oi oi fcfi ^

>> T3 cu .3

> cu

TS

*i-4 4-J

J3

.S *M

T3

1 1

cu Jtf
4-J

*N 4-1

Tl
co M

' nr*

d d 4~ <L> < SP % H
r*
CU t i r*1

4-j

Flitsgewijze verschijnt het Geheims< zichtbaar worden en verdwijnen voli ons een innerlijke omwenteling. Een alles voor ons open - dan is het vooi ,,Zijn als vrijheid" ervaren wij nie len vasthouden, maar in het moment broken worden: ons in situatie besl als bevrijd, ^lle grenzen vervluchtigd. ,,Het wezenlijke springt de werel< gaat - zich verwerkelijkend - verloren . . . ,,Dwars door het tastbare heen het ontastbare aan. Als innerlijk ervar immanente Transcendentie in het vers heimtaal, die wij opvangen in het ver als voor het waarnemend bewustzijn < rend onderzoek bemiddelt tussen ,,sub ject" - zo de Geheimtaal tussen ,,exist< ,,transcendente Zijn"." ,,Zonder deze bemiddeling blijft Tr ver en vreemd als het geheel andere. Geheimschrift treedt zij uit haar verte
fan.ZT
'J$

111 u H'H 3 IP vti a d .^ si cu^ :!!


d CU
-rj * .

d 4-> .. pi3 a d . '-3 S ^ d

N W

'.*-i .-> r i S4 & S S K

3 Sl- -^ ft

S > -Ss

S *q <u 8s oi
a

g oi M bQ cu R4-J *<u j f*\

. cu

4-J

to CU cu *-< ti i-rl

9'S"a

rt

s-*1 S a .SJ ^"< P s * >

d CU

4-J

4-J

CU

4-J CO

CO

13

oi

d o
O

<13

2 CU

vorm waarin Transcendentie - verborgen, maar altijd aanwezig - van zich doet weten . . . ,,Door het lezen van het Geheimschrift word ik mij bewust van mijn mogelijkheid tot eigenlijk zijn in dit bestaan. En blijft het Geheim ook ondoorgrondelijk - uit het onwezenlijke maakt het mij los." 98 ,,Overal spreekt het Geheim, maar niet overal dringt het door - dat hangt van ons luisteren af .". . . . . . ,,Voor vragen die in de grenssituaties door mogelijke existentie worden gesteld, vind ik in de wereld geen antwoord dat als algemene zekerheid voor alien zou kunnen gelden. Maar existentie, die in Zijns-ervaringen zichzelf heeft ontdekt, hoort antwoord." . . . Nooit is het een voor altijd uit onzekerheid verlossend antwoord, want: ,,existentie leeft uit de spanning van haar verhouding tot het transcendente Zijn - dat ondoorgrondelijk blijft. ,,Om deze spanning op te heffen, wil de mens de Godheid dichtbij brengen - zich vasthouden en overgeven aan wat onvergankelijk is. Zo verabsoluteert hij tot Zijns-zekerheid wat in het Geheim-

'L
o

4-4

4-J

72

*d

i
oi '

13

1-!-" i 1
1

CO

zijn. Zij komt dit nabij zonder zich dan in Geheimtekens te onthullen." 1(

! U 'tob oi -*H

tiveren en vertroebelt tot bijgeloof in het omduiden van haar symbolen tot realiteit. Uitdrukkelijk waarschuwt Jaspers tegen dit gevaar: ,,Denkend maken wij het ons ontglippende tot tastbaar object en geven daaraan gestalte. Maar in hun onvolkomenheid zijn deze gestalten broos. Door hun uiteenvallen wordt het uitzicht weer vrij naar wat in het onbegrensde alle menselijke voorstellingen te buiten gaat." 10

0 '3 13 0> ^co

co

O ' S

SN

Oi
' {^J

4_> CU

CU

OS ^

^ 13 * *H _d cu -TJ J3 oi

toO .

*^ o> oi

O ,^s1 o

S:=r

^ G CU

d to to 4^ cu cu

cu g j

U J 5 Si, M-< >>*

lg!llifi

wij ons verantwoordelijk voelen. ,,Deze bereidheid - door geen aanw doel voldoende te verklaren - is gevol de impuls levens-waarheid te zoeken

