Nationale Confederatie Van Het Kaderpersoneel Vragen+en+Antwoorden+Partijen

Confédération Nationale des Cadres • Nationale Confederatie van het Kaderpersoneel
Verkiezingen 2010 – Vragen aan politieke partijen

Élections 2010 – Questions aux partis politiques
Naar aanleiding van de verkiezingen van 13 juni 2010 A l’occasion des élections du 13 juin 2010, la CNC a
heeft de NCK een aantal vragen gericht aan de adressé une série de questions aux différents partis
verschillende politieke partijen. politiques.
We hebben deze vragen gesteld aan alle politieke Nous avons posé ces questions à tous les partis
partijen. Niet alle partijen hebben tijdig een politiques. Tous les partis n’ont pas rentré une
antwoord binnengestuurd (of wensten zulks niet te réponse à temps (ou ne désiraient pas le faire). C’est
doen). Daarom is het mogelijk dat er desgevallen een pourquoi il est possible qu’une deuxième version de
tweede versie van dit document verschijnt. ce document paraisse le cas échéant.
We hebben geen tijd gehad de antwoorden te Nous n’avons pas eu le temps de traduire les
vertalen. De tijdsduur tussen de val van de regering, réponses. La période entre la chute du
het bekomen van de antwoorden en de verkiezingen gouvernement, l’obtention des réponses et les
zelf was te kort om dit nog te realiseren. élections elles-mêmes était trop courte pour encore
réaliser cela.
De vragen werden opgesteld om enkele typische
antwoorden te forceren, en werden beantwoord in Les questions furent rédigées pour forcer quelques
de twee laatste weken van mei, dus in de periode vier réponses typiques et ont reçu une réponse au cours
en drie weken voor de verkiezingen. des deux dernières semaines de mai, donc dans la
période de 3 à 4 semaines avant les élections.
Er zijn vier blokken van vragen : Il y a 4 groupes de questions :
1. Betreffende de overheidstekorten (en hoe deze 1. concernant le déficit des pouvoirs publics (et
op te lossen) comment les résoudre)
2. Over de activering van de bevolking 2. au sujet de la mise au travail de la population
3. Over de pensioenen 3. au sujet des pensions
4. Over de democratisering van het bedrijfsleven 4. au sujet de la démocratisation de la vie des
entreprises
De vragen en begeleidende tekst, zoals door de NCK Les questions et texte concomitant, comme ceux
aan de partijen opgestuurd, zijn telkens in italic envoyés par la CNC aux partis, sont fournis à chaque
weergegeven. De antwoorden van alle partijen fois en italique. Les réponses de tous les partis
volgen dadelijk op de vragen, en de partijen zijn suivent directement les questions, et les partis sont
alfabetisch gerangschikt op naam website. Het listés par ordre alphabétique. La réponse du CdH a
antwoord van de cdH werd via brief ontvangen en is été reçue par lettre manuscrite et a été encodée par
door ons overgetypt, kleine schrijffouten zijn daar nos soins. Des fautes de frappe sont possibles çà et là.
mogelijk.
De originele documenten zijn op onze website Les documents originaux sont disponibles sur notre
beschikbaar. site web.
Herman Claus Herman Claus

Voorzitter NCK Président CNC
1 juni 2010 1 juin 2010
ORGANISATION REPRESENTATIVE DES CADRES RECONNUE PAR A.R. DU 26/11/86

REPRESENTATIEVE ORGANISATIE VAN KADERLEDEN ERKEND BIJ K.B. VAN 26/11/86
Bld Lambermontlaan 171, B 4 • 1030 Bruxelles-Brussel
Tel. +32 (2) 420 43 34 • Fax +32 (2) 420 46 04 • E-mail : info@cnc-nck.be • http://www.cnc-nck.be
Compte bancaire • Bankrekening : 210-0683000-75
p 2 / 45
Ondervraagde partijen – partis contactées

(niet alle partijen hebben reeds geantwoord – pas tous les partis ont déjà répondu)
CD&V www.cdenv.be
ECOLO www.ecolo.be
FDF www.fdf.be
FN www.fn.be
GROEN www.groen.be
LDD www.ldd.be
CDH www.lecdh.be
MCC www.lemcc.be
MR www.mr.be
N-VA www.n-va.be
PP www.partipopulaire.be
PS www.ps.be
PVDA www.pvda.be
SP.A www.s-p-a.be
VIVANT www.vivant.org
Vlaams Belang www.vlaamsbelang.be
Open VLD www.vld.be
IMPORTANT
Ce document peut contenir des erreurs, on les corrige dès qu’on les aperçoit. La version la plus
récente de ce document se trouve sur www.nck-cnc.be > activités > élections 2010.
Si vous voulez utiliser ce document pour écrire un article, vérifiez toujours le contenu avec les
documents originaux qui se trouvent sur ce même site web.
BELANGRIJK
Dit document kan fouten bevatten. We corrigeren deze zodra we ze opmerken. De meest recente
versie van dit document vindt U op www.nck-cnc.be > activiteiten > verkiezingen 2010
Indien U dit document wenst te gebruiken om zelf een artikel te schrijven, verifieer steeds de inhoud
tegenover de originele documenten die U op dezelfde website terugvindt.
File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

printdate – version : 7/06/2010 16:14
p 3 / 45
1. Betreffende overheidstekorten.
Europa zal geen tekorten of schulden meer tolereren, en de eenmalige operaties zullen niet
meer aanvaard worden. De overheid zal bijgevolg extra gaan belasten én gaan bezuinigen.
Aan de kant van de inkomsten :
1.1. Wat vindt U van extra belastingen op spaargelden en vermogens ?
1.2. Welke nieuwe belastingen vindt U aanvaardbaar ?
Aan de kant van de uitgaven :
1.3. Denk U dat het wenselijk is het aantal ambtenaren te verminderen ? Of vindt U dat er
net meer ambtenaren nodig zijn ?
1.4. In Griekenland heeft men de wedden van de ambtenaren verlaagd. Kan dat ook in
België?
1. Concernant le déficit de l’état

L’Europe ne tolérera plus aucun déficit ou dette et les opérations ponctuelles ne seront plus
acceptées. Le gouvernement devra par conséquent augmenter les impôts ou (et) diminuer les
dépenses
Du côté des revenus :
1.1. Que pensez-vous des surtaxes sur l’épargne et les plus values?
1.2. Quels nouveaux impôts trouveriez-vous acceptables ?
Du côté des dépenses :
1.3. Pensez-vous qu’il soit souhaitable de diminuer le nombre de fonctionnaires ? Ou trouvez-
vous au contraire que plus de fonctionnaires sont nécessaires ?
1.4. En Grèce, on a baissé les salaires des fonctionnaires. Cela est-il aussi possible en
Belgique ?
Wat vindt U van extra belastingen op spaargelden en vermogens / Que pensez-vous des surtaxes
sur l’épargne et les plus values ?
CD&V : CD&V is geen voorstander van nieuwe belastingen op het vermogen op zich omdat dit tot
een onmiddellijke verarming leidt. De totale vermogensbelasting is in Europese vergelijking al
behoorlijk als ook de onroerende voorheffing (die in de feiten een vermogensbelasting is) en de
gemeentelijke taksen tweede verblijven worden meegerekend. CD&V ziet belastingen op
vermogen ook als een bevoegdheid voor de gewesten en niet voor de federale overheid (cfr
onroerende voorheffing, successierechten, registratierechten, verkeersbelasting…)
Daarentegen mag wel de vraag worden gesteld of de inkomsten uit vermogens wel rechtvaardig
worden belast, vooral in vergelijking met de belasting op arbeidsinkomsten. In een globale
strategie van een verschuiving van belastingen op arbeid naar alternatieven, kunnen we
bijvoorbeeld een harmonisering van de tarieven voor de roerende voorheffing gekoppeld aan het
afschaffen van bepaalde vrijstellingen en een aanpak van speculatieve winsten (in de strijd tegen
de speculatie op de euro) overwegen. CD&V wil daarbij absoluut het vrijgestelde spaarboekje
behouden.
ECOLO : Du côté des revenus : Afin d’assurer la viabilité financière de notre Etat, l’assainissement des
finances publiques, durement affectées par la crise, est une priorité d’Ecolo. Un retour rapide à
l’équilibre budgétaire, qui préserve toutefois les dépenses sociales et les capacités

p 4 / 45
d’investissement dans l’économie de demain, permettrait en effet de diminuer la charge de la

dette et de dégager de nouvelles recettes pour l’Etat.
Réponse sur la question : Certains types d’épargne bénéficient déjà d’avantages fiscaux divers
(notamment l’épargne pension) qu’Ecolo ne remet pas en cause
FDF : Notre programme précise que nous entendons assurer une taxation effective et raisonnée des
revenus de l’épargne (page 82). Nous sommes opposés à la (re)globalisation des revenus
immobiliers avec les autres sources de revenus et à la suppression des avantages fiscaux liés à
l’épargne-pension. Nous souhaitons assurer une taxation effective en poursuivant la signature de
conventions avec les autres pays afin d’échanger les informations nécessaires à la lutte contre
l’évasion fiscale.
FN : Vu la rage taxatoire qui frappe déjà le contribuable belge, il est hors de question de créer de
nouvelles taxes ou d'augmenter le taux des taxes existantes
GROEN! : Groen! wil de roerende en onroerende voorheffing afschaffen en vervangen door een
belasting op de opbrengsten uit grote vermogens. Deze belasting kan nu nog niet ingevoerd
worden omdat er geen vermogenskadaster bestaat. Daarom willen we een wetgeving die ervoor
zorgt dat financiële instellingen alle roerende vermogens aan de belastingdiensten kenbaar
maken (zoals nu al de arbeidsinkomsten bij de staat bekend zijn). Op die manier kunnen we
komen tot een ‘vermogenskadaster’, waardoor België op een geloofwaardige en efficiënte manier
een vermogenswinstbelasting kan invoeren.
Een bijkomend voordeel is dat dit vermogenskadaster ook een krachtig instrument zal zijn in de
strijd tegen de fiscale fraude. Door deze vermogenswinstbelasting sterk progressief te maken en
ze te koppelen aan de afschaffing van de roerende en onroerende voorheffing, zal de invoering
ervan een gevoelige belastingsverlaging betekenen voor zowat drie kwart van de bevolking. Bij de
concrete uitwerking van deze vermogenswinstbelasting stellen we als doel dat enkel de 15%
rijksten meer zullen betalen dan voorheen. Deze belasting zal tussen de 1 en 3 miljard euro
opleveren, afhankelijk van de gekozen modaliteiten.
LDD : No Reply Received
cdH : Réponse : un relèvement du taux du précompte mobilier est envisageable dans le cadre d'un
transfert de la fiscalité sur le travail vers la fiscalité sur le capital et la fiscalité environnementale
et en tenant compte du contexte européen (directive sur la fiscalité de J'épargne) et de la lutte
contre les paradis fiscaux (échange d'informations bancaires).
MCC : le MCC étant une composante du MR, il partage les positions de ce Mouvement
MR : En ce qui concerne la fiscalité sur l’épargne, nous estimons que les personnes qui ont épargné
tout au long de leur vie pour compléter leur pension ont le droit de bénéficier sereinement du
fruit de cette épargne.
Il faut aussi objectiver le débat et éviter les comparaisons parfois simplistes lorsque l’on compare
l’imposition des revenus du travail et du capital. Par exemple, l’on doit tenir compte de la double
imposition des revenus du capital (impôt des sociétés et précompte) et de l’effet de l’inflation. Sur
cette base, le Conseil Supérieur des Finances estime le taux réel de la pression fiscale sur les
actions à plus de 50% dans notre pays. Le fait que les prélèvements sur le travail restent trop
lourds n’a donc pas pour corolaire, comme le suggèrent d’aucuns, que le capital n’est pas imposé.
Loin s’en faut !
Ces dernières années, les investissements, et en particulier les investissements à risque, ont
connu des rendements souvent négatifs. Si l’on veut renforcer notre potentiel de croissance, il
faut encourager les placements à long terme dans l’économie plutôt que les décourager en
augmentant les impôts sur le capital à risque. La taxation des plus values devrait par ailleurs

p 5 / 45
s’accompagner d’une déduction pour moins values ce qui, compte tenu des rendements boursiers
de ces dernières années, pourrait paradoxalement engendrer un coût pour l’Etat. Nous ne
pensons donc pas que taxer les plus values de manière indiscriminée soit une mesure appropriée.
N-VA : In het huidige klimaat lijkt het ons prioritair om eerst werk te maken van een betere
regulering op Europees en internationaal vlak van de grote spelers op de financiële markten dan
de kleine belegger een belasting op te leggen op vermogen dat hij of zij uit arbeid heeft
opgebouwd. Deze maatregel is in globo een verkeerd signaal van de overheid die eerst zelf
financieel orde op zaken zal moeten stellen.
PP : No Reply Received
PS : Aujourd’hui, environ 70 % la fiscalité repose sur les revenus du travail et sur la consommation
des ménages. Certains revenus, ceux du capital en particulier, ne contribuent en rien. Ce que nous
voulons c’est un allégement de la fiscalité sur le travail, compensée par un élargissement de
l’assiette à ces revenus du capital qui ne contribue pas à la solidarité. Il va de soi qu’en aucune
manière ne sont visés l’épargne en bon père de famille de nos concitoyens ou les petits
placements.
PVDA : No Reply Received
SP.A : We zijn voorstander van een vermogenswinstbijdrage naar Nederlands model. We vervangen
de roerende en de onroerende voorheffing voor natuurlijke personen door een
vermogenswinstbijdrage op een door de wet bepaald notioneel rendement op het netto
vermogen van de belastingplichtige (bvb OLO 10 jaar). Dus we belasten enkel de notionele winst
van het vermogen, niet het vermogen zelf. De eigen woning, een som spaargeld equivalent aan de
huidige vrijstelling van onroerende voorheffing en de waarde van de eigen onderneming worden
vrijgesteld.
VIVANT : Spaargeld is meestal al een netto resultaat van belaste inkomsten, hetzij via de
personenbelasting, hetzij via andere lasten op arbeid. Er is geen draagvlak voor een bijkomende
belasting op vermogen en het zou economisch geen goede beslissing zijn omdat mensen met
kapitaal gunstiger oorden zouden opzoeken, zodat onze bevolking zou verarmen.
Vlaams Belang : De fiscale druk is reeds bijzonder hoog in België. Traditioneel bevindt het land zich in
de wereldtop inzake de belastingdruk. Het Vlaams Belang staat voor lagere en eenvoudigere
belastingen; nieuwe belastingen of verhogingen zijn uit den boze. Ook een vermogensbelasting
behoort niet tot de mogelijkheden. Het is een belasting op tegoeden die reeds belast geweest
zijn, is moeilijk in de praktijk correct toe te passen en zou enkel tot een nieuwe kapitaalvlucht
kunnen leiden. Daar verschillende landen momenteel dergelijke belasting afschaffen is trouwens
een teken aan de wand.
Open VLD : Open Vld is van mening dat belastingverhogingen ten allen prijze moeten vermeden
worden. Ons land behoort reeds tot de koplopers binnen de Europese Unie voor wat de hoogte
van de fiscale druk betreft en alles moet dan ook in het werk worden gesteld om deze te verlagen.
De roerende voorheffing is een belasting op de inkomsten uit vermogens en deze vermogens
werden doorgaans opgebouwd met inkomsten uit arbeid waarop reeds hoge belastingen werden
betaald. Open Vld is dan ook fel gekant tegen een vermogensbelasting en is van mening dat
inkomsten uit vermogens niet hoger moeten worden belast.
Quels nouveaux impôts trouveriez-vous acceptables / Welke nieuwe belastingen vindt U
aanvaardbaar ?
CD&V : CD&V is overtuigd van het feit dat de economische conjunctuur niet van aard is om zomaar
lineaire belastingverhogingen door te voeren. In vele gevallen zouden die de effecten van de
relancemaatregelen en de uitvoering van het IPA (meer dan 1,1 miljard euro lastenverlagingen

p 6 / 45
voor bedrijven) afremmen of zelfs te niet doen. Ook het herstel van de koopkracht die mede is
bepaald in een aantal positieve fiscale maatregelen zou worden afgeremd. Dit zou best worden
vermeden. Gegeven de reeds hoge lasten in ons land, moet de eerste focus liggen op het
verminderen van de uitgaven. Niet op het uitdenken van extra lasten.
Daarnaast is CD&V wel voorstander van een hervorming van de fiscaliteit waarbij de belastingen
op arbeid worden verlaagd en verschoven naar alternatieven, zoals ecofiscaliteit en het
schrappen van aftrekposten, belastingverminderingen en uitzonderingsregels die niet effectief of
niet sociaal rechtvaardig zijn. Dit zou meteen een drastische vereenvoudiging betekenen.
CD&V ziet dan ook de budgettaire sanering vooral in een vermindering van de uitgaven en een
effectieve en nog meer doorgedreven strijd tegen fiscale en sociale fraude.
ECOLO : Avant de créer de nouveaux impôts, Ecolo pense d’abord utile de mieux percevoir les impôts
existants et prévus par la loi. A cet égard, il est possible de récupérer une partie de la fraude
fiscale qui, d’après une récente étude de l’ULB, couterait près de 20 milliards d’euros par an. Une
lutte plus efficace contre la fraude sociale peut par ailleurs également doter l’Etat de moyens
utiles.
Ecolo propose par ailleurs d’instaurer la cotisation sociale rééquilibrée. Celle-ci ferait contribuer
tous les revenus à la solidarité tout en allégeant la pression sur le travail.
Enfin, on peut songer à des mécanismes fiscaux décourageant les comportements
écologiquement nuisibles. Notons toutefois que pour Ecolo, la fiscalité environnementale a un but
avant tout incitatif. Il ne s’agit pas de faire rentrer des sous dans les caisses de l’Etat, mais plutôt
d’induire des comportements plus respectueux de l’environnement. Des taxes accrues sur le
transport, ou le carbone n’ont pas vocation à financer notre système social. La fiscalité verte est
elle-même « biodégradable ». En tant qu’écologistes, nous affirmons clairement que la fiscalité
verte n’est pas un bouche trou, et qu’en ce qui nous concerne il faut une réforme fiscale verte
neutre pour le portefeuille du citoyen
FDF : Le Secrétaire d’Etat FDF sortant Bernard Clerfayt a clairement défini la stratégie du MR : nous
souhaitons évoluer vers une fiscalité verte (page 79) Il ne s’agit pas de créer des taxes
supplémentaires, mais bien de diminuer l’impôt sur les revenus des travailleurs pour taxer les
faits générateurs de pollution
FN : Aucun. Il faut au contraire en supprimer ou/et les réduire de façon considérable. Notre
compétitivité en dépend
GROEN! : Groen! wenst vooral tot een verschuiving te komen: minder lasten op arbeid, meer op
milieuvervuiling:
Een belangrijk element van een duurzame economie is de verschuiving van lasten, weg van arbeid
richting milieuvervuiling en energieverspilling. Bij de invoering van deze groene fiscaliteit gaan de
extra inkomsten dus in grote mate naar de verlaging van de loonlasten. Doordat groene fiscaliteit,
als indirecte belasting, in de praktijk een efficiëntere belastingsvorm is dan belasting op loon, zal
bovendien de belastingsdruk dalen bij gelijkblijvende overheidsinkomsten.
Arbeid wordt dus véél goedkoper. Dat zorgt onvermijdelijk voor heel wat extra jobs. Vooral de
bevolkingsgroepen die nu nog moeilijker aan werk raken, zullen bij uitstek profiteren van deze
sterke jobgroei. Zelfs het Federaal Planbureau heeft reeds gezegd deze overgang naar groene
fiscaliteit, zelfs volgens conservatieve schattingen, meer dan 50.000 banen zal opleveren in België.
Groene fiscaliteit
• Electrabel heeft als Belgisch overheidsbedrijf indertijd toestemming gekregen om haar
kerncentrales versneld af te schrijven. Dankzij die versnelde afschrijving boekt dit (nu Franse)

