Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
ORILIS
#
08
Une fabrication française
depuis 1946
Depuis plus de 70 ans, Bergère de France partage avec ses client(e)s sa passion du tricot et du crochet.
Au cœur de la filature en Lorraine, les équipes mêlent les matières et les couleurs pour créer
des fils uniques. Tous les ans, plus de 8 millions de pelotes sont fabriquées dans plus de 50 qualités
et plusieurs centaines de teintes. De nouveaux modèles sont imaginés à chaque saison pour répondre
au plus près aux attentes des passionnées des arts du fil.
La laine
- fabriquée en France -
AU CŒUR DE LA LORRAINE
www.bergeredefrance.fr
Q U A L I F I É E M2017
CACHE-CŒUR
Qualité :
ORILIS Tailles 4 ans 6 ans 8 ans 10 ans
Qualité ORILIS Nombre de pelotes
Crochet :
n° 4 Fraise 20121 4 4 5 6
Accessoires :
Anneaux marqueurs réf. 68395 (lot de 48)
1 mètre de ruban tissé réversible rose 6 mm réf. 67859 (vendu en 1 mètre)
• Echantillon 9-10
Pour réussir votre modèle, il est important de 11-12 = anneau marqueur
crocheter l’échantillon (voir « L’indispensable échan
tillon » sur nos premières pages d’explications).
Un carré de 10 cm point de brides = 19 b. et 11-12
11,5 rgs. 13-14 22-24-26-28
31
• Réalisation 34
37 20 19
DOS : 40 22 21
Monter une chaînette de 53-59 -64-70 m.l. 24 23
Crocheter point de brides (= 51-57-62-68 b.). 26 26
Emmanchures :
A 20 -22-24-26 cm (23-25-27-30 rgs) de hauteur 26-29-32-35 17-18-19-20
totale, glisser un anneau marqueur dans la
première et la dernière m. pour marquer le début DOS-DEVANTS MANCHE
des emmanchures (voir croquis) et continuer le mesures en cm
point de brides.
MANCHES : FINITIONS :
Monter une chaînette de 36 -38-39 -41 m.l. Assembler les épaules sur 17-19 -21-23 b.
Crocheter point de brides (= 34-36 -37-39 b.) en
Coudre le haut des manches au bord des
augmentant de chaque côté à 2 b. du bord :
emmanchures de part et d’autre de la couture
4 ans : 3 x 1 m. tous les 4 rgs, 2 x 1 m. tous les
d’épaule entre les anneaux marqueurs.
3 rgs.
6 ans : 2 x 1 m. tous les 4 rgs, 4 x 1 m. tous les Faire les coutures des manches et des côtés du
3 rgs. cache-cœur.
8 ans : 7 x 1 m. tous les 3 rgs. Rubans :
10 ans : 2 x 1 m. tous les 4 rgs, 6 x 1 m. tous les – Couper 2 longueurs de 50 cm de ruban. Plier
3 rgs. 1 cm à une extrémité de chaque longueur.
Pour augmenter 1 b. à 2 b. du bord : Crocheter – Coudre l’extrémité pliée d’une longueur sur
3 m.l. (remplace la 1ère b.), 1 b. sur la 2ème b., 2 b. l’envers du 1er rg du devant droit à 0,5 cm du
sur la b. suivante, continuer le rg et lorsqu’il reste bord côté biais.
3 b. à la fin du rg, crocheter 2 b. sur la b. suivante, – Puis, coudre l’extrémité pliée de la longueur
1 b. sur chacune des 2 dernières b. restante sur l’envers du 1er rg du devant gauche
Puis, continuer sur les 44-48-51-55 b. obtenues. à 0,5 cm du bord côté biais.
– Faire ressortir les rubans sur l’endroit du travail
Haut de la manche :
en les glissant entre la 1ère et la 2ème b.
A 19 -21-23-26 cm (22-24-26 -30 rgs) de hauteur – Au porté, nouer dans le dos.
totale, arrêter.
I N T E R M E D I AT E M2017
CROSS OVER
Quality:
ORILIS Sizes 4 yrs 6 yrs 8 yrs 10 yrs
Crochet hook size:
Quality ORILIS Number of balls
4.0 mm Fraise 20121 4 4 5 6
Accessories:
Stitch markers ref. 68395 (pk of 48)
1 metre of pink reversible woven ribbon ref. 67859 (sold in 1 metre lengths)
• Abbreviations Armholes:
Chain st = ch st Slip a stitch marker into the 1st & last st to mark At the same time, when work measures 20 -22-
the start of the armholes (see diagram) & cont in 24-26 cm (7¾-8½ -9½ -10¼ in) [23-25 -27-30
Double crochet (UK: Treble crochet) = dc (UK: tr) rows] total, at the opposite edge to the front angle
dc (UK: tr).
2 dc together (UK: 2 tr together) = 2 dc tog (UK: slip a stitch marker into the first st to mark the
2 tr tog): See ‘Crochet: Stitches/Techniques’. Shoulders & neck: start of the armhole.
When work measures 31-34-37-40 cm (12-13¼- After the final dec for the angle, cont on the rem
• Stitches used 14½ -15¾ in) [36 -39 -42-46 rows] total, fasten off. 17-19 -21-23 sts.