||-8jitafa |6.^if^

8 13 co Q ^ to "*3 S !'>. * cu

T 3 O d P ^ M S <U d 4- CU

.a s ^ > i i % .1

53 G H g>-') ^ s 1 &S.S.S.8

3 <u" jxi <uNS 1 g 5p2 J3

a |

3"? P S ^

*- * *-*< L G C .-< *-* J^ CU r* H cu )H " r\ -< to W 4-J Q d *-> i} -Q ^ ^

C Oi G Nl J> *ZL l ^ S^ to to A& CU ^ S a S f i *g

P4-J

4-J

wd .cu 4-j g 'CU Q g bQ

CO

4^ __<. 4_> CU CU O

CJ 'H

t-d

,-s S d

13 ^ -j

^ t. O

.S ^"^ CO l

-J, G G

1 S"
:zr eio

a ^S

"" G ^

vervulling - hetzij in onthouding en beperking. ,,Mijn verlangen is: mogelijkheid op te heffen in het doorstoten naar werkelijkheid. Ik wil alle mogelijkheden achterlaten om te komen tot het Zijn zelf - maar kan dit nooit bereiken. Het Geheimschrift doorkruist de tastbare werkelijkheid in een diepte-dimensie, die wij - zelf daarin verzinkend - kunnen peilen; maar bij het terugkeren tot de oppervlakte gaat zij weer voor ons verloren." 102 Uiterst schokkend is het moment waarin de vanzelfsprekendheid van het Zijn ophoudt - keerpunt in ons leven, waarin een nieuw orgaan tot innerlijk zien ontstaat: nu eerst worden tastbare - en transcendente werkelijkheid onderscheiden. In de geschiedenis van het denken heeft zulk een crisis herhaaldelijk geleid tot algemeen geestelijk herleven. Zij moet ook individueel kunnen worden doorstaan, en wat zij in beweging brengt,
cu ^4 oi

eer ukbrak n ieder Geheim woord een eigen eerkl k hoorde." ,,Chiffre-l esen is het geheel eigene: ,,Le en va n" het Geheim schr ift maakt het de enma ige, uniek e existentie i haar innerlijke be ogenh eid moge bew k, Tr end en ervaren als het e e, da b d
P
CO

d !rH

03 1 3

1 3

*-4

cu

CU

I s

*d

4-J

ill! I

CO *H

eerst vinden wij voor onszelf klaarheid en waarheid, moed tot eigen vragen en aandurven van onzekerheid. 103

In het doorstaan der uiterste grenssituatie ontstaat een subtiele, maar intense verbondenheid met alle levens-verschijningen in hun ondoorgrondelijkheid.
t

tto

d S3
N

4-J

^4

"d

d 4-J d oi

to 13 4-J
4-J CU

t-4

d CU

i
ad .mr* N

% to 4-J

8 g
3
*\

co

Q
N

*-(

0 $

CU

<2

4- *

& Z "2 S

12 S to % u

j> 13 -S 0< H

8- a |SS N

<3 <u d cu d
pH 4-J *~j i-rl CU
CU ^

So 4-j 5 &

|l|f

g - w S ^ J ft 4 ^ - .:g^^-i

. . . ,,Wie het laatste Geheimteken opvangt, heeft de sleutel tot het hele Geheimschrift in handen . . . Leerde ik de Geheimtekens lezen, dan weet ik dat zij zichtbaar werden in aanschouwen van
ON

3 to cj to- -a > ^ CD ?

^ o;5 j}-3 8||S|

S G ^'a 8 g >^ S oi 13 _ -< *rj

i*J-S|

^ 13 AH i

78

t|Jl5

T3

" CU CO

to x

-S *

O to

.p

gH
4J

-a o' oi O 0^ > to b ^s

;al

CU 13 T oi *-i oi

1 1

Sj to

d" to d

1*3

frg .Si ^g

fr -3 sr cu g ^*

.?if S s^

^ ll R
O

tot wezenlijk leven komen, wanneer wij - aan eind van alle tastbare zekerheden - in ,,niet n weten" het levensmysterie vinden, onbegrensd ondoordringbaar." . . . ,,In het Geheimschrift vind ik een Zijn verbondenheid heeft met de wortel van miin ei
S

g J 11 8 81

B
4-> d

T3 ^ oi

4
3 ]Q

g g

'rl ** "i""1 o jy

otoJQf* co CU --N

^ 5 g < d T^^n.. > 4^ .a, 1 -*H I CU d cu <L> S ^ * M-< ^M r -d ?'j g n d 13M -T> oi d ,jq cu ^

CU

d -

to

CO

QJ

to ^

d to

cu

la

Sa

<U -4

T3 S

?l

S MH H O 0^ d JG &U

Transcendentie kom
4* <U to

si

0? &

*^H

(0 4-J

co

cu

} 1 | | I ... ! S 1

?I S <*>

^ to

03 JQ

_ .. ^i!;j :u ;~ J~ S

U4

| :a

CO too*"3 tH <u oi ^

4j *
*"^ CU

:ll\

Uit
[ 1 [
to *N
4-J

^:^T*N I

oi f5 d *"

3 2 (3 ' ^ "d u

^'fi \U -T3 u 9' u * < _ . - *4

s 2^ ^ e 1^
3
iJO

^H

*-< ,

identificeert ,,zijn als gebondenheid" en ,,zijn vrijheid", die voor het diepst doorschouwen fantasie in dezelfde grond zijn geworteld.
V4,-}

:
2' o 1 .d
CU

CU 13
>

*3
x

'' ..
TH

'

p> IO

cu . td
rl

i i

o >
| f
0

1*5
*>
4-> CO

tasie bij het Geheimschrift-lezen geeft in voor gaand ogenblik bewustwording van vervuld
4-J (U 4n CU

:z? to .n ja

13 cu

JJ

CU 4-J

Sn

gN

4-*

jq cu too S M cu

Geheimschrift i5
N

^1

w< -H

alle verwarring heen Leeft tot voorwaarde: ii


j

S G

^ y co S^

a- -* 2 s c

-1 l d *r5 cu d

i'3 d ^

to S

d *T) o CU

g*

toO.

g S

g ^
JT

d CU 3 W oj

j3 <U ^ .*^1 1 1 j N d <u *~* .t{ ^d cy r^.

g* e" s s *d .al "g

^ (U

j j ^ W)

.a s-s "^gl^lig3l- g g s ^
4-J CU
*-*-!