p 7 / 45
energiebedrijf grote overwinsten op kosten van de Belgische belastingsbetaler. Daarom willen

we die onrechtmatige winsten van Electrabel volledig afromen. Deze maatregel is een logische,
belangrijke en gerechtvaardigde bron van inkomsten die 1,5 à 2 miljard euro per jaar kan
opleveren.
• Invoering van de slimme kilometerheffing. België voert net als Nederland een slimme
kilometerheffing in. Die hangt af van de vervuiling, plaats en tijdstip van rijden. Een slimme
kilometerheffing is veel socialer en heeft een groter milieueffect dan een wegenvignet of de
bestaande autofiscaliteit. De opbrengst gaat naar het Sociaal Klimaatfonds (de integratie van
de zes bestaande federale energiefondsen, zie hoofdstuk ‘Klimaat en energie’). De invoering
van deze slimme kilometerheffing koppelen we aan een afschaffing van de huidige
autobelastingen. Een uitbreiding van de slimme kilometerheffing naar buitenlandse wagens op
onze wegen zou niet enkel logisch en rechtvaardig zijn, maar ook een extra inkomst betekenen
die kan oplopen tot 500 miljoen euro. Hiervoor zijn geen juridische bezwaren op het Europese
niveau. Bovendien zijn al heel wat Europese landen bezig met gelijkaardige initiatieven. Denk
maar aan het tolsysteem op de Franse wegen.
• Kerosinetaks. Wie een treinkaartje koopt, betaalt BTW, wie een vliegticket koopt niet. Wie de
tank van zijn auto volgooit, betaalt accijnzen, wie de tank van zijn vliegtuig volgooit niet. In
vergelijking met andere vervoersmiddelen is luchtverkeer nochtans enorm vervuilend. Het is
dan ook logisch om deze scheeftrekking op te lossen via een heffing. Groen! wil dus dat er
eindelijk accijnzen komen op kerosine en dat er 21% BTW wordt geheven op vliegtuigtickets.
• Groen! pleit ook voor een accijnsmodulering in functie van de milieuschadelijkheid van de
brandstof. Brandstoffen met een minder schadelijke milieu-impact worden daarbij minder
hoog belast.
cdH : Réponse. la solution n'est pas à trouver dans une augmentation des impôts existants qui pèsent
sur l'activité économique mais de recréer les conditions de la croissance. Avec la crise, ce sont 10
milliards de recettes fiscales qui ont disparu, principalement du côté de la TVA (moindre
consommation) et des impôt des sociétés (bénéfices en chute libre) Il est illusoire de croire que
c'est en taxant plus la base imposable subsistante que l’Etat financera efficacement la réduction
du déficit budgétaire Trois pistes sont privilégiées par le cdH un glissement de la fiscalité du
Travail vers le capital , la fiscalité environnementale et une lutte efficace contre la fraude fiscale et
sociale.
MR : Globalement, la pression fiscale belge est supérieure de 3% du PIB à la moyenne européenne,
ce qui correspond à pas moins de 10 milliards d’euro. Nous estimons dès lors que la rigueur
budgétaire doit porter principalement sur une maîtrise des dépenses publiques dont la croissance
devrait être inférieure à celle du PIB dans les prochaines années. L’effort en matière de dépenses
devra être supporté par tous les niveaux de pouvoirs en tenant compte de l’impact du
vieillissement de la population sur les dépenses de la sécurité sociale.
Compte tenu du niveau prohibitif des impôts et des charges qui pèsent sur le travail dans notre
pays, nous sommes en faveur d’un glissement progressif de la pression fiscale du travail vers
d’autres assiettes, notamment dans le domaine financier et de l’environnement. Dans cette
optique, le MR défendra au niveau européen la programmation sur le long terme (plus de 10 ans)
d’une véritable fiscalité verte. Nous avons aussi été l’un des premiers pays à introduire une taxe
sur les institutions financières et sommes ouverts à l’introduction de prélèvements raisonnables
sur les transactions financières.

p 8 / 45
N-VA : De globale fiscale druk mag niet meer stijgen. Om meer mensen aan het werk te krijgen en te
belonen wie hard werkt, hervormen we wel de inkomstenbelasting zodat werkende mensen met
een gemiddeld inkomen niet automatisch in het toptarief van 50% terechtkomen. In dit kader is
een verbreding of vergroening van de belastbare grondslag mogelijk. Maar dit mag niet dienen
om nieuwe inkomsten aan te boren, wel om de lasten op arbeid te verminderen. Het gaat dus om
een verschuiving van belastingen, niet om bijkomende belastingen.
PS : Nous voulons avant toute chose que l’on s’attelle à une lutte plus efficace contre la grande
fraude fiscale. Ce sont plusieurs milliards qui échappent ainsi au Trésor. Cela permettrait de
dégager des marges pour des politiques de relance et de soutien à l’emploi. Nous voulons aussi
une fiscalité plus juste qui ne repose plus pour l’essentiel sur les revenus du travail, lesquels
doivent pouvoir bénéficier d’allégements.
SP.A : Wij willen het tekort niet terugdringen op kap van de job of de koopkracht van gewone
werkende mensen. De personenbelasting moet dalen voor de lagere en middeninkomens.
De strijd tegen de fiscale fraude moet nu eindelijk resultaat opleveren. De overheid loopt jaarlijks
tot 20miljard euro mis, evenveel als het structureel tekort om tot evenwicht te komen in 2015. Dit
kan niet langer. Alle aanbevelingen van de fraudecommissie moeten uitgevoerd worden. De
werking van de FOD Financiën moet verbeterd worden, naar het model van de FOD sociale
zekerheid, zodat onze controleurs zoals in de buurlanden meer dan het dubbel van hun kost
opbrengen. Het kan, maar men moet het willen.
Nieuwe inkomsten moeten gezocht worden bij zij die het kunnen dragen:
• we vervangen de taks op uw spaargeld van de regering Leterme door een banktaks op
interbancaire financiering en derivatenfinanciering, dus op de rekening van de banken zelf.
• we pakken het misbruik van de notionele interestaftrek aan door speciale constructies die
geen enkele job maar alleen extra winst opleveren te verbieden en door de aftrek onmogelijk
te maken voor kapitaal dat al wettelijk verplicht is (zoals het kapitaal dat de banken verplicht
moeten aanhouden).
• we romen de winsten op de elektriciteit van afgeschreven kerncentrales af door een
aankoopcentrale of een motteballentaks
VIVANT : Vivant is wel voorstander van een kleine heffing op financiële transacties en speculatieve
geldtransfers. Speculatieve transacties dragen niets bij aan de reële economie, vaak integendeel
want zij ondermijnen de stabiliteit van de economie. Daarnaast pleit Vivant sinds haar ontstaan
voor een verschuiving van belastingen weg van arbeid, gericht naar bijvoorbeeld
milieuvervuilende processen en producten = smart and green taxation
Vlaams Belang : Zie vorig puntje. Eventuele nieuwe lasten kunnen enkel in de plaats komen van een
verlaging of afschaffing van een andere belasting. Een verhoging van de totale fiscale druk moet
echter ten allen tijde vermeden worden. Integendeel, zodra de budgettaire toestand het toelaat,
moet gestreefd worden naar een verlaging van de fiscaliteit.
Open VLD : Zoals reeds gezegd, is Open Vld gekant tegen elke vorm van belastingverhoging en tegen
het invoeren van nieuwe belastingen. Open Vld stelt wel een verschuiving voor van de lasten op
arbeid naar de lasten op consumptie en op milieuvervuilende activiteiten.

p 9 / 45
Denk U dat het wenselijk is het aantal ambtenaren te verminderen ? Of vindt U dat er net meer
ambtenaren nodig zijn / Pensez-vous qu’il soit souhaitable de diminuer le nombre de
fonctionnaires ? Ou trouvez-vous au contraire que plus de fonctionnaires sont nécessaires ?
CD&V : We mogen de discussie niet herleiden tot een debat over het aantal ambtenaren; belangrijk
is wat we willen inzake de aard, de kwaliteit en de efficiëntie van de dienstverlening door de
overheid. Daarnaast mag het vraagstuk ook niet beperkt worden tot het federale niveau; het
totale ambtenarenkorps ( inclusief gemeenschaps-, regionaal, provinciaal, gemeentelijk ) moet in
rekening gebracht te worden. Feit is dat er zich de jongste jaren een stijging voordeed van het
aantal ambtenaren buiten de federale overheid, en niet bij de federale overheid. Wat het federale
niveau betreft wordt verwacht dat 11.5% van de federale ambtenaren, tijdens de volgende
legislatuur op pensioen zal gaan. Bij zulke grote vertrekcijfers is de vraag wie je gaat vervangen en
door welk profiel. Daartoe is de jongste jaren een belangrijke aanzet gegeven met het selectief
vervangingsbeleid, 1 op 3 gepensioneerden werden niet vervangen, en daardoor is ruimte
vrijgemaakt voor bijkomende inspanningen, vooral voor veiligheidspersoneel (gevangenissen,
politie, …). Het ambtenarendebat moet voor CD&V één van de prioriteiten zijn van de volgende
legislatuur. De grote pensioneringsgolf biedt de volgende regering een uitgelezen kans om het
selectieve vervangingsbeleid verder door te zetten, en dit te monitoren via een sociale duurzame
balans van de overheidsdiensten.
ECOLO : De nombreux besoins collectifs auxquels aspirent les citoyens ne sont pas suffisamment
rencontrés par les services publics. Dans ce contexte, Ecolo préfère renforcer l’efficacité des
services prestés en partant, département par département, des demandes et des effectifs
existants pour réajuster les besoins en effectifs, plutôt que de se lancer dans des déclarations
quant à un nombre de fonctionnaires « optimal ».
FDF : Nous souhaitons recentrer les services publics sur les besoins (pages 251 à 257) en rendant la
fonction publique attractive et dynamique. Cela n’implique pas nécessairement une modification
du nombre de fonctionnaires, mais bien une gestion plus dynamique des ressources humaines.
Ainsi, l’emploi statutaire devrait selon nous rester la règle générale, mais il faudrait améliorer la
mobilité effective des agents tout en rétribuant davantage l’efficacité, la formation et l’expérience
FN : La Belgique compte déjà un nombre de fonctionnaires beaucoup plus important que la moyenne
européenne. Ces fonctionnaires sont payés par une pression extraordinairement importante sur
les salaires, ce qui nuit à notre compétitivité (tant européenne que internationale). Pourquoi une
entreprise viendrait-elle investir en Belgique, recruter des salariés belges, payer des charges
exorbitantes alors qu'elle peut trouver mieux et moins chers chez nos voisins ( y compris français).
Il y a donc un déficit d'entreprises en Belgique et le corrolaire de cela est un nombre de chomeurs
là aussi extraordinairement élevé
De plus, lorsque certains patrons de ministères annoncent (se vantent ?) que leur administration
peut fonctionner avec un tiers d'effectifs en moins, il faut drastiquement diminuer le nombre de
fonctionnaires dans ces administrations ! (par le non remplacement des départs à la retraite. Le
départ en retraite de la génération du baby boom est une opportunité rêvée pour ce faire).
Certains musées comptent des effectifs 3 fois supérieurs au cadre prévu (cfr rapports de la cour
des comptes). Bref il faut adapter le nombre de fonctionnaires aux besoins réels et impératifs.
Autres pistes : supprimer les provinces, supprimer certaines missions inutiles,... Bref opérer une
véritable révolution des moeurs administratifs où le résultat sera une véritable rationalisation de
la dépense publique. Ne pas la faire c'est continuer à s'enfoncer.
Il doit toutefois y avoir des secteurs protégés: la police (où les cadres actuels ne sont même pas
remplis, cfr la situation bruxelloise) et la justice (idem)

p 10 / 45
GROEN! : Groen! wenst een zuinige en efficiënte overheid. Een toename van het aantal ambtenaren
is daarbij noch wenselijk noch haalbaar. Omgekeerd is een lineaire daling evenmin een
verstandige norm, maar moet departement per departement bekeken worden waar
efficiëntiewinst mogelijk is.
cdH : La fonction publique fédérale n’a quasiment pas vu augmenter son nombre de fonctionnaires
ces dernières années. Les plus gros départements que sont le SPF Finances et le SPF Justice ont
perdu un nombre important de fonctionnaires ces dernières années Ce mouvement va continuer
dans le futur avec ia mise à la retraite de centaines d'agents
Il est important de continuer à bénéficier d'une administration compétente pour permettre à
l'Etat d'exercer ses missions par rapport aux citoyens.
Poser la question du nombre de fonctionnaires sans tenir compte du travail fourni par les agents
n’a pas vraiment de sens en soi. Ce qui est important c'est de bénéficier de personnel formé et
compétent.
Aussi, nous sommes favorables à maintenir une politique de recrutement cohérente et en
adéquation avec les missions confiées aux différents départements. Ces recrutements doivent se
faire selon les moyens budgétaires actuellement disponibles, en fonction du nombre d'agents
retraités à remplacer, elles doivent viser avant tout à cibler les fonctions importantes de notre
administration
MR : Il faut que chaque administration dispose d'un plan de personnel reflétant exactement ses
besoins réels (sic).
Cela implique nécessairement que dans un certain nombre de cas, les départs à la retraite ne
seront pas intégralement compensés par des engagements.
Des objectifs chiffrés, en la matière, n'ont pas réellement de sens. Ce qui importe avant tout, c'est
que par la fin des compensations systématiques des départs, mais aussi par une mobilité facilitée
des fonctionnaires, par une politique de formation permanente, par la généralisation et
l'intégration dans la carrière, de méthodes rigoureuses d'évaluation, chaque administration soit
dotée des moyens humains nécessaires pour remplir les missions qui lui sont fixées.
Le juste Etat (sic), celui que nous défendons, c'est aussi un service public recentré sur ses
missions, et où la continuité du service public est assurée. Au sens large, mais aussi au sens
premier : il faut notamment un service minimum dans les transports publics (sic) en cas de grève.
N-VA : Het federale ambtenarenkorps is het oudste in Europa en in 2009 zelfs van de hele OESO. De
pensioneringsgolf biedt de federale administratie een uitgelezen kans om een ingrijpende
efficiëntieoefening door te voeren, zonder één enkel ontslag. Een afslanking van het
ambtenarenapparaat en een verhoging van de efficiëntie van de overheid kan enkel op basis van
een plan. De N-VA wil een selectieve afslanking doorvoeren op basis van een onderbouwde visie
op de overheidstaken. Voor de ene taak moet het aantal ambtenaren behouden blijven of zelfs
stijgen, voor andere zijn er minder ambtenaren nodig.. Het Rekenhof dient de opdracht te krijgen
om jaarlijks te rapporteren over de evolutie van het aantal ambtenaren en de personeelskosten.
PS : Il n’est pas question de réduire le nombre d’infirmières, de policiers, d’enseignants ou de
pompiers alors même que les besoins sont importants. Nous voulons une meilleure répartition de
l’emploi public en fonction des besoins.

p 11 / 45

SP.A : Het aantal ambtenaren is voor ons geen indicator, wel de meting van dienstverlening en van
de kost om die te leveren. Wij vinden dat betere dienstverlening aan een lagere kost mogelijk
blijft in de meeste takken van de overheid. Sommige overheidsdiensten, zoals de FOD sociale
zekerheid, hebben al verregaande stappen gezet. Andere, zoals de FOD Financiën en Justitie,
hebben veel geld in informatisering gestopt zonder noemenswaardig resultaat. Ons voorstel is om
de topambtenaren te verplichten de beste praktijken, dus de beste dienstverlening voor de
laagste kost, in hun diensten in te voeren. Een kwaliteitskamer moet erop toezien dat dit effectief
gebeurt.
VIVANT : België telt veel te veel ambtenaren. Roland Duchatelet introduceerde vijftien jaar geleden
het concept van “efficiëntieverbetering” bij de overheid en is zeer blij dat dit concept door andere
politieke partijen wordt overgenomen
Vlaams Belang : Aangezien er zo snel mogelijk een evenwicht op de begroting dient gerealiseerd te
worden en nieuwe inkomsten of schuld vermeden moeten worden, zijn aanzienlijke ingrepen in
de primaire uitgaven noodzakelijk. De Belgische publieke sector blijkt daarenboven bijzonder
inefficiënt. Voka berekende onder meer dat, om het aantal ambtenaren in lijn te brengen met de
buurlanden, er ongeveer 70.000 moeten verdwijnen. Dat cijfer komt overeen met het aantal
ambtenaren dat de volgende tien jaar op pensioen gaat. Dergelijke evolutie opent belangrijke
perspectieven om eindelijk werk te maken van een afslanking van het overheidsapparaat.
Open VLD : Inzake de omvang van het overheidsapparaat behoort ons land tot de wereldtop. Op alle
niveaus (federaal, gewesten en gemeenschappen, lokale besturen…) moet de volgende jaren het
aantal ambtenaren verminderen. Het feit dat er het komende decennium tienduizenden
babyboomers met pensioen gaan, biedt daartoe een uitgelezen opportuniteit. Door een
wervingsstop, waarbij we ambtenaren die op pensioen gaan niet of nauwelijks vervangen
(behalve voor veiligheidsdiensten zoals politie en justitie) realiseren we op termijn een belangrijke
besparing van de overheidsuitgaven. Op die manier zet ons land een belangrijke stap richting
Europees gemiddelde. Wellicht zal die vermindering niet lineair kunnen gebeuren, noch qua
dienst noch qua niveau. Open Vld wil dat de totale kost van de overheid zakt van 5.000 euro tot
4.000 euro per inwoner in 2020. We moeten vermijden dat de afbouw ten koste gaat van de
kerntaken van de overheid. Dat is mogelijk door (i) een doorgedreven modernisering en
informatisering; (ii) het kerntakendebat: doet de overheid geen dingen die hetzij beter aan de
private sector kunnen worden uitbesteed of zelfs kortweg geschrapt worden; (iii)
efficiëntiewinsten en schaalvoordelen mbt de uitoefening van bevoegdheden binnen onze
staatsstructuur
En Grèce, on a baissé les salaires des fonctionnaires. Cela est-il aussi possible en Belgique / In
Griekenland heeft men de wedden van de ambtenaren verlaagd. Kan dat ook in België
CD&V : De weddenschalen van de ambtenaren zijn vandaag marktconform. Het is belangrijk
overheidsfuncties, zowel bij de federale als bij de andere overheden, attractief te houden om
talenten te behouden en blijvend te kunnen aantrekken, te meer daar er krapte op de
arbeidsmarkt komt. Daarom is de opportuniteit van een dergelijke maatregel erg twijfelachtig.
Het is juridisch mogelijk om de weddenschalen van ambtenaren te verlagen, maar dit zou zware
wijzigingen van de regelgeving vergen. De wedden van contractuele ambtenaren zijn beschermd
tegen eenzijdige wijziging van het arbeidscontract. Dit zou in ieder geval de bestaande sociale
vrede niet ten goede komen.
ECOLO : Voir ci-dessus
FDF : La situation n’est pas comparable. Les gouvernements grecs successifs quels que fussent les
partis au pouvoir ont mené des politiques très laxistes en matière de finances publiques et ont

p 12 / 45
littéralement fait exploser les effectifs de la fonction publique. Ils doivent maintenant prendre
des mesures drastiques que nous n’envisageons pas en Belgique
FN : Non, sauf pour les (très) hauts fonctionnaires. Compte tenu de ce qui précède, il est hors de
question que les fonctionnaires de base payent pour les erreurs causées par les incompétents et
les crapules (sic et resic !) qui nous dirigent
GROEN! : Groen! vindt dit in de huidige context niet wenselijk.
Wel is het noodzakelijk de performantie te vergroten, ondermeer op Financiën. Uit recente
studies bleek dat de fiscale fraude onze staat naar schatting 30 miljard euro op jaarbasis kost.
Volgens de nationale Bank kan 10 procent daarvan vrij gemakkelijk geïnd worden. Dat komt neer
op meer dan 3 miljard euro. Volgens onderzoek van professor Maus zal bij een goed werkende
opsporing van fiscale fraude de meeropbrengst zelfs stijgen tot 15 miljard euro. Groen! wil dan
ook extra middelen inzetten voor het opsporen van fiscale fraude volstaat niet. naast het
chronisch tekort aan middelen is ook onze veel te complexe financiële wetgeving een belangrijke
oorzaak van de Belgische wildgroei aan fiscale fraude. Deze al te complexe wetgeving zorgt samen
met een nijpend gebrek aan personeel en middelen voor een veel te lage pakkans. Zo werd in
2007 slechts 0,55% van de belastingplichtigen gecontroleerd voor de inkomstenbelasting en
2,29% voor de BTW. Het is dus noodzakelijk dat onze fiscale wetgeving sterk vereenvoudigd
wordt. Dit kan best gebeuren in een bredere fiscale hervorming, weg van lasten op arbeid,
richting ‘de vervuiler betaalt’.
cdH : Les salaires de la fonction publique, bien que confortables, restent en général en delà des
conditions salariales offertes par le secteur privé. Il a été prouve que si notre pays a réussi à bien
résister à la crise financière, c'est notamment grâce au nombre important d'agents publics ou
bénéficiant d'emplois subventionnés, qui continuent à percevoir leur salaire et ainsi stabilisent
notre économie. Diminuer en tant que tels les salaires des fonctionnaires n'aurait pas vraiment de
sens. Une autre piste consisterait à garder le plus longtemps possible des agents en service avant
rage de la retraite. dans la fonction publique l’âge moyen de départ à la retraite se situe autour de
60 ans Arriver à une moyenne de 63 ou 64 ans serait idéal. Il en est de même pour le secteur
prive.
MR : La question de la baisse des salaires des fonctionnaires n’est pas d’actualité en Belgique. En
effet, alors que la Grèce connaît un déficit budgétaire proche des 14% en 2009, la Belgique
poursuit sa trajectoire budgétaire visant à réduire notre déficit en-dessous de 3% dès 2012 et
d’atteindre l’équilibre en 2015. Les deux situations ne sont donc pas comparables.
Le MR s’engage à poursuivre la gestion saine, responsable et efficace des finances publiques tout
en soutenant la croissance et en répondant au défi démographique.
N-VA : De toestand in dit land is nog niet te vergelijken met Griekenland. Maar als we niets doen,
kunnen we daar op termijn wel terechtkomen. Daarom moet de hogergenoemde afslanking (zie
vraag 1.3) opgevolgd te worden en moeten instrumenten in het leven worden geroepen om in te
grijpen op het loon van leidende ambtenaren wanneer doelstellingen niet worden gehaald.
PS : La situation dramatique de la Grèce causée par une mauvaise gestion de la droite et par la crise
des marchés financiers n’est heureusement pas comparable à la situation en Belgique. Il n’est pas
question pour le PS de faire payer aux agents des services publics la crise provoquée par les
spéculateurs.

