1 HV Mondeling 2022-2023 ± 5minuten

I . Tekst hardop voorlezen: voorbeeld teksten

 dialogen BLZ 29 (1 HV ) _ BLZ 30 ( 1VWO )
 opdracht 21 BLZ 31 (1 HV ) _ BLZ 32 ( 1VWO )
dialogen scannen, beluisteren en meelezen.

II. Jezelf voorstellen, je familie en je huisdieren  Présente- toi !

Je gaat een gesprek uitvoeren in vorm van een dialoog waarin je antwoorden op de
onderstaande vragen moet geven.

Voorbeeldvragen: Moi, ma famille et mes animaux > U1 + U2

1. Comment tu t’appelles?
2. Tu as quel âge?
3. Tu habites où?
4. C’ est un village ou une ville?
5. Quelle est ta nationalité ?
6. Tu as un frère ?
7. Il a quel âge ?
8. Tu as une sœur ?
9. Elle a quel âge ?
10. Tu as des animaux ? ( oui : noem ze, non : denk aan de ontkennIng )
III. Mon Collège et mes hobby’s : U3
Een paar vragen over je school en je buitenschoolsactiviteiten kunnen begrijpen en
beantwoorden.

Voorbeeldvragen : Mon école/collège

1. Comment s’appelle ton collège/école ?
2. Tu aimes ton école ?
3. Tu es en quelle classe ?
4. Tu aimes ta classe ?
5. Quelle est ta matière ? pourquoi ?
6. Qui est ton prof préféré(e), pourquoi ?
7. Quelles sont les matières difficiles ?
8. Comment tu vas à l’école ?
9. Avec qui ?
10. La récré commence à quelle heure ?
11. Qu’est-ce que tu fais pendant la récré ?

z.o.z
Voorbeeldvragen : Moi, le sport et les hobby’s
1. Tu aimes le sport?
2. Tu fais quel sport?
3. Quel jour tu joues au foot ( au basket / au hockey / au tennis etc …) ?
4. A quelle heure ton entraînement commence ?
5. Tu t’ entraînes combien de fois par semaine ?
6. Tu fais des compétitions ?
7. Qui est ton entraîneur ?
8. Ton entraîneur est sympathique ?
9. Tu as d’autres hobbies ?

IV Ma maison et ma chambre : U4
Je bent bijvoorbeeld net verhuisd en je beschrijf in het Frans je nieuwe huis en de
inrichting van je eigen kamer aan je docent Frans.

Voorbeeldvragen : Ma maison
1. Comment est ta maison ?
2. La maison a combien d’étages ?
3. Il y a une cave ?
4. Il y a un grenier ?
5. Où est ta chambre ? / ta chambre ? / ou`est la salle de bains ? / la chambre
de tes parents ?/ où est la cuisine ? le garage ?....etc
6. Qu’est-ce qu’il y a dans le jardin ?
7. Tu aimes ta maison ? Pourquoi ? première étage
 Ma chambre
8. Tu peux décrire ta chambre ?/ Elle comment ta chambre ?
9. Tu fais les devoirs dans ta chambre ?
10. Quelle est la couleur de ta chambre ?
11. Où est ton lit ?
12. Où est ton bureau ?
13. Où est ta télé
14. Où est ton ordinateur / ton placard / ton armoire… ? Gebruik voorzetsels om
de plaats te beschrijven !
15. Tu as des posters dans ta chambre ?
16. Tu aimes ta chambre ? Explique ( leg uit )

• Tijdens je mondeling wordt gelet op uitspraak; neusklanken, het niet uitspreken van de
laatste letters, verbinding van woorden, vervoeging van werkwoorden, uitspreken van
mannelijke en vrouwelijke lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

• Luistervaardigheid: versta je de docent en geef je een juist antwoord op de vraag met de

juiste woorden? Hoe vlot spreek je en beheers jij de juiste woordenschat?

• Ook letten wij op de grammatica; maak je goede zinnen, gebruik je de juiste voorzetsels,
bijvoeglijke naamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden en vervoeg je de juiste
werkwoorden.

• Daarnaast is het belangrijk dat je veel weet te vertellen en dat je alleen Frans spreekt!!!!

• Cijfer: Je mondeling aan het eind van het schooljaar telt 3 keer mee. Je kan nu laten zien wat
je allemaal weet!

• Schrijf je teksten zelf en gebruik je boek en eventueel een woordenboek. Vertrouw niet op de
vertalingen van de vertaalmachines! Het is jouw verhaal volgens je eigen situatie. Maak
eenvoudige zinnen en denk creatief!

• Hoe verloopt het mondeling?

• Je komt volgens afspraak binnen. Je begroet de docent, je zegt je naam en je geeft je

autoportrait af. Eerst lees je een stukje hardop voor van een tekst die wij klassikaal hebben
voorbereid. De docent stelt eerst een vraag. Daarna volgen er meer.

• Hoe bereid jij je goed voor?

Je leert de tekst uit je hoofd. Oefen hardop. Neem jezelf op met je telefoon. Stel jezelf vragen.