4->

CU

4-T OS

8 > s ^ ^ S>^rf 8'i

(1

d <u 5 ^ S ^

tlltliifr: 41 If

upMiei ii * i^sj-iii^ -gg|i

iisai;??. S-listl SM*fiil 'M!a


^B-S ^-gdcog

!tls i i sI{iiH?r iil^l* s S 3 g * a g -a :=r 8 S

iti!lW-!iJ!!l^ : a a o N S u . g 2tt ^ G ^ a ^>'8 18^11^^^


^ g. a g^

Uit deze spanning ontstaat de ,,tweede taal ^ het Geheimschrift", waarin het onuitsprekelijke direct wordt meegedeeld in aan de menselijke vt kelijkheid ontleende voorstellingen. In godsdi sten en mythologie is deze tweede taal te hore Waar de kritische filosofie haar als zuiver kent, vindt zij er - voor het denken ontoegan lijke - waarheid in uitgedrukt. ,,Mythologie, theologie en filosofie zijn d sferen in onderlinge spanning; zij naderen doordringen elkaar, om dan elkaar weer af te s ten. Maar zelfs in vijandschap blijven zij aan elk; gebonden. ,,De niet vast te leggen transcendente waarhi houdt de ziel rusteloos in beweging." 108 De ,,tweede taal" wordt door elke generatie

U H - d i i I S g i H -a

fl

O 00

"3
vo

00

r-4

.S :^i>-* {F

1^1 I si

<n Oi

11348* - Jrt oi

- l|b|1^

haar eigen interpretatie aan de volgende overgedragen. Zij- kan al worden verstaan in oorspronkelijke jeugd-zuiverheid. ,,Met de taal der Transcendentie ben ik als kind al tot bewustzijn ontwaakt: ik hoorde haar vanuit het verleden nog voor ik haar zelf had ervaren en naar haar vroeg" . . . ,,In de tweede taal kan een kind het transcendente Zijn als vraagloze werkelijkheid ervaren. Rondkijkend en bezig met zijn eigen leven groeit het verwachtingsvol toe naar een wereld die voor zijn vage weten nog voile eenheid schijnt. Deze prille wijze van zien wordt later in de verwikkelingen van het leven veftroebeld. Het vertrouwde gevoel van eenheid met God en mensen kan niet onbeproefd standhouden. ,,Menselijke begrensdheid, verderf, vernieling worden door de jonge mens scherp waargenomen. Hij moet strijden, om het Zijn, waarin hij zich voelde opgenomen, niet te verliezen." i09

In het doorzichtig worden van het Geheimschrift met zijn gehele wezen betrokken, vermag de kunstenaar anderen op te nemen in zijn bewogenheid. Jaspers ziet ,,het domein der kunst: ,,als een wereld tussen de in het tijdloze verzonken mystiek en de daadwerkelijke aanwezigheid van existentie. ,,Waar Geheimtekens in hun eerste oplichten wekken en dan worden weggevaagd als: ,,wat vervloeien in Al-eenheid nog verhindert" . . . daar is
f*l ^j
O

8^ a g
CU lo

*^ 4"J ^ to "^S d

si

^ cu

> .a

'8
CO

33 13 cu :;T

O'" g

M
H So * d
-d
4-J CO

toQ "3

^4 4-T rj
d CU

,,Waar in Geheimschrift het Eeuwige doorlicht zonder de scheiding op te heffen, daar is het do00

.a -^ S C to a

* g s frj*

.S

s S oo

*,,Wat tot mij komt in Geheimtaal, wordt geen levende waarheid voor mij zonder mijn daardoor geinspireerd handelen. ^Onvervuldheid en liefde wekken tot innerlijke activiteit: in verlangen en in vervulling wordt het Geheim ervaren als werkelijkheid."115 Wie ervoor ontvankelijk is, vindt Geheimschrift in de natuur - in haar schoonheid en vernietigende kracht - haar mateloosheid en evenwicht ,,De natuur is roes van eeuwig worden. Zonder vraag naar het ,,vanwaar en waarheen?" is zij het Zijn dat - in eindeloos vergaan - zich in duizelingwekkende vernieuwing handhaaft . . . Ik word door haar aangesproken, maar zij geeft haar Geheim niet prijs. Zij spreekt een taal waarin zij zich niet onthult, alsof zij in de aanhef verstomt. ,,Haar onverstaanbaarheid is als haar diepte te ervaren." 116 En toch kan de natuur in ons een gevoel van verwantschap en vertrouwdheid wekken. Van Nietzsche zegt Jaspers: ,,De taal van het Zijn hoorde hij, in de natuur. Voor hem was zij in alle teleurstelling en eenzaamheid de wereld dichtbij, die niet verloren ging.