p 13 / 45

SP.A : Neen. Dit is niet aan de orde. Wel zal er in de volgende protocollen rekening moeten
gehouden worden met de beperkte budgettaire marge, net zoals dat voor alle werkenden in onze
economie het geval is. We wensen naar schaalvergroting te gaan wat het aantal managers zal
doen dalen en dus een besparing uitmaakt … Daarnaast dienen geleidelijk aan de
managementfuncties herwogen worden.
VIVANT : De arbeidsmobiliteit tussen overheid en privé moet verhoogd worden. Daartoe moet de
verloning en het statuut vergelijkbaar worden. Op termijn is een harmonisering van de
pensioenen van ambtenaren versus die van andere tewerkstellingsstatuten aan de orde: dus die
moet nu worden ingepland om binnen 35 jaar gerealiseerd te zijn.
Vlaams Belang : De Griekse situatie is niet echt te vergelijken met de Belgische. Dit neemt niet weg
dat ook in dit land maatregelen nodig zijn om alsnog op termijn een Grieks scenario te vermijden.
Een reële verlaging van de lonen is dan ook momenteel niet aan de orde, maar in de toekomst
zullen geen cadeaus meer kunnen uitgedeeld worden.
Open VLD : Open Vld is daar geen voorstander van. We willen de koopkracht van iedereen veilig
stellen. Maar om Griekse toestanden te vermijden zullen er wel grondige hervormingen moeten
komen. Loonmatiging, in de publieke en in de private sector, zal in de komende jaren nodig zijn.

p 14 / 45
2. Over de activering van de bevolking.

Het is belangrijk dat er zoveel mogelijk mensen aan het werk zijn. Niet alleen uit economisch
standpunt, maar ook omdat werk een belangrijk deel is van iemands leven en eigenwaarde.
2.1. Stel dat een algehele loonmatiging zich opdringt, zou Uw partij instemmen met het
overslaan van drie opeenvolgende indexeringen voor alle lonen, wedden, uitkeringen etc
met als enige uitzondering de minimumlonen, minimumpensioenen en het
levensminimum (dus bijzonder restrictief), waarbij de bedrijven deze loonindexeringen
integraal zouden doorstorten naar de overheid om de schulden te delgen (cfr devaluatie
en indexsprongen in de jaren 80).
2.2. Hoeveel vindt Uw partij dat het minimale verschil (in %) in inkomen zou moeten zijn
tussen iemand die meerdere jaren werklozensteun ontvangt, en iemand die voltijds
werkt aan een minimumloon.
2.3. Op dit ogenblik is de belastingdruk op kaderleden dusdanig dat een ingenieur meer
verdient door zelf zijn tuin te onderhouden in plaats van een tuinman te betalen, dan
door producten te creëren die werk scheppen in zijn bedrijf. Vindt U dit goed, of is hier
volgens U een probleem.
2.4. Wat vindt U van het doorgeefsysteem voor overuren : wie als kaderlid overwerkt
ontvangt in ruil hiervoor dienstencheques om evenveel uren te laten presteren door
laaggeschoolden die hij vrij kan verhandelen.
2. Au sujet de l'activation de la population

Il est important que le plus possible de gens soient au travail. Non seulement d’un point de
vue économique, mais aussi parce que le travail est une partie importante de la vie de
quelqu’un et du respect de soi.
2.1. Supposons qu'une modération de salaire totale s’impose. Votre parti accepterait- il de
sauter trois indexations consécutives de tous les traitements, salaires, avantages, etc. à
la seule exception des salaires minimum, des pensions minimales et du minimum vital
(donc des exceptions très restrictives ) ? Les sociétés qui en bénéficieraient verseraient
intégralement ces montants d'indexation au gouvernement pour apurer des dettes (cf. la
dévaluation et les sauts d'indice dans les années 80).
2.2. Quelle devrait être pour votre parti la différence minimale (en %) de revenu entre
quelqu'un qui émarge au chômage depuis plusieurs années, et quelqu'un qui travaille à
temps plein au salaire minimum ?
2.3. Actuellement, la pression fiscale sur les cadres est telle qu’un ingénieur gagne plus en
entretenant lui-même son jardin au lieu de payer un jardinier, alors qu’il devrait
imaginer des produits qui créent de l'emploi dans sa société. Approuvez-vous ceci, ou
est-ce un problème pour vous ?
2.4. Que pensez-vous d'un « système de transmission » des heures supplémentaires ? Le
cadre qui preste des heures supplémentaires reçoit en échange des chèques services qu'il
peut négocier librement pour faire prester un nombre d'heures identique par des
personnes faiblement scolarisées.

p 15 / 45
Stel dat een algehele loonmatiging zich opdringt, zou Uw partij instemmen met het overslaan van
drie opeenvolgende indexeringen voor alle lonen, wedden, uitkeringen etc met als enige
uitzondering de minimumlonen, minimumpensioenen en het levensminimum (dus bijzonder
restrictief), waarbij de bedrijven deze loonindexeringen integraal zouden doorstorten naar de
overheid om de schulden te delgen (cfr devaluatie en indexsprongen in de jaren 80). / Supposons
qu'une modération de salaire totale s’impose. Votre parti accepterait- il de sauter trois indexations
consécutives de tous les traitements, salaires, avantages, etc. à la seule exception des salaires
minimum, des pensions minimales et du minimum vital (donc des exceptions très restrictives ) ? Les
sociétés qui en bénéficieraient verseraient intégralement ces montants d'indexation au
gouvernement pour apurer des dettes (cf. la dévaluation et les sauts d'indice dans les années 80).
CD&V : CD&V is van oordeel dat de wet van 1996 over de concurrentiekracht moet worden
nageleefd. Dit houdt in dat de loonkosten in ons land niet sneller mogen evolueren dan in de drie
buurlanden. De loonnorm moet derhalve zo worden bepaald dat de lonen niet sneller stijgen dan
in de ons omringende landen. De wet bepaalt verder dat steeds de indexeringsmechanismen
behouden moeten blijven. Het gevolg hiervan is dat eventuele overschrijdingen van de groei van
de lonen in de andere landen ten gevolge van snelle indexeringen in ons land, in daaropvolgende
periodes moeten worden ingehaald door lagere loonnormen (en dus lagere reële loonstijgingen).
Dit mechanisme, indien correct toegepast, volstaat om de concurrentiekracht van onze bedrijven
te vrijwaren, zeker aangezien het land dat het zwaarst doorweegt in de vergelijking (want het gaat
om een gewogen gemiddelde) Duitsland is, dat de afgelopen jaren zijn lonen sterk heeft
gematigd.
ECOLO : Général : Ecolo estime tout comme vous qu’un travail de qualité disponible pour tous doit
être un objectif majeur des politiques mises en œuvre.
Réponse : Une modération salariale totale ne nous parait pas une solution optimale. En diminuant
le pouvoir d’achat des citoyens, cette modération salariale totale pourrait en effet être
contreproductive d’un point de vue économique. Pour Ecolo, la relance économique passe aussi
par la relance de la demande des citoyens.
FDF : Ce n’est pas à l’ordre du jour. Nous souhaitons au contraire mieux « récompenser le travail »
en augmentant le salaire net et en diminuant les frais liés à l’activité professionnelle (page 48).
FN : Mais les salaires sont déjà ” modérés” ! Il est hors de question que les salariés, ouviers,... paient
pour les erreurs commises par les incompétents et les crapules (sic et resic!) qui sont
responsables de ces erreurs. Il y a d'autres pistes, notamment celles mentionnées plus haut
GROEN! : Neen, omdat dit niet past in een logica van lastenverschuiving van lasten op arbeid naar
lasten op inkomsten uit grote vermogens enmilieuvervuiling.
Groen! wil een belasting op de opbrengsten uit grote vermogens. Deze belasting kan nu nog niet
ingevoerd worden omdat er geen vermogenskadaster bestaat. Daarom willen we een wetgeving
die ervoor zorgt dat financiële instellingen alle roerende vermogens aan de belastingdiensten
kenbaar maken (zoals nu al de arbeidsinkomsten bij de staat bekend zijn). Op die manier kunnen
we komen tot een ‘vermogenskadaster’, waardoor België op een geloofwaardige en efficiënte
manier een vermogenswinstbelasting kan invoeren.
Een bijkomend voordeel is dat dit vermogenskadaster ook een krachtig instrument zal zijn in de
strijd tegen de fiscale fraude. Door deze vermogenswinstbelasting sterk progressief te maken en
ze te koppelen aan de afschaffing van de roerende en onroerende voorheffing, zal de invoering
ervan een gevoelige belastingsverlaging betekenen voor zowat drie kwart van de bevolking. Bij de
concrete uitwerking van deze vermogenswinstbelasting stellen we als doel dat enkel de 15%

p 16 / 45
rijksten meer zullen betalen dan voorheen. Deze belasting zal tussen de 1 en 3 miljard euro
opleveren, afhankelijk van de gekozen modaliteiten.
cdH : Réponse . Nous ne sommes pas favorables aux sauts d'index La situation actuelle n'exige pas
qu’une cure d'austérité budgétaire soit mise à l'ordre du jour. Nous privilégions la rigueur dans la
gestion des deniers publics. La proposition telle qu'elle est exprimée ne rencontre pas la nécessité
de promouvoir la création d'emplois dans notre pays En effet, elle fait peser sur les revenus du
travail, en l'occurrence ici sur le pouvoir d'achat (principalement des personnes percevant un
salaire moyen) l'assainissement de finances publiques sans pour autant réduire le coût du travail.
MR : D’après les prévisions d’inflation du Bureau fédéral du plan, le prochain dépassement de
l'indice-pivot (qui s'élève actuellement à 112,72) devrait se produire en décembre 2010. Par
conséquent, les allocations sociales et les salaires dans la fonction publique seraient adaptés au
coût de la vie, en d'autres termes augmentés de 2%, respectivement en janvier 2011 et en février
2011. Pour les salaires du secteur privé, l’application du saut de l’index peut varier d’un secteur à
l’autre.
Dès lors que l’éventuelle indexation n’interviendra qu’à partir de 2011, il reviendra aux
interlocuteurs sociaux dans le cadre de la conclusion d’un accord interprofessionnel 2011-2012 de
s’accorder tant sur la question de la norme salariale (sur base de l’évolution des salaires attendue
en Allemagne, en France et aux Pays-Bas - rapport du Conseil Central de l’Economie) que sur des
mesures visant à garantir la compétitivité des entreprises.
La modération salariale n'est toutefois pas la panacée. Aussi, afin de faire face notamment aux
difficultés structurelles du marché du travail, et en concertation avec les partenaires sociaux, il
faudra que le prochain Gouvernement définisse de nouveaux modes de financement de la
sécurité sociale. Ce financement doit contribuer à alléger les charges sur le travail via une
diminution des cotisations sociales et de la fiscalité sur les revenus du travail. Il pourrait se faire,
en concertation avec les autorités européennes, par un prélèvement sur les transactions
financières ou sur les activités émettrices de CO2 à l’échelle européenne
N-VA : Loonmatiging is een belangrijke randvoorwaarde richting economisch herstel en moet onze
ondernemingen een betere concurrentiepositie opleveren t.a.v. onze rechtstreekse concurrenten
(zoals Duitsland). In dit voorstel blijft de loonkost even hoog (indexeringen worden niet naar
werknemers doorgestort maar naar de overheid), krijgt de overheid geen enkele impuls om
zuiniger en efficiënter te werken en vermindert de koopkracht van de werknemers. Dit is dus een
bijzonder domme maatregel die de N-VA zelfs niet zou overwegen.
PS : Le PS s’opposera à toute remise en question de l’indexation automatique des salaires. Les
travailleurs, qu’ils soient ouvriers, employés ou cadres, ont déjà payé chèrement la crise.
SP.A : Nee. Hier worden trouwens meerdere doelstellingen dooreen gehaald : loonmatiging (die
volgens ons dient voor het versterken van de concurrentiepositie en de werkgelegenheid) en het
saneren van de overheidsfinanciën. De loonnorm wordt in ons land tweejaarlijks afgesproken in
het sociaal overleg , zoals geregeld in de Wet van 1996 op het Concurrentievermogen. Die Wet
garandeert minimaal de koppeling van de lonen aan de indexevolutie en dat wensen wij zo te
behouden

p 17 / 45
VIVANT : Loonmatiging is een foute oplossing. Minder belasting op het loon is de juiste oplossing. De
belasting op arbeid in dit land is de hoogste ter wereld en moet dringend verlagen. De koopkracht
van de bevolking verlagen is immers geen oplossing. Het overheidsapparaat verkleinen wel, want
dan kan de belasting op arbeid verminderen.
Vlaams Belang : Dergelijke maatregel zou pas in allerlaatste instantie overwogen mogen worden. Dit
tast de koopkracht van nagenoeg iedereen aan, wat directe gevolgen zou hebben voor de
economische groei. Er zijn momenteel nog tal van andere besparingsmaatregelen mogelijk. Indien
de lonen en uitkeringen toch nog op een of andere manier moeten bijdragen tot de sanering kan
misschien gedacht worden aan een (beperkte) netto-indexering, wat de koopkracht toch enigszins
op peil kan houden zonder een nieuwe ontsporing in gang te zetten.
Open VLD : In de huidige economische context stelt Open Vld dat loonmatiging nodig zal zijn, maw
geen extra loon bovenop de index. Wij willen niet raken aan de automatische index.
Hoeveel vindt Uw partij dat het minimale verschil (in %) in inkomen zou moeten zijn tussen iemand
die meerdere jaren werklozensteun ontvangt, en iemand die voltijds werkt aan een minimumloon.
/ Quelle devrait être pour votre parti la différence minimale (en %) de revenu entre quelqu'un qui
émarge au chômage depuis plusieurs années, et quelqu'un qui travaille à temps plein au salaire
minimum ?
CD&V : Een dergelijk verschil kan moeilijk algemeen worden uitgedrukt. In de afweging of werken
voldoende rendeert om van een uitkeringssituatie naar een werksituatie te gaan, spelen zeer
individuele motieven. Sommige mensen zouden steeds gaan werken, zelfs als dit minder oplevert
dan niet-werken. Anderen gaan zelfs nog niet werken als het verschil vele tientallen procenten
bedraagt. Wellicht spelen het vermogen en de leeftijd ook een rol. Bovendien zijn er ook niet-
financiële werkloosheidsvallen, zoals bijvoorbeeld de afstand tot het werk of de wenselijkheid om
een kind zelf op te voeden. Het Verslag van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid gaat ervan uit
dat het er minimaal 15% extra netto-inkomen verworven zou moeten worden. Eigenlijk is dit
arbitrair. Aangezien de strijd tegen deze werkloosheidsvallen ook geld kost, is het belangrijker te
weten waarop men inzet. CD&V wenst de komende jaren het volgende te doen inzake
inactiviteitsvallen:
- Bij voorkeur stimulansen te geven door een verdere verhoging van de belastingvrije som. In
de voorbije legislatuur werd de belastingsvrije voor arbeidsinkomens lager dan 22.873 euro
al opgetrokken van 6.150 euro naar 6.400 euro. De verhoging van de belastingvrije som
creëert in tegenstelling tot de meeste andere incentives geen inactiviteits- en
promotievallen. De verschillende versnipperde maatregelen ten voordele van
arbeidsinkomen (werkbonus, federale jobkorting) worden omgezet in een verhoging van de
belastingvrije som.
- Inactiviteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap verder af te bouwen
(terugkeermogelijkheden, mogelijkheden om zonder verlies van uitkering een opleiding te
volgen en het werk geleidelijk te hervatten, …).
- Prioritair in te zetten op de vermindering van de werkloosheidsvallen voor deeltijdse
werknemers (vooral in het geval van alleenstaande ouders) .
- Sociale maatregelen verbonden aan het statuut van werkloosheids- of bijstandstrekker
daarvan los te koppelen. Dergelijke maatregelen ontmoedigen mensen om een job aan te
nemen.
ECOLO : Les études portent habituellement cette différence minimale entre 15 et 20%. Dans la
mesure où Ecolo ne souhaite pas que les citoyens vivent en deçà de la dignité humaine, nous
pensons que le meilleur moyen de relever l’écart consiste d’une part à augmenter le « bonus à
l’emploi » et d’autre part à relever le salaire minimum, lequel n’a pas suffisamment suivi
l’évolution des fruits de la productivité depuis plus de vingt ans.