DOUBLE CROCHET (UK: treble crochet)
PATTERN, using 4.0 mm crochet hook. Shoulder:
RIGHT FRONT:
Row 1 (RS): 1 dc (UK: tr) into the 4th ch (= the first When work measures 31-34-37-40 cm (12-13¼-
Using 4.0 mm hook make a chain of 52-58-63-
2 dc (UK: tr)), 1 dc (UK: tr) into every foll ch. 14½ -15¾ in) [36 -39 -42-46 rows] total, fasten off.
69 sts. Work in dc (UK: tr) pattern (= 50 -56 - 61-
Row 2 & every foll row: 3 ch (replaces the 1st dc 67 dc (UK: tr)).
(UK: tr)), 1 dc (UK: tr) in the 2nd dc (UK: tr), then LEFT FRONT:
1 dc (UK: tr) in every foll dc (UK: tr). Middle Front angle & armholes:
Using 4.0 mm hook make a chain of 52-58-63-
For the angle: 69 sts. Work in dc (UK: tr) (= 50-56-61-67 dc (UK: tr)).
DC (UK: TR)
4 Work 1 row straight. Middle Front angle & armholes:
3 Next row (WS – dec): Work to the end of the row For the angle:
2 until there are 4 dc (UK: tr) rem work 2 dc tog (UK: Work 1 row straight.
2 tr tog).
1 Next row (WS – dec): 3 ch (replaces the 1st dc
Next row (RS – dec): 3 ch (replaces the 1st dc (UK: tr)) 1 dc (UK: tr) in the 2nd dc (UK: tr), 2 dc tog
(UK: tr)) 1 dc (UK: tr) in the 2nd dc (UK: tr), 2 dc tog (UK: 2 tr tog), work to end of row.
or = 1 ch (UK: 2 tr tog), work to end of row. Next row (RS – dec): Work to the end of the row
Cont to work these dec on every row 31-35-38-42 until there are 4 dc (UK: tr) rem work 2 dc tog (UK:
or = 1 dc (UK: tr) times. 2 tr tog).
• Proeflapje
Voor het slagen van uw model is het belangrijk 9-10
om het proeflapje te haken (zie «Het onmisbare 11-12 = markeerring
proeflapje» in de eerste bladzijden van de
beschrijvingen).
Een vierkant van 10 cm in stokjessteek = 19 stk. 11-12
13-14 22-24-26-28
en 11,5 rijen.
31
• Uitvoering 34
37 20 19
RUGPAND : 40 22 21
Een ketting van 53-59 -64-70 L. opzetten en 24 23
stokjessteek haken (= 51-57-62-68 stk.). 26 26
Armsgaten :
Op 20 -22-24-26 cm (23-25-27-30 rijen) totale 26-29-32-35 17-18-19-20
hoogte een markeerring op de eerste en de laatste RUG- en VOORPANDEN MOUW
st. plaatsen om het begin van de armsgaten afmetingen in cm
aan te geven (zie tekening) en verder haken in
stokjessteek.
Schouder :
Op 31-34-37-40 cm (36 -39 -42-46 rijen) totale Dan verder haken over de verkregen 44-48-51- -
Het gevouwen uiteinde van een lint aan de
hoogte afhechten. 55 stk. achterkant op 0,5 cm uit de kant van de schuine
rand op de 1e rij van het rechtervoorpand naaien.
MOUWEN : Bovenkant mouw :
- Dan het gevouwen uiteinde van het andere lint
Een ketting van 36 -38-39 -41 L. opzetten, Op 19 -21-23-26 cm (22-24-26 -30 rijen) totale aan de achterkant op 0,5 cm uit de kant van de
stokjessteek haken (= 34-36 -37-39 stk.) en hierbij hoogte afhechten. schuine rand op de 1e rij van het linkervoorpand
aan beide kanten op 2 stk. uit de kant meerderen naaien.
voor : AFWERKING : - Dan de bandjes naar voren halen door ze tussen
4 jaar : 3 x 1 st. elke 4e rij en 2 x 1 st. elke 3e rij. De schouders over 17-19 -21-23 stk. aan elkaar het 1e en het 2e stk. door te halen.
6 jaar : 2 x 1 st. elke 4e rij en 4 x 1 st. elke 3e rij. naaien. - Bij het dragen de lintjes in de rug strikken.
8 jaar : 7 x 1 st. elke 3e rij. De bovenkant van de mouwen aan weerszijden
van de schoudernaad tussen de markeerringen
10 jaar : 2 x 1 st. elke 4e rij en 6 x 1 st. elke 3e rij. langs de armsgaten naaien.
Voor het meerderen van 1 stk. op 2 stk. uit de De mouw- en zijnaden van het wikkelvest sluiten.
kant : 3 L. haken (vervangen het 1e stk.), 1 stk. op
het 2e stk., 2 stk. op het volgende stk., de rij verder Linten :
haken en als er aan het eind van de rij nog 3 stk. - Het lint in 2 stukken van 50 cm knippen. Aan
over zijn, dan 2 stk. op het volgende stk. en 1 stk. éen uiteinde van elk stuk lint 1 cm naar achter
op elk van de laatste 2 stk. haken. vouwen.