,,In feitelijk bestaan is alles te onderscheiden en staat alles tot het andere in een bepaalde relatie. Symbooltaal breekt daar dwars doorheen. ,,Dit betekent: het ineengestrengeld netwerk van empirische werkelijkheid en dwingende zekerheden stuk te scheuren, om rechtstreeks voor het ongewetene te staan."113 Wat speculatief filosoferen in symbolen uitdrukt, is ,,een zwevend Zijns-ervaren", waaraan niet zonder innerlijke activiteit is deel te nemen. ,,Wat in historische traditie werd doorgegeven, kan Oorspronkelijk weerklank vinden en daarna door vragen worden beproefd, om of te worden verworpen of toegeeigend in voile bevestiging; in dit proces komt existentie tot nieuwe gestalte. ,,De in symbooltaal onthulde metafysische werkelijkheid is een zeldzaam, kostbaar, onvervangbaar bezit: zij wortelt in voorhistorische oorsprongen en is - eeuw na eeuw - door mensen verworven in hun wisselend lot. ,,Zij moet altijd nieuw worden beleefd, opdat Zijns-ervaring niet in vastgelegde voorstellingen zal verstarren en wij blijven weten, dat wij in symbooltaal alleen kunnen duiden naar het Geheim - dat verborgen blijft." 114

'"Q 2 o

*3

4-J

jd

Jaspers vraagt: ,,Hoe is het mogelijk aan het Zijn der Transcendentie te twijfelen?" en antwoordt: ,,Doordat wij - in machteloosheid van de existentie - blind kunnen zijn voor wat niet hoort
cu
4-J

van zijn eenzaamheid toe - vragend, zonder antwoord te verwachten - haar nabijheid bespeurend, ook zonder haar te zien." *
cu
1 3

8 , W R 43

-s 1 1a

<U 8'13 | <u

4-J

cu

oi 13

CU 1 3

bestaat dat zich in abstracties verliest, waarin niets


d CU
.^ ^j

ven te wenden. Daarmee wordt het bestaan der Transcendentie niet bewezen, alleen ervan getuigd. 84

i i

T3

Ss &a i

~1 d to s a 8*ja -o
CU

|g

Evenmin als het Geheim van de Kosmos is dat van het mens-zijn te doorgronden. ,,In verwondering en twijfel, in grenssituatie-ervaren en Geheimschrift-lezen is de mens zich van
4-J

1 -o

S
oi

cu

4-J (J CO

8 o

CO

CU

'to

* Nietzsche, Einfiihrung- in das Verstandnis seines PMlosophierens, biz. 327.

1 3

if

CU N CU

85

is S S *|j

oo

I I
T2 "33

IJIifiTUlr!
<d tii)*-^ ^ d fe ^ 53 .S3 "ft d cu 2 cu 13 X /H
^5 T 3 ^ t U O N i < U W COM

cu

P-

;rj Ji <L> 2 5 d <

R id t OH^

4-jJ^4->

oirj

coM-i-ri

rj

a
|

>

si

.a a ^ * 2 o

.^^-g u, a ^ 3 - <y -3 ^ ^ :S O ^ tO g?* rt

s i? ^ ^ s: ^ B .t^>/

, r of w bere te geven

end, over
\o
00

*# s

y^ K? ja ^

.. . . 8^,3 G s-^^^.a

CU

CU

CO

4-J *-s

en nszel

I g If 8 t! i ' * &rt a^ iC :: >^^ P _


03

1 3

Sfli-S i sb
to *~3 i ' f i - S

S G

^PJ^ cs

fe <u

^8

'S g vS3 a'S^ ft 8 5

CH -,-{ G ^3 1 NCU 2

>gl
g?"
13 cu

> gfo

st
-

3* S:5-J22 ffl^l

^S .3

ttf). 2) ja

I
^

^S

mensen spreken

1o*Kri
CO

mee

sq

^sS"8l^8

S'la^'a^

52 " O <U to

7CU 'H *~< co cu


# "3

llflsi S.ZS

cu ^ d S -31 to

waarin il

"B

i1
2 CO

4-! 03 rrt 4-J

onvoltooi-

^ : _(y ^ s ' '3 % g.Si 4-4 4-J S

z -y
03

CU

4-J

< CU

communj

1 3 '53 ^5

S3 -d
U3 <N
TH

1 3

nmunica : worste]

sfinieerb

4-J

1
G
. TH

F<

4-J

S 2"
*H

^1

S{

*d

1 3

d o^ 13 ^ S N 1

cu o 13 MH N M _N^ R 03

d 13 d

(U cu

S-g^ ft i fi
>

g^

"53 ^ u jq ^4
ril"-N J3 ^'N
Jir -H ^ 4^

S d a 13 to

13

imunicat

11 a at
cu
t cu
i_l

cu i -a M-i d 4-> 13
CU 1 3

G S*l) i 1S ^ a _ :" CU -Q JQ .a 13 d g G a rs .a .9 cu O 'C.


4-J

O 4-J

4->

-H

t nooit o

cu * cu "13 S ji u

CO '^1 ^ Six o CM 4- t*Q iH O JQ g d co ^ -<

.S
CO

a i
rt 3
C!)

d S!