p 18 / 45
FDF : Fixer une différence en termes de revenus ne me paraît pas opportun : même si un différentiel
trop faible entre le revenu de remplacement et un revenu salarial potentiel peut constituer en
soi un frein à la recherche d’un emploi, j’estime qu’il faut tenir compte des frais liés à l’activité
professionnelle (gardes d’enfants, frais de déplacement,…).
Ces frais peuvent même être plus importants que le différentiel financier existant entre un salaire
et un revenu de remplacement. Notre programme comporte des mesures en vue de diminuer ces
frais ( page 48).
FN : La plus large possible. Il s'agit du piège à l'emploi par excellence: un chomeur n'a financièrement
pas intéret à travailler s'il peut gagner plus au chomage ! Contrairement au programme du MR &
co, cette différence doit se faire à l'avantage du travailleur, pas au désavantage du chômeur ! (sic)
Il est là aussi hors de question que les chômeurs paient pour la faute de nos gouvernants
alcooliques ou/et cupides
GROEN! : Het verschil moet voor het nettoloon voldoende groot zijn om de werkloosheidsval te
vermijden. Daarom willen we lasten op arbeid verder verminderen en verschuiven naar lasten op
milieuvervuiling (zie hoger).
cdH : On devrait tendre vers un différentiel de 20%, progressivement. La lutte contre les pièges à
l'emploi constitue un élément sur lequel le cdH a fortement insisté au sein du Gouvernement. En
effet, lorsque le travail n'est pas assez rémunérateur par rapport au revenu de remplacement,
notamment les allocations de chômage, et aux avantages fiscaux, ces personnes ne sont pas
incitées â accepter un emploi Dans le cadre de son action au Gouvernement, le cdH a permis
l'adoption de plusieurs mesures fortes pour lutter contre la présence de pièges à l'emploi :
• Renforcement du bonus à l'emploi
Le bonus à l'emploi qui est en fait une exonération ciblée des cotisations sociales personnelles
du travailleur a été renforcé en 2008
Le bonus est passé de 143 à 175 euros par mois pour le travailleur rémunéré au salaire
minimum garanti. Cette majoration du bonus est accordée de manière dégressive jusqu'à un
niveau de salaire dépassant de 300 euros le salaire minimum. Elle s'applique donc aux salaires
compris entre 1360,78 et 1660,78 euros. Cette mesure est d'application depuis le 1er octobre
2008.
• Augmentation du salaire minimum
Le revenu minimum mensuel garanti a été augmenté de 25 euros au 1ier octobre 2008.
Le relèvement du minimum imposable est en effet un moyen efficace pour lutter contre les
pièges à l'emploi, augmenter le différentiel entre l'allocation de chômage et les revenus du
travail, diminuer la pression fiscale sur les bas et moyens salaires et augmenter le pouvoir
d'achat des personnes.
• Réforme de l'allocation de garantie de revenu
Les chômeurs qui reprennent un emploi à temps partiel ont droit, sous certaines conditions, â
une allocation de garantie de revenu (AGR).
Cette allocation vise à garantir un revenu global (rémunération * allocation) qui est au moins
égal à l'allocation de chômage si l'emploi à temps partiel ne dépasse pas 1/3 temps ou est
supérieur de l'allocation de chômage si l'emploi à temps partiel dépasse 1/3 temps. Plus
l'horaire de travail est élevé, plus la différence est importante.

p 19 / 45
Ce mécanisme a été reformé afin de donner un incitant pour accepter un emploi à temps
partiel, en particulier pour les chômeurs qui sont rémunérés à un niveau proche du salaire
minimum et en supprimant les distinctions liées à la situation familiales du chômeur Cette
réforme a permis d'octroyer un supplément pouvant atteindre 147 euros au lieu des 30 à 75
euros antérieurs.
• Instauration d'une prime pour les familles monoparentales
Afin d'aider le retour au travail en particulier pour les femmes isolées avec enfant, un
complément de reprise de travail de 75 euros pendant 12 mois est accordé depuis le 1ier
février 2009 aux chômeurs chefs de famille monoparentale qui retrouvent un emploi.
• élargissement de la prime de reprise de travail pour les chômeurs âgés
Auparavant, une prime de reprise du travail était octroyée aux chômeurs âgés qui
démontraient 20 ans au moins de carrière professionnelle Sous I’impulsion du cdH, cette
mesure a été étendue aux demandeurs d'emploi de 50 ans ou plus qui n'ont pas 20 ans de
passé professionnel Cette somme est octroyée durant trois ans et d'un montant 183 euros la
première année pour diminuer a 61 euros la troisième année
Dans une étude datant de novembre 2009, le Conseil central de I économie a constaté que les
pièges à l'emploi avaient connu une forte diminution, même s'ils continuent à être présents
pour certaines catégories de chômeurs (notamment les isolés avec enfant).
Le cdH poursuivra son action pour lutter contre les pièges à l'emploi, en particulier pour les
chômeurs isolés avec enfant. Il veillera également à mettre en place un mécanisme
d'adaptation automatique du bonus à l'emploi à l'évolution des salaires Nous voulons relever
progressivement le minimum imposable de manière a ce que, à niveau égal, un revenu
d'activité professionnelle ne soit pas davantage taxé qu'une allocation de chômage complet.
Cette proposition revient à augmenter l'écart {minimum 20%) entre les revenus professionnels
réels el les revenus de compensation, pour rendre le travail plus attractif.
Concrètement, le cdH propose de relever en quatre années la quotité exemptée d'impôt (le
minimum imposable) de 6.690 EUR à 11.490 EUR Cela représente un relèvement annuel de
1.200 EUR par an ou 100 EUR par mois.
Cette mesure permet d'augmenter la première année le salaire net des travailleurs de 26,75
EUR par mois (le taux d'impôt qui s'applique sur cette tranche du revenus s'élève actuellement
à 26,75%) ou 321 EUR sur base annuelle et pour les trois années qui suivent de 32,10 EUR par
mois (le taux d'impôt qui s'applique sur cette tranche s'élève actuellement à 32,10%) ou
385,20 EUR par an
MR : Exercer une activité professionnelle signifie souvent exposer un certain nombre de frais (garde
d’enfant, déplacement, habillement, etc.) et certaines personnes n’y trouvent simplement pas
leur compte. C’est anormal, il faut cesser de pénaliser les personnes qui travaillent.
Il faut récompenser le travail. Dès le salaire minimum à 1150€ net par mois, chaque euro en plus
est taxé à 40%. A 1.400 euros net par mois, un travailleur paie pour chaque euro supplémentaire
déjà 45 % d'impôt. C'est trop, trop vite. Au delà des résultats obtenus grâce au MR depuis 1999
(20% de revenu-poche en plus au salaire minimum), nous voulons continuer à réduire l'impôt
prioritairement sur les bas et les moyens revenus et ainsi creuser l’écart (au minimum 20%)
entre le salaire net et l’allocation de chômage. C’est une question de justice sociale pour ceux qui
travaillent ou qui ont travaillé.

p 20 / 45
Nous proposons de supprimer les tranches d’imposition de 30% et de 45% et de relever la quotité
exemptée, soit par exemple pour les bas et moyens revenus, une baisse de l’impôt atteignant
jusqu’à 15 à 25%.
En outre, pour le MR, une « protection sociale » ne peut signifier « assistanat ». Il importe donc
de lutter contre tous les pièges à l’emploi et le meilleur moyen pour ce faire est de creuser l’écart
entre le chômage et le salaire minimum à temps plein.
Notre régime de sécurité sociale doit garantir une couverture efficace contre les risques de la vie.
Mais sa finalité profonde doit être de permettre à chacune et chacun de retrouver, de renforcer
son autonomie, et d’être en mesure d’assumer une vie responsable.
A défaut, les mécanismes d’assistanat « étouffant » aboutissent au paradoxe suivant : alors que la
sécurité sociale est un acte de solidarité pour garantir le vivre-ensemble, les personnes enfermées
dans la dépendance finissent par s’isoler toujours davantage de la société et de ses évolutions.
Nous voulons au contraire permettre aux pensionnés de conserver leurs droits à la pension
lorsqu’ils décident de poursuivre une activité professionnelle après l’âge de la retraite. Nous
voulons permettre aux personnes handicapées d’avoir une activité professionnelle ou de se
marier sans pour autant perdre leurs allocations. Nous voulons favoriser l’insertion
professionnelle des chômeurs en renforçant leur accompagnement et leur formation et cesser de
décourager les personnes qui travaillent mais qui n’y trouvent simplement pas leur compte.
Aussi, les revenus du travail – en tenant compte des contraintes et frais occasionnés- doivent être
plus attractifs que l’allocation de chômage. Si celle-ci doit être renforcée durant une première
période afin d’assurer au travailleur un véritable revenu de remplacement, pour aider les
personnes et les familles confrontées à une situation d’inoccupation forcée, elle ne doit pas être
assimilée à une quelconque forme de rente.
N-VA : De N-VA kiest voor hogere uitkeringen die in de tijd beperkt zijn in functie van het
arbeidsverleden van de werkloze. Wie langer gewerkt heeft voor hij of zij werkloos werd, krijgt
dan voor een langere tijd de uitkering, en die moet veel meer dan vandaag in verhouding staan
tot het werkelijk gederfde loon. Het gaat dus om een variabel verschil in %. Het krijgen van
werkloosheidssteun mag geen eeuwig verworven recht zijn maar wordt gekoppeld aan verplichte
bijscholing, het zoeken naar werk en het verplicht aanvaarden van een passende job.
PS : Pour lutter contre les pièges à l’emploi, il faut évidemment que cet écart soit significatif et que
l’effort et le travail soient récompensés. Un chômeur isolé totalisant deux ans de chômage touche
une allocation de 846,56 à 1033,76 €/mois (en fonction du plafond salarial). Le salaire minimum
est de 1387 € bruts/mois (1150 € nets environ). Il serait simpliste de fixer un chiffre qui ne
reposerait sur rien. Ce que nous disons plus concrètement, c’est que des efforts ont déjà été
entrepris pour augmenter cet écart : bonus emploi, augmentation des frais forfaitaires
déductibles ciblés sur les bas salaires et relèvement de la quotité exemptée ciblée sur les bas
salaires. Le PS souhaite poursuivre dans cette voie de revalorisation des bas salaires par le biais
fiscal en relevant la quotité exemptée d’impôt. Nous souhaitons y parvenir progressivement en
fonction des marges budgétaires disponibles. Les finances publiques ont besoin de sérieux.
SP.A : Er moet een spanning zijn tussen beiden, en die is al in belangrijke mate bereikt door de
werkbonus. Door de lasten op lage lonen verder te verlagen, kunnen we daar nog verder in gaan.
Gelukkig zijn er weinig mensen die moeten werken aan het interprofessioneel minimumloon en
krijgen de meeste werknemers die instappen aan een loon dat zich in de buurt van het GGMMI
situeert, na een bepaalde periode een beter loon (doorgroeimogelijkheden).

p 21 / 45
VIVANT : Iemand die voltijds werkt moet dubbel verdienen van iemand die thuisblijft. De enige
echte manie om zulks te realiseren is het concept van “basisinkomen”. Waarbij iedereen recht
heeft op een bedrag van bvb 600 Euro per maand, terwijl die uitkering niet wegvalt als men gaat
werken. Bij een overschakeling van het huidig systeem naar dit systeem verandert het netto loon
van de werknemers niet. Op hun loonfiche verschijnt enkel een lijn “basisinkomen” als een deel
van hun huidig netto loon.
Vlaams Belang : De werkloosheidsval kan maar weggewerkt worden als werken aantrekkelijker
wordt dan niet werken. Een echte verlaging van het overheidsbeslag op arbeid zal hiertoe
bijdragen. Daarnaast moeten we vermijden dat een werkloze zich blijvend kan nestelen in de
sociale hangmat. Een rigoureuze rechten- en plichtenbenadering ten aanzien van de werkloze
(begeleiding, scholing, … maar ook sancties) moeten ervoor zorgen dat een werkloze zo vlug
mogelijk terug aan de slag kan.
Open VLD : Open Vld is altijd van mening geweest dat financiële inactiviteitsvallen moeten
weggewerkt worden. Het is evident dat het verschil voldoende groot moet zijn om mensen aan te
sporen actief te worden. Als concrete ambitie stellen wij voorop dat wie werkt minstens 250 euro
meer moet verdienen dan wie niet werkt. We moeten echter alert blijven voor de andere vallen.
Veel is ook afhankelijk van de sociale voordelen die mensen krijgen of mogelijkheden inzake
arbeidsorganisatie. Een werkloze met kinderlast die een goedbetaalde job vindt, maar omwille
van de arbeidstijden gedwongen wordt tot een grote kost inzak kinderopvang, zal niet geholpen
zijn met het uitsluitend hogere loon
Actuellement, la pression fiscale sur les cadres est telle qu’un ingénieur gagne plus en entretenant
lui-même son jardin au lieu de payer un jardinier, alors qu’il devrait imaginer des produits qui
créent de l'emploi dans sa société. Approuvez-vous ceci, ou est-ce un problème pour vous ? / Op dit
ogenblik is de belastingdruk op kaderleden dusdanig dat een ingenieur meer verdient door zelf zijn
tuin te onderhouden in plaats van een tuinman te betalen, dan door producten te creëren die werk
scheppen in zijn bedrijf. Vindt U dit goed, of is hier volgens U een probleem.
CD&V : Via het PWA-systeem is het mogelijk aan zeer lage kostprijs klusjes en tuinonderhoud te laten
doen. Via de dienstencheques kan hetzelfde gebeuren voor huishoudelijke arbeid.
Voor het is de genoemde vergelijking volgens ons niet correct: de uurloonkost van een ingenieur
in een bedrijf is functie van zijn brutoloon. Voor laaggeschoolde arbeid is dit ook het geval.
Aangezien de ingenieurs die minder verdienen per uur dan een tuinman op één hand te tellen
zijn, zal de uurloonkost van een tuinman steeds lager liggen dan die van een ingenieur. Bovendien
wordt laaggeschoolde en dus ook laag verloonde arbeid interessant gemaakt doordat er een zeer
zware lastenverlaging voor werkgevers bestaat op lage lonen. Dit zorgt ervoor dat de uurloonkost
voor laaggeschoolde arbeid niet veel hoger ligt dan het bruto-loon van de betrokkene. Uiteraard
moet deze persoon van zijn brutoloon ook nog zijn persoonlijke sociale bijdragen betalen, maar
deze worden dan weer flink verminderd door de werkbonus, zodanig dat ze in vele gevallen zelfs
quasi wegvallen. Tenslotte moet deze tuinman ook zelf belastingen betalen, maar hoeveel hij
moet betalen hangt af van het aantal uren dat hij uiteindelijk werkt op een jaar. Als hij weinig
verdient, betaalt hij door het bestaan van de belastingvrije som (en het feit dat deze voor
laagverdieners werd opgetrokken) weinig belastingen. In vergelijking met de uurloonkost van een
ingenieur ligt de uurloonkost van een tuinman dus veel lager.
ECOLO : Rappelons que les réformes fiscales successives ont diminué le taux d’imposition pour les
tranches de revenus les plus élevés. Par ailleurs, rappelons la présence de différents mécanismes
hautement subsidiés par l’Etat qui permettent aux travailleurs de mieux concilier vie privée et vie
professionnelle (cfr les titres-services au niveau fédéral ou le dispositif IDESS en Région
Wallonne). Enfin, tel que mentionné précédemment, Ecolo propose d’instaurer la cotisation

p 22 / 45
sociale rééquilibrée. Celle-ci ferait certes contribuer tous les revenus à la solidarité mais
permettrait d’alléger sensiblement la pression sur le travail.
FDF : Le MR a toujours été partisan d’un allègement de la pression fiscale sur le travail. Pour rappel,
dès un salaire moyen de 3.220 € brut par mois (soit environ 1.650 € net), chaque euro
supplémentaire est taxé au taux de 50 %. Nous estimons qu’en Belgique on paie trop vite trop
d’impôts. Plus concrètement, nous voulons poursuivre la réduction des impôts sur le travail à
travers une réforme fiscale touchant en priorité les bas et moyens revenus et portant sur 4
milliards d’euros, soit plus de 1 % du PIB (page 75 de notre programme)
FN : Bien sûr que c'est un problème. La pression fiscale ne crée pas d'emplois. Pire, elle en coûte
terriblement
GROEN! : Groen! wenst vooral tot een verschuiving te komen: minder lasten op arbeid, meer op
milieuvervuiling en energieverspilling. Bij de invoering van deze groene fiscaliteit gaan de extra
inkomsten dus in grote mate naar de verlaging van de loonlasten.
cdH : Le travail est trop taxé et la personne rémunérée au salaire minimum, c'est sans doute le cas de
votre jardinier, est déjà taxé au précompte professionnel à un taux de 17,6 %. D'un brut de
1.400€, il lui reste a peine 1.150 € Le cdH propose de relever le minimum imposable de manière à
ne plus taxer une première tranche de revenu correspondant au revenu d'insertion pour une
personne avec charge familiale (968 € par mois) Concrètement, cela signifie que les personnes
actives professionnellement ne seront plus taxées en-dessous de 11.400 € par an Ce seuil est fixé
aussi pour éviter les pièges à l'emploi que génèrent une taxation plus lourde des revenus du
travail par rapport aux revenus de remplacement
MR : Les travailleurs sont souvent étonnés de la différence importante qui existe entre le salaire-
poche qu’ils reçoivent chaque mois et le montant qui est réellement versé par leur employeur.
Des charges trop importantes sur le travail n’encouragent pas les entreprises à engager de
nouveaux travailleurs, et les dissuadent même parfois d’augmenter le salaire de leurs travailleurs.
Le MR veut donc poursuivre la réduction des charges sociales et fiscales qui pèsent sur les
revenus du travail et ce pour l’ensemble des travailleurs avec un bénéfice plus important pour les
travailleurs moins qualifiés et les chercheurs/métiers de la connaissance. Comme décrit plus haut,
il n'est pas normal que, dès le salaire minimum, soit 1.150€ net par mois, chaque euro
supplémentaire soit taxé à 40% à l’impôt des personnes physiques (hors additionnels
communaux).
Concrètement, dans votre exemple, il faut à la fois diminuer la pression fiscale sur les revenus du
cadre et diminuer la pression fiscale sur le travail du jardinier afin de permettre au cadre de
l’embaucher plus facilement, dans des circonstances économiques favorables afin que chacun
puisse se spécialiser dans ce qu'il fait de mieux, c'est à dire le jardinage pour l'un et la recherche
et l'innovation pour l'autre. Ainsi, de l’emploi est créé, une plus-value dans le chef du cadre est
assurée. Une opération qui profite tant au jardinier, au cadre qu’à l’Etat.
N-VA : De N-VA pleit voor een arbeidsvriendelijke inkomstenbelasting. Vandaag vallen zelfs mensen
die minder dan het gemiddelde inkomen hebben in het toptarief. De OESO komt tot het besluit
dat we zo goed als een vlaktaks hebben, maar dan wel op 50%. We pleiten daarom voor een
verbreding van de belastingschalen zodat slechts een minderheid van werkende mensen
onderworpen wordt aan het toptarief. Bovendien willen we de loonkost – zeker van de lagere
lonen – verminderen door de brutoloonkost voor de werkgever te verminderen