4-J

^J{
d

13 u

Kf \ ^k

^j CO

.S g
ttf)

S 1 cu

'a
CO

^6 a'S a" 4j .y -1 u H
jj
N

sb.a a
|Ng.S
i l g cd 2 lg I" 53
g

J4 "2

15
4-

bOG^

J
13

8;

^H

s, I i'S ^1I "2 r^l S ^ ig ^ g ,v .a

^ SP'S ^

cu to O to

4-J

0 ^ .

IB

CO
CU

&

4~*

cu

CU

r-"

03

1 cu * i
o3 CU

J3

13 o 'H d =1 cu !3 03

.3 8-

CO *-<

. _H

cu

cu O

CO

J:~i

d^

^|iil^i!li"|4

jQ iS ^ IT-d s g sj 8 8

f-i

to

cu

1 3

-s
jtentiel
i

d d cu
T3 P
9

sscheiden k municatie haar glan gelijkheid tot communicatie zc

e 3 s1

ft
ti Q
V-4 *-< .*_( ,_-4
r&

I l1

&o

52 '3 4-J t<u 'd

co

*-4

CU 3 6 UJ 1rH 13 S & 2 cu *-( .Si <% bQ cu n3 1 3

* . | & 2 00 O

: ^ O N S

^i ll '3 S
d 'H

a a a > '9 t!

3 g .SP 1 3 J1 3 CO 4-J cu cu S a 3 &

gen van de ander tegemoet te treden. Er is de zeldzame solidariteit van een gemeenschappelijk waagstuk: het geheim van twee mensen, waarin beiden samen winnen en samen verliezen." . . . ,,Deze geweldloze strijd is mogelijk wanneer elk van beiden zijn krachten zowel voor de ander als voor zichzelf inzet - wanneer elk van beiden zich tegelijk richt tot de ander en tot zichzelf in ongescheidenheid - wanneer geen van beiden iets van de ander vraagt, omdat zij alles samen vragen. Zij trachten zichzelf en de ander tot het uiterste te peilen - in saamhorigheid innerlijk zeker van naar verwerkelijking dringende existentie." 128 Liefde kan in vanzelfsprekendheid verstikken en in exaltatie zich verteren - zij ontvouwt zich in de worsteling om eenwording in vrijheid. ,,Dat ook in communicatie strijd onvermijdelijk kan zijn, treft mij in diepste oorsprong. Ik zou vraagloze rust willen vinden, ik zou mijzelf en de ander willen aanvaarden zoals wij zijn. ,,Maar het is mensen niet gegeven, ongestoord te verwijlen in weerzijdse glans; zou dit een geconsolideerde toestand worden, dan bleef alleen de voosheid over van valse romantiek, die zichzelf niet begrijpt, omdat zij de werkelijkheid van het dagelijks leven maskeert."129
genover-elkaar-staan. en onze ontredderde

g^ .a
g S3 a
0 CO i-l

C Sb T3

8JJ8 g -o
<U Jj

N 03

!1 'i a
>
T3

<u

CU
CO

VH

cu 3 H 1 > CU

<U r^L

H S

CO HH

4-J

S
cu

(L) "co g

i1 -3 .a

i Is"i 1 s
rv.

3, bi 'If "G 4-J CO 03 03 a 13 '> to CU d

>

G to

*n

JQ

4-J

4-J

4-4 <U >

to MH

cu

03

1t
4-<

jq

M i

to

72 & 3 *CU 'to

j& *&
S

4- CU ^4 &0 13 CU

*s

J3 co

a .51 vi

d CU

3 -d

CO

CO

03

03

T3

d*

Communicatie van existentie tot existentie groeit in stilte - buiten het tumult van de wereld. Maar zij zou levenloos worden, wanneer zij van de wereld-werkelijkheid zou vervreemden.

CO

"3

ven ,,als te verwerkelijken existentie" in vervulling van zielsverwantschap zou kunnen opgaan zoals het een misverstand is, te menen, dat actueel bestaan in wederkerig erkennen van prestaties en resultaten zou bevredigd zijn. 92

8 a

cu

ken. vera

f-H

fll

8*
^ S o

~
S

M-< ft
0
03 _rt

__M s d cu "g S 8 ^
Jd

xste vorm - is het grote oordeel; zij beheersthet oken: haar offer-bereid-

<u *H

1d8' ' 1 3 a
S "3 -oi3 d

^t

.a ti bo w ^ * ^ g 8 ^ a S ^ !> tub G H oi
N

g^J

4-J

ii^ .s-s
<D

ir\

O%

Niet navolgbaar zij mensenliefde bewogen, soonlijk bestaan. ,,Charitas - de liefde

4-> CO

4-J i-< P
CO nH 1

3^
N g

s.> ^s 3 =0 SJ 72 3 <u 1i
rt

,,Voorwaarde tot ,,ch

,,Wij moeten voorz

^ S &'" G S CU :^ S . *3 ** ^ S 8 S ^ % ii ^43 N HH ^ 2 jq d * ^ H .a d to 'S 7-^N S.-S s cu (L) jy -< u ^3

jy i

G C, S - co S =|S i ^ 13 *$$> to

d 13

l
ry-4

> ' 15
3
ClJ

fe G l> cu

4-1

P 03

1 * -a G s 1 |13
t> N

! * *

SI 53 Jq "^

-1 ^ g 'S a G rj "Tl co : d ^ S-S cu >


cu s

._i oi 0 M S *H

^|8

s^

XI >< feb totod .3 13 : cu d -d 8

m
Cj

gd

a sia
*H

3 p|
o3 cu 13

s ?

s . i i irin-w =38 ,3ia u


J> "2 5J -*3 S S ^ iS * 9 * & 8 ^ r< 0 , *?? 8 '

1 *]! s

Km

il -Ml M

T3 ja

.a ti
g S
t>0 ,-*

-"S

C Tt

r^ ON

1 ?