p 23 / 45
PS : Une étude canadienne montrait qu’un revenu moyen recevait en services publics (école,
transport, etc…) et en protections sociales (soins de santé, pensions, etc…) 50 % de son revenu
annuel. En Belgique, les chiffres sont similaires. Il faut bien sûr voir le niveau de contributions,
mais aussi voir ce que couterait les services publics s’ils étaient tous payants (exemple : une année
d’école primaire couterait 3 300 euros aux parents si l’Etat n’intervenait pas). Cela étant, le PS est
bien sûr favorable à un allégement de la fiscalité sur le travail.
SP.A : Dit lijkt ons een weinig relevante veralgemening. Wel is het zo dat de lasten op arbeid volgens
ons verder naar omlaag moeten, in het bijzonder voor de lonen tot jaarlijks bruto 50.000€.
Dergelijke lastenverlagingen leveren het meeste jobs op als terugverdieneffect
VIVANT : Dat is net de kern van de problemen dat in de presentaties van Vivant meer als 10 jaar
geleden werd aangeklaagd. We zijn dus blij dat het doordringt. . Diensten die men aan mekaar
verleent (zoals het gras afrijden, simpel gesteld) mogen niet belast worden, want het remt de ruil
af en verkleint het sociaal en economisch surplus. We creëren veel meer vrijheid én economische
bedrijvigheid als we deze anomalie uit de weg ruimen.
Vlaams Belang : Dit is geen normale situatie. De hoge kost op arbeid weerhoudt bedrijven er
inderdaad van om nieuwe jobs te creëren, terwijl deze vaak noodzakelijk zijn om een gezonde
werking van de onderneming te garanderen. Ondertussen blijft de werkloosheid oplopen en blijft
ze structureel op een hoog niveau. De parafiscaliteit op arbeid is dan ook dringend aan herziening
toe.
Open VLD : Rekening houdend met de mogelijkheid van goedkoop tuinonderhoud via PWA’s lijkt dit
concreet voorbeeld nogal sterk. Deze vraagt raakt evenwel de kern van de discussie: hoe
organiseer je betaalbare hulp in het huishouden of de tuin in het kader van een betere combinatie
arbeid en gezin? Open Vld is van mening dat de dienstencheques kunnen worden uitgebreid tot
klein tuinonderhoud. De PWA’s mogen voor die activiteiten wat ons betreft, uitdoven. PWA’ers
blijven werklozen die bijklussen, terwijl dienstenchequewerknemers een regulier statuut krijgen
Que pensez-vous d'un « système de transmission » des heures supplémentaires ? Le cadre qui
preste des heures supplémentaires reçoit en échange des chèques services qu'il peut négocier
librement pour faire prester un nombre d'heures identique par des personnes faiblement
scolarisées. / Wat vindt U van het doorgeefsysteem voor overuren : wie als kaderlid overwerkt
ontvangt in ruil hiervoor dienstencheques om evenveel uren te laten presteren door
laaggeschoolden die hij vrij kan verhandelen.
CD&V : Op zich is dit een aantrekkelijk idee, maar eigenlijk komt dit neer op een loonsverhoging voor
kaderleden. Immers, de werkgever zal de kost van deze dienstencheques moeten dragen. Men
kan hetzelfde doel bereiken door de kaderleden een opslag te geven die overeenkomt met de
prijs van de dienstencheques die het kaderlid zelf aankoopt. Voor zover de loonnorm wordt
gerespecteerd (zie ook vraag 2.1. inzake de competitiviteit van de ondernemingen), is een
loonsverhoging perfect onderhandelbaar tussen werkgevers en werknemers. Alleen is dit geen
vraag voor het beleid: een dergelijke loonsverhoging zullen de kaderleden bij de werkgever
moeten afdwingen.
ECOLO : Dans le respect des règles interprofessionnelles en vigueur en matière d’heures
supplémentaires, il revient aux partenaires sociaux interprofessionnels de négocier ce type de
revendication
FDF : Les FDF sont favorables au mécanisme de titres-services et souhaitent même en étendre
l’application, notamment en matière d’aide aux personnes. Votre suggestion mériterait
cependant une réflexion plus approfondie, car elle suscite plusieurs questions. Par exemple, je me

p 24 / 45
demande si dans quelle mesure le monde du travail comptabilise effectivement les heures
supplémentaires des cadres. Que signifie « négocier librement » ? Peut-on – même
indirectement - « obliger » du personnel à faire tondre sa pelouse ou à faire faire son ménage
plutôt que de consommer librement son salaire ?
FN : cela peut être une possibilité mais ne peut en aucun cas être imposé au travailleur. Ce dernier
doit pouvoir gérer comme il veut le gain de ses heures supplémentaires (payées)
GROEN! : Het lijkt ons wenselijk overuren binnen de bestaande regelgeving en op een reguliere basis
te vergoeden, en niet aan een tarief van 7.5 euro/dienstencheque/uur.
cdH : Généraliser l'octroi des titres-services par les employeurs est certes plus équitable que l'octroi
ciblé et limité à une catégorie de travailleurs spécifiques. Le système de transmission d'heures
pourrait des lors s'étendre plus largement et permettre aux travailleurs de favoriser un meilleur
équilibre entre vie professionnelle et vie sociale tout en permettant la création d'emplois
supplémentaires pour des personnes moins qualifiées
MR : Tout d’abord, en ce qui concerne la rémunération des heures supplémentaires, il convient de
revoir la notion ambigüe « de personnel de direction et de confiance » afin de la clarifier et éviter
ainsi d’abuser de cette notion pour soustraire une partie du personnel d’une entreprise.
En effet, une personne désignée comme «cadre» ne fait pas pour autant partie du «personnel de
confiance ou de direction» au sens de l’Arrêté royal du 10 février 1965 désignant les personnes
investies d’un poste de direction ou de confiance et est donc soumise à la loi du 3 juillet 1971 sur
le travail. Ceci signifie que les dépassements horaires doivent être payés et/ou récupérés, y
compris le sursalaire.
Nous sommes par ailleurs convaincus que les cadres aspirent à davantage d’équilibre entre vie
familiale et vie professionnelle. Aussi, nous proposons de rendre la gestion du temps de travail
plus souple sur l’ensemble de la carrière, à l’instar du système hollandais, en mettant en place un
mécanisme de compte-épargne temps, qui serait un compte individuel à chaque travailleur,
alimenté au cours de la carrière par les jours de congés épargnés, les heures supplémentaires par
exemple. En concertation avec son employeur afin de veiller à ce que l’organisation du travail au
sein de l’entreprise ne soit pas perturbée et en fonction de l’état de son compte, le travailleur
pourrait, selon ses choix de vie et de carrière, réduire, voire suspendre, ou allonger ses
prestations de travail. Cette mesure aura des effets positifs sur le bien-être du travailleur et, par
conséquent, sur sa productivité.
Concernant l’idée de rémunérer une heure supplémentaire par l’octroi de titres-services, nous
estimons qu’il ne revient pas aux pouvoirs publics de choisir à la place du travailleur comment il
doit dépenser son salaire. C’est au travailleur, en fonction de ses choix de vie de décider librement
de ce qu’il veut faire avec l’argent qu’il a gagné de par son travail.
N-VA : De N-VA pleit er in eerste instantie voor om overuren in een tijdspaarrekening te storten die
het mogelijk maakt om de combinatie arbeid-privéleven te verbeteren of om nieuwe
competenties te verwerven via bijscholing
PS : Toute personne qui preste des heures supplémentaires mérite une juste rémunération de ce
travail. Le PS estime qu’il sera néfaste à terme pour les travailleurs de les laisser « seuls » face à
l’employeur dans une négociation de ce type. La question des heures supplémentaires et de leur
volume dans une entreprise appartient aux représentants de l’employeur et des travailleurs.

p 25 / 45

SP.A : Een zeer slecht voorstel. Voor gepresteerde arbeidsuren moet loon betaald worden, en niet
een door de sociale zekerheid zwaar gesubsidieerde cheque die voor totaal andere doeleinden
ontworpen is
VIVANT : Alhoewel het op zich geen slecht idee is, is onze regelgeving al ingewikkeld genoeg. Dus we
vinden dat vermindering van belasting op arbeid en vrijheid belangrijker zijn
Vlaams Belang : Ook dit is geen optimale situatie. Het voordeel is echter dat dankzij de
dienstencheques een soort van job wordt gecreëerd. Ook in dit voorbeeld zou een lagere druk op
arbeid ervoor kunnen zorgen dat er een nieuwe, volwaardige job ontstaat, wat op termijn
goedkoper is dan een gesubsidieerde job.
Open VLD : Open Vld is vragende partij voor het introduceren van de mogelijke toekenning van
dienstencheques als extralegaal voordeel. Dat is een formule die algemeen kan worden
ingevoerd, waarbij werknemers kunnen worden geholpen voor de combinatie arbeid en gezin.
Bovendien kan deze formule de betaalbaarheid van de dienstencheques voor de overheid helpen
in stand houden

p 26 / 45
3. Over de pensioenen.
Men verkondigt zonder probleem dat er gelijk loon voor gelijk werk moet zijn. We merken
echter dat dit niet geldt zodra men praat over het onderscheid werknemer – zelfstandige –
ambtenaar. Na een identieke loopbaan heeft de ambtenaar een pensioen dat het dubbele
bedraagt van de werknemer, en het driedubbele van de zelfstandige, ook al hebben ze
allemaal evenveel afgedragen en hetzelfde werk verricht.
3.1. Vindt U het ethisch verantwoord dat, terwijl de weddes gelijkgeschakeld zijn, de
pensioenen van ambtenaren het dubbel bedragen van deze van werknemers?
3.2. Waarover wenst U dat er eerst gepraat wordt : “gelijkschakeling pensioenen
ambtenaren / werknemers / zelfstandigen” of “extra middelen/belastingen om de
pensioenen betaalbaar te houden”
3.3. Vindt U dat men de gelden uit de tweede pijler van de groep die hierin heeft kunnen
sparen mag aanwenden (= extra belasten bij uitkering) om de eerste pijler van de
anderen te spijzen?
3.4. Wat vindt U van het Zweedse systeem, waarbij er een laag maar aanvaardbaar
basispensioen is, en de rest bestaat uit een uitkering evenredig met wat men ingebracht
heeft.
3.5. Wanneer extra pensioenfondsen worden uitgebouwd (bvb een versteviging van de
tweede pijler) vindt U dan dat de controle erop van deze gelden moet onderworpen
worden aan controle van diegenen die het geld hebben ingebracht (bvb via de
ondernemingsraad) dan wel van de sociale partners. Beiden zijn immers vaak
verschillend.
3. Au sujet des retraites

« A travail égal, salaire égal » . Nous remarquons toutefois que ceci n’est plus vrai dès qu’on
parle de la distinction employée – indépendant – fonctionnaire. Après une carrière
identique, le fonctionnaire a une retraite qui s’élève au double de celle de l’employé, et au
triple de celle de l’indépendant, même s'ils ont cotisé de la même manière et effectué le
même travail.
3.1. Trouvez-vous éthiquement justifié que pour des traitements équivalents les retraites des
fonctionnaires sont le double de celles des employés ?
3.2. De quoi souhaitez-vous débattre en premier: « l’alignement des retraites
fonctionnaires/employés/indépendants » ou « les moyens supplémentaires/impôts pour
que les retraites soient payables » ?
3.3. Estimez-vous que l’argent du deuxième pilier de l’assurance groupe que l’on a pu
épargner soit utilisé - sous forme d'impôts supplémentaires au moment du paiement -
pour renflouer le premier pilier pour d’autres?
3.4. Que pensez-vous du système suédois dans lequel la pension de vieillesse est faible mais
acceptable et le reste consiste en une allocation proportionnelle à ce qu’on a payé ?
3.5. Lorsque des fonds de pension complémentaires sont créés (p.ex. en complément au
premier pilier) trouvez-vous que la gestion de cet argent doit être contrôlée par ceux qui
ont cotisé ou bien par les partenaires sociaux ? Les deux sont en effet souvent différents.

p 27 / 45
Trouvez-vous éthiquement justifié que pour des traitements équivalents les retraites des
fonctionnaires sont le double de celles des employés / Vindt U het ethisch verantwoord dat,
terwijl de weddes gelijkgeschakeld zijn, de pensioenen van ambtenaren het dubbel bedragen van
deze van werknemers?
CD&V : De bewering dat de wedden van de ambtenaren gelijk zijn aan die van werknemers is voor
betwisting vatbaar. In vele gevallen zal dit zo zijn, in veel andere gevallen is dat niet zo. Nog los
daarvan: terwijl werknemers een aanvullend pensioen kunnen opbouwen, is dat voor ambtenaren
niet het geval. Men zou dus het totaal moeten maken van alle pensioenen, eerste en tweede
pijlers, vooraleer men de vergelijking maakt. Opnieuw: voor de hogere lonen lopen de
aanvullende pensioenen vaak hoog op, waardoor de kloof met de ambtenaren vaak gedicht
wordt. Tenslotte moet men ook kijken naar het netto-pensioen. Ambtenaren hebben gemiddeld
dan wel een brutopensioen dat dubbel zo hoog ligt als dat van werknemers, door de specifieke
belastingregels voor pensioenen die lage pensioenen sterk bevoordelen ten opzichte van hogere
pensioenen (en door de bijkomende bijdragen op hoge pensioenen voor de sociale zekerheid –
solidariteitsbijdrage en ZIV-bijdrage), zijn de netto-verschillen heel wat minder groot.
Dit alles ter nuancering van de stelling. De verschillende situatie die dan nog overblijft en mogelijk
niet verantwoord kan worden, vindt zijn oorsprong uiteraard in bepaalde historische oorzaken.
Het moet de bedoeling zijn om de stelsels niet verder uit elkaar te laten groeien. Daarom precies
is tijdens de afgelopen legislatuur zeer veel geld (meer dan 1 miljard euro) gegaan naar de privé-
pensioenen (werknemers en zelfstandigen), terwijl de ambtenarenpensioenen quasi niet werden
verhoogd. Op deze manier is het verschil de afgelopen jaren dus kleiner geworden. Het is alleszins
niet onze bedoeling om de verschillen op het vlak van pensioenen te laten toenemen. Wel zijn het
(door parafiscale en andere voordelen die in de private sector bestaan en in de openbare sector
niet of nauwelijks) twee verschillende situaties. Het zou dus eenzijdig zijn om alleen naar het
verschil op het vlak van pensioenen te kijken zonder de verschillen op andere vlakken in rekening
te nemen.
ECOLO : Général : Pour Ecolo, il est pertinent d’harmoniser progressivement le système de pensions
légales des indépendants et des salariés. En particulier, il est urgent de porter les pensions légales
minimums, tant des salariés que des indépendants à 1150 euros. L’objectif poursuivi est de
permettre à tous les travailleurs appartenant à ces deux régimes de vivre dignement via la
pension légale. Une éventuelle harmonisation de ces deux régimes avec le régime du secteur
public parait plus difficilement envisageable à court terme, puisque les pensions du secteur public
peuvent être considérées comme un salaire différé. A terme, un processus d’harmonisation vers
le haut entre ces trois régimes parait toutefois être une piste intéressante.
Réponse : Voir réponse ci-dessus.
FDF : Nous sommes favorables au relèvement des montants des pensions des salariés
FN : Non, si (et seulement si), ils ont cotisé de la même manière
GROEN! : Groen! wil de kloof tussen de hoogste en de laagste pensioenen verkleinen. De
verschillende pensioenstelsels (werknemers, ambtenaren en zelfstandigen) groeien daarbij
geleidelijk naar elkaar toe. Gegeven de financiële uitdaging betekent dit meer een grotere
solidariteit binnen één generatie, waarbij de kloof tussen de laagste en de hoogste pensioenen
(vooral van topambtenaren) verkleint
cdH : Bien qu'il soit vrai que les pensions des fonctionnaires sont plus élevées que celles des
travailleurs du secteur privé, on ne peut dire qu'elles représentent le double de celle des
employés dans le cadre de la pension légale.

p 28 / 45
Cette affirmation ne tient pas compte des pensions perçues par les systèmes des pensions
complémentaires qui sont courantes dans le secteur prive, mais inexistantes dans le secteur
public En outre, le système de pension spécifique de la fonction publique ne concerne que les
agents statutaires : les agents contractuels de la fonction publique bénéficient d'une retraite d'un
montant similaire à celle des employés du secteur privé.
La rémunération des fonctionnaires est liée à des barèmes qui doivent être scrupuleusement
suivis pour tous les fonctionnaires appartenant à une même catégorie Ces barèmes évoluent
relativement peu dans le temps, et il faudra souvent à l'agent une carrière complète pour doubler
son salaire brut. Les agents du secteur public ne bénéficient pas des mêmes avantages ou
rémunérations que ceux du secteur privé. Par exemple, le deuxième pillier {qui peut être versé en
capital) n'existe pas D'autres avantages tels que les 13e ou 14e mois, les chèques repas, les
voilures de société, les primes de productivité, ou les avantages liés aux bénéfices de l'entreprise
n'existent pas dans la fonction publique.
On peut donc estimer que la retraite des fonctionnaires représente en quelque sorte un salaire
différé, dont le montant compense en quelque sorte le manque à gagner de la carrière du
fonctionnaire.
Cela étant, le cdH veut mettre sur pied, sans toucher aux droits existants (sur la base des
dispositions légales, en ce compris les conventions collectives de travail), notamment en ce qui
concerne les congés, les crédits temps et la prépension qui existent aujourd'hui, un système de
« compte carrière » à laide duquel les travailleurs peuvent faire des choix conscients dans les
différentes phases de leur vie, en étant très concernés par leur carrière.
Nous voulons également organiser la possibilité, à tout âge et quel que soit son statut, travailleur
ou non, de pouvoir recevoir une information sur sa situation future en matière de pension. Cette
information ne doit pas être exclusivement réservée aux travailleurs qui ont atteint un certain âge
Elle doit également pouvoir concerner les conséquences des choix de vie (mariage. prise de
congés thématiques, etc.)
MR : Les régimes de pensions présentent des différences qui portent sur la hauteur des prestations
(Pension moyenne en 2008 : 870 € pour une carrière pure « indépendant », 1.255 € pour une
carrière pure « salarié » et 1.900 € pour une carrière pure « fonctionnaire ») mais également sur
le calcul de la pension, le régime des assimilations, l’âge d’accès à la pension, etc..
Pour le MR, il faut profiter de la prochaine réforme des pensions pour harmoniser les différents
régimes de pension. Une harmonisation améliorerait la mobilité des travailleurs entre les régimes
et apporterait plus d’équité dans la manière dont la collectivité met en œuvre la solidarité vis-à-
vis des aînés.
Ceci n’implique pas que tous les statuts doivent être identiques. Mais leurs différences de niveau
éventuelles, dûment justifiées au préalable, doivent pouvoir s’inscrire dans un cadre général
cohérent.
Il faut par ailleurs développer le second pilier de pension afin que tous les travailleurs bénéficient
d’un taux de remplacement global (pension légale + pension complémentaire) supérieur à celui
qu’offre aujourd’hui la seule pension légale. Celle-ci ne représente en effet plus aujourd’hui que
32,7 % du salaire perçu avant le départ à la retraite
N-VA : Ons uitgangspunt is dat naarmate de inkomens van wie in de privé- en van wie in de publieke
sector werken naar mekaar toe groeien, moeten de verschillen tussen de pensioenen van de
werknemers en deze van de ambtenaren opgeheven worden. Binnen het ambtenarenstatuut zelf
zal ook een grotere eenvormigheid moeten komen.

p 29 / 45
PS : Non. Le PS souhaite un relèvement des pensions et une uniformisation des différents régimes de
retraite à la hausse : nous proposons, ainsi par exemple, des augmentations de pension qui
permettent de rapprocher progressivement la pension des indépendants de celle des salariés.
SP.A : Dat de pensioenberekening voor ambtenaren moet herzien worden nu de lonen inderdaad
dichter bij elkaar liggen lijdt geen twijfel. Maar het is wat kort door de bocht te insinueren dat de
huidige situatie onetisch zou zijn. Ten eerste is het nog altijd zo dat de ambtenaren die nu met
pensioen gaan nog altijd een substantieel (het grootste) van hun loopbaan significant minder
verdienden dan hun collega's in de privé, en dus minder konden opzij zetten voor hun oude dag.
Bovendien zijn ambtenaren nog altijd uitgesloten van aanvullende regelingen, en die kunnen
serieus oplopen. De aanvullende pensioenen die het wettelijke pensioen verdubbelen zijn geen
uitzonderingen. Er moet dus op middellange termijn zeker aan een gelijkschakeling van de
regelingen gewerkt worden, maar het zou onjuist zijn ambtenaren die nu op pensioen gaan te
penaliseren.
VIVANT : Zoals boven gezegd, we moeten streven naar een eenheidsstatuut voor iedereen, inclusief
zelfstandigen en ambtenaren. De gelijkschakeling moet vooraal nu gepland worden op lange
termijn., zonder dat er verdere afwachtende jaren verloren gaan, ook als is die gelijkschakeling
pas binnen 35 jaar volledig.
Vlaams Belang : Neen. De verschillen in statuten zijn een erfenis uit het verleden die best
weggewerkt worden. Zeker nu zelfstandigen vaak een pensioen hebben dat onder het leefloon
ligt en werknemers iets meer overhouden, is het enorme verschil met de overheidspensioenen
steeds minder verdedigbaar.
Open VLD : Op termijn is dat onhoudbaar. Open Vld is van mening dat de stelsels naar elkaar moeten
toegroeien. Dit kan door voor werknemers en zelfstandigen te streven naar een grotere dekking
in het kader van de tweede pensioenpijler waardoor de dekkingsgraad verhoogt. In dat kader
moet ook ons pleidooi gezien worden voor een aanvullend pensioen voor contractuelen in
overheidsdienst. Dit zal ook moeten door de algemene regels waarop pensioenen berekend
worden uniformer te maken in de verschillende pensioenstelsels. Een grotere uniformiteit in de
berekening van de verschillende pensioenstelsels is ook nodig om te komen tot een grotere
flexibiliteit op de arbeidsmarkt. We vragen van mensen langer en meer professioneel actief te
zijn. Dit veronderstelt dat mensen van de ene job naar de andere kunnen overstappen zonder dat
dit ten koste mag gaan van de sociale zekerheidsrechten die ze opbouwen in het stelsel
verbonden aan deze jobs
De quoi souhaitez-vous débattre en premier: « l’alignement des retraites
fonctionnaires/employés/indépendants » ou « les moyens supplémentaires/impôts pour que les
retraites soient payables » / Waarover wenst U dat er eerst gepraat wordt : “gelijkschakeling
pensioenen ambtenaren / werknemers / zelfstandigen” of “extra middelen/belastingen om de
pensioenen betaalbaar te houden”
CD&V : De eerste keuze die moet gemaakt worden inzake pensioenen is niet die naar een
harmonisering of naar meer bijdragen. Om de leefbaarheid van de pensioenen te verzekeren, is
het in eerste instantie nodig om langer te werken. Dit geldt trouwens zowel voor werknemers als
voor ambtenaren. Volgens CD&V moet de volgende pensioenhervorming in eerste instantie
daarover gaan: hoe kunnen we mensen aanmoedigen om langer te werken en hoe kunnen we
werkgevers ertoe brengen om oudere werknemers kansen te blijven geven. De hoogte van onze
pensioenen is in Europees opzicht ver van hoog. Wel zijn we bijna kampioen in de korte duur van

p 30 / 45
onze loopbanen en het lage percentage oudere werknemers dat nog aan de slag is. Onze prioriteit
moet dus daar naar gaan.
ECOLO : Notre priorité est la consolidation et l’amélioration des pensions légales des salariés et
l’amélioration des minimas de pensions des indépendants, par le biais d’un financement alternatif
rééquilibré (cfr notre proposition de cotisation sociale rééquilibrée mentionnée plus haut).
FDF : Les 5 priorités du MR en matière de pensions pour la prochaine législature sont les suivantes :
o Récompenser le travail
o Revaloriser les pensions les plus faibles
o Généraliser le second pilier de pension, notamment en faveur des contractuels de la
fonction publique
o Poursuivre le rattrapage des pensions des indépendants
o Garantir le financement des pensions
Ces 5 priorités sont développées dans les pages 104 à 111 de notre programme
FN : La priorité est le financement des retraites
GROEN! : Groen ! wenst de pensioenen betaalbaar te houden.
Een voldoende sterke sociale zekerheid en voldoende sterke pensioenen zijn voor Groen! één van
de basistaken van de overheid. Om de kostprijs in tijden van vergrijzing betaalbaar te houden, is
een meersporenbeleid het enige antwoord.
• Een hogere werkzaamheidsgraad en mensen langer laten werken is een eerste, maar
onvoldoende spoor. Het vereist wel een aangepast levensloopbaanbeleid.
• Om de 1ste pensioenpijler prioriteit te geven in een periode waarin de levensverwachting
verder toeneemt, is een versterking van de financiering van de pensioenen noodzakelijk
binnen het geheel van de sociale bijdragen. Overleg met de sociale partners hierrond is
cruciaal.
• Een bredere financieringsbasis van de sociale zekerheid is ten slotte onontbeerlijk. Groen!
kiest voor een juistere en meer rechtvaardige fiscaliteit, waarbij de sterkste schouders niet
de meeste mogelijkheden krijgen om zich te onttrekken aan hun bijdrage, maar waarbij
eenieder naar vermogen bijdraagt aan noodzakelijke voorzieningen. Hiervoor wil Groen!:
• Een verschuiving van lasten op arbeid naar belasting op milieuvervuiling is gericht op
het verlagen van de arbeidskost, zonder dat dit de financiering van de sociale
zekerheid in het gedrang mag brengen. Studies van het Planburo geven aan dat zo’n
verschuiving een gunstig effect op de werkgelegenheid heeft .
• Daarnaast heeft de sociale zekerheid nood aan bijkomende inkomsten. Groen! pleit
voor een verdere uitbouw van de alternatieve financiering op basis van een belasting
van inkomsten uit vermogens. Dit kan onder de vorm van een Algemene Sociale
Bijdrage.
• Vermogenswinstbelasting
• Hervorming notionele intrestaftrek
cdH : Pour le cdH, l'allongement du temps de la vie constitue une véritable mutation causée par des
éléments structurels comme l'amélioration de l'espérance de vie et la baisse de la natalité ainsi
qu'un facteur conjoncturel : l'arrivée de la génération du baby-boom a I âge de la pension. Face à
celle évolution, nous devons développer une réforme globale pour une société
intergénérationnelle. C'est d'ailleurs le cdH qui avait demandé la création de la Conférence
nationale sur les pensions au sein du Gouvernement Leterme (Proposition de résolution relative à
la revalorisation des pensions légales, a leur liaison au bien-être et à la création d'une Conférence

p 31 / 45
nationale pour l'avenir des pensions déposée par Maxime Prévôt, 52-0403) dans le but de
réformer et de renforcer notre système de pensions Dans ce contexte, pour le cdH, il est
indispensable d'augmenter le niveau de vie de tous les pensionnés. Cela passe, entre autres, par
un alignement de la pension minimum pour une carrière complète des indépendants et des
travailleurs ayant eu une carrière mixte sur celle des salariés En ce qui concerne le financement
des pensions pour l'avenir, nous estimons qu'il est nécessaire d’explorer quatre pistes :
• Augmenter le taux d'emploi, en particulier des plus de 50 ans, afin d'élargir l'assiette de
cotisations ;
• Réformer le fonds de vieillissement ;
• Assurer la viabilité financière du système de sécurité sociale via une simplification des
mécanismes du financement alternatif ;
• Veiller à l'équilibre des finances publiques par une gestion rigoureuse et responsable
MR : Comme Sabine Laruelle l’a déjà entrepris dans le régime des indépendants, l’harmonisation des
différents régimes de retraite devra se faire par le haut. Cette harmonisation, même partielle,
aura donc un coût.
Si on veut par ailleurs, comme nous le souhaitons, revaloriser les pensions les plus faibles,
majorer les montants de pension en fonction des années de travail effectif et garantir le paiement
des pensions dans les années futures, il faudra nécessairement régler préalablement la question
du financement des retraites.
Le MR considère qu’on a déjà perdu trop de temps pour régler le dossier des pensions. Des
mesures doivent être prises par le prochain Gouvernement afin de garantir le paiement des
pensions dans les prochaines années :
1) Une part importante du financement de la sécurité sociale et, notamment des pensions,
repose sur les cotisations sociales. Il faudra donc relever le taux d’emploi.
Autant être clair à ce propos : le MR n’est pas favorable à un relèvement de l’âge de la
pension.
Sans relever l’âge de la pension, il est cependant possible de retarder l’âge effectif de sortie
du marché du travail, qui est actuellement en Belgique de 59,6 ans. Si on veut retarder cet
âge, il conviendra de limiter le nombre de prépensions accordées en dehors de toute
restructuration. Il faudra aussi encourager la poursuite de la carrière des travailleurs plus âgés
par des mesures ciblées visant à réduire le coût lié à l’ancienneté.
Retarder l’âge de sortie du marché du travail implique également que des réformes soient
apportées au système de pensions lui-même. Il faut notamment :
• mieux prendre en compte les années de travail effectif dans le calcul de la pension ;
• accentuer l’écart entre la pension au terme d’une carrière complète et la pension
anticipée ;
• supprimer les limites de travail autorisé qui punissent injustement les bénéficiaires d’une
pension qui poursuivent une carrière professionnelle.
2) Le financement des pensions implique également une réduction de l’endettement public.
Cette condition est essentielle. Ce qui se passe en Grèce est éclairant : lorsqu’un pays tarde
trop longtemps à mettre de l’ordre dans ses finances publiques, il n’a plus le choix. Il doit
réduire les prestations sociales.
Au MR, nous ne voulons pas de cette solution. Les pensions en Belgique sont déjà très basses
et notre volonté est au contraire de relever le niveau des pensions les plus basses.

p 32 / 45
C’est pourquoi le Gouvernement s’est inscrit dans la trajectoire que le Conseil supérieur des
Finances a esquissée pour un retour à l’équilibre de l’ensemble des pouvoirs en 2015.
Dès que l’équilibre aura été atteint, il sera à nouveau possible d’alimenter le Fonds de
vieillissement. La réduction des charges d’intérêts résultant d’un retour à l’équilibre pourra
également être utilisée à terme pour compenser en partie les coûts du vieillissement.
3) On ne peut par ailleurs pas parler du financement des pensions sans parler de celui de la
sécurité sociale.
En concertation avec les partenaires sociaux, il faudra que le prochain Gouvernement
définisse de nouveaux modes de financement de la sécurité sociale. Ce financement, doit
contribuer à alléger les charges sur le travail via une diminution des cotisations sociales et de
la fiscalité sur les revenus du travail. Il pourrait se faire, en concertation avec les autorités
européennes, par un prélèvement sur les transactions financières ou sur les activités
émettrices de CO2 à l’échelle européenne.
N-VA : Uiteraard moet eerst gesproken worden over de inrichting van ons pensioenstelsel. De
organisatie van de verschillende professionele stelsels mag geen rem zijn op het economisch
leven en moet de overgang tussen verschillende jobs mogelijk maken. In de principes moet
iedereen gelijk voor de wet zijn (pensioenleeftijd, pensioenberekening), in de uitwerking kunnen
er verschillen optreden. De vraag naar extra belastingen stelt zich overigens niet in onze visie. We
zullen gewoon meer mensen aan het werk moeten krijgen (activering) en langer moeten werken
om de pensioenlast betaalbaar te houden
PS : Les deux questions sont indissociables. L’alignement des retraites est un objectif à atteindre et il
faut trouver des moyens pour y parvenir. Dans les deux cas, nous avons des propositions,
notamment :
• porter la pension minimum des salariés et des indépendants à 1150 euros nets, comme
premier pas vers l’alignement des régimes ;
• pour financer cet objectif prioritaire, favoriser l’emploi des 50-64 ans (via le bonus de
pension, un aménagement des conditions de travail…), créer de l’emploi de façon générale
(notamment en réaffectant les moyens des intérêts notionnels à des politiques favorisant la
création d’emploi), instaurer une cotisation de solidarité pour les très grosses fortunes (plus
d’1,25 million d’euros de patrimoine hors maison d’habitation) ou encore mieux lutter contre
la fraude fiscale.
SP.A : No Reply Received
VIVANT : Extra middelen voor pensioenen vallen niet uit de lucht. Die kunnen enkel gerealiseerd
worden door een minder dure overheid en/of meer creatie van toegevoegde waarde in onze
economie ten gevolgen van beter bestuur. De taart grote maken is prioritair tegenover het gelijk
verdelen van de taart
Vlaams Belang : Een gelijkschakeling van het statuut. Dit betekent echter niet dat iedereen nu een
gelijk pensioen zal krijgen. Iemand die tijdens zijn actieve loopbaan meer bijdraagt moet ook recht
hebben op een hoger pensioenbedrag.
Open VLD : We willen de pensioenen betaalbaar houden door én de overheidsschuld te saneren én
meer mensen aan het werk te houden. Tegelijkertijd moeten we een debat hebben over de
principes die we zullen toepassen bij de berekening van de pensioenen. En dat debat zal gaan
over alle pensioenstelsels

p 33 / 45
Vindt U dat men de gelden uit de tweede pijler van de groep die hierin heeft kunnen sparen mag
aanwenden (= extra belasten bij uitkering) om de eerste pijler van de anderen te spijzen / Estimez-
vous que l’argent du deuxième pilier de l’assurance groupe que l’on a pu épargner soit utilisé - sous
forme d'impôts supplémentaires au moment du paiement - pour renflouer le premier pilier pour
d’autres
CD&V : Er worden hier twee vragen gesteld. De eerste is of men de belastingen mag aanwenden om
de pensioenen te verhogen. In de mate dat de pensioenen en de sociale zekerheid met
alternatieve financiering worden betaald en dat de overheid beslist om de pensioenen te
verhogen, is dit uiteraard geen probleem: belastingen hebben grondwettelijk gezien immers geen
bestemming: zij dienen om de uitgaven van de staat te financieren. De tweede vraag die impliciet
wordt gesteld is of de belastingen op voordelen uit aanvullende pensioenen extra mogen worden
belast. Wat de aanvullende pensioenen betreft is CD&V voor een zo stabiel mogelijk fiscaal kader,
dit houdt dus in dat de belastingen op deze voordelen niet worden verhoogd. Het kan er alleen
toe bijdragen om de andere doelstelling van CD&V op dit vlak, namelijk de democratisering van
de tweede pijler naar zoveel mogelijk werknemers, sneller te bereiken.
ECOLO : Ecolo ne souhaite pas relever la fiscalité relative aux assurances groupes. Ecolo propose
toutefois de fixer des critères pour orienter ces moyens importants au service de l’économie
réelle, de l’emploi et du développement durable. A cet effet, le Groupe Ecolo-Groen! a déposé
une proposition de loi « visant à une orientation durable des fonds de pension du deuxième et du
troisième piliers ». Il s’agirait par là de lutter contre leur politique de placement à court terme et
d’orienter ces placements vers des secteurs durables et équitables. Sans coût financier
supplémentaire, par une simple volonté de régulation, elle pourrait constituer un extraordinaire
soutien à une économie qui a besoin d’investissements stables, intelligents et positifs.
FDF : Non.
FN : hors de question. Le Belgique n'est pas encore un pays communiste ! Même si par certains
aspects, elle s'en rapproche dangereusement...
GROEN! : Zie antwoord vorige vraag
cdH : La priorité du cdH va clairement à un 1er pilier de pension qui soit fort et dont l'avenir est
garanti. Afin d'assurer la soutenabilité sur le long terme de ce 1er pilier nous sommes partisans
d'une approche globale et responsable en ce dossier.
Des réformes en pensions sont indispensables afin de garantir aux pensionnés un revenu adapté
et suffisant Le taux de remplacement est faible pour de nombreux pensionnés dont trop se
situent au niveau, ou même en deçà, du seuil de pauvreté.
L'assainissement des finances publiques et l'augmentation du taux d'emploi (en général mais
particulièrement aussi des aînés) sont deux éléments primordiaux de l'avenir des pensions. Dans
le contexte que I’on connaît cette double approche indispensable ne sera toutefois pas suffisante
à elle seule.
Il faut absolument éviter qu'une focalisation exclusive sur ces axes soit prétexte à ne rien faire
d'essentiel en matière de pension. Les règles en pension influencent dans une grande mesure le
comportement sur le marché du travail des travailleurs âgés.
Il faut que le prochain gouvernement relance immédiatement le débat de manière constructive,
dans un contexte de gestion responsable non démagogique et en évitant de s'enfermer dans
clivages idéologiques.

p 34 / 45
Nos axes de réforme vont dans le sens d'une priorité au système de pension légale en axant
davantage le calcul de la pension sur les années de carrière effective que sur l'âge. Nos axes de
financement pour l'avenir des pensions est développe sous la question précédente. Dans ce
cadre, un réaménagement global des avantages fiscaux octroyés en matière de constitution de
pension est envisageable en vue de renforcer la pension légale au profit de tous.
Les montants capitalises jusqu'à présent par les travailleurs en vue de leur pension future dans le
2ème pilier leur appartient et ne sont pas destinés à renflouer le 1er pilier.
MR : Le MR souhaite la généralisation du second pilier à tous les salariés. Il est dès lors exclu pour le
MR de diminuer les incitants fiscaux liés au second pilier.
Au contraire, nous plaidons pour que incitants fiscaux pour le second pilier soient renforcés. Le
renforcement des avantages fiscaux dont bénéficient les fonds de pension pourrait être
conditionné au respect d’exigences en matière d’éthique et de développement durable. La
généralisation du second pilier se ferait ainsi avec le souci que les fonds de pension contribuent à
un développement durable de notre société.
Il est regrettable que certains aient plaidé pour le détricotage des avantages fiscaux applicables
dans le cadre de la constitution d’une pension complémentaire. La confiance envers les premier
et deuxième piliers doit croître sur le long terme et il est impossible de susciter cette confiance en
remettant sans cesse la fiscalité en question.
N-VA : De N-VA verzet zich tegen een collectivisering van de tweede pijler. De tweede pijler-
regelingen moeten van een goed wettelijk kader worden voorzien zodat de overheid werknemers
en werkgevers kan overtuigen een deel van de verloning uit te stellen voor de oude dag. Dit
betekent niet dat er een integratie met de eerste pijler moet komen
PS : Non. Le PS ne souhaite pas toucher aux avantages fiscaux liés au 2e pilier.
SP.A : Wat wij voorstellen is een systeemhervorming, waarin beide tegelijk aan bod komen. Maar om
aan een systeemhervorming te kunnen starten heb je een maatschappelijke en politieke
consensus nodig, en dat kan een tijd duren. En in tussentijd is het wel een overheidsplicht om de
pensioenen te blijven betalen
VIVANT : Nee
Vlaams Belang : Neen. Dit gebeurt beter niet. Belgische pensioenen zijn laag vergeleken met andere
Europese landen. Daarom is het belangrijk dat actieven gestimuleerd worden om zelf een bijdrage
te leveren met het oog op een aanvulling van het wettelijk pensioen. Deze middelen nu terug
gaan afromen zou de stimulans volledig teniet kunnen doen. De splitsing van de SZ zal echter de
verschillende regio's aanzetten tot meer verantwoordelijkheid, zeker als ze zelf moeten instaan
voor de financiering ervan. Dit zou leiden tot een bredere financiële basis, ondermeer ook door
het wegvallen van de transfers, die onder andere voor de wettelijke pensioenen kan aangewend
worden.
Open VLD : Nee, als overheid moedigen we mensen aan een aanvullend pensioen op te bouwen
zowel in de tweede als derde pensioenpijler. Het is dus onzinnig dat af te straffen op het ogenblik
dat men het aanvullend pensioen effectief opneemt. Het aanvullend pensioen is immers
belangrijk voor mensen om hun levensstandaard op peil te houden na pensionering, maar ook om
bijvoorbeeld later de rusthuisfactuur te kunnen betalen. De overheid heeft er dus alle baat bij dat
mensen een goed wettelijk en aanvullend pensioen opbouwen. Open Vld heeft zich trouwens