&i

-^ 8 | g1 8-g u
* S~ "a C B
<U > lH

?|g

iWM* MJtPlfirohiWia
| Jil 13kf|$ ** J s l l *f fiiiii | p
R
fl

jgl 5 ^j
a
"SJ

g-2^ C3 i3 *-<

^ d ^^ ^

13

g :^T O N

t^

In; iUi! IN; iijffiP; ;

o o 60
^ fe 60 "
6p^. >

CD

^=J 2

O S

' ^ uJ S o - ^ ^ S - S1>g O . g^*) ^^S ^ S .ij ^ ^ ^^ '-5


fl S .=3 w .S, fl a .-* Sojg S

3p^ t jX^ r t rgv)^^ -^ ^-- ^ ^ t n t M C U g ^ C J

..J*1p ^t-^-at " g -Sfl-5 f


g| U!MH ^-gg >>
<u cu *H

GG-TJ

-gU C

II l l ^ & W| -1
S Bilall ct3cyo '-j=5.P
a3

^ P^ td 3

i^f^s^i* 11 Hss-t = if1 mm i ill =1 1


r-j

\SS

fl 3 s 1 rfi a- CD 2 gr * ^ ,a ^ o o Q X
qS.. a s ^ |
. ^

Io A I T3
CD

J t! ^ D o * ^
S WJ

g ^ T5 (^ -S CD f-i T3

,.

1 ca

sr^-i^lilil f

y : ^ S n ^ ^ a a d o o" jq

^i

^.^^

S i l i: ! :- i i: > s
fn ~ *
^ CD
P-,

T3

a-g.^feg^oS

,q rj
<I)

^ >

3 fl

d 2

S' 0 ^ 1 ^ a^

Hll

! hi! l

3 rj ffl! ** "^

+*

g|S|
tf CD3 * T3
. id *-= <-<

H1 1 1 60^: ft, vo
ON

^4

TJ

*&

'1 H3

J4

'S

to

g N cu cu SO u4

J3 X! 4-4 O 3

ItHf*

a
8.

r\

g n O
4-> *-4 O

aoment

eenheid zijn er twee wezens. Zo blijft liefde rusteloos in beweging." . . . ,,In onvervuld verlangen wordt de eeuwige zin der communicatie ervaren. Dit leed treft diep - naar buiten is het stom, maar innerlijk als een zacht vragen in onbestemde verwachting der existentie, waarbij alles op het spel staat." 141 Kunstenaars hebben het voorrecht onvervuld verlangen naar communicatie om te zetten in schoonheid, die anderen in hun eenzaamheid bereikt. Eindeloos geschakeerd klinken lokroep, liefdelied, klacht van eenzaamheid in de kunst van alle tijden, het meest direct in muziek en gedichten. Er zijn mensen die voorbestemd schijnen tot het een of het ander: diepe communicatie of diepe eenzaamheid. Het zijn de voor het wonder der eenwording beschroomden, die verlangend op de achtergrond

g
J3 u
Ctf

18 n3

I -d g
G g

4-J

*.

4-J

cu

ci

CU &

tto

Het zijn zij die in het leven geloofden en droom van vervulling niet willen bezoedelen in ontluisterde realiteit - volgens Nietzsche: ,,de grote verachtenden, die de grote vererenden zijn". Van hen zegt Jaspers: ,,Het leed van nooit verwerkelijkte communicatie kan het gevoel wekken: ,,ik heb geen mens" - misschien zelfs: ,,er is geen mens".

00

<u

d cu 4-* -d CU

> -o

gen tweestrijd, niemand helpt hem zich uit te spreken. Onbegrepen is deze eenzaamheid, waarin afstand is gedaan van alle bedrieglijke surrogaten. ,,Dit onpeilbaar lijden, dit afgrond-diep zwijgen, drukt op unieke wijze het eeuwig existentieel
d
cd ctf
CU H
M

vallen. Maar woorden zijn er niet voor deze eenzaamheid." 142 Deze verwachting: ,,eens zal de sluier vallen" spreekt Jaspers niet uit als vage troost, maar als zijn geloof dat een zo intense bereidheid langs ongewone wegen eens andere existentie bereiken moet in een broos, maar diep doorleefd ontmoeten. Zulke tot eenzaamheid gewijden vinden wij onder grote religieuzen, denkers, hervormers, kunstenaars - wie het gegeven was onbekende tijdgenoten of latere geslachten te bereiken als levende, eenzaamheid-doorbrekende gestalten. Eenzaamheid van grote filosofen ziet Jaspers als ,,niet zo gewild, maar onvermijdelijk gevolg van een uiterst geconcentreerd denken, gericht naar echte communicatie, met afwijzing van alle bedrieglijke illusies en surrogaten." 14S

In de spanning ,,eenzaamheid - communicatie" spreekt het zwijgen een eigen taal. Spreken gaat in zwijgen - zwijgen in spreken over; uiterst subtiel zijn de tussen-schakeringen van verstommen en zich uiten. ,,Verstommen is geen doelgericht zwijgen: machtsvertoon, uitdagen van reactie, afbreken van contact. ,,Verstommen is ongewilde sprakeloosheid. Als innerlijk preluderen is bereidheid zich mee te delen, die naar woorden verlangt . . .

.4
L "H

S s 1 cu

1
0 u

'3

bQ

is

i
4-T

1
n ee

S
H
. Ts U

CU _/*i "*#

CU i d :zr 6>

lh IM
5,3 >

5 -^

o o r1

8 CU

4- CO

'3

-4

.S

j
^co

d cu cu 1

rR i-H

o4

8 O
4-> CO

CU
co
CO i

1 1

1
s
to 1
"d

&

.y
o

-d j d <

^
>
.)'

cu

d <u

34
1

d. **^ g N G H-I 4-1 fl)

>> -HT ^g *4-i

111? 8

d S 'Q ^"H

^ 8 S'2
i<
0

4-J

lijkheid raakt geestelijk leven bekneld. ,,Waar existenties verstikt worden en slec dividuen overblijven, is geen zoeken naa
8"1

JU *-i

a
to 0

1 4-4 o

. M-< O CD S ^o ui qj ^ >> Q M~I G - S

is

|*S ga a a

J-3 d ,,

'f"*- fi'

grond van het niets voert liefhebben terug tot Zijns-zekerheid . . . Wanneer ik liefheb, ervaar ik mijn leven als vervulde werkelijkheid - wanneer ik haat, ben ik rampzalig - zonder liefde of haat leef ik in doodse leegte . . . in liefde is omhoogstijgen - in haat en liefdeloosheid neerstorten . . . nooit voelen wij ons zo in de Transcendentie geworteld als in het liefhebben . . . geen uiting van waarachtige liefde is vergeefs." 14^

In de liefde van mens tot mens spreekt het eeuwig menselijk verlangen te ontkomen aan de gebrokenheid van dit bestaan. ,,Uit de diepte van alle vergankelijkheid klinkt de roep om het verloren Ene - alsof het vanuit de verbrokkeling door communicatie teruggewonnen zou kunnen worden - alsof de verwarring van al het afzonderlijke zou zijn op te lossen in rust van eenheid - alsof een vergeten, onbereikbare waarheid aanwezig is in ons naar haar gericht bewegen." . . . . . . ,,In communicatie dringen wij - uit tweeerlei oorsprong samengekomen - naar altijd dieper eenwording. Naar de rust van ongebroken eenheid richt zich het laatste transcenderen." 148

102

TM H-^ cu
N G

d to

all

,JLaatste transcenderen" is niet los van ons dage-

8? -d o -a
c^

>
ri
CO CU iJHTJ ^

If

<u n^

T J -o t*) *

<U MH

T3

cu ^, d

"8 gj i 0

as

*3

A-i

.e?c3 ? w

CU CU t*)43 cu 4-> 4-J

..co '3

g|

11
1 13^
CO i-H

^M
4->

d cu

werkelijken heeft. ,,In een verzinkende wereld zonder uitzic wijkende verten blijft liefde van existen existentie beknot - maar tegelijk is deze machtig, omdat zij zelfs nu nog zekerheid van een in ons zich onthullend Zijn. ,,In dit doorbreken van mogelijke existent nen wereld-vernieuwende ideeen geboren den." 149 De activiteit van de liefde is een der as van de onvatbare Transcendentie. - Tegelijl dere uiting van liefde uniek. ,,Evenmin als het ene transcendente op| de eindeloosheid der verschijningen, tred existenties uit hun verborgenheid als veeh aspecten van het ene Zijn; existentie heeft d
>

u *-

1 t-5
to T3
t CO

Daarom laat de rusteloze bewogenheid va tentiele communicatie geen verstarring toe.


"si

13>1> f| * *.!!>! '8 2 -8 -" H -a & 8dP <B1 * ^ J3 < u ^.a .i> * & .,

*d Nl

CO

"g
G"

cu cu

CO

*33

a cu
>

f*4
^
"j

fc

N(JJ

o F"^

ren tussen mens en mens te slopen - voorc en zelfbedrog te ontmaskeren, opdat wij ; krijgen tot vernieuwing.