p 35 / 45
altijd verzet tegen de solidariteitsinhouding op pensioenen die toch vooral bij werknemers en
zelfstandigen gefocust is op wie een aanvullend pensioen geniet. We denken niet dat een
dergelijke heffing de betaalbaarheid van de pensioenen zal kunnen garanderen. We vonden de
boodschap die de overheid daarmee uitzond ook heel onduidelijk: eerst aanzetten tot de opbouw
van een aanvullend pensioen en daarna afstraffen.
Wat vindt U van het Zweedse systeem, waarbij er een laag maar aanvaardbaar basispensioen is,
en de rest bestaat uit een uitkering evenredig met wat men ingebracht heeft. / Que pensez-vous du
système suédois dans lequel la pension de vieillesse est faible mais acceptable et le reste consiste
en une allocation proportionnelle à ce qu’on a payé
CD&V : Het Zweedse systeem is een goed systeem voor Zweden. Eigenlijk verschilt het niet zo sterk
van het Belgische systeem. Hier bestaat immers ook een inkomensgarantie voor ouderen, die
iedere behoeftige oudere kan ontvangen. Daarnaast ontvangt men een pensioen dat gebaseerd is
op zijn arbeidsverleden en dat evenredig is met de hoogte van zijn inkomen, dus ook evenredig
met de bijdragen die men heeft betaald. Het grootste verschil met het Zweedse systeem is het
feit dat het om een notionele rekening gaat, maar vooral dat het gaat om een systeem waarbij de
hoogte van het pensioen afhankelijk is van de levensverwachting. Het kan interessant zijn om dit
te onderzoeken en de Nationale Pensioenconferentie beschouwde dit als één van de thema’s,
maar door de val van de regering is de Pensioenconferentie nog niet tot besluiten kunnen komen.
ECOLO : Ecolo ne souhaite pas mettre en œuvre un système dual qui opposerait les uns avec une
pension faible et les autres avec une pension très élevée, constituée par le biais de cotisations
privées. Notre objectif est de perpétuer le financement par la collectivité d’une pension basée sur
le principe de la répartition, visant à octroyer une pension qui assure des minimas convenables et
remplaçant effectivement les revenus du travail perçus antérieurement. Nous souhaitons
toutefois continuer à encourager les travailleurs les plus aisés et prévoyants à se constituer leurs
épargne-pension et souhaitons d’autre part relever les pensions moyennes des salariés afin que
leurs prestations soient davantage en adéquation avec leurs cotisations.
FDF : Les priorités énoncées ci-avant sont claires : nous ne voulons pas d’un 1er pilier faible, puisque
nous nous voulons poursuivre la revalorisation des pensions les plus faibles (page 107).
Parallèlement, nous souhaitons étendre le second pilier à tous les travailleurs salariés (y compris
les contractuels de la fonction publique) et aux indépendants de manière à ce que chacun puisse
bénéficier à terme d’un taux de remplacement global (pension légale + pension complémentaire)
de 75 % (et non de 60 % comme c’est le cas aujourd’hui pour les salariés qui ne disposent que de
la pension légale).
FN : La pension de vieillesse en Belgique est déjà faible…
GROEN! : Voor Groen! moet het pensioenstelsels aan twee doelstellingen beantwoorden. Een
minimaal pensioen – wat betekent minimaal op het niveau van de Europese armoedegrens –
moet iedere bejaarde een waardige oude dag garanderen. Ten tweede moet het
verzekeringskarakter van het pensioenstelsel een deel van het vroegere inkomen en levensstijl
verzekeren. Om dit verzekeringskarakter te versterken moeten niet alleen de
minimumpensioenen verhogen tot boven de armoedegrens, maar moet ook de vervangingsratio
van de pensioenen stijgen
cdH : Le système suédois est très différent du nôtre.
Il existe en effet différents systèmes de pensions : par répartition et par capitalisation
Dans un système de capitalisation, le travailleur cotise pour lui-même. Ses propres cotisations,
celles de son employeur et, éventuellement une subvention de l'Etat, permettent de constituer

p 36 / 45
un capital. A l'âge de la retraite, ce capital produit une rente qui est payée régulièrement a
l'intéressé.
Dans un système de répartition, les travailleurs actifs financent, par leurs cotisations, les pensions
actuellement payées Chaque travailleur finance, non pas sa propre pension, mais celles qui sont
payées aux retraités au moment où il travaille. Une forme de solidarité est instaurée entre les
générations.
Le système belge de pension légale est un système de répartition. Les cotisations perçues
financent les pensions actuellement payées alors que le régime suédois est un système de
capitalisation.
Pour le cdH, il est essentiel de préserver et de renforcer le 1er pilier légal par répartition car c'est
le seul qui soit véritablement solidaire.
En supplément de ce 1er pilier, le cdH est favorable à l'introduction d'un système légal obligatoire
de capitalisation collective La valorisation des fonds capitalisés serait sous la responsabilité
solidaire des trois acteurs (pouvoirs publics, syndicats et patronal) Ce système serait obligatoire et
appelé à terme à représenter 20% de la pension des travailleurs. Petit a petit, certains avantages
fiscaux du deuxième pilier seraient transférés vers ce second système légal Ces montants seraient
acquis après 45 ans de cotisations En cas de cotisations durant un nombre inférieur d'années, les
montants seraient versés au prorata
MR : Le système suédois a l’avantage, en mariant capitalisation et répartition, d’organiser une
répartition des risques et de renforcer le financement du premier pilier.
Il offre par ailleurs, à tous les citoyens, une pension minimum qui est majorée en fonction des
cotisations versées par le retraité durant à sa vie active. En cela, le système suédois présente un
second avantage qui est de créer un lien plus fort entre le montant de la pension et les années de
travail effectivement prestées pendant la carrière professionnelle.
Même si les réformes que nous proposons ne vont pas jusqu’à mettre en place un système de
pension à la suédoise, les objectifs que nous poursuivons sont les mêmes :
• En souhaitant la généralisation du second pilier, notre volonté est de garantir à tous les
travailleurs un taux de remplacement plus important que celui qui est actuellement offert
par le premier pilier tout en renforçant le financement de celui-ci ;
• En proposant de mieux prendre en compte les années de travail effectif dans le calcul de la
pension (idée d’introduire un bonus « travail-pension »), nous voulons également renforcer
le caractère assurantiel du premier pilier. Il n’est pas normal qu’un travailleur, qui a effectué
une carrière professionnelle complète, se retrouve avec une pension à peine supérieure au
minimum légal. La pension doit permettre aussi de récompenser le travail.
N-VA : In Zweden heeft men in elk geval al een pensioenhervorming doorgevoerd, iets wat we hier
nog niet voor elkaar hebben gekregen met pensioenminister Daerden. De N-VA blijft uitgaan van
het wettelijk pensioen, de zogenaamde eerste pijler, als basis voor het behoud van de
levensstandaard op de oude dag. Iedere gewerkte dag moet tellen, zeker in de berekening van de
wettelijke pijler. Ook in het pensioenstelsel moet het systeem dus gestoeld zijn op een sterker
verband tussen bijdragen en uitkeringen
PS : Le système suédois a des mérites certains : transparence du système (chaque pensionné connait
à chaque moment ses futurs droits à la pension), uniformisation des régimes… Le PS est prêt à

p 37 / 45
réfléchir à adaptation partielle de ce système en Belgique, pour autant qu’il puisse maintenir la
solidarité.
SP.A : Ons pensioenplan is sterk geïnspireerd op het Zweeds systeem
VIVANT : Uitstekend voorbeeldmodel. Niet klakkeloos te kopiëren, maar zeker een baken om op te
varen -zie het parlementair werk van onze senatrice Nele Lijnen hieromtrent
Vlaams Belang : Akkoord; wie meer bijdraagt tot de sociale zekerheid, moet er later ook de vruchten
van kunnen plukken. Het probleem is natuurlijk dat de Belgische sociale zekerheid gebaseerd is op
een omslagstelsel en het Zweeds systeem gedeeltelijk bestaat uit de kapitalisering van de
bijdragen. Indien deze overgang op een voor iedereen aanvaardbare manier kan gerealiseerd
worden, is dit voorstel het overwegen waard.
Open VLD : Het Zweeds pensioenmodel is een goede inspiratiebron voor de hervorming van het
Belgische pensioenmodel. De Belgische werknemers- en zelfstandigenpensioenen evolueren
trouwens meer en meer naar een basispensioen. Vooral belangrijk in het Zweeds model zijn de
incentives die erin verwerkt zitten om langer te werken zoals de notionele pensioenrekening
waarbij mensen ook jaarlijks geïnformeerd worden over de pensioenrechten die ze al opgebouwd
hebben. Er is bovendien ook een zeer duidelijke link tussen werken en het pensioen dat men
ontvangt
Wanneer extra pensioenfondsen worden uitgebouwd (bvb een versteviging van de tweede pijler)
vindt U dan dat de controle erop van deze gelden moet onderworpen worden aan controle van
diegenen die het geld hebben ingebracht (bvb via de ondernemingsraad) dan wel van de sociale
partners. Beiden zijn immers vaak verschillend. / Lorsque des fonds de pension complémentaires
sont créés (p.ex. en complément au premier pilier) trouvez-vous que la gestion de cet argent doit
être contrôlée par ceux qui ont cotisé ou bien par les partenaires sociaux ? Les deux sont en effet
souvent différents.
CD&V : Het huidige systeem voorziet erin dat er een controle is door de sociale partners en dit werkt
goed. Daarnaast is het uiteraard altijd de werkgever die de pensioenfondsen de facto controleert
doordat de beslissing om een aanvullend pensioen toe te kennen van hem afhangt. De
betrokkenheid van beide is nuttig. Maar het belangrijkste toezicht op de pensioenfondsen
gebeurt door de bevoegde controle-instantie, de CBFA. Dit financieel toezicht is belangrijk en
heeft er tijdens de financiële crisis voor gezorgd dat alle instellingen voor aanvullende pensioenen
in ons land overeind zijn gebleven.
ECOLO : Quel que soit la manière, les fonds de pension complémentaires doivent intégrer un cadre
collectif et répondre à ces critères prévus collectivement.
FDF : La démocratisation du second pilier doit selon nous constituer un élément essentiel des
prochaines négociations interprofessionnelles. En ce qui concerne le contrôle, les fonds de
pension doivent être soumis aux mêmes règles que les autres institutions financières et les
compagnies d’assurances
FN : Par ceux qui ont cotisé (La probité de certains partenaires sociaux étant ce qu’elle est... )
GROEN! : De financiële crisis, de impact op de beurs en de impact op (buitenlandse)
pensioenfondsen confronteren ons met de noodzaak om de transparantie en controle op
pensioenfondsen te versterken. Bij sectorfondsen is een paritaire opvolging daarbij wenselijk

p 38 / 45
cdH : Le second pilier de pension doit avant tout faire l'objet d'un contrôle strict de la gestion de
fonds par une autorité indépendante, en l'occurrence la CBFA, et ce dans l'intérêt des cotisants.
Les cotisants doivent pouvoir être impliqués dans la gestion des fonds.
MR : Les institutions de retraite professionnelles (IRP) sont soumises à un contrôle qui s’exerce à
plusieurs niveaux : par le contrôle interne, par les actuaires, par les commissaires-réviseurs agréés
et enfin par la CBFA. Le contrôle porte notamment sur des exigences strictes en matière de
financement et sur la nécessité d’une politique de gestion prudente et cohérente devant assurer
l'équilibre financier tant à court terme qu'à long terme.
De plus, l'externalisation des montants de pension constitue une première garantie importante
pour la sécurité des pensions complémentaires étant donné qu'elles échappent ainsi au risque de
faillite de l'employeur sans pour autant dispenser l’employeur ou le secteur du respect des
engagements de pension.
A la suite de la crise financière, nous avons décidé de réformer l'architecture de contrôle
prudentiel en Belgique en confiant, au plus tard en 2010, le contrôle prudentiel à la Banque
nationale de Belgique.
Le MR estime qu’un contrôle externe sur les IRP, effectué de manière stricte, doit être maintenu
afin de garantir la pérennité du second pilier de pensions.
N-VA : Dit moet voorwerp uitmaken van de nieuwe wettelijke regeling. De N-VA verkiest het huidige
systeem te behouden
PS : L’article 42 de la loi sur les pensions complémentaires prévoit déjà les modalités de contrôle de
la gestion d’un fonds de pension : l’organisme gestionnaire doit, chaque année, rédiger un
rapport très complet à ce sujet et le transmettre à l’entreprise, qui le tient à disposition des
travailleurs. Les cotisants ont donc, de fait, déjà la possibilité de contrôler eux-mêmes la gestion
de leurs cotisations.
SP.A : De praktijk leert ons dat privé pensioenfondsen tal van nadelen hebben, gaande van
onvolledige informatie over het product zelf, over gebrekkige informatieverstrekking op jaarbasis
tot, zo toonde de crisis, onverantwoorde risiconame. Wij pleiten ervoor om deze kerntaak van de
overheid (een pensioenstelsel beheren) niet in handen van de privé te laten. We pleiten er dus
voor om dit een gedeelde verantwoordelijkheid van de overheid en de sociale partners te maken.
VIVANT : Een controle door het CBFA lijkt ons het meest aangewezen
Vlaams Belang : Indien de voorwaarden waarbij de reserves opgebouwd worden bij oprichting en
uitbouw van het pensioenfonds klaar en duidelijk geformuleerd zijn, maakt het niet veel uit wie er
de controle op uitvoert. Zeker in een gezonde onderneming, waar de werknemersparticipatie
geen loos begrip is, zal er daarenboven niet vaak een conflict zijn tussen de visie van de sociale
partners en die van de ondernemingsraad. Indien dit wel het geval zou zijn, lijkt het logisch dat de
controle wordt uitgevoerd door degenen die de middelen inbrengt, ic. de ondernemingsraad.
Open VLD : Beiden zijn een goede optie omdat ze beiden werkgevers en werknemers
vertegenwoordigen. Bij sectorplannen zal een vertegenwoordiging vanuit de ondernemingsraad
wellicht iets minder praktisch zijn omdat meerdere ondernemingen deel uitmaken van een
sectorplan. Er is destijds gekozen voor de sociale partners omdat men gehoopt heeft op deze
wijze de dekkingsgraad te maximaliseren. Op sectorniveau lijkt dit nog steeds de meest logische
keuze.

p 39 / 45
4. Over de democratisering van het bedrijfsleven.

Op dit ogenblik wordt het overleg op alle niveaus gemonopoliseerd door de grote
vakbonden, die hierbij weinig middelen schuwen om hun monopolie te vrijwaren. Het
Europees Sociaal Handvest bepleit echter democratie, geen oligarchie noch dictatuur. De
uitsluiting van werknemersorganisaties, zoals de NCK, wordt hierdoor veroordeeld.
4.1. Er bestaat geen twijfel over dat sociale onderhandelingen op sectoraal, en a fortiori op
nationaal vlak, gevoerd dienen te worden door de grote groeperingen. Deze
onderhandelingen scheppen een kader waarbinnen het bedrijf werkt. Vindt U echter dat
binnen het bedrijf sociale onderhandelingen over loon, opzegvoorwaarden, pensioen,
herstructureringen en dergelijke gevoerd moeten worden door lokaal in de
ondernemingsraad verkozen vertegenwoordigers van de werknemers, of door
afgevaardigden van de vakbonden, zeker als deze laatste publiekelijk weigeren te praten
met een meerderheid van de werknemers?
4.2. Wetgeving kan onderworpen worden aan een toetsing erga omnes bij de Raad van
State, waar iedere burger een discriminerende wet kan aanklagen. Vindt U dat een
werknemer, zonder een eigen belang te hebben, moet kunnen vragen aan een
gerechtelijke instantie of een CAO, die op zijn bedrijf van toepassing is, niet in
tegenspraak is met art 10 en 11 van de grondwet?
4.3. Vindt U dat een werknemer het recht moet hebben om gratis inzage te krijgen in CAO's
die op hem van toepassing zijn, of vindt U de huidige regeling, die daarvoor een betaling
eist, aanvaardbaar?
4. Au sujet de la démocratisation du secteur privé

Pour le moment, la concertation à tout niveau est monopolisée par les grands syndicats qui
font tout pour préserver leur monopole. Les organisations des travailleurs comme la CNC
sont exclues. La charte sociale européenne préconise toutefois la démocratie , pas
l'oligarchie ni la dictature.
4.1. Il est normal que les négociations sociales au niveau sectoriel, et à fortiori sur le plan
national, soient faites par de grands groupements. Ces négociations créent un cadre à
l’intérieur duquel la société travaille. Ne pensez-vous pas toutefois qu’au sein de
l’entreprise les négociations sociales relatives aux salaires, aux conditions de
licenciement, aux retraites, aux restructurations etc. doivent être, de façon préférentielle
, menées localement dans le conseil d’entreprise avec les représentants élus des
employés, ou plutôt par les délégués syndicaux, surtout lorsque les délégués des
syndicats refusent publiquement de parler avec une majorité des employés ?
4.2. La législation peut être soumise à un contrôle « erga omnes » auprès du Conseil d’Etat,
où chaque citoyen peut porter plainte contre une loi discriminatoire. Trouvez-vous qu’un
employé doit pouvoir demander, sans y avoir un intérêt propre , à une instance judiciaire
si une convention collective de travail qui est d’application dans sa société n’est pas en
contradiction avec les art. 10 et 11 de la Constitution ?
4.3. Trouvez-vous qu’un employé doit avoir le droit d'obtenir gratuitement la consultation
des conventions collectives de travail qui s’appliquent à lui ou trouvez-vous la que la
réglementation actuelle qui exige pour cela un paiement est acceptable ?

p 40 / 45
Il est normal que les négociations sociales au niveau sectoriel, et à fortiori sur le plan national,
soient faites par de grands groupements. Ces négociations créent un cadre à l’intérieur duquel la
société travaille. Ne pensez-vous pas toutefois qu’au sein de l’entreprise les négociations sociales
relatives aux salaires, aux conditions de licenciement, aux retraites, aux restructurations etc.
doivent être, de façon préférentielle , menées localement dans le conseil d’entreprise avec les
représentants élus des employés, ou plutôt par les délégués syndicaux, surtout lorsque les
délégués des syndicats refusent publiquement de parler avec une majorité des employés / Er
bestaat geen twijfel over dat sociale onderhandelingen op sectoraal, en a fortiori op nationaal
vlak, gevoerd dienen te worden door de grote groeperingen. Deze onderhandelingen scheppen een
kader waarbinnen het bedrijf werkt. Vindt U echter dat binnen het bedrijf sociale
onderhandelingen over loon, opzegvoorwaarden, pensioen, herstructureringen en dergelijke
gevoerd moeten worden door lokaal in de ondernemingsraad verkozen vertegenwoordigers van de
werknemers, of door afgevaardigden van de vakbonden, zeker als deze laatste publiekelijk
weigeren te praten met een meerderheid van de werknemers?
CD&V : Door de recente wetswijziging inzake de vertegenwoordiging van werknemers- en
werkgeversorganisaties in de NAR en de CRB is ons land tegemoet gekomen aan de kritiek die
hierop bestond vanwege de IAO.
ECOLO : Pour Ecolo, le dialogue au sein des entreprises doit être le plus large possible et concerner
tous les acteurs. A priori, les élections sociales permettent déjà une représentation des cadres.
Nous ne pensons donc pas que ceux-ci soient en dehors de la concertation sociale. Les dernières
tendances semblent d’ailleurs indiquer une progression de la représentation des cadres par le
biais des organisations syndicales Setca- et Cne-GNC côté francophone, bbtk et LBC-NVK côté
néerlandophones
FDF : En ce qui concerne la concertation au sein de l’entreprise il faut respecter le choix des
travailleurs - bien entendu dans le respect de ce qui a été négocié aux autres niveaux de
concertation.
FN : Générale : Le monopole des syndicats est proprement scandaleux. Il est antidémocratique que
dans une administration publique par exemple, des syndicats s'érigent en représentants du
personnel alors que seuls les éléments syndiqués (peu nombreux d'ailleurs) on pu émettre un
vote. Il s'agit d'un acte anti-démocratique qui laisse pantois. C'est comme si seuls les militants des
partis politique votaient aux élections du 13 juin. Invraisemblable mais malheureusement
approuvé par les juridictions compétentes.
Réponse : c'est évident: l'entreprise doit discuter avec les représentants réels et légitimes des
salariés. Pas avec les nervis "aux ordres" et facilement achetables
GROEN! : Groen ! is voorstander van een goed werkend sociaal overleg
cdH : Le Comité des droits sociaux qui interprète la CSE affirme expressément qu'un pays peut limiter
les diverses procédures de consultation et de concertation sociale aux syndicats représentatifs à
condition que les critères sur la base desquels les syndicats représentatifs sont reconnus soient
raisonnables clairs, objectifs et préalablement fixés par la loi (comme c'est le cas en Belgique
depuis l'adaptation de la loi CNT via la loi du 30 décembre 2009).
Un système légal tel que celui de la Belgique n'est donc certainement pas contraire aux
dispositions de la CSE (ni à celles d'aucun traité de l’OIT). Ce système prévoit une hiérarchie des
sources de droit dans les relations de travail, dans laquelle les sources de droit inférieures ne
peuvent être contraires aux sources supérieures.

p 41 / 45
La loi occupe le rang supérieur, viennent ensuite les CCT rendues obligatoires, ensuite celles qui
ne sont pas rendues obligatoires, parmi lesquelles les CCT d’entreprise
Une CCT d'entreprise ne peut donc être contraire à une source de droit supérieure. Cela signifie
qu'elle peut déroger à la norme supérieure (dans un sens positif ou négatif) pour autant que cela
soit autorisé par la norme supérieure Il arrive par exemple fréquemment qu’une CCT
d'entreprise donne un contenu spécifique à des CCT sectorielles ou prévoit des avantages
supplémentaires.
Une CCT d’entreprise doit être signée par l’employeur et au moins un représentant permanent
d’une organisation syndicale représentative qui est également représentée au CNT Ce choix du
législateur est parfaitement conforme aux normes internationales et bénéficie en outre d'un large
soutien auprès des organisations patronales et syndicales. Cette méthode donne en outre
davantage de garanties quant à une concertation sociale coordonnée comme le demandent
constamment l'OCDE, le FMI etc.
Des conventions d'entreprise peuvent le cas échéant également être conclues entre des
représentants de la CNC et l'employeur à condition que le contenu ne soit pas contraire aux CCT
supérieures et que ce représentant ait été dûment mandaté à cette fin par ses membres. Ces
conventions s'appliquent alors seulement â ces membres parce que ce ne sont pas des CCT.
MR : Pour le MR, les cadres font partie intégrante des forces vives du pays, assurent le dynamisme de
nos entreprises et jouent un rôle essentiel au point de vue développement économique.
Actuellement, en Belgique, les organisations représentatives des cadres, pourtant reconnues, sont
exclues de la concertation sociale, de l’élaboration de la réglementation sociale et de
l’interprétation de la loi sociale. Ceci est inadmissible.
Dès 2004, les Réformateurs ont souhaité réparer cette injustice en permettant aux organisations
représentatives des cadres de participer activement et de manière systématique aux négociations
ayant trait aux conventions collectives de travail et aux commissions paritaires.
Le MR a déposé depuis septembre 2004 une proposition de loi modifiant la loi du 5 décembre
1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, visant la
reconnaissance pleine et entière des organisations représentatives des cadres.
Aussi, nous souhaitons, à l’intérieur des organes de concertation existants au sein de l’entreprise,
rééquilibrer le dialogue social en y faisant participer aussi les cadres
N-VA : Het is verkiesbaar dat sociale onderhandelingen worden gevoerd door mensen die vertrouwd
zijn met de werkvloer in een bedrijf. Hoe de vakbonden zich in frontoffice en backoffice
organiseren bij sociaal overleg is natuurlijk hun zaak
PS : Il n’appartient pas au politique de s’immiscer dans les relations collectives de travail et la
représentation du personnel pour ce qui excède la réglementation en vigueur. La représentativité
des organisations syndicales est le reflet des élections sociales.
SP.A : Sinds 1/1/2010 de samenstelling van de NAR aangepast. Naast deze wijziging, zijn meteen ook
‘objectieve representativiteitscriteria’ ingeschreven in de wet. Enkel de 3 traditionele vakbonden
voldoen momenteel aan deze criteria, die internationaal aanvaard zijn. De IAO en Europa
aanvaarden immers dat het sociaal overleg voorbehouden blijft aan de ‘meest representatieven’.
Dit betekent niet dat de minderheidsvakbonden geen rechten hebben (belangenverdediging, …).

p 42 / 45
Het risico van de erkenning van categoriële vakbonden is dat samenhang van het sociaal overleg
zou verdwijnen. Het sociaal overleg moet oog hebben voor alle werknemers en impact van het
overleg op het geheel.
Wat betreft het ondernemingsniveau is er een onderscheid tussen de onderhandelingen en het
eigenlijk ondertekenen van CAO’s. CAO’s moeten worden getekend door een vrijgestelde van de
werknemersorganisatie(s), niet door de vakbondsafgvaardiging. Die kunnen eventueel wel de
onderhandelingen voeren. De vakbondsafvaardiging is immers geen lasthebber van de vakbond
en vertegenwoordigt enkel de gesyndiceerden in de onderneming. De representatieve vakbond
als dusdanig wordt geacht alle werknemers te vertegenwoordigen (en dus te binden). Diegene die
uiteindelijke de CAO ondertekent moet ‘representatief’ voor het ‘geheel’ (de samenhang sociaal
overleg waarborgen).
VIVANT : Het is enerzijds belangrijk dat ook nieuwe vakbonden de kans krijgen om zich te
ontwikkelen, want het woord oligopolie is hier inderdaad op z’n plaats. Indien er voldoende
aanbod is van vakbonden, dan is de aanbak van de vakbonden ten aanzien van zulke
onderhandelingen een element van onderlinge concurrentie, en dat wint de vakbond die het best
aan de behoefte voldoet leden. Dan is geen overheidsinterventie nodig.
Vlaams Belang : Het Vlaams Belang is van oudsher voorstander van verregaande subsidiariteit in het
sociaal overleg. Daarom zijn wij van mening dat vertegenwoordigers van de werknemers - ook
zonder dat zij gesyndiceerd zijn - sociaal overleg met de werkgevers kunnen voeren op het niveau
van de individuele bedrijven. Onze visie op de CAO is die van een contract dat een raamwerk
aanbiedt waarbinnen individuele bedrijven eigen klemtonen kunnen leggen.
Open VLD : Het is eigen aan democratisch verkozen mandatarissen dat ze hun kiezers maximaal
zouden moeten kunnen vertegenwoordigen. Op ondernemingsniveau lijkt het ons wenselijk dat
deze regel maximaal wordt toegepast. Evenwel bestaan er representativiteitscriteria, die wat
Open Vld betreft aan een kritisch onderzoek en eventuele bijsturing mogen worden
onderworpen. We rekenen daar op de verantwoordelijkheidszin van de representatieve
vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers
Wetgeving kan onderworpen worden aan een toetsing erga omnes bij de Raad van State, waar
iedere burger een discriminerende wet kan aanklagen. Vindt U dat een werknemer, zonder een
eigen belang te hebben, moet kunnen vragen aan een gerechtelijke instantie of een CAO, die op
zijn bedrijf van toepassing is, niet in tegenspraak is met art 10 en 11 van de grondwet / La
législation peut être soumise à un contrôle « erga omnes » auprès du Conseil d’Etat, où chaque
citoyen peut porter plainte contre une loi discriminatoire. Trouvez-vous qu’un employé doit pouvoir
demander, sans y avoir un intérêt propre , à une instance judiciaire si une convention collective de
travail qui est d’application dans sa société n’est pas en contradiction avec les art. 10 et 11 de la
Constitution
CD&V : No Reply Received
ECOLO : Oui, il serait normal que toute association (et tout citoyen) puissent se manifester
lorsqu’une convention collective de travail est discriminatoire (par exemple à l’égard des femmes,
des personnes d’origine étrangère, des minorités ethniques, des personnes handicapées,…).
FDF : Notre droit ne connaît pas ni n'admet la notion d'action populaire; dès lors, si il est possible
d'admettre que l'employé puisse sur la base de l'article 159 de la Constitution (exception
d'illégalité) faire valoir devant un juge judiciaire le fait qu'une convention collective de travail
devrait être écartée parce qu'elle n'est pas conforme aux articles 10 et 11 de la Constitution, il
n'en demeure pas que cet employé doit disposer d'un intérêt direct au recours, conformément à
la jurisprudence du Conseil d'Etat, section d'administration.

p 43 / 45
FN : A priori, oui, il doit pouvoir le faire.

GROEN! : Een concretere casuïstiek is noodzakelijk voor een precies antwoord op deze vraag
cdH : Pour toutes les conventions collectives de travail pour lesquelles la force obligatoire est
demandée les agents du SPF Emploi vérifient déjà si leur contenu est contraire à des dispositions
contraignantes des lois ou traités internationaux, comme les lois anti-discrimination et la
constitution.
Si le contenu est contraire à ces dispositions, la force obligatoire est refusée. En outre, chaque AR
comprenant la force obligatoire peut être contesté devant le Conseil d'Etat
En outre, tout juge du travail peut, à l'occasion d'un litige concret, également statuer sur
l'incompatibilité d’une CCT avec des dispositions supérieures [anti-discrimination).
En ce qui concerne les CCT pour lesquelles la force obligatoire n'est pas demandée (par exemple,
les CCT d'entreprise), ni mon administration, ni le Conseil d'Etat ne peuvent effectuer ce contrôle.
Dans ce cas, le juge ordinaire reste compétent, càd le Juge du travail Ce juge n'émet toutefois pas
d'avis et statuera donc seulement implicitement sur la contradiction éventuelle entre une CCT et
la loi anti-discrimination supérieure, a l’occasion d'un litige individuel concret, ce qui requiert un
intérêt individuel.
MR : Il existe en effet devant la Cour constitutionnelle un recours en annulation d’une loi
discriminatoire, moyennant le respect de délais légaux pour son introduction. Si les effets du
recours en annulation valent « erga omnes », la Cour va, lors de l'analyse de la recevabilité du
recours, examiner si le requérant dispose d'un intérêt à agir, faute de quoi elle rejettera le
recours. Ce recours, comme tout recours d’ailleurs, n'est donc pas ouvert à chaque citoyen, mais
est limité à ceux qui y ont un intérêt.
Cette condition de disposer d’un intérêt à agir vaut également dans le chef du travailleur qui ne
dispose pas d'un intérêt propre de demander à une instance judiciaire si une CCT de sa société
n'est pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.
Modifier cette condition dans le chef du seul travailleur reviendrait à constituer une
discrimination par rapport à tout citoyen, le MR n’y est dès lors pas favorable.
N-VA : Wanneer een juridische procedure wordt ingeleid, moet steeds een eigen belang aangetoond
kunnen worden door de rechtzoekende. Anders is de procedure zonder voorwerp.
PS : idem supra : Il n’appartient pas au politique de s’immiscer dans les relations collectives de travail
et la représentation du personnel pour ce qui excède la réglementation en vigueur. La
représentativité des organisations syndicales est le reflet des élections sociales.
SP.A : CAO’s worden beschouwd als een overeenkomst. De Raad van State is expliciet niet bevoegd
voor CAO’s gesloten binnen een paritair orgaan. Ook voor CAO’s buiten paritair orgaan (dus
ondernemingsCAO’s) is de algemene tendens om de Raad van State niet bevoegd te achten.
Een overeenkomst moet een bepaald voorwerp hebben en de CAO-W legt hier beperkingen op,
nl. in o.a. art. 9 en 51. Een CAO moet in overeenstemming zijn met hiërarchisch hoger recht. De
sanctie is nietigheid. De arbeidsrechtbank is enkel bevoegd voor individuele geschillen n.a.v. de
toepassing van CAO’s en dus niet voor de beoordeling van een CAO in abstracto. Wel geeft artikel

p 44 / 45
159 van de GW de rechter de mogelijkheid om de bestreden bepalingen van de CAO buiten

toepassing te verklaren indien deze strijdig zijn met hogere rechtsnormen, waaronder ook de
Grondwet (‘exceptie van onwettigheid’). De preciese draagwijdte van een en ander zou inderdaad
nader moeten onderzocht en verduidelijkt worden.
VIVANT : De hoge kost van de overheid is een gevolg van de overdreven regelgeving enerzijds maar
ook dor de inefficiënte en troebele jurisprudentie die ten dele het gevolg is van onzorgvuldig
regelgevend werk. Het lijkt ons zeker niet zinvol het juridisch apparaat nog meer te belasten
Vlaams Belang : Neen. Een werknemer die zich vragen stelt over het mogelijk discriminerend
karakter van een CAO moet kunnen aantonen dat de situatie die hij discriminerend vindt dat ook
effectief is. Dat wil zeggen: dat dezelfde arbeidsvoorwaarden bij CAO voordeliger geregeld zijn in
andere sectoren. Wanneer het gaat over sociaal-economische relatieve voor- en nadelen, is een
vergelijking van CAO’s met elkaar bijzonder delicaat, laat staan dat een arrest dat zich uitspreekt
over discriminatie opportuun zou zijn. Elke sector wordt gekenmerkt door een specifieke, ja zelfs
unieke configuratie van relatieve voordelen en relatieve nadelen. Wie arbeidsvoorwaarden wil
verbeteren, moet dit doen binnen het kader van de CAO die op zijn bedrijf van toepassing is
Open VLD : De grondwettelijkheidstoets wordt verricht door het grondwettelijk hof. Indien iemand
naar de Raad van State stapt, wordt hij of zij verondersteld een aantoonbaar belang te hebben
Trouvez-vous qu’un employé doit avoir le droit d'obtenir gratuitement la consultation des
conventions collectives de travail qui s’appliquent à lui ou trouvez-vous la que la réglementation
actuelle qui exige pour cela un paiement est acceptable / Vindt U dat een werknemer het recht
moet hebben om gratis inzage te krijgen in CAO's die op hem van toepassing zijn, of vindt U de
huidige regeling, die daarvoor een betaling eist, aanvaardbaar?
CD&V : No Reply Received
ECOLO : Les textes des conventions collectives sont accessibles sur le site Internet du SPF Emploi. Les
personnes qui ne peuvent imprimer ces textes mais qui souhaitent cependant en avoir une copie,
doivent aujourd’hui payer 1€ par page. Nous pensons que cette réglementation touche surtout
des personnes plus défavorisées ou plus âgées (qui n’ont pas d’ordinateur ou qui ne savent pas
s’en servir) et nous trouvons ce prix totalement excessif. Pour nous, l’accès aux textes des
conventions collectives devrait être facilité, notamment par une mise à disposition gratuite
FDF : Cette revendication d'obtention à titre gratuit d'une CCT nous paraît légitime dans la mesure où
celle-ci s'applique effectivement au travailleur
FN : de façon gratuite
GROEN! : Met de huidige stand van de informatica mag het geen probleem zijn om werknemers
gratis inzage te geven in CAO’s die op hen van toepassing zijn.
cdH : II est essentiel de favoriser la disponibilité de l'information de qualité et la diffusion de celle-ci
d'autant plus s'il est possible de la fournir rapidement et gratuitement De plus en plus, les
administrations publiques encouragent et proposent une information d'une grande utilité et
qualité via leurs sites internet Cette information ne nécessitant pas de frais administratifs pour le
traitement des demandes, le citoyen peut obtenir l'information de manière rapide, actualisée et
gratuitement.
Par exemple, pour le travailleur qui recherche la convention collective de travail dont il dépend, la
consultation et l'impression des Conventions Collectives de Travail (CCT) Intersectorielles est
totalement gratuite via le site internet du Conseil National du Travail (www.cnt.be). De même,

p 45 / 45
pour obtenir une copie d'une des conventions collectives sectorielles, il suffit de consulter le site
internet du SPF emploi, travail et concertation sociale (www emploi.belgique.be)
La délivrance de copies des conventions collectives de travail enregistrées (sectorielles mais aussi
d'entreprise) est aussi possible via la Direction du Greffe de la Direction Générale des relations
Collectives du Travail moyennant une rétribution
MR : Il n’est pas normal qu’un employé doive payer pour obtenir la consultation de conventions
collectives de travail qui s’appliquent à lui. Chaque travailleur a le droit d’être informé du cadre
légal de son travail. Aussi, il convient de tout mettre en œuvre pour faciliter l’accès gratuit à
l’information. Celui-ci est assuré pour toutes les conventions collectives de travail conclues au
niveau interprofessionnel (consultables sur le site du Conseil National du Travail) et d’après le SPF
Emploi, pour les CCT sectorielles déposées et enregistrées par le Greffe de la Direction générale
Relations collectives de travail après le 1er janvier 1989.
N-VA : Ons lijkt een gratis inzagerecht wel degelijk een gerechtvaardigde eis. Uiteindelijk heeft de
CAO een belangrijke impact op het leven van een werknemer en behandelt het zeer
uiteenlopende onderwerpen die rechtstreeks impact hebben op hem of haar
PS : idem supra : Il n’appartient pas au politique de s’immiscer dans les relations collectives de travail
et la représentation du personnel pour ce qui excède la réglementation en vigueur. La
représentativité des organisations syndicales est le reflet des élections sociales.
SP.A : Sectorale CAO’s, ongeacht of ze algemeen verbindend zijn verklaard, worden gepubliceerd op
de website van de FOD WASO. Van ondernemingscao’s kan iedereen een afschrift krijgen mits
betaling van 1 euro. Je moet geen belang aantonen. Dat is inderdaad een hoog bedrag, en werd
waarschijnlijk ingevoerd als een soort ‘drempel’ om te vermijden dat iedereen ongebreideld
CAO’s laat opzoeken door de betrokken administratie. Maar u heeft gelijk dat, dit geen goede
regeling is. Iedere werknemer zou gratis inzicht moeten kunnen hebben in de cao’s die in zijn
onderneming van toepassing zijn. Aangezien het arbeidsreglement een opsomming moet
bevatten van de toepasselijke cao’s, is dat ook logisch. En die zou best ter beschikking worden
gesteld door de werkgever of ondernemingraad. Op die manier wordt ook vermeden dat eender
wie inkijk kan hebben in ondernemingscao’s die soms vertrouwelijke informatie bevatten.
VIVANT : Dat moet uiteraard gratis zijn. Verwonderlijk dat dit vandaag niet zo is.
Vlaams Belang : CAO’s dienen geïnterpreteerd te worden als afspraken van algemeen belang en
dienen dus onder een regeling van openbaarheid van bestuur te vallen. Een werknemer moet
kosteloos inzage kunnen krijgen in CAO’s die op hem van toepassing zijn.
Open VLD : Iedere Belg wordt verondersteld de wet te kennen. Vermits algemeen verbindend
verklaarde CAO’s ook kracht van wet hebben, lijkt het ons aangewezen dat werknemers daarvan
kennis kunnen nemen. Ook wat andere CAO’s betreft zou het wenselijk zijn dat werknemers de
mogelijkheid hebben om kennis te nemen van de regels die op hen van toepassing zijn.


Nationale Confederatie Van Het Kaderpersoneel Vragen+en+Antwoorden+Partijen

Transféré par

Informations du document

Titre original

Copyright

Formats disponibles

Partager ce document

Partager ou intégrer le document

Options de partage

Avez-vous trouvé ce document utile ?

Ce contenu est-il inapproprié ?

Droits d'auteur :

Formats disponibles

Nationale Confederatie Van Het Kaderpersoneel Vragen+en+Antwoorden+Partijen

Transféré par

Droits d'auteur :

Formats disponibles

Confédération Nationale des Cadres • Nationale Confederatie van het Kaderpersoneel

Verkiezingen 2010 – Vragen aan politieke partijen

Herman Claus Herman Claus

ORGANISATION REPRESENTATIVE DES CADRES RECONNUE PAR A.R. DU 26/11/86

Ondervraagde partijen – partis contactées

Vlaams Belang www.vlaamsbelang.be

Open VLD www.vld.be

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

1. Concernant le déficit de l’état

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

d’investissement dans l’économie de demain, permettrait en effet de diminuer la charge de la

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

energiebedrijf grote overwinsten op kosten van de Belgische belastingsbetaler. Daarom willen

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

PVDA : No Reply Received

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

PVDA : No Reply Received

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

2. Over de activering van de bevolking.

2. Au sujet de l'activation de la population

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

PVDA : No Reply Received

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

3. Au sujet des retraites

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

4. Over de democratisering van het bedrijfsleven.

4. Au sujet de la démocratisation du secteur privé

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

FN : A priori, oui, il doit pouvoir le faire.

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx

159 van de GW de rechter de mogelijkheid om de bestreden bepalingen van de CAO buiten

File name : 20100601.Vragen en Antwoorden Partijen - Questions et Reponses Partis.v06.docx