1is

s s^

d *"? CU co bQ d d c$

53
)2 2

i s a
a 8
*-< *3

T5

" *

a j
Allgemeine Psychopathologie Psychologie der Weltanschauu
2

d d cu cu a, 50 o
g1

bo.P 8.3 wQ 3

g a 3 <u
jcj M

O G

oio S o "d

rH rH rH rH rH rH

I-H r~i <N cr> m co ON ON ON ON ON ON ON

cTi O\ r-1 rH CM (N

1? 3
Der Philosophische Glaube Einfiihrung in die Philosophic Vom Ursprung und Ziel der G Vernunft und Widervernunft ir Rechenschaft und Ausblick Die Frage der Entmythologisiei Schelling, Wahrheit und Verfii Psychotherapie Die groszen Philosophen

Max Weber, Politiker, Forscb Philosophic Vernunft und Existenz Nietzsche. Einfiihrung in das " rstandnis seines Philosophies Descartes und die Philosophic Die Idee der Universitat Die Schuldfrage Nietzsche und das Christentuir Von der Wahrheit (hieruit een

1 1
1
8"

f S

CO

ON rH rH ON >H T-H ON ON rH ON ON rH

G dj

CO

_ T3

& ^

3H

a ^ rSs^d

Is
N R

13 5 CyCI 13 P _*-< cu 4-J 2

"cu 43 g {> -H

X-N

11

'-j

C\ONO\ONONONONONON rH rH

SB -fj d
cu p ^ ^
CO

CU IH

3
2P P

rH rH rH rH rH rH rH% 4-J

d^ P d

so

10 O5
M*

43

ft

g
z> oo O
O5 O5 JO TH Cl:

1
TH OO 1 > JO JO CO VJ4 JO CO CO CO CO OO TH *^f *^H JO O O JO CO CO JO CO

S *^

^ JO

<= <&

c
CO 05

I o

,; ^j; 10 co co"
I-H I,}

_ft ^

43

O ^O cO XH CO CO CO

fl
d

_ 3

JO

W
fl

o
43 43

33

ft

33 ft ft

ft ft ft ft ft ft ft ft ft ft ft
CO 05 O

333

,-4 ^ ,-4 _4 _4

43 43 43

3 3 3 3 3 3 SS3 o ^ ^ - c j ^ ^ s S S S S S c D ft ft ft W ft ft > O f t O O f t f t f t f t f t f t >


O5OTHC$COvtlJOCOr*OOO5OTH<30CO G^COCOCOCOCOCOCOCOCOCO'^xji'^vjl

> ft > 43 ft
co r^ oo
Xf! :fc<t< VH

<^ 3 CD

S H

ft ft

CO
VI*

CM 00
O

co"

oo

4
^

TH

00

x-s co **
-

T^ _!Ti TH cO C35 VT
. -1 O5

_r^co ^ o

?K o v t'< O 5
i

"7 co 3p ^
e i
.

vr
in>

>^ r*
.

co o o

r c .^-( S " C O i^ H O 5 0 s $ ^i : O 5 S - 2 G->- O o ^ ZJ O5 JO JO T~< Cl yH fpH "^qt v* IHI v*l v^

^ co

*"

fels ES

?P

OO O O5 JO 00 CO

TH

-^ CO

ft
00

3 3 ^ 3 3 ^ i 3 ." . < ft ft {? ft A M H
O5 O

ftC/DftftCOftftft^ftftftftftftftftp^p^^i^^p^^prlftftftp^p^^fljp^

o33o333s333333333333333.S 33333333
ooooooooooo5050505050505ooo50oooooooc>

i^-i^i^r^.-jt^t^r^j^r^oooooooooo

, II a ? g ! o3S

CD

> S o <^H *> PH j~J

) -g ^ JH bo

2 73 Q:
00 ' c3
CD

43

ft

S ? I o
^3 o
0 g*

73

3 s

^ gj 43 c

ft
O

8gSS'-a CD
ft

000

00 CO OO JO I OO JO ^ *O

O5 JO CO

TH" 00 CO

O5 >O O5
^-H

oo

,3

^-H

^H

^4

3
SM

5 3 S 43

ft ft ft l> ft ft ft ft

3333'

CD J/3 ^.
CD t>3 bo

<

03

so M

OOO>OTHCNCOVj<iOO'Z> SjoScOcDcO<Oct5cOcO

ca s^<
PH

CD
C/J

rt CD
ft

53 i3

Sm d
43 .S >,-

. . O ""' .

43 3

!i

fe d a <*> " 6 G & S ? tf S 5 h CO TJ -PH


^ p -3
||0S

ps d > ii d
*CD

d o

. ^3

43

10

CO

S8 t
. * cD

^
CD CD

TH" CO" CO 43 ,.4 ,; ,-4 43

i ^4 43 ^

43

ft

. ft ft ft p-

3.3 3 5

S2 3 ft S> ft

OOOSOTHC^CO^IO
OiG^COCOCOCOOOCO

43 CD

ft A

^ ^3 CD

ft O

s \O en CN 00
ti CN

en

(N VO C^ 00 r-i Xf Xf ITS U^k SO

Xf

T<

00 ITS \O 00 O O
rH t1

2*
J$

<&

KS

n M H

hO

tf ^ -n H^
<^

OH
CO

0 (U

is i)
ft

eeuwi

K>

iAO

*S ^ ^
,*> MH ^ ^ O *A
H

s
M

, ; ; ; ; cu
o
\
CO

Transcenderend Verglijdend bes De grenssituatJ De grenssituati Leed Schuld Strijd Toeval De uiterste gre Het Geheimsch Communicatie

to to

'afl . q M

^i ^7

^ *!
^ K^|

^ ^
^

^ % Oi <^i

:^ ^ ^ 't? ^H

Vi

f*^

00

Vous aimerez peut-être aussi